558347
15
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/148
Pagina verder
Montage- en
servicehandleiding
voor de vakman
VIESMANN
Elektronische temperatuurverschilregeling
Vitosolic 200
type SD4
Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina
VITOSOLIC 200
5608 612 NL 1/2012
Bewaren a.u.b.!
2
Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van licha-
melijk letsel en materiële schade.
Toelichting bij veiligheidsvoorschrif-
ten
Gevaar
Dit teken waarschuwt voor per-
soonlijk letsel.
!
Opgelet
Dit teken waarschuwt voor mate-
riële schade en schade aan het
milieu.
Opmerking
Gegevens met het woord "Opmerking"
bevatten aanvullende informatie.
Doelgroep
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld
voor erkende installateurs.
Elektrische werkzaamheden mogen
alleen door elektromonteurs worden
uitgevoerd.
De eerste inbedrijfstelling moet door
de installateur van de installatie of een
door hem aangewezen vakman
plaatsvinden.
Voorschriften
Respecteer bij de werkzaamheden
de nationale installatievoorschriften,
de ARBO voorschriften,
de wettelijke voorschriften inzake
milieubescherming.
EN, NEN, VEWIN voorschriften, het
bouwbesluit en eventuele lokale
voorschriften.
Werkzaamheden aan de installatie
Installatie spanningsvrij schakelen
(bijv. met de afzonderlijke zekering of
een hoofdschakelaar) en op aanwe-
zige spanning controleren.
Installatie tegen opnieuw inschakelen
beveiligen.
!
Opgelet
Door elektrostatische ontlading
kunnen elektronische modules
beschadigd worden.
Voorafgaand aan de werkzaam-
heden moet u geaarde objecten
(bijvoorbeeld verwarmings- of
waterleidingen) aanraken om de
statische lading te laten
afvloeien.
Reparatiewerkzaamheden
!
Opgelet
De reparatie van onderdelen met
een veiligheidstechnische functie
brengt de veilige werking van de
installatie in gevaar.
Defecte onderdelen moeten door
originele onderdelen van
Viessmann worden vervangen.
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsinstructies
5608 612 NL
3
Extra componenten, reserveonderde-
len en slijtende onderdelen
!
Opgelet
Reserveonderdelen en slijtende
onderdelen die niet met de instal-
latie zijn getest, kunnen de wer-
king nadelig beïnvloeden. De
montage van componenten die
niet zijn toegestaan evenals de
wijziging en ombouw zonder toe-
stemming kan de veilige werking
nadelig beïnvloeden en de
garantie beperken.
Bij vervanging uitsluitend origi-
nele onderdelen van Viessmann
of door Viessmann goedge-
keurde onderdelen gebruiken.
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsinstructies
(vervolg)
5608 612 NL
4
Montagehandleiding
Installatievoorbeelden
Algemene aanwijzingen....................................................................................... 6
Keurmerken in de installatievoorbeelden............................................................. 7
Installatievoorbeeld 1, ID: 4605156_1101_03...................................................... 8
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605157_1101_02...................................................... 13
Installatievoorbeeld 3, ID: 4605158_1101_03...................................................... 17
Installatievoorbeeld 4, ID: 4605159_1001_01...................................................... 24
Installatievoorbeeld 5, ID: 4605161_1102_02...................................................... 28
Installatievoorbeeld 6, ID: 4605162_1102_02...................................................... 33
Installatievoorbeeld 7, ID: 4605163_1102_02...................................................... 37
Installatievoorbeeld 8, ID: 4605164_1102_02...................................................... 42
Montageverloop
Solarregeling monteren........................................................................................ 48
Overzicht van de elektrische aansluitingen.......................................................... 49
Pompen................................................................................................................ 50
Veiligheidstemperatuurbegrenzer........................................................................ 52
Meldinrichting groepsalarm.................................................................................. 54
Sensoren.............................................................................................................. 54
Solarcel................................................................................................................ 57
Netaansluiting....................................................................................................... 58
Servicehandleiding
Inbedrijfstelling
Netspanning inschakelen..................................................................................... 60
Navigatie in het menu........................................................................................... 60
Bedieningscode invoeren..................................................................................... 61
Taal instellen........................................................................................................ 62
Tijd en datum instellen......................................................................................... 63
Scherm instellen................................................................................................... 63
Parameters instellen............................................................................................. 64
Parameter terugzetten in de toestand bij levering................................................ 65
Systeem en hydraulisch type instellen................................................................. 65
Zonneverwarming van de verbruikers.................................................................. 84
Pomptype instellen............................................................................................... 87
Toerentalregeling activeren.................................................................................. 87
Solar-opties instellen............................................................................................ 89
Installatieopties instellen...................................................................................... 101
Warmtebalancering.............................................................................................. 108
SD-kaart............................................................................................................... 112
Relaistest uitvoeren (actoren controleren)........................................................... 116
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
5608 612 NL
5
Service-instellingen en -opvragingen
Indicatie van meldingen activeren ....................................................................... 117
Temperaturen en bedrijfstoestanden opvragen................................................... 117
Balanswaarden opvragen..................................................................................... 118
Warmtehoeveelheden en temperaturen opvragen............................................... 119
Meldingen opvragen............................................................................................. 119
Storingen oplossen
Storingsmeldingen................................................................................................ 120
Sensoren controleren........................................................................................... 124
Relais (actoren) controleren................................................................................. 124
Zekering vervangen.............................................................................................. 125
Onderdelenlijst................................................................................................... 126
Technische gegevens........................................................................................ 127
Overzicht van de menustructuur...................................................................... 128
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Solar”............................................................................................... 129
Hoofdmenu ”Installatie”........................................................................................ 136
Hoofdmenu ”WMZ” (warmtehoeveelheidsmeter)................................................. 140
Hoofdmenu ”SD-kaart”......................................................................................... 141
Hoofdmenu ”Expert”............................................................................................. 141
Elektronicaprintplaten....................................................................................... 144
Verklaringen
Conformiteitsverklaring......................................................................................... 145
Index.................................................................................................................... 146
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
(vervolg)
5608 612 NL
6
Bescherming tegen brandwonden
Gevaar
Afhankelijk van de installatiecon-
figuratie kunnen warmwatertem-
peraturen van meer dan 60 °C
voorkomen. Warm water met
temperaturen boven 60 °C ver-
oorzaakt verbrandingen.
Om de temperatuur op 60 ºC te
begrenzen, moet u een mengin-
richting installeren, bijvoorbeeld
een thermostatische mengauto-
maat (accessoire). Als bescher-
ming tegen brandwonden op het
tappunt, monteert u een mengar-
matuur.
Equipotentiaalverbinding / bliksembeveiliging van de solarin-
stallatie
Het leidingsysteem van het solarcircuit
moet in het onderste deel van het
gebouw elektrisch geleidend worden
aangesloten conform de NEN-voor-
schriften.
De aansluiting van de collectorinstallatie
op een bestaande of nieuwe bliksembe-
veiligingsinstallatie of het maken van
een plaatselijke equipotentiaalverbin-
ding mag alleen door bevoegde vakmen-
sen en met inachtneming van de plaat-
selijke omstandigheden worden uitge-
voerd.
Extra functie voor de tapwaterverwarming
Functiebeschrijving zie pagina 101.
Volgens VEWIN moet de gehele water-
inhoud op 60 °C worden gehouden en
moeten voorverwarmtrappen dagelijks
eenmaal tot 60 °C worden verwarmd.
Installaties met een boilerinhoud gro-
ter dan 400 liter, inclusief tapwater-
voorverwarmtrappen
Installaties met een leidinginhoud van
meer dan 3 l van de warmwaterboiler
tot het aftappunt
Wij adviseren verwarming in de late mid-
daguren. Daarmee kan worden gega-
randeerd dat het onderste boilerge-
deelte respectievelijk de voorverwarm-
trap door de verwachte afname ('s
avonds en de volgende morgen) weer
koud is en zo weer met zonne-energie
kan worden verwarmd.
Opmerking
In een- en meergezinswoningen advise-
ren wij deze verwarming, maar is niet
absoluut voorgeschreven.
Installatievoorbeelden
Algemene aanwijzingen
5608 612 NL
7
2/52M2
2/28
2/5
2/5Sol
26/S2
2/1
X2
2/52M1
2/21
qE
3
4
1
eE
rR
qQ
qR
qW
8
9
2/21
qE
21
28
50
20M1
52M1
52M2
(5Sol)
(6)
40
145
20M2,24
1
5
2M1
2M2
2
M M
2
21
28
50
20M1
2M1
40
145
20M2,24
1
5
2/5
qQ
Installatievoorbeelden
Keurmerken in de installatievoorbeelden
5608 612 NL
Montage
8
Tapwaterverwarming met bivalente warmwaterboiler en onder-
steuning van de ruimteverwarming met verwarmingswaterbuffer
Hydraulisch installatieschema
--36/S2--
---36/R1--
--36/R5--
--36/S1--
--R1--
--KM-bus--
KW
WW
--
13
3
11
12
15
14
33
31
30
36
35
10
34
32
--R4--
--R5--
--R6--
--230 V--
--S1--
--S2--
--S4--
--S5--
--S6--
--36/R4--
-36/R1-
1
2
41
46
4
--36/S6--
45
43
44
--36/S5--
--36/S4--
--36/R4--
--36/R6--
40
--
Retour
Aanvoer
Opmerking
Dit schema is een voorbeeld zonder afsluit- en veiligheidsvoorzieningen. Het ver-
vangt niet de vakkundige planning ter plaatse.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 1, ID: 4605156_1101_03
5608 612 NL
9
Benodigde apparaten
Pos. Aanduiding
1
Olie-/gasketel of wandtoestel
op
2
ketel- en CV-circuitregeling
3
Boilertemperatuursensor STS
4
Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB
(bij wandtoestel op olie/gas voor de aansluiting eventueel interne/externe uit-
breiding nodig)
Tapwateropwarming met zonne-energie
qP
Warmwaterboiler, bivalent
qQ
Boilertemperatuursensor S2 (SOL)
qW
Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB
qE
Tapwatercirculatiepomp ZP
qR
Thermostatische mengautomaat
qT
Circulatiepomp R5 (omlading)
eP
Zonnecollectoren
eQ
Collectortemperatuursensor S1 (KOL)
eW
Solar-Divicon
eE
Solarcircuitpomp R1 UP
eZ
Vitosolic 200
eU
Aftakdoos
eI
Netschakelaar (door de installateur te verzorgen)
Ruimteverwarming met zonne-energie
rP
CV-waterbuffer
eR
Solar-pompleiding
eT
Solarcircuitpomp voor de bufferverwarming R4 UP
rQ
Temperatuursensor S4 (verwarmingswaterbuffer), verwarming
rE
Temperatuursensor S5 (verwarmingswaterbuffer), ontlading
rR
Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB
rT
Retourtemperatuursensor S6 (CV-circuit)
rZ
3-weg-omschakelklep R6 UV
Accessoires
uQ
Solarcel
uW
Uitbreidingsset warmtehoeveelheidsmeter (volumemeting)
uE
Grote weergave
Zie schema CV-ketel voor accessoires ketel en CV-circuit.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 1, ID: 4605156_1101_03
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
10
Elektrisch installatieschema
230 V / 50 Hz
S4
L
N
STB
R5
N
R1
N
230 V / 50 Hz
M
1~
36
145
37
41
15
12
33
Laagspanning
STB
R4
N
37
44
35
S1
COL
31
38
R6
N
M
1~
46
R3
N
R2
N
S2
SOL
11
S3
S5
43
S6
45
71
S12
.
