813781
82
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/112
Pagina verder
Bedieningshandleiding
voor de gebruiker van de installatie
VIESMANN
Verwarmingsinstallatie en woningventilatiesysteem met warmtepompregeling
Vitotronic 200, type WO1C
VITOTRONIC 200
5817956 NL 11/2023 Bewaren a.u.b.!
2
Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig
op ter voorkoming van lichamelijk letsel en
materiële schade.
Toelichting bij veiligheidsvoorschriften
Gevaar
Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.
!Opgelet
Dit teken waarschuwt voor materiële schade en
schade aan het milieu.
Opmerking
Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aan-
vullende informatie.
Doelgroep
Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor de bedie-
ners van de installatie.
Dit apparaat kan ook worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met verminderde fysi-
sche, sensorische of mentale vaardigheden of gebrek
aan ervaring en kennis, wanneer ze onder toezicht zijn
of zijn onderwezen in het veilig gebruik van het appa-
raat en de gevaren die het gebruik van het apparaat
met zich meebrengt.
!Opgelet
Kinderen in de buurt van het apparaat onder
toezicht stellen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en door de gebruiker te verrichten
onderhoud mogen niet worden verricht door
kinderen die niet onder toezicht staan.
Aansluiting van het toestel
Het toestel mag enkel door erkende vakmensen aan-
gesloten en in bedrijf genomen worden.
Vermelde elektrische aansluitvoorwaarden naleven.
Wijzigingen aan de aanwezige installatie mogen
enkel door erkende vakmensen worden uitgevoerd.
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan
de installatie kunnen leiden tot levensgevaarlijke
ongevallen.
Elektrische werkzaamheden mogen alleen door
elektromonteurs worden uitgevoerd.
Werkzaamheden aan het toestel
Instellingen en werkzaamheden aan het toestel
enkel volgens de instructies in deze gebruiksaanwij-
zing uitvoeren.
Overige werkzaamheden aan het toestel mogen
enkel door bevoegde vakmensen worden uitgevoerd.
Toestel niet openen.
Bekledingen niet verwijderen.
Aangebouwde delen of geïnstalleerde toebehoren
niet veranderen of verwijderen.
Buisverbindingen niet openen of aantrekken.
Gevaar
Hete oppervlakken kunnen brandwonden ver-
oorzaken.
Toestel niet openen.
Hete oppervlakken en niet-geïsoleerde buizen
en armaturen niet aanraken.
Wat te doen bij brand
Gevaar
Bij vuur bestaat verbrandingsgevaar.
Installatie uitschakelen.
Goedgekeurde brandblusser van brandklasse
ABC gebruiken.
Veiligheidsvoorschriften
Voor uw veiligheid
5817956
3
Voorwaarden voor de opstelling
Gevaar
Licht ontvlambare vloeistoffen en materialen
(bijv. benzine, oplos- en reinigingsmiddelen, verf
of papier) kunnen ontploffingen en branden ver-
oorzaken.
Dergelijke stoffen niet in de stookruimte en niet
in de directe omgeving van de verwarmingsin-
stallatie opslaan of gebruiken.
!Opgelet
Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen
schade aan de installatie veroorzaken en een
veilige werking belemmeren.
Toegelaten omgevingstemperaturen respecte-
ren volgens de gegevens in deze gebruiks-
aanwijzing.
Toestel voor binnenopstelling:
Luchtverontreiniging door halogeenkoolwa-
terstoffen (deze bevinden zich bijv. in ver-
ven, oplosmiddelen en reinigingsproducten)
vermijden.
Permanent hoge luchtvochtigheid (bijv. door
voortdurend wasgoed te drogen) vermijden.
Extra componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen
!Opgelet
Componenten die niet met de installatie zijn
gekeurd, kunnen leiden tot schade aan de
installatie of de goede werking ervan belemme-
ren.
Montage respectievelijk vervanging uitsluitend
door het installatiebedrijf laten uitvoeren.
Veiligheidsvoorschriften
Voor uw veiligheid (vervolg)
5817956
4
1. Eerst informeren Symbolen ............................................................................................... 8
Vaktermen .............................................................................................. 8
Reglementair gebruik ............................................................................. 8
Productinformatie ................................................................................... 9
Warmtepompregeling ......................................................................... 9
Warmtepomptypes .............................................................................. 9
Woningventilatiesystemen .................................................................. 10
Toegestane omgevingstemperaturen in de installatieruimte .............. 11
Buitentemperatuurgrenzen voor lucht/water-warmtepompen /
........................................................................................................ 12
Temperatuurgrenzen voor brine/water-warmtepompen en water/
water-warmtepompen .................................................................... 12
Eerste inbedrijfstelling ............................................................................ 12
Uw installatie is vooraf ingesteld ............................................................ 12
Tips om energie te besparen ................................................................. 13
Tips voor meer comfort .......................................................................... 14
2. Warmtepompregeling
bedienen
Warmtepompregeling openen ............................................................... 15
Warmtepompregeling bedienen ............................................................. 15
Algemene Bedieningsinstructies opvragen ........................................ 16
Symbolen in het display ...................................................................... 16
Basismenu: Weergaven en instellingen ................................................. 17
Normale kamertemperatuur voor het favoriete verwarmings-/koelcir-
cuit instellen ........................................................................................ 18
Werkingsprogramma voor het favoriete verwarmings-/koelcircuit
instellen .............................................................................................. 18
Uitgebreid menu: Weergaven en instellingen ........................................ 18
Screensaver ........................................................................................... 19
Bedieningssystematiek .......................................................................... 19
Informatie over de werkingsprogramma’s .............................................. 20
Werkingsprogramma voor verwarmen, koelen, warm water, vorstbe-
scherming ........................................................................................... 21
Werkingsprogramma's voor ventilatie ................................................. 22
Bijzondere werkingsprogramma's ....................................................... 22
Werkwijze voor de instelling van een tijdprogramma ............................. 23
Tijdprogramma instellen met als voorbeeld kamerverwarming/-koe-
ling ...................................................................................................... 23
Tijdprogramma effectief instellen ........................................................ 25
Periodes wissen ................................................................................. 25
3. Kamerverwarming/kamer-
koeling
Normale kamertemperatuur instellen voor kamerverwarming/kamer-
koeling ................................................................................................... 26
Gereduceerde kamertemperatuur instellen voor kamerverwarming ...... 26
Werkingsprogramma instellen voor kamerverwarming/kamerkoeling ... 26
Tijdprogramma instellen voor kamerverwarming/kamerkoeling ............ 27
Kamerverwarming/kamerkoeling met buffer .......................................... 28
Kamerverwarming/kamerkoeling met buffer inschakelen ................... 28
Tijdprogramma instellen voor kamerverwarming met buffer ............... 28
Tijdprogramma instellen voor kamerkoeling met buffer ...................... 29
Stooklijn/koellijn instellen ....................................................................... 30
Karakteristieken instellen voor kamerverwarming/kamerkoeling ........ 30
Kamerverwarming/kamerkoeling uitschakelen ...................................... 31
Kamertemperatuur tijdelijk aanpassen .................................................. 32
Partywerking instellen voor kamerverwarming/kamerkoeling ............. 32
”Partywerking” beëindigen ............................................................... 33
Energie besparen bij korte afwezigheid ................................................. 33
Spaarwerking instellen voor verwarmen ............................................. 33
”Spaarwerking” beëindigen .............................................................. 34
Energie besparen bij lange afwezigheid ................................................ 34
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
5817956
5
Vakantieprogramma instellen voor kamerverwarming/kamerkoeling,
ventilatie ............................................................................................. 34
”Vakantieprogramma” wijzigen ........................................................ 35
”Vakantieprogramma” afbreken of wissen ....................................... 35
4. Warmwaterbereiding Normale warmwatertemperatuur instellen ............................................. 36
Verhoogde warmwatertemperatuur instellen ......................................... 36
Werkingsprogramma instellen voor warmwaterbereiding ...................... 36
Tijdprogramma instellen voor warmwaterbereiding ............................... 36
Inschakeloptimalisering instellen ........................................................ 37
Uitschakeloptimalisering instellen ....................................................... 37
Tijdprogramma instellen voor de circulatiepomp ................................... 38
Warmwaterbereiding tijdelijk verhogen .................................................. 38
1x WW-bereiding inschakelen ............................................................ 38
Warmwaterbereiding uitschakelen ......................................................... 38
U wilt geen tapwater opwarmen en geen kamers verwarmen of koe-
len: ...................................................................................................... 38
U wilt geen tapwater opwarmen, maar de kamers verwarmen: ......... 39
5. Verwarmingsinstallatie met
extra elektrische verwar-
ming
Extra elektrische verwarming voor kamerverwarming vrijgeven of blok-
keren ...................................................................................................... 40
Extra elektrische verwarming voor warmwaterbereiding vrijgeven of
blokkeren ............................................................................................... 40
Tijdprogramma instellen voor de extra elektrische verwarming ............. 40
6. Actieve koeling Actieve koeling vrijgeven en blokkeren .................................................. 41
7. Lucht/water-warmtepom-
pen
Tijdprogramma instellen voor geluiddempende werking / ......... 42
8. Woningventilatie Ventilatie inschakelen ............................................................................ 43
Ventilatie uitschakelen ........................................................................... 43
Uitschakelwerking inschakelen ........................................................... 43
”Uitschakelwerking” beëindigen ...................................................... 44
Ventilatie uitschakelen om de filter te vervangen .................................. 44
Werkingsprogramma instellen voor ventilatie ........................................ 44
Ventilatie zonder warmterecuperatie ..................................................... 44
Kamertemperatuur instellen voor ventilatie ........................................ 44
Minimumtemperatuur instellen voor ventilatie .................................... 45
Tijdprogramma instellen voor ventilatie ................................................. 45
Ventilatieniveau tijdelijk verhogen .......................................................... 46
”Intensieve werking” instellen voor ventilatie .................................. 46
”Intensieve werking” beëindigen ..................................................... 46
Energie besparen bij korte afwezigheid ................................................. 47
Spaarwerking instellen voor ventilatie ................................................ 47
”Spaarwerking” beëindigen .............................................................. 47
Energie besparen bij lange afwezigheid ................................................ 47
”Vakantieprogramma” instellen voor ventilatie, kamerverwarming/
kamerkoeling ...................................................................................... 48
”Vakantieprogramma” wijzigen ........................................................ 48
”Vakantieprogramma” afbreken of wissen ....................................... 48
9. Stroom uit fotovoltaïsche
installatie
Stroom uit de fotovoltaïsche installatie gebruiken (gebruik van eigen
stroom) ................................................................................................... 49
10. Smart Grid Stroomoverschot gebruiken ................................................................... 50
11. Overige instellingen Contrast in het display instellen ............................................................. 51
Helderheid van de schermverlichting instellen ...................................... 51
Naam voor de verwarmings-/koelcircuits instellen ................................. 51
Favoriet verwarmings-/koelcircuit voor basismenu instellen .................. 52
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
5817956
6
Tijd en datum instellen ........................................................................... 52
Menutaal instellen .................................................................................. 52
Temperatuureenheid instellen (°C/°F) ................................................... 52
Fabrieksinstelling weer instellen ............................................................ 53
12. Opvragen Informatie opvragen ............................................................................... 54
Zonne-energieopbrengst opvragen .................................................... 54
Energiebalans opvragen ..................................................................... 54
Bedrijfsdagboek .................................................................................. 55
Estrikdroging ....................................................................................... 56
Meldingen opvragen .............................................................................. 57
13. Manuele bediening Manuele bediening ................................................................................ 59
14. Speciale installatie-uitvoe-
ringen
................................................................................................................ 60
15. Uit- en inschakelen Bedieningselementen van de warmtepompregeling .............................. 61
Warmtepomp uitschakelen .................................................................... 62
Met vorstbescherming ........................................................................ 62
Zonder vorstbewaking (buitenbedrijfstelling) ...................................... 62
Warmtepomp inschakelen ..................................................................... 62
16. Wat doen? Ruimten te koud ..................................................................................... 63
Ruimten te warm .................................................................................... 64
Geen warm water .................................................................................. 64
Warm water te heet ............................................................................... 65
” knippert en ”Aanwijzing” wordt weergegeven ............................ 65
” knippert en ”Waarschuwing” wordt weergegeven ....................... 65
” knippert en ”Storing” wordt weergegeven .................................... 65
”Blok. door energiebedr. C5” wordt weergegeven ............................. 65
”Externe bijschakeling” wordt weergegeven ...................................... 65
”Extern programma” wordt weergegeven ........................................... 65
”Bedien. geblokkeerd” wordt weergegeven ........................................ 66
”A0 Ventilatie: Filter controleren” wordt weergegeven ...................... 66
Deuren/vensters gaan moeilijk open ..................................................... 66
Deuren/vensters slaan open .................................................................. 66
17. Onderhoud Verwarmingsinstallatie reinigen ............................................................. 67
Brine/water- of water/water-warmtepompen ....................................... 67
Lucht/water-warmtepompen / ............................................................. 67
Lucht/water-warmtepompen met kunststof oppervlak ........................ 67
Bedieningseenheid van de warmtepompregeling ............................... 67
Inspectie en onderhoud van de verwarmingsinstallatie ......................... 67
Warmwaterboiler (indien voorhanden) ................................................ 67
Veiligheidsklep (warmwaterboiler) ...................................................... 68
Tapwaterfilter (indien aanwezig) ......................................................... 68
Beschadigde aansluitleidingen ........................................................... 68
Woningventilatiesysteem reinigen ......................................................... 68
Toevoerlucht-/afvoerluchtkleppen reinigen ......................................... 68
Keukenafvoerluchtklep reinigen ......................................................... 69
Filter reinigen of vervangen ................................................................... 70
Filter in het ventilatietoestel Vitovent 200-C ....................................... 70
Filter in het ventilatietoestel Vitovent 200-W ....................................... 72
Filter in het ventilatietoestel Vitovent 300-C ....................................... 74
Filter in het ventilatietoestel Vitovent 300-F ........................................ 76
Filter in het ventilatietoestel Vitovent 300-W ....................................... 77
Filter in de afvoerluchtkleppen vervangen .......................................... 80
Onderhoudsindicatie voor filtervervanging resetten ........................... 81
18. Bijlage Koelmiddel ............................................................................................. 82
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
5817956
7
Overzicht uitgebreid menu ..................................................................... 82
Verklaring van de begrippen .................................................................. 89
Ontdooien ........................................................................................... 89
Actieve koeling (”active cooling”) .................................................... 90
Installatie-uitvoering ............................................................................ 90
Werkingsprogramma .......................................................................... 90
Werkingsmodus .................................................................................. 90
Onevenwicht druk ............................................................................... 90
Gebruik eigen stroom ......................................................................... 90
Extra elektrische verwarming ............................................................. 91
Enthalpiewarmtewisselaar .................................................................. 92
Blokkering energiebedrijf .................................................................... 92
Vloerverwarming ................................................................................. 92
Geluiddempende werking ................................................................... 92
Stookwerking/Koelwerking ................................................................. 92
Stooklijn/koellijn .................................................................................. 93
Verwarmings-/koelcircuitse ................................................................. 95
CV-pomp ............................................................................................. 95
CV-water-doorstroomtoestel ............................................................... 95
Verwarmings-/koelwaterbuffer ............................................................ 95
Verwarmingswaterbuffer ..................................................................... 96
Cascade ............................................................................................. 96
Gecontroleerde woningventilatie ........................................................ 96
Koeling ................................................................................................ 98
Koelfuncties ........................................................................................ 98
Koellijn ................................................................................................ 98
Koelcircuit ........................................................................................... 98
Vermogensaanpassing ....................................................................... 98
Ventilatie ............................................................................................. 99
Mengklep ............................................................................................ 99
Buffer .................................................................................................. 99
Kamertemperatuur .............................................................................. 99
Retourtemperatuur ............................................................................. 99
Smart Grid (SG) ..................................................................................100
Veiligheidsklep .................................................................................... 101
Secundaire pomp ............................................................................... 101
Zonnecircuitpomp ............................................................................... 101
Boilerlaadpomp ...................................................................................101
Tapwaterfilter ...................................................................................... 101
Verdamper .......................................................................................... 101
Compressor ........................................................................................ 101
Condensor .......................................................................................... 102
Aanvoertemperatuur ........................................................................... 102
Warmtepompcascade ......................................................................... 102
Weersafhankelijke stookwerking / koelwerking .................................. 102
Woningventilatie ................................................................................. 102
Tijdprogramma ....................................................................................102
Circulatiepomp ....................................................................................102
Tweetrapswarmtepompen .................................................................. 102
Installatie-uitrusting en functies ............................................................. 103
Instructies inzake afvalverwijdering ....................................................... 104
Verwijdering van de verpakking .......................................................... 104
Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering van de verwarmings-
installatie .............................................................................................104
19. Index ................................................................................................................105
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave (vervolg)
5817956
8
Symbool Betekenis
Verwijzing naar ander document met bijko-
mende informatie
1.
Stap in afbeeldingen:
de nummering komt overeen met de volg-
orde van de stappen.
Waarschuwing voor materiële schade en
schade aan het milieu
Bereik onder spanning
Goed voor opletten.
Onderdeel moet hoorbaar inklikken.
of
Akoestisch signaal
Nieuw onderdeel plaatsen.
of
In combinatie met gereedschap: Opper-
vlakte reinigen.
Onderdeel deskundig als afval verwijderen.
Onderdeel bij geschikt verzamelpunt afge-
ven. Onderdeel niet met het huisvuil mee-
geven.
Soorten toestellen
Symbool Betekenis
Inhoud geldt alleen voor brine/water-warm-
tepompen.
Inhoud geldt alleen voor lucht/water-warm-
tepompen.
Inhoud geldt alleen voor lucht/water-warm-
tepompen met gescheiden binnen-/buiten-
unit.
Vaktermen
Om de functies van uw Vitotronic-regeling beter te
begrijpen, worden enkele begrippen verklaard. Die
informatie vindt u in het hoofdstuk ”Begripsverklarin-
gen” in de bijlage.
Reglementair gebruik
Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstal-
leerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssys-
temen conform EN 12828, rekening houdend met de
bijbehorende montage-, service- en gebruikshandlei-
dingen.
Afhankelijk van de uitvoering kan het toestel uitsluitend
voor de volgende doeleinden worden gebruikt:
Ruimteverwarming
Ruimtekoeling
Tapwaterverwarming
Met bijkomende componenten en accessoires kan de
functieomvang uitgebreid worden.
Eerst informeren
Symbolen
5817956
9
Het gebruik in bedrijven of industrie voor een ander
doel als voor de verwarming/koeling van ruimtes of
voor tapwaterverwarming geldt als niet volgens de
voorschriften.
Verkeerd gebruik van het toestel respectievelijk ondes-
kundige bediening (bijvoorbeeld wanneer de gebruiker
het toestel opent) is verboden en leidt tot aansprake-
lijkheidsuitsluiting. Wanneer wijzigingen aangebracht
worden aan de componenten, wordt dit gezien als ver-
keerd gebruik.
Opmerking
Het toestel is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk
gebruik, d.w.z. dat ook niet geïnstrueerde personen
het apparaat veilig kunnen bedienen.
Productinformatie
Warmtepompregeling
De warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1C
regelt alle functies van uw verwarmingsinstallatie met
warmtepomp en woningventilatie.
Afhankelijk van het type warmtepomp is de warmte-
pompregeling op een andere plaats gemonteerd: zie
pagina 15.
Aan de voorzijde van de warmtepomp
Aan de bovenzijde van de warmtepomp
In een aparte behuizing aan een muur
Warmtepomptypes
Lucht/water-warmtepompen
Lucht/water-warmtepompen gebruiken de energie uit
de omgevingslucht voor de warmteproductie. Hiervoor
zuigt een ventilator de omgevingslucht door een warm-
tewisselaar (verdamper). In de verdamper wordt de
warmte-energie van deze omgevingslucht in het koel-
circuit overgebracht. Daar wordt voor de vereiste tem-
peraturen voor de kamerverwarming en tapwaterver-
warming gezorgd. Als aandrijving voor het koelcircuit
dient de compressor.
Voor de kamerkoeling loopt het koelcircuit met
omkeerwerking. Aan uw kamers wordt warmte onttrok-
ken en via de verdamper aan de omgevingslucht afge-
geven.
Opmerking
Lucht/water-warmtepompen kunnen tweetraps zijn.
Tweetraps-lucht/water-warmtepompen hebben 2 com-
pressoren, die afhankelijk van het opgevraagde ver-
mogen afzonderlijk of gelijktijdig ingeschakeld worden.
Lucht/water-warmtepompen zijn in volgende behui-
zings-/opstelvarianten verkrijgbaar:
Warmtepomp voor binnenopstelling
Alle componenten van de warmtepomp inclusief van
de warmtepompregeling bevinden zich in een behui-
zing binnen het gebouw. Via een luchtkanaalsysteem
komt de buitenlucht in de warmtepomp en opnieuw
in de openlucht terecht.
Warmtepomp voor buitenopstelling
Met uitzondering van de warmtepompregeling bevin-
den alle componenten zich in een behuizing die bui-
ten het gebouw opgesteld is. De warmtepomprege-
ling is binnen het gebouw aangebracht. De warmte-
pomp is hydraulisch met een verwarmingsinstallatie
van het gebouw verbonden.
Lucht/water-warmtepompen met gescheiden bin-
nen-/buitenunit
De buitenunit is buiten het gebouw opgesteld of van
buiten aan het gebouw gemonteerd. In de buitenunit
wordt de warmte uit de omgevingslucht gewonnen.
De binnenunit inclusief de warmtepompregeling is in
het gebouw opgesteld/gemonteerd en brengt de
warmte over in de verwarmingsinstallatie.
Binnenunit en buitenunit zijn hydraulisch en elektrisch
met elkaar verbonden.
Eerst informeren
Reglementair gebruik (vervolg)
5817956
10
Brine/water-warmtepompen
Brine/water-warmtepompen gebruiken de aardwarmte
voor de warmteproductie. De aardwarmte wordt via
een warmtedragermedium (brine) in het koelcircuit
overgedragen. Daar wordt voor de vereiste temperatu-
ren voor de kamerverwarming en tapwaterverwarming
gezorgd. Ook hier dient een compressor als aandrij-
ving voor het koelcircuit.
De kamerkoeling voert de warmte van de warmtepomp
uit de ruimte naar de grond af.
Brine/water-warmtepompen zijn binnen het gebouw
geplaatst.
Opmerking
Brine/water-warmtepompen kunnen tweetraps zijn.
Tweetraps brine/water-warmtepompen hebben 2 com-
pressoren, die afhankelijk van het opgevraagde ver-
mogen afzonderlijk of gelijktijdig ingeschakeld worden.
Afhankelijk van het type bevinden beide compressoren
zich in een behuizing of in 2 naast elkaar staande,
afzonderlijke behuizingen. Beide compressoren wor-
den door één gemeenschappelijke warmtepomprege-
ling geregeld.
Water/water-warmtepompen
Water/water-warmtepompen gebruiken bijv. grondwa-
ter voor de warmteopwekking, volgens hetzelfde prin-
cipe als brine/water-warmtepompen. De energie uit het
grondwater komt via een warmtedragermedium in het
koelcircuit terecht.
Met extra componenten kan een brine/water-warmte-
pomp als water/water-warmtepomp gebruikt worden.
Water/water-warmtepompen zijn binnen het gebouw
geplaatst.
Uitrusting en functies
De types warmtepompen verschillen door hun uitrus-
ting:
Warmwaterboiler
Extra elektrische verwarming (verwarmingswater-
doorstroomtoestel)
HR-circulatiepompen
De types warmtepompen verschillen door de beschik-
bare functies:
Aantal verwarmingscircuits
Warmwaterbereiding door zonne-energie
Kamerkoeling
Geluidsreductie
Vermogensregeling
Gebruik eigen stroom
Gebruik van stroomoverschot uit het net (Smart Grid)
Welke uitrusting en functies uw verwarmingsinstallatie
heeft, werd door uw firma in het formulier op
pagina 103 ingevoerd.
Woningventilatiesystemen
Woningventilatiesystemen dienen voor de gecontro-
leerde ventilatie en ontluchting van eengezinswonin-
gen of woningen.
Als in uw installatie een woningventilatiesysteem van
Viessmann geïntegreerd is, kan het centrale ventilatie-
toestel door de warmtepompregeling geregeld en
bediend worden.
Via een tijdprogramma past de ventilatiewerking zich
automatisch aan uw wensen aan. De ”Spaarwerking”
en het ”Vakantieprogramma” helpen u bij het sparen
van energie. In de ”Intensieve werking” verhoogt u
de luchtuitwisseling in het gebouw en worden geurtjes
en vocht snel naar de open lucht geleid.
Volgende centrale ventilatietoestellen worden onder-
steund:
Vitovent 200-C
Vitovent 200-C is geschikt voor ééngezinswoningen of
woningen tot 120 m2 woonoppervlakte.
Vitovent 200-C voldoet aan de eisen voor het gebruik
in het passiefhuis.
Het ventilatietoestel kan naar keuze aan een muur of
aan een plafond gemonteerd worden.
Naast de warmtepompregeling kan de ventilatiewer-
king ook via een aan het ventilatietoestel aangesloten
schakelaar of toets (badkamerschakelaar) omgescha-
keld worden, bijv. als u tijdelijk de hoogste ventilatie-
trap nodig hebt.
Vitovent 200-W
Vitovent 200-W is geschikt voor ééngezinswoningen of
woningen tot 230 m2 woonoppervlakte.
Dit ventilatietoestel wordt aan een muur gemonteerd.
Eerst informeren
Productinformatie (vervolg)
5817956
11
Om vochtschade in het gebouw te vermijden, past het
ventilatietoestel de luchtuitwisseling automatisch aan,
afhankelijk van de luchtvochtigheid in uw kamers
(accessoires vereist).
Vitovent 300-C
Vitovent 300-C is geschikt voor ééngezinswoningen of
woningen tot 90 m2 woonoppervlakte.
Vitovent 300-C voldoet aan de eisen voor het gebruik
in het passiefhuis.
Het ventilatietoestel kan naar keuze aan een muur of
aan een plafond gemonteerd worden.
Voor goede luchtkwaliteit in uw gebouw past het venti-
latietoestel de luchtuitwisseling automatisch aan
afhankelijk van de luchtvochtigheid en/of de kooldioxi-
deconcentratie in uw kamers (accessoires vereist).
Vitovent 300-F
Vitovent 300-F is geschikt voor ééngezinswoningen of
woningen tot 180 m2 woonoppervlakte.
Vitovent 300-F voldoet aan de eisen voor het gebruik
in het passiefhuis.
Dit ventilatietoestel wordt in de buurt van de warmte-
pompregeling opgesteld.
Voor goede luchtkwaliteit in uw gebouw past het venti-
latietoestel de luchtuitwisseling automatisch aan
afhankelijk van de luchtvochtigheid en/of de kooldioxi-
deconcentratie in uw kamers (accessoires vereist).
Naast de eigenlijke woningventilatie kan aan uw
kamers via het ventilatiesysteem ook warmte uit de
warmtepomp toegevoerd worden. Deze opwarming
van de toevoerlucht is in gebouwen met heel goede
warmte-isolatie als enige warmtebron geschikt. Voor
de opwarming van de toevoerlucht heeft uw gespecia-
liseerde firma het ventilatietoestel met het verwar-
mingscircuit VC1 van uw warmtepomp verbonden.
Verwarmingscircuit VC1 is dan een ventilatieverwar-
mingscircuit.
Vitovent 300-W
Vitovent 300-W is geschikt voor ééngezinswoningen of
woningen tot 370 m2 woonoppervlakte.
Vitovent 300-W komt overeen met de eisen voor het
gebruik in een passiefhuis.
Dit ventilatietoestel wordt aan een muur gemonteerd.
Voor goede luchtkwaliteit in uw gebouw past het venti-
latietoestel de luchtuitwisseling automatisch aan
afhankelijk van de luchtvochtigheid en/of de kooldioxi-
deconcentratie in uw kamers (accessoires vereist).
Toegestane omgevingstemperaturen in de installatieruimte
!Opgelet
Buiten de opgegeven temperatuurbereiken kun-
nen evt. storingen aan het toestel optreden.
Zorg ervoor dat het opgegeven temperatuurbe-
reik in de opstellingsruimte in acht wordt geno-
men.
Toestel Omgevingstemperatuur
Min. Max.
In het gebouw opgestelde warmtepompen
Brine/water- en water/water-warmtepompen inclusief warmtepompregeling 0 °C 35 °C
Lucht/water-warmtepomp Vitocal 200-A inclusief warmtepompregeling 5 °C 30 °C
Binnenunits van lucht/water-warmtepompen met gescheiden binnen-/buiten-
unit
0 °C 35 °C
Alle andere lucht/water-warmtepompen inclusief warmtepompregeling 0 °C 35 °C
In het gebouw gemonteerde warmtepompregelingen
Aparte warmtepompregelingen van lucht/water-warmtepompen voor opstel-
ling buiten
0 °C 35 °C
Centrale ventilatietoestellen
Alle types 2 °C 35 °C
Eerst informeren
Productinformatie (vervolg)
5817956
12
Buitentemperatuurgrenzen voor lucht/water-warmtepompen /
Lucht/water-warmtepompen gebruiken de buitenlucht
als warmtebron. De werking is enkel binnen bepaalde
buitentemperatuurgrenzen efficiënt, bijv. tussen 20 °C
en +35 °C. Als de bovenste temperatuurgrens over-
schreden of de onderste temperatuurgrens onder-
schreden is, schakelen deze warmtepompen tijdelijk
uit. Aan de warmtepompregeling krijgt u hiervoor een
melding.
Om de warmtebehoefte voor de kamerverwarming en
de warmwaterbereiding buiten de temperatuurgrenzen
te dekken, schakelt de warmtepompregeling indien
nodig automatisch de voorhanden extra verwarmingen
in, bijv. extra elektrische verwarming.
Opmerking
Extra elektrische verwarmingen moet u voor warmte-
opwekking vrijgeven: zie pagina 40.
Als de buitentemperatuur opnieuw binnen de tempera-
tuurgrenzen ligt, is de warmtepomp automatisch
opnieuw bedrijfsklaar.
Temperatuurgrenzen voor brine/water-warmtepompen en water/water-warmtepompen
Bij brine/water-warmtepompen en water/water-warmte-
pompen wordt de warmte via het wamtedragermedium
(brine) in de warmtepomp overgedragen. De warmte-
bronnen grond en grondwater hebben het hele jaar
door ongeveer hetzelfde temperatuurniveau. Daarom
is een onderschrijding of overschrijding van de toege-
laten temperatuurgrenzen voor de brine-inlaat in de
warmtepomp niet te verwachten.
