580332
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/72
Pagina verder
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 1
PowerMaster-10 / PowerMaster-30
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
1. Inleiding ............................................................ 3
Voorwoord ...................................................... 3
Overzicht ......................................................... 3
Systeem eigenschappen ................................ 4
PowerMaster-10 Paneel Indicatoren en
Bediening ........................................................ 5
LED indicaties ................................................. 5
Bedieningstoetsen .......................................... 5
Inschakeltoetsen ............................................. 5
Overige toetsen .............................................. 6
PowerMaster-30 Paneel Indicatoren en
Bediening ........................................................ 6
LED indicaties ................................................. 6
Bedieningstoetsen .......................................... 7
Inschakeltoetsen ............................................. 7
Overige toetsen .............................................. 7
Interne alarm sirene ........................................ 8
Overige hoorbare indicaties............................ 8
Screensaver Mode ......................................... 8
Proximity Tags ................................................ 9
Gebruikers en codes ...................................... 9
2. Het PowerMaster systeem bedienen ........... 10
Eenvoudig in- en uitschakelen 10
Partitie selecteren ......................................... 10
Gereedmaken voor inschakeling .................. 10
Inschakeling ‘WEG’ ...................................... 11
Inschakeling ‘THUIS’ .................................... 11
Uitschakelen en alarm stoppen .................... 11
Uitschakelen na een alarm of storing ........... 11
Speciale In- en Uitschakelopties 12
Van THUIS naar WEG schakelen ................ 12
Van WEG naar THUIS schakelen ................ 12
‘Direct’ WEG of THUIS inschakelen ............. 12
Geforceerd WEG of THUIS inschakelen ...... 13
Inschakelen in de Kindzender mode ............ 13
Uitschakelen onder dwang ........................... 14
Keyfob zenders gebruiken ............................ 14
Alarmen activeren 15
Paniek alarm met keyfobs activeren ............ 15
Paniek alarm activeren ................................ 15
Brandalarm activeren ................................... 16
Noodalarm activeren .................................... 16
Deurbel AAN/UIT ......................................... 16
Toon volume aanpassen ............................. 17
3. Spraak en Audio ............................................ 18
Spraak en audio toetsen .............................. 18
Spraak volume aanpassen .......................... 18
Spraak AAN/UIT .......................................... 19
Berichten optie ............................................. 19
Bericht afspelen ........................................... 19
4. Elektrische apparaten bedienen .................. 20
Bedieningsopties ......................................... 20
Automatische activering selecteren ............. 20
5. Storing en Alarm geheugen bekijken ......... 22
Alarm en sabotage geheugen indicatie ....... 22
Geheugen indicatie wissen .......................... 23
Storingen ...................................................... 23
Algemene indicaties ..................................... 24
Storingen verhelpen .................................... 24
6. Menu’s en functies ........................................ 25
A Instellingen ............................................... 25
B.1 Het Gebruikersopties menu openen en
Instellingen selecteren ................................. 26
B.2 Naar eerdere stap terugkeren of het
GEBRUIKERSOPTIES menu afsluiten ....... 28
B.3 Knoppen voor navigatie en instellingen 28
C.1 Het Zone overbruggingschema instellen
..................................................................... 29
C.2 Het Zone overbruggingschema bekijken
..................................................................... 30
C.3 Het Zone overbruggingschema herhalen
..................................................................... 30
C.4 Gebruikerscodes programmeren .......... 31
C.5 Proximity Tags toevoegen / verwijderen 34
C.6 Keyfobzenders toevoegen/verwijderen . 36
C.7 De tijd en het tijdformaat instellen ......... 39
C.8 De datum en het datumformaat instellen
..................................................................... 40
2 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
C.9 Automatisch inschakelen aan-/uitzetten 41
C.10 De Auto Inschakel tijd instellen ............ 41
C.11 Privé telefoon en SMS meldingen
programmeren .............................................. 42
C.12 De Squawk (pieptoon) optie
inschakelen/uitschakelen ............................. 47
C.13 Een Schakelklok programmeren ......... 48
C.14 Spraak optie Aan-/Uitzetten ................. 51
7. Gebeurtenis doormelding en bediening per
telefoon en SMS ............................................. 52
Gebeurtenis melding per telefoon ................ 52
Gebeurtenis melden per SMS ...................... 52
Afstandsbediening per telefoon .................... 52
Afstandbediening via SMS ........................... 54
8. Speciale applicaties en functies .................. 56
Sociale alarmering ........................................ 56
Bevestiging “batterij laag” in Keyfobs ........... 56
9. Het systeem testen ........................................ 57
Periodieke test .............................................. 57
10. Onderhoud ................................................... 60
De back-up batterij vervangen ..................... 60
Batterijen in draadloze componenten vervangen
...................................................................... 60
Toegang tot 24-uurs zones krijgen ............... 60
De centrale reinigen ..................................... 60
Gebeurtenis Logboek ................................... 60
Lezen van het gebeurtenis logboek ............. 61
Het gebeurtenis Logboek verlaten ............... 61
BIJLAGE A. PARTITIES .................................... 62
Een partitie selecteren ................................. 62
Systeem In-/Uitschakelen ............................ 62
Toon status functie ...................................... 62
Sirene ........................................................... 63
Partitie status display ................................... 63
KP-140 PG2/ KP-141 PG2 (met prox) ......... 63
KP-160 PG2 Arming Station ........................ 63
BIJLAGE B. VERKLARENDE WOORDENLIJST
......................................................................... 64
BIJLAGE C. BRANDPLAN ................................ 67
BULAGE D. Specificaties ................................. 67
D1. Functioneel ................................................. 67
D2. Draadloos .................................................... 68
D3. Elektrisch .................................................... 69
D4. Communicatie ............................................. 70
D5. Fysieke eigenschappen ............................. 70
D6. Randapparatuur en Accessoires .............. 70
BIJLAGE E. Nalevingverklaring ....................... 71
FCC VERKLARING ............................................ 71
INLEIDING
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 3
1. Inleiding
Voorwoord
Geachte klant,
Dank u voor uw keuze van de PowerMaster-10 / PowerMaster-30, een zeer geavanceerd draadloos alarm
systeem, geproduceerd door Visonic Ltd.
Let op: Zorg er ook voor dat u de naam en het telefoonnummer van de Meldkamer, waar de meldingen van uw
systeem naartoe gestuurd worden, hebt. Als u ooit de Meldkamer moet bellen, wordt door de medewerker
gevraagd naar uw “Aansluitnummer” dat wordt gebruikt om de identiteit van uw alarmsysteem aan de
Meldkamer te bevestigen. Schrijf deze informatie op wanneer dit wordt verstrekt door uw monteur bij oplevering.
Overzicht
De PowerMaster-10/ PowerMaster-30 is een draadloos alarmsysteem voor het detecteren en alarmeren van
inbraak, brand en andere veiligheidsgevaren. Het systeem kan tevens gebruikt worden voor het waarnemen van
de activiteit van thuiswonende invalide en oudere mensen. Systeem status informatie wordt visueel en
gesproken* gepresenteerd en in de meeste gevallen wordt aan de hand van gesproken berichten de volgende
actie aangegeven.
Het systeem is voorzien van een optionele partitie** functie. Deze Partitie functie biedt u de mogelijkheid om het
systeem in drie aparte partities, met voor iedere partitie aparte gebruikerscodes, te schakelen. Een partitie kan
dan onafhankelijk van de overige twee partities in- en uitgeschakeld worden. (Zie bijlage A voor een uitgebreide
uitleg over de Partitie functie).
De PowerMaster-10 / PowerMaster-30 kan bediend en bestuurd worden door een toetsenbord (Figuur 1a en
figuur 1b) dat is ontworpen voor de gegevensverzameling van de verschillende sensoren in en om het
beveiligde pand.
Het alarmsysteem kan in- of uitgeschakeld worden door verschillende keyfobs en keypads met speciale
codes.
In de uitgeschakelde staat geeft het systeem u visuele statusinformatie en slaat alarm bij de detectie van
rook of bij verstoring van de 24-uur zone (een zone die 24-uur per dag actief is).
Als het systeem is ingeschakeld zal dit alarm slaan bij detectie van overtreding in één van de beveiligde zones.
Gebruikers kunnen met proximity tags toegang tot de beveiligde gebieden krijgen. Door een geldige tag te
presenteren als het systeem is ingeschakeld (en indien de partitie functie** is uitgeschakeld), wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld. Is het systeem uitgeschakeld en presenteert u een geldige tag, dan wordt het
systeem in de WEG (optioneel THUIS) mode ingeschakeld.
Het systeem identificeert diverse events - alarmeringen, pogingen tot sabotage van sensors en vele typen
storingen. Events worden automatisch via PSTN (telefoonlijn) of optionele GSM en breedband communicatie
gemeld aan Meldkamers (in digitale vorm of via IP) en naar privé telefoons (in tonen of als SMS berichten). De
persoon die een dergelijk bericht ontvangt wordt verondersteld de gebeurtenis te onderzoeken en overeenkomstig
te handelen.
BELANGRIJK! Alles wat u dient te weten om uw eigendom te beveiligen wordt in de Hoofdstukken 2 en 3 van
deze handleiding beschreven.
Indien u niet bekend bent met sommige van de hier gebruikte termen verwijzen wij u naar Bijlage B aan het
einde van deze handleiding.
Let op: Dit systeem moet ten minste eenmaal per jaar door een gekwalificeerde technicus worden
gecontroleerd.
Alleen van toepassing op de PowerMaster-30 met spraak optie
∗∗
Alleen van toepassing op de PowerMaster-30
INLEIDING
4 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
Systeem eigenschappen
Uw PowerMaster-10 / PowerMaster-30 heeft een groot aantal unieke eigenschappen:
Hoofdgebruiker / Gebruiker instellingen: Twee gebruiker niveaus bieden verschillende toegangstypes (zie
Hoofdstuk 6. Menu’s en functies).
30 detector zones (PowerMaster-10) / 64 detector zones (PowerMaster-30): Elke detector zone wordt met
een zone nummer, locatie en een zone naam geïdentificeerd.
Meerdere inschakel mogelijkheden: WEG, THUIS, WEG-DIRECT, THUIS-DIRECT, KINDZENDER en
OVERBRUGGEN.
Liquid crystal display (LCD): Status informatie en vragen worden in duidelijke taal in grote letters op het
LCD scherm getoond.
Real-time klok: De huidige tijd wordt op het display getoond. De datum en tijd worden ook gebruikt voor het
logboek.
Verschillende melding bestemmingen: Events worden automatisch gemeld naar Meldkamers, naar de door
u gekozen (mobiele) telefoons en zelfs per SMS, indien de GSM module is geïnstalleerd.
Selectief melden: Uw monteur kan bepalen welk type events naar welke bestemming worden gestuurd.
Kindzender modus: Als het systeem door een “Kindzender” gebruiker (bijv. een jonger gezinslid) wordt
uitgeschakeld wordt automatisch een bericht naar een privé nummer gestuurd. (Zie Hoofdstuk 2.)
Gesproken berichten en instructies
: Het systeem assisteert met gesproken teksten de gebruiker (indien
de spraak optie is aangezet, zie hiervoor Hoofdstuk 4).
Berichtendienst
: U kunt voordat u vertrekt, korte berichten inspreken voor de overige gebruikers van het
systeem. Als zij dan thuis komen, kunnen ze uw bericht beluisteren en berichten voor u inspreken.
Toegang via telefoons op afstand: U kunt via een telefoon toegang krijgen tot de PowerMaster-10 /
Powermaster-30 en deze In-/Uitschakelen, of systeemstatus informatie ontvangen. (Zie Hoofdstuk 5).
Notitie: Afstand bediening via de telefoon wordt per partitie uitgevoerd, of is afhankelijk van de autorisatie van
de gebruikerscode. (indien de partitie functie is geactiveerd)
∗∗
.
Numerieke toetsen zijn tevens functie toetsen: Wanneer het systeem uitgeschakeld is, worden de
numerieke toetsen ook gebruikt voor het beheersen van diverse systeemfuncties. Een eenvoudig icoon op
elke toets geeft de taak van de toets aan.
Gegevens ophalen: U kunt statusinformatie, storing informatie en opgeslagen alarmgebeurtenissen op het
display bekijken. (Zie Hoofdstuk 3).
Event logboek: De 1000 meest recente systeem events, elk met de tijd en de dag van de event, worden in
een event logboek onthouden. Indien nodig, zoals na een inbraak, heeft u toegang tot dit event logboek en
kunt u de afgelopen events bekijken. (Zie Hoofdstuk 10. ).
Voor ouderen, fysieke gehandicapten en ziekelijke personen zorgen: Het systeem kan geprogrammeerd
worden om de activiteit van mensen binnen het beschermde gebied te volgen en een alarmeringsbericht te
versturen als gedurende een vooraf gedefinieerde periode geen enkele beweging is waargenomen (Zie
Hoofdstuk 6. Menu’s en functies).
Noodoproepen: indien nodig, kan aan personen een draagbare zender worden gegeven waarmee ze
noodoproepen kunnen sturen.
Onder dwang uitschakelen: Als een gebruiker wordt gedwongen om het systeem uit te schakelen, kan een
speciale code (“Dwang code”) worden gebruikt die het systeem schijnbaar als gewoon uitzet, maar tegelijk
een stil alarm naar de Meldkamer verstuurd (zie Hoofdstuk 2. bedienen).
Systeem supervisie: Alle draadloze randapparaat in het beveiligde gebied zenden periodiek een alive
supervisie melding. Als dit bericht te niet op tijd binnenkomt, toont PowerMaster-10 / Powermaster-30 een
“vermist” storing bericht. Indien gewenst kan uw monteur deze eigenschap uitschakelen.
Alleen van toepassing op de PowerMaster-30 met spraak optie
∗∗
Alleen van toepassing op de PowerMaster-30
INLEIDING
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 5
Batterij supervisie: De PowerMaster-10/ Powermaster-30 houdt voortdurend de conditie van de batterijen
van de sensors en apparaten in het systeem in de gaten en toont een “Batterij laag” bericht als een batterij
binnen maximaal 30 dagen vervangen moet worden. Draadloze sirenes kunnen, voordat de sirene helemaal
inactief wordt, nog 2 keer alarm geven.
PowerMaster-10 Paneel Indicatoren en Bediening
20
2 3
1
4 5
6
7
89
10
11 12
13 14
15 16
17 18
19
Figuur 1a. PowerMaster-10 Knoppen en indicatoren
LED indicaties
Nr. Indicatie Functie
2
Aan/Uit (Groen): Geeft aan dat het systeem op de juiste manier met de
stroomvoorziening is verbonden.
3
Inschakelen (Rood): Gaat branden als het systeem is ingeschakeld.
4
Deurbel (Groen): De deurbel gaat luiden als deurbel zones verstoord worden (zie
Hoofdstuk 2).
5
Storing (Oranje): Gaat branden als het systeem een storing waarneemt (zie Hoofdstuk
3).
Bedieningstoetsen
Nr. Indicatie Functie
7
VOLGENDE:
Om binnen een menu een stap verder te gaan.
8
TERUG:
Om binnen een menu een stap terug te gaan.
9
OK:
Statusberichten één voor één bekijken en het selecteren van een weergave optie.
Inschakeltoetsen
Nr. Indicatie Functie
12
WEG: Inschakelen als niemand thuis is
INLEIDING
6 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
Nr. Indicatie Functie
10
THUIS:
Inschakelen als er mensen nog thuis zijn.
14
DIRECT:
Annuleren van een inloopvertraging bij inschakelen (WEG of THUIS)
11
UITSCHAKELEN / UIT: Het systeem uitschakelen en alarmen stoppen
16
PARTITIE: Partitie selectie (voor toekomstige uitbreiding)
Overige toetsen
Nr. Indicatie Functie
13
Deurbel AAN/UIT
15
Het logboek bekijken
17
Nood (2 sec. ingedrukt houden)
18
Brand (2 sec. ingedrukt houden)
19
+
Druk gelijktijdig op beide knoppen voor Paniek alarm
PowerMaster-30 Paneel Indicatoren en Bediening
Figuur 1b. PowerMaster-30 Knoppen en indicatoren
LED indicaties
Nr. Indicatie Functie
2
Aan/Uit (Groen): Geeft aan dat het systeem is voorzien van netspanning.
3
Inschakelen (Rood): Gaat branden als het systeem is ingeschakeld.
4
Deurbel (Groen): De deurbel gaat luiden als deurbel zones verstoord worden (zie
Hoofdstuk 2).
5
Storing (Oranje): Gaat branden als het systeem een storing heeft (zie Hoofdstuk 3).
INLEIDING
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 7
Bedieningstoetsen
Nr. Indicatie Functie
7
VOLGENDE:
Om binnen een menu een stap verder te gaan.
8
TERUG:
Om binnen een menu een stap terug te gaan.
9
OK:
Statusberichten één voor één bekijken en het selecteren van een weergave
optie.
Inschakeltoetsen
Nr. Indicatie Functie
12
WEG:
Inschakelen als niemand thuis is
10
THUIS:
Inschakelen als er mensen nog thuis zijn.
14
DIRECT:
Annuleren van een inloopvertraging bij inschakelen (WEG of THUIS)
11
UITSCHAKELEN / UIT: Het systeem uitschakelen en alarmen stoppen
16
PARTITIE: Partitie selectie
Overige toetsen
Nr. Indicatie Functie
13
Deurbel AAN/UIT
15
Het logboek bekijken
17
Nood (2 sec. ingedrukt houden)
18
Brand (2 sec. ingedrukt houden)
19
+
Druk gelijktijdig op beide knoppen voor Paniek alarm
20
PGM bediening
21
PGM uitgang UIT
22
PGM uitgang AAN
23
Volume harder *
24
Volume zachter *
25
Bericht opnemen *
26
Bericht afspelen *
27
Speaker aan/uitzetten * / **
* Niet beschikbaar voor alle PowerMaster-30 versies.
** De Speaker Aan/Uit werkt alleen indien de “Spraak optie” is ingeschakeld (Spraak optie instellen –
Hoofdstuk 6, sectie C.14).
INLEIDING
8 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
Interne alarm sirene
Het PowerMaster system heeft een ingebouwde sirene. Bij een alarm kan het geluid indringers afschrikken en
bewoners alarmeren.
Alarmtype Grafische weergave van het signaal Verbale beschrijving van het signaal
Inbraak/24 uur/
Paniek
––––––––––––––––––––––––––––––– Continu AAN
Brand – – – – – – – – – – – – ................. AAN- AAN- AAN- pauze- AAN- AAN- AAN-
pauze...
Test* –– (externe en interne sirenes) 2 seconden AAN (eenmaal)
*
Niet bij alle modellen
Hoorbare indicaties
U hoort tijdens het gebruik van deze alarmcentrale de volgende geluiden:
Geluid Definitie
Er klinkt een enkele piep als een toets wordt ingedrukt
Twee piepen geeft het automatisch terugkeren naar de gewone operationele modus aan (door
timeout).
Drie piepen geven een storing aan
Vrolijke melodie (- - - –––), geeft de succesvolle voltooiing van een handeling aan.
Treurige melodie (–––––), geeft een verkeerde stap of weigering aan
Overige hoorbare indicaties
Het systeem reageert met gesproken berichten op de commando’s en vertelt u welke volgende actie van u
verwacht wordt. De gesproken teksten geven ook de alarmen en storingen aan en vertellen u waar de melding
vandaan komt.
LCD Display
Het display is een enkele regel LCD van 16 tekens inclusief backlight, die gebruikt wordt voor het tonen van de
systeemstatus en events, de tijd en de datum, programmeer instructies en een event logboek (GEHEugen) met
de datum en tijd van elk event. De normale display wisselt af met de tijd en de systeem status, bijvoorbeeld:
GEREED UU:MM
(afwisselend)
GEREED GEHE
Screensaver Mode
Om veiligheidsredenen wordt soms vereist dat de status indicatie (LCD en LED display) voor een mogelijke
indringer niet zichtbaar is. Als de Screensaver optie door de monteur is ingeschakeld, dan zal op het display nadat
30 seconden geen toets is ingedrukt de tekst “PowerMaster-10 / Powermaster-30” te zien zijn en de LEDs zullen
geen status aangeven. Het drukken op een willekeurige toets toont weer de normale status. Het drukken op de
Brand of Nood toetsen initieert ook het Brand of Noodalarm.
Indien door de monteur voor extra beveiliging geconfigureerd, zal het systeem u ook vragen de gebruikscode in
te toetsen, voordat de normale display getoond wordt.
Alleen van toepassing op de PowerMaster-30 met spraak optie
INLEIDING
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 9
Proximity Tags
De PowerMaster-10 / Powermaster-30 centrale is ook beschikbaar in een model met geïntegreerde proximity
lezer. De centraal reageert ook op geldige proximity tags. Met een proximity tag kunt u verschillende functies
uitvoeren, zoals in-/uitschakelen, logboek bekijken, enz., zonder dat daar een code voor ingevoerd hoeft te
worden. U presenteert gewoon uw tag als er om een code gevraagd wordt.
Indien het systeem is uitgeschakeld en u presenteert een geldige proximity tag, dan verschijnt het bericht “<OK
VOOR TOTAAL” in het display. Drukt u nu op de toets, dan schakelt het systeem direct in, als u niets
doet schakelt het systeem automatisch na drie seconden in (het bericht “Verlaat het pand” verschijnt). Door
nogmaals de proximity tag te presenteren, schakelt u het systeem uit.
In plaats van op de toets te drukken, kunt u ook één of tweemaal op de toets drukken
(eenmaal voor “<OK VOOR DEEL>”, tweemaal voor “<OK VOOR UIT>”, gevolgd door de toets, om
THUIS in te schakelen of UIT te schakelen.
Gebruikers en codes
Als Hoofdgebruiker (Gebruiker nr. 1) heeft u een 4-cijferige beveiligingscode nodig voor het bedienen van het
systeem (code 0000 is niet toegestaan). U kunt ook 7 andere personen toestemming geven het systeem te
gebruiken door hen een eigen beveiligingscode te geven (zie Hoofdstuk 6, C.4 ).
Beveiligingscodes worden voornamelijk gebruikt om het systeem in en uit te schakelen of om informatie te
verkrijgen welke alleen aan geautoriseerde gebruikers voorbehouden is (zie Hoofdstuk 6, C.4 ).
Hiernaast kunt u 8 multifunctionele draadloze keyfobs verkrijgen, waardoor u en andere gebruikers het systeem
ook buiten het terrein eenvoudig draadloos kunnen inschakelen, uitschakelen en besturen zonder toegang tot
het paneel zelf (zie Hoofdstuk 2 en 6, C.6 ).
De Dwang code maakt het u mogelijk het systeem uit te schakelen met een speciale code, die een alarm naar
de Meldkamer stuurt (zie Hoofdstuk 2).
HET POWERMASTER SYSTEEM BEDIENEN
10 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
2. Het PowerMaster systeem bedienen
Voor meer informatie over de in dit hoofdstuk gebruikte termen, zie Bijlage BIJLAGE B. WOORDENLIJST.
Notitie: Met uitzondering van een aantal specifieke PowerMaster-30 functies, zijn de knoppen in deze
Gebruikershandleiding de knoppen van de PowerMaster-10. Indien u een PowerMaster-30 systeem gebruikt,
dan kunt u dezelfde knoppen aanhouden.