.
.
CS10
72
Imp 1
72
Imp 2
73
V-bus
KM-bus
SD4
UP
UP
UV
S4
S5
S6
M
1~
M
1~
Vereiste instellingen op de solarregeling
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
Bedieningscode 0000 0200
Solar-opties
Systeem (zie pagina 71) 1 3
Hyd. type (zie pagina 71) 1 2
Solar-instelwaarden
Twwgew (gewenste buffertemperatuur) 60 °C
Tww2gew (gewenste buffertemperatuur) 60 °C
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 1, ID: 4605156_1101_03
(vervolg)
5608 612 NL
11
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
ΔTaan (inschakel-temperatuurverschil voor solar-
circuitpomp R1
eE
)
8,0 K
ΔTuit (uitschakel-temperatuurverschil voor solar-
circuitpomp R1
eE
)
4,0 K
ΔT2aan (inschakel-temperatuurverschil voor
solarcircuitpomp voor de bufferverwarming R4
eT
)
8,K
ΔT2uit (uitschakel-temperatuurverschil voor
solarcircuitpomp voor de bufferverwarming R4
eT
)
4,0 K
Voorrang ww1 1
Voorrang ww2 2
Solar-expert
t-st (pendelpauzetijd) 2 min
t-cir (pendellaaddtijd) 15 min
ΔT-col (stijging collectortemperatuur) 2 K
Installatieopties
Extra fct.
(Extra functie voor de tapwaterverwarming, wan-
neer de circulatiepomp is aangesloten)
Nee Ja
ΔT-Fct6 (ΔT-functie voor aansturing van de 3-
weg-omschakelklep R6
rZ
, functieblok 2, zie
pagina 104)
Nee Ja
Installatie-instelwaarden
ΔT6aan (inschakel-temperatuurverschil voor R6) 5,0 K
ΔT6uit (uitschakel-temperatuurverschil voor R6) 3,0 K
Voor de toerentalregeling van de pom-
pen zie pagina 87.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 1, ID: 4605156_1101_03
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
12
In combinatie met wandtoestel op olie/gas
Vereiste coderingen op de ketel- en CV-circuitregeling
Codering Groep Functie
Installatie zonder tapwatercirculatiepomp:
39:2 ”Algemeen” Vitodens 300 met Vitotronic 200, type HO1C:
De circulatiepomp voor boilerverwarming 4 is
aangesloten op uitgang
sK
op de basisprint-
plaat van de regeling.
53:3 ”Algemeen” De circulatiepomp voor de boilerverwarming
4
is aangesloten op uitgang
sK
van de
interne uitbreiding H1 of H2.
5b:1 ”Warm water” Interne omschakelklep zonder functie (warmwa-
terboiler achter de open-verdeler/verzamelaar
aangesloten).
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 1, ID: 4605156_1101_03
(vervolg)
5608 612 NL
13
Tapwaterverwarming met twee monovalente warmwaterboilers
Hydraulisch installatieschema
--36/S2--
--36/S5--
----36/R1--
--36/R5;R6--
--36/S1--
--R1--
--KM-bus--
KW
WW
--
13
16
11
12
15
14
33
31
30
36
1
2
4
--36/S6--
17
3
10 18
32
--R5--
--R6--
--230 V--
--S1--
--S2--
--S5--
--S6--
-36/R1-
1
2
Retour
Aanvoer
Opmerking
Dit schema is een voorbeeld zonder afsluit- en veiligheidsvoorzieningen. Het ver-
vangt niet de vakkundige planning ter plaatse.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605157_1101_02
5608 612 NL
Montage
14
Benodigde apparaten
Pos. Aanduiding
1
Olie-/gasketel of wandtoestel
op
2
ketel- en CV-circuitregeling
3
Boilertemperatuursensor STS
4
Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB
(bij wandtoestel ingebouwd)
Tapwateropwarming met zonne-energie
qI
Warmwaterboiler 2, monovalent
qP
Warmwaterboiler 1, monovalent
qQ
Boilertemperatuursensor S2 (SOL)
qW
Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB
qE
Tapwatercirculatiepomp ZP
(bij wandtoestel op olie/gas voor de aansluiting eventueel interne/externe uit-
breiding nodig)
qR
Thermostatische mengautomaat
eP
Zonnecollectoren
eQ
Collectortemperatuursensor S1 (KOL)
eW
Solar-Divicon
eE
Solarcircuitpomp R1 UP
eZ
Vitosolic 200
eU
Aftakdoos
eI
Netschakelaar (door de installateur te verzorgen)
Circulatie-omschakeling
qT
Circulatiepomp R5/R6 (omlading)
qZ
Temperatuursensor S5 (warmwaterboiler 1)
qU
Temperatuursensor S6 (warmwaterboiler 2)
Accessoires
uQ
Solarcel
uW
Uitbreidingsset warmtehoeveelheidsmeter (volumemeting)
uE
Grote weergave
Zie schema CV-ketel voor accessoires ketel en CV-circuit.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605157_1101_02
(vervolg)
5608 612 NL
15
Elektrisch installatieschema
230 V / 50 Hz
S4
L
N
STB
R5
N
R1
N
230 V / 50 Hz
M
1~
36
145
37
15
12
33
Laagspanning
R4
N
S1
COL
31
38
R6
N
R3
N
R2
N
S2
SOL
11
S3
S5
16
S6
17
71
S12
.
.
.
CS10
72
Imp 1
72
Imp 2
73
V-bus
KM-bus
A
SD4
UP
S5
S6
M
1~
A
Brug tussen R5 en R6 plaatsen.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605157_1101_02
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
16
Vereiste instellingen op de solarregeling
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
Bedieningscode 0000 0200
Solar-opties
Systeem (zie pagina 67) 1 1
Solar-instelwaarden
Twwgew (gewenste buffertemperatuur) 60 °C
ΔTaan (inschakel-temperatuurverschil voor solar-
circuitpomp R1
eE
)
8,0 K
ΔTuit (uitschakel-temperatuurverschil voor solar-
circuitpomp R1
eE
)
4,0 K
Installatieopties
Extra fct.
(Extra functie voor de tapwaterverwarming, wan-
neer de circulatiepomp is aangesloten)
Nee Ja
ΔT-Fct6 (ΔT-functie voor het schakelen van de
circulatiepomp R6
qT
, functieblok 2, zie
pagina 104)
Nee Ja
Installatie-instelwaarden
ΔT6aan (inschakel-temperatuurverschil voor R6) 5,0 K
ΔT6uit (uitschakel-temperatuurverschil voor R6) 3,0 K
Voor de toerentalregeling van de pom-
pen zie pagina 87.
In combinatie met wandtoestel op olie/gas
Vereiste coderingen op de ketel- en CV-circuitregeling
Codering Groep Functie
Installatie zonder tapwatercirculatiepomp:
39:2 ”Algemeen” Vitodens 300 met Vitotronic 200, type HO1C:
De circulatiepomp voor boilerverwarming 4 is
aangesloten op uitgang
sK
op de basisprint-
plaat van de regeling.
53:3 ”Algemeen” De circulatiepomp voor de boilerverwarming
4
is aangesloten op uitgang
sK
van de
interne uitbreiding H1 of H2.
5b:1 ”Warm water” Interne omschakelklep zonder functie (warmwa-
terboiler achter de open-verdeler/verzamelaar
aangesloten).
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605157_1101_02
(vervolg)
5608 612 NL
17
Verwarming tapwater en zwembadwater met bivalente warmwa-
terboiler
Hydraulisch installatieschema
--36/S2--
---36/R1--
--36/R5--
--36/S1--
--R1--
--KM-bus--
KW
WW
--
13
3
11
12
15
14
33
31
30
36
35
1
2
4
10
34
32
--R3--
--R4--
--R5--
--R6--
--230 V--
--S1--
--S2--
--S3--
--S4--
--S5--
-36/R1-
--36/S4--
50
52
54
51
53
--36/S3--
55
--36/S5--
58
57
56
59
60
--36/R4--
---
--36/R3--
--36/R6--
1
2
Retour
Aanvoer
Opmerking
Dit schema is een voorbeeld zonder afsluit- en veiligheidsvoorzieningen. Het ver-
vangt niet de vakkundige planning ter plaatse.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 3, ID: 4605158_1101_03
5608 612 NL
Montage
18
Benodigde apparaten
Pos. Aanduiding
1
Olie-/gasketel of wandtoestel
op
2
ketel- en CV-circuitregeling
3
Boilertemperatuursensor STS
4
Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB
(bij wandtoestel ingebouwd)
Tapwateropwarming met zonne-energie
qP
Warmwaterboiler, bivalent
qQ
Boilertemperatuursensor S2 (SOL)
qW
Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB
qE
Tapwatercirculatiepomp ZP
(bij wandtoestel op olie/gas voor de aansluiting eventueel interne/externe uit-
breiding nodig)
qR
Thermostatische mengautomaat
qT
Circulatiepomp R5 (omlading)
eP
Zonnecollectoren
eQ
Collectortemperatuursensor S1 (KOL)
eW
Solar-Divicon
eE
Solarcircuitpomp R1 UP
eZ
Vitosolic 200
eU
Aftakdoos
eI
Netschakelaar (door de installateur te verzorgen)
Verwarming zwembadwater met zonne-energie
tP
Zwembad
tQ
Warmtewisselaar 1
tW
Temperatuursensor S4 (zwembad)
tT
Temperatuursensor S3 (warmtewisselaar 1)
eR
Solar-pompleiding
eT
Solarcircuitpomp voor de verwarming zwembadwater R4
tE
Circulatiepomp voor de verwarming zwembadwater R3
tR
Temperatuurbewaker (maximumbegrenzing)
eO
Hulprelais
Verwarming zwembadwater met olie-/gasketel
tZ
Warmtewisselaar 2
tU
Temperatuursensor S5 (warmtewisselaar 2)
tO
Temperatuurbewaker (maximumbegrenzing)
zP
Circulatiepomp voor de verwarming zwembadwater R6 (naverwarming)
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 3, ID: 4605158_1101_03
(vervolg)
5608 612 NL
19
Pos. Aanduiding
zQ
Uitbreiding EA1
(in combinatie met Vitotronic 100, type KC2B, KC4B en Vitotronic 200,
type KO2B, KO4B, KW6B voor verwarmingsketel met tweetrapsbrander of
modulerende brander)
of
Schakelmodule-V
(in combinatie met Vitotronic 200, type KW1, KW2, KW4, KW5 en
Vitotronic 300, type KW3 voor CV-ketels met tweetrapsbrander of module-
rende brander)
tI
Filterpomp
eO
Hulprelais
Accessoires
uQ
Solarcel
uW
Uitbreidingsset warmtehoeveelheidsmeter (volumemeting)
uE
Grote weergave
Zie schema CV-ketel voor accessoires ketel en CV-circuit.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 3, ID: 4605158_1101_03
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
20
Elektrisch installatieschema
230 V / 50 Hz
S4
L
N
R5
N
R1
N
36
145
Laagspanning
R4
N
S1
COL
31
R6
N
R3
N
R2
N
S2
SOL
11
S3
S5
57
S6
71
S12
.