Als uw brine/water-warmtepomp of water/water-warm-
tepomp door te geringe of te hoge brine-inlaattempera-
turen uitschakelt, is er evt. een storing. Aan de warm-
tepompregeling krijgt u hiervoor een melding. Infor-
meer in dit geval uw installateur.
Eerste inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling en het aanpassen van de
warmtepompregeling aan de plaatselijke en bouwkun-
dige situatie evenals de instructie over de bediening
moeten door uw installateur worden uitgevoerd.
Opmerking
In deze bedieningshandleiding worden ook de functies
beschreven die slechts bij enkele types warmtepom-
pen of alleen met accessoires mogelijk zijn. Deze func-
ties worden niet apart aangeduid.
Welke uitrusting en functies uw verwarmingsinstallatie
heeft, werd door uw firma in het formulier op
pagina 103 ingevoerd.
Bij vragen over de functionaliteit en de accessoires
van uw warmtepomp en uw verwarmingsinstallatie
wendt u zich tot uw verwarmingsfirma.
Uw installatie is vooraf ingesteld
Uw verwarmingsinstallatie is vooraf in de fabriek inge-
steld en dus klaar voor gebruik:
Kamerverwarming/kamerkoeling
Uw kamers worden van 00.00 tot 24.00 uur tot
20 °C ”Gew. kamertemperatuur” verwarmd (nor-
male kamertemperatuur).
Als een buffer aanwezig is, wordt deze verwarmd.
De actieve koeling is geblokkeerd: zie pagina 41.
Warmwaterbereiding
Het warm water wordt alle dagen van 00.00 tot
24.00 uur op 50 °C ”Gew. warmwatertemp.” ver-
warmd.
Een eventueel aanwezige circulatiepomp is uitge-
schakeld.
Een evt. beschikbare extra elektrische verwarming is
vrijgegeven: zie pagina 40.
Eerst informeren
Productinformatie (vervolg)
5817956
13
Vorstbescherming
De vorstbescherming van uw warmtepomp, warm-
waterboiler en evt. voorhanden buffer is gegaran-
deerd.
Opmerking
In de volgende gevallen is vorstbescherming enkel
met een extra verwarming (door de installateur te
voorzien) gegarandeerd:
Lucht/water-warmtepompen:
Bij temperaturen onder 15 °C
Bij storing van de warmtepomp
Extra verwarmingen zijn bijv. verwarmingswater-
doorstroomtoestellen of olie-/gas-verwarmingsketels.
Woningventilatie met Viessmann ventilatietoestel
Van 00.00 tot 24.00 uur: Woningventilatie in wer-
kingsstatus ”Normaal”
Winter-/zomertijdomschakeling
De omschakeling vindt automatisch plaats.
Datum en tijd
Datum en tijd zijn door uw verwarmingsfirma inge-
steld.
U kunt de instellingen op elk ogenblik aan uw persoon-
lijke wensen aanpassen.
Stroomuitval
Bij stroomuitval blijven alle instellingen behouden.
Tips om energie te besparen
Energie besparen bij de kamerverwarming/kamer-
koeling
Verwarm de kamers niet te veel. Elke graad kamer-
temperatuur minder spaart tot 6 % verwarmingskos-
ten.
Stel uw comforttemperatuur niet te hoog in, bijv. niet
hoger dan 20 °C: zie pagina 26.
Verwarm uw kamers 's nachts of bij regelmatige
afwezigheid met de gereduceerde kamertemperatuur
(niet zinvol voor vloerverwarming). Stel hiervoor de
tijdprogramma's voor de kamerverwarming in: zie
pagina 27.
Stel de stook- of koellijnen zo in dat uw kamers het
hele jaar door tot uw comforttemperatuur verwarmd
of gekoeld worden: zie pagina 30.
Om onnodige functies uit te schakelen (bijv. kamer-
verwarming in de zomer), stelt u de werkingspro-
gramma's ”Alleen warm water” en ”Uitschakel-
werking” in: zie pagina 36 en pagina 62.
Om de kamertemperatuur bij korte afwezigheid te
reduceren (niet zinvol voor vloerverwarming), zet u
de ”Spaarwerking” aan: zie pagina 33.
Stel het ”Vakantieprogramma” in als u op vakantie
gaat: zie pagina 34.
Gedurende uw afwezigheid wordt de kamertempera-
tuur gereduceerd en de warmwaterbereiding uitge-
schakeld.
Energie besparen bij de warmwaterbereiding
Verwarm het warm water 's nachts of bij regelmatige
afwezigheid tot een lagere temperatuur. Stel hiervoor
het tijdprogramma voor de warmwaterbereiding in:
zie pagina 36.
Schakel de warmwatercirculatie enkel in voor de
periodes waarin u regelmatig warm water tapt. Stel
hiervoor het tijdprogramma voor de circulatiepomp
in: zie pagina 38.
Energie besparen bij de woningventilatie (in com-
binatie met ventilator)
Als u korte tijd afwezig bent, stelt u de ”Spaarwer-
king” of het werkingsprogramma ”Basiswerking”
in. In die periode wordt het ventilatieniveau geredu-
ceerd: zie pagina 44 en 47.
Stel het ”Vakantieprogramma” in als u op vakantie
gaat: zie pagina 47:
Gedurende uw afwezigheid wordt het ventilatieni-
veau beperkt.
Gebruik van eigen stroom (in combinatie met foto-
voltaïsche installatie)
Gebruik de elektriciteit, die door uw fotovoltaïsche
installatie wordt opgewekt, voor uw verwarmingsin-
stallatie: zie pagina 49.
Stroomoverschot gebruiken (Smart Grid)
Gebruik gratis en voordelig stroomoverschot van
energievoorzieningsbedrijven voor uw verwarmings-
installatie: zie pagina 50.
Eerst informeren
Uw installatie is vooraf ingesteld (vervolg)
5817956
14
Voor verdere energiespaarfuncties van de warmte-
pompregeling kunt u zich tot uw verwarmingsbedrijf
wenden.
Tips voor meer comfort
Aangenamer in uw kamers
Stel uw comforttemperatuur in: zie pagina 18.
Stel het tijdprogramma voor uw verwarmings-/koel-
circuits so in dat uw comforttemperatuur automatisch
bereikt is als u aanwezig bent: zie pagina 27.
Stel de stook- of koellijnen zo in dat uw kamers het
hele jaar door tot uw comforttemperatuur verwarmd
of gekoeld worden: zie pagina 30.
Stel het tijdprogramma voor de buffer (indien aanwe-
zig) zo in dat er altijd voldoende warm of koud water
voor uw verwarmings-/koelcircuits beschikbaar is: zie
pagina 28.
Geef de extra elektrische verwarming voor kamer-
verwarming vrij. Als er snel grote hoeveelheden
warmte nodig zijn, wordt deze extra verwarming
bovenop de warmtepomp ingeschakeld: zie
pagina 40.
Geef de actieve koeling vrij. Daardoor is indien nodig
een hoog koelvermogen beschikbaar: zie
pagina 41.
Als u snel een hogere kamertemperatuur nodig
heeft, stelt u de ”Partywerking” in: zie pagina 32.
Voorbeeld:
's Avonds is door het tijdprogramma de geredu-
ceerde kamertemperatuur ingesteld. Uw visite blijft
langer.
Warmwaterbereiding naar behoefte
Stel het tijdprogramma voor de warmwaterbereiding
zo in dat er altijd genoeg warm water beschikbaar is
voor uw gewoontes: zie pagina 36 en pagina 38.
Voorbeeld:
U heeft 's morgens meer warm water nodig dan
overdag.
Optimaliseer het tijdprogramma voor de warmwater-
boiler. Gebruik hiervoor de in- en uitschakeloptimali-
sering: zie pagina 37.
Stel het tijdprogramma voor de circulatiepomp zo in
dat er altijd genoeg warm water beschikbaar is in
periodes waarin vaker warm water wordt getapt aan
de waterkranen: zie pagina 38.
Geef de extra elektrische verwarming voor de warm-
waterbereiding vrij. Als er snel grote hoeveelheden
warm water nodig zijn, wordt deze extra verwarming
automatisch bovenop de warmtepomp ingeschakeld:
zie pagina 40.
Als u snel een hogere warmwatertemperatuur nodig
heeft, stelt u de ”1x WW-bereiding” in: zie
pagina 38.
Woningventilatie naar behoefte (in combinatie met
ventilatietoestel)
Verhoog de luchtuitwisseling in uw kamers bij hogere
luchtvochtigheid of geurvorming, bijv. bij het koken.
Stel hiervoor de ”Intensieve werking” in: zie
pagina 46.
In de verwarmingsperiode kan de luchtvochtigheid
van de toevoerlucht erg verminderen. Opdat gedu-
rende die periode de lucht in uw kamers niet te
droog zou worden, vermindert u het ventilatieniveau.
Pas hiervoor het tijdprogramma aan: zie pagina 45
(niet nodig bij ventilatietoestellen met enthalpiewarm-
tewisselaar).
Geluiddempende werking van lucht/water-warmte-
pompen
Verminder het geluidsniveau van uw lucht/water-
warmtepomp, bijv. 's nachts. Stel hiervoor het tijdpro-
gramma voor de geluiddempende werking in: zie
pagina 42.
Eerst informeren
Tips om energie te besparen (vervolg)
5817956
15
Afhankelijk van het warmtepomptype kan de warmte-
pompregeling er anders uitzien.
Warmtepompregeling aan de voorzijde van het apparaat
14 °C 21 °C
Afb. 1
Warmtepompregeling aan de bovenkant van het appa-
raat
BA
Afb. 2
ARegelingsbovendeel met bedieningseenheid
BKnop voor wijziging van de vastklikstand
Warmtepompregeling als afzonderlijke behuizing aan
een wand
Afb. 3
Opmerking
Voor lucht/water-warmtepompen die buiten het
gebouw opgesteld zijn.
Aan de achterkant van de afdekklep bevindt zich een
korte handleiding. Om te openen trekt u de boven-
ste rand van de afdekklep naar voren.
Warmtepompregeling bedienen
Alle instellingen aan uw warmtepompregeling kunt u
centraal aan het bedieningsgedeelte uitvoeren.
Als in uw kamers afstandsbedieningen geïnstalleerd
zijn, kunt u ook de instellingen via deze afstandsbedie-
ningen invoeren.
Bedieningshandleiding van de afstandsbedie-
ning
Warmtepompregeling bedienen
Warmtepompregeling openen
5817956
16
14°C 21°C
Afb. 4
U gaat één stap terug in het menu.
Of
U breekt een begonnen instelling af.
Cursortoetsen
U bladert in het menu of stelt waarden in.
OK U bevestigt uw keuze of bewaart de ingevoerde
instelling.
U roept ”Bedieningsinstructies” op (zie volgend
hoofdstuk) of aanvullende informatie bij het gese-
lecteerde menu.
U roept het uitgebreide menu op.
U beschikt over 2 bedieningsniveaus:
Het basismenu: zie pagina 17.
Het uitgebreide menu: zie pagina 18.
Opmerking
Als u een paar minuten geen instellingen aan de
bedieningseenheid heeft uitgevoerd, wordt de screen-
saver actief: zie pagina 19.
Algemene Bedieningsinstructies opvragen
U krijgt op het display in de vorm van een beknopte
handleiding uitleg bij de bediening.
Zo roept u de ”Bedieningsinstructies” op:
Screensaver is actief (zie pagina 19):
Druk op de toets .
U bevindt zich ergens in het menu:
Druk zo vaak op de toets tot het basismenu ver-
schijnt: zie pagina 17.
Druk op de toets .
Symbolen in het display
De symbolen verschijnen niet constant, maar zijn
afhankelijk van de uitvoering van de installatie en van
de werkingstoestand.
Indicaties:
Vorstbescherming is actief.
Kamerverwarming met normale kamertemperatuur
Kamerverwarming met gereduceerde kamertempe-
ratuur
Partywerking voor kamerverwarming is actief.
Spaarwerking voor kamerverwarming is actief.
In combinatie met de zonne-installatie:
Zonnecircuitpomp loopt
Compressor loopt.
Bij brine-/water- en water-/waterwarmtepompen:
Primaire pomp loopt.
Bij lucht-/waterwarmtepompen:
Ventilator draait.
Verwarmingswaterdoorstromer is ingeschakeld
(extra elektrische verwarming).
In combinatie met een koelcircuit:
koeling is actief.
In combinatie met een fotovoltaïsche installatie:
Gebruik van eigen stroom is actief.
In combinatie met speciale aansluiting voor een
energiebedrijf (Smart Grid):
Blokkering door energiebedrijf of het gebruik van
stroomoverschot is actief. Het inschakelgedrag van
de warmtepomp wordt door het energiebedrijf beïn-
vloed.
Verwarmings-/koelcircuits:
VC... Verwarmingscircuit ...
Of
verwarmings-/koelcircuit ...
AKC Afzonderlijk koelcircuit
Werkingsprogramma's:
Werkingsprogramma's voor verwarmen, koelen en
warm water:
, , , :
Betekenis van de symbolen: zie pagina 21.
Werkingsprogramma's voor ventilatie:
Ventilatieniveaus
0
tot
4
afhankelijk van het
ingestelde werkingsprogramma: zie pagina 22.
Warmtepompregeling bedienen
Warmtepompregeling bedienen (vervolg)
5817956
17
Ventilatietrappen (in combinatie met een ventilatie-
toestel):
0
Geen ventilatie
1
Minimaal luchtdebiet
2
Gereduceerd luchtdebiet
3
Normaal luchtdebiet
4
Maximaal luchtdebiet
2
Vorstbescherming voor het ventilatietoestel is
actief. Symbool bij het voorbeeld van ventilatie-
trap 2
2
Voorverwarmregister voor het ventilatietoestel is
ingeschakeld, indien voorhanden. Symbool bij
het voorbeeld van ventilatietrap 2
Ventilatietoestel is via de netschakelaar uitge-
schakeld.
Of
De netstekker werd uitgetrokken.
Meldingen: zie pagina 57.
Storing
Waarschuwing
Aanwijzing
Basismenu: Weergaven en instellingen
In het basismenu kunt u de volgende instellingen voor
het favoriete verwarmings-/koelcircuit E uitvoeren en
opvragen:
Normale kamertemperatuur (uw comforttemperatuur)
Werkingsprogramma
Zo roept u het basismenu op:
Screensaver is actief, zie pagina 19:
Druk op de toets OK.
U komt in het uitgebreide menu, zie pagina 18:
Druk op de toets tot het basismenu verschijnt.
40°C
Aanvoertemperatuur
14°C 21°C
VC1
E
Estrikdroging
B
C
A
D
Afb. 5
AWerkingsprogramma voor het favoriete verwar-
mings-/koelcircuit (E)
BActuele buitentemperatuur
CGewenste kamertemperatuur voor het favoriete
verwarmings-/koelcircuit (E)
DInformatieregels
EFavoriete verwarmings-/koelcircuit: zie
pagina 52.
Geen indicatie indien slechts één verwarmings-/
koelcircuit voorhanden is.
Opmerking
Het basismenu kan bij speciale uitvoeringen van de
hier weergegeven indicatie afwijken: Zie hoofd-
stuk ”Bijzondere installatie-uitvoeringen” op
pagina 60.
De instellingen voor het verkozen verwarmings-/koel-
circuit kunt u ook in het uitgebreide menu uitvoeren:
zie pagina 18.
De instellingen voor evt. andere aangesloten verwar-
mings-/koelcircuits kunt u alleen in het uitgebreide
menu uitvoeren.
De instellingen voor de ventilatie (indien voorhan-
den) kunt u alleen in het uitgebreide menu uitvoeren.
Uw verwarmingsfirma kan de bediening voor het
basismenu blokkeren. In dat geval kunt u noch in het
basismenu, noch in het uitgebreide menu instellin-
gen uitvoeren. ”Bedien. geblokkeerd” wordt aange-
geven.
Informatieregels D
In de bovenste informatieregel worden bijzondere
werkingsprogramma's weergegeven: zie pagina 22.
”Estrikdroging”
”Externe bijschakeling”
”Extern programma”
Warmtepompregeling bedienen
Warmtepompregeling bedienen (vervolg)
5817956
18
In de onderste informatieregel wordt, afhankelijk van
de uitvoering van uw installatie, de volgende informatie
weergegeven:
”Aanvoertemperatuur”:
temperatuur van het verwarmings- of koelwater bij
uittrede uit de warmtepomp:
Deze informatie wordt weergegeven als uw installa-
tie over een verwarmingswaterbuffer beschikt of
geen buffer heeft.
”Buffer: kamerverwarming”
Uw installatie beschikt over een verwarmings-/koel-
waterbuffer voor kamerverwarming en kamerkoeling:
zie pagina 28.
Voor deze buffer heeft u de kamerverwarming inge-
schakeld.
”Buffer: kamerkoeling”
Uw installatie beschikt over een verwarmings-/koel-
waterbuffer voor kamerverwarming en kamerkoeling:
zie pagina 28.
Voor deze buffer heeft u de kamerkoeling ingescha-
keld.
Normale kamertemperatuur voor het favoriete verwarmings-/koelcircuit instellen
De volgende toetsen indrukken:
1. / voor de gewenste waarde
2. OK ter bevestiging
Werkingsprogramma voor het favoriete verwarmings-/koelcircuit instellen
De volgende toetsen indrukken:
1. / voor het gewenste werkingsprogramma
2. OK ter bevestiging
Uitgebreid menu: Weergaven en instellingen
In het uitgebreide menu kunt u alle instellingen uit de
functieomvang van de warmtepompregeling uitvoeren
en opvragen, bijv. vakantieprogramma en tijdprogram-
ma's.
Het menuoverzicht vindt u op pagina 82.
Zo roept u het uitgebreide menu op:
Screensaver is actief:
Druk na elkaar op de toetsen OK en .
U bevindt zich ergens in het menu:
Druk op de toets .
Opmerking
Uw verwarmingsfirma kan de bediening voor het uitge-
breide menu blokkeren. In dit geval kunt u alleen mel-
dingen opvragen (zie pagina 54) en de manuele
bediening activeren (zie pagina 59). Gebruik de
manuele bediening alleen in overleg met uw verwar-
mingsfirma.
Afb. 6
FDialoogregel
Warmtepompregeling bedienen
Basismenu: Weergaven en instellingen (vervolg)
5817956
19
Als u een paar minuten geen instellingen aan de
bedieningseenheid heeft uitgevoerd, wordt de screen-
saver actief. De helderheid van de displayverlichting
wordt gereduceerd.
14°C 21°C
B
C
Afb. 7
BActuele buitentemperatuur
CGewenste kamertemperatuur
1. Druk op de toets OK.
U gaat naar het basismenu: zie pagina 17.
2. Druk op de toets .
Het gekozen menupunt heeft een witte achter-
grond.
U gaat naar het uitgebreide menu: zie pagina 18.
In de dialoogregel F staan de nodige handelings-
instructies: zie afbeelding 6 op pagina 18.
Bedieningssystematiek
Voor ieder CV-circuit/koelcircuit kunt u instellingen
voor het verwarmen/koelen van kamers realiseren.
Daarom moet u voorafgaand aan de desbetreffende
instellingen (bijvoorbeeld kamertemperatuur) het
gewenste CV-circuit/koelcircuit selecteren.
De volgende afbeelding laat aan de hand van het voor-
beeld voor de instelling van de gewenste kamertempe-
ratuur de procedure zien. De afbeelding omvat de
instelling zonder en met selectie van het CV-circuit,
maar ook verschillende dialoogvensterregels.
Warmtepompregeling bedienen
Screensaver
5817956
20
Vv
of
OK
Ú
OK
OK
CV-circuit 1
Spaarwerking
ÙÚ
Partywerking
VC1 Selectie CV-circuit ÙÚ
VC2
Werd gekozen
CV-circuit 2
Gew. kamertemperatuur VC1
20 °C
Wijzigen met (
Gew. kamertemperatuur VC1
22 °C
Overnemen met OK
Gew. kamertemperatuur VC1
22 °C
Overgenomen
ê
ê
ÙÚ
VC1
CV-circuit 2
Spaarwerking
ÙÚ
Partywerking
HK1
Verder met OK
ê
ê
ÙÚ
VC2
Verl. kamertemp. gewenst
Verl. kamertemp. gewenst
Gew. kamertemperatuur
Gew. kamertemperatuur
Vv
of
OK
Gew. kamertemperatuur VC2
20 °C
Wijzigen met (
Gew. kamertemperatuur VC2
22 °C
Overnemen met OK
Gew. kamertemperatuur VC2
22 °C
Overgenomen
OK / /
v v
CV-circuit 1
Spaarwerking
Partywerking
VC1
Verder met OK
ê
ê
Verl. kamertemp. gewenst
Gew. kamertemperatuur
/
v v
OK
OK
40 °CAanvoertemperatuur
VC1
14 °C 21 °C
Menu
Warm water
Verder met OK
Handbediening
Installatie
Verwarmen/koelen
i
Kiezen met (
Afb. 8
Informatie over de werkingsprogramma’s
Met het ”Werkingsprogramma” schakelt u de func-
ties van uw installatie in of uit, bijv. of u kamers ver-
warmt of enkel tapwater wilt verwarmen.
Als in uw verwarmingsinstallatie meerdere verwar-
mingscircuits aanwezig zijn, stelt u het ”Werkingspro-
gramma” voor ieder verwarmingscircuit apart in.
Warmtepompregeling bedienen
Bedieningssystematiek (vervolg)
5817956
21
Werkingsprogramma voor verwarmen, koelen, warm water, vorstbescherming
Alleen kamerverwarming
Verwarmings-/
koelcircuits
Installatie-uitvoering met warmwaterberei-
ding
Installatie-uitvoering zonder warmwa-
terbereiding
Symbool Werkingsprogramma Symbool Werkingsprogramma
Verwarmingscircuit
”VC1”, ”VC2”, ”V
C3”
”Uitschakelwerking” ”Uitschakelwerking”
”Alleen warm water”
”Verwarmen en warm water”
(Fabrieksinstelling)
”Verw.”
Kamerverwarming en kamerkoeling
Verwarmings-/
koelcircuits
Installatie-uitvoering met warmwaterberei-
ding
Installatie-uitvoering zonder warmwa-
terbereiding
Symbool Werkingsprogramma Symbool Werkingsprogramma
Verwarmings-/koel-
circuit
”VC1”, ”VC2”, ”V
C3”
”Uitschakelwerking” ”Uitschakelwerking”
”Alleen warm water”
”Verwarmen/koelen en WW”
(Fabrieksinstelling)
”Verwarmen/koelen”
Afzonderlijk koel-
circuit
”SKK”
”Uitschakelwerking” ”Uitschakelwerking”
”Alleen warm water”
”Koelen en WW”
(Fabrieksinstelling)
”Koelen”
Functies van de werkingsprogramma's
Kamerverwarming/Kamerkoeling en warmwaterbereiding
Symbool Werkingsprogramma Functie
”Verwarmen en warm
water”
De kamers van het gekozen verwarmingscircuit worden volgens de in-
stellingen voor de kamertemperatuur en het tijdprogramma verwarmd.
Zie hoofdstuk ”Kamerverwarming/kamerkoeling”.
Het warme water wordt volgens de gegevens voor de warmwatertem-
peratuur en het tijdprogramma opgewarmd. zie hoofdstuk ”Warmwa-
terbereiding”.
”Verwarmen/koelen en
WW”
De kamers van het gekozen verwarmings-/koelcircuit worden volgens
de gegevens voor de kamertemperatuur en het tijdprogramma ver-
warmd/gekoeld: Zie hoofdstuk ”Kamerverwarming/kamerkoeling”.
Het warme water wordt volgens de gegevens voor de warmwatertem-
peratuur en het tijdprogramma opgewarmd. zie hoofdstuk ”Warmwa-
terbereiding”.
”Koelen en warm water” De kamers in het aparte koelcircuit worden doorlopend gekoeld. U
kunt geen tijdprogramma instellen.
Het warme water wordt volgens de gegevens voor de warmwatertem-
peratuur en het tijdprogramma opgewarmd. zie hoofdstuk ”Warmwa-
terbereiding”.
Warmwaterbereiding
Symbool Werkingsprogramma Functie
”Alleen warm water” Het warme water wordt volgens de gegevens voor de warmwatertem-
peratuur en het tijdprogramma opgewarmd. zie hoofdstuk ”Warmwa-
terbereiding”.
Geen kamerverwarming/kamerkoeling
Vorstbescherming van een evt. voorhanden buffer is actief.
Warmtepompregeling bedienen
Informatie over de werkingsprogramma’s (vervolg)
5817956
22
Kamerverwarming/kamerkoeling
Symbool Werkingsprogramma Functie
”Verw.” De kamers van het gekozen verwarmingscircuit worden volgens de in-
stellingen voor de kamertemperatuur en het tijdprogramma verwarmd.
Zie hoofdstuk ”Kamerverwarming/kamerkoeling”.
”Verwarmen/koelen” De kamers van het gekozen verwarmings-/koelcircuit worden volgens
de gegevens voor de kamertemperatuur en het tijdprogramma ver-
warmd/gekoeld: Zie hoofdstuk ”Kamerverwarming/kamerkoeling”.
”Koelen” De kamers in het aparte koelcircuit worden doorlopend gekoeld. U
kunt geen tijdprogramma instellen.
Vorstbescherming
Symbool Werkingsprogramma Functie
”Uitschakelwerking” Geen kamerverwarming/kamerkoeling
Geen warmwaterbereiding
De vorstbescherming van de warmtepomp, warmwaterboiler, verwar-
mings-/koelcircuit en evt. voorhanden buffer is actief.
Werkingsprogramma's voor ventilatie
Werkingsprogramma Werkingsstatus Luchtdebiet Ventilatietrap
”Uitschakelmodus” Geen ventilatie
0
”Basiswerking” Minimaal luchtdebiet
1
”Ventilatie-automaat” ”Gereduc.” Gereduceerd luchtdebiet
2
”Normaal” Normaal luchtdebiet
3
”Intensief” Maximaal luchtdebiet
4
Bijzondere werkingsprogramma's
Afhankelijk van de installatie-uitvoering zijn bijzondere
werkingsprogramma's beschikbaar.
Weergave in het basismenu
40°CAanvoertemperatuur
VC1
14°C 21°C
Estrikdroging
D
Afb. 9
DBijzondere werkingsprogramma's in de bovenste
informatieregel
Opmerking
In het uitgebreide menu kunt u onder ”Informatie” het
ingestelde werkingsprogramma oproepen: zie
pagina 54.
Estrikdroging
Deze functie stelt uw verwarmingsfirma in. Uw estrik-
vloer wordt volgens een vast ingesteld tijdprogramma
(temperatuur-tijd-profiel) gedroogd, zoals dat voor de
materialen het beste is. Uw instellingen voor de kamer-
verwarming/kamerkoeling zijn gedurende de estrikdro-
ging (max. 30 dagen) niet actief. Deze functie kan door
uw verwarmingsfirma gewijzigd of uitgeschakeld wor-
den.
Warmtepompregeling bedienen
Informatie over de werkingsprogramma’s (vervolg)
5817956
23
Externe bijschakeling
Uw verwarmingsfirma heeft externe schakelcontac-
ten aan uw warmtepompregeling aangesloten en de
functies hiervoor ingesteld. Met deze schakelcontac-
ten kunnen de warmtepompen of bepaalde installa-
tiecomponenten in- of uitgeschakeld worden, bijv.
mengklep.
Of
Uw verwarmingsfirma heeft de warmtepomp in een
gebouwbeheersysteem geïntegreerd. Dit systeem
schakelt bepaalde functies, installatiecomponenten
of werkingsprogramma's in of uit, ongeacht uw
instellingen.
Opmerking
Terwijl ”Externe bijschakeling” actief is, kunt u het
ingestelde werkingsprogramma aan de warmtepomp-
regeling niet wijzigen. Als ”Externe bijschakeling”
beëindigd is, wordt het werkingsprogramma, dat voor-
dien op de warmtepompregeling was ingesteld, voort-
gezet.
Extern programma
Uw verwarmingsfirma heeft de warmtepompregeling
met het internet verbonden, bijv. via de internetinter-
face Vitoconnect.
Het werkingsprogramma en andere functies worden
via een Viessmann-app in- of uitgeschakeld.
Opmerking
Terwijl ”Extern programma” actief is, kunt u het inge-
stelde werkingsprogramma aan de warmtepomprege-
ling na bevestiging van een vraag wijzigen.
Als ”Extern programma” beëindigd is, wordt het wer-
kingsprogramma, dat voordien op de warmtepompre-
geling was ingesteld, voortgezet.
Vakantieprogramma
Zie pagina 34.
Werkwijze voor de instelling van een tijdprogramma
Hieronder wordt de werkwijze voor de instelling van
een tijdprogramma toegelicht. Details over de afzon-
derlijke tijdprogramma's vindt u in de desbetreffende
hoofdstukken.
Voor de volgende functies kunt u een tijdprogramma
instellen:
Kamerverwarming/kamerkoeling: zie pagina 27.
Verwarming van een verwarmingswaterbuffer: zie
pagina 28.
Koeling van een verwarmingswaterbuffer: zie
pagina 29.
Warmwaterbereiding: zie pagina 36.
Circulatiepomp voor warm water: zie pagina 38.
Extra elektrische verwarming: zie pagina 40.
Geluidsreductie bij lucht/water-warmtepompen: zie
pagina 42.
Woningventilatie (in combinatie met ventilatietoe-
stel): zie pagina 45.
In het tijdprogramma verdeelt u de dag in segmenten,
zogenaamde perioden. U bepaalt wat er in een
periode gebeurt, bijv. wanneer uw kamers tot de nor-
male kamertemperatuur worden verwarmd. Daartoe
stelt u voor elke periode een werkingsstatus in.
De mogelijke werkingsstatussen verschillen bijv. door
verschillende temperatuurniveaus.
Het tijdprogramma kunt u individueel instellen, voor
elke dag gelijk of verschillend.
U kunt maximaal 8 periodes per dag instellen.
De perioden zijn genummerd.
Voor elke periode stelt u het begintijdstip en het eind-
tijdstip in.
De gekozen periode wordt door een witte balk in het
tijddiagram aangegeven. De lengte ervan wordt in
het tijddiagram navenant aangepast.
De afzonderlijke werkingsstatussen worden door ver-
schillende balkhoogten in het tijddiagram weergege-
ven.
Als meerdere periodes elkaar overlappen, heeft de
werkingsstatus met de hoogste balk prioriteit.