Eenvoudig in- en uitschakelen
Volg het onderstaand procedure voor het eenvoudig in en uitschakelen van het alarmsysteem.
Partitie selecteren
Een bepaalde partitie in- of uitschakelen wordt gedaan met een geautoriseerde gebruikerscode of proximity tag.
Het is niet mogelijk om de INSTALLATIE MODE te openen als een of meerdere secties in de DEEL (THUIS) of
TOTAAL (WEG) stand zijn ingeschakeld.
Het selecteren van een partitie met een gebruikerscode of proximity tag gaat als volgt:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
KIES PARTITIE
Voer partitie in # (1 - 3) PARTITIE 1
Notitie: De “treurige melodie” klinkt als een partitie wordt geselecteerd waar geen componenten aan
toegewezen zijn.
Gereedmaken voor inschakeling
Controleer dat GEREED wordt getoond voordat u gaat inschakelen.
GEREED UU:MM
Dit betekent dat alle zones in rust zijn en u kunt het systeem inschakelen.
Als tenminste één zone open (verstoord) is, zal het display tonen:
ZONE OPEN UU:MM
Dit betekent dat het systeem niet gereed is om te worden ingeschakeld totdat alle zones in rust zijn (gesloten).
Voor het bekijken van de open zones klik op . De details en de locatie van de eerste open zone (gewoonlijk
een open deur of raam sensor) wordt getoond.
Voor het herstellen van de open zone moet de sensor worden gevonden en deze gesloten worden (sluit de deur of
het raam) – zie hieronder “Apparaat vinden”. Elke klik op de knop toont de volgende open zone of storing
indicatie.
Let op: Voor het verlaten hiervan en terug te gaan naar de “GEREED” display, klik op .
Apparaat vinden: Het PowerMaster systeem bezit een krachtig hulpprogramma dat u helpt bij het identificeren
van apparaten die open zijn of problemen opleveren en geeft ze weer op het LCD display. Het werkt als volgt:
Als het LCD display een open of verstoord apparaat aangeeft, gaat de LED op het betreffende apparaat knipperen
om aan te geven ”Ik ben het. De "ik ben het" indicatie verschijnt binnen maximaal 16 seconden op het apparaat
en duurt zolang het LCD display het apparaat laat zien.
Aanbevolen wordt om de open zone(s) te herstellen, zodat het systeem gereed is voor de status “gereed voor
inschakeling”. Als dit niet lukt, raadpleegt u uw monteur.
Alleen van toepassing op de PowerMaster-30
HET POWERMASTER SYSTEEM BEDIENEN
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 11
BELANGRIJK! Alle hieronder beschreven procedures voor inschakelen zijn gebaseerd op de veronderstelling
dat Snel inschakelen door de monteur is geactiveerd. Als Snel inschakelen is uitgeschakeld, vraagt de
PowerMaster-10 / PowerMaster-30 om de gebruikerscode in te toetsen voordat het alarm wordt geactiveerd:
CODE _ _ _ _
Inschakeling ‘WEG’
Als het systeem GEREED is en Snel inschakelen is toegestaan, ga dan als volgt verder:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
INSCHAKELING
VERLAAT HET PAND
Verlaat het pand (Uitloopvertraging)
INGESCHAKELD
INSCHAKELING indicator blijft knipperen in de ingeschakelde status.
Inschakeling ‘THUIS’
Als alle omtrekzones GEREED zijn en snelle inschakeling is toegestaan, ga als volgt te werk:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
DEELSCHAKELING
Naar interne zone
gaan (Uitloopvertraging)
THUIS UU:MM
INSCHAKELING indicator knippert tijdens de ingeschakelde status.
Uitschakelen en alarm stoppen
Betreedt het beveiligd gebied via een vertraagde zone. Bij het waarnemen dat u binnenkomt, begint het systeem
de inloopvertraging toon te luiden, waardoor u geattendeerd wordt het systeem uit te schakelen voordat de
inloopvertraging eindigt. Ga voor het uitschakelen van het systeem als volgt te werk:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
TOETS CODE
_ _ _
[Code invoeren] Code
GEREED UU:MM
INSCHAKELING indicator schakelt het knipperen uit in de uitgeschakelde status.
Door het uitschakelen van het systeem stopt ook het sirene alarm, onafhankelijk of het alarm is gestart in de
ingeschakelde of uitgeschakelde staat.
Uitschakelen na een alarm of storing
Na het uitschakelen kunnen verschillende meldingen verschijnen die aangeven dat er problemen zijn met het
systeem (STOR), of dat er een alarm in het GEHEugen is. Er kunnen ook elke minuut storing tonen
gehoord worden. Om de gedetecteerde problemen te zoeken, of welke zone in alarmstatus is, zie Hoofdstuk 5. .
Na het elimineren van de oorzaak van de problemen, zal de STOR display verdwijnen, de STORING indicatie
dooft en de storing tonen zullen stoppen.
HET POWERMASTER SYSTEEM BEDIENEN
12 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
Het bericht "GEHEUGEN" verdwijnt alleen als het systeem weer opnieuw wordt ingeschakeld en uitgeschakeld.
BELANGRIJK! Als u last heeft van de storing tonen, kunt u het systeem uitschakelen (zelfs als het al
uitgeschakeld is). Hierdoor zijn de storing tonen 4 uur stil.
Speciale In- en Uitschakelopties
In aanvulling op de eenvoudige in- en uitschakelopties, biedt het PowerMaster systeem diverse geavanceerde
inschakel en uitschakel opties:
Van THUIS naar WEG schakelen
Schakel het systeem niet uit - maar druk op . Het antwoord zal hetzelfde zijn als bij INSCHAKELING ‘WEG’
hierboven. Verlaat het pand voordat de uitloopvertraging verloopt.
Van WEG naar THUIS schakelen
Schakel het systeem niet uit - maar druk op . Omdat deze handeling het beveiligingsniveau verlaagt,
vraagt de PowerMaster-10/ Powermaster-30 u om uw hoofdgebruikerscode of gebruikerscode in te toetsen,
waaruit blijkt dat u een bevoegde gebruiker bent.
DRUK RESULTAAT DISPLAY
TOETS CODE _ _ _ _
[Code invoeren] Code
DEELSCHAKELING
Naar interne zone gaan (Uitloopvertraging)
THUIS UU:MM
INSCHAKELING indicator knippert tijdens de ingeschakelde status.
‘Direct’ WEG of THUIS inschakelen
Het indrukken van de knop gedurende de uitloopvertraging schakelt het systeem in de “Direct” mode in,
dat wil zeggen het direct stoppen van de uitloop en inloopvertraging. Daarom zal een waarneming in elke zone
een onmiddellijk alarm veroorzaken.
Als u DIRECT TOTAAL (WEG) wilt inschakelen vervolgt u als volgt:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
TOETS CODE _ _ _ _
Code
INSCHAKELING
DIRECT AAN
(afwisselend)
VERLAAT HET PAND
Verlaat het pand (Uitloopvertraging)
INGESCHAKELD
INSCHAKELING indicator brandt in de ingeschakelde status.
HET POWERMASTER SYSTEEM BEDIENEN
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 13
Geforceerd WEG of THUIS inschakelen
Met geforceerd inschakelen kunt u het systeem inschakelen, zelfs als er een of meer zones open (verstoord)
zijn en het bericht NIET GEREED wordt getoond.
Automatisch geforceerd inschakelen werk alleen als deze optie door de beveiligingsmonteur bij het
programmeren van uw systeem deze optie mogelijk heb gemaakt. Alle verstoorde zones worden automatisch
overbrugd – zij zijn niet ingeschakeld. Het beschermde pand heeft dus geen maximale bescherming.
Let op: Wanneer het systeem geforceerd wordt ingeschakeld, “protesteertde zoemer met een doorlopende toon
tijdens de uitloopvertraging tot de laatste 10 seconden van de vertraging. U kunt dit signaal stoppen door weer op de
inschakelknop te drukken.
Als geforceerd inschakelen mogelijk is en u wilt het systeem inschakelen als de NIET GEREED boodschap
wordt getoond, ga dan als volgt te werk:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
CODE _ _ _ _
[Code invoeren] Code
INSCHAKELING
VERLAAT HET PAND
(om de zoemer te
dempen)
Verlaat het pand
(Uitloopvertraging)
INGESCHAKELD
INSCHAKELING indicator brandt in de ingeschakelde status.
Let op: Geforceerd inschakelen compromitteert de beveiliging!
Geforceerd inschakelen “THUIS” wordt op eenzelfde manier uitgevoerd:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
CODE _ _ _ _
[Code invoeren] Code
DEELSCHAKELING
VERLAAT HET PAND
(om de zoemer te
dempen)
Ga naar interne zone
(Uitloopvertraging)
THUIS UU:MM
INSCHAKELING indicator knippert in de ingeschakelde status.
Inschakelen in de Kindzender mode
Deze modus, door de monteur mogelijk gemaakt, is vooral handig voor werkende ouders die er zeker van willen
zijn dat hun kinderen thuis gekomen zijn en het systeem hebben uitgeschakeld. Een speciaal “Kindzender”
bericht wordt verzonden als het systeem door een “kindzender gebruiker” wordt uitgeschakeld.
Kindzender gebruikers zijn de houders van gebruikerscodes 5 tot 8 (PowerMaster-10) / gebruikerscodes 23-32
(Powermaster-30), of gebruikers van Keyfobzenders 5 tot 8 (PowerMaster-10) / Keyfobzender 23-32
(Powermaster-30). De kindzender melding wordt gezien als een waarschuwing en niet als een alarm en wordt
dus verstuurd naar de privé nummers die door de gebruiker zijn geprogrammeerd en zijn bedoeld als
waarschuwing berichten.
HET POWERMASTER SYSTEEM BEDIENEN
14 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
Inschakelen in de kindzender modus is alleen mogelijk als TOTAAL (WEG) is ingeschakeld. Voor inschakelen in
de Kindzender-modus, doe het volgende:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
INSCHAKELING
INSCHAK + KNDZDR
(Binnen 2 seconden) (afwisselend)
VERLAAT HET PAND
Verlaat het pand (Uitloopvertraging)
INGESCHAKELD
Let op: de Kindzender functie moet door uw monteur zijn geactiveerd.
INSCHAKELING indicator brandt in de ingeschakelde status.
Uitschakelen onder dwang
Als u het systeem onder dwang moet uitschakelen voert u de dwangcode (standaard: 2580) in, of een andere
code die door de monteur is ingesteld. Het systeem wordt gewoon uitgeschakeld, maar er wordt wel een stil
alarm naar de Meldkamer gestuurd.
Keyfob zenders gebruiken
Door het gebruik van draagbare keyfobs (KF-234 PG2) kunt u het systeem ook buiten het terrein in en
uitschakelen, een “paniek alarm” activeren en het zelfs als afstandsbediening gebruiken. Zie figuur 2.
De KF-234 PG2 opdrachten worden gewaarborgd en versleuteld met een AES 128 hoog beveiligde
versleutelingstandaard, waardoor het kwaadaardig onderscheppen van codes vrijwel onmogelijk is.
In en uitschakelen met Keyfobs.
Voor het in of uitschakelen van het systeem, druk op de betreffende toets (zie figuur 2). De keyfob bevestigd de
handeling met een knipperend rode LED en een buzzer toon en verstuurt een verzoek naar het paneel.
TOTAAL (WEG)
INSCHAKELEN
DEEL (THUIS)
INSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
AUX
Figuur 2. KF-234 PG2 Keyfob zender
Als de bewerking met succes is voltooid, gaat de groene LED even branden en wordt een “vrolijke melodie”
gehoord. Als de operatie niet voltooid kan worden omdat bijvoorbeeld het systeem “niet gereed” is, brandt de
rode LED en luidt de “treurige melodie”.
Inschakelen in Kindzender modus (*):
Door tweemaal binnen 2 seconden op WEG te drukken wordt de centrale in de Kindzender mode ingeschakeld,
indien door de monteur mogelijk gemaakt.
De AUX toets gebruiken ():
De AUX toets ( )op de KF-234 PG2 keyfob kan door de monteur zodanig worden geprogrammeerd dat deze
een van de onderstaande opties biedt.
HET POWERMASTER SYSTEEM BEDIENEN
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 15
A. Het systeem in de DIRECT modus inschakelen(*): Dit is de standaard optie. Door onmiddellijk na het
inschakelen, tijdens de uitloopvertraging op de AUX () knop te drukken wordt het systeem in de “direct”
modus ingeschakeld. Dit betekent het annuleren van de inloopvertraging, waardoor een direct alarm wordt
veroorzaakt bij het binnentreden van het beveiligde gebied via een willekeurige zone. Om valse alarmen te
voorkomen moet u, en andere keyfob bezitters, het systeem uitschakelen voor het binnentreden van een
beveiligde gebied door op de UITSCHAKELEN ( ) knop van uw keyfob te drukken.
B. Niet gebruikt: De AUX toets wordt niet gebruikt.
C. Stop tonen: Het drukken op de
AUX
() knop zorgt ervoor dat de centrale en alle overige componenten
(keyfobs, sirenes, bedieningspaneelen, enz.) stoppen met piepen (bijv. tijdens de in- of uitloopvertraging).
D. Uitloopvertraging overslaan: Het drukken op de AUX () knop tijdens de uitloopvertraging, stopt
onmiddellijk de tonen van de uitloopvertraging.
E. De bediening van een hek of een ander elektrisch apparaat:
Het drukken op de AUX () knop opent/sluit een elektrisch bediende poort of bedient een uitgekozen
elektrisch apparaat via de PGM uitvoer van het systeem.
(*)Voor meer informatie – zie Bijlage B.
Alarmen activeren
Hieronder zijn diverse methoden die gebruikt kunnen worden voor het activeren van alarm.
Paniek alarm met keyfobs activeren
Met de KF-234 PG2 kunt u een PANIEK alarm activeren door gelijktijdig 2 seconden lang te drukken op
TOTAAL (WEG) en DEEL (THUIS) .
Lage batterij Indicatie
Als de batterij bijna leeg is, geeft de keyfob LED dit aan door geel licht te knipperen aan het eind van de keyfob
activering. Het stuurt ook een "batterij laag” signaal naar het paneel, waar het als een storing bericht op de LCD
display wordt aangegeven (zie Hoofdstuk 5. ). Als "batterij laag" zich voordoet moet de batterij binnen 2-3 weken
worden vervangen, anders functioneert uw keyfob niet meer
Bevestiging “batterij laag” conditie
Sommige regelingen en organisaties vereisen van de gebruiker een bevestiging als de keyfob het bericht
“batterij laag” verstuurt. De bevestiging procedure is beschreven in Hoofdstuk 6.
Paniek alarm activeren
U kunt handmatig een paniekalarm in de uitgeschakelde en de ingeschakelde status genereren. De volgorde is
als volgt:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
PANIEKALARM
gelijktijdig
GEREED UU:MM
Druk op om het alarm te stoppen en voer een geldige gebruikerscode in.
HET POWERMASTER SYSTEEM BEDIENEN
16 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
Brandalarm activeren
(Deze functie is buiten werking gesteld in de ACPO versie).
U kunt als volgt ingeschakelde en uitgeschakelde status een brandalarm activeren:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
BRAND ALARM
2 seconden lang
Als, of zodra het systeem
uitgeschakeld is:
GEREED UU:MM
(afwisselend)
GEREED GEHE
Druk op om het alarm te stoppen en voer een geldige gebruikerscode in.
Noodalarm activeren
U kunt als volgt handmatig een stil noodalarm in de ingeschakelde en uitgeschakelde status activeren:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
NOODOPROEP
2 seconden lang
Als, of zodra het systeem
uitgeschakeld is state:
GEREED UU:MM
(afwisselend)
GEREED GEHE
De tijd dat de sirene luidt wordt door de monteur overeenkomstig lokale regelgeving geconfigureerd.
Continu AAN als door een inbraakzone of een 24-uur zone wordt veroorzaakt of als een gebruiker een
“paniekalarm” genereert.
Als het alarm door een brand zone wordt veroorzaakt (er wordt rook waargenomen) AAN - AAN - AAN - pauze
- AAN - AAN - AAN - pauze - ........ enz.
Als niemand aanwezig is om het alarm uit te schakelen, zal de sirene gedurende een door de monteur
vastgestelde tijd luiden - daarna stoppen. Indien ingeschakeld zal het flitslicht zal blijven flitsen totdat het
systeem is uitgeschakeld of totdat de sirene stopt, in overeenstemming met de configuratie door de monteur.
Deurbel AAN/UIT
U kunt de deurbelzones inschakelen / uitschakelen (zie Bijlage B) door afwisselend op de toets te
drukken, zoals hieronder weergegeven:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
DEURBEL AAN
DEURBEL UIT
GEREED UU:MM
DEURBEL indicator lichten branden continu als “deurbel aan” is geselecteerd.
HET POWERMASTER SYSTEEM BEDIENEN
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 17
Toon volume aanpassen
U kunt het volume van de tonen aanpassen met behulp van de toetsen en op het
bedieningspaneel.
Hieronder ziet u de opties welke in het display komen te staan zodra u met de <1> toets het volume harder zet
(ervan uitgaande dat het volume op minimaal stond).
DRUK RESULTAAT DISPLAY
VOLUME+
VOLUME+
VOLUME+
(max)
VOLUME+
Hieronder ziet u de opties welke in het display komen te staan zodra u met de <4> toets het volume zachter zet
(ervan uitgaande dat het volume op maximaal stond.
DRUK RESULTAAT DISPLAY
(max)
VOLUME–
VOLUME–
VOLUME–
VOLUME–
SPRAAK EN AUDIO
18 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
3. Spraak en Audio
Spraak en audio toetsen
De audio en spraak-gerelateerde functies van het systeem worden bediend met de toetsen hieronder getoond.
Indien de partitie functie is geactiveerd:
De spraak en audio functies van de centrale zijn alleen van toepassing op de partitie(s) waarin de centrale
hangt. Een handeling of actie op de centrale van een andere partitie wordt wel op het display getoond, de LED
zal ook branden en de actie zal ook het logboek geschreven worden, maar zal niet over de luidspreker gehoord
worden.
Toets Functie
Zet het volume van de gesproken berichten harder
Zet het volume van de gesproken berichten zachter
Zet de luidspreker Aan/Uit
Neemt een boodschap voor de overige gebruikers op (alleen PowerMaster-30)
Speelt een opgenomen boodschap af (alleen PowerMaster-30)
Zet de deurbel functie van de deurbelzones Aan/Uit
Spraak volume aanpassen
In onderstaande tabel wordt getoond hoe het volume van de gesproken berichten (alleen PowerMaster-30)
harder gezet wordt door op de <1> toets te drukken. (Ervan uitgaand dat het volume in eerste instantie op
minimaal stond).
Druk RESULTAAT DISPLAY
VOLUME+
VOLUME+
VOLUME+
(max)
VOLUME+
In onderstaande tabel wordt getoond hoe het volume van de gesproken berichten (alleen PowerMaster-30)
zachter gezet wordt door op de <4> toets te drukken. (Ervan uitgaand dat het volume in eerste instantie op
maximaal stond).
Druk RESULTAAT DISPLAY
(max)
VOLUME–
VOLUME–
VOLUME–
VOLUME–
Alleen van toepassing op de PowerMaster-30 met spraak optie
SPRAAK EN AUDIO
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 19
Spraak AAN/UIT
U kunt de gesproken berichten (alleen PowerMaster-30) met de <7> toets Aan of Uit zetten:
Druk RESULTAAT DISPLAY
SPRAAK AAN
SPRAAK UIT
GEREED UU:MM
Notitie: De spraak optie blijft Uit staan, totdat u de optie weer aan zet.
Berichten optie
De berichten optie stelt u in staat teksten op te nemen (alleen PowerMaster-30) voor andere gebruikers van het
systeem. Ga hiervoor voor het systeem staan, druk op de <2> toets en houdt deze ingedrukt. Wanneer NU
SPREKEN in het display verschijnt, neem dan uw bericht op. De vijf zwarte blokjes verdwijnen één voor één en
geven de resterende opnametijd aan.
ACTIE RESULTAAT DISPLAY
(constant)
BERICHT OPNAME
Praat
SPREEK NU
Praat
SPREEK NU
Praat
SPREEK NU
Praat
SPREEK NU
Praat
SPREEK NU
Stop met praten
OPNAME BEEINDIGT
Zodra het laatste vakje is verdwenen, verschijnt er OPNAME BEEINDIGT in het display.
Zodra u de <2> toets loslaat, keert het display terug naar de normale modus, en geeft het daarbij aan dat er een
bericht beschikbaar is:
GEREED UU:MM
(afwisselend)
GEREED BERICHT
Om uw eigen bericht terug te luisteren zonder het te wissen, speel het dan binnen een minuut na de opname af.
(zie volgende alinea). Wacht u langer dan wordt het bericht na afspelen gewist.
Bericht afspelen
Om een opgenomen bericht af te spelen:
Druk op en luister het opgenomen bericht af. In het display verschijnt BELUISTEREN. Wanneer er meer
dan een minuut tussen opnemen en afspelen zat, zal de BERICHT melding na het afspelen verdwijnen.
ELEKTRISCHE APPARATEN BEDIENEN
20 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
4. Elektrische apparaten bedienen
Bedieningsopties
Het PowerMaster systeem biedt de mogelijkheid om via een programmeerbare PGM uitgang een elektrisch
apparaat handmatig of automatisch te bedienen. Denk hierbij aan verlichting, airconditioning, rolluiken, enz.
De gebruiker bepaalt de AAN en UIT tijden via de Schakelklok optie (zie hoofdstuk 6 - C.13 ). De installateur
heeft bepaald welke sensoren worden gebruikt om het elektrische apparaat aan te sturen. U bepaalt echter
zelf of en hoe het apparaat reageert:
Toets Functie
Handmatig aanzetten van het apparaat aangesloten op de PGM uitgang.
Handmatig uitzetten van het apparaat aangesloten op de PGM uitgang.
De automatische activering selecteren:
Met
sensor: het apparaat wordt geactiveerd door de geprogrammeerde sensoren.
Met Timer: het apparaat wordt door een schakelklok geactiveerd.
Beide: Het apparaat wordt geactiveerd door zowel een sensors als door een timer.
Voorbeelden van automatische bediening:
Timer bediening: Zelfs als u niet aanwezig bent wordt een airconditioning automatisch aan/uit gezet.
Sensor bediening: Zodra een omtrek zone wordt geactiveerd, wordt een lamp automatisch aangezet.
Notitie: Het automatisch aan- en uitzetten van het elektrische apparaat is ook afhankelijk van de instellingen in
het Tijdschema menu. (zie Hoofdstuk 6 - C.13 ).
Automatische activering selecteren
U kunt twee van de vier opties selecteren:
Met timer AAN
Met timer UIT
Met sensor AAN
Met sensor UIT
De huidige optie wordt gemarkeerd door een donker vakje ( ) aan de rechterzijde van het display. Druk op de
toets om de overige optie te bekijken.
De niet gebruikte optie is te herkennen aan het missen van het donkere vakje. Druk op de toets als de
gewenste optie in het display staat. De vrolijke melodie klinkt en het donkere vakje verschijnt om aan te geven
dat de nieuwe keuze is opgeslagen.