.
.
CS10
72
Imp 1
Imp 2
73
V-bus
KM-bus
72
SD4
55
52
15
M
1~
230 V / 50 Hz
38
M
1~
33
M
1~
35
M
1~
53
M
1~
60
A
B
37
12
39
59
54
59
39
A Inschakelsignaal voor filterpomp tI
B
Extern inschakelen van de brander
in combinatie met de volgende rege-
lingen:
Vitotronic 100, Typ KC2B, KC4B,
Vitotronic 200, type KO1B, KO2B:
Aansluiting in stekker ”X12”
of
Aansluiting op een digitale ingang DE
van de uitbreiding EA1
zQ
of
Aansluiting in stekker
lH
aan klem-
men ”L” en ”1”.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 3, ID: 4605158_1101_03
(vervolg)
5608 612 NL
21
Coderingen in de groep ”Algemeen”:
Zet ”3A” of ”3b” of ”3C” op 2 voor de
werking van de gebruikte digitale
ingang
”40:2” voor functie aan stekker lH
”9b” voor gewenste minimale ketelwa-
tertemperatuur
Vitotronic 200, type GW1B, GW2B
Aansluiting in stekker
aVH
aan klem-
men ”2” en ”3”.
Codering in de groep ”Algemeen”:
”9b” voor gewenste minimale ketelwa-
tertemperatuur
Vitotronic 200, type HO1B, HO1C en
KW6B
Aansluiting op een digitale ingang DE
van de uitbreiding EA1
zQ
.
Coderingen in de groep ”Algemeen”:
Zet ”3A” of ”3b” of ”3C” op 2 voor de
werking van de gebruikte digitale
ingang
”9b” voor gewenste minimale ketelwa-
tertemperatuur
Vitotronic 200, Typ KW1, KW2, KW4,
KW5, Vitotronic 300, type KW3
Aansluiting in stekker ”X12”
of
Aansluiting in stekker
aBÖ
aan klem-
men ”AAN”, ”AAN/TR”
of
Aansluiting in stekker
a-D
aan klem-
men ”1” en ”2” (bus ”DE4”) in de
schakelmodule-V
zQ
.
Stel het codeeradres ”32” voor de
gewenste minimale ketelwatertempera-
tuur in.
Vitotronic 200, type GW1, GW2
Aansluiting in stekker
aVH
aan klem-
men ”2” en ”3”.
Stel het codeeradres ”9b” voor de
gewenste minimale ketelwatertempera-
tuur in.
Vitotronic 200, type KW6
Aansluiting in stekker
aVD
aan klem-
men ”1” en ”2”.
Stel het codeeradres ”9b” voor de
gewenste minimale ketelwatertempera-
tuur in.
Vitotronic 200, type HO1 / HO1A
Aansluiting in externe uitbreiding H1, in
stekker
aVD
aan klemmen ”1” en ”2”.
Stel het codeeradres ”9b” voor de
gewenste minimale ketelwatertempera-
tuur in.
Vereiste instellingen op de solarregeling
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
Bedieningscode 0000 0200
Solar-opties
Systeem (zie pagina 71) 1 3
Hyd. type (zie pagina 71) 1 2
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 3, ID: 4605158_1101_03
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
22
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
Solar-instelwaarden
Twwgew (gewenste buffertemperatuur) 60 °C
Tww2gew (gewenste zwembadtemperatuur) 60 °C 28 °C
ΔTaan (inschakel-temperatuurverschil voor
solarcircuitpomp R1
eE
)
8,0 K
ΔTuit (uitschakel-temperatuurverschil voor solar-
circuitpomp R1
eE
)
4,0 K
ΔT2aan (inschakel-temperatuurverschil voor
solarcircuitpomp voor zwembadwaterverwar-
ming R4
eT
)
8,0 K
ΔT2uit (uitschakel-temperatuurverschil voor
solarcircuitpomp voor zwembadwaterverwar-
ming R4
eT
)
4,0 K
Voorrang ww1 1
Voorrang ww2 (zwembad) 2
Solar-expert
t-st (pendelpauzetijd) 2 min 7 min
t-cir (pendellaaddtijd) 15 min 30 min
ΔT-col (stijging collectortemperatuur) 2 K
Installatieopties
Extra fct.
(Extra functie voor de tapwaterverwarming, wan-
neer de circulatiepomp is aangesloten)
Nee Ja
thermost. 2 (S4)
(Thermostaatfunctie voor de uitschakeling op
maximumtemperatuur van de circulatiepomp R3
tE
, functieblok 1, zie pagina 104)
Nee Ja
ΔT-Fct5 (ΔT-functie voor het schakelen van de
circulatiepomp R3
tE
, functieblok 1, zie
pagina 104)
Nee Ja
thermost. 3 (S5)
(Thermostaatfunctie voor de verwarming zwem-
badwater door de verwarmingsketel,
voor het schakelen van de circulatiepomp R6
zP
, functieblok 2, zie pagina 104)
Nee Ja
Schakelklok 2
*1
Nee Ja
Installatie-instelwaarden
Th2aan (inschakel-temperatuur voor R3) 40 °C
Tww2gew0,5 K
*1
Instelling van de tijden zie pagina 137.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 3, ID: 4605158_1101_03
(vervolg)
5608 612 NL
23
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
Th2uit (uitschakel-temperatuur voor R3) 45 °C
Tww2gew
*2
ΔT5aan (inschakel-temperatuurverschil voor R3) 5,0 K
ΔT5uit (uitschakel-temperatuurverschil voor R3) 3,0 K
Th3aan (inschakel-temperatuur voor R6 en tI)
40 °C 26,5 °C
Th3uit (uitschakel-temperatuur voor R6 en tI)
45 °C Th3aan + 0,5 K
Voor de toerentalregeling van de pom-
pen zie pagina 87.
Voor de solarcircuitpomp van de verwar-
ming zwembadwater R4
eT
mag de
parameter ”Aansturing” niet
op ”Puls” worden gezet (zie
pagina 87).
*2
Eventueel een 1 tot 2 K hogere waarde instellen. Daarbij in acht nemen dat de
luchtvochtigheid in overdekte zwembaden kan stijgen.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 3, ID: 4605158_1101_03
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
24
Tapwaterverwarming en ondersteuning van de ruimteverwar-
ming met multivalente verwarmingswaterbuffer
Hydraulisch installatieschema
----36/R1--
--36/S1--
--R1--
--KM-bus--
KW
WW
13
12
14
33
31
30
36
1
2
46
4
--36/S6--
45
10
32
--R6--
--230 V--
--S1--
--S2--
--S5--
--S6--
--36/R6--
--36/S5--
--36/S2--
--36/R1--
16
11
22
3
Retour
Aanvoer
AB
A
B
HV2/HR1
HVs/HRs
E
KW
HR3
HR2
WW/Z
SPR2
SPR1
SPR3
HV1
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 4, ID: 4605159_1001_01
5608 612 NL
25
Benodigde apparaten
Pos. Aanduiding
1
Olie-/gasketel of wandtoestel
op
2
ketel- en CV-circuitregeling
3
Boilertemperatuursensor STS
4
Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB
(bij wandtoestel op olie/gas voor de aansluiting eventueel interne/externe uit-
breiding nodig)
qP
CV-waterbuffer
op
wW
Inschroefcirculatie
Tapwateropwarming met zonne-energie
qQ
Boilertemperatuursensor S2 (SOL)
qW
Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB
qE
Tapwatercirculatiepomp
qR
Thermostatische mengautomaat
eP
Zonnecollectoren
eQ
Collectortemperatuursensor S1 (KOL)
eW
Solar-Divicon
eE
Solarcircuitpomp R1 UP
eZ
Vitosolic 200
eU
Aftakdoos
eI
Netschakelaar (door de installateur te verzorgen)
Ruimteverwarming met zonne-energie
qZ
Temperatuursensor S5 (verwarmingswaterbuffer)
rT
Retourtemperatuursensor S6 (CV-circuit)
rZ
3-weg-omschakelklep R6 UV
Accessoires
uQ
Solarcel
uW
Uitbreidingsset warmtehoeveelheidsmeter (volumemeting)
uE
Grote weergave
Zie schema CV-ketel voor accessoires ketel en CV-circuit.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 4, ID: 4605159_1001_01
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
26
Elektrisch installatieschema
230 V / 50 Hz
S4
L
N
STB
R5
N
R1
N
230 V / 50 Hz
36
145
37
12
33
Laagspanning
R4
N
S1
COL
31
38
R6
N
R3
N
R2
N
S2
SOL
11
S3
S5
16
S6
45
71
S12
.
.
.
