VEILIGHEID
43
Safety mode - startpoging
Als de auto in de Safety mode (p. 42) staat, is
een startpoging mogelijk als alles in orde lijkt te
zijn en u gecontroleerd hebt dat er geen sprake
is van brandstoflekkage.
Controleer eerst of er geen brandstof uit de auto
is gelopen. Er mag evenmin een brandstofgeur
waarneembaar zijn.
Als alles normaal lijkt en u hebt vastgesteld dat
er geen brandstof lekt, kunt u proberen de motor
te starten.
Neem de transpondersleutel uit en open het
bestuurdersportier. Als er vervolgens een melding
verschijnt dat het contact ingeschakeld is, dient u
op de startknop te drukken. Sluit het portier ver-
volgens en plaats de transpondersleutel terug.
De elektronica van de auto probeert nu te reset-
ten naar de normale stand. Probeer vervolgens
de auto te starten.
Als de melding Veiligheidsstand Zie
instructieboekje nog steeds op het display
staat, mag u niet met de auto rijden en hem
evenmin verslepen. U moet hem dan laten ber-
gen (p. 319). Verborgen schade kan de auto tij-
dens het rijden onbestuurbaar maken, zelfs als
het lijkt dat u nog met de auto kunt rijden.
WAARSCHUWING
Probeer in geen geval de auto opnieuw te
starten, als u een brandstofgeur waarneemt
terwijl de melding Veiligheidsstand Zie
instructieboekje getoond wordt. Verlaat de
auto onmiddellijk.
WAARSCHUWING
Als de auto nog in de Safety mode staat, mag
deze niet worden gesleept. De auto moet
door een berger worden opgehaald. Volvo
adviseert u de auto te laten wegslepen naar
een erkende Volvo-werkplaats.
Gerelateerde informatie
•Safety mode - auto verrijden (p. 43)
Safety mode - auto verrijden
Als Normal mode verschijnt, wanneer de
Veiligheidsstand Zie instructieboekje na een
startpoging (p. 43) werd gereset, mag u de auto
voorzichtig uit de huidige, gevaarlijke positie ver-
rijden.
Verrijd de auto niet verder dan nodig.
Gerelateerde informatie
•Algemene informatie over de Safety mode
(p. 42)