Druk RESULTAAT DISPLAY
MET TIMER AAN
(Als dit de huidige optie is)
Niet tevreden –
druk
MET TIMER UIT
Tevreden –
druk
MET TIMER UIT
MET TIMER UIT
MET SENSOR AAN
(Als dit de huidige optie is)
ELEKTRISCHE APPARATEN BEDIENEN
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 21
Niet tevreden –
Druk
MET SENSOR UIT
Tevreden -
MET SENSOR UIT
MET SENSOR UIT
GEREED UU:MM
STORING EN ALARM GEHEUGEN BEKIJKEN
22 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
5. Storing en Alarm geheugen bekijken
Alarm en sabotage geheugen indicatie
De PowerMaster-10 / PowerMaster-30 bewaart in zijn geheugen alle alarm en “sabotage” gebeurtenissen die
tijdens de laatste inschakelperiode zijn voorgevallen.
Let op: Alarm gebeurtenissen worden pas na de “afbreekperiode” onthouden (zie Bijlage B). Dit betekent dat wanneer
u direct uitschakelt – voordat de afbreekperiode is afgelopen – er geen geheugen indicatie wordt weergegeven omdat
de melding niet is doorgemeld.
A. Indicatie van alarm en sabotage conditie
Als het systeem na een alarm event wordt uitgeschakeld, wordt een knipperend GEHeugen bericht als volgt
getoond:
GEREED UU:MM
(afwisselend)
GEREED GEH
B. Alarm- en sabotage-informatie tonen
Druk op de toets op de alarm- en sabotage-informatie te bekijken.
VOORBEELD: Er ontstond een alarm omdat de garage deur zone nr. 12 werd geopend, maar vervolgens
gesloten. Tevens gaf de bewegingsmelder in de slaapkamer zone nr. 7 - een “Sabotage bericht omdat de
behuizing was verwijderd.
DRUK RESULTAAT DISPLAY
POWERMASTER-10
Z12 ALARM
(afwisselend)
Z03 CONTACT
(afwisselend)
GARAGE DEUR
Z07 SABOTAGE-OPEN
(afwisselend)
Z07 BEW. MELDER
(afwisselend)
SLAAPKAMER
GEREED UU:MM
Door weer op de toets te drukken zal het display details van andere gebeurtenissen laten zien in open
sabotage (als die er is) of terugkeren naar de normale status (zie A hierboven).
Als het systeem NIET GEREED is, toont het display eerst de open zones en daarna de alarm geheugen
gebeurtenissen.
Indien u werkt met de PowerMaster-30 centrale, dan zal er "PowerMaster-30" in het display staan.
STORING EN ALARM GEHEUGEN BEKIJKEN
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 23
Geheugen indicatie
wissen
Voor het wissen van de Geheugenindicatie moet u eerst de oorzaak van het alarm, zoals hierboven
beschreven, bekijken. Bij terugkeer naar het ‘Gereed’ scherm, druk dan op Weg en voer, indien
gevraagd, de code in; druk daarna op Uitschakelen , gevolgd door de code. Het geheugenbericht wordt
nu geschoond. Anders worden de geheugen indicatie en inhoud gewist bij de volgende systeeminschakeling.
Storingen
A. Indicatie van Storing conditie
Als het systeem een storing in één van de ingeleerde apparaten waarneemt, gaat de STORING indicator branden,
worden elke minuut 3 piepjes gehoord en wordt een knipperend STORING bericht als volgt getoond.
GEREED UU:MM
(afwisselend)
GEREED STORING
Of als het systeem niet gereed is voor inschakeling -
ZONE OPEN UU:MM
(afwisselend)
ZONE OPEN STOR
B. Storing informatie tonen
Alle storing berichten moeten worden bekeken en gecorrigeerd zoals hieronder beschreven:
VOORBEELD: Het detector in de keuken zone nr. 9 heeft een lage batterijmelding de detector in de
woonkamer– zone nr. 15 was niet actief en een poging om een bericht naar uw telefoon te sturen is mislukt.
Deze storingen weerhouden het systeem er echter niet van om “in te schakelen”.
Voor het één-voor-één bekijken van de bron van de huidige problemen, klik herhaaldelijk op de knop,
zoals hieronder getoond:
DRUK RESULTAAT DISPLAY
POWERMASTER-10
Z09 LAGE BATTERIJ
(afwisselend)
Z09 MAGNEETCONT.
(afwisselend)
KEUKEN
Z15 SUPERVISIE
(afwisselend)
Z15 BEW. MELDER
(
afwisselend
)
WOONKAMER
COMM.
MISLUKT
GEREED
UU:MM
Indien u werkt met de PowerMaster-30 centrale, dan zal er "PowerMaster-30" in het display staan.
STORING EN ALARM GEHEUGEN BEKIJKEN
24 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
BELANGRIJK! Als u last heeft van de storing tonen, kunt u het systeem uitschakelen (zelfs als het al
uitgeschakeld is). Hierdoor zijn de storing tonen 4 uur stil.
C. Geheugen en storing informatie tegelijkertijd bekijken
Als alarm / sabotage events in het alarm geheugen worden vastgehouden en er tegelijk een storing bestaat,
zal het display eerst het alarmgeheugen tonen, gevolgd door storing events, zoals beschreven in de
bovenstaande secties A en B.
Algemene indicaties
Nadat alle storing berichten zijn getoond, en indien de centrale is voorzien van een GSM module en een SIM
kaart, zal de Powermaster-10 / Powermaster-30 de GSM signaalsterkte tonen, met drie opties: “GSM STERK” /
“GSM GOED” / “GSM ZWAK”.
Indien er ook een PIR Camera is ingeleerd, zal de melding “GPRS init.” op het display komen te staan, om aan
te geven dat deze verbinding opgebouwd wordt. Dit bericht verschijnt na alle storing berichten en direct na de
GSM signaalsterkte indicatie (indien er een SIM kaart geplaatst is).
Storingen verhelpen
De storing indicaties (verlichte STORING indicator en knipperend STOR. bericht) verdwijnen zodra de storing is
opgelost. De onderstaande tabel beschrijft de systeemstoringen en de bijbehorende correctieve acties. Als het
u niet lukt om de storing te verhelpen, neemt u dan contact op met uw monteur.
Storing Betekenis
1-W COMMUN. Het apparaat functioneert, maar kan het paneel niet “horen”. Het systeem kan het
apparaat niet configureren of beheersen. Batterijspanning consumptie neemt toe.
230VAC UITVAL De netspanning naar de centrale is weggevallen.
REINIGEN De brandmelder moet worden schoongemaakt
COMM. MISLUKT Er kon geen bericht naar de Meldkamer of naar een privé nummer verstuurd worden
(of het bericht was verstuurd maar niet bevestigd).
CPU BAT. LAAG De batterijspanning van de centrale is laag en moet vervangen worden (zie
Hoofdstuk 10. , "Batterij vervangen").
SYSTEEM SAB. Het systeem is fysiek gesaboteerd, of de afdekking is geopend of het is van de muur
gehaald.
ZEKERING FOUT De PGM zekering is doorgebrand of overbelast.
GAS STORING Gas detector storing
GSM NET FOUT De GSM communicator kan geen contact krijgen met het mobiele netwerk.
RF JAMMING Een radiofrequentie die de communicatie frequentie kanalen van de sensors en het
systeem blokkeert is ontdekt.
LAGE BATTERIJ De batterij van het aangegeven apparaat is bijna aan het einde van zijn levensduur.
SUPERVISIE Een apparaat of detector heeft zich al een tijd niet gemeld bij het systeem.
NIET VERBOND. Een apparaat is niet (juist) geïnstalleerd, of het kan na installatie geen verbinding
maken met het systeem.
GSM ZWAK De GSM module heeft geconstateerd dat het GSM netwerk signaal zwak is
SIRENE 230V FOUT De netspanning naar de sirene is weggevallen.
TEL.LIJN FOUT Er is een storing met de telefoonlijn
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 25
6. Menu’s en functies
Dit hoofdstuk verklaart de gebruiker programmeer eigenschappen van uw PowerMaster-10 / PowerMaster-30
systeem en geeft u de mogelijkheid om het PowerMaster-10 / PowerMaster-30 systeem aan te passen aan uw
behoeften. Het hoofdstuk is als volgt onderverdeeld in drie secties:
Deel A Biedt u een algemene beschrijving van de beschikbare Gebruikersopties opties.
Deel B Geeft u aan hoe het Gebruikersopties menu te openen/te verlaten en hoe de gewenste instelling
opties geselecteerd worden.
Deel C – Begeleidt u voor het uitvoeren van de geselecteerde instellingen.
A Instellingen
De monteur installeert een direct te gebruiken alarmsysteem, maar er kunnen nog wel een paar instellingen en
aanpassingen nodig zijn. Het Gebruikersopties menu bidet u essentiële opties die u in staat stellen het systeem
aan uw specifieke behoefte aan te passen.
Onderstaand volgt een lijst van de Gebruikersinstelling menu opties: Een meer gedetailleerde lijst wordt in
sectie B.1 gegeven. Gedetailleerde instelling instructies voor opties 1 tot 14 worden in secties C.1 tot C.14
gegeven.
1. Een zone overbrugging schema instellen(*)
2. Het zone overbrugging schema tonen(*)
3. Het zone overbrugging schema opnieuw activeren(*)
4. Gebruikerscodes programmeren(**)
5. Proximity tags toevoegen/verwijderen (**)
6. Keyfob zenders toevoegen/verwijderen (**)
7. De tijd en het tijdformaat instellen(**)
8. De datum en het datumformaat instellen(**)
9. Automatisch inschakelen mogelijk/onmogelijk maken(**)
10. Automatische inschakeltijd instellen(**)
11. Programmeren privé telefoonnummers(**)
12. Pieptoon optie mogelijk/onmogelijk maken(**)
13. Een schakelklok programmeren(**)
14. Spraak optie Aan/Uit zetten (**)
* Deze menuopties zijn alleen beschikbaar als de overbrugging optie door de monteur is mogelijk gemaakt.
** Deze opties is alleen voor de Hoofdgebruiker met de hoofdgebruikerscode toegankelijk.
Let op 1: Hoewel de Gebruikersopties onder uw verantwoording vallen, kunt u aan uw monteur vragen of hij dat
voor u wilt doen (behalve de gebruikerscodes, die u geheim wilt houden).
Let op 2: Sommige opties kunnen voor uw PowerMaster-10 / Powermaster-30 systeem niet beschikbaar zijn.
MENU’S EN FUNCTIES
26 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
B.1 Het Gebruikersopties menu openen en Instellingen selecteren
De onderstaande procedure beschrijft het openen en gebruiken van het Gebruikersopties menu.
Gedetailleerde beschrijvingen van de Gebruikersopties worden aan het eind van de procedure gegeven.
Voor het verlaten van het Gebruikersopties menu – zie sectie B.2.
1. U kunt het “Gebruikersopties” menu alleen openen als het systeem is uitgeschakeld.
2. Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie” volgens de aangegeven referenties
1
enz. – zie de
tabel aan het eind van deze sectie.
Notitie: Met uitzondering van enkele specifieke PowerMaster-30 functies, worden bij onderstaande functies de
toetsen van de PowerMaster-10 centrale getoond. Indien u gebruik maakt van de PowerMaster-30 centrale, dan
kunt u de gelijke toetsen gebruiken.
A. Voor het openen van het
Gebruikersopties menu
1.
Controleer dat het system is uitgeschakeld en druk dan herhaaldelijk op de
knop totdat het display toont "GEBRUIKERSOPTIES ".
1
2. Druk ter bevestiging op .
Het scherm vraagt u nu de gebruikerscode in te voeren.
3. CODE
Voer uw Gebruikerscode in.
2
Het display toont de eerste Instelling optie van het Gebruikersopties menu
[GEBRUIKERCODES].
3
B. Een Instelling selecteren
4.
of
Druk op de of knop totdat het display de gewenste
installatie optie toont, bijvoorbeeld
"
TIJD INSTELLEN
"
.
5.
Als de gewenste optie op het display verschijnt, druk dan op de
knop voor het openen van de mogelijke opties.
Ga verder naar de
geselecteerde optie,
beschreven in C.1 - C.14
De overige procedures voor de geselecteerde instelling opties worden in
secties C.1 tot C.14 besproken.
Aanvullende informatie (sectie B.1)
1
Display wordt getoond in uitgeschakelde staat en alle zones zijn beveiligd (00:00 of andere cijfers tonen
huidige tijd).
2
a. Indien u nog niet uw persoonlijke code hebt gewijzigd, gebruik de standaard instelling – 1111.
b. De Hoofdgebruiker heft toegang tot alle Gebruikersopties opties. Alle andere gebruikers hebben
slechts toegang tot de Overbrugging opties.
c. De Gebruikerscode mag niet gelijk zijn aan een monteur code.
3
De overbrugging opties worden alleen in het Gebruikersopties menu getoond als dit door de monteur
mogelijk is gemaakt. Anders zal de eerste getoonde Gebruikersopties optie zijn: [
GEBRUIKERCODES
].
KEYFOBS
KEYFOBSKEYFOBS
KEYFOBS
TI
TITI
TI
JD
JDJD
JD
INSTELLEN
INSTELLENINSTELLEN
INSTELLEN
GEBRUIKERCODE
GEBRUIKERCODEGEBRUIKERCODE
GEBRUIKERCODES
SS
S
TOETS CODE
TOETS CODETOETS CODE
TOETS CODE
:
::
:
GEBRUIKERSOPTIES
GEBRUIKERSOPTIESGEBRUIKERSOPTIES
GEBRUIKERSOPTIES
GEREED
GEREEDGEREED
GEREED
00:00
00:0000:00
00:00
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 27
C. Gebruikeropties menu
Druk op de knop totdat het scherm de gewenste installatieoptie toont en druk dan op de
knop.
Voor het instellen van het Zone Overbruggingschema, d.w.z. voor het
overbruggen (uitsluiten) gestoorde of niet beveiligde (“verstoorde”) zones of
het wissen van een overbrugde zone (niet overbruggen). Voor meer
bijzonderheden en programmeer procedures, zie sectieC.1.
3
Wordt gebruikt om snel het Overbruggingschema te bekijken, d.w.z. welke
zones zijn overbrugd. Voor meer bijzonderheden en programmeer
procedures, zie sectie C.2.
3
Wordt gebruikt voor het herroepen van het laatst gebruikte
overbruggingschema voor hergebruik in de volgende inschakelperiode. Voor
meer bijzonderheden en herroeping procedures, zie sectie C.3.
3
Wordt gebruikt voor het programmeren van uw geheime Hoofdgebruiker
toegangscode en de codes van de andere gebruikers. Voor meer
bijzonderheden en programmeer procedures, zie sectie C.4.
Wordt gebruikt voor het toevoegen van nieuwe Proximity tags of voor het
verwijderen als zij verloren zijn gegaan. Voor meer bijzonderheden en
programmeer procedures, zie sectie C.5.
Wordt gebruikt voor het toevoegen van nieuwe Keyfob zenders of voor het
verwijderen als zij verloren zijn gegaan. Voor meer bijzonderheden en
programmeer procedures, zie sectie C.6.
Wordt gebruikt voor het instellen van de klok om de juiste tijd en het
tijdformaat te tonen. Voor meer bijzonderheden en programmeer procedures,
zie sectie C.7.
Wordt gebruikt voor het instellen van de klok om de juiste datum en het
datumformaat te tonen. Voor meer bijzonderheden en programmeer
procedures, zie sectie C.8.
Voor het in- of uitschakelen van de Automatische dagelijkse inschakeloptie op
vooraf gedefinieerde tijden (zie Automatisch inschakelen tijdinstelling). Voor
meer bijzonderheden en programmeer procedures, zie sectie C.9.
Wordt gebruikt voor het instellen van de vooraf bepaalde tijd voor de
Automatische dagelijkse inschakeloptie (zie Automatisch inschakelen instelling).
Voor meer bijzonderheden en programmeer procedures, zie sectie C.10.
Wordt gebruikt voor het programmeren van de vier privé telefoonnummers
voor het melden van alarm en andere event berichten naar privé abonnees.
Voor meer bijzonderheden en programmeer procedures, zie sectie C.11.
Wordt gebruikt voor het in en uitschakelen van de pieptoon, d.w.z. in en
uitschakelen feedback indicatie. Voor meer bijzonderheden en programmeer
procedures, zie sectie C.12.
Voor het instellen van het dagelijkse schema voor het starten en stoppen van
het activeren van apparaten, die met de PGM uitvoer verbonden zijn. Voor
meer bijzonderheden en programmeer procedures, zie sectie C.13.
Voor het aan- of uitzetten van de spraakoptie; ofwel de gesproken
hulpteksten. Voor meer bijzonderheden en programmeer procedures, zie
sectie C.14.
Terug naar de
eerste optie
Voor het afsluiten van het GEBRUIKERSOPTIES menu en terug naar het
Hoofdmenu. Voor meer bijzonderheden, zie sectie B.3.
SPRAAK OPTIES
PROX
-
TAGS
<OK> = VERLATEN
SCHAKELKLOK
SQUAWK GELUIDEN
PRIVE MELDEN
AUTOM.INSCH.TYD
AUTOM.INSCHAKEL
DATUM INSTELLEN
TIJD INSTELLEN
KEY
FOBS
GEBRUIKERCODES
HERHAALOVERBRUG
TOON OVERBRUG
OVERBRUGGEN
MENU’S EN FUNCTIES
28 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
B.2 Naar eerdere stap terugkeren of het GEBRUIKERSOPTIES menu afsluiten
Tijdens het installatieproces is het vaak noodzakelijk naar de voorgaande stap of optie terug te gaan (d.w.z.
“een niveau hoger”) of het Gebruikersopties menu te verlaten.
A. Een niveau hoger gaan
Om een niveau hoger te gaan tijdens het installatie proces, klik eenmaal of meerdere malen op de
knop. Elke klik neemt u een niveau hoger of naar de voorgaande stap.
B. Om het GEBRUIKERSOPTIES menu te
verlaten
Voor het verlaten van "GEBRUIKERSOPTIES ", ga naar een hoger niveau
in het menu door herhaaldelijk te drukken op de knop (zie
hierboven) totdat op het display staat [<OK> = VERLATEN] of druk
eenmaal op de knop, die u onmiddellijk naar het afsluitscherm
brengt [<OK> = VERLATEN].
of
Wanneer op het display staat [<OK> = VERLATEN], druk op
Het systeem verlaat het “Gebruikersopties” menu en keert terug naar de
normale uitgeschakelde staat en toont op het display GEREED.
B.3 Knoppen voor navigatie en instellingen
De knoppen van het keypad worden bij het programmeren voor diverse functies gebruikt. De onderstaande
tabel bidet een gedetailleerde beschrijving van de functie of het gebruik van elke knop.
Knop Definitie Navigatie/Instelling functie
VOLGENDE
Wordt gebruikt voor verplaatsen / vooruit bladeren naar de volgende menuopties.
TERUG Wordt gebruikt voor verplaatsen / achteruit bladeren naar de voorgaande
menuopties.
OK Wordt gebruikt voor het selecteren van een menuoptie of voor het bevestigen van
een instelling of actie.
DEEL
(THUIS)
Wordt gebruikt voor het verplaatsen een niveau hoger in het menu of voor het
terugkeren naar de voorgaande instelling stap.
TOTAAL
(WEG) Wordt gebruikt voor het terugspringen naar het [<OK> = VERLATEN] scherm voor het
verlaten van de programmering.
UIT Wordt gebruikt voor het annuleren, verwijderen, wissen of schonen van
instellingen, gegevens, enz.
0 - 9 Numeriek keypad dat gebruikt wordt voor het invoeren van numerieke gegevens.
Willekeurig
GEREED 12:00
<OK> = VERLATEN
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 29
C.1 Het Zone overbruggingschema instellen
Overbrugging maakt het mogelijk dat slechts een deel van het systeem wordt ingeschakeld, waardoor –terwijl
het systeem is ingeschakeld – vrije beweging van mensen mogelijk is in bepaalde zones.
Het wordt ook gebruikt om tijdelijk defecte zones of bepaalde sensors te deactiveren, waardoor reparaties in
een ruimte mogelijk worden.
Hier kunt u het Zone overbruggingschema instellen, d.w.z. door het bladeren door de lijst van in het
PowerMaster-10 / PowerMaster-30 systeem geregistreerde (ingeleerde) sensors en aan te geven welke
defecte of verstoorde sensors (GEREED of NIET GEREED) overbrugd (gedeactiveerd) moeten worden of
welke OVERBRUGDE zones (sensors) HERSTELD (gereactiveerd) moeten worden.
Als u een Overbruggingschema hebt ingesteld, kunt u de onderstaande 3 opties gebruiken:
> Snel bekijken van overbrugde zones – zie sectie C.2.
> Snel wissen van een overbrugde zone, d.w.z. het reactiveren van de overbrugde zone – zie sectie C.2.
> Herhalen (terugroepen) van het laatst gebruikte overbruggingschema – zie sectie C.3.
1.
Zones worden overbrugd gedurende slechts één uitschakelen-inschakelen periode. Het uitschakelen
van het systeem na inschakeling zal het gehele overbruggingschema opschorten, maar u kunt het
terugroepen en opnieuw gebruiken, zoals beschreven in sectie C.3.
2. Brandzones kunnen niet overbrugd worden.
3. Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie” volgens de aangegeven referenties
1
enz. – zie de
tabel aan het eind van sectie C.3.
VERGEET NIET – OVERBRUGGEN VAN EEN ZONE VERMINDERD
DE BEVEILIGING!
A. Om een zone te overbruggen
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [
OVERBRUGGEN
]
optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
De eerste zone, Z01, wordt getoond.
2
2. or
Klik op de of knop totdat het display de zone die u wilt
overbruggen (of die u wilt wissen) toont, bijvoorbeeld "Z04" voor Zone 04. Na
enkele seconden begint de LED op het apparaat te knipperen, wat aangeeft “ik
ben het”.
3.
Wanneer het display de zone toont die u wilt overbruggen, druk ter
bevestiging op .
4.
Het display toont [<OK> = OVERBRUGGEN].
3
Voor het overbruggen van de geselecteerde zone, druk op
5. Een "Vrolijke melodie”
wordt gehoord en de bijgewerkte zonestatus
wordt nu getoond, d.w.z. [Z04: OVERBRUGD].
5
Keuken
Z04
: NIET GEREED
Z04: OVERBRUGD
<OK>=OVERBRUGGEN
Woonkamer
Z01: GEREED
OVERBRUGGEN
MENU’S EN FUNCTIES
30 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
B. Om een overbrugde zone te wissen
6.
Herhaal bovengenoemde stappen 1 tot 2.
7.
Wanneer de zone waarvan u de overbrugging wilt wissen op het display
verschijnt (bijvoorbeeld "Z04"), druk ter bevestiging op . U kunt het
apparaat ook identificeren door te zoeken naar de getoonde “ik ben het”
LED identificatie op het apparaat.
Het display toont nu [<OFF> = WISSEN].
3
8.
Voor het wissen van de overbrugde zone, druk op de knop.
Een "Vrolijke melodie” wordt gehoord en de bijgewerkte zonestatus
wordt nu getoond, d.w.z. [
Z04
: GEREED] of [Z04: NIET GEREED].
6
C.2 Het Zone overbruggingschema bekijken
Hier kan het Overbruggingschema snel bekeken worden, d.w.z. de zones die als overbrugd ingesteld zijn
voor de volgende ingeschakelde sessie.
