REL-functie
De REL-functie maakt een referentiewaardemeting mogelijk om eventuele leidings-
verliezen, b.v. bij weerstandsmetingen of het restmagnetisme van de stroomsensor
te compenseren. Hiertoe wordt de momentane displaywaarde op nul gezet. Er
wordt een nieuwe referentiewaarde ingesteld.
Door op de REL-toets (8) te drukken wordt deze meetfunctie geactiveerd. In het dis-
play verschijnt „REL“.
Druk opnieuw op de REL-toets om deze functie uit te schakelen, de REL-indicator
verdwijnt.
HOLD-functie
- Met de HOLD-functie kan de actuele meetwaarde in het display „bevroren“ worden.
- Door op de HOLD-toets (4) te drukken wordt de meting onderbroken en de laatste
meetwaarde wordt in het display weergegeven. Bij geactiveerde HOLD-functie
wordt in het display „HOLD“ weergegeven.
- Druk nogmaals op de HOLD-toets om de HOLD-functie te deactiveren.
NCV-functie (contactloze spanningsherkenning)
Door de NCV-functie (Non-Contact-Voltage detection) wordt contactloos de aanwe-
zigheid van spanning bij leidingen gedetecteerd. De NCV-sensor is aan de punt van
de stroomsensor aangebracht.
Leid de NCV-sensor naar een leiding. Bij aanwezigheid van spanning brandt de
rode LED (2). Deze functie is alleen bij ingeschakeld meetapparaat mogelijk.
94