CS10
72
Imp 1
Imp 2
73
V-bus
KM-bus
M
1~
46
M
1~
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 4, ID: 4605159_1001_01
(vervolg)
5608 612 NL
27
Vereiste instellingen op de solarregeling
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
Bedieningscode 0000 0200
Solar-opties
Systeem (zie pagina 71) 1 1
Solar-instelwaarden
Twwgew (gewenste buffertemperatuur) 60 °C
ΔTaan (inschakel-temperatuurverschil voor solar-
circuitpomp R1
eE
)
8,0 K
ΔTuit (uitschakel-temperatuurverschil voor solarcir-
cuitpomp R1
eE
)
4,0 K
Installatieopties
ΔT-Fct6 (ΔT-functie voor aansturing van de 3-weg-
omschakelklep R6
rZ
, functieblok 2, zie
pagina 104)
Nee Ja
Installatie-instelwaarden
ΔT6aan (inschakel-temperatuurverschil voor R6) 5,0 K
ΔT6uit (uitschakel-temperatuurverschil voor R6) 3,0 K
Voor de toerentalregeling van de pom-
pen zie pagina 87.
In combinatie met wandtoestel op olie/gas
Vereiste coderingen op de ketel- en CV-circuitregeling
Codering Groep Functie
Installatie zonder tapwatercirculatiepomp:
39:2 ”Algemeen” Vitodens 300 met Vitotronic 200, type HO1C:
De circulatiepomp voor boilerverwarming 4 is
aangesloten op uitgang
sK
op de basisprint-
plaat van de regeling.
53:3 ”Algemeen” De circulatiepomp voor de boilerverwarming
4
is aangesloten op uitgang
sK
van de
interne uitbreiding H1 of H2.
5b:1 ”Warm water” Interne omschakelklep zonder functie (warmwa-
terboiler achter de open-verdeler/verzamelaar
aangesloten).
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 4, ID: 4605159_1001_01
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
28
Tapwaterverwarming met verswatermodule en ondersteuning
van de ruimteverwarming met verwarmingswaterbuffer
Hydraulisch installatieschema
----36/R1--
--36/S1--
--R1--
--KM-bus--
44
33
31
30
36
1
2
46
4
--36/S6--
45
40
32
--R6--
--230 V--
--S1--
--S2--
--S5--
--S6--
--36/R6--
--36/R1--
3
42
--36/S5--
41
--36/S2--
13
WW
KW
10
-10/S4-
12
11
--10/R3--
--10/S3--
--R3--
--230 V--
--S3--
--S4--
10
47
Retour
Aanvoer
Opmerking
Dit schema is een voorbeeld zonder afsluit- en veiligheidsvoorzieningen. Het ver-
vangt niet de vakkundige planning ter plaatse.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 5, ID: 4605161_1102_02
5608 612 NL
29
Benodigde apparaten
Pos. Aanduiding
1
Olie-/gasketel of wandtoestel
op
2
ketel- en CV-circuitregeling
3
Boilertemperatuursensor STS
4
Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB
(bij wandtoestel op olie/gas voor de aansluiting eventueel interne/externe uit-
breiding nodig)
qP
Verswatermodule
qQ
3-weg-omschakelklep
qW Temperatuursensor S4 (accessoire bij positie qP)
qE Temperatuursensor S3 (accessoire bij positie qP)
rP
CV-waterbuffer
Tapwateropwarming met zonne-energie
rQ
Boilertemperatuursensor S2 (SOL)
rR
Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB
eP
Zonnecollectoren
eQ
Collectortemperatuursensor S1 (KOL)
eW
Solar-Divicon
eE
Solarcircuitpomp R1 UP
eZ
Vitosolic 200
eU
Aftakdoos
eI
Netschakelaar (door de installateur te verzorgen)
Ruimteverwarming met zonne-energie
rW
Temperatuursensor S5 (verwarmingswaterbuffer)
rT
Retourtemperatuursensor S6 (CV-circuit)
rZ
3-weg-omschakelklep R6 UV
rU
Verdeler CV-ondersteuning met zonne-energie
Accessoires
uQ
Solarcel
uW
Uitbreidingsset warmtehoeveelheidsmeter (volumemeting)
uE
Grote weergave
Zie schema CV-ketel voor accessoires ketel en CV-circuit.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 5, ID: 4605161_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
30
Elektrisch installatieschema
Vitosolic 200
230 V / 50 Hz
S4
L
N
STB
R5
N
R1
N
230 V / 50 Hz
36
145
37
44
33
Laagspanning
R4
N
S1
COL
31
38
R6
N
R3
N
R2
N
S2
SOL
41
S3
S5
42
S6
45
71
S12
.
.
.
CS10
72
Imp 1
Imp 2
73
V-bus
KM-bus
M
1~
46
72
UP
SD4
UV
S5
S6
M
1~
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 5, ID: 4605161_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
31
Regeling verswatermodule
230 V / 50 Hz
S4
L
N
R1
N
230 V / 50 Hz
10
11
Laagspanning
R4
N
S7
R3
N
R2
N
S6
S5
S3
13
S2
M
1~
S1
12
Vereiste instellingen op de solarregeling
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
Bedieningscode 0000 0200
Solar-opties
Systeem (zie pagina 67) 1 1
Solar-instelwaarden
Twwgew (gewenste buffertemperatuur) 60 °C
ΔTaan (inschakel-temperatuurverschil voor solar-
circuitpomp R1
eE
)
8,0 K
ΔTuit (uitschakel-temperatuurverschil voor solarcir-
cuitpomp R1
eE
)
4,0 K
Installatieopties
ΔT-Fct6 (ΔT-functie voor aansturing van de 3-weg-
omschakelklep R6
rZ
, functieblok 2, zie
pagina 104)
Nee Ja
Installatie-instelwaarden
ΔT6aan (inschakel-temperatuurverschil voor R6) 5,0 K
ΔT6uit (uitschakel-temperatuurverschil voor R6) 3,0 K
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 5, ID: 4605161_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
32
Voor de toerentalregeling van de pom-
pen zie pagina 87.
Vereiste instellingen op de regeling van de verswatermodule
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
Opties
Retourv. (retourverdeling) Uit Aan
Instelwaarden
ΔT-RVaan (inschakel-temperatuurverschil voor
solarcircuitpomp R3
qQ
)
5,0 K
ΔT-RVuit (uitschakel-temperatuurverschil voor
solarcircuitpomp R3
qQ
)
5,0 K
In combinatie met wandtoestel op olie/gas
Vereiste coderingen op de ketel- en CV-circuitregeling
Codering Groep Functie
Installatie zonder tapwatercirculatiepomp:
39:2 ”Algemeen” Vitodens 300 met Vitotronic 200, type HO1C:
De circulatiepomp voor boilerverwarming 4 is
aangesloten op uitgang
sK
op de basisprint-
plaat van de regeling.
53:3 ”Algemeen” De circulatiepomp voor de boilerverwarming
4
is aangesloten op uitgang
sK
van de
interne uitbreiding H1 of H2.
5b:1 ”Warm water” Interne omschakelklep zonder functie (warmwa-
terboiler achter de open-verdeler/verzamelaar
aangesloten).
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 5, ID: 4605161_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
33
Tapwaterverwarming met monovalente warmwaterboiler en
ondersteuning van de ruimteverwarming met multivalente ver-
warmingswaterbuffer
Hydraulisch installatieschema
----36/R1--
--36/S1--
--R1--
--KM-bus--
KW
WW
13
44
14
33
31
30
36
1
2
46
4
--36/S6--
45
3
40 10
32
--R6--
--230 V--
--S1--
--S2--
--S5--
--S6--
--36/R6--
HV2/HR1
HVs/HRs
E
KW
HR3
HR2
WW/Z
SPR2
SPR1
SPR3
HV1
--36/S5--
--36/S2--
--36/R1--
42
41
43
47
Retour
Aanvoer
Opmerking
Dit schema is een voorbeeld zonder afsluit- en veiligheidsvoorzieningen. Het ver-
vangt niet de vakkundige planning ter plaatse.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 6, ID: 4605162_1102_02
5608 612 NL
Montage
34
Benodigde apparaten
Pos. Aanduiding
1
Olie-/gasketel of wandtoestel
op
2
ketel- en CV-circuitregeling
3
Boilertemperatuursensor STS
4
Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB
(bij wandtoestel op olie/gas voor de aansluiting eventueel interne/externe uit-
breiding nodig)
qP
Warmwaterboiler
rP
CV-waterbuffer
op
rE
Inschroefcirculatie
Tapwateropwarming met zonne-energie
rQ
Boilertemperatuursensor S2 (SOL)
rR
Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB
qE
Tapwatercirculatiepomp ZP
qR
Thermostatische mengautomaat
eP
Zonnecollectoren
eQ
Collectortemperatuursensor S1 (KOL)
eW
Solar-Divicon
eE
Solarcircuitpomp R1 UP
eZ
Vitosolic 200
eU
Aftakdoos
eI
Netschakelaar (door de installateur te verzorgen)
Ruimteverwarming met zonne-energie
rW
Temperatuursensor S5 (verwarmingswaterbuffer)
rT
Retourtemperatuursensor S6 (CV-circuit)
rZ
3-weg-omschakelklep R6 UV
rU
Verdeler CV-ondersteuning met zonne-energie
Accessoires
uQ
Solarcel
uW
Uitbreidingsset warmtehoeveelheidsmeter (volumemeting)
uE
Grote weergave
Zie schema CV-ketel voor accessoires ketel en CV-circuit.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 6, ID: 4605162_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
35
Elektrisch installatieschema
230 V / 50 Hz
S4
L
N
STB
R5
N
R1
N
230 V / 50 Hz
36
145
37
44
33
Laagspanning
R4
N
S1
COL
31
38
R6
N
R3
N
R2
N
S2
SOL
41
S3
S5
42
S6
45
71
S12
.
.
.
CS10
72
Imp 1
Imp 2
73
V-bus
KM-bus
M
1~
46
72
UP
SD4
UV
S5
S6
M
1~
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 6, ID: 4605162_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
36
Vereiste instellingen op de solarregeling
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
Bedieningscode 0000 0200
Solar-opties
Systeem (zie pagina 67) 1 1
Solar-instelwaarden
Twwgew (gewenste buffertemperatuur) 60 °C
ΔTaan (inschakel-temperatuurverschil voor solar-
circuitpomp R1
eE
)
8,0 K
ΔTuit (uitschakel-temperatuurverschil voor solarcir-
cuitpomp R1
eE
)
4,0 K
Installatieopties
ΔT-Fct6 (ΔT-functie voor aansturing van de 3-weg-
omschakelklep R6
rZ
, functieblok 2, zie
pagina 104)
Nee Ja
Installatie-instelwaarden
ΔT6aan (inschakel-temperatuurverschil voor R6) 5,0 K
ΔT6uit (uitschakel-temperatuurverschil voor R6) 3,0 K
Voor de toerentalregeling van de pom-
pen zie pagina 87.