In het uitgebreide menu kunt u onder ”Informatie”
de tijdprogramma's oproepen: zie pagina 54.
Tijdprogramma instellen met als voorbeeld kamerverwarming/-koeling
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarm./koeling”
3. Ev. / voor het gekozen verwarmings-/koelcircuit.
4. ”Tijdprogr. verw./koel.”
5. Kies het weekdeel of de weekdag.
Warmtepompregeling bedienen
Informatie over de werkingsprogramma’s (vervolg)
5817956
24
6. Kies een periode ! tot (. De gekozen periode
wordt door een witte balk in het tijddiagram aange-
geven.
7. Stel het begin en het einde van de betreffende
periode in. De lengte van de witte balk in het tijd-
diagram wordt overeenkomstig aangepast.
8. Kies de gewenste werkingsstatus ”Geredu-
ceerd”, ”Normaal” of ”Constant”. De afzonder-
lijke werkingsstatussen worden door verschillende
balkhoogten in de tijdtabel weergegeven.
9. Druk op om het menu te verlaten.
Opmerking
Als u voortijdig wilt stoppen met het instellen van een
periode, drukt u zo vaak op tot de gewenste indica-
tie verschijnt.
Voorbeeld voor werkingsstatus en periodes in het
tijdprogramma voor kamerverwarming
Verwarming Ma-zo
?08:30 - 12:10 u
Selecteren met
Normaal
(
!00:00 - 08:30 u
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
Gereduceerd
?!
VC1
§ $ %
Afb. 10
Tijdprogramma voor het weekdeel ”MaandagZon-
dag” (”Ma-Zo”)
Periode !:
00:00 tot 08:30 uur: ”Gereduceerd”
periode ?:
08:30 tot 12:10: ”Normaal”
periode §:
13:00 tot 18:30: ”Gereduceerd”
periode $:
20:00 tot 22:00: ”Constante”
Periode %:
22:00 tot 24:00 uur: ”Gereduc.”
Tussen de periodes is de werkingsstatus ”Standby”
actief, in het voorbeeld van 12.10 tot 13.00 uur en van
18.30 tot 20.00 uur.
Warmtepompregeling bedienen
Werkwijze voor de instelling van een… (vervolg)
5817956
25
Tijdprogramma effectief instellen
Voorbeeld: U wilt voor alle weekdagen, behalve
maandag, hetzelfde tijdprogramma instellen:
1. Kies de periode ”MaandagZondag” en stel het
tijdprogramma in.
Tijdprogramma verwarming
Maandag
Zaterdag-Zondag
Maandag-Vrijdag
Maandag-Zondag
ê
ê
ê
ç
VC1
Kiezen met (
Afb. 11
Opmerking
Het vinkje staat altijd bij de weekdelen met
dezelfde periodes.
Fabrieksinstelling: Voor alle weekdagen gelijk,
daarom is het vinkje bij ”MaandagZondag”
geplaatst.
2. Kies vervolgens ”Maandag” en stel voor die dag
het tijdprogramma in.
Opmerking
De ingestelde periodes voor ”MaandagZondag”
blijven voor de weekdagen ”Dinsdag” tot ”Vrij-
dag” behouden.
Het vinkje wordt bij het weekgedeelte ”Zaterdag
Zondag” geplaatst, omdat nog slechts in dit week-
gedeelte de ingestelde periodes overeenstemmen.
Tijdprogramma verwarming
Maandag
Zaterdag-Zondag
Maandag-Vrijdag
Maandag-Zondag
ê
ê
ê
ç
VC1
Kiezen met (
Afb. 12
Periodes wissen
Stel voor het einde dezelfde tijd in als voor het begin.
Of
Kies voor het begintijdstip een instelling vóór
00:00 uur.
Op het display verschijnt voor de gekozen
periode ”- - : - -”.
VC1
Wijzigen met (
- -:- - - -:- - u
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
---
Ma-Zo
Verwarming/koeling
?08:30 - 12:10 uNormaal
!
Afb. 13
Warmtepompregeling bedienen
Werkwijze voor de instelling van een… (vervolg)
5817956
26
De normale kamertemperatuur is de temperatuur
waarbij u zich goed voelt. Uw kamers worden altijd tot
deze temperatuur verwarmd of gekoeld als in het tijd-
programma een periode met de werkingsstatus ”Nor-
maal” actief is.
Tijdprogramma voor kamerverwarming/kamerkoeling
instellen: zie pagina 27.
Fabrieksinstelling: 20 °C
Voor het verkozen verwarmings-/koelcircuit
1. Basismenu:
/ voor de gewenste waarde
2. OK ter bevestiging
Voor alle verwarmings-/koelcircuits
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarm./koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. ”Gewenste kamertemperatuur”
5. Stel de gewenste waarde in.
Opmerking voor gebruik met een ventilatietoestel
Stel de kamertemperatuur voor ventilatie ca. 2 °C
hoger in dan de normale kamertemperatuur voor
kamerverwarming/kamerkoeling: zie pagina 44.
Deze instelling garandeert een correcte werking van
de bypass.
Gereduceerde kamertemperatuur instellen voor kamerverwarming
U stelt de kamertemperatuur in voor de periodes,
waarin u minder wilt verwarmen.
Deze kamertemperatuur geldt voor de volgende perio-
des:
In de periodes waarvoor u in het ”Tijdprogramma”
de werkingsstatus ”Gereduc.” instelt: zie
pagina 27
In het vakantieprogramma: zie pagina 34.
Fabrieksinstelling: 16 °C
Opmerking
Voor een afzonderlijk koelcircuit kan geen geredu-
ceerde gewenste kamertemperatuur worden ingesteld.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarm./koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. ”Gered. kamertemp. Gewenst”
5. Stel de gewenste waarde in.
Werkingsprogramma instellen voor kamerverwarming/kamerkoeling
In het ”Werkingsprogramma” voor de kamerverwar-
ming stelt u in of de kamerverwarming al dan niet vrij-
gegeven is.
Overzicht van de werkingsprogramma's: zie pagina 21.
Voor het favoriete verwarmings-/koelcircuit
Basismenu:
1. / voor het werkingsprogramma:
bijv. ”Verwarmen en warm water”
2. OK ter bevestiging
Voor alle verwarmings-/koelcircuits
Uitgebreid menu:
1.
2. ”Verwarming” of ”Verwarming/koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. ”Werkingsprogramma”
5. Selecteer het gewenste werkingsprogramma,
bijv. ”Verwarmen en warm water”
Kamerverwarming/kamerkoeling
Normale kamertemperatuur instellen voor kamerverwarming/kamerkoeling
5817956
27
In de periodes voor kamerverwarming en -koeling stelt
u in wanneer uw kamers met welke temperatuur ver-
warmd of gekoeld worden.
Daartoe stelt u voor elke periode een werkingsstatus
in: zie hoofdstuk ”Werkingsstatus voor kamerverwar-
ming/kamerkoeling”.
Fabrieksinstelling: Een tijdfase van 0:00 tot 24:00 uur
voor alle weekdagen met de werkingsstatus ”Nor-
maal”.
Opmerking
De fabrieksinstelling is geschikt voor de werking met
vloerverwarming.
Voor een apart koelcircuit kan geen tijdprogramma
worden ingesteld.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarming/koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. ”Tijdprog. verwarmen” of ”Tijdprog. verw.koel.”
5. Stel de gewenste periodes en de werkingsstatus
in.
Methode voor de instelling van een tijdprogramma: zie
pagina 23.
Opmerking
Tussen de periodes worden de kamers niet ver-
warmd of gekoeld. Enkel de vorstbescherming van
de warmtepomp is actief (werkingssta-
tus ”Standby”).
Houd bij het instellen rekening met het feit dat uw
verwarmingsinstallatie tijd nodig heeft om de kamers
tot de gewenste temperatuur te verwarmen of af te
koelen.
Werkingsstatus voor kamerverwarming/kamerkoe-
ling
”Normaal”
De kamerverwarming/kamerkoeling gebeurt met de
normale kamertemperatuur ”Gew. kamertempera-
tuur”: zie pagina 26.
”Gereduc.”
De kamerverwarming vindt plaats met de geredu-
ceerde kamertemperatuur ”Ger. gew. kamertemp.”:
zie pagina 26.
Opmerking
In de werkingsstatus ”Gereduc.” wordt een verwar-
mings-/koelcircuit niet gekoeld.
”Constante”
De kamerverwarming gebeurt onafhankelijk van de
buitentemperatuur met de maximale aanvoertempe-
ratuur van elk verwarmingscircuit.
De kamerkoeling gebeurt onafhankelijk van de bui-
tentemperatuur met de minimale aanvoertempera-
tuur van het koelcircuit.
Instellingen af fabriek: Uw gespecialiseerde firma
heeft deze waarden evt. aangepast.
Max. aanvoertemperatuur verwarmen: 40 °C
Min. aanvoertemperatuur koelen: 20 °C
Kamerverwarming/kamerkoeling
Tijdprogramma instellen voor kamerverwarming/kamerkoeling
5817956
28
Opmerking
Verdere informatie over de verschillende buffers vindt
u in het hoofdstuk ”Begripsverklaringen” in de bijlage:
zie pagina 93.
Kamerverwarming/kamerkoeling met buffer inschakelen
Installatie met verwarmingswaterbuffer
Bij kamerverwarming voorziet de verwarmingswater-
buffer uw verwarmings-/koelcircuits van warmte. De
warmtepomp verwarmt de verwarmingswaterbuffer
automatisch zodra de buitentemperatuur onder de
verwarmingsgrens daalt. Uw verwarmingsfirma heeft
de verwarmingsgrens ingesteld.
Bij kamerkoeling (indien voorhanden) voorziet de
warmtepomp het koelcircuit direct, niet via de verwar-
mingswaterbuffer. De kamerkoeling is automatisch
ingeschakeld als de buitentemperatuur de koelgrens
overschrijdt. Uw verwarmingsfirma heeft ook de koel-
grens ingesteld.
Installatie met verwarmings-/koelwaterbuffer
Een verwarmings-/koelwaterbuffer kan uw verwar-
mings-/koelcircuits ofwel verwarmen, ofwel koelen.
Om uw kamers te verwarmen, moet u de kamerver-
warming via de verwarmings-/koelwaterbuffer inscha-
kelen. Om uw kamers te koelen, moet u de kamerkoe-
ling via de verwarmings-/koelwaterbuffer inschakelen.
Opmerking
Kamerverwarming en kamerkoeling is gelijktijdig niet
mogelijk.
Kamerkoeling via een afzonderlijk koelcircuit is niet
mogelijk.
Kamerverwarming voor verwarmings-/koelwater-
buffer inschakelen
1. Uitgebreid menu:
2. ”Installatie”
3. ”Modus buffer”
4. ”Verwarming”
Kamerkoeling voor verwarmings-/koelwaterbuffer
inschakelen
1. Uitgebreid menu:
2. ”Installatie”
3. ”Modus buffer”
4. ”Koeling”
Tijdprogramma instellen voor kamerverwarming met buffer
In het tijdprogramma voor kamerverwarming met buf-
fer stelt u in wanneer uw buffer tot welke temperatuur
verwarmd wordt. Bovendien stelt u in of de hele inhoud
of slechts het bovenste deel van de buffer verwarmd
wordt.
Bij de instelling van het tijdprogramma selecteert u
voor elke periode een werkingsstatus: zie hoofd-
stuk ”Werkingsstatus voor de verwarming van de buf-
fer”.
Opmerking
Dit tijdprogramma geldt ofwel voor een verwarmings-
waterbuffer, ofwel voor een verwarmings-/koelwater-
buffer in verwarming.
Fabrieksinstelling: Een periode van 0.00 tot 24.00 uur
voor alle weekdagen met de werkingsstatus ”Nor-
maal”.
De periodes voor de verwarming van de buffer moe-
ten alle periodes voor de kamerverwarming (voor
alle verwarmingscircuits) omvatten.
Als u de verwarming van de buffer door het tijdpro-
gramma uitschakelt (alle periodes zijn gewist ”- - : -
-”), worden uw kamers niet verwarmd.
We raden aan om de buffer doorlopend te verwar-
men.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Installatie”
3. ”Tijdprogramma buffer”
4. Stel de gewenste periodes en de werkingsstatus
in.
Kamerverwarming/kamerkoeling
Kamerverwarming/kamerkoeling met buffer
5817956
29
Methode voor de instelling van een tijdprogramma: zie
pagina 23.
Opmerking
Tussen de periodes wordt de buffer niet verwarmd.
Enkel de vorstbescherming voor de buffer is actief.
Hou bij het instellen rekening met het feit dat uw
warmtepomp enige tijd nodig heeft om de buffer tot
de gewenste temperatuur te verwarmen.
Werkingsstatus voor de verwarming van de buffer
”Normaal”
Het totale volume van de buffer wordt tot de grootste
gewenste aanvoertemperatuur van alle aangesloten
verwarmings-/koelcircuits verwarmd.
De gewenste aanvoertemperatuur van een verwar-
mings-/koelcircuit ontstaat uit de stooklijn, de buiten-
temperatuur en de gewenste kamertemperatuur.
”Gereduc.”
Het bovenste gedeelte van de buffer wordt tot de
grootste gewenste aanvoertemperatuur van alle aan-
gesloten verwarmings-/koelcircuits verwarmd.
De gewenste aanvoertemperatuur van een verwar-
mings-/koelcircuit ontstaat uit de stooklijn, de buiten-
temperatuur en de gewenste kamertemperatuur.
”Constante”
Het totale volume van de buffer wordt tot een vaste
temperatuur verwarmd.
Fabrieksinstelling: 50 °C
Uw verwarmingsfirma heeft deze waarden evt. aan-
gepast.
U kunt de werkingsstatus ”Constante” bijv. gebrui-
ken om de buffer met gunstige nachtstroom te ver-
warmen.
Opmerking
Boven een bepaalde buitentemperatuur wordt de buf-
fer ook in de werkingsstatus ”Constante” niet meer
verwarmd. Uw verwarmingsfirma kan deze tempera-
tuurgrens aanpassen.
Tijdprogramma instellen voor kamerkoeling met buffer
In het tijdprogramma voor kamerkoeling met buffer
stelt u in wanneer uw buffer tot welke temperatuur
gekoeld wordt. Bovendien stelt u in of de hele inhoud
of slechts het bovenste deel van de buffer gekoeld
wordt.
Bij de instelling van het tijdprogramma selecteert u
voor elke periode een werkingsstatus: zie hoofd-
stuk ”Werkingsstatus voor de koeling van de buffer”.
Opmerking
Dit tijdprogramma geldt ofwel voor een verwarmings-/
koelwaterbuffer in koeling.
Fabrieksinstelling: Een periode van 0.00 tot 24.00 uur
voor alle weekdagen met de werkingsstatus ”Nor-
maal”.
De periodes voor de koeling van de buffer moeten
alle periodes voor de kamerkoeling (voor alle ver-
warmings-/koelcircuits) omvatten.
Als u de koeling van de buffer door het tijdpro-
gramma uitschakelt (alle periodes zijn gewist ”- - : -
-”), worden uw kamers niet gekoeld.
We raden aan om de buffer doorlopend te koelen.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Installatie”
3. ”Tijdprogr. koelbuffer”
4. Stel de gewenste periodes en de werkingsstatus
in.
Methode voor de instelling van een tijdprogramma: zie
pagina 23.
Opmerking
Tussen de periodes wordt de buffer niet gekoeld.
Enkel de vorstbescherming voor de buffer is actief.
Hou bij het instellen rekening met het feit dat uw
warmtepomp enige tijd nodig heeft om de buffer tot
de gewenste temperatuur te koelen.
Werkingsstatus voor de koeling van de buffer
”Normaal”
Het totale volume van de buffer wordt tot de laagste
gewenste aanvoertemperatuur van alle aangesloten
verwarmings-/koelcircuits gekoeld.
De gewenste aanvoertemperatuur van een verwar-
mings-/koelcircuit ontstaat uit de koellijn, de buiten-
temperatuur en de gewenste kamertemperatuur.
Kamerverwarming/kamerkoeling
Kamerverwarming/kamerkoeling met buffer (vervolg)
5817956
30
”Gereduc.”
Het bovenste gedeelte van de buffer wordt tot de
laagste gewenste aanvoertemperatuur van alle aan-
gesloten verwarmings-/koelcircuits gekoeld.
De gewenste aanvoertemperatuur van een verwar-
mings-/koelcircuit ontstaat uit de koellijn, de buiten-
temperatuur en de gewenste kamertemperatuur.
”Constante”
Het totale volume van de buffer wordt tot een vaste
temperatuur gekoeld.
Fabrieksinstelling: 20 °C
Uw verwarmingsfirma heeft deze waarden evt. aan-
gepast.
U kunt de werkingsstatus ”Constante” bijv. gebrui-
ken om de buffer met gunstige nachtstroom tot een
lagere temperatuur te koelen.
Stooklijn/koellijn instellen
Opdat uw kamers bij elke buitentemperatuur optimaal
verwarmd of gekoeld worden, kunt u ”Niveau”
en ”Inclinatie ” van de ”Stooklijn” of van de ”Koel-
lijn” aanpassen. Daardoor beïnvloedt u de door de
warmtepomp beschikbaar gestelde aanvoertempera-
tuur.
Opmerking
Verdere informatie over de instelling van ”Stook-
lijn ”of ”Koellijn” vindt u in het hoofdstuk ”Begripsver-
klaringen” in de bijlage: zie pagina 93.
Karakteristieken instellen voor kamerverwarming/kamerkoeling
Fabrieksinstellingen
”Inclinatie” ”Niveau”
Stooklijn 0,6 0
Koellijn 1,2 0
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarm./koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. ”Stooklijn” of ”koellijn”
5. ”Inclinatie” of ”Niveau”
6. Stel de gewenste waarde in.
Opmerking
U krijgt tips over hoe en wanneer u de inclinatie en
het niveau van de stooklijn kunt wijzigen. Op
drukken.
Voorbeeld: Inclinatie van de stooklijn wijzigen naar
1,1
Een diagram geeft duidelijk de wijziging van de stook-
lijn weer, zodra u de waarde voor de inclinatie of het
niveau wijzigt.
Stooklijn
Wijzigen met (
VC1
Steilheid
100°C
20 10 0 -10 -20 -30
35°C
1,1
43°C 49°C 55°C
Afb. 14
Aan de verschillende buitentemperaturen zijn gewen-
ste aanvoertemperaturen toegewezen. De buitentem-
peraturen zijn op de horizontale as weergegeven. De
gewenste aanvoertemperaturen voor het verwarmings-
circuit hebben een witte achtergrond.
Kamerverwarming/kamerkoeling
Kamerverwarming/kamerkoeling met buffer (vervolg)
5817956
31
Tips voor instelling van de ”Stooklijn”
Verwarmingsgedrag Maatregel voor ”Stooklijn”
De kamers zijn in het koude seizoen te koud. Stel de ”Inclinatie” in op de volgende hogere waarde.
De kamers zijn in het koude seizoen te warm. Stel de ”Inclinatie” in op de volgende lagere waarde.
De kamers zijn in het overgangsseizoen en in het kou-
de seizoen te koud.
Stel het ”Niveau” in op een hogere waarde.
De kamers zijn in het overgangsseizoen en in het kou-
de seizoen te warm.
Stel het ”Niveau” in op een lagere waarde.
De kamers zijn in het overgangsseizoen te koud, maar
in het koude seizoen warm genoeg.
Stel de ”Inclinatie” in op de volgende lagere waarde
en het ”Niveau” op een hogere waarde.
De kamers zijn in het overgangsseizoen te warm, maar
in het koude seizoen warm genoeg.
Stel de ”Inclinatie” in op de volgende hogere waarde
en het ”Niveau” op een lagere waarde.
Tips voor instelling van de ”Koellijn”
Koelgedrag Maatregel voor ”Koellijn”
De kamers zijn in het warme seizoen te warm. Stel de ”Inclinatie” in op de volgende hogere waarde.
De kamers zijn in het warme seizoen te koud. Stel de ”Inclinatie” in op de volgende lagere waarde.
De kamers zijn in het overgangsseizoen en in het war-
me seizoen te warm.
Stel het ”Niveau” in op een hogere waarde.
De kamers zijn in het overgangsseizoen en in het war-
me seizoen te koud.
Stel het ”Niveau” in op een lagere waarde.
De kamers zijn in het overgangsseizoen te warm, maar
in het koude seizoen koud genoeg.
Stel de ”Inclinatie” in op de volgende lagere waarde
en het ”Niveau” op een hogere waarde.
De kamers zijn in het overgangsseizoen te koud, maar
in het warme seizoen koud genoeg.
Stel de ”Inclinatie” in op de volgende hogere waarde
en het ”Niveau” op een lagere waarde.
Kamerverwarming/kamerkoeling uitschakelen
Om de kamerverwarming voor een verwarmings-/koel-
circuit uit te schakelen, kiest u het werkingspro-
gramma ”Alleen warm water” of ”Uitschakelwer-
king”.
Voor het verkozen verwarmings-/koelcircuit
1. Basismenu:
/ voor het werkingsprogramma:
”Alleen warm water” (geen kamerverwarming/
kamerkoeling)
of
”Uitschakelwerking” (vorstbewaking is actief)
2. OK ter bevestiging
Voor alle verwarmings-/koelcircuits
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarm./koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. ”Werkingsprogramma”
5. ”Alleen warm water” (geen kamerverwarming/
kamerkoeling)
of
”Uitschakelwerking” (vorstbewaking is actief)
Informatie over de werkingsprogramma’s: zie
pagina 21.
Kamerverwarming/kamerkoeling
Stooklijn/koellijn instellen (vervolg)
5817956
32
Als u de kamertemperatuur tijdelijk wilt aanpassen,
stelt u de ”Partywerking” in. De ”Partywerking” is
onafhankelijk van het tijdprogramma voor kamerver-
warming/kamerkoeling.
Bij kamerverwarming worden de kamers tot de voor
de ”Partywerking” ingestelde temperatuur ver-
warmd.
Bij kamerkoeling worden de kamers tot de voor
de ”Partywerking” ingestelde temperatuur gekoeld.
Indien door uw verwarmingsfirma niet anders is inge-
steld, wordt eerst het warm water tot de ingestelde
warmwatertemperatuur verwarmd voordat de kamer-
verwarming/kamerkoeling plaatsvindt.
De circulatiepomp (indien aanwezig) wordt ingescha-
keld.
Partywerking instellen voor kamerverwarming/kamerkoeling
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarming/koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
Opmerking
Voor een apart koelcircuit kan geen ”Partywer-
king” worden ingesteld.
4. ”Partywerking”
5. Stel de gewenste kamertemperatuur voor de ”Par-
tywerking” in.
Partywerking
Wijzigen met (
VC1
23°C
Afb. 15
Opmerking
In combinatie met een ventilatietoestel:
Stel de kamertemperatuur voor ventilatie max. 4 °C
lager in dan voor de ”Partywerking”. Deze instel-
ling garandeert een correcte werking van de
bypass.
Weergave in het basismenu: Voor het favoriete ver-
warmings-/koelcircuit
Aanvoertemperatuur 40°C
VC1
14°C 21°C
Aanvoertemperatuur 40°C
VC1
14°C 21°C
Afb. 16
Opmerking
De weergave van de gewenste kamertemperatuur in
het basismenu verandert niet.
Kamerverwarming/kamerkoeling
Kamertemperatuur tijdelijk aanpassen
5817956
33
”Partywerking” beëindigen
De ”Partywerking” eindigt automatisch na 8 uur.
of
De ”Partywerking” eindigt automatisch als het tijd-
programma naar de werkingsstatus ”Normaal”
of ”Constante” wisselt.
Of
Zet de ”Partywerking” op ”Uit”.
Energie besparen bij korte afwezigheid
Om energie te besparen, stelt u bij het verlaten van uw
kamers de ”Spaarwerking” in.
De kamertemperatuur wordt onafhankelijk van
het ”Tijdprogramma” voor kamerverwarming ver-
laagd.
De koeling via een verwarmings-/koelcircuit is in
de ”Spaarwerking” uitgeschakeld.
Voor een apart koelcircuit kan geen ”Spaarwer-
king” worden ingesteld.
Opmerking
”Spaarwerking” kunt u alleen in het werkingspro-
gramma ”Verwarmen en warm water” of ”Verwar-
men” instellen.
Spaarwerking instellen voor verwarmen
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarming/koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. ”Spaarwerking”
Weergave in het basismenu: Voor het favoriete ver-
warmingscircuit
VC1
14°C 21°C
Aanvoertemperatuur 40°C
Afb. 17
Opmerking
De weergave van de gewenste kamertemperatuur in
het basismenu verandert niet.
Kamerverwarming/kamerkoeling
Kamertemperatuur tijdelijk aanpassen (vervolg)
5817956
34
”Spaarwerking” beëindigen
De ”Spaarwerking” eindigt automatisch als het tijd-
programma naar de werkingsstatus ”Gereduc.”
of ”Standby” wisselt.
Of
Zet de ”Spaarwerking” op ”Uit”.
Energie besparen bij lange afwezigheid
Om energie te sparen bij langere afwezigheid, stelt u
het ”Vakantieprogramma” in.
Het vakantieprogramma heeft het volgende effect:
Kamerverwarming:
voor verwarmings-/koelcircuits in het werkingspro-
gramma ”Verwarmen en warm water” of ”Ver-
warmen/koelen en WW”:
De kamers worden tot de ingestelde gereduceerde
kamertemperatuur (”Ger. gew. kamertemp.”) ver-
warmd: zie pagina 26.
Voor verwarmings-/koelcircuits ”Alleen warm
water”:
Geen kamerverwarming: De vorstbescherming van
de warmtepomp en een evt. aanwezige buffer is
actief.
Kamerkoeling:
Geen koeling via een verwarmings-/koelcircuit: Een
apart koelcircuit wordt wel gekoeld.
Warmwaterbereiding:
Geen warmwaterbereiding: De vorstbescherming
voor de warmwaterboiler is actief.
Woningventilatie (in combinatie met een ventilatie-
toestel):
Woningventilatie met minimaal luchtdebiet (
1
)
Opmerking
Het vakantieprogramma geldt voor alle verwarmings-/
koelcircuits. Uw verwarmingsfirma kan deze fabrieksin-
stelling wijzigen.
Vakantieprogramma instellen voor kamerverwarming/kamerkoeling, ventilatie
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarming/koeling”
3. ”Vakantieprogramma”
4. Stel de gewenste vertrekdag en dag van terug-
komst in.
Vakantieprogramma
Kiezen met (
VC1
Datum Vr 15-06-2012
Dag van terugkomst:
Datum
Vertrekdag:
Woe 13-6-2012
Afb. 18
Het vakantieprogramma begint om 00:00 uur op de
dag die volgt op de vertrekdag en eindigt om 00:00 uur
op de dag van de terugreis. Dat wil zeggen dat op de
dag van vertrek en aankomst het ingestelde tijdpro-
gramma actief is: zie pagina 27.
Weergave in het basismenu
40°CAanvoertemperatuur
VC1
14°C 21°C
Vakantieprogramma
Afb. 19
Kamerverwarming/kamerkoeling
Energie besparen bij korte afwezigheid (vervolg)
5817956
35
Weergave in het uitgebreide menu
In het uitgebreide menu kunt u onder ”Informatie” het
ingestelde vakantieprogramma oproepen: zie
pagina 54.
”Vakantieprogramma” wijzigen
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarming/koeling”
3. ”Vakantieprogramma”
4. ”Programma wijzigen”
5. Stel de gewenste vertrek- en aankomstdag in.
”Vakantieprogramma” afbreken of wissen
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarming/koeling”
3. ”Vakantieprogramma”
4. ”Programma wissen”
Kamerverwarming/kamerkoeling
Energie besparen bij lange afwezigheid (vervolg)
5817956
36
Uw warm water wordt altijd tot deze temperatuur ver-
warmd als in het tijdprogramma een periode met de
werkingsstatus ”Normaal” actief is.
Tijdprogramma voor de warmwaterbereiding instellen:
zie pagina 36.
Fabrieksinstelling: 50 °C
1. Uitgebreid menu:
2. ”Warm water”
3. ”Warmwatertemperatuur gewenst”
4. Stel de gewenste waarde in.
Verhoogde warmwatertemperatuur instellen
In de volgende gevallen wordt het warm water tot de
verhoogde warmwatertemperatuur verwarmd:
In het tijdprogramma voor de warmwaterbereiding is
een periode met de werkingsstatus ”Temp. 2” actief:
zie pagina 37.
U hebt de eenmalige warmwaterbereiding ingesteld:
zie pagina 38.
U hebt de manuele bediening ingesteld: zie
pagina 59.
Fabrieksinstelling: 60 °C
1. Uitgebreid menu:
2. ”Warm water”
3. ”2e gewenste WW-temperatuur”
4. Stel de gewenste waarde in.
Opmerking
Opdat de gewenste warmwatertemperatuur bereikt
wordt, geeft u evt. de extra elektrische verwarming vrij:
zie pagina 40.
Werkingsprogramma instellen voor warmwaterbereiding
In het werkingsprogramma voor de warmwaterberei-
ding stelt u in of de warmwaterbereiding al dan niet
vrijgegeven is.
Overzicht van de werkingsprogramma's: zie pagina 21.
Voor het verkozen verwarmings-/koelcircuit
1. Basismenu:
/ voor het werkingsprogramma:
Bijv. ”Alleen warm water”
2. OK ter bevestiging
Voor alle verwarmings-/koelcircuits
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarming/koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. ”Werkingsprogramma”
5. Bijv. ”Alleen warm water”
Tijdprogramma instellen voor warmwaterbereiding
In het tijdprogramma voor warmwaterbereiding kunt u
instellen in welke periodes uw warm water tot welke
temperatuur verwarmd wordt.
Daartoe stelt u voor elke periode een werkingsstatus
in: zie hoofdstuk ”Werkingsstatus voor de warmwater-
bereiding”.
Fabrieksinstelling: Een periode van 0.00 tot 24.00 uur
voor alle weekdagen met de werkingsstatus ”Boven-
aan”.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Warm water”
Warmwaterbereiding
Normale warmwatertemperatuur instellen
5817956
37
3. ”Tijdprogr. Warm water”
4. Stel de gewenste periodes en de werkingsstatus
in.
Methode voor de instelling van een tijdprogramma: zie
pagina 23.
Opmerking
Tussen de periodes wordt het warm water niet ver-
warmd. Alleen de vorstbescherming voor de warm-
waterboiler is actief.
