10
STARTEN EN RIJDEN
Motor starten
466
Auto afzetten
468
Contactslotstanden
468
Contactslotstand kiezen
470
Alcoholslot*
470
Alcoholslot* omzeilen
471
Voordat een motor met alcoholslot
wordt gestart*
471
Remsystemen
472
Rempedaal
472
Remversterker
474
Remmen op natte rijbanen
474
Remmen op gepekelde rijbanen
474
Onderhoud van het remsysteem
475
Parkeerrem
475
Parkeerrem activeren en deactiveren
476
Instelling voor automatische acti-
vering van de parkeerrem
477
Op een helling parkeren
477
Bij een storing in de parkeerrem
478
Automatische rem bij stilstand
478
Automatische rem bij stilstand
activeren en deactiveren
479
Hulp tijdens het wegrijden op een
helling
480
Automatisch remmen na een aan-
rijding
480
Regeneratief remmen*
481
Versnellingsbak
481
Automatische versnellingsbak
481
Schakelen met een automatische
versnellingsbak
482
Schakelen met stuurpaddles*
484
Schakelblokkering
485
Kickdownfunctie
486
Launch-functie*
486
Symbolen en meldingen voor
automatische versnellingsbak
487
Schakelindicator
488
Vierwielaandrijving
488
Aandrijving
489
Verbrandingsmotor starten en afzetten
490
Rijmodi
490
Rijmodus wijzigen
494
Energieverdeling met behulp van
kaartgegevens*
495
Niveauregeling* en schokdemping
496
Instelling demping Polestar
Engineered* aanpassen
497
Zuinig rijden
498
Actieradius
499
Hold en Charge
501
Voorbereidingen voor een lange rit
502
Rijden tijdens de winter
502
Doorwaaddiepte
503
Tankvulklep openen en sluiten
504
Brandstof tanken
505
Hanteren van brandstof
506
Benzine
507
Benzineroetfilter
508
Oververhitting van motor en aan-
drijving
509
Overbelasting van de startaccu
510
Starthulp met andere accu
510
Trekhaak*
512
Specificaties van de trekhaak*
513
In- en uitklapbare trekhaak*
514
Rijden met aanhangwagen
516
Aanhangwagenstabilisering*
518
Aanhangwagenverlichting controleren
519
Op trekhaak gemonteerde fietsdrager*
520
Slepen
521
Sleepoog monteren en demonteren
522
Bergen
523
HomeLink
®
*
523