In combinatie met wandtoestel op olie/gas
Vereiste coderingen op de ketel- en CV-circuitregeling
Codering Groep Functie
Installatie zonder tapwatercirculatiepomp:
39:2 ”Algemeen” Vitodens 300 met Vitotronic 200, type HO1C:
De circulatiepomp voor boilerverwarming 4 is
aangesloten op uitgang
sK
op de basisprint-
plaat van de regeling.
53:3 ”Algemeen” De circulatiepomp voor de boilerverwarming
4
is aangesloten op uitgang
sK
van de
interne uitbreiding H1 of H2.
5b:1 ”Warm water” Interne omschakelklep zonder functie (warmwa-
terboiler achter de open-verdeler/verzamelaar
aangesloten).
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 6, ID: 4605162_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
37
Grote solarinstallaties voor de tapwaterverwarming
Hydraulisch installatieschema
--36/S6--
----36/R1--
--36/R5--
--36/S1--
--R1--
--KM-bus--
KW
WW
--
13
12
15
33
31
30
36
1
2
41
4
3
11 10
32
42
43
--R3--
--R5--
--R6--
--230 V--
--S1--
--S2--
--S5--
--S6--
--36/S5--
--36/S2--
--36/R1--
14
16
17
18
16
19
40
--36/R3--
--36/R6--
-
-
Retour
Aanvoer
Opmerking
Dit schema is een voorbeeld zonder afsluit- en veiligheidsvoorzieningen. Het ver-
vangt niet de vakkundige planning ter plaatse.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 7, ID: 4605163_1102_02
5608 612 NL
Montage
38
Benodigde apparaten
Pos. Aanduiding
1
Olie-/gasketel of wandtoestel
op
2
ketel- en CV-circuitregeling
3
Boilertemperatuursensor STS
4
Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB
(bij wandtoestel ingebouwd)
qP
Warmwaterboiler
Tapwateropwarming met zonne-energie
qQ
Voorraadboiler
qW
Temperatuursensor S6 (voorraadboiler)
qE
Tapwatercirculatiepomp ZP
(bij wandtoestel voor de aansluiting eventuele interne/externe uitbreiding
nodig)
qR
Laadpomp R6 (voorraadboiler) SLP
qT
Circulatiepomp R5 (omlading)
qZ
Regelklep leiding
qU
Warmtewisselaar
qI
Ontlaadpomp R3 (verwarmingswaterbuffer)
qO
Thermostatische mengklep als bescherming tegen verkalking
eP
Zonnecollectoren
eQ
Collectortemperatuursensor S1 (KOL)
eW
Solar-Divicon
eE
Zonnecircuitpomp R1UP
eZ
Vitosolic 200
eU
Aftakdoos
eI
Netschakelaar (door de installateur te verzorgen)
rP
CV-waterbuffer
rQ
Boilertemperatuursensor S2 (SOL)
rW
Temperatuursensor S5 (verwarmingswaterbuffer)
rE
Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB
Accessoires
uQ
Solarcel
uW
Uitbreidingsset warmtehoeveelheidsmeter (volumemeting)
uE
Grote weergave
Zie schema CV-ketel voor accessoires ketel en CV-circuit.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 7, ID: 4605163_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
39
Elektrisch installatieschema
230 V / 50 Hz
S4
L
N
STB
R5
N
R1
N
230 V / 50 Hz
36
145
37
43
33
Laagspanning
R4
N
S1
COL
31
38
R6
N
R3
N
R2
N
S2
SOL
41
S3
S5
42
S6
12
71
S12
.
.
.
CS10
72
Imp 1
Imp 2
73
V-bus
KM-bus
M
1~
14
72
M
1~
18
M
1~
15
SD4
R1
R3
R5
SLP
S5
S6
M
1~
Vereiste instellingen op de solarregeling
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
Bedieningscode 0000 0200
Solar-opties
Systeem (zie pagina 67) 1 1
Solar-instelwaarden
Twwgew (gewenste buffertemperatuur) 60 °C
ΔTaan (inschakel-temperatuurverschil voor solar-
circuitpomp R1
eE
)
8,0 K
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 7, ID: 4605163_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
40
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
ΔTuit (uitschakel-temperatuurverschil voor solarcir-
cuitpomp R1
eE
)
4,0 K
Installatieopties
Extra fct.
(Extra functie voor de tapwaterverwarming, wan-
neer de circulatiepomp is aangesloten)
Nee Ja
thermost. 2, functieblok 1, zie pagina 104) Nee Ja
ΔT-Fct5 (ΔT-functie voor het schakelen van de
laadpomp (CV-waterbuffer) R3
qI
, functieblok 1,
zie pagina 104)
Nee Ja
thermost. 4, functieblok 2, zie pagina 104) Nee Ja
ΔT-Fct6 (ΔT-functie voor het schakelen van de
laadpomp (voorraadboiler) R6
qR
, functieblok 2, zie
pagina 104)
Nee Ja
Installatie-instelwaarden
Th2aan (inschakel-temperatuur voor R3) 40 °C Waarde op de
mengklep
qO
10 K
Th2uit (uitschakel-temperatuur voor R3) 45 °C Waarde op de
mengklep
qO
7 K
ΔT5aan (inschakel-temperatuurverschil voor R3) 5,0 K 10 K
ΔT5uit (uitschakel-temperatuurverschil voor R3) 3,0 K 6 K
Th4aan (inschakel-temperatuur voor R6) 40 °C Waarde op de
mengklep
qO
10 K
Th4uit (uitschakel-temperatuur voor R6) 45 °C Waarde op de
mengklep
qO
7 K
ΔT6aan (inschakel-temperatuurverschil voor R6) 5,0 K 10 K
ΔT6uit (uitschakel-temperatuurverschil voor R6) 3,0 K 6 K
Installatie-expert
Sen-Th2 4 6
Sen1-ΔT5Fct 3 5
Sen2-ΔT5Fct 4 6
Voor de toerentalregeling van de pom-
pen zie pagina 87.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 7, ID: 4605163_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
41
In combinatie met wandtoestel op olie/gas
Vereiste coderingen op de ketel- en CV-circuitregeling
Codering Groep Functie
Installatie zonder tapwatercirculatiepomp:
39:2 ”Algemeen” Vitodens 300 met Vitotronic 200, type HO1C:
De circulatiepomp voor boilerverwarming 4 is
aangesloten op uitgang
sK
op de basisprint-
plaat van de regeling.
53:3 ”Algemeen” De circulatiepomp voor de boilerverwarming
4
is aangesloten op uitgang
sK
van de
interne uitbreiding H1 of H2.
5b:1 ”Warm water” Interne omschakelklep zonder functie (warmwa-
terboiler achter de open-verdeler/verzamelaar
aangesloten).
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 7, ID: 4605163_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
42
Grote solarinstallaties voor de tapwaterverwarming met twee
monovalente warmwaterboilers en ondersteuning van de ruim-
teverwarming met verwarmingswaterbuffer
Hydraulisch installatieschema
--36/S2--
--36/S7--
----36/R1--
--36/R7--
--36/S1--
--R1--
--KM-bus--
KW
WW
--
13
16
11
12
15
14
33
31
30
36
35
1
2
41
46
4
--36/S6--
45
--36/S8--
17
3
10 18
34
32
43
44
--R4--
--R6--
--R7--
--230 V--
--S1--
--S2--
--S4--
--S5--
--S6--
--S7--
--S8--
--36/S5--
--36/S4--
--36/R4--
--36/R6--
--
-36/R1-
--36/R4--
40
1
2
--R5--
-
47
Retour
Aanvoer
Opmerking
Dit schema is een voorbeeld zonder afsluit- en veiligheidsvoorzieningen. Het ver-
vangt niet de vakkundige planning ter plaatse.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 8, ID: 4605164_1102_02
5608 612 NL
43
Benodigde apparaten
Pos. Aanduiding
1
Olie-/gasketel of wandtoestel
op
2
ketel- en CV-circuitregeling
3
Boilertemperatuursensor STS
4
Circulatiepomp voor de boilerverwarming UPSB
(bij wandtoestel op olie/gas voor de aansluiting eventueel interne/externe uit-
breiding nodig)
Tapwateropwarming met zonne-energie
qP
Warmwaterboiler 1, monovalent
qI
Warmwaterboiler 2, monovalent
qQ
Boilertemperatuursensor S2 (SOL)
qW
Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB
qE
Tapwatercirculatiepomp ZP
qR
Thermostatische mengautomaat
qT
Circulatiepomp R5/R7 (omlading)
qZ
Temperatuursensor S7
qU
Temperatuursensor S8
eP
Zonnecollectoren
eQ
Collectortemperatuursensor S1 (KOL)
eW
Solar-Divicon
eE
Solarcircuitpomp R1
eZ
Vitosolic 200
eU
Aftakdoos
eI
Netschakelaar (door de installateur te verzorgen)
eO
Hulprelais
Ruimteverwarming met zonne-energie
rP
CV-waterbuffer
eR
Solar-pompleiding
eT
Solarcircuitpomp voor de bufferverwarming R4 UP
rQ
Temperatuursensor S4 (verwarmingswaterbuffer), verwarming
rE
Temperatuursensor S5 (verwarmingswaterbuffer), ontlading
rR
Veiligheidstemperatuurbegrenzer STB
rT
Retourtemperatuursensor S6 (CV-circuit)
rZ
3-weg-omschakelklep R6 UV
rU
Verdeler CV-ondersteuning met zonne-energie
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 8, ID: 4605164_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
44
Pos. Aanduiding
Accessoires
uQ
Solarcel
uW
Uitbreidingsset warmtehoeveelheidsmeter (volumemeting)
uE
Grote weergave
Zie schema CV-ketel voor accessoires ketel en CV-circuit.