Let er bij het instellen op dat uw verwarmingsinstalla-
tie een poosje nodig heeft om de warmwaterboiler tot
de gewenste temperatuur te verwarmen. Zet het
begin daarom vroeger. Gebruik de functies ”Inscha-
keloptimalisering” en ”Uitschak.optimalisering”:
zie pagina 37 en pagina 37.
Terwijl de warmwaterboiler wordt verwarmd, worden
de kamers niet verwarmd.
Werkingsstatus voor de warmwaterbereiding
Afhankelijk van de uitvoering van uw warmwaterboiler
is de werkingsstatus voor de warmwaterbereiding als
volgt:
Warmwaterboiler met 1 bovenste temperatuursen-
sor
”Bovenaan”
Het bovenste deel van de warmwaterboiler wordt tot
de ”Gew. warmwatertemp.” verwarmd, bijv. bij
geringe warmwaterbehoefte: zie pagina 36.
”Normaal”
Het bovenste deel van de warmwaterboiler wordt tot
de ”Gew. warmwatertemp.” verwarmd: zie
pagina 36.
”Temp. 2”
Het bovenste deel van de warmwaterboiler wordt
tot ”WW-temp. gewenst 2” verwarmd: zie
pagina 36.
Warmwaterboiler met 2 temperatuursensoren
Geldt voor volgende uitvoeringen:
Warmwaterboiler met temperatuursensor boven-
aan en onderaan
Warmtepomp met geïntegreerde warmwaterboiler
”Bovenaan”
Het bovenste deel van de warmwaterboiler wordt tot
de ”Gew. Warmwatertemp.” verwarmd, bijv. bij
geringe warmwaterbehoefte: zie pagina 36.
”Normaal”
Het volledige volume van de warmwaterboiler wordt
tot de ”Gew. Warmwatertemp.” verwarmd: zie
pagina 36.
”Temp. 2”
Het volledige volume van de warmwaterboiler wordt
tot de ”WW-temp. gewenst 2” verwarmd: zie
pagina 36.
Opmerking
Welke uitrusting en functies uw verwarmingsinstallatie
heeft, werd door uw firma in het formulier op
pagina 103 ingevoerd.
Bij vragen over de functionaliteit en de accessoires
van uw warmtepomp en uw verwarmingsinstallatie
wendt u zich tot uw verwarmingsfirma.
Inschakeloptimalisering instellen
De inschakeloptimalisering garandeert dat aan het
begin van een periode in het tijdprogramma het warme
water reeds op de ingestelde temperatuur is opge-
warmd.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Warm water”
3. ”Inschakeloptimalisering”
Voorbeeld:
U heeft 's ochtends vanaf 6.00 uur warm water nodig
om te douchen.
U stelt in het tijdprogramma het begin van de tijdfase
in op 6 uur. Met de inschakeloptimalisering start de
warmwaterbereiding automatisch vroeger.
Hierdoor staat om 6.00 uur water met de ingestelde
temperatuur ter beschikking.
Uitschakeloptimalisering instellen
De uitschakeloptimalisering garandeert dat de warm-
waterboiler overeenkomstig het tijdprogramma op het
einde van een periode altijd volledig opgewarmd is.
1. Uitgebreid menu:
Warmwaterbereiding
Tijdprogramma instellen voor warmwaterbereiding (vervolg)
5817956
38
2. ”Warm water” 3. ”Uitschak.optimalisering”
Tijdprogramma instellen voor de circulatiepomp
In het tijdprogramma voor de circulatiepomp kunt u
instellen in welke periodes de circulatiepomp continu
of in intervallen ingeschakeld is.
Daartoe stelt u voor elke periode een werkingsstatus
in: zie hoofdstuk ”Werkingsstatus voor de circulatie-
pomp”.
Af fabriek is geen periode voor de circulatiepomp inge-
steld, d.w.z. de circulatiepomp is uitgeschakeld.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Warm water”
3. ”Tijdprogr. Circulatie”
4. Stel de gewenste periodes en de werkingsstatus
in.
Methode voor de instelling van een tijdprogramma: zie
pagina 23.
Opmerking
Tussen de perioden is de circulatiepomp uitgescha-
keld.
Werkingsstatus voor circulatiepomp
”5/25 puls”
De circulatiepomp wordt om de 30 minuten gedu-
rende 5 minuten ingeschakeld (pauzetijd 10 minu-
ten).
”5/10 takt”
De circulatiepomp wordt om de 15 minuten gedu-
rende 5 minuten ingeschakeld (pauzetijd 10 minu-
ten).
”Aan”
De circulatiepomp loopt permanent.
Warmwaterbereiding tijdelijk verhogen
Als er behoefte is aan meer warm water, kunt u de
warmwatertemperatuur tijdelijk verhogen. Schakel
hiervoor ”1x WW-bereiding” in.
Het warm water wordt tot de verhoogde warmwater-
temperatuur (”WW-temp. gewenst 2”) verwarmd: zie
pagina 36.
1x WW-bereiding inschakelen
Opmerking
Voor minstens één CV-/koelcircuit moet één van de
volgende werkingsprogramma's zijn ingesteld:
”Verwarmen en warm water”
”Verwarmen/koelen en WW”
”Koelen en warm water”
”Alleen warm water”
1. Uitgebreid menu:
2. ”Warm water”
3. ”1x WW-bereiding”
Opmerking
Deze functie wordt automatisch beëindigd zodra
de ”2e gew. WW-temp.” bereikt is.
Warmwaterbereiding uitschakelen
U wilt geen tapwater opwarmen en geen kamers verwarmen of koelen:
Schakel hiervoor ”Uitschakelwerking” in.
Warmwaterbereiding
Tijdprogramma instellen voor warmwaterbereiding (vervolg)
5817956
39
Voor het verkozen verwarmings-/koelcircuit
1. Basismenu:
/ voor het werkingsprogramma ”Uitschakelwer-
king” (vorstbescherming)
2. OK ter bevestiging
Voor alle verwarmings-/koelcircuits
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarm./koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. ”Werkingsprogramma”
5. ”Uitschakelwerking” (vorstbescherming)
U wilt geen tapwater opwarmen, maar de kamers verwarmen:
Stel hiervoor de normale warmwatertemperatuur op de
laagste waarde in.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarm./koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. ”Werkingsprogramma”
5. Afhankelijk van het geselecteerde verwarmings-/
koelcircuit:
bijv. ”Verwarmen en warm water”
6. tot het menu
7. ”Warm water”
8. ”Warmwatertemperatuur gewenst”
9. Stel 10 °C in.
Warmwaterbereiding
Warmwaterbereiding uitschakelen (vervolg)
5817956
40
Als er behoefte is aan meer kamerverwarming, wordt
het verwarmingswater-doorstroomtoestel bovenop de
warmtepomp ingeschakeld.
Opmerking
Aangezien de werking van een extra elektrische ver-
warming tot meer elektriciteitsverbruik leidt, moet u
deze extra verwarming voor de kamerverwarming vrij-
geven.
Fabrieksinstelling: Geblokkeerd
1. Uitgebreid menu:
2. ”Installatie”
3. ”Verw. met elek. verw.elem.”
Extra elektrische verwarming voor warmwaterbereiding vrijgeven of blokkeren
Als er behoefte is aan meer warmwaterbereiding,
wordt het verwarmingswater-doorstroomtoestel
bovenop de warmtepomp ingeschakeld.
Opmerking
Aangezien de werking van een extra elektrische ver-
warming tot meer elektriciteitsverbruik leidt, moet u
deze extra verwarming voor de warmwaterbereiding
vrijgeven.
Fabrieksinstelling: Vrijgegeven
1. Uitgebreid menu:
2. ”Warm water”
3. ”WW met elektr. verw.”
Tijdprogramma instellen voor de extra elektrische verwarming
In het tijdprogramma voor de extra elektrische verwar-
ming kunt u instellen in welke periodes de extra elektri-
sche verwarming op welk vermogensniveau ingescha-
keld mag worden.
Daartoe stelt u voor elke periode een werkingsstatus
in: zie hoofdstuk ”Werkingsstatus voor extra elektri-
sche verwarming”.
Fabrieksinstelling: Eén periode van 0.00 tot 24.00 uur
voor alle weekdagen met de werkingsstatus ”trap 3”.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Installatie”
3. ”Tijdprogr. Elektrische verwarming”
4. Stel de gewenste periodes en de werkingsstatus
in.
Methode voor de instelling van een tijdprogramma: zie
pagina 23.
Opmerking
Tussen de ingestelde periodes is de extra elektrische
verwarming geblokkeerd.
Werkingsstatus voor extra elektrische verwarming
”Trap 1”
Alleen het kleinste vermogensniveau mag ingescha-
keld worden.
”Trap 2”
Het kleinste en middelste vermogensniveau mag
ingeschakeld worden.
”Trap 3”
Alle vermogensniveaus mogen ingeschakeld wor-
den.
Verwarmingsinstallatie met extra elektrische verwarming
Extra elektrische verwarming voor kamerverwarming vrijgeven of blokkeren
5817956
41
Bij actieve koeling is de warmtepomp in werking. Het
beschikbare koelvermogen is qua omvang vergelijk-
baar met het verwarmingsvermogen van de warmte-
pomp.
Opmerking
De koelfunctie moet door uw verwarmingsfirma inge-
steld zijn.
Aangezien een actieve koeling tot meer elektriciteits-
verbruik leidt, moet u deze functie vrijgeven.
Installatie zonder buffer of met verwarmingswater-
buffer
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarm./koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. ”Actieve koeling”
Installatie met verwarmings-/koelwaterbuffer
1. Uitgebreid menu:
2. ”Installatie”
3. ”Actieve koeling”
Actieve koeling
Actieve koeling vrijgeven en blokkeren
5817956
42
In het tijdprogramma voor de geluiddempende werking
kunt u instellen in welke periodes het toerental van de
ventilator en evt. van de compressor beperkt wordt.
Daartoe stelt u voor elke periode een werkingsstatus
in: zie hoofdstuk ”Werkingsstatus voor geluiddem-
pende werking”.
Fabrieksinstelling: Geen periode van 0.00 tot
24.00 uur voor alle weekdagen. Het toerental van de
ventilator wordt niet beperkt.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Installatie”
3. ”Tijdprogr. Geluiddemp.”
4. Stel de gewenste periodes en de werkingsstatus
in.
Methode voor de instelling van een tijdprogramma: zie
pagina 23.
Opmerking
Tussen de ingestelde periodes wordt het toerental
van de ventilator niet beperkt.
Als de instelling van de geluidsgereduceerde werk-
ing geblokkeerd is, wordt 4 s lang ”Niet te wijzigen”
weergegeven. Uw installateur kan de blokkering
opheffen. Een door de installateur ingesteld tijdspro-
gramma kunt u onder ”Informatie” opvragen.
Werkingsstatus voor geluiddempende werking
”Trap 1”
Het max. toerental van de ventilator en evt. de com-
pressor wordt weinig gereduceerd.
”Trap 2”
Lucht/waterwarmtepompen met gescheiden binnen-/
buitenunit en 2-traps lucht/water-warmtepompen:
Zoals trap 1
Alle andere lucht/water-warmtepompen:
Het max. toerental van de ventilator en evt. de com-
pressor wordt sterk gereduceerd.
”Stop”
De warmtepomp werkt niet. De kamerverwarming en
de warmwaterbereiding gebeuren door de extra ver-
warming, bijv. elektrische extra verwarming.
Opmerking
Voorhanden extra verwarmingen moet u vrijgeven,
bijv. extra elektrische verwarming: zie pagina 40.
Als er geen extra verwarming voorhanden is, worden
uw kamers niet verwarmd en het warme water wordt
niet opgewarmd.
Lucht/water-warmtepompen
Tijdprogramma instellen voor geluiddempende werking /
5817956
43
Uw gespecialiseerde firma stelt het ventilatietoestel
in werking.
Om de woningventilatie in te schakelen, stelt u ofwel
het werkingsprogramma ”Basiswerking” of ”Venti-
latie-automaat” in: zie pagina 44.
Opmerking
Om het vocht uit de kamers te brengen, moet het ven-
tilatietoestel altijd minstens op het minimale ventilatie-
niveau (
1
) worden gebruikt.
Weergave in het basismenu
40°CAanvoertemperatuur
VC1
14°C 21°C
3
3
Afb. 20 Voorbeeld voor ventilatie in het werkingspro-
gramma ”Ventilatie-automaat”Werkingssta-
tus ”Normaal”
Ventilatie uitschakelen
Om de woningventilatie uit te schakelen, stelt u het
werkingsprogramma ”Uitschakelwerking” in: zie vol-
gende hoofdstuk ”Uitschakelwerking inschakelen”.
!Opgelet
Als u het ventilatietoestel continu uitschakelt, is
er gevaar voor vochtschade in het gebouw.
Schakel de ”Uitschakelwerking” maar even
in.
Gebruik het ventilatietoestel minstens op het
minimale ventilatieniveau (
1
), bijv.
in ”Spaarwerking” of ”Vakantiepro-
gramma”.
Uitschakelwerking inschakelen
1. Uitgebreid menu:
2. ”Ventilatie”
3. ”Werkingsprogramma”
4. ”Uitschakelwerking”
Geen woningventilatie, bijv. wanneer u uw woning
wilt ventileren via de ramen.
In combinatie met een ventilatieverwarmingscircuit:
Geen toevoerluchtverwarming via het verwarmings-
circuit VC1
Weergave in het basismenu
40°CAanvoertemperatuur
VC1
14°C 21°C
0
0
Afb. 21
Woningventilatie
Ventilatie inschakelen
5817956
44
”Uitschakelwerking” beëindigen
Selecteer voor de ventilatie een ander werkingspro-
gramma, een comfort- of energiespaarfunctie.
Ventilatie uitschakelen om de filter te vervangen
Om de filters te vervangen, opent u het ventilatietoe-
stel.
!Opgelet
Door het gebruik van het geopende ventilatie-
toestel zonder filter ontstaan stofafzettingen in
het toestel. Deze stofafzettingen kunnen tot
defecten leiden.
Schakel voor het openen het ventilatietoestel
uit, zoals hierna wordt beschreven.
Vitovent 200-C, Vitovent 200-W, Vitovent 300-C en
Vitovent 300-W:
Trek de netaansluitstekker van het ventilatietoestel
uit het stopcontact: zie vanaf pagina 70.
Vitovent 300-F:
Schakel het ventilatietoestel aan de netschakelaar
uit: zie pagina 76.
Weergaven op het display
Na het uitschakelen van het ventilatietoestel wordt
op het display van de warmtepompregeling het sym-
bool weergegeven.
Evt. verschijnt de melding ”EF Modbus deelnemer”
op het display. Zodra u het ventilatietoestel weer in
gebruik neemt, verdwijnt deze mededeling.
Werkingsprogramma instellen voor ventilatie
In het werkingsprogramma voor de ventilatie stelt u in
of de woningventilatie al dan niet vrijgegeven is.
Overzicht van de werkingsprogramma's: zie pagina 22.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Ventilatie”
3. ”Werkingsprogramma”
4. bijv. ”ventilatie-automaat”
Ventilatie zonder warmterecuperatie
Bij de ventilatie zonder warmteterugwinning is de
bypass van het ventilatietoestel actief. De verse bui-
tenlucht komt zonder warmteuitwisseling direct in de
kamers.
Daardoor kunnen uw kamers via toevoerlucht passief
verwarmd of passief gekoeld worden, afhankelijk van
de temperatuur binnen en buiten het gebouw.
In- en uitschakelvoorwaarden voor passief verwarmen
en passief koelen: zie pagina 96.
Kamertemperatuur instellen voor ventilatie
Zodra de kamertemperatuur de hier ingestelde gewen-
ste waarde overschrijdt, kan ventilatie zonder warmte-
recuperatie plaatsvinden.
Woningventilatie
Ventilatie uitschakelen (vervolg)
5817956
45
Opmerking
Om de correcte werking van de bypass te garanderen,
stelt u de kamertemperatuur voor de ventilatie als volgt
in:
Vitovent 200-C:
Stel de waarde ca. 2 °C hoger in dan de normale
kamertemperatuur voor kamerverwarming/kamer-
koeling en de ”Partywerking”.
Alle overige ventilatietoestellen:
Stel de waarde ca. 4 °C hoger of lager in dan de
normale kamertemperatuur voor kamerverwarming/
kamerkoeling en de ”Partywerking”.
Wij adviseren de waarde minstens 1 °C hoger in te
stellen.
Normale kamertemperatuur voor kamerverwarming/
kamerkoeling en de ”Partywerking”: zie pagina 26
en 32.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Ventilatie”
3. ”Gewenste kamertemperatuur”
4. Stel de gewenste waarde in.
Opmerking
Wanneer uw verwarmingscircuit VC1 een ventilatiever-
warmingscircuit is, is dit menu niet beschikbaar.
Minimumtemperatuur instellen voor ventilatie
Geldt alleen voor Vitovent 200-C en Vitovent 300-F.
Fabrieksinstelling: 16 °C
Zodra de buitenluchttemperatuur bij de inlaat in het
ventilatietoestel de hier ingestelde minimumtempera-
tuur overschrijdt, kan ventilatie zonder warmterecupe-
ratie plaatsvinden.
Opmerking
Hoe lager deze temperatuur wordt ingesteld, des te
groter is het gevaar op condensvorming buiten het lei-
dingsysteem. Deze condensvorming kan tot bouw-
schade leiden.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Ventilatie”
3. ”Min. luchttoevoertemp. Byp.”
4. Stel de gewenste waarde in.
Tijdprogramma instellen voor ventilatie
In het tijdprogramma voor ventilatie kunt u instellen in
welke periodes uw kamers met welk luchtdebiet ver-
lucht worden.
Daartoe stelt u voor elke periode een werkingsstatus
in: zie hoofdstuk ”Werkingsstatus voor ventilatie”.
Fabrieksinstelling: Een periode van 0.00 tot 24.00 uur
voor alle weekdagen met de werkingsstatus ”Nor-
maal”.
Opmerking
Wij raden aan om de fabrieksinstelling te behouden,
vooral wanneer uw verwarmingscircuit VC1 een ven-
tilatieverwarmingscircuit is.
Het tijdprogramma voor de ventilatie is enkel in het
werkingsprogramma ”Ventilatie-automaat” actief.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Ventilatie”
3. ”Tijdprogr. Ventilatie”
4. Stel de gewenste periodes en de werkingsstatus
in.
Methode voor de instelling van een tijdprogramma: zie
pagina 23.
Opmerking
Tussen de ingestelde periodes vindt woningventilatie
met minimaal luchtdebiet (
1
) plaats.
Werkingsstatus voor ventilatie
”Gereduc.” (
2
)
Gereduceerd luchtdebiet:
Ca. 70 % van het normale luchtdebiet: Zie ”Nor-
maal”.
”Normaal” (
3
)
Normaal luchtdebiet
Woningventilatie
Ventilatie zonder warmterecuperatie (vervolg)
5817956
46
”Intensief” (
4
)
Maximaal luchtdebiet:
Ca. 125 % van het normale luchtdebiet: Zie ”Nor-
maal”.
Opmerking
Het luchtdebiet voor ”Gereduc.”, ”Normaal”
en ”Intensief” stelt uw verwarmingsfirma in.
Om een gelijkblijvend goede luchtkwaliteit te garan-
deren, kunnen het luchtdebiet tijdens het bedrijf in de
werkingsstatus ”Gereduc.” en ”Normaal” automa-
tisch verhoogd of verlaagd worden:
Als in één van uw kamers een CO2-/vochtsensor
(accessoire) geïnstalleerd is, wordt het luchtdebiet
afhankelijk van de luchtvochtigheid en/of de kooldi-
oxideconcentratie (CO2) van deze kamer aange-
past.
Als in de centrale afvoerluchtleiding een vochtsen-
sor (accessoire) geïnstalleerd is, wordt het luchtde-
biet afhankelijk van de luchtvochtigheid aan de uit
alle kamers afgevoerde lucht aangepast.
Ventilatieniveau tijdelijk verhogen
Als u het ventilatieniveau tijdelijk wilt verhogen, stelt u
de ”Intensieve werking” in.
De woningventilatie vindt plaats met maximaal luchtde-
biet (ventilatieniveau
4
).
De ”Intensieve werking” is onafhankelijk van het
tijdprogramma voor ventilatie.
”Intensieve werking” instellen voor ventilatie
1. Uitgebreid menu:
2. ”Ventilatie”
3. ”Intensieve werking”
Woningventilatie met maximaal luchtdebiet (
4
).
Weergave in het basismenu
40°CAanvoertemperatuur
VC1
14°C 21°C
4
4
Afb. 22
”Intensieve werking” beëindigen
U hebt ”Intensieve werking” aan de warmtepompre-
geling ingeschakeld:
De ”Intensieve werking” eindigt automatisch na
2 uur. Uw installateur kan deze periode aanpassen.
Of
Zet de ”Intensieve werking” op ”Uit”.
U hebt ”Intensieve werking” via een externe schake-
laar/toets (badkamerschakelaar) ingeschakeld:
De ”Intensieve werking” eindigt automatisch na
30 minuten. Uw installateur kan deze periode aan-
passen.
Of
Schakel voor de ventilatie ”Uitschakelwerking” in:
zie hoofdstuk ”Uitschakelwerking inschakelen”.
Woningventilatie
Tijdprogramma instellen voor ventilatie (vervolg)
5817956
47
Opmerking
Als de ”Intensieve werking” automatisch eindigt,
wordt het werkingsprogramma verdergezet, dat voor
de ”Intensieve werking” actief was.
Energie besparen bij korte afwezigheid
Om energie te besparen, stelt u bij het verlaten van uw
kamers de ”Spaarwerking” in.
De woningventilatie vindt plaats met minimaal luchtde-
biet (ventilatieniveau
1
).
De ”Spaarwerking” is onafhankelijk van het tijdpro-
gramma voor ventilatie.
Spaarwerking instellen voor ventilatie
1. Uitgebreid menu:
2. ”Ventilatie”
3. ”Spaarwerking”
Weergave in het basismenu
40°CAanvoertemperatuur
VC1
14°C 21°C
1
1
Afb. 23
”Spaarwerking” beëindigen
De ”Spaarwerking” eindigt automatisch als in het
tijdprogramma de woningventilatie met minimaal
luchtdebiet (
1
) ingeschakeld wordt, d.w.z. tussen
de ingestelde periodes.
Of
Zet de ”Spaarwerking” op ”Uit”.
Energie besparen bij lange afwezigheid
Om energie te sparen bij langere afwezigheid, stelt u
het ”Vakantieprogramma” in.
Opmerking
Het vakantieprogramma geldt zowel voor de woning-
ventilatie als voor de kamerverwarming/-koeling van
alle verwarmings-/koelcircuits: zie pagina 34.
Uw gespecialiseerde firma kan deze fabrieksinstelling
wijzigen.
Het vakantieprogramma heeft het volgende effect:
Woningventilatie met minimaal luchtdebiet (ventila-
tieniveau
1
)
Kamerverwarming/kamerkoeling en warmwaterberei-
ding: zie pagina 34.
Woningventilatie
Ventilatieniveau tijdelijk verhogen (vervolg)
5817956
48
”Vakantieprogramma” instellen voor ventilatie, kamerverwarming/kamerkoeling
1. Uitgebreid menu:
2. ”Ventilatie”
3. ”Vakantieprogramma”
4. Stel de gewenste vertrekdag en dag van terug-
komst in.
Vakantieprogramma
Kiezen met (
Vrijdag 03.02.2012
Dag van terugkomst:
Donderdag
Vertrekdag:
02.02.2012
Afb. 24
Het vakantieprogramma begint om 00:00 uur op de
dag die volgt op de vertrekdag en eindigt om 00:00 uur
op de dag van de terugreis. D.w.z. dat op de dag van
vertrek en aankomst het ingestelde tijdprogramma
actief is: zie pagina 45.
Weergave in het basismenu
40°CAanvoertemperatuur
VC1
14°C 21°C
Vakantieprogramma
1
1
Afb. 25
Weergave in het uitgebreide menu
In het uitgebreide menu kunt u onder ”Informatie” het
ingestelde vakantieprogramma oproepen: zie
pagina 54.
”Vakantieprogramma” wijzigen
1. Uitgebreid menu:
2. ”Ventilatie”
3. ”Vakantieprogramma”
4. ”Programma wijzigen”
5. Stel de gewenste vertrek- en aankomstdag in.
”Vakantieprogramma” afbreken of wissen
1. Uitgebreid menu:
2. ”Ventilatie”
3. ”Vakantieprogramma”
4. ”Programma wissen”
Woningventilatie
Energie besparen bij lange afwezigheid (vervolg)
5817956
49
U kunt de stroom, die door uw fotovoltaïsch systeem
werd opgewekt (eigen stroom) voor de werking van de
warmtepomp gebruiken. Geef hiervoor één of meer-
dere functies vrij.
Voor het gebruik van eigen stroom stelt u het gepaste
werkingsprogramma voor kamerverwarming, kamer-
koeling of warmwaterbereiding in, bijv. ”Verwarmen
en warm water”: zie pagina 20.
Om het gebruik van de eigen stroom te verhogen, kunt
u bij volgende functies de gewenste temperatuur ver-
hogen of voor koeling verlagen:
Functie Gewenste temperatuur
Verhoging Verlaging
Normale warmwatertemperatuur
”Verwarming
warmwaterboi-
ler”
”Stijging WW-
boiler ge-
wenst”
Verhoogde warmwatertemperatuur
”2e gewenste
WW-tempera-
tuur”
Verwarming buffer
”Verw. verw.wa-
terbuffer”
”Stijging CV-
buffer ge-
wenst”
Kamerverwarming
”Verhoging ka-
mertemp.”
”Verhoging
ruimtetemp.
gewenst”
Kamerkoeling
”Koeling kamer-
temp.”
”Daling kamer-
temp. Gewenst”
Koeling verwarmings-/koelwaterbuffer
”Koeling koel-
water-buffer”
”Daling koelwa-
terbuf. ge-
wenst”
1. Uitgebreid menu:
2. ”Regelstrategie FV”
3. Kies de gewenste functie, bijv. ”Verwarming WW-
boiler”
4. Stel de gewenste temperatuurverhoging of -verla-
ging in. bijv. 10 Kelvin (10 K) voor ”Stijging WW-
boiler Gewenst” om de gewenste temperatuur
voor de normale warmwatertemperatuur van 50 °C
tot 60 °C te verhogen.
Stijging WW-boiler gewenst
Wijzigen met
10,0 K
+
Afb. 26
5. Herhaal eventueel de stappen 3 tot 4 voor meer
functies.
Opmerking
Als u meerdere functies voor eigen stroomgebruik
vrijgeeft, hebben de functies voor warmwaterberei-
ding voorrang op de functies voor kamerverwarming/
kamerkoeling.
De activering van de ”WW-temp. gewenst 2” is
enkel zinvol wanneer u in het tijdprogramma voor
warmwaterbereiding geen periode voor de werkings-
status ”Temp. 2” heeft ingesteld: zie pagina 36.
Wanneer u toch de werkingsstatus ”Temp. 2” in het
tijdprogramma instelt, wordt uw warmwaterboiler in
die periodes evt. met elektriciteit van het net ver-
warmd.
Parallel met het gebruik van eigen stroom kan voor
de werking van de warmtepomp een deel stroom uit
het net gehaald worden. Uw verwarmingsfirma kan
deze functie vrijgeven.
Alleen voor lucht/water-warmtepompen met vermo-
gensregeling:
Om de gewenste temperaturen te verhogen of te
verlagen, kan uw verwarmingsfirma instellen dat het
vermogen van de compressor automatisch wordt
aangepast aan de door het fotovoltaïsche systeem
opgewekte stroomhoeveelheid. Daardoor wordt het
gebruik van eigen stroom geoptimaliseerd.
Gebruik van eigen stroom en van stroomoverschot
uit het net (Smart Grid) zijn vrijgegeven
Als het gebruik van eigen stroom en Smart Grid tege-
lijk vrijgegeven en actief zijn, wordt de functie met de
grootste temperatuurstijging of -daling gebruikt: zie
pagina 50.
Stroom uit fotovoltaïsche installatie
Stroom uit de fotovoltaïsche installatie gebruiken (gebruik van eigen stroom)
5817956
50
Als uw verwarmingsfirma Smart Grid heeft aangeslo-
ten en ingesteld, wordt de werking van de warmte-
pomp aan de beschikbare stroomhoeveelheid in het
net (netbelasting) aangepast.
Weinig stroom in het net (overbelasting van het
net)
Uw energiemaatschappij kan de werking van uw
warmtepomp blokkeren.
Tijdens deze blokkering gebeurt de kamerverwarming
via de buffer. Als er geen buffer voorhanden is of de
temperatuur daarin te laag is, worden de kamers met
de beschikbare extra verwarmingen verwarmd, bijv.
verwarmingsketel op olie, extra elektrische verwar-
ming.
De warmwaterbereiding tijdens de stroomblokkering is
alleen met de extra verwarmingen mogelijk.
Hoog stroomoverschot (stroom is gratis)
Uw energiemaatschappij schakelt uw warmtepomp
direct in.
Het warm water, de buffer en de verwarmingscircuits
worden automatisch tot de max. mogelijke temperatu-
ren verwarmd.
Beperkt stroomoverschot (stroom is voordelig)
Uw warmtepomp werkt in normale werking met gewij-
zigde gewenste temperaturen.
U kunt deze gewenste temperaturen voor de volgende
functies verhogen of voor de koeling verlagen:
Functie Gewenste temperatuur
Verhoging Verlaging
Warmwaterbereiding
”Verwarming
warmwaterboi-
ler”
”Stijging WW-
boiler ge-
wenst”
Verwarming verwarmingswaterbuffer
”Verw. verw.wa-
terbuffer”
”Stijging CV-
buffer ge-
wenst”
Kamerverwarming
”Verhoging ka-
mertemp.”
”Verhoging
ruimtetemp.
gewenst”
Kamerkoeling
”Koeling kamer-
temp.”
”Daling kamer-
temp. gewenst”
1. Uitgebreid menu:
2. ”Smart Grid”
3. Kies de gewenste functie, bijv. ”Verwarming WW-
boiler”
4. Stel de gewenste temperatuurverhoging of -verla-
ging in. bijv. 10 Kelvin (10 K) voor ”Stijging WW-
boiler Gewenst” om de gewenste temperatuur
voor de normale warmwatertemperatuur van 50 °C
tot 60 °C te verhogen.
Stijging WW-boiler gewenst
Wijzigen met
10,0 K
+
Afb. 27
5. Herhaal eventueel de stappen 3 tot 4 voor meer
functies.