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [TOON
OVERBRUGGEN] optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
2.
Het display toont [OVERBRUG LIJST]
of Klik herhaaldelijk op de of knoppen om alle overbrugde
zones in oplopende numerieke volgorde te bekijken. Wanneer klaar, klik op
de knop om af te sluiten.
6
3.
C.3 Het Zone overbruggingschema herhalen
Gebruik deze optie om het meest recente Overbruggingschema te herhalen voor gebruik tijdens de
volgende inschakeling.
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [HERHAAL
OVERBRUG] optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
2.
Het display toont nu [<OK> = HERHAAL].
4
Voor het herstel van het laatst gebruikte overbruggingschema, druk op .
3.
Terug naar stap 1
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld. Het display toont [HERHAAL
OVERBRUG] en keert dan terug naar de “GEBRUIKERSOPTIES" stap 1.
6
Keuken
<OFF> = WISSEN
Z04: GEREED
Keuken
OVERBRUG LIJST
Z04: OVERBRUGD
HERHAAL OVERBRUG
<OK>=HERHAAL
HERHAAL OVERBRUG
Z04: OVERBRUGD
TOON OVERBRUG
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 31
Aanvullende informatie (secties C.1 – C.3)
1
Voor gedetailleerde instructies hoe Gebruikersopties geselecteerd worden – zie secties B.1 en B.2.
2
a. De STATUS rechts van het zone nummer geeft aan of de zone GEREED, NIET-GEREED of
OVERBRUGD is.
b. In het voorbeeld rechts, het display toont [
Z01: GEREED
] afwisselend met [
Woonkamer
].
3
a. Als de door u geselecteerde zone niet overbrugd is, vraagt het display u te drukken op [
<OK> =
OVERBRUGGEN
]. Maar als de door u geselecteerde zone al “overbrugd is, vraagt het display u te drukken
op [
<OFF> = WISSEN
].
b. Voor annuleren en terug naar de voorgaande stap, druk op of
4
Het display vraagt u nu te drukken op [
<OK> = HERHAAL
] d.w.z. het herhalen van het laatst gebruikte
overbruggingschema. Als u wilt annuleren en teruggaan naar het Gebruikersopties menu, druk dan op
.
5
U kunt nu stappen 2 – 5 herhalen voor het overbruggen of wissen van een andere zone. Om deze sessie
af te sluiten en andere menu opties te selecteren, of om het programmeren te verlaten, volg de instructies
in sectie B.2.
6
U kunt nu een andere optie in het Gebruikersopties menu selecteren (zie sectie B.1), of het
programmeren verlaten (zie sectie B.2).
C.4 Gebruikerscodes programmeren
Met het PowerMaster-10 / Powermaster-30 systeem kunt u maximaal 8 (Powermaster-10) / 48 (PowerMaster-
30) mensen de mogelijkheid geven het systeem in en uit te schakelen door hen een unieke 4-cijferige
persoonlijke beveiligingscode te geven, en hen verschillende beveiligingsniveaus en functies toe te kennen. Er
zijn twee soorten gebruikers: Hoofdgebruiker en Gebruiker. Onderstaande tabel vat de diverse bewerkingen die
door verschillende gebruikers kunnen worden uitgevoerd, samen:
Gebruikerstype
Functie
Hoofdgebruiker
Inschakelen/Uitschakelen
Zone overbruggen
7 andere gebruikers autoriseren
Gebruikerscodes instellen
Melden aan privé
Inleren/Verwijderen keyfob
Automatisch inschakelen
Squawk mogelijk maken
Datum en tijd formaat instellen
Event logboek lezen
Gebruiker Inschakelen/Uitschakelen
Zone overbrugging opties
De gebruikerscodes worden als volgt toegewezen:
Gebruikerscode 1 wordt toegewezen aan de Hoofdgebruiker van het systeem (d.w.z. de eigenaar). Het is de
enige gebruikerscode die toegang geeft tot het Gebruikers instellingen menu. De standaard instelling van de
Hoofdgebruikers code 1 is 1111. Deze code kan niet worden verwijderd en moet zo snel mogelijk door een
geheime code worden vervangen.
Gebruikerscodes 2-4 (PowerMaster-10) / Gebruikerscodes 2-22 (PowerMaster-30) worden toegewezen
aan familieleden, medewerkers, enz. Zij staan toe het inschakelen en uitschakelen van het systeem zoals door
de Hoofdgebruiker gedefinieerd. Zij hebben toegang tot het “Gebruikersopties” menu voor alleen “zone
overbrugging”, onder voorbehoud dat deze optie in het Monteur menu is mogelijk gemaakt.
Gebruikerscode 5-8 (PowerMaster-10) / Gebruikerscodes 23-32 (PowerMaster-30) zijn gelijk aan de
gebruikerscodes 2-4 maar kunnen aan “Kindzender” gebruikers worden toegewezen. Voor een gedetailleerde
verklaring van de Kindzender toepassing, zie Hoofdstuk 2 (Inschakelen met Kindzender) en Bijlage B.
Partitie optie (Meer informatie over de partitie optie staat beschreven in bijlage A) niet van toepassing op de
PowerMaster-10.
MENU’S EN FUNCTIES
32 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
A. Om een gebruikerscode te
programmeren
Uw PowerMaster-
30 systeem kan door de installateur in drie aparte secties (partities) opgedeeld worden. Deze
part
ities worden benoemd als partities P1, P2 en P3. Elke partitie kan apart worden in
delen van het pand apart beveiligd worden.
Elke van de maximaal 48 gebruikers
kan door de hoofdgebruiker geautoriseerd worden om één of meerdere
partities te schakelen.
Hier kunt u de 48 Gebruikerscodes programmeren (of bewerken) en daarmee definiëren welke geautoriseerd
worden voor het inschakelen en uitschakelen.
1.
De standaard instelling 1111 van de Hoofdgebruikerscode 1 is hetzelfde voor alle
PowerMaster-
30 systemen en is bekend bij vele mensen. Daarom raden wij u aan dat u deze
onmiddellijk vervangt door een unieke geheime code.
De Gebruikerscode mag nooit gelijk zijn aan
een monteur code.
2. Code “0000” is ongeldig! Deze niet gebruiken.
3.
De dwangcode die door de monteur is ingesteld (standaard 2580) kan niet worden geselecteerd als
een normale gebruikerscode. Elke poging om deze te programmeren wordt door het systeem
afgewezen.
4. Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie”
volgens de aangegeven referenties
tabel aan het eind van deze sectie.
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de
[
GEBRUIKERSCODE
] optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
2. De eerste gebruikerscode "gebr. code 1" wordt getoond.
2
or
Voer de gewenste codelocatie in, bijvoorbeeld [2+6] voor gebruikerscode 26,
of druk op de of tot de codelocatie in het display verschijnt:
" Gebr. code 26".
3.
Wanneer de door u gewenste gebruikerscode op het display wordt getoond,
druk ter bevestiging op .
4.
Voor het programmeren of bewerken van de code, gebruik het n
umerieke
keypad voor het invoeren van de 4-cijferige code (bijv. 5327) op de positie
van de knipperende
cursor
.
3,
4
5. Druk op om de code op te slaan.
Ga terug naar stap 3
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld. Het display bevestigt de
opgeslagen code.
5,
6
Gebr. 26
:
5327
Gebr. 26 :
5327
Gebr. 26 Code
Gebr.
0
1
Code
GEBRUIKERSCODE
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 33
B. Om de Partitie autorisatie in te stellen
Aanvullende informatie (sectie C.4)
1
Voor gedetailleerde instructies hoe instellingen opties geselecteerd worden – zie secties B.1 en B.2.
2
Het display toont de 1ste Gebruikerscode (Hoofdgebruiker) in de lijst van 8 (PowerMaster-10) / 48
(PowerMaster-30) Gebruikerscodes. Indien u nog niet de standaard code 1111 gewijzigd hebt, raden wij
u aan dit nu te doen.
3
a. Het display toont de gebruikerscode die momenteel in deze locatie is geprogrammeerd (bijv. 5327).
b. De cursor knippert op het eerste cijfer van de code.
c. Als de locatie vrij is, zal het display leeg ( - - - - ) zijn.
4
U kunt de cursor naar het volgende of voorgaande cijfer verplaatsen door gebruik te maken van de
( / ) knoppen. Het drukken op de knop verwijdert het cijfer van de cursor en alle
cijfers rechts daarvan.
5
a. De nieuwe code wordt nu zonder de cursor getoond en keert daarna terug naar stap 3.
b. Indien de partitie functie wordt gebruikt, ga dan verder naar stap 6.
6
U kunt nu stappen 3 – 5 herhalen voor het programmeren of bewerken van een andere code. Om deze
sessie af te sluiten en andere menu opties te selecteren, of om het programmeren te verlaten, volg de
instructies in sectie B.2.
7
Deze instelling kan worden uitgevoerd na de stappen beschreven in stappen 1-5 van sectie C.4A.
8
Het
symbool verschijnt nu achter de geselecteerde partities.
9
U kunt stappen 3-7 nu herhalen om een andere gebruikerscode te programmeren of te wijzigen.
Alleen van toepassing op de PowerMaster-30
6.
Het display toont nu [PARTITIES].
7
7. Gebruik de , , toetsen om de autorisatie van P1, P2 en
P3 in te stellen (donker vakje geeft WEL geautoriseerd aan).
8
In het voorbeeld is Gebruiker 26 geautoriseerd voor Partitie 1 en 3. Druk op
de toets om de keuze op te slaan.
Ga terug naar 3 Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld. Het display bevestigt de Partitie
instelling.
9
G26: P1
P2
P3
G26: P1
P2
P3
PARTITIES
MENU’S EN FUNCTIES
34 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
C.5 Proximity Tags toevoegen / verwijderen
Elke PowerMaster-10 / PowerMaster-30 gebruiker kan een proximity tag gegeven worden, die hij/zij in plaats
van een code kan gebruiken voor het uitvoeren van verschillende functies, zoals in-/uitschakelen, logboek
bekijken, enz. Deze optie kan alleen gebruikt worden op PowerMaster systemen die voorzien zijn van een
geïntegreerde proximitylezer. Alternatief is om de KP-141 PG2 of KP-160 PG2 externe bedieningspanelen toe
te passen, deze zijn voorzien van een geïntegreerde proximitylezer.
Als een gebruikerscode vereist is, dan kan eenvoudig een geldige proximity tag gebruikt worden, in plaats van
het invoeren van een gebruikerscode. Toevoegen (inleren) van tags in het systeem wordt via de tag lezer
uitgevoerd in het keypad op afstand. Elke tag wordt toegewezen met een serienummer 1-8 (PowerMaster-10) /
1-32 (PowerMaster-30) dat correspondeert met de Gebruikerscode 1-8 (PowerMaster-10) / 1-32 (PowerMaster-
30) en overeenkomstig in het PowerMaster systeem wordt ingeleerd.
De partitie toewijzing van de tags is gelijk aan de corresponderen gebruikerscodes. Proximity tag 3 is
toegewezen aan gebruikerscode 3, 4 aan 4, enz.
Hier kunt u nieuwe proximity tags toevoegen (inleren) of verwijderen, zoals vereist.
Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie” volgens de aangegeven referenties
1
enz. zie de tabel
aan het eind van deze sectie.
A. Een Proximity tag toevoegen
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [PROX-TAGS] optie
en druk ter bevestiging op de knop.
1
2.
Het display toont nu [PROX-TAG INLEREN].
3
Voor het starten van het
inleerproces van een nieuwe proximity tag, druk op .
3.
Presenteer de proximity tag aan het keypad binnen de timeout periode
.
4.
Ga naar stap 5
Als het inleren met succes is afgerond, klinkt een "Vrolijke melodie " en
het display toont een korte tijd [ID GEACCEPTEERD] en verandert dan voor
het lezen van de details van de tag.
4
5. Het display toont het toegewezen tag serienummer (gebruikers nr.) dat altijd
het eerste vrije nummer is:
[T01:Tag (Prox)].
of
Als u de tag aan een andere gebruiker wilt toewijzen, bijvoorbeeld aan
“Gebruiker nr. 5”, klik dan op de of knop totdat het display
toont [T05:Tag (Prox)] en druk dan ter bevestiging op .
Ga terug naar stap 2
Het display toont [
ID GEACCEPTEERD
] een "Vrolijke melodie" wordt
gespeeld en het display wijzigt in [
T01:Tag (Prox)
].
7
T05:Tag (Prox)
T01:Tag (Prox)
VOER
ID
.
xxx
-
xxxx
ID GEACCEPTEERD
NU INLEREN of
PROX
-
TAG INLEREN
PROX
-
TAGS
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 35
B. Een Proximity tag verwijderen
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [
PROX-TAG
] optie
en druk ter bevestiging op de knop.
1
2.
Het display toont nu [PROX-TAG INLEREN].
Klik op de knop totdat het display toont [PROX-TAG WISSEN].
3. Druk ter bevestiging op .
Het display toont [T01:Tag (prox)] afwisselend met het ID nummer van de tag.
2, 5
4. or Voer het nummer van de tag die u wenst te verwijderen in, bijv. [0+6], of
gebruik de en toetsen totdat de gewenste tag op het
display verschijnt: "T06:Tag (prox)" en "ID Nr.". 300-2564".
Als de te verwijderen tag op het display verschijnt, druk op .
5.
Het display toont nu [<OFF> = WISSEN].
6
6.
Voor het verwijderen van de tag, druk op de toets.
Ga naar stap 3
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld en het display toont [
TAG
WISSEN
] en keert terug naar stap 3.
8
Aanvullende informatie (sectie C.5)
1
Voor gedetailleerde instructies hoe Gebruikersopties geselecteerd worden – zie secties B.1 en B.2.
2
Het display toont de 1
ste
tag (Tag nr. 1) van de 8 tags.
3
Om het inleren te annuleren, druk op de knop.
4
Als de tag eerder in het systeem was ingeleerd, toont het PowerMaster-10 /PowerMaster-30 display "
AL
INGELEERD
" en schakelt naar de naam van de tag, afwisselend met het ID nummer van de tag.
5
Indien er geen proximity tag is ingeleerd, staat er “Geen tag aanwezig” in het display.
6
Als u spijt hebt en de procedure wilt annuleren, druk dan op de knop.
7
U kunt nu een andere proximity tag inleren. U kunt ook een andere optie in het Gebruikersopties menu
selecteren (zie secties B.1 en B.2), of het programmeren verlaten (zie sectie B.3).
8
U kunt nu een andere proximity tag verwijderen. U kunt ook een andere optie in het Gebruikersopties
menu selecteren (zie secties B.1 en B.2), of het programmeren verlaten (zie sectie B.3).
PROX
-
TAG
INLEREN
PROX
-
TAG WISSEN
PROX
-
TAGS
PROX
-
TAG WISSEN
<OFF>
= WISSEN
T06:Tag (prox)
T01:Tag (prox)
MENU’S EN FUNCTIES
36 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
C.6 Keyfobzenders toevoegen/verwijderen
Elk van de 8 (PowerMaster-10) / 32 (PowerMaster-30) gebruikers kan een draagbare keyfobzender krijgen om
beter, sneller en veiliger het inschakelen/uitschakelen en de andere beheersfuncties te kunnen uitvoeren. Elke
keyfob wordt toegewezen met een serienummer 1-8 (PowerMaster-10) 1-32 (PowerMaster-30) dat
correspondeert met de Gebruikerscode en overeenkomstig in het PowerMaster systeem wordt ingeleerd.
Partitie Optie* (Voor meer informatie over de Partitie opties, zie Bijlage A).
Indien de Partitie optie (alleen PowerMaster-30) is geactiveerd, dan kan elke van de 32 keyfobs door de
Hoofdgebruiker geprogrammeerd worden om een combinatie van, of alle drie de partities in- en uitschakelen,
ongeacht de autorisatie van de de corresponderende gebruikerscodes.
Hier kunt u de 8 (PowerMaster-10) / 32 (PowerMaster-30) Keyfobzenders toevoegen (inleren) of
verwijderen, en bepalen welke partities de keyfob kan in- en uitschakelen.
1. Verzamel allereerst alle keyfobs die u wilt inleren en controleer dat zij batterijen bevatten en dat ze
actief zijn (de LED knippert als op een van de knoppen gedrukt wordt).
2.
Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie” volgens de aangegeven referenties
1
enz. zie de
tabel aan het eind van deze sectie.
A. Een Keyfob toevoegen
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [KEYFOBS] optie en
druk ter bevestiging op de knop.
2
2.
Het display toont nu [NIEUWE KEYFOB TOEVOEGEN].
4
Voor het inleren van een nieuwe keyfob druk op .
3. Het display biedt u twee methoden voor het inleren van een keyfob
A: NU INLEREN: Druk voortdurend op de AUX knop van de
geselecteerde keyfob totdat de LED gaat branden, laat de knop los en druk
deze daarna opnieuw in.
1
Deze procedure voltooit het inleren.
4a.
Ga naar stap 5
Als het inleren met succes is afgerond, klinkt een "Vrolijke melodie " en
het display toont een korte tijd [ID GEACCEPTEERD] en verandert dan voor
het lezen van de details van de keyfob. Ga verder met stap 5.
5
4b.
B: VOER ID IN (Voor het inleren): Voer het 7-cijferige nummer in dat op de
keyfob sticker staat en druk ter bevestiging op . Voor het voltooien
van de inleer procedure, zie opmerking
6
in de onderstaande Extra informatie
tabel.
7
Ga naar stap 5
Als het inleren met succes is afgerond, klinkt een "Vrolijke melodie " en
het display toont een korte tijd [ID AANGENOMEN] en toont dan de details van
de keyfob. Ga verder met stap 5.
5.
Het display toont het toegewezen keyfob serienummer (gebruikers nr.), altijd
het eerste vrije nummer, en het ID nummer van de keyfob, bijvoorbeeld:
[K01:Keyfob] afwisselend met [ID No. 300-5786].
of
Als u de keyfob aan een andere gebruiker wilt toewijzen, bijvoorbeeld aan
“Gebruiker nr.25”, klik dan op de of knop totdat het display
toont [K25:Keyfob] en druk dan ter bevestiging op .
VOER ID in:xxx
-
ID GEACCEPTEERD
NU INLEREN of
K25:keyfo
b
ID Nr. 300
-
5786
K01:Keyfob
ID GEACCEPTEERD
ID Nr. 300
-
5786
KEYFOB INLEREN
KEYFOBS
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 37
Ga naar stap 5
Het display toont [
APP
.
INGELEERD
] of [
ID
geaccepteerd
] als de keyfob
handmatig is ingeleerd door invoeren van het ID nummer, word tevens de
"Vrolijke melodie" geluid gehoord en het display veranderd dan in
[
K01:Keyfob
].
B. Een Keyfob verwijderen
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [KEYFOBS] optie en
druk ter bevestiging op de knop.
2
2.
Het display toont nu [KEYFOB INLEREN].
4
Klik op de knop totdat het display toont [KEYFOB WISSEN].
3. Druk ter bevestiging op .
Het display toont [K01:Keyfob] met het ID nummer van de keyfob.
3
4. of Klik op de of knop totdat het display het Keyfob nr. toont
dat u wilt verwijderen, bijvoorbeeld, "K06:Keyfob" en "ID Nr.
..
. 300-5799".
Als de te verwijderen keyfob op het display verschijnt, druk op .
5
5.
Het display toont nu [<OFF> = WISSEN].
6
6.
Ga naar stap 3
Voor het verwijderen van de keyfob, druk op de toets.
Een "Vrolijke melodie " wordt gehoord en het display toont [
KEYFOB
VERWIJDEREN
] en keert terug naar stap 3.
8
K01:Keyfob
KEYFOB INLEREN
KEYFOB WISSEN
ID Nr. 300
-
5799
KEYFOBS
KEYFOB WISSEN
<OFF> = WISSEN
K06:Keyfob
MENU’S EN FUNCTIES
38 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
Aanvullende informatie (sectie C.6)
1
De LED gaat na enkele seconden uit. Indien er communicatie moeilijkheden zijn met het systeem, kan
de LED enkele seconden knipperen terwijl het tracht verbinding te maken. In die tijd zijn de keyfob
sleutels uitgeschakeld.
2
Voor gedetailleerde instructies hoe Gebruikersopties geselecteerd worden – zie secties B.1 en B.2
3
Het display toont de 1
ste
Keyfob (Keyfob nr. 1) van de 8/32 keyfobs.
4
Om het inleren te annuleren, druk op de knop.
5
Als de keyfobzender al op een andere locatie in ingeleerd, verschijnt er “REEDS INGELEERD” op het
display en wordt vervolgens de naam en het ID nummer van de keyfob getoond.
5
Voordat u een keyfob verwijdert, moet de keyfob geïdentificeerd worden door het keyfob nr., bijvoorbeeld
K06, of door het ID nummer van de keyfob die op het display verschijnt. Dit om te bevestigen dat dit
werkelijke de keyfob is die u wilt verwijderen.
6
Als u de procedure wilt annuleren, druk dan op de knop.
7
Procedure voor het inleren
Stap 4b maakt het u mogelijk het apparaat ID te registreren en het programmeerproces te voltooien
zonder in het bezit te zijn van het keyfob zelf (kan ook elders door de monteur worden verricht). Inleren
kan later voltooid worden, gevolgd door dezelfde inleer procedure als beschreven in Stap 3, zonder het
openen van het Gebruikersopties menu.
8
U kunt nu een andere keyfob verwijderen, een andere optie in het Gebruikersopties menu selecteren (zie
secties B.1 en B.2), of het programmeren verlaten (zie sectie B.3).
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 39
C.7 De tijd en het tijdformaat instellen
Hier kunt u de ingebouwde klok programmeren of aanpassen zodat het de juiste tijd in het gewenste
tijdformaat toont.
U kunt kiezen tussen een 24-uurs notatie en een 12-uurs (am/pm) notatie.
Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie” volgens de aangegeven referenties
1
enz. zie de tabel
aan het eind van deze sectie.
A. Het tijdformaat instellen
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [TIJD INSTELLEN]
optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
2.
Het display toont het momenteel geselecteerde tijdformaat.
2
of
Klik op de of knop totdat het display het gewenste
tijdformaat toont, bijvoorbeeld, "24-UURS KLOK" en druk ter bevestiging op
.
3.
B. De tijd instellen
5
4.
Gebruik het numerieke keypad voor het invoeren van de juiste tijd,
bijvoorbeeld "
08:55 am
"
bij de positie van de knipperende cursor
.
4
5.
Als u met de instelling tevreden bent, druk dan ter bevestiging op .
Ga terug naar stap 2
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld, het display toont de ingestelde
tijd, keert terug naar stap 2 en leest dan het geselecteerde tijdformaat.
6, 7
Aanvullende informatie (sectie C.7)
1
Voor gedetailleerde instructies hoe Gebruikersopties geselecteerd worden – zie secties B.1 en B.2.
2
a. Het display toont het momenteel geselecteerde formaat (aangegeven door een
symbool), bijvoorbeeld
"
24 uur
".
b. U kunt nu met de of knoppen het 12 uur of het 24 uur tijdformaat selecteren.
3
Het display toont de Tijd in het geselecteerde Tijdformaat, bijvoorbeeld, "
12:40 nm
", waarbij de cursor op het
eerste uur-cijfer “1” knippert. De letter die volgt op de aangegeven tijd, geeft het volgende aan:
"a" = am [vm]; "p" = pm [nm] en "geen" is voor een 24-uurs tijdformaat.
