29
Als de verwarmingsketel buiten
vochtige ruimtes opgesteld wordt,
kan de netaansluiting van het toe-
behoren direct aan de regeling
plaatsvinden. Deze aansluiting
wordt rechtstreeks met de installa-
tieschakelaar geschakeld (max.
6 A).
Laagspanningsstekker
!
Buitentemperatuursensor
Montage:
■ Aan de noordelijke of noordwes-
telijke muur, 2 tot 2,5 m boven de
grond, bij gebouwen met ver-
schillende verdiepingen op de
bovenste helft van de 2e verdie-
ping
■ Niet boven ramen, deuren en
luchtafvoeren
■ Niet direct onder het balkon of de
dakgoot
■ Niet dichtplamuren
■ Twee-aderige kabel, max. 35 m
lengte bij een kabeldoorsnede
van 1,5 mm
2
%
Boilertemperatuursensor (zit bij de
regeling)
aVG
KM-BUS-deelnemer (toebehoren)
■ Afstandsbediening Vitotrol 200A
of 300A
■ Vitocom 100
■ Uitbreidingsset mengklep
■ Zonneregelingsmodule, type
SM1
■ Uitbreiding EA1
■ Draadloze basis
Externe aanvraag via schakelcontact
Aansluitmogelijkheden:
■ Uitbreiding EA1 (toebehoren, zie
aparte montageaanwijzing)
■
Stekker lH.
Bij gesloten contact wordt de brander
lastafhankelijk gebruikt. Het ketelwater
wordt tot op de in het codeeradres ”9b”
in groep ”Algemeen”/1 ingestelde
waarde opgewarmd. De begrenzing van
de ketelwatertemperatuur gebeurt door
deze gewenste waarde en de elektroni-
sche maximumbegrenzing (codeer-
adres ”06” in de groep ”Ketel”/2).
Externe kabels aansluiten
(vervolg)
5459 441 B/fl