Opmerking
Als u meerdere functies voor het gebruik van stroom-
overschot vrijgeeft, hebben de functies voor warmwa-
terbereiding voorrang op de functies voor kamerver-
warming.
Gebruik van eigen stroom en van stroomoverschot
uit het net (Smart Grid) zijn vrijgegeven
Als het gebruik van eigen stroom en Smart Grid tege-
lijk vrijgegeven en actief zijn, wordt de functie met de
grootste temperatuurstijging of -daling gebruikt: zie
pagina 49.
Smart Grid
Stroomoverschot gebruiken
5817956
51
U wilt de teksten in het menu beter kunnen lezen. Pas
hiervoor het contrast op het display aan de lichtom-
standigheden aan.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Instellingen”
3. ”Contrast”
4. Stel het gewenste contrast in.
Helderheid van de schermverlichting instellen
U wilt de teksten in het menu beter kunnen lezen. Wij-
zig daartoe de helderheid voor ”Bediening”.
De helderheid voor de ”Screensaver” kunt u ook wij-
zigen.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Instellingen”
3. ”Helderheid”
4. ”Bediening” of ”Screensaver”
5. Stel de gewenste helderheid in.
Naam voor de verwarmings-/koelcircuits instellen
U kunt alle verwarmings-/koelcircuits individueel
benoemen. De afkortingen ”VC1”, ”VC2”, ”VC3”
en ”AKC” blijven behouden.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Instellingen”
3. ”Naam voor verwarm.circuit”
4. ”Verwarm.circuit 1”, ”Verwarm.circuit 2”, ”Ver-
warm.circuit 3” of ”Koelcircuit SKK”
5. ”Wijzigen?”
6. Met / kiest u het gewenste teken.
7. Met / gaat u naar het volgende teken.
8. Met OK neemt u alle ingevoerde tekens in een
keer over en verlaat u gelijktijdig dit menu.
Opmerking
Met ”Terugzetten?” wordt het ingevoerde begrip
weer gewist.
Voorbeeld:
Naam voor ”Verwarm.circuit 2”: Zelfstandige woo-
neenheid
Verwarm.circuit 2 VC2
Wijzigen met (
CV-circuit 1
f
g
d
c
e
Afb. 28
Verwarm.circuit 2
Overgenomen
Zelfstandige wooneenheid
VC2
Afb. 29
Overige instellingen
Contrast in het display instellen
5817956
52
In het menu staat voor ”Verwarm.circuit 2” ”Zelfstan-
dige wooneenheid”.
Zelfstandige wooneenheid
Ger. kamertemp. Gewenst
Kiezen met (
Gewenste kamertemperatuur
Spaarwerking
Partywerking
ß
22°C
ÙÚ
VC2
Afb. 30
Favoriet verwarmings-/koelcircuit voor basismenu instellen
Als uw installatie over meer dan één verwarmings-/
koelcircuit beschikt, geldt de bediening in het basis-
menu altijd voor het favoriete verwarmings-/koelcircuit.
In dit menu selecteert u het favoriete verwarmings-/
koelcircuit.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Instellingen”
3. ”Basismenu”
4. Kies het verwarmings-/koelcircuit:
”Verwarm.circuit 1”
Weergave ”VC1”
”Verwarm.circuit 2”
Weergave ”VC2”
”Verwarm.circuit 3”
Weergave ”VC3”
”Koelcircuit SKK” (voor het afzonderlijke koel-
circuit)
Weergave ”SKK”
Tijd en datum instellen
Tijd en datum zijn vanuit de fabriek ingesteld. Als uw
verwarmingsinstallatie langere tijd buiten gebruik was,
moet u tijd en datum eventueel opnieuw instellen.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Instellingen”
3. ”Tijd/datum”
4. Stel tijd en datum in.
Menutaal instellen
1. Uitgebreid menu:
2. ”Instellingen”
3. ”Taal”
4. Stel de gewenste taal in.
Temperatuureenheid instellen (°C/°F)
Fabrieksinstelling: °C 1. Uitgebreid menu:
Overige instellingen
Naam voor de verwarmings-/koelcircuits instellen (vervolg)
5817956
53
2. ”Instellingen”
3. ”Temperatuureenheid”
4. Stel de temperatuureenheid ”°C” of ”°F” in.
Fabrieksinstelling weer instellen
U kunt alle gewijzigde waarden voor elk verwarmings-
of koelcircuit, de warmwaterbereiding en verdere
instellingen van de installatie apart op de fabrieksin-
stelling terugzetten.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Instellingen”
3. ”Basisinstelling”
4. Kies de gewenste instelling, bijv. ”Warm water”.
Installatie-instelling Teruggezette instellingen en waarden
”Installatie” Tijdprogramma voor kamerverwarming via buffer
Tijdprogramma voor kamerkoeling via buffer
Elektrische extra verwarming is geblokkeerd voor kamerverwarming.
Tijdprogramma voor de extra elektrische verwarming
Tijdprogramma voor geluiddempende werking
”Warm water” Normale warmwatertemperatuur
Verhoogde warmwatertemperatuur
Tijdprogramma voor de warmwaterbereiding
Tijdprogramma voor de circulatiepomp
Extra elektrische verwarming is vrijgegeven voor warmwaterbereiding.
In- en uitschakeloptimalisering worden uitgeschakeld.
”Extra elektr. verwarming” Elektrische extra verwarming is geblokkeerd voor kamerverwarming.
Tijdprogramma voor de extra elektrische verwarming
”Verwarm.circuit 1”
”Verwarm.circuit 2”
”Verwarm.circuit 3”
Normale kamertemperatuur
Gereduceerde kamertemperatuur
Tijdprogramma voor de kamerverwarming
Steilheid en niveau van de stooklijn
Comfort- en energiespaarfuncties (”Partywerking”, ”Spaarwer-
king”, ”Vakantieprogramma”) worden uitgeschakeld.
Opmerking
Als de verwarmings-/koelcircuits een naam hebben gekregen, verschijnt
de toegekende naam. Zie hoofdstuk ”Naam voor de verwarmings-/koel-
circuits instellen”.
”Koeling” Normale kamertemperatuur
Inclinatie en niveau van de koellijn
Actieve koeling is geblokkeerd.
”Ventilatie” Tijdprogramma voor ventilatie
Comfort- en energiespaarfuncties (”Intensieve werking”, ”Spaarwer-
king”, ”Vakantieprogramma”) worden uitgeschakeld.
”Fotovoltaïsche” Eigen gebruik van de stroom wordt voor alle componenten uitgescha-
keld.
”Smart Grid” Voor het gebruik van stroomoverschot is geen functie vrijgegeven.
Overige instellingen
Temperatuureenheid instellen (°C/°F) (vervolg)
5817956
54
U kunt de actuele temperaturen en instelwaarden, tijd-
programma's en werkingstoestanden opvragen.
In het uitgebreide menu is de informatie in groepen
ingedeeld:
”Installatie”
”Verwarm.circuit 1”
”Verwarm.circuit 2”
”Verwarm.circuit 3”
”Koelcircuit SKK”
”Warm water”
”Ventilatie”
”Solar”
”Warmtepomp”
”Energiebalans”: zie pagina 54.
”Bedrijfsdagboek”: zie pagina 55.
Gedetailleerde opvragingsmogelijkheden over de
afzonderlijke groepen vindt u in het hoofdstuk ”Over-
zicht uitgebreide menu” op pagina 82.
Opmerking
Als de verwarmings-/koelcircuits een naam hebben
gekregen, verschijnt de toegekende naam: Zie hoofd-
stuk ”Naam voor de verwarmings-/koelcircuits instel-
len”.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Informatie”
3. Selecteer de groep.
4. Selecteer de gewenste opvraging.
Zonne-energieopbrengst opvragen
U krijgt een overzicht hoeveel warmte uw zonnesys-
teem de laatste 7 dagen in uw verwarmingsinstallatie
gevoed heeft.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Zonne-energie”
3. Om de warmte-energie voor een bepaalde dag
weer te geven, kiest u met / de gewenste dag
(weergave in kWh).
Zonne-energie
Selecteren met
(
kWh 1,3Do 03.05.12
4.0
Wo
0
Do Vr Za Zo Ma Di Wo
Afb. 31 De knipperende lijn in het diagram geeft aan
dat de actuele dag nog niet afgesloten is.
Energiebalans opvragen
Uw verwarmingsfirma kan evt. de weergave van de
energiebalansen vrijgeven. De weergave is niet bij alle
warmtepompen mogelijk.
Elke energiebalans geeft de energiehoeveelheden van
de afgelopen 52 weken als staafdiagram weer.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Informatie”
3. ”Energiebalans”
4. Kies de gewenste energiebalans, bijv. ”Energieba-
lans PV”
5. Om de energiehoeveelheden voor een bepaalde
week weer te geven, kiest u met / de gewenste
week (weergave in kWh).
Opvragen
Informatie opvragen
5817956
55
Kiezen met
Energiebalans PV
Wo. 08/15 q 7,0 kWh 3,8 kWh
q
08
Afb. 32
De volgende energiebalansen kunnen worden opgevraagd:
Energiebalans Betekenis van de symbolen in het diagram
”Energiebalans verwarmen” (”Energieba-
lans verw. 1”, ”Energiebalans verw. 2” bij
tweetrapswarmtepomp)
Elektrische energie die voor de stookwerking van de warm-
tepomp ingezet werd.
In de verwarmingsinstallatie afgegeven verwarmingsener-
gie
”Energiebalans WW” (”Energiebalans
WW 1”, ”Energiebalans WW 2” bij twee-
trapswarmtepomp)
Elektrische energie die voor de werking van de warmte-
pomp voor de warmwaterbereiding ingezet werd.
Voor de warmwaterbereiding afgegeven verwarmingsener-
gie
”Energiebalans koelen” (”Energiebalans
koelen 1”, ”Energiebalans koelen 2” bij
tweetrapswarmtepomp)
Elektrische energie die voor de koelwerking van de warm-
tepomp ingezet werd.
Aan de verwarmingsinstallatie voor de koeling onttrokken
warmte-energie
”Energiebalans PV” Via het fotovoltaïsche systeem opgewekte elektrische
energie, die voor de werking van de warmtepomp werd ge-
bruikt (gebruik van eigen stroom).
Totaal van via het fotovoltaïsche systeem opgewekte elek-
trische energie
Opmerking
Bij sommige warmtepompen wordt slechts een deel
van de karakteristiek weergegeven, bijv. bij ”Energie-
balans verwarmen” alleen de afgegeven warmte-
energie, maar niet de ingezette elektrische energie.
Bedrijfsdagboek
Het bedrijfsdagboek is een tabel waarin de volgende
informatie voor iedere kalenderweek ”CW” (calendar
week) staat:
Kolom Betekenis
”T.in” Minimale lucht- of brijntemperatuur bij intre-
de in de warmtepomp
”T.out” Gemiddelde lucht- of brinetemperatuur bij
uittrede uit de warmtepomp
”WP1” Bedrijfsuren van de warmtepomp 1e trap
”WP2” Bedrijfsuren van de warmtepomp 2e trap
Kolom Betekenis
”AC” Brine/water-warmtepompen :
Bedrijfsuren van de actieve koeling ”active
cooling”
Lucht/water-warmtepompen / :
Som van de bedrijfsuren van de actieve
koeling ”active cooling” en de bedrijfsuren
voor het ontdooien van de verdamper.
”NC” Bedrijfsuren van de koelfunctie ”natural coo-
ling”
Opvragen
Informatie opvragen (vervolg)
5817956
56
Opmerking
Deze informatie wordt permanent opgeslagen, ook als
de warmtepompregeling defect is.
Bedrijfsdagboek
Selecteren met (
CW T.in T.out WP1 WP2 AC NC
12
13
15
16
17
18
7,2
7,8
7,0
6,9
6,8
7,2
4,3
4,7
3,3
3,1
3,0
4,4
14 7,5 4,5
123
113
89
103
97
93
133
37
21
28
15
10
9
45
0
0
2
4
0
0
0
15
12
12
18
11
10
5
Afb. 33
1. Uitgebreid menu:
2. ”Informatie”
3. ”Bedrijfsdagboek”
Estrikdroging
Uw installateur kan voor de estrikdroging de func-
tie ”Estrikdroging” activeren, bijv. in een nieuwbouw.
De estrik wordt volgens een vast opgegeven tijdpro-
gramma (temperatuur-tijd-profiel) op aangepaste wijze
gedroogd.
De kamerverwarming gebeurt voor alle verwar-
mings-/koelcircuits volgens een vast opgegeven tijd-
programma. Uw instellingen voor de kamerverwar-
ming/kamerkoeling zijn gedurende de estrikdroging
niet actief.
De warmwaterbereiding is actief.
In combinatie met een ventilatietoestel:
Voor de woningventilatie wordt het maximale lucht-
debiet ingesteld (
4
).
Weergave in het basismenu
40°CAanvoertemperatuur
VC1
14°C 21°C
Estrikdroging
D
Afb. 34
DBovenste informatieregel
Estrikdroging opvragen voor alle verwarmings-/
koelcircuits
1. Uitgebreid menu:
2. ”Informatie”
3. ”Verwarm.circuit 1”, ”Verwarm.circuit 2”, ”Ver-
warm.circuit 3” of ”Koelcircuit SKK”
4. ”Werkingsprogramma”
Verwarmingscircuit 1
Terug met
Werkingsprogramma:
Estrikdroging
Werkingsstatus:
Vaste waarde
VC1
Afb. 35
Resterende duur van de estrikdroging
De estrikdroging duurt max. 32 dagen. De weergege-
ven waarde voor ”Estrikdroging dagen”is het nog
resterende aantal dagen.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Informatie”
Opvragen
Informatie opvragen (vervolg)
5817956
57
3. ”Installatie”
Installatie
Selecteren met (
Algemeen alarm
Tijd
Datum
Estrikdroging dagen 18
Woe 19.01.2012
14:30 uur
Uit
Afb. 36
Meldingen opvragen
Bij bijzondere gebeurtenissen of werkingstoestanden
van uw warmtepomp of verwarmingsinstallatie geeft de
warmtepompregeling aanwijzingen, waarschuwingen
of storingsmeldingen.
Naast de melding in volle tekst knippert op het display
het bijbehorende symbool.
”Aanwijzing”
”Waarschuwing”
”Storing”
Daarnaast knippert de storingsindicator (rood) op
de warmtepompregeling. Een evt. aangesloten
meldinrichting (bijv. claxon) wordt ingeschakeld.
Voorbeeld voor storing:
OK
Storing
Kiezen met
Afb. 37
1. Met de toets OK krijgt u meer informatie over de
aangegeven melding.
Opmerking
Bevestigen met OK
Buitentemp.sensor 18
Blokkering door energiebedrijf C5
Afb. 38
2. U kunt door de lijst met meldingen bladeren. In de
bovenste regel wordt bij elke melding aangegeven
of het om een aanwijzing, een waarschuwing of
een storingsmelding gaat.
Met de toets ? krijgt u de volgende informatie bij de
gekozen melding:
Datum en tijd, waarop de melding voor het eerst
voorkwam.
aanwijzingen bij het gedrag van de warmtepomp
en de verwarmingsinstallatie,
tips welke maatregelen u zelf kunt nemen voor-
dat u uw verwarmingsfirma informeert.
Opvragen
Informatie opvragen (vervolg)
5817956
58
3. Noteer bij waarschuwings- en storingsmeldingen
( , ) de melding en de bijbehorende meldings-
code. Bijvoorbeeld: ”Storing”, ”Buitentemp.sen-
sor 18”.
Zo is de verwarmingsfirma beter voorbereid en
bespaart u op eventuele extra voorrijkosten.
Bij aanwijzingen ( ) moet u uw verwarmingsfirma
niet op de hoogte brengen. Bijvoorbeeld: ”Aanwij-
zing”, ”Blok. door energiebedr. C5”: zie
pagina 65.
4. Bevestig alle meldingen. Volg daartoe de instruc-
ties in het menu.
De melding wordt in het menu ”Storing”, ”Waar-
schuwing” of ”Aanwijzing” opgenomen.
Weergave in het basismenu
Aanvoertemperatuur 40°C
VC1
14°C 21°C
Afb. 39
Weergave in het uitgebreide menu
Menu
Zonne-energie
Verder met
Warm water
Verwarming
Storing
OK
ã
Afb. 40
Opmerking
Als u voor de melding van storingen een meldingsin-
richting (bijv. een claxon) heeft aangesloten, wordt
de meldingsinrichting uitgeschakeld door de sto-
ringsmelding te bevestigen.
Als de storingen pas op een later tijdstip kunnen wor-
den verholpen, verschijnt de storingsmelding de vol-
gende dag om 7:00 uur opnieuw. De meldinrichting
(indien aanwezig) wordt opnieuw ingeschakeld.
Als u de storingsmelding ”Warmtepomp A9” beves-
tigt, worden de verwarming en de warmwaterberei-
ding volledig door de voorhanden extra verwarmin-
gen overgenomen, bijv. verwarmingswater-door-
stroomtoestel (indien voorhanden en vrijgegeven).
Aangezien dit evt. hoge stroomkosten tot gevolg
heeft, adviseren wij de warmtepomp zo snel moge-
lijk door uw verwarmingsfirma te laten controleren.
Bevestigde meldingen oproepen
1. Uitgebreid menu:
2. ”Storing”, ”Waarschuwing” of ”Aanwijzing”
Opvragen
Meldingen opvragen (vervolg)
5817956
59
In de manuele bediening worden de kamerverwarming
en de warmwaterbereiding onafhankelijk van de tijd-
programma's uitgevoerd:
Ongeregelde verwarming met een gewenste aan-
voertemperatuur van 45 °C
Warmwaterbereiding met ”WW-temp. gewenst 2”:
zie pagina 36.
Geen kamerkoeling
De buffer wordt tot een temperatuur ”Constante”
verwarmd.
De ventilatie vindt plaats in de werkingsstatus ”Nor-
maal”.
Opmerking
Gebruik de manuele bediening alleen in overleg met
uw installateur.
1. Uitgebreid menu:
2. ”Manuele bediening”
Manuele bediening
Beëindigen met OK
Afb. 41
Opmerking
Met de toets komt u terug in het uitgebreide menu.
U kunt alle opvragingen en instellingen uitvoeren.
Deze instellingen zijn na het beëindigen van de
manuele bediening geactiveerd.
Manuele bediening
Manuele bediening
5817956
60
Afhankelijk van de installatie-uitvoering is de indicatie
in het basismenu en in het uitgebreide menu afwij-
kend.
In beide bedieningsniveaus beschikt u alleen over de
functies die voor de installatie-uitvoering relevant zijn.
Basismenu voor de installatie-uitvoering Warm
water
Warm water
Aanvoertemperatuur 40°C
45°C
Afb. 42
Basismenu bij ”Externe besturing”
Externe besturing
Aanvoertemperatuur 40°C
Afb. 43
Speciale installatie-uitvoeringen
Speciale installatie-uitvoeringen
5817956
61
Afhankelijk van het warmtepomptype kan de warmte-
pompregeling er anders uitzien.
Regeling aan de voorzijde van de warmtepomp
14 °C 21 °C
CBA
Afb. 44
AStoringsindicatie (rood)
BWerkingsindicatie (groen)
CNetschakelaar
Aan de bovenzijde van de warmtepomp
AB C
Afb. 45
AStoringsindicatie (rood)
BWerkingsindicatie (groen)
CNetschakelaar
Regeling in afzonderlijke behuizing aan een muur
14 °C 21 °C
B
C
A
Afb. 46
AStoringsindicatie (rood)
BWerkingsindicatie (groen)
CNetschakelaar
Uit- en inschakelen
Bedieningselementen van de warmtepompregeling
5817956
62
Met vorstbescherming
Kies voor ieder verwarmings-/koelcircuit het werkings-
programma ”Uitschakelwerking”.
Voor het verkozen verwarmings-/koelcircuit
1. Basismenu:
/ voor het werkingsprogramma ”Uitschakelwer-
king” (vorstbescherming)
2. OK ter bevestiging
Voor alle verwarmings-/koelcircuits
1. Uitgebreid menu:
2. ”Verwarming” of ”Verwarming/koeling”
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit.
4. ”Werkingsprogramma”
5. ”Uitschakelwerking” (vorstbescherming)
De circulatiepompen worden automatisch om de
24 uur even ingeschakeld zodat ze niet vast komen
te zitten.
Als een ventilatietoestel op uw warmtepompregeling
is aangesloten, werkt het ventilatietoestel in het
gekozen werkingsprogramma verder (bijv. ”Ventila-
tie-automaat”).
Opmerking
In de volgende gevallen is vorstbescherming enkel met
een extra verwarming (door de installateur te voorzien)
gegarandeerd:
Lucht/water-warmtepompen:
Bij temperaturen onder 15 °C
Bij storing van de warmtepomp
Extra verwarmingen zijn bijv. verwarmingswater-door-
stroomtoestel (extra elektrische verwarming) of olie-/
gasketel (extra fossiele verwarming).
Zonder vorstbewaking (buitenbedrijfstelling)
1. Schakel de netschakelaar uit.
2. Schakel de installatie spanningsvrij, bijv. met de
aparte zekering of een hoofdschakelaar.
!Opgelet
Bij te verwachten buitentemperaturen lager
dan 3 °C moet u geschikte maatregelen
nemen voor de vorstbescherming van de
warmtepomp en de verwarmingsinstallatie.
Neem indien nodig contact op met uw instal-
lateur.
Opmerking
Als een ventilatietoestel op uw warmtepompregeling is
aangesloten, werkt dat met minimaal debiet (
1
).
Aanwijzingen voor langere buitenbedrijfstelling
Aangezien de circulatiepompen niet van spanning
worden voorzien, kunnen ze vast komen te zitten.
Het kan nodig zijn dat u de datum en tijd opnieuw
moet instellen. Zie hoofdstuk ”Tijd en datum instel-
len”.
Warmtepomp inschakelen
1. Schakel de netspanning in, bijvoorbeeld met de
aparte zekering of een hoofdschakelaar.
2. Schakel de netschakelaar in.
Na korte tijd wordt op het display het basismenu
weergegeven: zie pagina 17.
De groene werkingsindicator brandt. Uw warmte-
pomp en de afstandsbedieningen (indien voorhan-
den) zijn nu gebruiksklaar.
Uit- en inschakelen
Warmtepomp uitschakelen
5817956
63
Oorzaak Oplossing
De warmtepomp is uitgeschakeld. Schakel de netschakelaar in: Zie afbeeldingen vanaf
pagina 61.
Schakel de hoofdschakelaar in (indien aanwezig, bui-
ten de stookruimte).
Schakel de zekering in de stroomkringverdeling (huis-
zekering) in.
Instellingen aan de warmtepompregeling werden gewij-
zigd of zijn fout.
Kamerverwarming/kamerkoeling moet vrijgegeven zijn.
Controleer en corrigeer eventueel de volgende instellin-
gen:
Werkingsprogramma: zie pagina 26.
Kamertemperatuur: zie pagina 26.
Tijd: zie pagina 52.
Tijdprogramma kamerverwarming/kamerkoeling: zie
pagina 27.
Tijdprogramma voor kamerverwarming via buffer: zie
pagina 28.
Stooklijn/koellijn: zie pagina 30.
Schakel evt. de kamerverwarming via de buffer in: zie
pagina 28.
Geef evt. de bijkomende elektrische verwarming voor
de kamerverwarming vrij (indien voorhanden): zie pa-
gina 40.
Warmwaterboiler wordt opgewarmd. Wacht tot de warmwaterboiler is opgewarmd.
Reduceer eventueel de afname van warm water of tij-
delijk de normale warmwatertemperatuur.
”Aanwijzing”, ”Waarschuwing” of ”Storing” wordt in
het display aangegeven.
Vraag het soort melding op. Bevestig de melding: zie
pagina 57.
Informeer eventueel uw verwarmingsfirma.
”Estrikdroging” is ingeschakeld. Geen maatregel nodig
Zodra de periode voor de estrikdroging verstreken is,
loopt de warmtepomp met het ingestelde werkings-
programma verder: zie pagina 26.
In combinatie met ventilatietoestel:
Bypass sluit niet.
Voorverwarmregister defect.
Luchttoevoer-/Luchtafvoerventilator defect.
Informeer uw verwarmingsfirma.
Wat doen?
Ruimten te koud
5817956
64
Oorzaak Oplossing
Instellingen aan de warmtepompregeling werden gewij-
zigd of zijn fout.
Kamerverwarming/kamerkoeling moet vrijgegeven zijn.
Controleer en corrigeer eventueel de volgende instellin-
gen:
Werkingsprogramma: zie pagina 26.
Kamertemperatuur: zie pagina 26.
Tijd: zie pagina 52.
Tijdprogramma kamerverwarming/kamerkoeling: zie
pagina 27.
Tijdprogramma kamerkoeling via buffer: zie pagi-
na 29.
Stooklijn/koellijn: zie pagina 30.
Schakel evt. de kamerkoeling via de buffer in: zie pa-
gina 28.
Geef evt. de ”actieve koelwerking” vrij: zie pagina 41.
”Aanwijzing”, ”Waarschuwing” of ”Storing” wordt in
het display aangegeven.
Vraag het soort melding op. Bevestig de melding: zie
pagina 57.
Informeer eventueel uw verwarmingsfirma.
In combinatie met ventilatietoestel:
Bypass gaat niet open.
Controleer en corrigeer eventueel de volgende instellin-
gen:
Kamertemperatuur voor ventilatie ”Gew. kamertem-
peratuur”: zie pagina 26.
Minimumtemperatuur voor ventilatie ”Min.
toev.luchtt. byp.”: zie pagina 45.
Informeer eventueel uw verwarmingsfirma.
Geen warm water
Oorzaak Oplossing
De warmtepomp is uitgeschakeld. Schakel de netschakelaar in: Zie afbeeldingen vanaf
pagina 61.
Schakel de hoofdschakelaar in (indien aanwezig, bui-
ten de stookruimte).
Schakel de zekering in de stroomkringverdeling (huis-
zekering) in.
Instellingen aan de warmtepompregeling werden gewij-
zigd of zijn fout.
Warmwaterbereiding moet vrijgegeven zijn.
Controleer en corrigeer eventueel de volgende instellin-
gen:
Werkingsprogramma: zie pagina 26.
Warmwatertemperatuur: zie pagina 36.
Tijdprogramma warmwaterbereiding: zie pagina 36.
Tijd: zie pagina 52.
Geef evt. de bijkomende elektrische verwarming voor
de warmwaterverwarming vrij (indien voorhanden):
zie pagina 40.
”Aanwijzing”, ”Waarschuwing” of ”Storing” wordt in
het display aangegeven.
Vraag het soort melding op. Bevestig de melding: zie
pagina 57.
Informeer eventueel uw verwarmingsfirma.
Wat doen?
Ruimten te warm
5817956
65
Oorzaak Oplossing
Instellingen aan de warmtepompregeling werden gewij-
zigd of zijn fout.
Controleer en corrigeer evt. de normale warmwatertem-
peratuur: zie pagina 36.
” knippert en ”Aanwijzing” wordt weergegeven
Oorzaak Oplossing
Aanwijzing voor een bijzondere gebeurtenis of wer-
kingstoestand van de warmtepomp, de verwarmingsin-
stallatie of het aangesloten ventilatietoestel
Ga te werk zoals op pagina 57 beschreven.
” knippert en ”Waarschuwing” wordt weergegeven
Oorzaak Oplossing
Waarschuwing vanwege een bijzondere gebeurtenis of
werkingstoestand van de warmtepomp, de verwar-
mingsinstallatie of van het aangesloten ventilatietoestel
Ga te werk zoals op pagina 57 beschreven.
” knippert en ”Storing” wordt weergegeven
Oorzaak Oplossing
Storing aan de warmtepomp, aan de verwarmingsin-
stallatie of aan het aangesloten ventilatietoestel
Ga te werk zoals op pagina 57 beschreven.
”Blok. door energiebedr. C5” wordt weergegeven
Oorzaak Oplossing
Deze melding verschijnt tijdens de stroomblokkering
door het energiebedrijf.
Geen maatregel nodig
Zodra het energiebedrijf de stroom weer vrijgeeft,
werkt de warmtepomp met het gekozen werkingspro-
gramma automatisch verder.
”Externe bijschakeling” wordt weergegeven
Oorzaak Oplossing
Het werkingsprogramma dat aan de warmtepomprege-
ling is ingesteld, is door een extern schakeltoestel,
bijvoorbeeld uitbreiding EA1, omgeschakeld.
Geen maatregel nodig
”Extern programma” wordt weergegeven
Oorzaak Oplossing
De communicatie-interface Vitocom heeft het aan de
warmtepompregeling ingestelde werkingsprogramma
omgeschakeld.
U kunt het werkingsprogramma wijzigen.
Wat doen?
Warm water te heet
5817956
66
Oorzaak Oplossing
De bediening van de warmtepomp is geblokkeerd. Uw verwarmingsfirma kan de blokkering opheffen.
”A0 Ventilatie: Filter controleren” wordt weergegeven
Oorzaak Oplossing
De filters in uw ventilatietoestel en/of in uw luchtaf-
voerventilatoren zijn sterk vervuild.
Het tijdinterval voor de filtervervanging is afgelopen.
Reinig de filters of vervang ze: zie vanaf pagina 68.
Deuren/vensters gaan moeilijk open
Oorzaak Oplossing
In goed afgedichte gebouwen, bijv. passief huis:
luchtdebiet van uw ventilatietoestel voor toevoer- en af-
voerlucht is niet in evenwicht.
Informeer uw verwarmingsfirma.
Deuren/vensters slaan open
Oorzaak Oplossing
In goed afgedichte gebouwen, bijv. passief huis:
luchtdebiet van uw ventilatietoestel voor toevoer- en af-
voerlucht is niet in evenwicht.
Informeer uw verwarmingsfirma.
Wat doen?
”Bedien. geblokkeerd” wordt weergegeven
5817956
67
Brine/water- of water/water-warmtepompen
U kunt de toesteloppervlakken met een gebruikelijk
huishoudelijk schoonmaakmiddel reinigen. Gebruik
geen schuurmiddelen.
Lucht/water-warmtepompen /
!Opgelet
Gebruikelijke huishoudelijke schoonmaakmidde-
len en speciale schoonmaakmiddelen voor de
warmtewisselaar (verdamper) kunnen de warm-
tepomp beschadigen.
Reinig de oppervlakken van de toestellen
enkel met een vochtige doek.
Reinig indien nodig de lamellen van de warm-
tewisselaar (verdamper) alleen met een bor-
stel met lange haren.
