8
mV = Millivolt (exp.-3)
V = Volt (Einheit der el. Spannung)
A = Ampere (Einheit des el. Stromes)
mA = Milliampere (exp.-3)
µA = Mikroampere (exp.-6
Hz = Hertz
kHz = Kilohertz (exp.3)
MHz = Megahertz (exp.6)
kΩ = Kiloohm (exp.3)
MΩ = Megaohm (exp.6)
nF = Nano-Farad (nano = exp.-9)
µF = Mikro-Farad (mikro = exp.-6)
B
Tastenbelegungen und Funktionsbeschreibung mit Tasteneingabe
B 1 RANGE
RANGE bedeutet, wörtlich übersetzt, Bereich. Hier ist damit der Messbereich
gemeint. Sobald das Symbol "AUTO" (schwarz hinterlegt) in der Anzeige sichtbar ist,
müssen Sie sich um die Wahl des richtigen, angepaßten Messbereiches nicht küm-
mern. Die Intelligenz des Messgerätes schaltet für Sie. Der Messbereich kann jedoch
auch manuell geändert werden. Gehen Sie dazu wie folgt vor:
- Betätigen Sie den Taster "RANGE"; das Symbol "AUTO" verschwindet.
- Mit jeder weiteren Betätigung des Tasters "RANGE" ändert sich nun der Mess-
bereich, sichtbar an der Bewegung des Dezimalpunktes und eventuell an der
Maßeinheit.
Wollen Sie die manuelle Einstellung verlassen, betätigen Sie den Taster "RANGE län-
ger als ca. 1s (gedrückt halten).
B 2 "Hz %"
Steht der Drehschalter auf "Hz", wird dieser Taster relevant. Zur eigentlichen Mes-
sung der Frequenz benötigen Sie diesen Taster nicht. Wenn Sie statt der normalen
Frequenzmessung die Anzeige eines Puls-Pausenverhältnisses (bei TTL-Pegeln)
wünschen, müssen Sie diesen Taster einmal betätigen.
Statt einer Frequenz in HZ; KHz oder MHz wird nun das Puls-Pausenverhältnis, auch
DUTY CYCLE genannt, in "%" angezeigt. Ein erneuter Tastendruck auf diesen Taster
bewirkt die Rückkehr zur normalen Frequenzmessung.
B 3 REL
Die Bezugswertmessung, dargestellt durch das Dreiecksymbol, ermöglicht Messun-
gen, bezogen auf einen vorher angezeigten / gemessenen Wert. Angezeigt wird nun
der Differenzwert (aktueller Messwert minus dem Bezugswert).
Diese Funktion eignet sich besonders gut zur Widerstandsmessung. Die Haupt –
Anzeige läßt sich auf "0000" setzen, d.h. Sie können Widerstandsmessungen im Nie-
derohmbereich durchführen, ohne den Leitungswiderstand der Messleitungen
jedesmal vom Messwert abziehen zu müssen.
Die Bezugswertmessung ist nicht möglich bei der Frequenz- und der Puls-Pausen-
65
Het vervangen van de batterij en de zekering volgt onderstaand. Gebruik voor het
reinigen van de apparaten resp. de displayschermen en de meetdraden een schone,
pluisvrije, antistatische en droge poetsdoek.
Let op!
Gebruik voor het reinigen geen carbonhoudende reinigingsmiddelen of benzi-
ne, alcohol of dergelijke. Daardoor wordt het oppervlak van de meetapparaten
aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk voor de gezondheid en explo-
sief. Gebruik voor het reinigen ook geen gereedschap met scherpe kanten,
schroevendraaiers of metaalborstels e.dgl..
b Vervangen van de batterij
Voor de werking van het meetapparaat is een 9-V-blokbatterij noodzakelijk. Als het
symbool Batterij vervangen ca.8 uur vóór het "einde" van de batterij in het display
verschijnt, moet de batterij worden vervangen. Ga hiervoor als volgt te werk:
- Scheid het meetapparaat van het meetcircuit,
- verwijder de meetdraden van het meetapparaat,
- schakel het apparaat uit en
- Draai met een passende schroevendraaier (kruiskop) de bevestigingsbout van
het deksel van het batterijcompartiment los.
- Verwijder het deksel van het meetapparaat door licht te trekken. De (lege) batte-
rij bevindt zich in het deksel en is geborgd met een beugel.Wrik deze beugel met
een passende platte schroevendraaier voorzichtig omhoog.
- Trek wegwerphandschoenen aan en neem de oude batterij uit.
- Neem een nieuwe batterij en plaats deze in het gemarkeerde (+ en – zichtbaar)
deksel, let daarbij op de juiste polariteit. Bevestig de beugel tot deze weer
inhaakt en plaats het deksel terug op het apparaat.
- Sluit het behuizing weer zorgvuldig. Let bij het terugplaatsen erop dat de
contactveren in het meetapparaat niet verbogen worden.
Let op!
Schakel het meetapparaat nooit in geopende toestand in. !Levensgevaar!
Laat oude batterijen niet in het meetapparaat zitten, omdat zelf lekbeveiligde
batterijen kunnen corroderen en daardoor chemicaliën vrij kunnen komen die
uw gezondheid schaden resp. het batterijcompartiment beschadigen.
Lege batterijen zijn klein-chemisch afval en dienen daarom als zodanig te wor-
den weggegooid. Hiervoor zijn er bij de vakhandelaren resp. op de milieupar-
ken speciale verzamelbakken.
c Vervangen van de zekering
Let bij het vervangen van de zekering altijd op de veiligheidsbepalingen! Zorg ervoor
dat de zekeringen alleen worden vervangen door zekeringen van het aangegeven
type en de aangegeven nominale stroomsterkte. Het gebruik van gerepareerde zeke-
ringen of het overbruggen van de smeltpatroonhouder is niet toegestaan. Voor het
vervangen van de zekering koppelt u het meetapparaat los van het meetcircuit en