||
02 Veiligheid
02
36
De gevarendriehoek op het digitale instrumen-
tenpaneel.
Als de auto betrokken is geweest bij een aan-
rijding, kan de melding
Veiligheidsstand Zie
instructieboekje op het informatiedisplay
van het instrumentenpaneel (p. 56) verschij-
nen. Dit betekent dat de functionaliteit van de
auto is verminderd.
WAARSCHUWING
Probeer nooit zelf de auto te repareren of
de elektronische onderdelen te resetten
nadat de auto in de Safety mode heeft
gestaan. Dit kan aanleiding geven tot letsel
of een slechte functie van de auto. Volvo
adviseert u de auto altijd in een erkende
Volvo-werkplaats te laten controleren en
naar Normal Mode te laten resetten nadat
de melding
Veiligheidsstand Zie
instructieboek is verschenen.
Gerelateerde informatie
•
Safety mode - startpoging (p. 36)
•
Safety mode - auto verrijden (p. 37)
Safety mode - startpoging
Als de auto in de Safety mode (p. 35) staat, is
een startpoging mogelijk als alles in orde lijkt
te zijn en u gecontroleerd hebt dat er geen
sprake is van brandstoflekkage.
Controleer eerst of er geen brandstof uit de
auto is gelopen. Er mag evenmin een brand-
stofgeur waarneembaar zijn.
Als alles normaal lijkt en u hebt vastgesteld
dat er geen brandstof lekt, kunt u proberen
de motor te starten.
Neem de transpondersleutel uit en open het
bestuurdersportier. Als er vervolgens een
melding verschijnt dat het contact ingescha-
keld is, dient u op de startknop te drukken.
Sluit het portier vervolgens en plaats de
transpondersleutel terug. De elektronica van
de auto probeert nu te resetten naar de nor-
male stand. Probeer vervolgens de auto te
starten.
Als de melding
Veiligheidsstand Zie
instructieboekje
nog steeds op het display
staat mag u niet met de auto rijden en hem
evenmin verslepen. U moet hem dan laten
bergen (p. 304). Verborgen schade kan de
auto tijdens het rijden onbestuurbaar maken,
zelfs als het lijkt dat u nog met de auto kunt
rijden.