58
Uitvoeren van metingen
ƽ
Let op!
Neem altijd de max. toegestane ingangsgrootheden in acht! Wees
voorzichtig bij de omgang met spanningen groter dan 25
VACrms/DC: Bij aanraking van elektrische geleiders bestaat levens-
gevaar door een elektrische schok.
Vóór een wissen naar een andere meetfunctie moeten de meetdra-
den worden verwijderd van het meetobject en van het meetapparaat.
Gebruik voor uw metingen altijd alleen de meegeleverde meetdra-
den resp. de optioneel verkrijgbare adapters. Let op vóór elke aans-
luiting op de toestand van de aansluitstekkers resp. meetstaven als-
mede of de isolatie niet beschadigd is. De meetdraden zijn
goedgekeurd voor spanningen tot max. 1000 V.
Uw meetapparaat, de VC-820 resp. 840 True Rms, is geconstrueerd
voor spanningen tot max. 1000 VDC resp. 750 VACrms.
Gelijkspanningsmeting
Voor het meten van gelijkspanningen tot max. 1000 VDC gaat u als volgt te werk:
a) Verbind de meetdraden met het uitgeschakelde meetapparaat, let daarbij op de jui-
ste polariteit. De rode meetdraad wordt verbonden met de Hz/V/ohm-ingang en de
zwarte meetdraad met "COM" ( = massa of "-"). Zorg dat de draden goed vast zitten.
b)Zet de draaischakelaar op "V" en schakel het meetapparaat in. Na een korte initia-
lisatiefase (alle segmenten zichtbaar) schakelt de functie "AUTO" naar het kleinst
mogelijke meetbereik (mV).
c) Verbind de meetstaven met het meetobject.
Aanwijzing!
- De volgende subfuncties kunnen worden ingesteld:
- Vasthouden van de meetwaarde "HOLD H", meting referentiewaarde "REL"
en handmatige bereikkeuze "RANGE.
Wisselspanningsmeting
Voor het meten van wisselspanningen tot max. 750 VACrms (=effectief) gaat u als
volgt te werk:
a) Verbind de meetdraden met het uitgeschakelde meetapparaat, let daarbij op de
juiste polariteit. De rode meetdraad wordt verbonden met de Hz/V/ohm-ingang en
de zwarte meetdraad met "COM" ( = massa of "-"). Zorg dat de draden goed vast
zitten.
b)Zet de draaischakelaar op "V" en schakel het meetapparaat in. Na een korte initia-
lisatiefase (alle segmenten zichtbaar) schakelt de functie "AUTO" naar het kleinst
mogelijke meetbereik (mV).Druk op de ronde gekleurde knop met twee functies
om over te schakelen naar wisselspanning (symbool "AC" verschijnt).
15
- schalten Sie das Messgerät aus
-
In der Rückseite ist die Schnittstelle eingebaut. Drehen Sie das Messgerät um.
- Nehmen Sie die Schnittstellenleitung zur Hand und schieben Sie das Kop-
pelteil bis zum Anschlag in die keilförmige Aussparung.
- Die Verbindung ist hergestellt.
- Die Übertragung erfolgt unidirektional (in eine Richtung).
- Laden Sie die DEMO-Software (ab Windows ’95) mit Hilfe des Explorers
(Setup oder Install) Ihres PC (ab Pentium I) und folgen Sie den Bildschirm-
anweisungen, oder über Autostart (CD eingelegt, beim "Windows"-Start).
Hinweise!
Der Arbeitsspeicher muß mind. 8 MB betragen. Die DEMO-Software benötigt
außerdem einen Speicherplatz von ca. 8 MB auf der Festplatte. Zudem ist eine
freie serielle Schnittstelle erforderlich. Die Übertragungsgeschwindigkeit
beträgt 2400 Baud.
Wartung, Batteriewechsel, Sicherungs-
wechsel, Aufstellen des Messgerätes
a Allgemein
Um die Genauigkeit des Multimeters VC-820 oder des VC-840 über einen längeren
Zeitraum zu gewährleisten, sollte es jährlich einmal, eventuell in unserem Kalibrierla-
bor, kalibriert werden.
Zur Reinigung der Geräte bzw. der Display-Fenster und der Messleitungen nehmen
Sie ein sauberes, fusselfreies, antistatisches und trockenes Reinigungstuch.
Achtung!
Verwenden Sie zur Reinigung keine carbonhaltigen Reinigungsmittel oder Ben-
zine, Alkohole oder ähnliches. Dadurch wird die Oberfläche der Messgeräte
angegriffen.
b Batteriewechsel
Zum Betrieb des jeweiligen Messgerätes ist eine 9-V-Blockbatterie erforderlich.
Wenn das Batteriewechselsymbol ca. 8 Stunden vor dem "Ende" der Batterie in der
Anzeige erscheint ist ein Batteriewechsel erforderlich. Dazu gehen Sie wie folgt vor:
- Schalten Sie das Messgerät aus, trennnen Sie es vom Messkreis und ent-
fernen Sie die Messleitungen.
- Drehen Sie mit einem geeigneten Schraubendreher (Kreuzschlitz) die
Befestigungsschraube des Batteriefaches (mittlere Schraube an der
Rückseite des Messgerätes) heraus. Ein komplettes Öffnen des Gerätes
ist zum Batteriewechsel nicht nötig.
- Hebeln Sie das Batteriefach unter leichtem Zug ab. Die (verbrauchte) Bat-
terie befindet sich und ist durch einen Bügel gesichert. Hebeln Sie diesen
Bügel mit einem geeigneten Schlitzschraubendreher vorsichtig ab.
- Entnehmen Sie die verbrauchte Batterie und ersetzen Sie diese durch eine
neue gleichen Typs. Achten Sie auf die Polarität!
- Befestigen Sie den Bügel bis zum Einrasten und stecken Sie das Batterie-
fach wieder auf das Gerät.
-
Verschließen Sie das Gehäuse wieder sorgfältig. Achten Sie beim Einsetzen
darauf, daß die Batterie-Kontaktfedern im Messgerät nicht verformt werden.