Als de cursor zich bevindt op de am/pm positie, kunt u "am" instellen met de knop en “pm” met de
knop.
4
U kunt de cursor naar het volgende of voorgaande cijfer verplaatsen met de ( /
) knoppen.
5
Deze instelling kan alleen worden uitgevoerd na voltooiing van de stappen 1 – 3 van sectie C.7A.
6
De opgeslagen tijd wordt zonder de cursor getoond, bijvoorbeeld "
08:55 a
" gevolgd door het geselecteerde
tijdformaat.
7
U kunt nu een andere optie in het Gebruikersopties menu selecteren (zie secties B.1 en B.2), of het
programmeren verlaten (zie sectie B.3).
TIJD
08
:55A
24
-
UURS KLOK
TIJD
1
2
:40P
12
-
UURS KLOK
TIJD INSTELLEN
MENU’S EN FUNCTIES
40 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
C.8 De datum en het datumformaat instellen
Hier kunt u de ingebouwde kalender programmeren of aanpassen zodat het de juiste datum in het
gewenste datumformaat toont.
U kunt kiezen uit een "mm/dd/jjjj" en een "dd/mm/jjjj" datum notatie
Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie” volgens de aangegeven referenties
1
enz. zie de tabel
aan het eind van deze sectie.
A. Het datumformaat instellen
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [DATUM
INSTELLEN] optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
2.
Het display toont het momenteel geselecteerde datumformaat.
2
of
Klik op de of knop totdat het gewenste datumformaat
getoond wordt, bijvoorbeeld, "DD/MM/JJJJ" en druk ter bevestiging op
.
3.
B. De datum instellen
7
4.
Gebruik het numerieke keypad voor het invoeren van de juiste datum,
bijvoorbeeld "
20.04.2011
"
bij de positie van de knipperende cursor
.
3, 4, 5
5.
Als u met de instelling tevreden bent, druk dan ter bevestiging op .
Ga terug naar stap 2
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld, het display toont de ingestelde
datum, keert terug naar stap 2 en leest dan het geselecteerde datumformaat.
6
Aanvullende informatie (sectie C.8)
1
Voor gedetailleerde instructies hoe Gebruikersopties geselecteerd worden – zie secties B.1 en B.2.
2
Het display toont het momenteel geselecteerde formaat (aangegeven door een
symbool), bijvoorbeeld
"
mm/dd/jj
".
U kunt nu met de of knop kiezen tussen de "mm/dd/jjjj" of "dd/mm/jjjj" datumformaten.
3
Het display toont de Datum in het geselecteerde Datumformaat, bijvoorbeeld, "
20.04.2011
", waarbij de
cursor op het eerste cijfer knippert.
4
U kunt de cursor naar het volgende of vorige cijfer verplaatsen met de of knoppen.
5
Voer voor het jaar alleen de laatste twee cijfers in.
6
U kunt nu een andere optie in het Gebruikersopties menu selecteren (zie secties B.1 en B.2), of het
programmeren verlaten (zie sectie B.3).
7
Deze instelling kan alleen worden uitgevoerd na voltooiing van de stappen 1 – 3 van sectie C.8A.
DATUM
:
DD/MM
/JJ
DATUM:
2
0
D04M
20
11
DATUM 20/04/2011
DATUM
DATUM INSTELLEN
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 41
C.9 Automatisch inschakelen aan-/uitzetten
Het PowerMaster-10 / PowerMaster-30 systeem kan worden geprogrammeerd dat het zichzelf dagelijks
automatisch op een vooraf ingestelde tijd inschakelt. Deze eigenschap is in het bijzonder bij commerciële
toepassingen, zoals in winkels, handig om te verzekeren dat het systeem altijd ingeschakeld is, zonder
beveiligingscodes aan de werknemers toe te wijzen.
Hier kunt u het Automatisch inschakelen aanzetten (activeren) en uitzetten (stoppen). Voor het instellen van
de Auto-inschakel tijd – zie sectie C.10.
Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie” volgens de aangegeven referenties
1
enz. zie de
tabel aan het eind van deze sectie.
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [AUTOM.
INSCHAKEL] optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
2.
Het display toont de huidige instelling.
2
of Druk op of totdat de gewenste optie in het display staat,
bijvoorbeeld “Auto-Inschakel JA” en druk op om te bevestigen.
3.
Ga terug naar stap 1
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld. Het display bevestigt de
opgeslagen instelling en keert daarna terug naar het Gebruikersopties
menu, stap 1.
3
C.10 De Auto Inschakel tijd instellen
Hier kunt u de tijd voor het Auto-Inschakelen programmeren.
1. Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [AUTO-INSCHAKEL
TIJD
] optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
2. Het display toont de huidige instelling van de Auto Inschakel tijd. Gebruik het
numerieke keypad voor het invoeren van de juiste tijd, bijvoorbeeld "08:30 a"
bij de positie van de knipperende cursor.
4
3. Als u met de instelling tevreden bent, druk dan ter bevestiging op .
Ga terug naar stap 1
Een "Vrolijke melodie " wordt afgespeeld. Het display bevestigt de
opgeslagen tijd en keert daarna terug naar het Gebruikersopties menu, stap 1.
5, 6
Aanvullende informatie (sectie C.9 - sectie C.10)
1
Voor gedetailleerde instructies hoe Gebruikersopties geselecteerd worden – zie secties B.1 en B.2.
2
Het display toont het momenteel geselecteerde formaat (aangegeven door een
symbool), symbool),
bijvoorbeeld "
Uitzetten Auto-Inschakel
". U kunt nu met de of knop het
automatisch inschakelen aanzetten of uitzetten.
3
Het
symbool verschijnt nu naast de nieuw geselecteerde optie.
4
Het display toont de huidige instelling van de Auto-Inschakeltijd, bijvoorbeeld, "
12:00 nm
", waarbij de
cursor op het eerste uur-cijfer “1” knippert. Voor een gedetailleerde verklaring voor het instellen van de
tijd – zie sectie C.7B.
TIJD 08:30
Insc. tijd
12:00
AUTO INSCH.TIJD
AUTO INSCH. JA
AUTO INSCH. NEE
AUTOM. INSCHAKEL
MENU’S EN FUNCTIES
42 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
5
De opgeslagen auto-inschakeltijd wordt zonder de cursor getoond, bijvoorbeeld "
08:30 A
".
6
U kunt nu een andere optie in het Gebruikersopties menu selecteren (zie secties B.1 en B.2), of het
programmeren verlaten (zie sectie B.3).
C.11 Privé telefoon en SMS meldingen programmeren
Het PowerMaster-10 / PowerMaster-30 systeem kan zodanig worden geprogrammeerd dat het diverse
gebeurtenissen verstuurt, zoals alarm, inschakelen of storingen. Deze meldingen kunnen als sirenetoon naar 4
privé telefoonnummers worden gestuurd, en (indien een GSM module is geïnstalleerd) kunnen ook SMS
berichten naar 4 telefoonnummers worden gezonden. Deze meldingen kunnen in plaats van, of als aanvulling
op de meldingen die naar de Meldkamer verstuurd worden.
Meer bijzonderheden over de alarm doormelding per telefoon en per SMS worden gegeven in Hoofdstuk 7. .
U kunt ook het aantal keren bepalen dat de privé telefoon wordt gebeld en of een enkel acceptatietoon het
proces van melding zal stoppen of dat een acceptatietoon van elke telefoonnummer vereist is voordat de
gebeurtenis als gemeld wordt beschouwd.
Hier kunt u programmeren:
De specifieke events die u wilt dat het systeem meldt.
De 1ste, 2de, 3de en 4de privé telefoon en de SMS nummers voor het melden van een alarm of andere
gebeurtenis aan privé abonnees.
Het aantal belpogingen en of een enkel acceptatietoon, of een acceptatietoon van elke telefoon wordt gebruikt
om te bepalen hoe en wanneer de huidige gebeurtenis wordt geacht te zijn gerapporteerd.
Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie” volgens de aangegeven referenties
1
enz. zie de tabel
aan het eind van deze sectie.
SPRAAK MELDING
A. Om alarmdoormeldingen naar een privé telefoon te programmeren
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [PRI MELDEN]
optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
2.
Het display toont [PRIVE BELLEN] welke de eerste optie is die gebruikt
wordt voor het mogelijk maken van Privé meldingen. Hierin wordt bepaald
welke gebeurtenissen gemeld worden, naar welke privé telefoonnummers er
doorgemeld wordt en het aantal belpogingen
Voor het openen van deze optie, druk op .
3.
Het display geeft nu [MELDINGEN] aan, druk nu op .
2
Het display toont de momenteel geselecteerde optie voor welke type
gebeurtenissen worden doorgemeld naar privé telefoonnummers.
4. of
Klik op de of knop totdat het display de groep toont die u
via de privé telefoons wilt melden, bijvoorbeeld [alert].
3
5. Als u met de instelling tevreden bent, druk dan ter bevestiging op ·.
Ga terug naar stap 3
Een "Vrolijke melodie " wordt gehoord. Het display bevestigt de
opgeslagen instelling en keert terug naar stap 3.
4, 12
MELDINGEN
alert
Alarm +Alert
PRIVE BELLEN
Geen rapportage
PRIVE MELDEN
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 43
B. Om de telefoonnummer waar de meldingen naartoe wordt verstuurd te programmeren druk op
6.
of
Klik op de of knop totdat het display het gewenste mobiele
nummer, dat u wilt programmeren of bewerken, toont, bijvoorbeeld "Prive
Tel.nr. 2 nummer en druk ter bevestiging op .
7.
8. Voor het programmeren of bewerken van het telefoonnummer, gebruik het
numerieke keypad voor het invoeren van het telefoonnummer (bijv.
0332451234) op de positie van de knipperende cursor.
5,
6
9. Druk op om het nummer te bevestigen.
Ga terug naar stap 7
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld en het display toont het
telefoonnummer en keert terug naar stap 7.
7, 12
C. Om het aantal belpogingen programmeren
10.
of
Klik op de of knop totdat het display toont [Belpogingen] en
druk ter bevestiging op .
11.
Het display toont de momenteel geselecteerde optie.
12. of
Druk op de of knop totdat het display het gewenste aantal
belpogingen toont, bijvoorbeeld
"
4 pogingen ".
8
13. Als u met de instelling tevreden bent, druk dan ter bevestiging op .
Ga terug naar stap 11
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld. Het display bevestigt de
opgeslagen instelling en keert terug naar stap 11.
4, 12
D. Om twee-weg spraak communicatie te programmeren
14.
of
Klik op de of knop totdat het display toont [Spraak
<- -
>privé
] en druk ter bevestiging op .
15.
Het display toont de momenteel geselecteerde optie.
16. of
Druk op de of knop totdat het display de gewenste spraak
communicatie laat zien, bijvoorbeeld “2-weg spraak UIT”".
9
17. Als u met de instelling tevreden bent, druk dan ter bevestiging op .
4
Ga terug naar stap 15
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld. Het display bevestigt de keuze
en keert terug naar stap 15.
4, 12
Alleen van toepassing op de PowerMaster-30 met spraak optie
2
-
weg spraak UIT
2
-
weg spraak UIT
BELPOGINGEN
2
-
weg spraak AAN
SPRAAK
<
-
-
>
PRIVE
4
pogingen
PRIVE TEL NR. 2
0332451234
PRIVE TEL
NR. 1
4
pogingen
3
pogingen
BELPOGINGEN
0332451234
P
RIVE
T
EL NR
.
2
MENU’S EN FUNCTIES
44 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
E. Om de bevestiging methode te programmeren
18.
of
Klik op de of knop totdat het display toont [Bevestiging] en
druk ter bevestiging op .
11
19.
Het display toont de momenteel geselecteerde optie.
20. of
Druk op de of knop totdat het display de gewenste
bevestiging methode toont, bijvoorbeeld
"
ALLE NUMMERS ".
10
21.
ga terug naar stap 19
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld. Het display bevestigt de
opgeslagen instelling en keert terug naar stap 19.
4, 12
SMS MELDING
A. Gebeurtenis melden via SMS programmeren
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [PRIVÉ MELDEN]
optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
2.
Als het display toont [PRIVE BELLEN] druk op .
3.
Het display toont [SMS DOORMELDING] wat de tweede optie is die gebruikt
wordt voor het inschakelen van Privé melding, voor het bepalen welke
gebeurtenissen via SMS zullen worden gemeld en voor het programmeren
van SMS telefoonnummers.
Voor het openen van deze optie, druk op
.
4.
Als het display [MELDINGEN] toont, druk op .
Het display toont de momenteel geselecteerde optie.
3
5. of
Klik op de of knop totdat het display de eventgroep toont
die u via SMS wilt melden, bijvoorbeeld [alarm].
4
6. Als u met de instelling tevreden bent, druk dan ter bevestiging op .
Ga terug naar stap 4
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld. Het display bevestigt de
opgeslagen instelling en keert terug naar stap 4.
4, 12
MELDINGEN
SMS DOORMELDING
alarm
Alles
PRIVE BELLEN
Geen rapportage
PRIVE MELDEN
Alle nummers
Alle nummers
S
PRAAK
<
-
-
>
PRIVE
Enkel nummer
B
EVES
TIGING
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 45
B. SMS telefoonnummers programmeren
7.
of
Klik op de of knop totdat het display het gewenste SMS
telefoonnummer, dat u wilt programmeren of bewerken, toont, bijvoorbeeld
"1e SMS nummer", en druk ter bevestiging op .
8.
9. Voor het programmeren of bewerken van het telefoonnummer, gebruik het
numerieke keypad voor het invoeren van het SMS telefoonnummer (bijv.
0655991234) op de positie van de knipperende cursor.
5, 6
10. Indien gereed, druk ter bevestiging op .
Ga terug naar stap 8
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld en het display toont het SMS
telefoonnummer en keert terug naar stap 8.
7, 12
0655991234
MELDINGEN
0
655991234
1e SMS
NUMMER
MENU’S EN FUNCTIES
46 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
Aanvullende informatie (sectie C.11)
1
Voor gedetailleerde instructies hoe Gebruikersopties geselecteerd worden – zie secties B.1 en B.2.
2
Met deze optie kunt u de te melden gebeurtenissen programmeren. Als u telefoonnummers of SMS
nummers wilt programmeren, klik dan op de of knop totdat het display de door u
gewenste optie toont.
3
Het display toont de huidige geselecteerde optie (aangegeven door een
symbool), bijvoorbeeld "
geen
rapportage
". Met de of knoppen kunt u nu de meldingen selecteren die u naar SMS
nummers gemeld wilt hebben, overeenkomstig de opties in onderstaande tabel:
Event groep optie Events die gemeld worden
geen rapportage
Geen berichten worden gemeld
alle
s
Alle berichten
alle
s
(
-
op/cl)
Alle berichten, behalve in en uitschakelmelding
alle
s
(
-
alert)
Alle berichten, behalve waarschuwingen
alarm
Alleen alarm berichten
alert Alleen waarschuwingsberichten
o/c
Alleen in en uitschakelmeldingen (Open/Close)
Let op:
alles
betekent alle gebeurtenissen inclusief de lage batterij en netspanning uitval
storingsberichten (alleen PowerMaster-30).
Op de PowerMaster-10 kan bij de Privé bellen functie alleen alarmen en waarschuwingen (geen overige
opties) op de PowerMaster-10 centrale doorgemeld worden. PowerMaster-10 heeft geen spraak !
4
Het
symbool verschijnt nu naast de nieuw geselecteerde optie.
5
a. Het display toont het telefoonnummer dat momenteel in deze locatie is geprogrammeerd (bijv.
0332451234). De cursor knippert op het eerste cijfer van de code.
b. Als de locatie vrij is, zal het display leeg ( - - - - ) zijn.
6
U kunt de cursor naar de volgende of vorige plaats (cijfer) verplaatsen met de of knop.
7
Binnen het privé telefoon menu kunt u nu de stappen 7 – 9 herhalen voor het programmeren of bewerken van
een ander telefoonnummer. Binnen het SMS menu kunt u nu de stappen 8 10 herhalen voor het
programmeren of bewerken van een ander SMS telefoonnummer.
Voor het beëindigen van deze sessie en terug te keren naar de voorgaande menu opties, druk op de
knop.
8
U kunt kiezen tussen: "
1 poging
", "
2 pogingen
", "
3 pogingen
" en "
4 pogingen
".
9
U kunt kiezen (alleen bij PowerMaster-30) tussen:
"
2-weg Aan
" – Twee-weg communicatie met privé telefoons is mogelijk.
"
2-weg Uit
" –
Twee-weg communicatie met privé telefoons is
niet
mogelijk
.
10
U kunt kiezen tussen:
"
enkel nummer
" – een bevestiging signaal van slechts een telefoon zal het meldingsproces stoppen.
"
alle nummers
" – een bevestiging signaal van alle telefoons zal het meldingsproces stoppen.
11
Indien de PowerMaster-10 of PowerMaster-30 niet voorzien is van een spraak optie, zal er in het display
“belpogingen” staan.
12
U kunt nu andere opties selecteren, deze sessie beëindigen - (zie secties B.1 en B.2), of het
programmeren verlaten (zie sectie B.3).
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 47
C.12 De Squawk (pieptoon) optie inschakelen/uitschakelen
Het PowerMaster-10 / PowerMaster-30 systeem (in combinatie met draadloze sirenes) kunnen zodanig worden
ingesteld dat ze een korte Squawk (pieptoon) produceren als akoestische hulpmiddel bij het gebruik van uw
keyfob. Voor inschakelen (1 pieptoon) en bij uitschakelen (2 pieptonen).
Hier kunt u de Squawk optie inschakelen/uitschakelen.
Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie” volgens de aangegeven referenties
1
enz. zie de tabel
aan het eind van deze sectie.
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [SQUAWK
GELUIDEN] optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
Het display toont de momenteel geselecteerde instelling.
2
2. of
Klik op de of knop totdat het display het gewenste
instelling toont, bijvoorbeeld, "Squawk UIT" en druk ter bevestiging op
.
3.
Ga terug naar stap 1
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld. Het display bevestigt de
opgeslagen instelling en keert daarna terug naar het Gebruikersopties
menu, stap 1.
3, 4
Aanvullende informatie (sectie C.12)
1
Voor gedetailleerde instructies hoe Gebruikersopties geselecteerd worden – zie secties B.1 en B.2.
2
a. Het display toont het momenteel opgeslagen instelling (aangegeven door een
symbool),
bijvoorbeeld "
Squawk AAN
".
b. U kunt nu de Squawk optie inschakelen (AAN) of uitschakelen (UIT) met gebruik van de of
knop en de toets.
3
Het
symbool verschijnt nu naast de nieuwe opgeslagen instelling.
4
U kunt nu een andere optie in het Gebruikersopties menu selecteren (zie secties B.1 en B.2), of het
programmeren verlaten (zie sectie B.3).
Squawk UIT
Squawk
AAN
Squawk UIT
SQUAWK GELUIDEN
MENU’S EN FUNCTIES
48 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
C.13 Een Schakelklok programmeren
Het PowerMaster-10 / PowerMaster-30 systeem bevat een PGM uitgang dat gebruikt kan worden om met
behulp van keyfobs een elektrische poort te openen en te sluiten of een elektrische apparaat (zie Hoofdstuk
"Keyfob zenders gebruiken” in Hoofdstuk 2) te schakelen. De PGM uitgang kan ook op basis van een
schakelklok geactiveerd worden.
Hier kunt u het schema voor de PGM uitvoer voor maximaal 4 verschillende AAN/UIT activeringen per
gewenste dag of dagen van de week bepalen. Daarbij kunt u een “Dagelijks” schema bepalen dat van
toepassing is op elke dag van de week. Aanbevolen wordt de Schakelklok tabel (te zien aan het einde van
deze sectie) voor het programmeren van het Schakelklok te voltooien.
Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie” volgens de aangegeven referenties
1
enz. zie de tabel
aan het eind van deze sectie.
A. Uitgang selecteren.
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de
[SCHAKELKLOK] optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
2.
Het display toont [PGM] of [MODULE NR. 00]. Druk op voor
het openen van de tijdschema.
B. De dag instellen
2
De 1e dag van het schakelklok wordt getoond.
3. of Klik op de of knop totdat het display u de gewenste dag
toont die u in het tijdschema wilt opnemen of "Dagelijks", bijvoorbeeld,
"dinsdag ".
2
4.
Wanneer de door u gewenste “dag” op het display wordt getoond, druk ter
bevestiging op .
C. Schemanummer selecteren
3
De 1e schema (PGM uitvoer activering) van het schakelklok wordt getoond.
3
5. of Klik op de of knop totdat het display de schema toont die u
in het tijdschema wilt zetten, bijvoorbeeld "Schema 3".
6.
Wanneer het door u gewenste “Schema nr.” dat u in het schakelklok wilt
zetten op het display wordt getoond, druk ter bevestiging op .
D. De AAN (Start) tijd instellen
4
7.
Het "starttijd" scherm wordt op het display getoond.
4
Voor het instellen van de starttijd van de geselecteerde bewerking, druk op
de knop.
PGM
SCHAKELKLOK
Start: UU:MM
S
CHEMA
3
S
CHEMA
1
ZONDAG
DINSDAG
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 49
8. Het display toont de juiste instelling van de starttijd.
5
Gebruik het numerieke keypad voor het instellen of wijzigen van de AAN
(start) tijd van de bewerking, bijvoorbeeld “12:30”.
6
Als u met de instelling tevreden bent, druk dan ter bevestiging op .
9.
Ga naar stap 10 Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld. Het display bevestigt de
opgeslagen starttijd en keert terug naar het "starttijd" scherm, als in stap 7.
Voor het instellen van de stoptijd, ga verder met stap 10.
E. De UIT (Stop) tijd instellen
10.
of
Klik op de of knop totdat het display toont "Stop-UU:MM ".
11. Wanneer het display de gewenste instelling toont, druk ter bevestiging op
.
De "stoptijd" van de geselecteerde bewerking wordt getoond.
5
12. Gebruik het numerieke keypad voor het instellen of wijzigen van de UIT
(stop) tijd van de bewerking, bijvoorbeeld “16:00”.
6
Als u met de instelling tevreden bent, druk dan ter bevestiging op ..
Ga terug naar 5 Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld. Het display bevestigt de
opgeslagen stoptijd en keert terug naar het "Schema nr." scherm, als in stap
5.
7
Aanvullende informatie (sectie C.13)
1
Voor gedetailleerde instructies hoe instellingen opties geselecteerd worden – zie secties B.1 en B.2.
2
Als u het geselecteerde uitgang elke dag van de week op dezelfde tijd(en) wilt activeren, gebruik dan de
“Dagelijks” optie. In andere gevallen, gebruik de of knoppen voor het selecteren van de
specifieke dag (zondag, maandag, dinsdag, …enz.) waarop u de PGM uitgang wilt activeren. Indien
gewenst kunt u later het proces voor andere dagen van de week herhalen.
3
Het display toont "Schema
. 1
", dit is de eerste van de vier AAN/UIT activeringstijden die voor de
voorgaande stap in een tijdschema kunt zetten. Indien gewenst, kunt u later het proces voor de andere 3
activeringstijden voor de geselecteerde dag herhalen.
