Afb.5
A
Veiligheidsaansluiting (veiligheidsklep en ontluch-
ting) G 1¼
B
Ketelaanvoer PN 6 DN 50
C
Mof voor regelinrichtingen R ½
D
Mof voor minimumdrukbewaker (laagwaterniveau-
beveiliging) R ½
E
Ketelretour 2
PN 6 DN 40
F
Ketelretour 1
PN 6 DN 50
G
Aftapping en expansievat R 1
H
Condenswaterafvoer R ½
Aanwijzing
De Vitocrossal is alleen geschikt voor verwarmingsin-
stallaties met geforceerde circulatie.
Geen vierwegmengkleppen, overstortkleppen of
andere aanvoer-/retourbypassen inbouwen.
Geen warmteverbruikers aan de veiligheidsaansluiting
aansluiten.
1. Verwarmingsinstallatie grondig spoelen.
2. De verwarmingscircuits aansluiten.
■
Aansluiting van een verwarmingscircuit: De ver-
warmingsretour aan de ketelretour
F
aansluiten.
■
Aansluiting van twee verwarmingscircuits: Het
verwarmingscircuit met het hogere temperatuurni-
veau aan de ketelretour
E
aansluiten.
Aan de ketelretour
F
minstens 15 % van het
ketelvermogen aansluiten.
Veiligheidsaansluitingen
Montageaanwijzing kleinverdeler
1. De veiligheidsleidingen installeren.
Minimumdoorsnedes veilig-
heidsklep
Inlaataansluiting
■
87 kW DN 20
■
115 en 142 kW DN 25
Afblaasleiding
■
87 kW DN 25
■
115 en 142 kW DN 32
Leiding naar het expansievat DN 20
2. Dichtheid van de aansluitingen aan verwarmings-
waterzijde controleren.
Toegel. werkdruk: 4 bar/0,4 MPa
Testdruk: 5,2 bar/0,52 MPa
Aan verwarmingswaterzijde aansluiten
5858 417 B/fl