Lucht/water-warmtepompen met kunststof oppervlak
!Opgelet
Gebruikelijke schoonmaakmiddelen kunnen het
oppervlak van de buitenbekleding beschadigen.
Gebruik enkel milde, in water oplosbare huis-
houdelijke schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen producten met zuren of oplos-
middelen, bijv. op basis van azijn, nitro- of
kunstharsverdunners, nagellakremover, spiri-
tus, enz.
!Opgelet
Mechanische reacties veroorzaken krassen op
het oppervlak van de buitenbekleding.
Veeg het oppervlak enkel met een zachte,
vochtige doek af.
Gebruik geen stoffen, die schurende deeltjes
bevatten, bijv. politoer, schuurmiddelen of
schoonmaaksponsjes.
Reinig de buitenbekleding niet met een hoge-
drukreiniger.
Bedieningseenheid van de warmtepompregeling
Het oppervlak van de bedieningseenheid kunt u met
de meegeleverde microvezeldoek reinigen.
Inspectie en onderhoud van de verwarmingsinstallatie
De inspectie en het onderhoud van een verwarmings-
installatie worden voorgeschreven door de verordening
inzake energiebesparing en de normen DIN 4755,
DIN 1988-8 en EN 806.
Regelmatig onderhoud garandeert een storingsvrije,
energiebesparende en milieuvriendelijke verwarming
en koeling. Hiertoe kunt u het beste een inspectie- en
onderhoudscontract met uw verwarmingsfirma afslui-
ten.
Warmwaterboiler (indien voorhanden)
DIN 1988-8 en EN 806 schrijven voor dat uiterlijk
2 jaar na inbedrijfstelling en daarna indien nodig
onderhoud of reiniging moet plaatsvinden.
Het intern reinigen van de warmwaterboiler, inclusief
de tapwateraansluitingen, mag uitsluitend door een
erkende installateur worden uitgevoerd.
Als zich in de koudwatertoevoer van de warmwaterboi-
ler een toestel voor waterbehandeling bevindt,
bijvoorbeeld een sluis- of injecteerinrichting, moet de
vulling tijdig worden vernieuwd. Lees hiervoor de
gegevens van de fabrikant.
Tevens bij Vitocell 100:
Voor het testen van de verbruiksanode raden wij een
jaarlijkse werkingscontrole aan door een installateur.
Onderhoud
Verwarmingsinstallatie reinigen
5817956
68
De functiecontrole van de verbruiksanode kan zonder
bedrijfsonderbreking plaatsvinden. De installateur
meet de beveiligingsstroom met een anodetester.
Veiligheidsklep (warmwaterboiler)
Elk half jaar moet de gebruiker of de installateur door
middel van beluchting controleren of de veiligheidsklep
goed werkt (zie handleiding van de klepfabrikant). Het
gevaar bestaat dat de klepzitting vervuild raakt.
Tijdens het verwarmen kan water uit de veiligheidsklep
druppen. De uitlaat is naar de buitenlucht toe open.
!Opgelet
Overdruk kan tot schade leiden.
Veiligheidsklep niet afsluiten.
Tapwaterfilter (indien aanwezig)
Omwille van hygiënische redenen als volgt te werk
gaan:
Bij filters die niet kunnen worden teruggespoeld, elke
6 maanden het filterelement vernieuwen (visuele
controle elke 2 maanden).
Bij filters die kunnen worden teruggespoeld elke
2 maanden terugspoelen.
Beschadigde aansluitleidingen
Als de aansluitkabels van het toestel of het extern aan-
gebouwde accessoire beschadigd zijn, dienen deze
door bijzondere aansluitkabels vervangen te worden.
Bij vervanging uitsluitend leidingen van Viessmann
gebruiken. Neem daartoe contact op met uw installa-
teur.
Woningventilatiesysteem reinigen
De behuizing van het ventilatietoestel mag met een
gebruikelijk huishoudelijk reinigingsproduct worden
gereinigd. Gebruik geen schuurmiddelen.
De buitenlucht- en afvoerluchtfilter in het ventilatie-
toestel en de filters in de afvoerluchtkleppen moeten
regelmatig gereinigd of vervangen worden. Vervang
de filters minstens één keer per jaar.
!Opgelet
Stofafzettingen in het toestel kunnen tot defec-
ten leiden.
Schakel het toestel niet zonder luchttoevoer-
en luchtafvoerfilter in.
Wij adviseren het ventilatietoestel en het leidingsys-
teem minstens eenmaal per jaar door de installateur
te laten onderhouden en eventueel te laten reinigen.
Wij adviseren met de installateur een onderhouds-
contract af te sluiten.
Achterstallig onderhoud vormt een risico. Regelmatig
reinigen en onderhouden garandeert een hygiëni-
sche, milieuvriendelijke en energiebesparende werk-
ing.
Toevoerlucht-/afvoerluchtkleppen reinigen
Lichte vervuiling
Veeg de luchttoevoer-/afvoerkleppen van buiten met
een vochtige doek af.
Onderhoud
Inspectie en onderhoud van de… (vervolg)
5817956
69
Sterke vervuiling
!Opgelet
Als u het woningventilatiesysteem zonder filter
gebruikt, zet zich stof in het leidingsysteem af.
Daardoor verhoogt de luchtweerstand.
Schakel het ventilatietoestel uit voor u de
afvoerluchtkleppen uitdraait: Zie hoofdstuk ”Ven-
tilatie uitschakelen om de filter te vervangen”.
A
Afb. 47
ARingspleet
1. Draai de toevoerlucht-/afvoerluchtkleppen eruit
(bajonetsluiting).
2. Reinig de kleppen vochtig.
3. Plaats de kleppen terug.
Opmerking
Verander de instelling van de ringspleet A niet.
Als de filters in de afvoerluchtkleppen vervuild zijn,
vervangt u deze filters: Zie hoofdstuk ”Filters in de
afvoerluchtkleppen vervangen”.
Keukenafvoerluchtklep reinigen
!Opgelet
Als u het woningventilatiesysteem zonder filter
gebruikt, zet zich stof in het leidingsysteem af.
Daardoor verhoogt de luchtweerstand.
Schakel het ventilatietoestel uit voor u de filter
uit de keukenafvoerklep verwijdert: Zie hoofd-
stuk ”Ventilatie uitschakelen om de filter te ver-
vangen”.
3.
B
A
1.
2.
Afb. 48
AVetfilter
BBorgstop
4. Haal de vetfilter eruit. Reinig de keukenafvoerlucht-
klep vochtig.
5. Reinig de vetfilter A met water en afwasmiddel of
in de vaatwasser. Droog de vetfilter A.
6. Plaats de vetfilter er weer in. Sluit de keukenaf-
voerklep. Beveilig de keukenafvoerklep met de vei-
ligheidsstop B.
Onderhoud
Woningventilatiesysteem reinigen (vervolg)
5817956
70
Als ”A0 ventilatie. Filter control.” op het display van
de bedieningseenheid weergegeven wordt, zijn de fil-
ters in het ventilatietoestel vervuild of het tijdsinterval
voor het vervangen van de filters is verstreken.
Opmerking
Controleer ook de filters in de afvoerluchtkleppen. Ver-
vang deze filters evt.: Zie hoofdstuk ”Filters in de
afvoerluchtkleppen vervangen”.
Vitovent 200-C en Vitovent 300-F
Reinig de filters niet. Vervang de filters.
Vuile filters mag u met het huisvuil meegeven.
Opmerking
Het aantal resterende dagen tot de volgende filterwis-
sel kunt u in het uitgebreide menu onder ”Informatie”
opvragen: Zie hoofdstuk ”Informatie opvragen”.
Vitovent 200-W, Vitovent 300-C en Vitovent 300-W
Bij weinig vuil reinigt u de filters in het ventilatietoestel
met een stofzuiger.
Opmerking
Het reinigen van de filters leidt evt. tot een verminde-
ring van de filterwerking.
Als één van de volgende voorwaarden van toepassing
is, vervangt u de filters:
De filters zijn erg vuil.
De filters werden al herhaaldelijk gereinigd.
De laatste filterwissel is meer dan 1 jaar geleden.
Vuile filters mag u met het huisvuil meegeven.
Opmerking
Het aantal resterende dagen tot de volgende filtercon-
trole kunt u in het uitgebreide menu onder ”Informa-
tie” opvragen: Zie hoofdstuk ”Informatie opvragen”.
Filter in het ventilatietoestel Vitovent 200-C
!Opgelet
Door het gebruik van het geopende ventilatie-
toestel zonder filter ontstaan stofafzettingen in
het toestel. Deze stofafzettingen kunnen tot
defecten leiden.
Trek vóór het openen van het ventilatietoestel
de netstekker uit het stopcontact.
Onderhoud
Filter reinigen of vervangen
5817956
71
Filter vervangen bij plafondmontage
A
B
2x
4.
2.
3.
1.
2x
2x
2x
Afb. 49
ABuitenluchtfilter
BAfvoerluchtfilter
Onderhoud
Filter reinigen of vervangen (vervolg)
5817956
72
Filter vervangen bij wandmontage
B
A
2.
3.
4.
1.
2x
2x
2x
2x
Afb. 50
ABuitenluchtfilter
BAfvoerluchtfilter
Filter in het ventilatietoestel Vitovent 200-W
!Opgelet
Door het gebruik van het geopende ventilatie-
toestel zonder filter ontstaan stofafzettingen in
het toestel. Deze stofafzettingen kunnen tot
defecten leiden.
Trek vóór het openen van het ventilatietoestel
de netstekker uit het stopcontact.
Onderhoud
Filter reinigen of vervangen (vervolg)
5817956
73
Ventilatietoestel openen
A
B
Afb. 51
AAfvoerluchtfilter
BBuitenluchtfilter
Filter reinigen, eventueel vervangen
Opmerking
Onthoud vóór het uittrekken van de filters de inbouw-
positie. Breng evt. met een stift een markering aan.
Onderhoud
Filter reinigen of vervangen (vervolg)
5817956
74
B
A
1.
2.
4.
3.
Afb. 52
AAfvoerluchtfilter
BBuitenluchtfilter
Filter in het ventilatietoestel Vitovent 300-C
!Opgelet
Door het gebruik van het geopende ventilatie-
toestel zonder filter ontstaan stofafzettingen in
het toestel. Deze stofafzettingen kunnen tot
defecten leiden.
Trek vóór het openen van het ventilatietoestel
de netstekker uit het stopcontact.
Onderhoud
Filter reinigen of vervangen (vervolg)
5817956
75
Filterboxen uit het toestel trekken
2.
3.
4.
1.
B
A
Afb. 53
ABox voor afvoerluchtfilter
BBox voor buitenluchtfilter
Filter reinigen, eventueel vervangen
Opmerking
Als u een fijnfilter gebruikt: Onthoud vóór het verwijde-
ren van de filter uit de filterbox de positie van de
boven- en onderkant. Breng evt. aan de filterbox met
een stift een markering aan.
3.
4.
2.
1. 2x
Afb. 54
Filterboxen in het toestel schuiven
A
1.
2.
B
Afb. 55
AAfvoerluchtfilter
BBuitenluchtfilter
Onderhoud
Filter reinigen of vervangen (vervolg)
5817956
76
Filter in het ventilatietoestel Vitovent 300-F
!Opgelet
Door het gebruik van het geopende ventilatie-
toestel zonder filter ontstaan stofafzettingen in
het toestel. Deze stofafzettingen kunnen tot
defecten leiden.
Schakel vóór het openen van het ventilatietoe-
stel de netschakelaar uit.
A
Afb. 56
ANetschakelaar aan de achterkant van het toestel
Ventilatietoestel openen
Linker- of rechterzijplaat verwijderen
1.
Afb. 57
Onderhoud
Filter reinigen of vervangen (vervolg)
5817956
77
Filter vervangen
5.
A
B
1.
2.
3.
4.
6.
Afb. 58
ALuchtafvoerfilter
BBuitenluchtfilter
Filter in het ventilatietoestel Vitovent 300-W
!Opgelet
Door het gebruik van het geopende ventilatie-
toestel zonder filter ontstaan stofafzettingen in
het toestel. Deze stofafzettingen kunnen tot
defecten leiden.
Trek vóór het openen van het ventilatietoestel
de netstekker uit het stopcontact.
Onderhoud
Filter reinigen of vervangen (vervolg)
5817956
78
Ventilatietoestel openen
Afb. 59
Grove filter reinigen, eventueel vervangen
Opmerking
Onthoud vóór het uittrekken van de filters de inbouw-
positie. Breng evt. met een stift een markering aan.
Onderhoud
Filter reinigen of vervangen (vervolg)
5817956
79
1.
3.
1.
2.
Afb. 60
AAfvoerluchtfilter
BBuitenluchtfilter
Fijnfilter reinigen, eventueel vervangen
Opmerking
Onthoud vóór het uittrekken van de filters de inbouw-
positie. Breng evt. met een stift een markering aan.
Onderhoud
Filter reinigen of vervangen (vervolg)
5817956
80
3.
A
B
2.
4.
1.
Afb. 61
AAfvoerluchtfilter
BBuitenluchtfilter
Filter in de afvoerluchtkleppen vervangen
!Opgelet
Als u het woningventilatiesysteem zonder filter
gebruikt, zet zich stof in het leidingsysteem af.
Daardoor verhoogt de luchtweerstand.
Schakel de netschakelaar van het ventilatietoe-
stel uit voor u de afvoerluchtkleppen verwijdert.
Onderhoud
Filter reinigen of vervangen (vervolg)
5817956
81
2.
1.
Afb. 62
Onderhoudsindicatie voor filtervervanging resetten
1. Schakel na de filterwissel het ventilatietoestel in.
!Opgelet
Stofafzettingen in het toestel kunnen tot
defecten leiden.
Schakel het toestel enkel met luchttoevoer-
en luchtafvoerfilter in.
2. Reset de onderhoudsindicatie voor de filterwissel
in de warmtepompregeling manueel.
3. Uitgebreid menu:
4. ”Ventilatie”
5. ”Filterwissel”
6. ”Ja”
7. ”OK” ter bevestiging
Onderhoud
Filter reinigen of vervangen (vervolg)
5817956
82
Dit toestel bevat gefluoreerde koolwaterstoffen (koel-
middel) die in het Kyoto-protocol zijn opgenomen.
Op het typeplaatje staat met welk koelmiddel het toe-
stel werkt.
Het broeikaspotentieel GWP (Global Warming Poten-
tial) van de koelmiddelen wordt als veelvoud van het
GWP van kooldioxide (CO2) aangegeven. Het GWP
van CO2 bedraagt 1.
Koelmiddel Broeikaspotentieel
R134a 1430
R404A 3920
R410A 2088
R407C 1774
R417A 2350
Overzicht uitgebreid menu
Opmerking
Afhankelijk van de uitrusting van uw verwarmingsin-
stallatie zijn onder niet alle van de vermelde menu-
items voorhanden.
Uitgebreid menu
Verwarming, Verwarm./koeling of Koeling VC1/VC2/VC3/AKC
”Partywerking”
”Spaarwerking”
”Gewenste kamertemperatuur”
”Gered. kamertemp. gewenst”
”Werkingsprogramma”
”Verwarmen en warm water”
Of
”Verwarmen/koelen en WW”
Of
”Verw.”
Of
”Koelen”
Of
”Koelen en WW”
”Alleen warm water”
”Uitschakelmodus”
”Tijdprog. verwarmen”
Of
”Tijdprogramma verwarmen/koelen”
”Vakantieprogramma”
”Stooklijn”
Actieve koeling
”Koellijn”
Bijlage
Koelmiddel
5817956
83
”Warm water”
”Warmwatertemperatuur gewenst”
”Werkingsprogramma”
”Tijdprogramma”
”Uitschakelwerking”
”1x WW-bereiding”
”Tijdprogramma Warm water”
”Tijdprogr. Circulatie”
”WW met elektr. verw.”
”Inschakeloptimalisering”
”Uitschakeloptimalisering”
”2e gewenste WW-temperatuur”
”Ventilatie”
”Intensieve werking”
”Spaarwerking”
”Gewenste kamertemperatuur”
”Min. toevoerluchttemp. Byp.”
”Werkingsprogramma”
”Automatische ventilatie”
”Basiswerking”
”Uitschakelwerking”
”Tijdprogramma Ventilatie”
”Vakantieprogramma”
”Filterwissel”
”Installatie”
Modus buffer
Actieve koeling
”Tijdprogr. Buffer”
Tijdprogr. koelbuffer
”Tijdprogr. geluiddemp.”
”Verwarmen met elektr.”
”Tijdprogr. Elektrische verwarming”
Zonne-energie
Bijlage
Overzicht uitgebreid menu (vervolg)
5817956
84
”Regelstrategie PV”
”2e gewenste WW-temperatuur”
”Verwarming warmwaterboiler”
”Verw. Verw.waterbuffer”
”Verhoging kamertemp.”
”Koeling kamertemp.”
Koeling koelwater-buffer
”Smart Grid”
”Verwarming warmwaterboiler”
”Verw. Verw.waterbuffer”
”Verhoging kamertemp.”
”Koeling kamertemp.”
Opmerking
Afhankelijk van de uitvoering van uw verwarmingsin-
stallatie zijn bij ”Informatie” niet alle vermelde opvra-
gingen mogelijk.
Voor de met gemarkeerde informatie kunt u bijko-
mende informatie opvragen.
Bijlage
Overzicht uitgebreid menu (vervolg)
5817956
85
”Informatie”
”Installatie”
”Buitentemperatuur”
”Gemeensch. aanvoert.”
Werkingsstatus installatie
”Tijdprogr. Geluiddemp.”
”Verwarmingsperiode”
”Koelperiode”
”Verw.waterbuffer”
Modus buffer
”Werkingsstatus buffer”
Tijdprogramma buffer
Werkingsstatus koelbuffer
Tijdprogr. koelbuffer
Klep verwarm./koelen
Koelbuffertemp.
Koelbuffertemp. gew.
Koelen met koelbuffer
Koelbuffer aanvoert.
Koelbuffer gew. aanvoer.
Koelbuffer mengklep
Koelbuffer pomp
Active Cooling
Natural Cooling
Ext. warmtegenerator
Tijdprogr. e-verw.
”Groepsalarm”
Werkingsstatus zwembad
”Opvr. Zwembadverw.”
”Zwembadverwarming”
”Volgwarmtepomp 1”
”Volgwarmtepomp 2”
”Volgwarmtepomp 3”
”Volgwarmtepomp 4”
”Deelnemersnr.”
”Ext. Bijschak. 0..10V”
”Tijd”
”Datum”
”Radiokloksignaal”
”Estrikdroging dagen”
Bijlage
Overzicht uitgebreid menu (vervolg)
5817956
86
”Informatie”
Verwarmingscircuit VC1, VC2, VC3
”Werkingsprogramma”
”Werkingsstatus”
Tijdprog. verwarmen
Of
Tijdprog. verw./koel.
”kamertemp. gewenst”
”Kamertemperatuur”
”Ger. gew. Gewenst”
”Gew. partytemp.”
Stooklijn
”CV-pomp”
Vakantieprogramma
”Mengklep”
Aanvoertemperatuur
Gew. aanvoertemp.
Koellijn
”Active cooling”
”Natural cooling”
”Mengklep koeling”
”Aanvoertemp. Koelen”
Verwarmingsperiode
Koelperiode
Opvr. stookwerk.
Opvr. koelwer.
Koelcircuit SKK
Werkingsprogramma
”Modusstatus”
”kamertemp. gewenst”
”Kamertemperatuur”
”Mengklep”
”Aanvoertemperatuur”
”Koellijn”
”Active cooling”
”Natural cooling”
Bijlage
Overzicht uitgebreid menu (vervolg)
5817956
87
”Informatie”
”Warm water”
Werkingsprogramma
Werkingsstatus
Tijdprog. warm water
Tijdprog. circulatie
Warmwatertemperatuur
”Boilerlaadpomp”
”Circulatiepomp”
”1x WW-bereiding”
”Boilernaverwarming”
”Boilernaverwarming” (h)
”Ventilatie”
Werkingsprogramma
Werkingsstatus
Tijdprog. Ventilatie
”kamertemp. gewenst”
”Min. luchttoevoertemp. Byp.”
”Vochtigheid”
”El. voorverw.register”
”Dagen tot filterwissel”
”Solar”
”Collectortemperatuur”
”WW-temperatuur zonnesysteem”
”Retourtemp. Solar”
”Zonnecircuitpomp” (h)
”Zonne-energie histogr.”
”Zonne-energie” (kWh)
”Zonnecircuitpomp”
”Onderdruk naverw.”
”SM1 Uitgang 22”
”Solarsensor 7”
”Solarsensor 10”
Bijlage
Overzicht uitgebreid menu (vervolg)
5817956
88
”Informatie”
”Warmtepomp”
”Compressor” of ”Compressor 1”
”Primaire pomp/ventilator” of ”Primaire pomp/ventilator 1”
”Alternatieve bron”
”Secundaire pomp” of ”Secundaire pomp 1”
”Klep verwarmen/WW” of ”Klep verwarmen/WW 1”
”Bedrijfsuren compr.” of ”Bedrijfsuren compr. 1”
”Aant. insch. Compr.” of ”Aant. insch. compr. 1”
”Compressor 2”
”Primaire pomp/ventilator 2”
”Secundaire pomp 2”
”Klep verwarmen/WW 2”
”Bedrijfsuren Compressor 2”
”Aant. insch. compr.2”
”Doorstromer Trap 1”
”Doorstroomelement Trap 1 ” (h)
”Doorstroomelement Trap 2”
”Doorstroomelement Trap 2 ” (h)
”SPF verwarmen”
”SPF warm water”
”SPF totaal”
”SPF koelen”
”Energiebalans”
”Energiebalans verw. 1”
”Energiebalans WW 1”
”Energiebalans koelen 1”
”Energiebalans verw. 2”
”Energiebalans WW 2”
”Energiebalans koelen 2”
”Energiebalans PV”
”Bedrijfsdagboek”
Bijlage
Overzicht uitgebreid menu (vervolg)
5817956
89
”Instellingen”
”Tijd / datum”
”Taal”
”Contrast”
”Helderheid”
”Bediening”
”Screensaver”
”Temperatuureenheid”
”Naam voor verwarm.circuit”
”Basismenu”
”Basisinstelling”
”Installatie”
”Compressor 1”
”Compressor 2”
”Warmtemanagement”
”Warm water”
”Solar”
”Extra elek. verwarm.”
”Interne hydraulica”
”Verw.waterbuffer”
”Verwarm.circuit 1”
”Verwarm.circuit 2”
”Verwarm.circuit 3”
”Koeling”
”Ventilatie”
”Fotovoltaïsche”
”Smart Grid”
”Primaire bron”
”Primaire bron 2”
”Tijd”
”Communicatie”
”Bediening”
Manuele bediening
Testwerking
Verklaring van de begrippen
Ontdooien
Tijdens de werking van lucht/water-warmtepompen is
ijsvorming op de verdamper mogelijk.
Om dat ijs te verwijderen, wordt de verdamper auto-
matisch ontdooid.
Tijdens het ontdooien is de warmtepomp niet beschik-
baar voor kamerverwarming of -koeling.
Tijdens het ontdooien kan uit de warmtepomp water-
damp komen.
Bijlage
Overzicht uitgebreid menu (vervolg)
5817956
90
Het ontdooien gebeurt net als bij de actieve koeling tij-
dens de omkeermodus van de warmtepomp. Daarom
worden de bedrijfsuren voor het ontdooien in het
bedrijfsdagboek bij de bedrijfsuren ”AC” in aanmer-
king genomen.
Actieve koeling (”active cooling”)
Actieve koeling: Zie ”Koelfuncties”.
Installatie-uitvoering
De installatie-uitvoering beschrijft de componenten van
uw verwarmingsinstallatie, bijv. warmtepomp, CV-
pomp, mengklep, kleppen, regeling, radiatoren enzo-
voort.
Uw verwarmingsfirma past de verwarmingsinstallatie
aan de plaatselijke omstandigheden aan en stelt de
installatie individueel volgens uw wensen in.
Welke uitrusting en functies uw verwarmingsinstallatie
heeft, werd door uw firma in het formulier op
pagina 103 ingevoerd.
Werkingsprogramma
Met het werkingsprogramma legt u bijv. het volgende
vast:
Hoe u uw kamers verwarmt of koelt.
Of u tapwater verwarmt.
Het ventilatieniveau voor uw woningsventilatie
Werkingsmodus
Zie ”Tijdprogramma”.
Onevenwicht druk
In combinatie met gecontroleerde woningventilatie kan
bij onevenwichtige instelling van de luchtdebieten in
kamers een onevenwichtige druk ontstaan.
Bij een onevenwichtige druk verschilt het luchtdebiet
aan toevoerluchtzijde van het luchtdebiet aan afvoer-
luchtzijde. Bij goed afgedichte gebouwen ontstaat
daardoor in ruimtes hetzij onderdruk, hetzij overdruk.
Bij onderdruk slaan ramen en deuren open, bij over-
druk gaan ramen en deuren zachtjes dicht.
Gebruik eigen stroom
Bij het gebruik van eigen stroom wordt de door de foto-
voltaïsche installatie opgewekte stroom voor de werk-
ing van de warmtepomp en andere componenten van
de verwarmingsinstallatie gebruikt.
Voor het gebruik van eigen stroom heeft uw installa-
teur een stroommeter (energiemeter) op de warmte-
pompregeling aangesloten. De warmtepompregeling
krijgt zo informatie over of en hoeveel elektriciteit van
de fotovoltaïsche installatie gebruikt kan worden.
Weergave op de energiemeter
Energie-afname van het net (energiebedrijf):
De energiemeter toont het vermogen met negatief
voorteken:
Afb. 63
Opmerking
op de energiemeter worden max. 3 foutbalken
getoond. Dat heeft geen invloed op de werking van
de warmtepompregeling.
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
91
Energietoevoering aan het net (energiebedrijf)
De energiemeter toont het vermogen zonder voorte-
ken.
Functies voor gebruik van eigen stroom
Voor het gebruik van eigen stroom geeft u een of
meerdere functies vrij. De beschikbare functies han-
gen van het toesteltype af.
Als u meerdere functies voor eigen stroomgebruik vrij-
geeft, hebben de functies voor warmwaterbereiding
voorrang op de functies voor kamerverwarming.
Om de eigen stroom te kunnen gebruiken, kunt u bij
enkele functies de gewenste temperatuur verhogen of
voor koeling verlagen.
Mogelijke functies voor gebruik van eigen stroom:
Warmwaterbereiding
Verwarming verwarmingswaterbuffer
Kamerverwarming
Kamerkoeling
Voorwaarde voor het gebruik van eigen stroom is dat
telkens het juiste werkingsprogramma voor de kamer-
verwarming, kamerkoeling of warmwaterbereiding is
ingesteld. Zo moet bijv. voor de warmwaterbereiding
het werkingsprogramma ”Verwarmen en warm
water” of ”Alleen warm water” ingesteld zijn.
Voorbeeld: Gebruik van eigen stroom voor warm-
waterbereiding
Als er voldoende stroom van de fotovoltaïsche installa-
tie ter beschikking staat, wordt de warmtepomp voor
de warmwaterbereiding met deze stroom gebruikt.
In het tijdprogramma heeft u periodes ingesteld waarin
de warmwaterbereiding vrijgegeven is. Om zoveel
mogelijk elektriciteit van de fotovoltaïsche installatie te
gebruiken, mag de warmwaterbereiding evt. ook buiten
de ingestelde periodes ingeschakeld worden.
Om de eigen stroom doeltreffender te gebruiken, stelt
u voor de warmwatertemperatuur een verhoging in.
Normale warmwatertemperatuur:
50 °C
Verhoging van de warmwatertemperatuur bij gebruik
van eigen stroom:
10 K (10 Kelvin)
Het warme water wordt tot 60 °C opgewarmd. Bij gelijk
warmwaterverbruik verschuift de volgende warmwater-
bereiding met stroom uit het net naar een later tijdstip.
Opmerking
Parallel met het gebruik van eigen stroom kan voor
de werking van de warmtepomp een deel stroom uit
het net gehaald worden: bijv. als de hoeveelheid
eigen stroom niet volstaat om de warmtepomp te
gebruiken. Uw installateur kan de hoogte van dit
aandeel instellen.
Alleen voor lucht/water-warmtepompen (niet alle
types):
Om de gewenste temperaturen te verhogen of te
verlagen, kan uw installateur instellen dat het vermo-
gen van de compressor automatisch wordt aange-
past aan de door het fotovoltaïsche systeem opge-
wekte stroomhoeveelheid. Zo wordt voorkomen dat
voor de werking van de warmtepomp stroom uit het
net gehaald wordt.
Gebruik van eigen stroom en van stroomoverschot
uit het net (Smart Grid) zijn geactiveerd
Als het gebruik van eigen stroom en Smart Grid vrijge-
geven en actief zijn, wordt de functie met de grootste
temperatuurstijging of -daling gebruikt.
Extra elektrische verwarming
Als de gewenste kamertemperatuur of warmwatertem-
peratuur met de warmtepomp alleen niet wordt bereikt,
kan een extra elektrische verwarming worden bijge-
schakeld.
Voorbeelden voor extra elektrische verwarmingen:
Verwarmingswater-doorstroomtoestel:
Voor kamerverwarming en/of warmwaterbereiding
Ingebouwd in de warmtepomp of in de aanvoer
van uw verwarmingsinstallatie.
Elektrisch verwarmingselement:
Voor de warmwaterbereiding
Ingebouwd in de warmwaterboiler
Opmerking
De permanente werking van een extra elektrische
verwarming leidt tot een verhoogd stroomverbruik.
Voor de extra elektrische verwarming kunt u een tijd-
programma instellen.
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
92
Enthalpiewarmtewisselaar
In ventilatietoestellen met warmteterugwinning wordt in
de geïntegreerde warmtewisselaar de koelere lucht
met de warmte van de afvoerlucht voorverwarmd.
Beide luchtstromen komen hierbij niet rechtstreeks in
contact met elkaar.
De enthalpiewarmtewisselaar kan niet alleen warmte
uit de afvoerlucht terugwinnen, maar bovendien ook
een groot deel van de luchtvochtigheid. Hierdoor zorgt
deze vocht-warmtewisselaar zeker in het koude sei-
zoen voor een aangenamer omgevingsklimaat, aange-
zien hij voorkomt dat de lucht te sterk uitdroogt.
