57
BEDIENINGSELEMENTEN
(zie uitklappagina)
1 Display (LED) voor leidingidentificatie, doorgangstest en polariteitstest
2 Omschakeltoets doorgangstest en leidingidentificatie (R = receiver = ontvanger)
3 Omschakeltoets leidingsidentificatie (R = receiver = ontvanger) en polariteitstest (V check)
4 Draaischakelaar
5 Display (LCD) voor multimeter
6 MODE-toets voor het omschakelen van de meetfuncties ‘diodetest’ en ‘doorgangstest’
7 COM-meetbus (referentiemassa, minpotentiaal)
8 V-meetbus voor alle meetfuncties van de multimeter (plus-potentiaal)
9 HOLD-toets voor het „bevriezen“ van de weergegeven displaywaarde
10 MAX-toets; houdt de maximale waarde in het spanningsmeetbereik vast.
11 Batterijvak aan achterzijde
12 Afneembare rubber-bescherming met beugel op de achterzijde
13 ON/OFF-toets voor het in- en uitschakelen van de leidingidentificatie-weergave
14 Meetsnoeren voor leidingidentificatie en polariteitstest (rood = pluspool, zwart = referentiepotentiaal))
15 Batterijvak aan de achterzijde
16 Functieschakelaar voor de remote-eenheid (ingedrukt = aan)
17 Bedrijfsindicatie „OP“
18 Indicatie vervangen batterijen „LO BAT“
19 Identificatieleidingen (zwart = G (referentieleiding), rood = code 1 – 16)