d) Diodetest
ƽ
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en compo-
nenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos
zijn.
Kies het meetbereik
- Op het display verschijnt het diode-symbool.
- Controleer de meetdraden op doorgang door
beide meetstiften met elkaar te verbinden. Nu
moet zich een waarde van ca. 0 V instellen.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het mee-
tobject (diode).
- Op het display wordt de doorlaatspanning in
V weergegeven. Als „OL“ verschijnt, wordt de
diode in sperrichting gemeten of is de diode
defect (onderbreking).
e) Doorgangstest
ƽ
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en compo-
nenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos
zijn.
Kies het meetbereik
Druk op de toets „MODE“ (3) om de functie van de akoestische doorgangstester te
activeren. Door opnieuw op deze toets te drukken, wordt weer naar de diodetest
geschakeld enz. Op het display verschijnt het symbool „Doorgangstest“.
- Als doorgang wordt een meetwaarde < 150 ohm herkend; hierbij klinkt een piep-
toon.
- Zodra „OL.“ (voor overflow = overloop) op het display verschijnt, heeft u het
meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken.
86