4
Hier kunt u de "start tijd" of de "stop tijd" selecteren met de of knop.
Het display toont ook het geselecteerde tijdformaat.
5
Het display toont de huidige start (of stop) tijdinstelling van de geselecteerde activering, terwijl de cursor
knippert op het eerste cijfer van het uur. Als geen tijd geprogrammeerd is, zal het display leeg (- - - - ) zijn.
6
Voor een gedetailleerde verklaring voor het instellen van de tijd – zie sectie C.7 B.
7
Voor het beëindigen van deze sessie en terug te keren naar het voorgaande “schema” menu, druk op de
knop.
Voor het selecteren van andere menu opties of voor het verlaten van de programmering, volg de
instructies in secties B.2 en B.3.
Stop: 12:30
Stop: UU:MM
Start: UU:MM
Stop: 16:00
Start: 12:30
Start:
0
7:30
MENU’S EN FUNCTIES
50 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
Apparaat Apparaat
omschrijving
Dag
Schema 1 Schema 2 Schema 3 Schema 4
PGM Maandag
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
PGM Dinsdag
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
PGM Woensdag
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
PGM Donderdag
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
PGM Vrijdag
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
PGM Zaterdag
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
PGM Zondag
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
PGM Dagelijks
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
AAN: _ _: _
_
UIT: _ _: _ _
MENU’S EN FUNCTIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 51
C.14 Spraak optie Aan-/Uitzetten
Het systeem biedt u de mogelijkheid om gesproken teksten door de luidspreker in de centrale te laten horen,
deze kunnen aan en uitgezet worden.
Hier kunt u de spraak optie aan en uit zetten.
Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie” volgens de aangegeven referenties
1
enz. zie de tabel
aan het eind van deze sectie.
1.
Open het GEBRUIKERSOPTIES menu en selecteer de [
SPRAAK OPTIE
]
optie en druk ter bevestiging op de knop.
1
2.
Het display toont de huidige opgeslagen instelling.
2
of Klik op de of knop totdat het display het gewenste instelling
toont, bijvoorbeeld, "Stem UIT" en druk ter bevestiging op .
3
3.
Ga terug naar stap 1
Een "Vrolijke melodie " wordt gespeeld. Het display bevestigt de
opgeslagen instelling en keert daarna terug naar stap 1.
4, 5
Aanvullende informatie (sectie C.14)
1
Voor gedetailleerde instructies hoe Gebruikersopties geselecteerd worden – zie secties B.1 en B.2.
2
a. Het display toont het huidige opgeslagen instelling (aangegeven door een
symbool), bijvoorbeeld,
"
Stem AAN
".
b. U kunt de spraak optie nu AAN of UIT zetten met de of knoppen.
3
Het
symbool verschijnt nu naast de nieuw geselecteerde optie.
4
U kunt nu een andere optie in het Gebruikersopties menu selecteren (zie secties B.1 en B.2), of het
programmeren verlaten (zie sectie B.3).
5
Indien u de Spraak optie hebt aangezet in de programmering, zorg er dan ook voor dat de spraak optie
op het bedieningspaneel is aangezet. Gebruik hiervoor de toets.
Alleen van toepassing op de PowerMaster-30 met spraak optie
STEM UIT
STEM AAN
SPRAAK OPTIE
PRIVE MELDINGEN EN BEDIENING PER TELEFOON EN SMS
52 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
7. Gebeurtenis doormelding en bediening per telefoon en SMS
Gebeurtenis melding per telefoon
De PowerMaster-10 / PowerMaster-30 kan voor selectieve gebeurtenissen een melding naar privé
telefoonnummers doormelden Zie Hoofdstuk 6, C.11 Privé telefoonnummers programmeren en SMS
doormelding.
In het geval van een alarm wordt het volgende sirenegeluid als melding naar privé telefoons gestuurd:
* BRAND: AAN - AAN - AAN - pauze.... (- - - - - - ......).
** INBRAAK: AAN continu ( ...)
*** NOODGEVAL 2-toon sirene; zoals een ambulance.
Voor het stoppen van de sirenegeluid druk op toets “2” van uw telefoontoestel. Het sirenegeluid stopt
onmiddellijk.
De opgeroepen partij (privé telefoonnummer) moet het bericht bevestigen (zoals hieronder verklaard). Als er
echter geen gehoor is, zal het sirenegeluid binnen een 45 seconden tijdslimiet zoveel keren als mogelijk worden
herhaald. Als de 45 seconden verstreken is zal de PowerMaster-10/ PowerMaster-30 de lijn verbreken en het
volgende privé telefoonnummer van de lijst bellen.
De privé telefoonnummer moet het bericht bevestigen door te drukken op de “2” toets van het telefoontoestel.
Ten gevolge hiervan kan de PowerMaster-10 / PowerMaster-30 doorgaan met het melden naar het volgende
geprogrammeerde telefoonnummer, of afhankelijk van de programmering, de gebeurtenis als gemeld
beschouwen – Zie Hoofdstuk 4C.10.
Gebeurtenis melden per SMS
Indien het systeem is uitgerust met een GSM module, kan het PowerMaster-10 / PowerMaster-30 systeem worden
geprogrammeerd om gebeurtenissen per SMS te melden naar 4 vooraf geselecteerde telefoonnummers Zie
Hoofdstuk4C.10. De SMS berichten kunnen worden voorzien van een "Huis Identiteit", bijvoorbeeld "Huis van
Jan", zie hoofdstuk ‘Afstandsbediening via SMS’, opdracht nr. 9.
Voorbeeld van de gemelde SMS berichten:
Huis van Jan (default is dit POWERMASTER-10/30)
**GEHEEL**
Huis van Jan (default is dit POWERMASTER-10/30)
**UITGESCHAKELD**
Huis van Jan
POWERMASTER-10 /POWERMASTER-30 LAGE BATTERIJ
GARAGE: LAGE BATTERIJ
Huis van Jan (default is dit POWERMASTER-10/30)
STATUSBERICHT 01 (Lijst gebeurtenissen wordt getoond).
Let op: Statusberichten kunnen alleen naar een mobiele nummer gestuurd worden
waarvan het
nummerherkenning niet door de eigenaar is uitgezet of geblokkeerd!
Afstandsbediening per telefoon
Met de PowerMaster-10 / PowerMaster-30 is het mogelijk om een verbinding tot stand te brengen tussen de
privé (mobiele) telefoon en de PowerMaster-10 / PowerMaster-30 via PSTN (vaste telefoonlijn) of GSM. Zodra
de verbinding tot stand is gebracht kan met behulp van de toetsen op uw telefoon verschillende inschakel
opdrachten op afstand uitgevoerd worden.
Voor het tot stand brengen van een verbinding met de PowerMaster-10 / PowerMaster-30 via PSTN:
1. Bel het PowerMaster-10 / PowerMaster-30 PSTN tel. nr.
2. Laat de lijn 2-4 overgaan en hang weer op.
1
3. Wacht 12-30 sec.
4. Bel opnieuw het PowerMaster-10/ PowerMaster-30 tel. nr. (gedurende 10 sec. hoort u geluid).
5. [*} (om het geluid te stoppen)
1
6. [gebruikerscode], [#]
2
7. [Gewenst commando, zie onderstaand tabel ]
3
PRIVE MELDINGEN EN BEDIENING PER TELEFOON EN SMS
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 53
Voor het tot stand brengen van een verbinding met de PowerMaster-10/ PowerMaster-30 via GSM:
1. Bel het PowerMaster-10 / PowerMaster-30 GSM tel. nr.
2. Laat de lijn 2-4 overgaan en hang weer op.
1
3. Wacht 12-30 sec.
4. Bel opnieuw het PowerMaster-10 / PowerMaster-30 GSM tel. nr.
5. [Gebruikerscode], [#]
2
6. [Gewenst commando, zie volgende tabel ]
3
Opmerkingen:
(1) Alternatief voor stappen 2 4: De PowerMaster-10 / PowerMaster-30 reageert op dezelfde wijze als u
één keer belt en wacht totdat de PowerMaster opneemt (in de VS is dit bijvoorbeeld 11 keer).
(2) De gebruikerscode hoeft maar één keer ingevoerd te worden.
(3) Als u langer dan 50 sec. wacht met het indrukken van een toets, verbreekt de PowerMaster-10 /
PowerMaster-30 de verbinding (dit kan per instelling/gebruik verschillen).
B. Mogelijke opdrachten
Opdracht Toets volgorde bij geen
Partities en/of
PowerMaster-10
Toets volgorde bij Partitie
functie en/of
PowerMaster-30
Opmerkingen
1
Uitschakelen [][1][#] [][0][partitie][1][#]
2
Inschakelen DEEL
(Thuis)
[][2][#] [][0][ partitie][2][#]
3
Inschakelen DEEL-
Direct [][2][1][#] [][0][ partitie][2][1]
[#]
4
Inschakelen TOTAAL
(Weg)
[][3][#] [][0][ partitie][3][#]
5
Inschakelen
TOTAAL-Direct
[][3][1][#] [][0][ partitie][3][1]
[#]
6
Inschakelen
TOTAAL-Kindzender
[][4][#] [][0][ partitie][4][#]
7
Inschakelen
TOTAAL-Direct-
Kindzender
[][4][1][#] [][0][ partitie][4][1]
[#]
8
Status van specifieke
partitie opvragen
(Alleen bij de Spraak
versie)
[][0][ partitie][9][#] Niet van
toepassing bij de
PowerMaster-10.
Werkt voor alle
toegestane
partities.
9
PGM uitgang
activeren
[][5][0] [0][1][#] [][5][device No.][1]
[#]
Niet van
toepassing bij de
PowerMaster-10
10
PGM uitgang
deactiveren
[][5][0] [0][0][#] [][5][device No.][0]
[#]
Niet van
toepassing bij de
PowerMaster-10
11
2-weg spraak
communicatie
activeren (Alleen bij
de Spraak versie
) (zie
sub-par. C)
[][7][#] [][7][#] Niet van
toepassing bij de
PowerMaster-10
12
Opgenomen bericht
AFSPELEN [][8][1]
[#] [][8][1]
[#] Niet van
toepassing bij de
PowerMaster-10
PRIVE MELDINGEN EN BEDIENING PER TELEFOON EN SMS
54 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
Opdracht Toets volgorde bij geen
Partities en/of
PowerMaster-10
Toets volgorde bij Partitie
functie en/of
PowerMaster-30
Opmerkingen
13
Bericht opnemen
START opname [][8][2]
[#] [][8][2]
[#] Niet van
toepassing bij de
PowerMaster-10
14
Bericht opnemen
STOP opname [][8][3]
[#] [][8][3]
[#] Niet van
toepassing bij de
PowerMaster-10
15
Opgenomen bericht
WISSEN [][8][4]
[#] [][8][4]
[#] Niet van
toepassing bij de
PowerMaster-10
16
Systeem status
opvragen (Alleen bij
de Spraak versie)
[][9][#] [][9][#] Niet van
toepassing bij de
PowerMaster-10
17
Afsluiten
(communicatie
stoppen)
[][9][9][#] [][9][9][#]
Afstandbediening via SMS
Het PowerMaster-10 / Powermaster-30 systeem uitgerust met een GSM module kan reageren op SMS
opdrachten van een willekeurige mobiele telefoon (een gedetailleerd beschrijving van het verstuurproces van
een SMS bericht wordt gegeven in de gebruikershandleiding van de mobiele telefoon).
De diverse SMS opdrachten worden in de onderstaande tabel beschreven:
In deze tabel betekent “<code>” een 4-cijferige gebruikerscode en betekent blanco spatie (zie de notitie).
SMS Opdrachten lijst
Opdracht SMS commando bij geen
partities en/of
PowerMaster-10
SMS commando bij partitie
functie en/of
PowerMaster-30
Opmerkingen
1 Inschakelen WEG “AAN <code>”
of “AA <code>”
“P# AAN <code>”
of “P# AA <code>”
2 Inschakelen WEG
Direct “DIRECT AAN <code>”
of “DIA <code>”
“P# DIRECT AAN <code>”
of“P# DIA <code>”
3 Inschakelen WEG
kindzender “KINDZENDER <code>”
of “KZ <code>”
“P# KINDZENDER <code>”
of “P# KZ <code>”
4 Inschakelen WEG
kindzender Direct “KINDZ DIRECT
<code>”
of
“KZD <code>”
“P# KINDZ DIRECT
<code>”
of
“P# KZD <code>
5 Inschakelen THUIS “DEEL <code>”
of “DE <code>”
“P# DEEL <code>”
of “P# DE <code>”
6 Inschakelen THUIS
Direct “DIRECT DEEL <code>”
of
“DID <code>”
“P# DIRECT DEEL
<code>”
of “P# DID <code>”
7 Uitschakelen “UIT <code>”
of “UI <code>”
“P# UIT <code>”
of “P# UI <code>
8 PGM uitgang activeren
“PGM AAN <code>”
of “PGMA <code>”
“P# PGM AAN <code>”
of “P# PGMA <code>
Nvt bij de
PowerMaster-10
9 PGM uitgang
deactiveren “PGM UIT <code>”
of “PGMU <code>”
“P# PGM UIT <code>”
of “P# PGMU <code>”
Nvt bij de
PowerMaster-10
PRIVE MELDINGEN EN BEDIENING PER TELEFOON EN SMS
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 55
Opdracht SMS commando bij geen
partities en/of
PowerMaster-10
SMS commando bij partitie
functie en/of
PowerMaster-30
Opmerkingen
10 Standaard huis id
definiëren (zie
opmerking)
“HUIS ID <code>
of
“HI <code>”
“P# HUIS ID <code>”
of
“P# HI <code>”
Huis ID, max. 16
karakters, bijv.
Huis van Jan
11 Systeem status
opvragen
“STATUS <code>”
of
“ST <code>”
“P# STATUS <code>”
of
“P# ST <code>”
Notitie:
De PowerMaster-10 / Powermaster-30 kan met een vertraging reageren bij de ontvangst van SMS berichten als
een GPRS sessie op dezelfde tijd wordt uitgevoerd met de meldkamer.
SPECIALE APPLICATIES EN FUNCTIES
56 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
8. Speciale applicaties en functies
Sociale alarmering
Naast het functioneren als een alarmsysteem, kan de PowerMaster-10/ PowerMaster-30 ook worden gebruikt
om mensen thuis in de gaten te houden als het systeem is uitgeschakeld (of zelfs als het systeem “DEEL”
oftewel THUIS is ingeschakeld met alleen een omtrek bescherming), en kan inactiviteit in zones binnenshuis
melden als geen beweging wordt geconstateerd binnen vooraf bepaalde tijdslimieten.
Om deze toepassing te gebruiken, dient u uw monteur te vragen om een tijdslimiet te programmeren waarin
afwezigheid van beweging wordt gemeld als een “inactiviteit” waarschuwingsbericht.
Ter verduidelijking: aangenomen wordt dat er een oudere, zieke of gehandicapte alleen in een beschermde
omgeving thuis verkeerd. Deze persoon, weliswaar invalide of ziek, zal niet uren volledig onbeweeglijk zijn en
het wordt verwacht dat hij/zij naar de keuken gaat om te eten of te drinken, of naar de badkamer of het toilet. Op
deze momenten zullen de bewegingsmelders in de gang, hal, keuken of slaapkamer deze beweging opmerken.
Belangrijk!
Om te zorgen dat de bewegingsmelders ook in uitgeschakelde toestand beweging moeten detecteren, moeten
alle bewegingsmelders door de monteur zodanig worden geconfigureerd dat deze in uitgeschakelde staat
activiteit waarnemen (d.w.z. "Niet actief" aanbevolen instelling ""JA + 5m vertraging").
Als bijvoorbeeld de tijdlimiet van de “Inactiviteit” door uw monteur is ingesteld op 6 uur dan zal een virtuele klok
6-uur gaan “aftellen”.
Als beweging wordt gedetecteerd binnen het 6-uren tijdsbestek zal de tijd weer vanaf het begin worden gestart
(de 6-uur klok wordt “gereset”) en er wordt geen waarschuwingsbericht verzonden.
Als er 6 uur lang geen beweging wordt gedetecteerd, verzendt het systeem een inactiviteit
waarschuwingsbericht naar een Meldkamer of naar privé telefoonnummers.
Bevestiging “batterij laag” in Keyfobs
Sommige locale eisen en regelingen vereisen dat de gebruiker een bevestiging moet geven dat hij/zij bekend is
dat de keyfob een “lage batterij” bericht heeft aangegeven. In dergelijke gevallen zal de monteur het systeem
als volgt programmeren:
Indien u het systeem wilt uitschakelen met een keyfob dat een lage batterijspanning heeft, zal gedurende 15
seconden een protesttoon klinken. Gedurende deze periode moet u weer op de uitschakelknop van de keyfob of het
controlepaneel drukken om het systeem uit te schakelen (voor het controlepaneel is een gebruikerscode vereist).
Indien dit binnen de 15 seconden gebeurt, wordt een Low Bat bericht in het logboek opgeslagen.
Als de uitschakel knop niet binnen de 15 seconden periode wordt ingedrukt, kunt u het systeem niet opnieuw
inschakelen, behalve als u een van de onderstaande acties onderneemt:
A. Druk tweemaal op TOTAAL (WEG) om het systeem in te schakelen.
B. Druk op TOTAAL (WEG( en druk daarna op de uitschakelen knop.
Het uitvoeren van een van deze twee acties slaat ook het bevestiging bericht in het event logboek op.
HET SYSTEEM TESTEN
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 57
9. Het systeem testen
Periodieke test
Alle componenten in uw beveiligingssysteem zijn zo onderhoudsvrij mogelijk ontworpen. Desondanks is het
aanbevolen het systeem tenminste eenmaal per maand te testen en na een alarm gebeurtenis te controleren
dat alle systeemsirenes, detectoren, keyfobs, keypads en ander randapparatuur juist functioneren. Volg de
instructies in deze sectie en als er zich een probleem voordoet, raadpleeg uw monteur onmiddellijk.
De test wordt in drie delen uitgevoerd.
Sirene test: Elke sirene van het systeem wordt automatisch 3 seconden geactiveerd (buitensirenes met een
laag volume).
Temperatuur sensor test: Indien het systeem is uitgerust met temperatuur sensors, toont het display de
gemeten temperatuur van elke sensor in graden Celsius of Fahrenheit.
Apparatuur test: Elk apparaat in het systeem wordt door de gebruiker geactiveerd en het display geeft aan
welke apparaten nog niet getest werden; de "ik ben het" indicatie helpt hen indien nodig te identificeren. Een
teller geeft ook het aantal apparaten aan dat nog niet getest werd.
Lees zorgvuldig de sectie “Aanvullende informatie” volgens de aangegeven referenties
1
enz. – zie de tabel
aan het eind van deze sectie.
A. Test menu openen
1.
Controleer dat het system is uitgeschakeld en druk dan herhaaldelijk op de
knop totdat het display toont "TESTMODE" en druk ter bevestiging
op .
1
2.
Het scherm vraagt u nu de hoofd gebruikerscode in te voeren.
2
3. CODE
Voer de hoofd gebruikerscode in.
2
3
Ga naar stap 4
B. Om de sirenes te testen
4. Het display toont nu [SIRENE TEST].
5. Voor het starten van de sirene test, druk op .
Onmiddellijk na het
drukken op , zullen alle 4 LED’s op het paneel gaan branden (LED
test).
4
Het display toont nu [SIRENE N]. Dit geeft het aantal in het systeem
ingeleerde sirenes aan die nog niet getest zijn.
Eerst wordt de systeem sirene 3 seconden geactiveerd, waarna het
PowerMaster-10 / Powermaster-30 systeem automatisch de procedure voor
eerstvolgende ingeleerde sirene zal herhalen totdat alle sirenes getest zijn.
5
Overtuig uzelf dat alle sirenes naar behoren functioneren.
6.
of
Als alle sirenes zijn getest, toont het display [EINDE SIRENE TST]. Druk op
de of knop ter bevestiging van de test en ga dan door met
de volgende stap voor het testen van de temperatuur sensors.
EINDE SIRENE TST
SIRENE N
SIRENE TEST
CODE:
TESTMODE
GEREED
00:
00
HET SYSTEEM TESTEN
58 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
C. Om de temperatuur sensors uit te lezen
7. Het display toont nu [TEMPERATUUR TEST].
8. Voor het tonen van de gemeten temperatuur waardes, druk op .
6
Het systeem laat de gemeten temperatuur van elke temperatuur zien. Het
display schakelt tussen temperatuur, sensor nummer en sensor locatie.
7
Druk op de knop om de temperaturen van alle temperatuur
sensoren te bekijken.
9.
of
Nadat alle temperatuur sensors zijn getoond, komt er [EINDE TEMP. TST] in
het display te staan. Druk op of om de test te sluiten en
verder te gaan met het testen van de overige componenten.
D. Om de overige componenten te testen
Het display toont nu [TEST ALLE APP.].
10.
Voor het openen van de test procedure van de apparaten, druk op .
11.
Het display toont nu [NIET ACTIEF NNN]. Dit geeft het aantal in het systeem
ingeleerde apparaten aan die nog niet getest zijn. Dit aantal telt automatisch
met elk getest apparaat achteruit.
Voor het starten van de apparaat test, druk op .
Het display toont het 1ste apparaat in de lijst van niet geteste apparaten. Het
wisselt af met het zonenummer, het apparaat type (bijv. een
magneetcontact, keyfob, keypad, enz.) en de locatie van het apparaat.
De test wordt uitgevoerd door het activeren van elk apparaat, zoals in
onderstaande tabel verklaard.
8
12.
Klik op voor het bladeren door de lijst van niet geteste apparaten.
9
13.
Als alle apparaten geactiveerd zijn, toont het display [EINDE APP. TEST]
gevolgd door [GEREED 00:00].
LOGEERKAMER
Z01:Temp. Sensor
EINDE TEMP. TST
Z01 24.5
°
C
TEMPERATUUR TEST
VOORDEUR
Z01 MAGN.CONTACT
Z01 NIET ACTIEF
GEREED
00:00
EINDE APP. TES
T
NIET ACTIEF NNN
TEST ALLE APP.
HET SYSTEEM TESTEN
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 59
Aanvullende informatie (Periodieke Test)
1
Display wordt getoond in uitgeschakelde staat en alle zones zijn beveiligd (00:00 of andere cijfers tonen
huidige tijd).
2
Indien u nog niet uw persoonlijke code hebt gewijzigd, gebruik de standaard instelling – 1111.
3
Als de INSTALLATEURSCODE wordt ingevoerd bij de ‘testmode’ in plaats van de GEBRUIKERSCODE,
zullen de LEDs van alle apparaten ook de communicatiekwaliteit indicatie geven - zie PowerMaster-10 /
PowerMaster-30 Installatiehandleiding.
4
Voor het overslaan van de SIRENE TEST en het selecteren van de APPARATEN TEST, druk op
.
5
De sirene test kan worden uitgevoerd op maximaal drie sirenes, inclusief de interne sirene. Externe
sirenes worden met een laag volume geactiveerd.
6
Indien er geen temperatuur sensoren zijn ingeleerd, zal er “GEEN APP. AANW.” In het display komen te
staan.
7
De getoonde temperatuur wordt weergegeven in graden Celsius of Fahrenheit, afhankelijk van de
programmering.
