05. Begrippenverklaring
Stootsensor:
sensoren in de rubberen bumpers aan de
voor- en achterkant treden in werking
wanneer de robotmaaier op een vaste
hindernis botst.
Bij activering van de stootsensor stoppen
de maaimessen onmiddellijk en blijft de
robotmaaier staan.
Vervolgens verandert de robotmaaier van
richting en zet hij het maaien in tegen -
gestelde richting verder.
Noodstoptoets:
de rode toets bevindt zich bovenaan het
toetsenveld van de afstandsbediening.
Wanneer u deze toets indrukt terwijl de
robotmaaier werkt, valt deze meteen stil.
Hefsensor:
wanneer de voorzijde van de robotmaaier
ongeveer 2,5 cm van de grond wordt
getild terwijl het mes ronddraait, wordt het
mes automatisch uitgeschakeld.
05.01 Veiligheidsvoorzieningen
04.03 Functieoverzicht:
De begrenzingsdraad heeft de volgende
functies:
- De begrenzingsdraad bakent het
maaibereik van de robotmaaier af.
- De robotmaaier rijdt bij het
“kantmaaien” langs de geïnstalleerde
begrenzingsdraad.
- De begrenzingsdraad geeft de
robotmaaier de weg aan, wanneer hij
moet worden opgeladen en naar het
station moet rijden.
Het station heeft de volgende twee
functies:
- Een signaal door de begrenzingsdraad
zenden (zeer lage signaalsterkte).
- De robotmaaier opladen.
04.04 Korte handleiding:
Na plaatsing van de begrenzingsdraad
moet het station 2 op het stroomnet
worden aangesloten. Het station dient
daarna als signaalgever voor de
begrenzingsdraad en als laadstation voor
de robotmaaier.
Zodra de robotmaaier 1 het station 2
heeft verlaten, stuurt het station een
bepaald signaal (zeer geringe signaal -
sterkte) door de begrenzingsdraad 3.
De robotmaaier 1 herkent dit signaal via
sensoren en rijdt niet over de begren -
zingsdraad. Daardoor bakent de
geplaatste begrenzingsdraad 2 het
gewenste maaibereik (maaizone A) van
de robotmaaier 1 nauwkeurig af.
Zo kunnen ook gebieden (verboden
oppervlakken) via geïnstalleerde
verboden zones worden afgebakend van
de te maaien gazonoppervlakken. Deze
verboden oppervlakken worden niet
bereden.
Binnen de maaizone A beweegt de
robotmaaier 1 vooruit en achteruit en
maait daarbij het gazon.
Wanneer de robotmaaier tijdens het
maaien de begrenzingsdraad bereikt of
tegen een vast en hard voorwerp (hoger
dan 15 cm) botst, blijft hij kort stilstaan,
wijzigt hij de rijrichting in een scherpe
hoek en gaat hij door met maaien.
04.05 Aanbevolen minimale
gebruikstijd:
0478 131 9919 A - NL
6
Gazonopper-
vlak [m²]
400 800 1200 1600 2000
Maaiuren
per week
3 6 9 12 15
AANWIJZING