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 8, ID: 4605164_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
45
Elektrisch installatieschema
230 V / 50 Hz
S4
L
N
STB
R5
N
R1
N
230 V / 50 Hz
36
145
37
12
33
Laagspanning
R4
N
S1
COL
31
R6
N
R3
N
R2
N
S2
SOL
11
S3
S5
43
S6
45
71
S12
.
.
.
CS10
72
Imp 1
Imp 2
73
V-bus
KM-bus
M
1~
46
72
UP
SD4
UV
S5
S6
S7
16
S7
S8
17
S8
41
S4
STB
37
44
35
UP
R7-R
R7-M
R7-A
38
15
39
M
1~
M
1~
M
1~
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 8, ID: 4605164_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
46
Vereiste instellingen op de solarregeling
Hoofdmenu Toestand
levering
Instelling
Bedieningscode 0000 0200
Solar-opties
Systeem (zie pagina 71) 1 3
Hyd. type (zie pagina 71) 1 2
Solar-instelwaarden
Twwgew (gewenste buffertemperatuur) 60 °C
Tww2gew (gewenste buffertemperatuur) 60 °C
ΔTaan (inschakel-temperatuurverschil voor solar-
circuitpomp R1
eE
)
8,0 K
ΔTuit (uitschakel-temperatuurverschil voor solarcir-
cuitpomp R1
eE
)
4,0 K
ΔT2aan (inschakel-temperatuurverschil voor solar-
circuitpomp voor de bufferverwarming R4
eT
)
8,0 K
ΔT2uit (uitschakel-temperatuurverschil voor solar-
circuitpomp voor de bufferverwarming R4
eT
)
4,0 K
Voorrang ww1 1
Voorrang ww2 2
Solar-expert
t-st (pendelpauzetijd) 2 min
t-cir (pendellaaddtijd) 15 min
ΔT-col (stijging collectortemperatuur) 2 K
Installatieopties
Extra fct.
(Extra functie voor de tapwaterverwarming, wan-
neer de circulatiepomp is aangesloten)
Nee Ja
ΔT-Fct6 (ΔT-functie voor aansturing van de 3-weg-
omschakelklep R6
rZ
, functieblok 2, zie
pagina 104)
Nee Ja
ΔT-Fct7 (ΔT-functie voor het schakelen van de cir-
culatiepomp R5/R7
qT
, functieblok 3, zie
pagina 104)
Nee Ja
Installatie-instelwaarden
ΔT6aan (inschakel-temperatuurverschil voor R6) 5,0 K
ΔT6uit (uitschakel-temperatuurverschil voor R6) 3,0 K
ΔT7aan (inschakel-temperatuurverschil voor R5/
R7)
5,0 K
ΔT7uit (uitschakel-temperatuurverschil voor R5/R7) 3,0 K
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 8, ID: 4605164_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
47
Voor de toerentalregeling van de pom-
pen zie pagina 87.
In combinatie met wandtoestel op olie/gas
Vereiste coderingen op de ketel- en CV-circuitregeling
Codering Groep Functie
Installatie zonder tapwatercirculatiepomp:
39:2 ”Algemeen” Vitodens 300 met Vitotronic 200, type HO1C:
De circulatiepomp voor boilerverwarming 4 is
aangesloten op uitgang
sK
op de basisprint-
plaat van de regeling.
53:3 ”Algemeen” De circulatiepomp voor de boilerverwarming
4
is aangesloten op uitgang
sK
van de
interne uitbreiding H1 of H2.
5b:1 ”Warm water” Interne omschakelklep zonder functie (warmwa-
terboiler achter de open-verdeler/verzamelaar
aangesloten).
Installatievoorbeelden
Installatievoorbeeld 8, ID: 4605164_1102_02
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
48
Bij de keuze van de montageplaats elek-
trische aansluitingen respectievelijk
kabellengten in acht nemen.
153
2.
3.
4.
233
5.
1.
6.
2x
Voor het sluiten van de regeling elektri-
sche aansluitingen maken en kabels van
trekontlasting voorzien.
Montageverloop
Solarregeling monteren
5608 612 NL
49
R6
R5
R4
R3
R2
R1
L
R7-A
R7-M
R7-R
145
145
GND
S1
S2
S3
S4
S5
S6
S7
S8
S9
S10
S11
S12
CS10
Imp1
Imp2
PWM R1
PWM R2
VBus
PWM R3
PWM R4
N
1 2 43 5 76 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
N N N N N NN
29 30 31 32 33 34 35
A
B
F
K
H
G
E
D
L
C
20 K
20 K
A
Aansluitruimte van de zonnerege-
ling
B
Zekering, T 6,3 A
230 V~ -aansluitingen
C
Halfgeleiderrelais
(R1 tot en met R4 geschikt voor toe-
rentalregeling)
D
Spanningsloze relaisuitgang
Laagspanningsaansluitingen
E
KM-bus
F
V-BUS (bijvoorbeeld aansluiting
grote weergave, accessoire)
G
PWM-signalen voor pompen op R1
tot en met R4
H
Impulstelleringangen voor de aan-
sluiting van debietmeters
K
Solarcel CS
L
Sensoringangen
Sensoringangen
S1, S9 NTC-sensoren, 20 kΩ
S2–S8 NTC-sensoren, 10 kΩ
S10–S12 NTC-sensoren, 10 kΩ
Montageverloop
Overzicht van de elektrische aansluitingen
5608 612 NL
Montage
50
Inzetbare pompen
Standaard-zonnepompen:
Zonder eigen toerentalregeling
(getrapte pompen).
Met elektronische toerentalregeling.
Hoogrendement-pompen
Pompen met PWM-ingang:
WILO-pomp
GRUNDFOS-pomp
Opmerking
Alleen solarpompen gebruiken, geen
CV-pompen.
Toerentalregeling zie pagina 87.
Montage
In het pompstation Solar-Divicon bevindt
zich de circulatiepomp met aansluitka-
bel.
Aparte montage- en service-
handleiding
Andere pompen moeten gekeurd zijn en
volgens de fabrikantgegevens worden
gemonteerd.
Aansluiting
Geadviseerde kabel: 3-aderig met
kabeldoorsnede 0,75 mm
2
Nul- en aardleiding van de stelorganen
met het betreffende verzamelklemblok
verbinden.
Nominale stroomsterkte
Halfgeleiderrelais R1 tot en met R6: 0,8 A
Opmerkingen
Pompen met een vermogensopname
van meer dan 190 W moeten via een
extra relais worden aangesloten. De
parameter ”Aansturing” mag niet
op ”Puls” staan (zie pagina 87).
Op de relais-uitgangen R1 tot en met
R6 mag telkens maar één pomp wor-
den aangesloten.
Montageverloop
Pompen
5608 612 NL
51
Voorbeeld: aansluiting van een standaard solarpomp of hoogrendementpomp
op relais R1
M
1~
29 30 31 32 33 34 35
A
B
A
Aansluitruimte van de zonnerege-
ling
B
Pomp
Voorbeeld: aansluiting van een pomp met PWM-ingang op relais R1
A
145
145
PWM R1
PWM R2
VBus
PWM R3
PWM R4
16 17 18 19 20
M
1~
29 30 31 32 33 34 35
B
A
Aansluitruimte van de zonnerege-
ling
B
Pomp
Montageverloop
Pompen
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
52
Temperatuurinstelling
Toestand bij levering: 120 °C
Omstelling naar 95 °C nodig, daarmee
worden temperaturen van meer dan
95 °C in de verbruiker zeker vermeden.
Montagehandleiding veiligheids-
temperatuurbegrenzer
Montage
De voeler van de veiligheidstempera-
tuurbegrenzer monteren:
In de boilerafsluitkap bij Vitocell 300
(accessoire).
In de dompelhuls voor de boilertem-
peratuursensor, die op de ketelrege-
ling wordt aangesloten.
Montagehandleiding boileraf-
sluitkap respectievelijk warmwa-
terboiler
Aansluiting
Geadviseerde kabel: 3-aderig met
kabeldoorsnede 0,75 mm
2
In installaties met 2 collectorvelden
met elk een solarcircuitpomp zijn 2 vei-
ligheidstemperatuurbegrenzers nodig.
Montageverloop
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
5608 612 NL
53
A
Aansluitruimte van de zonnerege-
ling
B
Aftakdoos (door de installateur te
verzorgen)
C
Solarcircuitpomp respectievelijk
laadpomp voor overige verbruikers
met veiligheidstemperatuurbegren-
zer
D
Veiligheidsthermostaat
Montageverloop
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
54
Op de spanningsloze relais-uitgang
R7 kan volgens de afbeelding een
meldinrichting groepsalarm worden
aangesloten.
Het relais 7 moet als meldrelais wor-
den geactiveerd (instelling zie
pagina 117 in het hoofd-
menu ”Expert”).
Opmerking
Het relais is dan voor geen overige
functies beschikbaar.
B
C
D
N L
?
R6
R5
R4
R3
R2
R1
L
R7-A
R7-M
R7-R
N
N N N N N
29 30 31 32 33 34 35
A
A
Aansluitruimte van de zonnerege-
ling
B
Netschakelaar (door de installateur
te verzorgen)
C
Aansluiting op het net
D
Meldinrichting groepsalarm
Sensoren
Collectortemperatuursensor, NTC 20 kΩ
Kabellengte 2,50 m.
Montageverloop
Meldinrichting groepsalarm
5608 612 NL
55
Montage
Montagehandleiding collector
Aansluiting
Volgens installatievoorbeeld en
pagina 49.
Sensor op S1 respectievelijk in combi-
natie met twee collectorvelden op S9
aansluiten.
Verlenging van de aansluitkabel:
Geadviseerde kabel: 2-aderig met
kabeldoorsnede 0,75 mm
2
Opmerking
Kabel mag niet samen met 230/400-V-
kabels worden gelegd.
Boilertemperatuursensor, NTC 10 kΩ
Kabellengte 3,8 m.
Montage
Vindt plaats met de haakse sok.
Vitocell 100-B en Vitocell 300-B
Montagehandleiding van de
warmwaterboiler
Vitocell 100-V en Vitocell 300-V
1.
3.
2.
A
Retouraansluiting verwarmingswa-
ter
Montageverloop
Sensoren
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
56
Aansluiting
Volgens installatievoorbeeld en
pagina 49.
Sensor op S2 aansluiten.
Verlenging van de aansluitkabel:
Geadviseerde kabel: 2-aderig met
kabeldoorsnede 0,75 mm
2
Opmerking
Kabel mag niet samen met 230/400-V-
kabels worden gelegd.