8
Activeer de componenten gedurende de “Testmode”. Controleer dat de LED op de apparaten als volgt bij
activering gaan branden:
Magneetcontact: Open en sluit de deur of raam dat door het magneetcontact beveiligd wordt.
Bewegingsensor: Voer een “looptest”, zoals beschreven in de handleiding van de detector.
Rookmelder: Voer een "Diagnostische test" uit, zoals beschreven in de handleiding van de
rookmelder.
Keyfob: Activeer een van de knoppen van de keyfob.
Bedieningspaneel: Voer een inschakel of uitschakel handeling uit of druk op een andere toets die de
LED activeert.
Repeater: Volg de "Diagnostische Test", zoals beschreven in de handleiding van de repeater.
Overige
componenten:
Volg de “Diagnostische tests" die in de handleiding van het apparaat beschreven
zijn, of activeer een van de functies.
9
a. Drie seconden nadat het apparaat in het display wordt getoond, zal de LED van het apparaat beginnen
te knipperen om u te helpen het apparaat te identificeren (“Ik ben het ").
b. Voor het beëindigen van de sessie, druk op de knop totdat het display [
<OK> = VERLATEN
]
toont en druk dan op .
ONDERHOUD
60 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
10. Onderhoud
De back-up batterij vervangen
De PowerMaster-10 / PowerMaster-30 maakt gebruik van netspanning voor zijn voeding maar bevat ook een
oplaadbaar backup 4.8V batterijpack om zeker te zijn van werking ook tijdens een stroomstoring (zie sticker op
deksel van het batterij compartiment). Na herstel van een stroomstoring wordt de batterij weer opgeladen tot zijn
volle capaciteit.
Het ontvangen van een CPU LAGE BATTERIJ storing bericht op uw LCD display als er geen stroomstoring is
of onmiddellijk na een stroomstoring, geeft een mogelijk defect aan in de batterij, wat een onmiddellijke
vervanging van de batterij vereist. U moet uw monteur raadplegen om deze dienst uit te voeren.
Batterijen in draadloze componenten vervangen
De draadloze componenten die met uw systeem zijn geleverd, worden gevoed door batterijen, die bij normaal
gebruik enige jaren blijven functioneren.
Als de batterijspanning echter zwak wordt, zendt de sensor zelf een “lage batterijspanning” bericht naar het
systeem, en een lage batterijspanning storingsbericht wordt, samen met de zone-informatie weergegeven (zie
hoofdstuk 3 - Storing informatie bekijken).
De betreffende handleidingen van deze sensors en apparaten moeten worden geraadpleegd voor een juiste
vervanging van de batterij door de monteur.
Toegang tot 24-uurs zones krijgen
Om toegang tot een sensor te krijgen, die een 24-uurs zone beveiligt, zonder een alarm te veroorzaken:
Druk op . het display geeft aan: GEBRUIKERSOPTIES
Druk op . het display geeft aan: TOETS CODE: ____.
Voer uw geheime 4-cijferige <Gebruikerscode> in – de zoemer zal een “vrolijke melodie” spelen (- - - ––––).
U heeft nu 4 minuten waarbinnen toegang kan worden verkregen tot de 24-uurs sensor en deze geopend kan
worden. Nadat de 4 minuten zijn verstreken, zal het systeem automatisch in de normale modus terugkeren.
De centrale reinigen
Het besturingspaneel kan vuil worden door vette vingers bij het bedienen en het kan na een lange periode van
gebruik, stof vergaren. Reinig het met alleen een licht vochtige zachte doek of spons en een mengsel van water
en een mild afwasmiddel, en veeg het daarna goed droog.
Gebruik nooit agressieve schoonmaakmiddelen! Gebruik ook nooit oplosmiddelen, zoals alcohol, kerosine,
aceton of thinner. Deze zullen de gepolijste buitenkant ruïneren en het transparante display van het venster
beschadigen.
Gebeurtenis Logboek
Alle gebeurtenissen worden in een gebeurtenis logboek met maximaal 1000 regels onthouden. U heeft als
hoofdgebruiker toegang tot dit logboek om de gebeurtenissen één voor één te bekijken en conclusies te
trekken.
Als het gebeurtenis logboek vol is, dan accepteert het nog wel nieuwe gebeurtenissen ten koste van de oude
gebeurtenis – het oudste gebeurtenis wordt verwijderd bij de registratie van elk nieuw gebeurtenis.
De datum en de tijd van elk gebeurtenis wordt onthouden. De gebeurtenissen in het logboek worden in
chronologische volgorde getoond – het begint bij de nieuwste en gaat door tot de oudste. De gebeurtenis beschrijving
wordt eerst gegeven, en daarna de datum en tijd. Deze worden afwisselend diverse keren getoond totdat u klikt op
om naar een ouder gebeurtenis te gaan, of totdat er 4 minuten lang geen handeling wordt verricht en het
systeem terugkeert naar de normale werkmodus.
ONDERHOUD
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 61
Het historisch overzicht wordt geopend door te klikken op de knop en dan het invoeren van de
Hoofdgebruiker code.
Als u een algemeen overzicht wilt krijgen van het gebruik van het logboek, zie dan de onderstaande procedure.
Lezen van het gebeurtenis logboek
Doe het volgende om het logboek uit te lezen:
1.
2. CODE
Als het PowerMaster-10 / Powermaster-30 display [TOETS CODE:
_____] toont, voer dan de huidige hoofdgebruiker code in.
De "Vrolijke melodie" wordt gehoord en het PowerMaster-10 /
PowerMaster-30 display toont [LOGBOEK]. (zie Belangrijke
mededeling!)
3.
Klik op de knop. Het laatste gebeurtenis wordt getoond.
Het gebeurtenis wordt getoond in twee delen, bijvoorbeeld, "Z13 alarm"
en dan "09/02/10 15:37".
De twee displays zullen afwisselend worden getoond totdat opnieuw op
gedrukt wordt om naar het volgende event te gaan of totdat het
event logboek na 4 minuten wordt afgesloten).
4.
Klik op de knop zoveel keren als u wilt om alle vereiste
gegevens te lezen.
Belangrijke mededeling! Het 5 keer achtereen invoeren van een
onjuiste code zal een 30 seconden durende uitsluiting van het keypad
veroorzaken.
Let op: Het systeem staat verwijdering van het gebeurtenis logboek niet
toe. Alleen de monteur is geautoriseerd om deze functie uit te voeren.
Het gebeurtenis Logboek verlaten
1. of
Druk op de of knop in het gebeurtenis logboek.
Het PowerMaster-10 / PowerMaster-30 display toont nu [
<OK> =
VERLATEN
].
2.
Klik op de knop.
Het systeem keert terug naar de normale werkmodus.
GEREED 00:00
<OK> = VERLATEN
09/02/10 15:37
Z13 alarm
LOGBOEK
TOETS
CODE: _____
GEREED 00:00
BIJLAGE A. PARTITIES
62 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
BIJLAGE A. PARTITIES
De PowerMaster-30 centrale biedt de mogelijkheid om het systeem in partities op te delen. De partitie functie
kan alleen door de installateur worden aangezet. Zodra de partitie functie is aangezet, verschijnen er speciale
partitie functies in het display. De partitie functie stelt u in staat om drie, onafhankelijke gebieden in- en uit te
schakelen, waarbij iedere gebruiker de autorisatie tot één of meerdere partitie krijgt.
Elke gebruiker kan een combinatie van de drie partities toegewezen krijgen en de partities kunnen onafhankelijk
van de status van de overige partities in- en uitgeschakeld worden. U kunt op deze manier aparte partities
toewijzen aan bijvoorbeeld een kantoor, de garage en de woning, die dan apart van elkaar kunnen worden in-
en uitgeschakeld.
Het systeem kent ook gezamenlijke ruimtes, waarbij een ruimte door twee aparte partities gebruikt wordt. Denk
hierbij bijvoorbeeld aan een gedeelde gang of entree van twee bedrijven. Elk bedrijf gebruikt zijn eigen partitie
en de gezamenlijke ruimte wordt pas actief als beide partities zijn ingeschakeld.
Een partitie selecteren
In de partitie mode laat het display het volgende zien:
P1: G P2: N P3: G
Druk op ; het display verandert naar:
KIES PARTITIE
Druk op , en om de gewenste partitie te selecteren.
Notitie: Na vijf seconden springt het systeem automatisch terug naar het standaard display.
Systeem In-/Uitschakelen
Zorg ervoor dat de partitie functie door de installateur is geactiveerd.
Alle partities In-/Uitschakelen
Om alle partities (welke Gereed zijn) tegelijk in/uit te schakelen, druk op de / of toets.
Een enkele partitie In/uitschakelen
Om een enkele partitie in/uit te schakelen, druk op de knop en selecteer de gewenste partitie 1, 2 of 3.
Druk vervolgens op de / of toets.
Toon status functie
De “toon status” functie laat de relevante informatie voor een enkele of alle partities zien.
Status Alle Partities
Druk vanuit de Gereed mode op de toets om de informatie van alle partities te bekijken. Druk
herhaaldelijk op om de geheugen/status berichten te bekijken.
Status Enkele Partitie
Druk vanuit de Gereed mode op en vervolgens op het gewenste partitie nummer. Het display toont de
informatie over deze partitie. Druk herhaaldelijk op om de geheugen/status berichten te bekijken.
Notitie: Na vijf seconden springt het systeem automatisch terug naar het standaard display.
Alleen PowerMaster-30
BIJLAGE A. PARTITIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 63
Sirene
Een partitie komt in alarm wanneer een alarmmelding van een sensor die is toegewezen aan deze partitie
binnenkomt. Sensoren hebben geen effect op partities waar ze niet aan toegewezen zijn. Een sirene is echter
toegewezen aan alle partities; de sirene zal dan ook af gaan als een alarm in één of meerdere partities ontstaat.
Sirene werking
De sirene wordt geactiveerd door een alarmmelding van een actieve sensor.
Overlappende sirene activatie van verschillende partities zorgen er niet voor dat de sirenetijd (tijd dat de
sirene klinkt) verlengd wordt.
Wanneer de sirene klinkt, zal deze pas stoppen zodra alle ingeschakelde partities zijn uitgeschakeld (of
wanneer de sirenetijd afgelopen is). Indien de sirene echter geactiveerd is door een zone uit een
gezamenlijke partitie, dan zal de sirene stoppen zodra één van de gezamenlijke partities is uitgeschakeld.
Indien er eerst een zone uit de gezamenlijke, en vervolgens een zone uit één van de partities in alarm is
gegaan, dan zal de sirene pas stoppen zodra alle partities zijn uitgeschakeld.
Indien er een brandmelding in partitie 1 en een inbraakmelding in partitie 2 heeft plaatsgevonden, dan zal
de sirene het BRAND alarm klinken. Indien partitie 1 is uitgeschakeld, wordt er een INBRAAK alarm
gehoord totdat de sirenetijd is afgelopen.
Partitie status display
De status van iedere partitie wordt op de volgende manier weergegeven:
P1:X P2:X P3:X
Elke X staat voor een andere partitie status:
G Gereed
N Niet Gereed
W Weg
T Thuis
I Inloop vertraging
U Uitloop vertraging
P Partitie (niet in gebruik)
KP-140 PG2/ KP-141 PG2 (met prox)
Het draadloze bedieningspaneel kan ook worden gebruikt om een partitie in-/uit te schakelen.
Een Partitie In-/Uitschakelen
Notitie: Zorg ervoor dat de partitie functie door de installateur is geactiveerd.
Om een partitie in- of uit schakelen, druk op het gewenste partitie nummer ( / / ) gevolgd door
de gewenste actie (THUIS) / (WEG) / (UITSCHAKELEN) en een geldige gebruikerscode of
proximity tag (KP-141 PG2).
KP-160 PG2 Arming Station
Het KP-160 PG2 Arming Station is een icoon gebaseerd grafisch bedieningspaneel en kan ook worden gebruikt
om een partitie in-/uit te schakelen met behulp van een proximity tag.
Een Partitie In-/Uitschakelen
Notitie: Zorg ervoor dat de partitie functie door de installateur is geactiveerd.
Om een partitie in- of uit schakelen, druk op het gewenste partitie nummer ( / / )gevolgd door de
gewenste actie (THUIS) / (WEG) / (UITSCHAKELEN) en presenteer vervolgens uw proximity
tag.
BIJLAGE B. VERKLARENDE WOORDENLIJST
64 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
BIJLAGE B. VERKLARENDE WOORDENLIJST
Hieronder is een alfabetische woordenlijst. Iedere term die in een cursieve lettertype wordt afgebeeld wordt
uitgelegd.
Afbreekperiode: als een alarm afgaat wordt eerst gedurende een beperkte periode de interne buzzer
geactiveerd die als alarmvertraging periode door de monteur is ingesteld. Als u per ongeluk een alarm doet
afgaan, kunt u het systeem binnen de alarmvertraging periode uitschakelen voordat de sirenes gaan luiden en
het alarm wordt gerapporteerd aan een responder.
Alarm: Er zijn 2 soorten alarmen:
Luid alarm de interne en externe sirenes klinken constant en het controlepaneel meldt de gebeurtenis
telefonisch door.
Stil alarm - de sirenes klinken niet, maar het controlepaneel meldt de gebeurtenis wel telefonisch door.
Een alarm wordt veroorzaakt door:
Een beweging die door een bewegingsdetector is gedetecteerd
Een statusverandering die door een magneetcontact is gedetecteerd een gesloten raam of deur wordt
geopend
Rook wordt gedetecteerd door een rookdetector
Er is sabotage aan één van de detectors
Tegelijkertijd op twee noodknoppen te drukken (paniek)
Responder: Een responder kan een professionele service provider (meldkamer) zijn waar de huiseigenaar of
bedrijfseigenaar zich op abonneert of een familierelatie/vriend die toestemt om op het beveiligde pand te letten
tijdens de afwezigheid van zijn bewoners. Het systeem rapporteert telefonisch de gebeurtenissen naar beide
responders
Bedieningspaneel: Het bedieningspaneel is een elektronische schakelpaneel die het alarmsysteem aan kan
sturen. Het verzamelt informatie van verschillende sensoren, verwerkt deze en zal op verschillende manieren
hierop reageren. Het bevat ook de gebruikersinterface - bedieningstoetsen, het numerieke keypad, display en
buzzer.
Bewegingsensors: Een passieve infrarood bewegingsensor. Bij het waarnemen van beweging zendt de sensor
een alarmsignaal naar het systeem. Na de verzending is het in de stand-by status om bewegingen te detecteren.
Detector: Het apparaat dat een alarm verstuurt, dat communiceert met het systeem (bijv. NEXT PG2 is een
bewegingsmelder, SMD-426 PG2 is een rookmelder)
Deurbelzones: Hiermee kunt u activiteiten in het beveiligde gebied nagaan als het alarmsysteem in de
uitgeschakelde status is. Als een belzone wordt “verstoord” gaat de zoemer twee keer af. De zoemer gaat niet
af als de zone weer vrij komt (terug naar de normale status). Wooncomplexen kunnen deze eigenschap
gebruiken voor het aankondigen van bezoekers. Bedrijven kunnen deze optie gebruiken als klanten het bedrijf
binnenkomen of als personeel beperkte gebieden betreden.
Let op: Een 24-uur zone of een brandzone mag niet als deurbelzone ingesteld worden, omdat beide zonetypes
een alarm doen afgaan als het systeem in de uitgeschakelde status is.
Hoewel een of meer zones als deurbel zones zijn aangemerkt, is het nog steeds mogelijk de deurbel functie in of uit te
schakelen met de deurbel AAN/UIT knop en
.
LED
Direct: u kunt het systeem programmeren op WEG-DIRECT of THUIS-DIRECT, hierdoor annuleert u de
inloopvertraging voor alle vertragingzones tijdens één inschakelingperiode.
U kunt bijvoorbeeld het controlepaneel in de THUIS-DIRECT modus inschakelen en in het beveiligde gebied
blijven. Alleen de omtrek beveiliging is actief en als u niet verwacht dat iemand onverwachts binnenkomt terwijl
het systeem is geactiveerd, is alarmering bij binnenkomst door de voordeur een goede beveiliging.
Om het systeem uit te schakelen zonder een alarm te veroorzaken, gebruikt u uw afstandsbediening
toetsenpaneel (dat gewoonlijk toegankelijk is zonder dat een omtrekzone wordt verstoord) of gebruik een keyfob
zender.
Draadloze rookmelder: Een gewone rookmelder en een draadloze PowerG zender in één behuizing. Nadat rook is
gedetecteerd, verzend de detector zijn ID code en een alarmsignaal en meerdere status signalen naar het
controlepaneel. Daar de rookdetector aan een speciale brandzone is gekoppeld, wordt een rookalarm geslagen.
BIJLAGE B. VERKLARENDE WOORDENLIJST
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 65
Geassocieerd: Heeft betrekking op apparaten.
Gebruikerscodes: De PowerMaster-10 / PowerMaster-30 is ontworpen om uw opdrachten uit te voeren,
aangenomen dat zij door een geldige veiligheidstoegangscode worden voorafgegaan. Onbevoegde personen
die deze code niet kennen en proberen om het systeem uit te schakelen zullen hierin niet slagen. Er zijn echter
bepaalde handelingen die zonder een gebruikerscode kunnen worden uitgevoerd daar zij niet het
veiligheidsniveau van het alarmsysteem in gevaar brengen.
Geen alarmzone: Uw monteur kan ook zones toewijzen die niet voor alarm bestemd zijn. Een bewegingsensor
die in een donkere trap is geïnstalleerd kan bijvoorbeeld automatisch het licht aandoen als iemand deze
donkere trap oploopt. Een ander voorbeeld is een miniatuur draadloze zender, gekoppeld aan een zone die het
openingsmechanisme van een hek bediend.
Geforceerde inschakeling: Als één van de systeem zones is geforceerd (open), kan het alarmsysteem niet
worden ingeschakeld. Een manier om dit probleem op te lossen is de oorzaak van de zonestoring te vinden en
te verwijderen (deuren en ramen sluiten). Een andere manier om dit op te lossen is een geforceerde
inschakeling een automatische de-activering van zones die nog steeds verstoord zijn totdat de
uitloopvertraging is afgelopen. Overbrugde zones zijn niet beveiligd tijdens de inschakelperiode. Zelfs als zij zijn
hersteld naar normaal (gesloten), overbrugde zones blijven onbeveiligd totdat systeem is uitgeschakeld.
Toestemming voor “geforceerd inschakelen” wordt door de monteur geweigerd als hij het systeem
programmeert.
Herstel: Als een detector van de alarmstatus naar de gewone stand-by status overgaat is hij “hersteld”.
Een bewegingdetector herstelt automatisch nadat een beweging is gedetecteerd en is gelijk weer in staat om te
detecteren. Een magnetische contactdetector herstelt alleen als de beveiligde deur of raam wordt gesloten.
Ik ben het. Het PowerMaster-10 / PowerMaster-30 systeem bevat een krachtige apparaat zoeker die u helpt het
betreffende apparaat, dat op het LCD getoond wordt als volgt te vinden:
Als de LCD een zone (apparaat) toont, gaat het LED op het betreffende apparaat knipperen om aan te geven Ik
ben het. De "Ik ben het" indicatie verschijnt na een bepaalde vertraging (max. 16 seconden) en duurt zolang de
LCD het apparaat toont met een timeout van 2 minuten.
Inschakelen: het alarmsysteem inschakelen is een actie waarbij een alarm afgaat als een zone wordt
“gestoord” door een beweging of bij het openen van een deur of raam. Het controlepaneel kan zijn ingeschakeld
in verschillende modi (zie WEG, THUIS, DIRECT en HUISSLEUTEL).
Kindzender: De Kindzender modus is een speciale inschakelmodus waarin "kinderen" die in het bezit zijn van
een code of keyfob een "kindzender uitschakel" bericht genereren naar de privé telefoonnummers die zijn
geprogrammeerd in het systeem als zij het systeem uitschakelen.
Als bijvoorbeeld ouders zeker willen zijn dat hun kind van school is teruggekomen en het systeem heeft
uitgeschakeld. Kindzender inschakeling is alleen mogelijk als het systeem in de WEG modus is ingeschakeld.
Magneetcontact: Een magnetisch aangestuurde schakelaar en een draadloze zender in een gedeelde
behuizing. De sensor wordt op deuren en vensters gemonteerd om veranderingen te detecteren (van gesloten
naar open en omgekeerd). Bij het waarnemen date en deur of venster open staat, zendt de sensor een “alarm”
signaal naar het systeem. Als het systeem niet is ingeschakeld zal deze het alarm systeem als “niet gereed voor
inschakeling” beschouwen totdat de deur of het venster beveiligd is en het systeem een “herstel” signaal van
dezelfde detector krijgt.
Overbrugging: Overbrugde zones zijn zones die niet ingeschakeld worden bij het inschakelen van het systeem.
Overbrugging maakt het mogelijk dat slechts een deel van het systeem wordt ingeschakeld, waardoor –terwijl
het systeem is ingeschakeld – vrije beweging van mensen mogelijk is in bepaalde zones.
Sensors: Het meetelement: Pyroelectrische sensor, photo-diode, microfoon, optische rooksensor enz.
Snelle inschakeling: Inschakeling zonder een gebruikerscode. Het systeem vraagt niet naar uw gebruikerscode
als u één van de inschakelingknoppen indrukt. Toestemming om deze inschakelingmethode te gebruiken wordt
door de monteur gegeven of geweigerd bij het programmeren van het systeem.
Standaard instellingen: Instellingen die van toepassing zijn voor een bepaalde groep apparaten.
Status: WEG, THUIS, WEG-DIRECT, THUIS-DIRECT, KINDZENDER, GEFORCEERD, OVERBRUGGEN.
Status: Netspanning storing, lage batterij, probleem, enz.
BIJLAGE B. VERKLARENDE WOORDENLIJST
66 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
THUIS (Deelschakeling): Deze alarmsituatie wordt gebruikt als de bewoners in het beveiligde pand zijn. Een
klassiek voorbeeld is bijv. als de familie zich voorbereid om te gaan slapen. Met de THUIS inschakeling zijn
omtrekzones beveiligd maar de interieur zones niet. Hierdoor worden bewegingen in de interieur zones door het
controlepaneel genegeerd, maar de verstoring van een omtrekzone zal alarm slaan.
Toegewezen: Heeft betrekking op zones.
Uitschakelen: Het tegenovergestelde van inschakelen een actie waarbij het controlepaneel naar de normale
stand-by status wordt hersteld. In deze status doen alleen een brand en 24-uur zones een alarm afgaan als
deze worden verstoord, een “noodalarm” kan ook afgaan.
Verstoorde zone: Een zone die in staat van alarm is (dit kan zijn veroorzaakt door een open venster of door
een beweging in het bereik van een bewegingsdetector). Een verstoorde zone wordt als “niet veilig” beschouwd.
WEG (Totaalschakeling): dit alarmtype wordt ingeschakeld als er niemand in het beveiligde gebied is. Alle
zones, interieur en omtrek zijn beveiligd.
Zone: een zone is een gebied in het beveiligde pand dat onder supervisie van een specifieke detector staat. Tijdens
programmering, stelt de monteur het controlepaneel in staat om het ID van de detectors te leren en deze naar
gewenste zone te koppelen. Daar de zone wordt onderscheiden volgens het nummer en de naam, kan het systeem
de zonestatus aan de gebruiker en alle door de zonedetector gerapporteerde gebeurtenissen in zijn geheugen
rapporteren. Directe en vertragingszones worden alleen bewaakt” als het controlepaneel is ingeschakeld, andere (24-
uur) zones worden “bewaaktindien het systeem wel of niet ingeschakeld is.
