||
VEILIGHEID
52
WAARSCHUWING
Laat nooit iemand voor de passagiersstoel zit-
ten of staan.
Vervoer kinderen nooit in een tegen de rijrich-
ting in geplaatst kinderzitje op de passagiers-
stoel voorin, wanneer de passagiersairbag
geactiveerd is.
Laat nooit passagiers (kinderen noch volwas-
senen) op de passagiersstoel voorin plaatsne-
men, als de passagiersairbag gedeactiveerd
is.
Het niet opvolgen van de bovenstaande aan-
bevelingen kan aanleiding geven tot levens-
gevaarlijke situaties of ernstig letsel.
WAARSCHUWING
Zittingverhogers/kinderzitjes met stalen beu-
gels of andere constructies die tegen de ope-
ningsknop van de gordelsluiting aan kunnen
liggen, mogen niet worden gebruikt aangezien
ze ervoor kunnen zorgen dat de veiligheids-
gordel per ongeluk opengaat.
Laat het bovengedeelte van het kinderzitje
niet tegen de voorruit leunen.
N.B.
De wettelijke bepalingen voor hoe een kind in
de auto moet worden geplaatst, verschillen
per land. Stel u op de hoogte van wat van toe-
passing is.
Gerelateerde informatie
•
Kinderzitje (p. 45)
•
Algemene informatie over kinderveiligheid
(p. 44)
•
Kinderzitje - bovenste bevestigingspunten
(p. 56)
•
Kinderzitje - ISOFIX (p. 52)
Kinderzitje - ISOFIX
ISOFIX is een bevestigingssysteem voor kinder-
zitjes (p. 45), gebaseerd op een internationale
standaard.
Achter de onderkant van de ruggedeelten op de
beide buitenste zitplaatsen van de achterbank
gaan de bevestigingspunten voor het ISOFIX-
systeem schuil.
Symbolen op de bekleding van de ruggedeelten
(zie voorgaande afbeelding) geven de positie van
deze bevestigingspunten aan.
Duw het zitgedeelte van de zitplaats omlaag om
bij de bevestigingspunten te komen.
Houd u altijd aan de montage-instructies van de
fabrikant, wanneer u een kinderzitje/babyzitje aan
de ISOFIX-bevestigingspunten vastzet.