Temperatuursensoren, NTC 10 kΩ
Kabellengte 3,8 m.
Montage
1.
4.
3.
2.
Opmerking
Sensor niet met isolatieband omwikke-
len.
Dompelhuls afdichten.
Montageverloop
Sensoren
(vervolg)
5608 612 NL
57
Temperatuursensor (zwembad):
Sensor in de retour van het zwembad
voor de warmtewisselaar monteren.
Bij het aanbrengen van de retour
bevestigt u de sensor met een metalen
spanband en isoleert u de sensor.
Montage volgens de gegevens van de
fabrikant van het zwembad respectie-
velijk de montagehandleiding van een
eventueel aanwezige warmtewis-
selaar
Aansluiting
Volgens installatievoorbeeld en
pagina 49.
Verlenging van de aansluitkabel:
Geadviseerde kabel: 2-aderig met
kabeldoorsnede 0,75 mm
2
Opmerking
Kabel mag niet samen met 230/400-V-
kabels worden gelegd.
Solarcel
Op de solarcel is een codeletter (type
solarcel) aangegeven. Deze voor de
inbedrijfstelling in de tabel op
pagina 142 in het hoofdmenu ”Expert”
onder ”Type solarcel” opgeven.
Montage
Afzonderlijke montagehandlei-
ding
Aansluiting
2-aderige kabel met een kabeldoor-
snede van 0,75 mm
2
.
Verlenging van de aansluitkabel:
Geadviseerde kabel: 2-aderig met
kabeldoorsnede 0,75 mm
2
Opmerking
Polariteit respecteren.
Kabel mag niet samen met 230/400-V-
kabels worden gelegd.
Montageverloop
Sensoren
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
58
GND
S8
S9
S10
S11
S12
CS10
Imp1
Imp2
PWM R1
PWM R2
VBus
PWM R3
PWM R4
8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
BU
BN
A
A
Aansluitruimte van de zonnerege-
ling
B
Solarcel CS10
Netaansluiting
Voorschriften
De netaansluiting en veiligheidsmaatre-
gelen (bijvoorbeeld aardlekschakelaar)
moeten plaatsvinden volgens de NEN-
voorschriften!
De voedingskabel van de solarrege-
ling moet volgens de voorschriften zijn
gezekerd.
De vrijschakeling moet plaatsvinden
met een scheidingsinrichting die tege-
lijk alle niet-geaarde geleiders met een
contactopening van min. 3 mm
scheidt.
Bovendien bevelen we de installatie
van een universele stroomgevoelige
aardlekschakelaar
(FI klasse B aan voor gelijk-
stroom(storingen), die kunnen ont-
staan door energie-efficiënte bedrijfs-
middelen.
Netaansluiting (230V~) volgens
afbeelding uitvoeren.
Montageverloop
Solarcel
(vervolg)
5608 612 NL
59
Aansluiting
N
L
?
A
B
C
R6
R5
R4
R3
R2
R1
L
R7-A
R7-M
R7-R
N
N N N N N
29 30 31 32 33 34 35
A
Aansluitruimte van de zonnerege-
ling
B
Netschakelaar, tweepolig (door de
installateur te verzorgen)
C
Netspanning 230 V/50 Hz
Gevaar
Verkeerde aansluiting van dra-
den kan tot ernstig letsel en mate-
riële schade aan het toestel lei-
den.
Aders ”L” en ”N” niet verwisse-
len.
L bruin
N blauw
PE groen/geel
Montageverloop
Netaansluiting
(vervolg)
5608 612 NL
Montage
60
1. Controleer of het zonnesysteem
doorgespoeld, gevuld en ontlucht is.
Servicehandleiding van de
collectoren
2. Controleren of alle elektrische aan-
sluitingen goed zijn uitgevoerd.
3. Controleren of veiligheidstempera-
tuurbegrenzers en temperatuurbe-
wakers, indien nodig, zijn aangeslo-
ten.
4. Netspanning inschakelen, de solar-
regeling doorloopt een initialisatie-
fase.
Op het scherm verschijnt het hoofd-
scherm (zie volgende afbeelding).
De solarregeling staat op automati-
sche werking.
Navigatie in het menu
Bedieningselementen
B
30.04.2009
Tcol
Twwo
10:59
47,7 ℃
35,4 °C
A
A
Hoofdscherm
Het hoofdscherm verschijnt auto-
matisch na circa 4 min als geen
instellingen worden aangebracht.
B
OK-toets
1 keer ingedrukt: bevestiging
van de keuze in het menu
2 keer ingedrukt: bevestiging
van een waardeverandering
Oproepen van het hoofdmenu
Van een willekeurig menu terug
naar het hoofdscherm
Inbedrijfstelling
Netspanning inschakelen
5608 612 NL
61
Terug naar het vorige menu-
punt
Annuleren van een begonnen
instelling (de waarde keert terug
naar de tot nu toe ingestelde
waarde)
/ Cursortoetsen
Navigatie in het menu
Het scherm toont uitsluitend een
menufragment van vier regels. De
pijl bij de linkerrand markeert het
selecteerbare menupunt.
/ Cursortoetsen
Voor de instelling van de waarde
(wordt grafisch ondersteund, zie
volgende afbeelding)
ΔT1aan
8.0K
1.5
=8.0 20.0
A
B C
A
Parameters
B
Minimumwaarde
C
Maximumwaarde
Bedieningscode invoeren
De volgende toetsen indrukken:
1. ”Hoofdmenu” verschijnt.
Hauptmenü:
Messwerte
Meldungen
Solar
2. voor ”bedieningscode”
(onderste menupunt).
Hauptmenü:
SD-Karte
Manuellbetrieb
Bedienercode
Inbedrijfstelling
Navigatie in het menu
(vervolg)
5608 612 NL
Service
62
3. OK ter bevestiging.
Bedienercode:
0000
4. / voor ”0200”.
Elk cijfer met OK bevestigen.
Toetsenvolgorde: OK/ / /
OK/ OK/ OK
Opmerking
Na inbedrijfstelling de bedieningscode
op ”0000” zetten.
Taal instellen
De volgende toetsen indrukken:
1. ”Hoofdmenu” verschijnt.
Hauptmenü:
Messwerte
Meldungen
Solar
2. voor ”Expert” (onderste
menupunt).
Hauptmenü:
Manuellbetrieb
Bedienercode
Experte
3. OK ter bevestiging.
4. voor ”Taal” (onderste menu-
punt).
Experte:
Display
Sprache
Uhr
5. OK ter bevestiging.
6. / voor de gewenste taal.
7. OK ter bevestiging.
Inbedrijfstelling
Bedieningscode invoeren
(vervolg)
5608 612 NL
63
Hoofdmenu ”Installatie”
”Instelwaarde”
”Tijd”
Na elkaar uren en minuten instellen.
”Datum”
Na elkaar jaar, maand en dag instel-
len.
Zie voor overige instellingen van de tijd
pagina 143.
Scherm instellen
De verlichtingssterkte en tekstkleur
(zwart op een witte ondergrond of omge-
keerd) kunnen worden ingesteld.
Hoofdmenu ”Expert”
”Display”
”Geïnverteerd”
”Verlichting”
Inbedrijfstelling
Tijd en datum instellen
5608 612 NL
Service
64
1. Stel systeem en hydrauliektype in
conform het geïnstalleerde systeem
in het menu ”Solar-opties” (selectie
zie vanaf pagina 65).
Opmerking
Met de instelling van ”Systeem”
en ”Hyd. type” worden de relais- en
sensor-ingangtoewijzingen ingesteld
(in de tabellen vanaf pagina 67 in
de grijze velden gemarkeerd).
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Systeem”
Toestand bij levering: 1
”Hyd. type”
Toestand bij levering: 1
Opmerking
Bij wijziging van de instelling
voor ”Systeem” worden alle para-
meters in de toestand bij levering
gezet.
2. Pomptype instellen (zie
pagina 87).
3. Toerentalregeling activeren, indien
nodig (zie pagina 87).
4. Solaropties instellen (zie vanaf
pagina 89).
Daarmee worden meer relais- en
sensor-ingangtoewijzingen vastge-
legd.
5. Installatieopties instellen (zie vanaf
pagina 101).
Daarmee worden meer relais- en
sensor-ingangtoewijzingen vastge-
legd.
6. Speciale functies instellen (zie vanaf
pagina 108).
Aanwijzingen bij de relais
Daarbij kunnen functies die hetzelfde
relais gebruiken uitsluitend alternatief
worden gerealiseerd.
Voorbeeld systeem1 (zie pagina 67):
De functie ”Par-relais” (parallel-relais)
kan uitsluitend worden geactiveerd als
geen ”extra functie” (extra functie voor
tapwaterverwarming) werd geactiveerd.
Inbedrijfstelling
Parameters instellen
5608 612 NL
65
Aanwijzing bij sensoren
Aan de Vitosolic 200 kunnen 12 tempe-
ratuursensoren worden aangesloten:
Temperatuursensoren NTC 10 kzijn
geschikt voor temperaturen tot 90 °C.
Deze kunt u aansluiten op de sensor-
ingangen S2 tot S8 en S10 tot S12.
Temperatuursensoren NTC 20 kzijn
geschikt voor temperaturen groter
dan 90 °C. Deze kunt u aansluiten op
de sensor-ingangen S1 en S9.
Aan bepaalde functies zijn in de aflever-
toestand temperatuursensoren (referen-
tiesensoren) toegewezen. Een tempera-
tuursensor kan gelijktijdig voor meer
functies worden gebruikt en daarom kun-
nen de referentiesensoren worden gear-
rangeerd.
Voorbeeld warmtebalancering:
Voor de retourtemperatuursensor is in
de aflevertoestand de sensor S10 als
referentiesensor voorzien. Wanneer de
sensor S2 ook voor deze functie moet
worden gebruikt, moet de retourtempe-
ratuursensor worden gearrangeerd.
Hoofdmenu ”WMZ”
”Expert”
”Sen.retour”
2 instellen voor sensor S2.
Opmerking
Arrangeren op niet aangesloten senso-
ren leiden tot storingsmeldingen.
Parameter terugzetten in de toestand bij levering
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Systeem”, 1 instellen.
Systeem en hydraulisch type instellen
Overzicht
Met de Vitosolic 200 kunnen 7 syste-
men van verschillende hydraulische
typen worden gerealiseerd.
Systeem:
Hoe veel collectorvelden zijn er
gemonteerd?