BULAGE D. SPECIFICATIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 67
BIJLAGE C. BRANDPLAN
Vuur kan snel in uw huis verspreiden waardoor u weinig tijd heeft om veilig te ontsnappen. Een veilige
ontsnapping kan worden bereikt door een vroege waarschuwing door rookdetectors en een vooraf geplande
brand ontsnappingsuitgang een ontsnappingsplan dat iedereen in uw familie kent en dat herhaalde malen is
beoefend.
Maak samen met alle bewoners van uw huis een evacuatieplan.
Maak een plattegrond op van uw huis waarbij twee manieren worden gevonden om uit iedere kamer te
ontsnappen, inclusief vensters. Vergeet niet om de locatie van iedere rookdetector aan te geven.
Test periodiek alle rookdetectors (door een gekwalificeerd testinstituut) om er zeker van te zijn dat zij in
goede staat van gebruik zijn. Vervang de batterijen op tijd.
Zorg ervoor dat iedereen het evacuatieplan begrijpt en het geluid van het rookalarm herkent. Wees er zeker
van dat iedereen de ontsnappingsroutes kent en dat deuren en ramen gemakkelijk kunnen worden
geopend.
Controleer dat ramen en deuren met veiligheidsgrendels een gemakkelijk openingsmechanisme aan de
binnenkant hebben, zodat zij onmiddellijk bij een noodgeval kunnen worden geopend. Snel te openen
mechanismen zullen uw veiligheid niet in de waag stellen, maar vergroten uw kansen op een veilige
evacuatie bij een brand.
Oefen de evacuatie ten minste twee keer per jaar, terwijl iedereen hierbij aanwezig is kinderen en
grootouders. Aanbevolen wordt dat kinderen eerst bekend raken met een brandoefening, voordat zij
onverwacht ´s nachts hiervoor worden wakker gemaakt. Het is belangrijk om te oefenen en niet om te
beangstigen, het is daarom net zo effectief om kinderen, voordat zij naar bed gaan, te vertellen dat er
vannacht een brandoefening wordt gehouden, of bij een onverwachte brandoefening. Als kinderen of andere
personen niet gelijk wakker worden bij een rookalarm, of als er kinderen of familieleden zijn met
bewegingsbeperkingen, is het noodzakelijk dat iemand aangewezen wordt om ze bij te staan bij een
brandoefening en bij een noodsituatie.
Stel een ontmoetingspunt vast buiten het pand, waar iedereen bij elkaar komt nadat zij uit het pand zijn
ontsnapt. Ga eerst naar buiten en bel vervolgens om hulp. Betreed het pand niet meer totdat de brandweer dit
toestaat.
Iedereen moet het nood telefoonnummer van de brandweer uit zijn hoofd kennen. Dan kan elk lid van het
huishouden van een mobiele telefoon of van het huis van de buurman opbellen.
Wees te allen tijde voorbereid op brandgevaar: als een rookalarm afgaat, verlaat u gelijk het pand en laat de
brandweer zijn taak doen!
Leer het evacuatieplan van het flatgebouw waarin u woont kennen. In geval van brand gebruikt u het trappenhuis
en nooit de lift.
Breng uw bezoekers op de hoogte van het evacuatieplan. Als u andere families bezoekt, informeer dan ook
over hun evacuatieplan. Als zij geen evacuatieplan hebben kunt u ze aanbieden om er samen één te maken. Dit
is bijzonder belangrijk als kinderen slaappartijtjes hebben bij vriendjes.
BULAGE D. Specificaties
D1. Functioneel
PowerMaster-10 PowerMaster-30
Zone nummers 30 draadloze zones, 1 bekabelde zone. 64 draadloze zones,2 bekabelde zones).
Vereisten bekabelde
zone
2,2 kE.O.L. weerstand (max. weerstand van
kabels 220 Ω).
2,2 kE.O.L. weerstand (max. weerstand van
kabels 220 Ω).
Installatie en
Gebruikers codes
1 hoofdinstallatie (9999 standaard)*
1 installatie (8888 standaard)*
1 hoofdgebruiker nr. 1
(1111 standaard)
Gebruikers nrs. 2 - 8
* Codes mogen niet identiek zijn
1 hoofdinstallatie (9999 standaard)*
1 installatie (8888 standaard)*
1 hoofdgebruiker,nr. 1
(1111 standaard)
Gebruikers nrs. 2 - 48
* Codes mogen niet identiek zijn
BULAGE D. SPECIFICATIES
68 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
Controle
voorzieningen
- Integraal keypad, draadloze keyfobs en keypads
- SMS opdrachten via optionele GSM/GPRS
module.
- Controle via telefoon.
Let op: Voor SIA CP-01 naleving, dient er een
externe sirene gebruikt te worden bij het gebruik van
KF-234 PG2.
- Integraal keypad, draadloze keyfobs en keypads
- SMS opdrachten via optionele GSM/GPRS
module.
- Controle via telefoon.
Display LCD enkele rij, 16 grote karakters met backlight. LCD enkele rij, 16 grote karakters met backlight.
Inschakel modes WEG, THUIS, WEG-DIRECT, THUIS-DIRECT,
KINDZENDER, GEFORCEERD, OVERBRUGGEN.
WEG, THUIS, WEG-DIRECT, THUIS-DIRECT,
KINDZENDER, GEFORCEERD, OVERBRUGGEN.
Alarmtypes Stil alarm, persoonlijk noodalarm, inbraakalarm, gas
alarm, brandalarm en water alarm.
Stil alarm, persoonlijk noodalarm, inbraakalarm, gas
alarm, brandalarm en water alarm.
Sirene signalen Continu (inbraak / 24 uur / paniek); drievoudige puls
– korte pauze - drievoudige puls... (brand);
viervoudige puls – lange pauze – viervoudige puls
(gas); lange puls – lange pauze – lange puls (water).
Continu (inbraak / 24 uur / paniek); drievoudige puls
– korte pauze - drievoudige puls... (brand);
viervoudige puls – lange pauze – viervoudige puls
(gas); lange puls – lange pauze – lange puls (water).
Sirene (bel) time-out Programmeerbaar (4 min. standaard) Programmeerbaar (4 min. standaard)
Geluidsopbrengst
interne sirene
Tenminste 85 dBA op 3 m Tenminste 85 dBA op 3 m
Supervisie Programmeerbaar tijdsbestek voor inactiviteitalarm Programmeerbaar tijdsbestek voor inactiviteitalarm
Speciale functies - Deurbel zones
- Diagnostische test en event logboek.
- Lokaal en Telefonisch programmeren, GSM /GPRS
verbindingen.
- Hulp inroepen door gebruik van een noodzender.
- Inactiviteitmelding van ouderen en lichamelijk
gehandicapten.
- Deurbel zones
- Diagnostische test en event logboek.
- Lokaal en Telefonisch programmeren, GSM
/GPRS verbindingen.
- Hulp inroepen door gebruik van een noodzender.
- Inactiviteitmelding van ouderen en lichamelijk
gehandicapten.
- Berichtenmachine (opnemen en afspelen)
- Tweeweg spraak communicatie
Gegevensraadpleging Alarm geheugen, storing, historisch overzicht Alarm geheugen, storing, historisch overzicht
Realtime klok (RTC) De centrale houdt tijd en datum bij en toont deze. Deze
eigenschap wordt ook gebruikt in het historisch
overzicht om datum en tijd van elk event te geven
De centrale houdt tijd en datum bij en toont deze. Deze
eigenschap wordt ook gebruikt in het historisch
overzicht om datum en tijd van elk event te geven
Batterijtest Elke 10 seconden Elke 10 seconden
D2. Draadloos
PowerMaster-10 PowerMaster-30
RF Netwerk PowerG 2-weg gesynchroniseerd frequentie hopping
(TDMA / FHSS)
PowerG 2-weg gesynchroniseerd frequentie hopping
(TDMA / FHSS)
Frequentiebanden
(MHz)
433 – 434 868 - 869 912 - 919 433 – 434 868 - 869 912 - 919
Hopping frequenties 8 4 50 8 4 50
Regio Wereldwijd Europa Noord Amerika
en
geselecteerde
landen
Wereldwijd Europa Noord
Amerika en
geselecteerde
landen
Versleuteling AES-128 AES-128
BULAGE D. SPECIFICATIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 69
D3. Elektrisch
PowerMaster-10 PowerMaster-30
Externe AC/AC
adapter
Europa: 230VAC 50Hz invoer, 9VAC 700mA
uitvoer.
USA: 120VAC 60Hz invoer, 9VAC 1.000mA uitvoer.
Niet beschikbaar
Externe AC/DC
adapter
- Externe (wandmontage) geschakelde voeding
100VAC tot 240VAC, 50/60Hz, 0.5A / 12.5 VDC,
1,6A
Interne AC/DC Interne geschakelde voeding:
Invoer: 100-240V AC, 0.12 A Max.
Uitvoer: 7.5V DC, 1.2A Max.
Interne geschakelde voeding:
invoer: 100-240VAC, 0.5A
Uitvoer: 12.5 VDC, 1.6A.
Stroomverbruik Ongeveer 70 mA stand-by, 1200 mA bij volledige
belasting.
Ongeveer 40 mA stand-by, 1400 mA bij volledige
belasting.
Lage batterij
Ondergrens
4.8 V 7.2 V (6-cell battery pack)
9.6 V (8-cell battery pack)
Back-up batterijen 44.8V 1300 mAh, oplaadbare NiMH batterijen, p/n
GP130AAM4YMX, gefabriceerd door GP of
gelijkwaardig
Waarschuwing! Explosiegevaar als de batterij door
een onjuist type wordt vervangen. Gebruikte
batterijen moeten overeenkomstig de instructies van
de fabrikant worden weggegooid.
Let op: Voor naleving met UL standaarden moeten
de back-up batterijen een levensduur hebben van
meer dan 24 uur en voor naleving met CE
standaarden meer dan 12 uur.
Backup Batterij Opties:
Backup periode
Maximaal stroomverbruik van externe
componenten (1)
1300 mAh
6 Batterij
Pak (2)
1800 mAh
8-Batterij
Pak (3)
2200 mAh 8-
Batterij Pak
(4)
4u 210mA 300mA 380mA
8u 90mA 160 mA 200mA
12u 45mA 90 mA 120 mA
24u 0mA 25 mA 45mA
36u (geen
backup)
5mA 15mA
48u (geen
backup)
(geen backup)
0mA
1 Alle componenten die op de 12V en GND
klemmen van de PowerMaster-30 aangesloten
zijn, inclusief de interne GSM en proximity lezer.
2 7.2V 1300 mAh, oplaadbaar NiMH batterij pak,
p/n GP130AAH6BMX, geproduceerd door GP.
3 9.6V 1800 mAh, oplaadbaar NiMH batterij pak,
p/n GP180AAH8BMX, geproduceerd door GP.
4 9.6V 2200 mAh, oplaadbaar NiMH batterij pak
(op aanvraag).
Waarschuwing! Explosiegevaar als de batterij door
een onjuist type wordt vervangen. Gebruikte
batterijen moeten overeenkomstig de instructies van
de fabrikant worden weggegooid.
Let op: Voor naleving met UL standaarden moeten
de back-up batterijen een levensduur hebben van
meer dan 24 uur en voor naleving met CE
standaarden meer dan 12 uur.
Oplaadtijd 80 % ( 13 uur) 80 % ( 30 uur) voor alle batterij types
Optionele back-up
batterijen
4.8V 2200 mAh, oplaadbare NiMH batterijen, p/n
GP230AAHC4YMX, gefabriceerd door GP
Zie de “backup batterij” tabel hierboven.
Oplaadtijd (optionele
back-up batterijen)
80 % ( 24 uur) Niet van toepassing
BULAGE D. SPECIFICATIES
70 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
Totaal stroomverbruik
bekabelde detectors
(som)
Niet van toepassing 36* mA max.
Stroomverbruik
buitensirene (EXT)
Niet van toepassing 450* mA max @ 12.5 VDC wanneer de centrale door
netspanning gevoed wordt (10.5 V DC in standby
mode)
Stroomverbruik
binnensirene (INT)
Niet van toepassing 450* mA max @ 12.5 VDC wanneer de centrale door
netspanning gevoed wordt (10.5 V DC in standby
mode)
* De totale stroomafname van de PowerMaster-
30 uitgangen (INT, EXT sirenes, PGM uitgang
en detectors) mag niet meer dan 550 mA
bedragen.
PGM Huidige verbinding naar centrale GND 100 mA max.
Max. externe DC voltage +30 VDC
Huidige verbinding naar centrale GND 100 mA max.
Max. externe DC voltage +15 VDC
Overbelasting /
kortsluit bescherming
Niet van toepassing Alle uitgangen zijn gezekerd door een automatische
zekering.
D4. Communicatie
PowerMaster-10 PowerMaster-30
Communicatie PSTN; GSM; GPRS; IP (voor toekomstig gebruik) PSTN; GSM; GPRS; IP (voor toekomstig gebruik)
Ingebouwde modem 300 baud, Bell 103 protocol 300 baud, Bell 103 protocol
Gegevensuitwisseling
naar lokale computer
Via RS232 seriële poort Via RS232 seriële poort
Doormelding 2 Meldkamernummers, 4 privé telefoons 2 Meldkamernummers, 4 privé telefoons
Protocol SIA, Contact ID, Scancom, SIA IP, Visonic
PowerNet.
SIA, Contact ID, Scancom, SIA IP, Visonic
PowerNet.
Pulssnelheid 10, 20, 33 en 40 pps - programmeerbaar 10, 20, 33 en 40 pps - programmeerbaar
Bericht naar privé
nummers
Toon Toon of spraak
Bel detectie De eenheid ondersteunt geen bel detectie zonder de
aanwezigheid van DC voltage op de telefoonlijn.
De eenheid ondersteunt geen bel detectie zonder de
aanwezigheid van DC voltage op de telefoonlijn
D5. Fysieke eigenschappen
PowerMaster-10 PowerMaster-30
Werktemperatuur
Bereik
-10°C tot 49°C -10°C tot 49°C
Opslagtemperatuur
Bereik
-20°C tot 60°C -20°C tot 60°C
Vochtigheid 85% relatieve vochtigheid, @ 30°C 85% relatieve vochtigheid, @ 30°C
Afmetingen 196 x 180 x 55 mm (7-5/8 x 7 x 2 in.) 266 x 206 x 63 mm (10-7/16 x 8-18 x 2-1/2 in.)
Gewicht 658 g (incl. batterij) 1.44Kg (incl. batterij)
Kleur Wit Wit
D6. Randapparatuur en Accessoires
PowerMaster-10 PowerMaster-30
Modules GSM/GPRS, IP (toekomstig gebruik) GSM/GPRS, IP (toekomstig gebruik)
Overige draadloze
componenten
30 detectors, 8 keyfobs, 8 keypads, 2 sirenes, 4
repeaters, 8 proximity tags
64 detectors, 32 keyfobs, 32 keypads, 8 sirenes, 4
repeaters, 32 proximity tags
Draadloze
componenten en
randapparatuur (*):
Magneetcontact: MC-302 PG2
Bewegingsdetectors: Next PG2; Next K9 PG2
PIR Camera Detectors: Next CAM PG2; Next CAM-
Magneetcontact: MC-302 PG2
Bewegingsdetectors: Next PG2; Next K9 PG2
PIR Camera Detectors: Next CAM PG2; Next CAM-
BULAGE D. SPECIFICATIES
D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding 71
(*) Visonic ontwikkelt
continu aanvullende
draadloze
componenten, welke in
2011/2012
beschikbaar zijn.
k9 PG2
Rookmelder: SMD-426 PG2/ SMD-427 PG2
GSM Module: GSM-350 PG2
Keyfob: KF-234 PG2
Keypad: KP-140 PG2/KP-141 PG2 (met proximity
tag)
Binnensirene: SR-720 PG2
Buitensirene: SR-730 PG2
Repeater: RP-600 PG2
k9 PG2
Rookmelder: SMD-426 PG2/ SMD-427 PG2
GSM Module: GSM-350 PG2
Keyfob: KF-234 PG2
Keypad: KP-140 PG2/KP-141 PG2 (met proximity
tag)
Binnensirene: SR-720 PG2
Buitensirene: SR-730 PG2
Repeater: RP-600 PG2
BIJLAGE E. Nalevingverklaring
Visonic Group verklaart hierbij dat de centrale eenheden en hulpstukken van de PowerG series zodanig zijn
ontworpen dat zij voldoen aan:
V.S. standaarden: USA: (FCC) CFR 47 deel 15 en deel 68
Canadese standaarden: RSS 210
Europese CE standaarden
De PowerMaster-10/ PowerMaster-30 is compatibel met de RTTE vereisten - Richtlijn 1999/5/EC van het
Europees Parlement en van de Raad van 9 maart 1999.
In overeenstemming met de Europese standaard EN50131-1, is de veiligheidskwalificatie 2 - laag tot middelmatig
risico" voor zowel de PowerMaster-10 als PowerMaster-30. De omgevingsclassificatie is II - "algemeen
binnenshuis" en het type stroomvoorziening is A. EN 50131-6.
Gecertificeerd door de Nederlandse test en certificatie instelling Telefication B.V.
GSM standaarden:
Europa: Voldoet aan CE standaarden 3GPP TS 51.010-1, EN 301 511, EN301489-7
USA: CFR 47 deel 22 (GSM850) en deel 24 (GSM 1900).
FCC VERKLARING
Het 915 MHz model van dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. Het gebruik is onderworpen aan de
volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke verhindering veroorzaken en (2) Dit apparaat
moet elke verhindering accepteren, ook die verhindering die een ongewenst effect kan veroorzaken.
De digitale circuits van deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor
een digitaal apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-regels. Deze grenswaarden dienen om een
redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing in een particuliere installatie. Door deze apparatuur
wordt radiofrequentie-energie gegenereerd, gebruikt en mogelijk uitgestraald en indien niet geïnstalleerd en
gebruikt volgens de instructies, zou het schadelijke storing kunnen veroorzaken voor radiocommunicatie. Er is
echter geen garantie dat in een bepaalde installatie geen storing zal optreden. Mocht het apparaat storing in
radio- of televisieontvangst veroorzaken, wat kan worden vastgesteld wanneer de apparatuur uit en aan wordt
gezet, dan kunt u met de volgende maatregelen trachten de storing te verhelpen:
Verander de positie van de ontvangstantenne.
Zet de apparatuur en het ontvangende apparaat verder bij elkaar vandaan.
Sluit de apparatuur niet aan op hetzelfde stopcontact als het ontvangende apparaat.
Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-technicus.
Bij 915 MHz voldoet dit product aan de FCC vereisten.
LET OP: DE FABRIKANT OS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR ENIGE RADIO of TV STORING, DIE
VEROORZAAKT ZIJN DOOR NIET GEAUTORISEERDE AANPASSINGEN AAN DEZE APPARATUUR.
DERGELIJKE AANPASSINGEN KUNNEN DE TOESTEMMING AAN DE GEBRUIKER OM DE APPARATUUR
TE GEBRUIKEN ONGELDIG VERKLAREN.
72 D-303746 PowerMaster-10 / PowerMaster-30 Gebruikershandleiding
WAARSCHUWING Instructiemelding van de eigenaar: "Mag niet worden verwijderd dan door de bewoner".
Als de “PowerMaster-10/ PowerMastrer-30” schade berokkent aan het telefoon netwerk, zal het telefoonbedrijf u
vooraf in kennis stellen, dat een tijdelijke onderbreking van de dienstverlening vereist kan zijn. Als de
mededeling vooraf niet praktisch is, zult u zo spoedig mogelijk in kennis worden gesteld. U wordt ook gewezen
op uw recht indien nodig een klacht in te dienen bij de FCC.
De telefoonbedrijf kan wijzigingen aanbrengen in
haar faciliteiten, apparatuur, activiteiten of procedures die de
werking van de apparatuur kunnen beïnvloeden.
Indien dit gebeurt, zal het telefoonbedrijf u vooraf op de hoogte
stellen zodat u de noodzakelijke aanpassingen kunt maken om een niet gestoorde dienst te onderhouden.
Als problemen worden ervaren met de “PowerMaster-10”, moet u zich voor reparaties of garantie informatie
wenden tot Visonic Inc. USA., 65 West Dudley Town Road, Bloomfield, CT 06002, phone number: 8 602 430
833, URL: www.visonic.com. Als de apparatuur schade berokkent aan het telefoon netwerk, kan het
telefoonbedrijf u verzoeken de apparatuur af te sluiten totdat het probleem is opgelost.
De technische documentatie, zoals vereist door de European Conformity Assessment procedure wordt bewaard in:
UNIT 6 MADINGLEY COURT CHIPPENHAM DRIVE KINGSTON MILTON KEYNES MK10 0BZ.
TEL.: +44(0)845 0755800 FAX: +44(0)845 0755801
W.E.E.E. recycling productdeclaratie
Neem contact op voor informatie over de recycling van dit product met het bedrijf waarvan u het hebt aangeschaft. Als u dit product niet
gebruikt en het niet ter reparatie aanbied, moet u het product retour zenden volgens de voorschriften van uw leverancier. Het is niet
toegestaan om dit product weg te gooien met het huisafval.
Reglement 2002/96/EC Elektrische en elektronische apparatuur afval
.
VISONIC LTD. (ISRAEL):
P.O.B 22020 TEL-AVIV 61220 ISRAEL. PHONE: (972-3) 645-6789, FAX: (972-3) 645-6788
VISONIC INC. (U.S.A.): 65 WEST DUDLEY TOWN ROAD, BLOOMFIELD CT. 06002-1376. PHONE: (860) 243-0833,
(800) 223-0020
FAX: (860) 242-8094
VISONIC LTD. (UK): UNIT 6 MADINGLEY COURT CHIPPENHAM DRIVE KINGSTON MILTON KEYNES MK10 0BZ.
EL.: +44(0)845 0755800 FAX: +44(0)845 0755801 PRODUCT SUPPORT: +44(0)845 755802
VISONIC GMBH (D): KIRCHFELDSTR. 118, D-42015 DÜSSELDORF, GERMANY, FAX (0211) 60069619
Email: info-dach@visonic.com
VISONIC IBERICA: ISLA DE PALMA, 32 NAVE 7, POLÍGONO INDUSTRIAL NORTE, 28700 SAN SEBASTIÁN DE
LOS REYES, (MADRID), ESPAÑA. TEL (34) 91659-3120, FAX (34) 91663-8468. www.visonic-
iberica.es
INTERNET
:
www.visonic.com
VISONIC LTD. 2012 POWERMASTER-10/30 User's Guide D-303746 Rev 0 (1/12)
Translated from D-303223 Rev. 0
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Visonic PowerMaster-10-30 G2 Version 18 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Visonic PowerMaster-10-30 G2 Version 18 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,24 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Visonic PowerMaster-10-30 G2 Version 18

Visonic PowerMaster-10-30 G2 Version 18 Installatiehandleiding - Nederlands - 112 pagina's

Visonic PowerMaster-10-30 G2 Version 18 Gebruiksaanwijzing - English - 74 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info