Blokkering energiebedrijf
(Niet voor Nederland). In andere landen kan het ener-
giebedrijf op tijdstippen met een te hoog stroomver-
bruik de stroomtoevoer van het toestel blokkeren. Tij-
dens deze blokkering wordt de aanwijzing ”Blok. door
energiebedr.” weergegeven.
Zodra het energiebedrijf de stroom weer vrijgeeft,
werkt de warmtepomp met het ingestelde werkingspro-
gramma verder.
Gedurende deze stroomblokkering door het energiebe-
drijf gebeurt de kamerverwarming via de verwarmings-
waterbuffer. Als er geen verwarmingswaterbuffer voor-
handen is of als de temperatuur daarin te gering is,
worden de kamers met de voorhanden extra verwar-
mingen verwarmd, bijv. olieketel, elektrische extra ver-
warming.
De warmwaterbereiding tijdens de stroomblokkering is
alleen met de extra verwarmingen mogelijk.
Vloerverwarming
Vloerverwarmingen zijn trage verwarmingssystemen
voor lage temperaturen en reageren zeer langzaam op
kortstondige temperatuurwijzigingen.
De verwarming met gereduceerde kamertemperatuur
's nachts en de activering van de ”Spaarwerking” bij
korte afwezigheid leveren daarom geen noemens-
waardige energiebesparing op.
Geluiddempende werking
Bij lucht/water-warmtepompen is een ventilator in de
warmtepomp geïntegreerd. Het toerental van die venti-
lator kunt u met het tijdprogramma reduceren. Daar-
door vermindert u de luchtgeluiden ervan, bijv. 's
nachts.
Opmerking
Door het beperkte toerental van de ventilator vermin-
dert ook het beschikbare vermogen. Bij lucht/water-
warmtepompen met vermogensregeling kan ter com-
pensatie evt. het vermogen van de compressor ver-
hoogd worden. Dat vermindert de jaararbeidsfactor
iets.
Stookwerking/Koelwerking
Normale stookwerking/koelwerking
Gedurende de tijd dat u overdag thuis bent, verwarmt
of koelt u uw kamers met de normale kamertempera-
tuur. De periodes (tijdfasen) legt u vast met het tijdpro-
gramma voor verwarmen/koelen.
Gereduceerde stookwering
Gedurende de tijd dat u afwezig bent of 's nachts ver-
warmt u uw kamers met verlaagde kamertemperatuur.
De periodes legt u vast met het tijdprogramma voor
verwarmen/koelen. Bij vloerverwarming leidt de ver-
laagde stookwerking slechts voor een deel tot energie-
besparing (zie ”Vloerverwarming”).
Opmerking
De koeling is bij verlaagde werking uitgeschakeld.
Verwarming/koeling afhankelijk van de kamertem-
peratuur
Bij werking afhankelijk van de kamertemperatuur wordt
een ruimte zo lang verwarmd of gekoeld tot de inge-
stelde gewenste kamertemperatuur is bereikt. Hiervoor
moet er een aparte temperatuursensor in de kamer
aanwezig zijn.
De regeling van de verwarming of koeling gebeurt
onafhankelijk van de buitentemperatuur.
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
93
Weersafhankelijke stookwerking/koelwerking
Bij weersafhankelijke werking wordt de aanvoertempe-
ratuur afhankelijk van de buitentemperatuur geregeld.
Daardoor wordt de vereiste warmte of koude geprodu-
ceerd om de ruimtes tot de door u ingestelde gewen-
ste kamertemperatuur te verwarmen of te koelen.
De buitentemperatuur wordt door een sensor die bui-
ten het gebouw is aangebracht, geregistreerd en aan
de warmtepompregeling doorgegeven.
Stooklijn/koellijn
Het verwarmings-/koelgedrag van uw warmtepomp
wordt door de inclinatie en het niveau van de gekozen
stooklijn/koellijn beïnvloed.
Stook- en koellijnen tonen het verband tussen buiten-
temperatuur, kamertemperatuur (gewenste waarde) en
(verwarmingscircuit-)aanvoertemperatuur.
Stooklijn:
Hoe lager de buitentemperatuur, des te hoger de
aanvoertemperatuur in het verwarmingscircuit.
Koellijn:
Hoe hoger de buitentemperatuur, des te lager de
aanvoertemperatuur in het koelcircuit.
Om bij iedere buitentemperatuur voldoende warmte ter
beschikking te hebben, moeten de omstandigheden
van uw gebouw en uw verwarmingsinstallatie in acht
worden genomen. Daartoe kunt u de stooklijn aanpas-
sen.
Ook kunt u voor de koelwerking de koellijn aanpassen.
Stooklijn
3,2
3,4
Aanvoertemperatuur in °C
Buitentemperatuur in °C
Inclinatie stookcurve
3,0
2,8
2,2
2,4
2,0
1,6
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
90
80
70
60
50
40
30
20
1,8
2,6
1020 -30-20-100
Afb. 64
Koellijn
1,2
30 25 2035
Buitentemperatuur in °C
Aanvoertemperatuur in °C
1
5
10
15
20
1,4 1,6
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
1,8 2,0 2,2 3,43,02,6
Inclinatie koelcurve
Afb. 65
Inclinatie en niveau instellen met als voorbeeld de stooklijn
Instellingen af fabriek:
Inclinatie = 0,6
Niveau = 0
De getoonde stooklijnen gelden bij de volgende instel-
lingen:
Niveau van de stooklijn = 0
Normale kamertemperatuur (gewenste kamertempe-
ratuur) = 20 °C
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
94
0,2
Buitentemperatuur in °C
Aanvoertemperatuur in °C
Steilheid
2,4
2,6 2,8
3,0 3,2
3,4
90
80
70
60
50
40
30
0 -10 -2010
2,0
2,2
35 30 25 20 15 10 5
0,4
0,6
0,8
1,0
1,2
-30
1,8
1,6
-14
1,4
B
A
Gewenste ruimtetemperatuur in °C
Afb. 66
Voor buitentemperatuur 14 °C:
AVloerverwarming: Inclinatie 0,2 tot 0,8
BLagetemperatuurverwarming: Inclinatie 0,8 tot 1,6
AB
Aanvoertemperatuur
in °C
110
Buitentemperatuur
in °C
3,5
1,4
0,2
-20
C
Gewenste ruimtetemperatuur in °C
35 30 25 20 15 10 5
Afb. 67
AU verandert de inclinatie:
De inclinatie van de stooklijnen veranderen.
BU verandert het niveau:
De stooklijnen worden parallel in verticale richting
verschoven.
CU verandert de normale kamertemperatuur
(gewenste kamertemperatuur):
De stooklijnen worden langs de as van de ”gewen-
ste kamertemperatuur” verschoven.
Opmerking
Een te hoge of te lage instelling van inclinatie of niveau
veroorzaakt geen schade aan uw warmtepomp of uw
verwarmingsinstallatie.
Beide instellingen hebben gevolgen voor de hoogte
van de aanvoertemperatuur, die dan evt. te laag of
onnodig hoog kan zijn.
U krijgt tips over hoe en wanneer u de inclinatie en het
niveau van de stooklijn kunt wijzigen. Druk hiervoor op
de toets ?.
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
95
Verwarmings-/koelcircuitse
Een verwarmingscircuit of koelcircuit is een gesloten
circuit tussen warmtepomp en verbruikers (bijv. radia-
toren) waardoor het verwarmingswater of koelwater
stroomt.
Een apart koelcircuit is een eigen gesloten circuit dat
een koelapparaat, bijv. een ventilatorconvector of een
koelplafond, voorziet. De koeling via een apart koelcir-
cuit is onafhankelijk van de buitentemperatuur.
De verwarming en koeling van alle vertrekken kan
eventueel over meerdere verwarmingscircuits en één
koelcircuit zijn verdeeld.
Max. 3 verwarmingscircuits zijn mogelijk (”Ver-
warm.circuit 1”, ”Verwarm.circuit 2”, ”Verwarm.cir-
cuit 3”), bijv. een verwarmingscircuit voor door u
bewoonde kamers en een verwarmingscircuit voor de
kamers van een zelfstandige wooneenheid.
Slechts 1 koelcircuit is mogelijk:
Verwarmings-/koelcircuit
Koeling via een verwarmingscircuit (”Verwarm.cir-
cuit 1”, ”Verwarm.circuit 2”, ”Verwarm.circuit 3”),
bijv. een kamer met vloerverwarming. Deze kamer
kan in de zomer gekoeld en in de winter verwarmd
worden.
De koeling via het verwarmingscircuit vindt alleen
plaats als de buitentemperatuur de koelgrens heeft
overschreden. De verwarming via het verwarmings-
circuit vindt alleen plaats als de buitentemperatuur
tot onder de verwarmingsgrens is gedaald. De koel-
grens en de verwarmingsgrens worden door uw ver-
warmingsbedrijf ingesteld.
Of
Afzonderlijk koelcircuit
Het afzonderlijke koelcircuit (”koelcircuit SKK”) kan
bovenop de max. 3 verwarmingscircuits op de warm-
tepompregeling worden aangesloten.
Met een apart koelcircuit kan niet worden verwarmd.
In deze bedieningshandleiding worden de verwar-
mingscircuits, het verwarmings-/koelcircuit en het
aparte koelcircuit algemeen verwarmings-/koelcir-
cuits genoemd. Alleen in individuele gevallen wordt
een onderscheid gemaakt tussen verwarmingscircuit,
verwarmings-/koelcircuit en apart koelcircuit.
Voorbeeld:
”Verwarm.circuit 1” is het verwarmingscircuit voor
de door u bewoonde kamers.
”Verwarm.circuit 2” is het verwarmingscircuit voor
de kamers van een aparte wooneenheid.
”Koelcircuit SKK” is een apart koelcircuit met venti-
latorconvector in een opslagruimte.
De verwarmings-/koelcircuits zijn af fabriek met ”Ver-
warm.circuit 1”, ”Verwarm.circuit 2”, ”Verwarm.cir-
cuit 3”, ”Koelcircuit SKK” aangeduid.
Als u of uw verwarmingsfirma de verwarmings-/koelcir-
cuits een andere naam hebben gegeven, bijv. ”zelf-
standige wooneenheid ”, wordt deze naam in plaats
van ”Verwarm.circuit ...”/”Koelcircuit SKK” aange-
geven.
CV-pomp
Circulatiepomp voor de circulatie van het CV-water in
het CV-/koelcircuit.
CV-water-doorstroomtoestel
Zie ”Elektrische bijverwarming”.
Verwarmings-/koelwaterbuffer
In een verwarmings-/koelwaterbuffer wordt ofwel
warmte-energie voor de kamerverwarming of koelener-
gie voor de kamerkoeling opgeslagen.
Opdat zich bij kamerkoeling buiten geen condens zou
vormen, beschikken verwarmings-/koelwaterbuffers
over een speciale warmte-isolatie.
Alle verwarmings-/koelcircuits worden via de verwar-
mings-/koelwaterbuffer van warmte-energie of van
koelenergie voorzien.
In het uitgebreide menu schakelt u om tussen kamer-
verwarming en kamerkoeling.
Meer informatie over buffers: zie ”buffer”.
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
96
Verwarmingswaterbuffer
In een verwarmingswaterbuffer kan de warmte-energie
voor de kamerverwarming worden opgeslagen. Alle
verwarmings-/koelcircuits worden door deze buffer
voorzien.
De kamerkoeling is slechts via 1 koelcircuit mogelijk.
Door een hydraulische bypass-schakeling komt geen
koelwater in de verwarmingswaterbuffer terecht.
Meer informatie over buffers: zie ”buffer”.
Cascade
Zie ”Warmtepompcascade”.
Gecontroleerde woningventilatie
Met een woningventilatiesysteem kunt u uw kamers
continu verluchten.
Het woningventilatiesysteem bestaat uit een ventilatie-
toestel, het leidingsysteem, de aanvoer- en afvoer-
luchtkleppen.
Een in het ventilatietoestel ingebouwde buitenluchtfilter
beschermt tegen pollen.
Als aan de warmtepompregeling een Viessmann venti-
latietoestel aangesloten is, kunnen de ventilatiefunc-
ties aan de warmtepompregeling ingesteld worden.
Werkingsprincipe van het ventilatietoestel
C
E
B
D
A
F
Afb. 68 Voorbeeld: Vitovent 300-F
ALuchttoevoer: bijv. voor slaapkamer, kinderkamer,
woonkamer
BUitlaatlucht
CBuitenlucht
DAfvoerlucht: bijv. uit keuken, badkamer, wc
EBypass niet actief:
Ventilatie met warmterecuperatie
FBypass actief: Ventilatie zonder warmterecupera-
tie, bijv. bij passief verwarmen of koelen
Ventilatie met warmterecuperatie, bypass geblok-
keerd
Via een warmtewisselaar in het ventilatietoestel wordt
de naar de kamers geleide lucht (toevoerlucht) met de
warmte van de afgezogen lucht (afvoerlucht) voorver-
warmd. Hiervoor is de bypass E niet actief.
Het energieverlies is daarbij in vergelijking met de ven-
sterventilatie erg gering.
Ventilatie zonder warmterecuperatie, bypass actief
Bij een actieve bypass F wordt 100 % van de afvoer-
luchtstroom langs de warmtewisselaar geleid en verse,
gefilterde buitenlucht met buitentemperatuur in de
kamers geleid.
Afhankelijk van de buitentemperatuur en de kamertem-
peratuur wordt bij een actieve bypass koelere of war-
mere buitenlucht in de kamers geleid. D.w.z. dat de
kamers passief gekoeld of passief verwarmd worden.
Passief koelen
Er wordt koelere buitenlucht naar de kamers geleid,
bijv. in koele zomernachten.
Als alle volgende voorwaarden vervuld zijn, is de
bypass voor passief koelen actief:
Vitovent 200-C:
Binnen is het minstens 4 °C warmer dan buiten.
De kamertemperatuur is minstens 1 °C hoger dan
de ”Gew. kamertemperatuur” voor de ventilatie.
De buitenlucht is 0,5 °C warmer dan ”Min.
toev.luchtt. byp.”.
Vitovent 300-F:
Binnen is het minstens 4 °C warmer dan buiten.
De kamertemperatuur is minstens 1 °C hoger dan
de ”Gew. kamertemperatuur” voor de ventilatie.
De toevoerlucht overschrijdt de minimumtemperatuur
voor passief koelen (”Min. toev.luchtt. byp.”).
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
97
Vitovent 200-W, Vitovent 300-C en Vitovent 300-W:
Binnen is het warmer dan buiten.
De kamertemperatuur is hoger dan ”Gew. kamer-
temperatuur” voor de ventilatie.
De buitenlucht is warmer dan 7 °C.
Passief verwarmen
Er wordt warmere buitenlucht naar de kamers geleid,
bijv. op warme lentedagen.
Als alle volgende voorwaarden vervuld zijn, is de
bypass voor passief verwarmen actief:
Vitovent 200-C en Vitovent 300-F:
De buitenlucht is minstens 4 °C warmer dan de
kamertemperatuur.
De kamertemperatuur is minstens 1 °C koeler
dan ”Gew. kamertemperatuur” voor de ventilatie.
Opmerking
Bij Vitovent 200-W, Vitovent 300-C en
Vitovent 300-W is passief verwarmen niet mogelijk.
Luchtdebiet
Opdat in uw kamers noch onderdruk, noch overdruk
zou ontstaan, moet het luchtdebiet van de toevoerlucht
even hoog zijn als het luchtdebiet van de afvoerlucht.
Uw verwarmingsfirma stelt dit luchtdebiet bij de inbe-
drijfstelling in.
Regeling van de luchtvochtigheid en de kooldioxi-
deconcentratie (CO2-concentratie)
Als in één van uw kamers een CO2-/vochtsensor
(accessoire) geïnstalleerd is, kan het ventilatietoestel
het luchtdebiet afhankelijk van de luchtvochtigheid
en/of de kooldioxideconcentratie (CO2) van deze
kamer aanpassen.
Als in de centrale afvoerluchtleiding een vochtsensor
(accessoire) geïnstalleerd is, kan het ventilatietoestel
het luchtdebiet afhankelijk van de luchtvochtigheid
van alle kamers aanpassen.
De regeling van de luchtvochtigheid en kooldioxide-
concentratie is alleen in het werkingsprogramma ”Ven-
tilatie-automaat” mogelijk.
Vorstbescherming voor de warmtewisselaar in het
ventilatietoestel
Bij warmterecuperatie wordt de warmte van de afvoer-
lucht aan de toegevoerde buitenlucht doorgegeven.
Daardoor koelt de afvoerlucht af en condenseert water
in de warmtewisselaar. Bij lage buitentemperaturen
kan het condenswater aan de warmtewisselaar bevrie-
zen. De warmterecuperatie vermindert. In het ergste
geval beschadigt het ijs de warmtewisselaar;
Vorstbescherming met elektrisch voorverwarm-
register:
Om de ijsvorming aan de warmtewisselaar te vermij-
den, kan de buitenlucht door een elektrisch voorver-
warmregister vóór het inbrengen in de warmtewisse-
laar voorverwarmd worden. Bij sommige ventilatie-
toestellen is een elektrisch voorverwarmregister af
fabriek ingebouwd. Bij andere toestellen heeft uw
verwarmingsfirma een elektrisch voorverwarmregis-
ter in de buitenluchtleiding gemonteerd.
Vorstbescherming zonder elektrisch voorver-
warmregister:
Als uw ventilatietoestel niet over een elektrisch voor-
verwarmregister beschikt, wordt ter bescherming van
de warmtewisselaar het luchtdebiet gereduceerd,
evt. tot stilstand van de ventilatoren.
Ontdooifuncties: Alleen bij Vitovent 200-C
Om ijs aan de warmtewisselaar te ontdooien, kan uw
verwarmingsfirma verschillende functies instellen: Zo
kan bijv. het buitenluchtdebiet via de bypass voorbij
de warmtewisselaar geleid worden en/of het luchtde-
biet kan gereduceerd worden. Bijkomend kan het
elektrische voorverwarmregister (accessoire) inge-
schakeld worden.
Opmerking
Bij vorstbescherming kan de weergegeven ventilatie-
trap van de ingestelde ventilatietrap afwijken. De weer-
gave van de ventilatietrap past zich aan het vermin-
derde luchtdebiet van de vorstbeschermingsfunctie
aan.
Alleen bij Vitovent 300-F: Toevoerluchtverwarming
via het verwarmingscircuit 1 (ventilatieverwar-
mingscircuit)
Als in uw ventilatietoestel een hydraulisch naverwarm-
register (accessoire) is ingebouwd, is een toevoer-
luchtverwarming door de warmtepomp mogelijk. De in
de warmtewisselaar van het ventilatietoestel voorver-
warmde buitenlucht/toevoerlucht wordt via het hydrau-
lische naverwarmingsregister door de warmtepomp
naverwarmd.
In dat geval stelt u de kamertemperatuur en het tijdpro-
gramma voor de kamerverwarming in, via het menu
voor verwarmingscircuit 1.
Opmerking
Omdat via het ventilatieverwarmingscircuit slechts een
gering (verwarmings-) warmtevermogen overgedragen
kan worden, raden we de luchttoevoeropwarming als
enige warmtebron alleen in heel goed geïsoleerde
gebouwen aan bijv. passiefhuis).
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
98
Koeling
Zie ”Stookwerking / koelwerking”.
Koelfuncties
Afhankelijk van het type warmtepomp en de geïnstal-
leerde accessoires worden de koelfuncties ”natural
cooling ”en ”active cooling ”ondersteund.
Brine/water-warmtepompen:
”Natural cooling”
Bij deze koelfunctie wordt het temperatuurniveau van
de bodem direct naar het verwarmings-/koudecircuit
of het afzonderlijke koudecircuit overgedragen. In
vergelijking tot ”active cooling ”staat bij ”natural coo-
ling ”een geringere koelvermogen ter beschikking.
Omdat de compressor daarbij buiten werking is, is
de functie zeer efficiënt qua energie en daarom erg
geschikt voor permanente koeling.
”Active cooling”
Als het koelvermogen van ”natural cooling ”niet vol-
staat en als de nodige accessoires zijn geïnstalleerd,
kan de regeling automatisch naar de actieve koel-
werking (”active cooling”) schakelen.
Bij actieve koeling wordt de temperatuur van het in
de bodem afgekoelde warmteoverdrachtsmedium
door de warmtepomp verder verlaagd, alvorens het
naar het verwarmings-/koudecircuit of afzonderlijk
koudecircuit wordt overgedragen. Daardoor staat in
vergelijking met ”natural cooling ”een duidelijk hoger
koelvermogen ter beschikking.
Een continue actieve koeling verbruikt meer stroom,
aangezien hierbij niet alleen de circulatiepompen,
maar ook de compressor in werking zijn.
U kunt de actieve koeling individueel vrijgeven en
blokkeren.
Lucht/water-warmtepompen:
”Natural cooling”
Is niet mogelijk.
”Active cooling”
De koeling vindt plaats via de omkeermodus van de
warmtepomp. Er is een hoger koelvermogen
beschikbaar.
Koellijn
Zie ”Stooklijn/koellijn”.
Koelcircuit
Zie ”CV-/koelcircuits”.
Vermogensaanpassing
Bij vermogensgeregelde warmtepompen wordt het toe-
rental van de compressor automatisch aan het vereiste
vermogen aangepast. Vermogensgeregelde warmte-
pompen zijn daarom efficiënter dan warmtepompen
zonder vermogensaanpassing.
Bij gebruik van eigen stroom kan het opgenomen ver-
mogen van de compressor automatisch aangepast
worden aan het vermogen dat de fotovoltaïsche instal-
latie ter beschikking stelt. Daardoor wordt het gebruik
van eigen stroom geoptimaliseerd.
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
99
Ventilatie
Zie ”Gecontroleerde woningventilatie”.
Mengklep
Kamerverwarming
Een mengklep mengt het opgewarmde verwarmings-
water met het uit het verwarmingscircuit terugstro-
mende afgekoelde water. Het water dat zo al naar
gelang de behoefte op temperatuur wordt gebracht,
wordt met de CV-pomp naar het verwarmingscircuit
getransporteerd. De warmtepompregeling past via de
mengklep de verwarmingscircuitaanvoertemperatuur
aan de verschillende omstandigheden aan, bijv. aan
een veranderde buitentemperatuur.
Kamerkoeling
Ook bij de kamerkoeling wordt de aanvoertemperatuur
via een mengklep ingesteld.
Bijkomend wordt via een mengklep de aanvoertempe-
ratuur boven het condensatiepunt van de kamerlucht
(dauwpunt) gehouden. Daardoor vormt zich geen con-
denswater op het vloeroppervlak.
Buffer
In een buffer wordt een grote hoeveelheid verwar-
mings- of koelwater opgeslagen. Daardoor kunnen de
verwarmings-/koelcircuits langdurig voorzien worden
zonder dat de warmtepomp in werking moet treden,
bijv. bij blokkering door energiebedrijf. Door het grote
buffervolume is de warmtepomp voor het verwarmen
of afkoelen van de buffer langer in werking dan zonder
buffer.
Door de warmtepomp zelden in te schakelen en lang
te laten werken, functioneert deze efficiënter en is de
levensduur langer.
Door de juiste instelling van het tijdprogramma kunt u
de buffer met gunstige nachtstroom verwarmen of
afkoelen. Overdag kunt u de verwarmings-/koelcircuits
met deze goedkopere energie voeden.
In uw installatie kunnen de volgende buffers inge-
bouwd zijn:
Verwarmingswaterbuffer: zie ”verwarmingswaterbuf-
fer”.
Verwarmings-/koelwaterbuffer: zie ”verwarmings-/
koelwaterbuffer”.
Kamertemperatuur
Normale kamertemperatuur:
Voor de periodes waarin u overdag thuis bent, stelt u
de normale kamertemperatuur in.
Gereduceerde kamertemperatuur:
Tijdens uw afwezigheid of 's nachts stelt u de gere-
duceerde kamertemperatuur in: Zie ”Stookwerking/
koelwerking”.
Kamertemperatuur voor ventilatie:
Deze kamertemperatuur beïnvloedt het activeren
van de bypass: Zie ”Gecontroleerde woningventila-
tie”.
Retourtemperatuur
De retourtemperatuur is de temperatuur waarmee het
verwarmings- of koelwater uit een component van de
installatie komt, bijv. verwarmingscircuit.
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
100
Smart Grid (SG)
Om Smart Grid te gebruiken, heeft uw installateur de
warmtepompregeling via 2 schakelcontacten met het
stroomnet verbonden. Via deze schakelcontacten kan
het energiebedrijf de werking van de warmtepomp aan
de huidige netbelasting aanpassen.
Met de volgende 4 mogelijkheden voor netbelasting
wordt daarbij rekening gehouden:
1. weinig stroom in het net (overbelasting van het net):
Als er weinig stroom ter beschikking staan, kan het
energiebedrijf de warmtepomp blokkeren.
Zodra het energiebedrijf de stroom weer vrijgeeft,
werkt de warmtepomp met het ingestelde werkings-
programma verder.
Gedurende deze stroomblokkering door het energie-
bedrijf gebeurt de kamerverwarming via de verwar-
mingswaterbuffer. Als er geen verwarmingswater-
buffer voorhanden is of als de temperatuur daarin te
gering is, worden de kamers met de voorhanden
extra verwarmingen verwarmd, bijv. olieketel, elektri-
sche extra verwarming.
De warmwaterbereiding tijdens de stroomblokkering
is alleen met de extra verwarmingen mogelijk.
2. Geen stroomoverschot, normale netbelasting:
De warmtepomp wordt volgens de instellingen en de
afgesproken voorwaarden (elektriciteitstarief)
gebruikt.
3. Beperkt stroomoverschot:
Het energiebedrijf stelt het stroomoverschot gratis
ter beschikking.
Als in het tijdprogramma een periode actief is, wordt
de warmtepomp ingeschakeld. Om de voordelige
stroom te kunnen gebruiken, kunt u bij de volgende
functies de gewenste temperatuur verhogen of voor
koeling verlagen.
Warmwaterbereiding
Verwarming verwarmingswaterbuffer
Kamerverwarming
Kamerkoeling
Vrijgave extra elektrische verwarming
Opmerking
De beschikbare functies hangen van het type warm-
tepomp af.
4. Hoog stroomoverschot:
Het energiebedrijf stelt het stroomoverschot gratis
ter beschikking.
Het energiebedrijf schakelt de warmtepomp onmid-
dellijk in, ook als in het tijdprogramma geen periode
actief is. De installatiecomponenten worden tot de
max. mogelijke temperaturen verwarmd of tot de
min. temperaturen gekoeld.
Aanwijzing bij de werking met voordelige en gratis
stroom
Bij de berekening van de jaararbeidsfactor wordt geen
rekening gehouden met het opgenomen elektrische
vermogen van de warmtepomp en de extra elektrische
verwarming.
Voorbeeld: Gebruik van stroomoverschot voor
warmwaterbereiding
Voordelig stroomoverschot
De warmtepomp wordt met het stroomoverschot van
het energiebedrijf gebruikt om het tapwater tot de ver-
hoogde gewenste warmwatertemperatuur te verwar-
men.
In het tijdprogramma heeft u periodes ingesteld waarin
de warmwaterbereiding vrijgegeven is. Het energiebe-
drijf mag de warmwaterbereiding ook buiten de inge-
stelde periodes inschakelen.
Om nog meer voordelig stroomoverschot voor de
warmwaterbereiding te gebruiken, kan de normale
warmwatertemperatuur verhoogd worden. U kunt de
waarde voor deze temperatuurverhoging instellen.
Normale warmwatertemperatuur:
50 °C
Verhoging van de warmwatertemperatuur bij gebruik
van eigen stroom:
10 K (10 Kelvin)
Het warme water wordt tot 60 °C opgewarmd. Bij gelijk
warmwaterverbruik verschuift de volgende warmwater-
bereiding met stroom tegen het normale tarief naar
een later tijdstip.
Gratis stroomoverschot
Ongeacht de instellingen in het tijdprogramma wordt
de warmwaterbereiding onmiddellijk gestart.
Het warme water wordt tot de max. mogelijke tempera-
tuur opgewarmd. Deze temperatuur heeft uw installa-
teur ingesteld.
Normale warmwatertemperatuur:
50 °C
Max. temperatuur van uw warmwaterboiler (door uw
installateur ingesteld):
65 °C
Het warme water wordt tot 65 °C opgewarmd. Bij gelijk
warmwaterverbruik verschuift de volgende warmwater-
bereiding met stroom tegen het normale tarief naar
een later tijdstip.
Opmerking
Als u meerdere functies voor Smart Grid vrijgeeft,
hebben de functies voor warmwaterbereiding voor-
rang op de functies voor kamerverwarming.
De gewijzigde gewenste temperaturen hebben voor
de extra elektrische verwarming geen invloed. De
extra elektrische verwarming wordt uitgeschakeld bij
de grenzen, die zonder Smart Grid gelden. In het
voorbeeld bij de normale warmwatertemperatuur
50 °C.
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
101
Gebruik van eigen stroom en van stroomoverschot
uit het net (Smart Grid) zijn geactiveerd
Als het gebruik van eigen stroom en Smart Grid vrijge-
geven en actief zijn, wordt de functie met de grootste
temperatuurstijging of -daling gebruikt.
Veiligheidsklep
Veiligheidsinrichting die door uw CV-installateur in de
koudwaterleiding moet worden gemonteerd. De veilig-
heidsklep opent automatisch, opdat de druk in de
warmwaterboiler niet te hoog wordt.
Ook de CV-circuits en het brinecircuit hebben veilig-
heidskleppen.
Secundaire pomp
De secundaire pomp brengt het verwarmingswater van
de warmtepomp naar de verwarmingsinstallatie, bij
verwarmingsinstallaties met verwarmingswaterbuffer
eerst naar de verwarmingswaterbuffer.
Zonnecircuitpomp
In combinatie met zonne-energiesystemen. De zonnecircuitpomp brengt het afgekoelde warmte-
overdrachtsmedia uit de warmtewisselaar van de
warmwaterboiler naar de zonnecollectoren.
Boilerlaadpomp
Circulatiepomp voor de opwarming van tapwater in de
warmwaterboiler.
Tapwaterfilter
Toestel dat de vaste stoffen aan het tapwater onttrekt.
Het tapwaterfilter is in de koudwaterleiding gemon-
teerd voor de ingang naar de warmwaterboiler of het
doorstroomelement.
Verdamper
De verdamper is een warmtewisselaar, die warmte-
energie naar de warmtepomp overbrengt. Bij lucht/
water-warmtepompen wordt de warmte-energie aan de
toegevoerde lucht overgebracht, bij brine/water-warm-
tepompen de warmte-energie uit de grond.
