02 Veiligheid
02
50
Kinderzitje - positie
Plaats kinderzitjes/zittingverhogers (p. 46)
altijd op de achterbank als de airbag aan de
passagierszijde geactiveerd (p. 34) is. Als de
airbag wordt opgeblazen, kan een kind op de
passagiersstoel ernstig letsel oplopen.
De waarschuwingssticker voor de passa-
giersairbag zit op een van de volgende twee
plekken in de auto:
Alternatief 1: Locatie van de waarschuwingsstic-
ker voor de airbag op de zonneklep aan passa-
gierszijde.
Alternatief 2: Locatie van de waarschuwingsstic-
ker voor de airbag op de portierstijl aan passa-
gierszijde. Bij het openen van het passagierspor-
tier is de sticker zichtbaar.
Het volgende kan worden gebruikt:
•
een kinderzitje/zittingverhoger op de pas-
sagiersstoel zolang de airbag aan de pas-
sagierszijde gedeactiveerd is.
•
en of meer kinderzitjes/comfortkussen op
de achterbank.
WAARSCHUWING
Plaats een achterstevoren gemonteerd
kinderzitje nooit op een stoel met een
geactiveerde airbag. Het niet opvolgen van
deze aanbeveling kan levensgevaarlijke
situaties voor of ernstig letsel van het kind
opleveren.
WAARSCHUWING
Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of
op een comfortkussen voorin, wanneer de
airbag aan die kant geactiveerd is.
Laat nooit iemand voor de passagiersstoel
zitten of staan.
Personen kleiner dan 1,40 m mogen nooit
op de passagiersstoel voorin plaatsnemen,
als de airbag geactiveerd is.
Het niet opvolgen van de bovenstaande
aanbevelingen kan levensgevaarlijke situ-
aties opleveren.
WAARSCHUWING
Comfortkussens/kinderzitjes met stalen
beugels of andere constructies die tegen
de openingsknop van de gordelsluiting aan
kunnen liggen, mogen niet worden
gebruikt aangezien ze ervoor kunnen zor-
gen dat de veiligheidsgordel per ongeluk
open gaat.
Laat het bovengedeelte van het kinderzitje
niet tegen de voorruit leunen.
Gerelateerde informatie
•
Algemeen over kinderveiligheid (p. 45)
•
Kinderzitje - bovenste bevestigingspunten
(p. 54)
•
Kinderzitje - ISOFIX (p. 51)