69
g) Transistortest
Bij de transistortest wordt de versterkingsfactor van transistors gemeten. De versterkingsfactor is de ver-
houding van collectorstroom (IC) en basisstroom (IB). Voor deze meting is een hulpschakeling met een
24 KOhm weerstand nodig (niet bij levering inbegrepen). Maak contact met deze weerstand tussen de
basis- en collectoraansluiting van de transistor.
Voor het meten van de versterkingsfactor gaat u als volgt te werk:
- Selecteer op de draaischakelaar de meetfunctie Ω“ en het meet-
bereik „x10/15mA“.
- Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode
meetdraad op de VΩ-bus (7).
- Voer een nulinstelling uit.
- Zorg dat beide meetpennen verbinding maken met elkaar en
wacht tot de wijzer stil staat. Er moet een waarde van ong. 0 ohm
worden aangegeven. Zet bij een afwijking de aanwijzer met
behulp van de 0 ohm-instelknop (9) op 0 ohm.
- Sluit nu afhankelijk van het transistortype de beide meetstiften
aan op het meetobject (transistor).
NPN: zwarte meetdraad op collector (C), rode meetdraad op
emitter (E)
PNP: rode meetdraad op collector (C), zwarte meetdraad op
emitter (E)
- Lees de meetwaarde voor de versterkingsfactor af op de schaal
“hFE”.
- Indien geen waarde wordt weergegeven, wordt de transistor in sperrichting gemeten of is de transis-
tor defect (onderbreking).
-
Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te scha-
kelen“.
☞
Als de basisaansluiting van de transistor open blijft (geen weerstand ingebouwd), dan
wordt de lekstroom „Iceo“ tussen collector en emitter weergegeven. Deze waarde kan op
de schaal „Iceo“ in de eenheid „mA“ worden afgelezen.
h) Frequentiemeting
ƽ
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarde van 10V/AC in geen geval wordt over-
schreden.
De multimeter kan frequenties van 0 Hz tot 25 kHz in het spanningsbereik van 2,5 tot 10 V/AC
meten.