Bij lucht/water-warmtepompen kan door de afkoeling
van de toegevoerde lucht water condenseren. Dat con-
denswater kan op de verdamper bevriezen. Om dat ijs
te verwijderen, wordt de verdamper automatisch ont-
dooid.
Compressor
De compressor is de centrale module van de warmte-
pomp. Met de compressor wordt het temperatuurni-
veau dat voor de verwarmingswerking wordt vereist,
bereikt.
Bij vermogensgeregelde warmtepompen kan het toe-
rental van de compressor aan het vereiste vermogen
worden aangepast.
In combinatie met een fotovoltaïsche installatie kan de
zelf opgewekte stroom voor de werking van de com-
pressor worden gebruikt.
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
102
Condensor
De condensor is een warmtewisselaar, die de warmte-
energie uit de warmtepomp naar de verwarmingsin-
stallatie overbrengt.
Aanvoertemperatuur
De aanvoertemperatuur is de temperatuur waarmee
het verwarmings- of koelwater een component van de
installatie binnengaat, bijv. verwarmingscircuit.
In de informatieregel in het basismenu wordt de aan-
voertemperatuur weergegeven, waarmee het verwar-
mingswater in de installatie komt, d.w.z. de uittrede-
temperatuur uit de warmtepomp.
Warmtepompcascade
Een warmtepompcascade is een installatie met meer-
dere warmtepompen.
Bij warmtepompcascades heeft elke warmtepomp een
eigen regeling. De regeling en controle van de hele
installatie gebeurt door de regeling van de hoofdwarm-
tepomp.
Weersafhankelijke stookwerking / koelwerking
Zie ”Stookwerking / koelwerking”.
Woningventilatie
Zie ”Gecontroleerde woningventilatie”.
Tijdprogramma
In de tijdprogramma's geeft u aan hoe uw verwar-
mingsinstallatie zich op bepaalde tijdstippen moet
gedragen.
Werkingsstatus
De werkingsstatus geeft aan op welke manier een
component van uw CV-installatie werkt.
Bijv. verschillen de werkingsstatussen voor de kamer-
verwarming door verschillende temperatuurniveaus.
De tijdstippen voor een overgang van modusstatus
legt u in het tijdprogramma vast.
Circulatiepomp
De circulatiepomp pompt het warme water in een ring-
leiding tussen warmwaterboiler en de tappunten
(bijvoorbeeld kraan). Op die manier kunt u aan de tap-
punten heel snel warm water tappen.
Tweetrapswarmtepompen
Tweetrapswarmtepompen hebben 2 compressoren.
Dat verhoogt het totale vermogen.
Beide compressoren kunnen in één warmtepompbe-
huizing gemonteerd zijn of in 2 behuizingen, die naast
elkaar staan.
Bijlage
Verklaring van de begrippen (vervolg)
5817956
103
Door de verwarmingsfunctie laten
invullen
Warmtepomp Vitocal
Type
Lucht/water-warmtepomp =
Lucht/water-warmtepomp met binnen- en buitenunit
Buitenunit 230 V~ =
Buitenunit 400 V~ =
Brine/water-warmtepomp =
Water/water-warmtepomp =
Compacte warmtepomp / =
2-traps warmtepomp / =
Warmtepomp met vermogensregeling / =
Warmtepompcascade =
Installatie-uitrusting
IJsbuffer en zonne-luchtabsorber =
Verwarmingscircuits = VC1
= VC2
= VC3
Koelcircuits
Opmerking
Meerdere koelcircuits zijn enkel bij installaties met verwarmings-/koel-
waterbuffer mogelijk.
Als er meerdere koelcircuits voorhanden zijn, is een afzonderlijk koel-
circuit niet mogelijk.
= VC1
= VC2
= VC3
= SKK
Boiler
Geïntegreerde warmwaterboiler =
Afzonderlijke warmwaterboiler
Met 1 temperatuursensor, bovenaan =
Met 2 temperatuursensoren, bovenaan en onderaan =
Buffer
Verwarmingswaterbuffer =
Verwarmings-/koelwaterbuffer =
Extra elektrische verwarming
Verwarmingswater-doorstroomtoestel =
Elektrisch verwarmingselement (in de warmwaterboiler) =
Externe warmtegenerator, bijv. verwarmingsketel op olie/gas =
Ventilatietoestel
Vitovent 200-C =
Vitovent 200-W =
Vitovent 300-C =
Vitovent 300-F =
Vitovent 300-W =
Zonne-installatie voor de warmwaterbereiding =
Zwembad =
Bijlage
Installatie-uitrusting en functies
5817956
104
Functies
Actieve koeling =
Gebruik van eigen stroom (in combinatie met fotovoltaïsche installatie) =
Geluidsreductie / =
Smart Grid =
Onafhankelijke aansturing =
Betekenis van de symbolen: zie pagina 8.
Instructies inzake afvalverwijdering
Verwijdering van de verpakking
Uw verwarmingsbedrijf zorgt voor de verwijdering van
de verpakking van het Viessmann-product.
NL: Het verpakkingsafval wordt door de installateur
meegenomen/afgevoerd
Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering van de verwarmingsinstallatie
De producten van Viessmann kunnen gerecycleerd
worden. Componenten en bedrijfsstoffen van uw ver-
warmingsinstallatie horen niet thuis in het huisvuil.
Voor een deskundige verwijdering van uw oude instal-
latie neemt u contact op met uw installateur.
Bijlage
Installatie-uitrusting en functies (vervolg)
5817956
105
A
Aanvoertemperatuur................................................ 102
Aanwijzing.................................................................. 17
Blokkering energiebedrijf.........................................65
Opvragen/bevestigen.............................................. 57
Weergave................................................................65
Actieve koeling............................................. 14, 90, 104
Verklaring................................................................ 98
vrijgeven/blokkeren................................................. 41
Actieve koelwerking
Fabrieksinstelling.................................................... 12
Afhankelijk van de kamertemperatuur........................92
Afvoerluchtfilters
Reinigen.................................................................. 68
Afvoerluchtklep...........................................................96
Reinigen.................................................................. 68
Afwezigheid
Kamerverwarming................................................... 13
Woningventilatie......................................................13
Afzonderlijk koelcircuit................................................95
B
Badkamerschakelaar........................................... 10, 46
Basismenu
Normale kamertemperatuur.................................... 18
Weergaven en instellingen......................................17
Werkingsprogramma...............................................18
Wijzigen...................................................................52
Basiswerking.............................................................. 13
Bediening geblokkeerd...............................................66
Bedieningselementen...........................................15, 61
Bedieningsgedeelte....................................................15
Bedieningsinstructies................................................. 16
Bedieningsniveaus..................................................... 16
Bedieningssystematiek.............................................. 19
Bedieningsverloop......................................................19
Bedrijfsdagboek......................................................... 55
Bedrijfsuren................................................................ 55
beëindigen
Spaarwerking verwarmen....................................... 34
Beëindigen
intensieve werking...................................................46
Partywerking........................................................... 33
Spaarwerking ventilatie........................................... 47
Warmwaterbereiding............................................... 38
Behuizing reinigen......................................................68
Beknopte handleiding.................................................16
Bevestigen van meldingen......................................... 57
Blokkeertijd.................................................................65
Blokkeren
Actieve koeling........................................................ 41
Extra elektrische verwarming.................................. 40
Blokkering energiebedrijf
Melding....................................................................65
Verklaring................................................................ 92
Boiler.......................................................................... 67
Boilerlaadpomp........................................................ 101
Brijntemperatuur.........................................................55
Brine/water-warmtepomp........................................... 10
Broeikaspotentieel......................................................82
Buffer............................................................14, 99, 103
Fabrieksinstelling.................................................... 12
Periodes.................................................................. 28
Tijdprogramma........................................................ 28
Werkingsstatus........................................................29
Buitenbedrijfstelling.................................................... 62
Buitenluchtfilter...........................................................77
Buitenluchtfilters
Reinigen.................................................................. 68
Buitenluchttemperatuur.............................................. 45
Buitentemperatuurgrenzen.........................................12
Bypass........................................................... 44, 96, 99
C
Circulatiepomp......................................................... 102
Fabrieksinstelling.............................................. 12, 38
Periodes.................................................................. 38
Tijdprogramma........................................................ 38
Werkingsstatus .......................................................38
Comfort (tips)............................................................. 14
Comfortfunctie intensieve werking............................. 46
Comforttemperatuur................................................... 14
Compressor..............................................................101
Contrast instellen....................................................... 51
Cursortoets.................................................................16
CV-pomp.................................................................... 95
D
Dagtemperatuur......................................................... 18
Datum/tijd
Fabrieksinstelling.................................................... 13
Instellen...................................................................52
Display
contrast instellen..................................................... 51
Helderheid instellen.................................................51
Duur estrikdroging......................................................56
E
Eenmalige warmwaterbereiding.................................14
Inschakelen............................................................. 38
Eerste inbedrijfstelling................................................ 12
Elektrisch verwarmingselement......................... 91, 103
Elektrisch voorverwarmregister..................................97
Energiebalans............................................................ 54
Fotovoltaïsch systeem............................................ 55
Koelen..................................................................... 55
Verwarmen.............................................................. 55
Warm water.............................................................55
energiebedrijf............................................................. 65
Energie besparen (tips)..............................................13
Energiespaarfunctie
Bij korte afwezigheid............................................... 33
Bij lange afwezigheid.............................................. 34
Spaarwerking ventilatie........................................... 47
Spaarwerking verwarmen....................................... 33
Vakantieprogramma.......................................... 34, 47
Enthalpiewarmtewisselaar......................................... 92
Estrikdroging........................................................ 22, 56
Externe besturing....................................................... 60
Externe bijschakeling........................................... 23, 65
Index
Index
5817956
106
Externe warmtegenerator.........................................103
Extern programma............................................... 23, 65
Extra elektrische verwarming............................. 14, 103
Fabrieksinstelling.................................................... 12
Kamerverwarming................................................... 40
Periodes.................................................................. 40
Symbool.................................................................. 16
Tijdprogramma........................................................ 40
Verklaring................................................................ 91
Voor kamerverwarming........................................... 40
Warmwaterbereiding............................................... 40
Werkingsstatus........................................................40
Extra verwarming elektrisch
Verklaring................................................................ 91
Voor kamerverwarming........................................... 40
F
Fabrieksinstelling....................................................... 12
Fabrieksinstelling weer instellen................................ 53
Favoriet verwarmings-/koelcircuit
Instellen...................................................................52
Kamertemperatuur.................................................. 18
Werkingsprogramma...............................................18
Filter........................................................................... 66
Afvoerluchtkleppen..................................................80
Reinigen.................................................................. 73
Reinigen, Vitovent 200-W....................................... 73
Reinigen, Vitovent 300-C........................................ 75
Reinigen, Vitovent 300-W....................................... 78
tapwater................................................................ 101
Tapwater..................................................................67
Ventilatietoestel....................................................... 70
Ventilatietoestel Vitovent 200-C.............................. 70
Ventilatietoestel Vitovent 200-W............................. 72
Ventilatietoestel Vitovent 300-C.............................. 74
Ventilatietoestel Vitovent 300-F...............................76
Ventilatietoestel Vitovent 300-W............................. 77
Vervangen............................................................... 79
Vervangen, Vitovent 200-C............................... 71, 72
Vervangen, Vitovent 200-W.................................... 73
Vervangen, Vitovent 300-C..................................... 75
Vervangen, Vitovent 300-F......................................77
Vervangen, Vitovent 300-W.................................... 78
Filterbox..................................................................... 75
Filters
Keukenafvoerluchtklep............................................69
Reinigen.................................................................. 68
Vervangen............................................................... 68
Fotovoltaïsche installatie......................................13, 49
Functies............................................................103, 104
G
Gebruik.........................................................................8
Gebruik van eigen stroom.................................. 49, 104
Energie besparen....................................................13
Regelstrategie......................................................... 49
Gecontroleerde woningventilatie................................96
Inschakelen............................................................. 43
Geen warm water.......................................................64
Geluiddempende werking.......................................... 14
Periodes.................................................................. 42
Tijdprogramma........................................................ 42
Verklaring................................................................ 92
Werkingsstatus........................................................42
Geluidsniveau............................................................ 14
Gereduceerde kamertemperatuur........................26, 99
Gereduceerde stookwering
Verklaring................................................................ 92
Gewenst verwarmings-/koelcircuit............................. 17
Global Warming Potential...........................................82
H
Handmatige werking (manuele bediening).................59
Helderheid instellen....................................................51
Helpmenu...................................................................16
Helptekst.................................................................... 16
Hydraulisch naverwarmregister..................................97
I
IJsbuffer....................................................................103
Inbedrijfstelling........................................................... 12
Inclinatie
Koellijn.....................................................................30
Stooklijn...................................................................30
Inclinatie/niveau stooklijn/koellijn............................... 93
Indicatie-elementen....................................................61
Indicatie filtervervanging............................................ 81
Informatie
Bedrijfsdagboek...................................................... 55
Opvragen................................................................ 54
Informatieregel........................................................... 17
Ingebruikneming.........................................................62
Inschakelen
Extra elektrische verwarming.................................. 40
Ventilatie..................................................................43
Vorstbescherming................................................... 62
Warmtepomp...........................................................62
Inschakeloptimalisering........................................14, 37
Inspectie.....................................................................67
Installatieruimte.......................................................... 11
Installatie-uitrusting.................................................. 103
Installatie-uitvoering
Externe besturing.................................................... 60
Verklaring................................................................ 90
Warmwaterbereiding............................................... 60
instellen
Inschakeloptimalisering...........................................37
Kamertemperatuur ventilatie................................... 44
Index
Index (vervolg)
5817956
107
Instellen
Actieve koeling........................................................ 41
Contrast...................................................................51
Datum/Tijd............................................................... 52
Extra elektrische verwarming.................................. 40
Favoriet verwarmings-/koelcircuit............................52
Geluiddempende werking....................................... 42
Helderheid...............................................................51
Intensieve werking.................................................. 46
Naam van de verwarmingscircuits.......................... 51
Spaarwerking ventilatie........................................... 47
Spaarwerking verwarmen....................................... 33
Stooklijn/koellijn.......................................................30
Taal..........................................................................52
Temperatuureenheid............................................... 52
Tijdprogramma buffer.............................................. 28
Tijdprogramma circulatiepomp................................38
Tijdprogramma ventilatie.........................................45
Tijdprogramma verwarmen/koelen..........................27
Tijdprogramma warm water.....................................36
Uitschakeloptimalisering......................................... 37
Vakantieprogramma................................................ 47
Warmwatertemperatuur...........................................36
Werkingsprogramma ventilatie................................44
Werkingsprogramma verwarmen/koelen................ 26
Werkingsprogramma warm water........................... 36
Intensieve werking
Beëindigen.............................................................. 46
Instellen...................................................................46
K
Kamers
Te koud....................................................................63
Te warm...................................................................64
Kamertemperatuur............................................... 13, 14
Fabrieksinstelling.................................................... 12
Favoriet verwarmings-/koelcircuit............................18
Gereduceerde......................................................... 99
Instellen, gereduceerde...........................................26
Instellen, normale....................................................26
Normale...................................................................99
Tijdelijk aanpassen..................................................32
Ventilatie..................................................................44
Voor gereduceerde verwarming.............................. 26
Voor normale verwarming....................................... 26
Kamerverwarming
Met extra elektrische verwarming........................... 40
Symbool.................................................................. 16
Kamerverwarming/kamerkoeling
Comfort................................................................... 14
Energie besparen....................................................13
Fabrieksinstelling.................................................... 12
Kamertemperatuur.................................................. 26
Periodes.................................................................. 27
Tijdprogramma........................................................ 27
Uitschakelen............................................................31
Werkingsprogramma.........................................21, 26
Keukenafvoerluchtklep...............................................69
Koelcircuit
Benoemen...............................................................51
Informatie................................................................ 54
Symbolen................................................................ 16
Verklaring................................................................ 95
Koelen
Comfort................................................................... 14
Energie besparen....................................................13
Fabrieksinstelling.................................................... 12
Werkingsstatus........................................................27
Koelfunctie........................................................... 41, 98
Koelgrens................................................................... 95
Koeling....................................................................... 14
active cooling.......................................................... 90
Active cooling.......................................................... 41
Lucht/water-warmtepompen....................................67
Koellijn..................................................................13, 14
Inclinatie /niveau..................................................... 30
Instellen...................................................................30
Wijzigen...................................................................30
Koellijn/stooklijn..........................................................93
Koelmiddel................................................................. 82
Koelwerking................................................................99
Verklaring................................................................ 92
Kooldioxideconcentratie............................................. 97
Korte handleiding....................................................... 15
Koude kamers............................................................ 63
Kyoto-protocol............................................................ 82
L
Leidingsysteem.......................................................... 96
Lucht/water-warmtepomp.............................................9
Geluiddempende werking....................................... 14
Met gescheiden binnen-/buitenunit........................... 9
Luchtafvoerfilter..........................................................77
Luchtdebiet.................................................................97
Luchtuitwisseling........................................................ 11
Luchtvochtigheid........................................................ 97
M
Manuele bediening (handmatige werking)................. 59
Max. aanvoertemperatuur koelen.............................. 30
Max. aanvoertemperatuur verwarmen....................... 27
Max. Aanvoertemperatuur verwarmen.......................29
Melding
Aanwijzing/waarschuwing/storing........................... 57
Blokkering energiebedrijf.........................................65
Symbolen................................................................ 17
Mengklep....................................................................99
Menu
Basismenu.............................................................. 17
Help.........................................................................16
Structuur..................................................................82
Uitgebreid menu......................................................18
Menutaal instellen...................................................... 52
Min. aanvoertemperatuur koelen............................... 27
N
Naam van de verwarmingscircuits............................. 51
natural cooling............................................................98
Index
Index (vervolg)
5817956
108
Naverwarmregister.....................................................97
Netschakelaar............................................................ 62
Netspanning............................................................... 62
Niveau
Koellijn.....................................................................30
Stooklijn...................................................................30
Normale kamertemperatuur................................. 26, 99
Favoriet verwarmings-/koelcircuit............................18
Normale stookwerking/koelwerking............................92
Normale verwarming.................................................. 12
Normale warmwatertemperatuur................................36
O
Omgevingstemperaturen............................................11
Onderhoud................................................................. 67
Verwarmingsinstallatie............................................ 67
Warmwaterboiler..................................................... 67
Onderhoudscontract...................................................67
Onderhoudsindicatie filter.......................................... 81
Onevenwicht.............................................................. 90
Ontdooifuncties.......................................................... 97
Opmerking
Oproepen................................................................ 58
Opvraging
Aanwijzing, waarschuwing, storingsmelding........... 57
Bedrijfsdagboek...................................................... 55
Estrikdroging........................................................... 56
Werkingstoestanden, temperaturen, Informatie...... 54
Opwarming toevoerlucht............................................ 11
P
Partywerking.............................................................. 14
Beëindigen.............................................................. 33
Symbool.................................................................. 16
Passiefhuis..................................................... 10, 11, 97
Passief huis................................................................66
Periodes..................................................................... 24
Buffer.......................................................................28
Circulatiepomp........................................................ 38
Extra elektrische verwarming.................................. 40
Geluiddempende werking....................................... 42
Kamerverwarming/kamerkoeling.............................27
Ventilatie..................................................................45
Warmwaterbereiding............................................... 36
Periode wissen...........................................................25
Pomp
Boilerverwarming.................................................. 101
circulatie................................................................ 102
CV-circuit.................................................................95
Secundair circuit....................................................101
zonnecircuit........................................................... 101
Productinformatie......................................................... 9
R
Regeling openen........................................................ 15
Regelstrategie gebruik van eigen stroom...................49
Reiniging
Bedieningseenheid..................................................67
Behuizing................................................................ 68
Brine/water-warmtepompen.................................... 67
Filters...................................................................... 68
Keukenafvoerluchtklep............................................69
Lucht/water-warmtepompen met kunststof opper-
vlak..........................................................................67
Toevoerlucht-/afvoerluchtkleppen........................... 68
Verwarmingsinstallatie............................................ 67
Woningventilatiesysteem........................................ 68
Reset..........................................................................53
Resterende duur estrikdroging...................................56
Retourtemperatuur..................................................... 99
S
Screensaver......................................................... 16, 19
Secundaire pomp..................................................... 101
Smart Grid............................................13, 50, 100, 104
Soorten toestellen........................................................ 8
Spaarwerking............................................................. 13
Beëindigen, ventilatie.............................................. 47
Beëindigen, verwarmen.......................................... 34
Symbool.................................................................. 16
Ventilatie..................................................................47
Verwarmen.............................................................. 33
Specialeinstallatie-uitvoeringen..................................60
Stofafzettingen..... 44, 68, 69, 70, 72, 74, 76, 77, 80, 81
Stooklijn................................................................13, 14
Inclinatie /niveau..................................................... 30
Instellen...................................................................30
Wijzigen...................................................................30
Stooklijn/koellijn..........................................................93
Stookwater-doorstroomtoestel
verklaring.................................................................95
Stookwerking..............................................................99
Verklaring................................................................ 92
Storing
Oproepen................................................................ 58
Opvragen/bevestigen.............................................. 57
Verhelpen................................................................ 63
Weergave................................................................65
Storingsmelding......................................................... 17
Stroomoverschot.................................................. 13, 50
Stroomuitval............................................................... 13
Symbolen..................................................................... 8
Algemeen................................................................ 16
Ventilatie..................................................................17
Verwarmings-/koelcircuit......................................... 16
werkingsprogramma................................................21
T
Taal instellen.............................................................. 52
Tapwaterfilter............................................................101
Temperatuur
Instellen...................................................................26
Normale kamertemperatuur.................................... 18
Opvragen................................................................ 54
Ventilatie..................................................................44
Warm water.............................................................36
Index
Index (vervolg)
5817956
109
Temperatuureenheid.................................................. 52
Temperatuurgrenzen
Brine/water-warmtepompen.................................... 12
Water/water-warmtepompen................................... 12
Tijd/datum
Fabrieksinstelling.................................................... 13
Instellen...................................................................52
Tijdprogramma............................................. 13, 14, 102
Buffer...........................................................14, 28, 29
Circulatiepomp........................................................ 38
Extra elektrische verwarming.................................. 40
Geluiddempende werking....................................... 42
Instellen.............................................................23, 25
Kamerverwarming/kamerkoeling.............................27
Ventilatie..................................................................45
Verwarmings-/koelcircuits....................................... 14
Warmwaterbereiding............................................... 36
Tijdprogramma warmwaterbereiding
Warm water.............................................................14
Tips
Comfort................................................................... 14
Energie besparen....................................................13
Toestand bij levering.................................................. 12
Toetsen.......................................................................16
Toevoerluchtklep........................................................ 96
Reinigen.................................................................. 68
Toevoerluchtverwarming...................................... 43, 97
U
Uitgebreid menu.........................................................18
Uitschakelen
Actieve koeling........................................................ 41
Extra elektrische verwarming.................................. 40
Geluiddempende werking....................................... 42
Intensieve werking.................................................. 46
Kamerverwarming/kamerkoeling.............................31
Partywerking........................................................... 33
Spaarwerking ventilatie........................................... 47
Spaarwerking verwarmen....................................... 34
Vakantieprogramma.......................................... 35, 48
Ventilatie..................................................................43
Warmtepomp...........................................................62
Warmwaterbereiding............................................... 38
Uitschakeloptimalisering...................................... 14, 37
Uitschakelwerking...................................................... 13
Kamerverwarming/kamerkoeling, warm water........ 62
Kamerverwarming/kamerkoeling uitschakelen........31
Warmwaterbereiding uitschakelen.......................... 38
werkingsprogramma................................................22
Werkingsprogramma...............................................22
V
Vakantie............................................................... 13, 34
Ventilatie..................................................................13
Vakantieprogramma............................................. 13, 23
Afbreken/wissen................................................35, 48
Inschakelen....................................................... 34, 47
Wijzigen.............................................................35, 48
Veiligheidsklep......................................................... 101
Ventilatie.....................................................................96
Comfort................................................................... 14
Energie besparen....................................................13
Fabrieksinstelling.................................................... 13
Informatie................................................................ 54
Inschakelen............................................................. 43
Kamertemperatuur.................................................. 44
Met warmterecuperatie........................................... 96
Minimumtemperatuur instellen................................ 45
Periodes.................................................................. 45
Reinigen.................................................................. 68
Symbolen................................................................ 17
Tijdprogramma........................................................ 45
Werkingsprincipe.....................................................96
werkingsprogramma................................................22
Werkingsprogramma Instellen................................ 44
Werkingsstatus........................................................45
Zonder warmterecuperatie................................ 44, 96
Ventilatieniveau
Tijdelijk verhogen.................................................... 46
Ventilatietoestel................................ 10, 11, 96, 97, 103
Openen....................................................... 73, 76, 78
Ventilatietrap.............................................................. 97
Ventilatieverwarmingscircuit........................... 11, 43, 97
Verhoogde warmwatertemperatuur............................36
Verklaring van de begrippen...................................... 89
Verwarmen
Comfort................................................................... 14
Energie besparen....................................................13
Fabrieksinstelling.................................................... 12
Werkingsstatus........................................................27
Verwarming
Gereduceerde......................................................... 26
Normale...................................................................26
Verwarmings-/koelwaterbuffer............................28, 103
Verwarmingscircuit
Benoemen...............................................................51
Informatie................................................................ 54
Symbolen................................................................ 16
Verklaring................................................................ 95
Verwarmingsgedrag wijzigen..................................... 30
Verwarmingsinstallatie
Onderhouden.......................................................... 67
Reinigen.................................................................. 67
Verwarmingswaterbuffer........................ 28, 95, 96, 103
Verwarmingswater-doorstroomtoestel................91, 103
Voor kamerverwarming........................................... 40
Voor warmwaterbereiding....................................... 40
Vitovent 200-C........................................................... 10
Filter vervangen...................................................... 70
Vitovent 200-W...........................................................10
Filter vervangen...................................................... 72
Vitovent 300-C............................................................11
Filter vervangen...................................................... 74
Vitovent 300-F............................................................ 11
Filter vervangen...................................................... 76
Vitovent 300-W...........................................................11
Filter vervangen...................................................... 77
Vloerverwarming........................................................ 92
Voorinstelling..............................................................12
Index
Index (vervolg)
5817956
110
Vorstbescherming................................................ 31, 62
Fabrieksinstelling.................................................... 13
Werkingsprogramma...............................................22
Vorstbeschermingsbewaking..................................... 38
Vorstbeschermingsfuncties........................................ 97
Vrijgave
Actieve koeling........................................................ 41
Extra elektrische verwarming.................................. 40
W
Waarschuwing............................................................17
Oproepen................................................................ 58
Opvragen/bevestigen.............................................. 57
Weergave................................................................65
Warmtepomp
Inschakelen............................................................. 62
Symbool.................................................................. 16
Uitschakelen............................................................62
Warmtepompregeling
Bedienen................................................................. 15
Openen................................................................... 15
Warmtepompregeling bedienen................................. 15
Warmtepomptypes....................................................... 9
warmterecuperatie..................................................... 96
Warmterecuperatie.....................................................96
Warmtewisselaar........................................................97
Warmwaterbereiding
Buiten het tijdprogramma........................................ 38
Comfort................................................................... 14
Eenmalig................................................................. 14
Energie besparen....................................................13
Fabrieksinstelling.................................................... 12
Informatie................................................................ 54
Met extra elektrische verwarming........................... 40
Periodes.................................................................. 36
Tijdprogramma........................................................ 36
Uitschakelen............................................................38
Werkingsprogramma.........................................21, 36
Werkingsstatus .......................................................37
Warmwaterboiler...................................................... 103
Warmwatertemperatuur
Instellen...................................................................36
Normale...................................................................36
Verhoogde ..............................................................36
Water
Te heet.................................................................... 65
te koud.................................................................... 64
Water/water-warmtepomp.......................................... 10
Weekdeel................................................................... 24
Weergave
Aanwijzing............................................................... 65
Bediening geblokkeerd............................................66
Blokkering energiebedrijf.........................................65
Filter controleren..................................................... 66
Storing.....................................................................65
Waarschuwing.........................................................65
Weersafhankelijke stookwerking/koelwerking............93
Werkingsmodus
verklaring.................................................................90
Werkingsprincipe van het ventilatietoestel................. 96
Werkingsprogramma..................................................16
Bijzondere............................................................... 22
Favoriet verwarmings-/koelcircuit............................18
Functies...................................................................21
Instellen, uitschakelwerking verwarmen/koelen...... 62
Instellen, ventilatie...................................................44
Instellen, verwarmen/koelen................................... 26
Instellen, warm water.............................................. 36
symbolen.................................................................21
ventilatie.................................................................. 22
Verklaring................................................................ 90
Verwarmen/koelen, warm water..............................21
Vorstbescherming................................................... 22
Werkingsstatus...................................................24, 102
Buffer.......................................................................29
Circulatiepomp........................................................ 38
Extra elektrische verwarming.................................. 40
Geluiddempende werking....................................... 42
Ventilatie..................................................................45
Verwarmen/koelen.................................................. 27
Warmwaterbereiding............................................... 37
Werkingstoestanden opvragen.................................. 54
Winter-/zomertijdomschakeling.................................. 13
Woningventilatie...................................................14, 43
Energie besparen....................................................13
Symbolen................................................................ 17
Woningventilatiesysteem..................................... 10, 96
Woordenlijst................................................................89
Z
Zomer-/wintertijdomschakeling.................................. 13
Zonnecircuitpomp...............................................16, 101
Zonne-energie
Informatie................................................................ 54
Zonne-energieopbrengst............................................54
Zonne-installatie.......................................................103
Zonne-luchtabsorber................................................ 103
Zwembad................................................................. 103
Index
Index (vervolg)
5817956
111
5817956
112
Uw contactpersoon
Voor vragen, onderhoud of reparatie van uw installatie neemt u contact op met uw installateur. Installateurs in uw
buurt vindt u bijv. op het internet op www.viessmann.nl
Viessmann Nederland B.V.
Postbus 322
2900 AH Capelle a/d IJssel
Tel. : 010-458 44 44
Fax : 010-458 70 72
e-mail : info-nl@viessmann.com
www.viessmann.com
5817956 Technische wijzigingen voorbehouden.
82

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Viessmann VITOTRONIC 200 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Viessmann VITOTRONIC 200 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3.89 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Viessmann VITOTRONIC 200

Viessmann VITOTRONIC 200 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 112 pagina's

Viessmann VITOTRONIC 200 Gebruiksaanwijzing - English - 112 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info