Hoe veel verbruikers zijn er aanwezig?
Hydraulisch type:
Welke hydraulische variant (pomp- of
klepbesturing)?
Inbedrijfstelling
Parameters instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
66
Systeem Aantal collectorvel-
den
Aantal verbruikers
Toestand bij levering:
1 (zie pagina 67)
2 (zie vanaf pagina 68)
3 (zie vanaf pagina 70)
4 (zie vanaf pagina 73)
5 (zie vanaf pagina 77)
6 (zie vanaf pagina 79)
7 (zie vanaf pagina 82)
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
67
Systeem 1
S1
R1
S2
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x
Functieblok 1 x x x
Koelfunctie x
Externe warmtewis-
selaar
(Secundaire pomp aan
R4)
x x
Extra functie x
Parallelrelais x
Functieblok 2 x x x
Boilerlading x x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
68
Systeem 2, hydrauliektype 1
S1 S9
R1 R2
S2
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x
Functieblok 1 x x x
Koelfunctie x
Externe warmtewis-
selaar (secundaire
pomp aan R4)
x x
Extra functie x
Parallelrelais x
Functieblok 2 x x x
Boilerlading x x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
69
Systeem 2, hydrauliektype 2
S1 S9
R1 R2
S2
R4
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x
Functieblok 1 x x x
Externe warmtewis-
selaar (secundaire
pomp aan R3)
x x
Koelfunctie x
Extra functie x
Parallelrelais x
Functieblok 2 x x x
Boilerlading x x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
70
Systeem 3, hydrauliektype 1
S1
R1
R4
S2 S4
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x
Functieblok 1 x x x
Externe warmtewis-
selaar (secundaire
pomp aan R3)
x x
Extra functie x
Parallelrelais x
Functieblok 2 x x x
Boilerlading x x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
71
Systeem 3, hydrauliektype 2
S1
R1
R4
S2 S4
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x
Functieblok 1 x x x
Externe warmtewis-
selaar (primaire pomp
aan R3)
x x
Extra functie x
Parallelrelais x
Functieblok 2 x x x
Boilerlading x x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
72
Systeem 3, hydrauliektype 3
S1
R2
R4
S2 S4
R1
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x
Functieblok 1 x x x
Externe warmtewis-
selaar (secundaire
pomp aan R3)
x x
Extra functie x
Parallelrelais x
Functieblok 2 x x x
Boilerlading x x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
73
Systeem 4, hydrauliektype 1
S1 S9
R1 R2
S2 S4
R4
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x x
Functieblok 1 x x x
Externe warmtewis-
selaar (secundaire
pomp aan R3)
x x
Extra functie x
Parallelrelais x
Functieblok 2 x x x
Boilerlading x x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
74
Systeem 4, hydrauliektype 2
S1 S9
R1 R2
S2 S4
R3 R4
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x x x
Externe warmtewis-
selaar (secundaire
pomp aan R5)
x x
Extra functie x
Parallelrelais x
Functieblok 2 x x x
Boilerlading x x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
75
Systeem 4, hydrauliektype 3
S1 S9
R1 R2
S2 S4
R4R3
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x x x
Externe warmtewis-
selaar (primaire pomp
aan R5)
x x
Extra functie x
Parallelrelais x
Functieblok 2 x x x
Boilerlading x x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
76
Systeem 4, hydrauliektype 4
S1 S9
R1 R2
S2 S4
R4
R3
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x x x
Externe warmtewis-
selaar (secundaire
pomp aan R5)
x x
Extra functie x
Parallelrelais x
Functieblok 2 x x x
Boilerlading x x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
77
Systeem 5, hydrauliektype 1
S1
S2 S4 S5
R2 R4 R5
R1
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x x x
Functieblok 1 x x x
Externe warmtewis-
selaar (secundaire
pomp aan R3)
x x
Extra functie x
Functieblok 2 x x x
Boilerlading x x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
78
Systeem 5, hydrauliektype 2
S1
S2 S4 S5
R1 R2 R4
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x x
Functieblok 1 x x x
Externe warmtewis-
selaar (primaire pomp
aan R3)
x x
Extra functie x
Parallelrelais x
Functieblok 2 x x x
Boilerlading x x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
79
Systeem 6, hydrauliektype 1
R1 R2
S1 S9
S2 S4 S5
R4 R5 R6
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x x x x x
Functieblok 1 x x x
Externe warmtewis-
selaar (secundaire
pomp aan R3)
x x
Extra functie x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
80
Systeem 6, hydrauliektype 2
R5 R6
S1 S9
S2 S4 S5
R1 R2 R4
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x x x x x
Functieblok 1 x x x
Externe warmtewis-
selaar (primaire pomp
aan R3)
x x
Extra functie x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
81
Systeem 6, hydrauliektype 3
R1 R2
S1 S9
S2 S4 S5
R4 R5 R6
R3
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x x x x x x
Externe warmtewis-
selaar (secundaire
pomp aan R3)
x x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
82
Systeem 7, hydrauliektype 1
R2 R4 R5 R6
S1
S2
S4 S5 S6
R1
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x x x x x
Functieblok 1 x x x
Externe warmtewis-
selaar (secundaire
pomp aan R3)
x x
Extra functie x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
83
Systeem 7, hydrauliektype 2
R1 R2 R4 R5
S1
S2
S4 S5 S6
Relais- en sensor-ingangtoewijzingen
Functies Relais R... Sensor S...
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Bezetting door
schema
x x x x x x x x x
Functieblok 1 x x x
Externe warmtewis-
selaar (primaire pomp
aan R3)
x x
Extra functie x
Functieblok 2 x
Parallelrelais x
Bypass x x
Functieblok 3 x x x
Algemene storings-
melding
x
Onderdrukking naver-
warming
*3
x
Opmerking
De op R5 aangesloten pomp mag geen
PWM-pomp zijn.
*3
Alleen als de functie via sturing van het contact wordt gerealiseerd (zie
pagina 100).
Inbedrijfstelling
Systeem en hydraulisch type instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
84
De solarcircuitpomp wordt ingeschakeld
en er vindt zonneverwarming van de ver-
bruiker plaats:
Temperatuurverschil tussen boiler-
temperatuursensor en collectortem-
peratuursensor overschrijdt het
inschakel-temperatuurver-
schil ”ΔTaan”.
Gestegen boven collector-minimum-
temperatuur.
De zonnecircuitpomp wordt uitgescha-
keld, de zonneverwarming wordt afge-
sloten:
Temperatuurverschil tussen boiler-
temperatuursensor en collectortem-
peratuursensor is lager dan het uit-
schakel-temperatuurverschil ”ΔTuit”.
Gewenste temperatuur (maximaal-
temperatuur) ”Twwgew” is bereikt.
De betreffende verbruiker is geblok-
keerd (sensor defect of veiligheids-
temperatuur van 95 °C is bereikt).
Het betreffende collectorveld is
geblokkeerd (collectortemperatuur-
sensor defect of de temperatuur voor
de collector-nooduitschakeling ”Tcol-
nooduit” is bereikt).
Hoofdmenu ”Solar”
”Instelwaarde”
”ΔTaan”/”ΔTuit”
Toestand bij levering: 8K/4K.
”Twwgew”
Toestand bij levering: 60 °C.
Maximumtemperatuurbegrenzing
De overeenkomstige circulatiepomp
wordt uitgeschakeld, wanneer de
gewenste temperatuur ”Twwgew”
wordt overschreden (zie vorige hoofd-
stuk).
Zo wordt een oververhitting van de ver-
bruiker vermeden. Wanneer de verbrui-
ker meer dan ”ΔT-wwgew” afkoelt,
wordt deze weer door de solarinstallatie
verwarmd.
Als referentiesensor voor het bepalen
van de maximaaltemperatuur is sensor
S2 vooraf ingesteld. Deze kan gearran-
geerd worden. U kunt bijvoorbeeld een
sensor in het bovenste gedeelte van de
verbruiker gebruiken.
Hoofdmenu ”Solar”
”Expert”
”ΔT-WWgew”
Toestand bij levering: 2 K.
”senwwgew”
Toestand bij levering: 2.
Opmerking
De Temperatuurbegrenzing kan ook
worden gerealiseerd door een afzonder-
lijke veiligheidstemperatuurbegrenzer of
temperatuurbewaker (instellingen op
elkaar afstemmen). Bij verbruikers met
lage maximumbegrenzingen (bijvoor-
beeld zwembad) kan een verkeerde
instelling tot materiële schade leiden.
Inbedrijfstelling
Zonneverwarming van de verbruikers.
5608 612 NL
85
Collector-nooduitschakeling
Bij het overschrijden van de tempera-
tuur ”Tcolnooduit” wordt de zonnecir-
cuitpomp uitgeschakeld. Het zonnesys-
teem gaat in stagnatie. Dan is verwar-
ming van de verbruikers niet mogelijk.
Hoofdmenu ”Solar”
”Instelwaarde”
”Tcolnooduit”
Toestand bij levering: 130 °C.
Opmerking
Te hoge temperaturen kunnen tot mate-
riële schade leiden. Let op de maximale
bedrijfstemperaturen van alle compo-
nenten van het zonnesysteem.
Begrenzing minimumtemperatuur collector
Minimum inschakel-temperatuur ”Tcol-
min” die moet worden overschreden
zodat de solarcircuitpomp wordt inge-
schakeld. Daarmee wordt te vaak
inschakelen van de solarcircuitpomp
verhinderd.
Hoofdmenu ”Solar
”Expert”
”Tcolmin”
Toestand bij levering: 10 °C.
Opmerking
In systemen met twee collectorvelden
voor ieder veld afzonderlijk instelbaar.
Voorrangsschakeling / pendellading
Uitsluitend in installaties met minstens
twee verbruikers (niet voor verbruikers
voor afname van overschotwarmte).
Opmerking
Verbruikers met dezelfde voorrang wor-
den gelijktijdig verwarmd. Deze instelling
wordt niet geadviseerd.
Hoofdmenu ”Solar
”Instelwaarde”
”voorrang ww1” tot ”voorrang
ww4”
De verbruiker met voorrang 1 wordt bij
het overschrijden van het inschakel-
temperatuurverschil ”ΔT...aan” ver-
warmd, tot het uitschakeltemperatuur-
verschil ”ΔTuit” is bereikt.
Wanneer het inschakeltemperatuur-
verschil ”ΔT...aan” van de verbruiker
die lager in rang is, is overschreden,
wordt deze voor een instelbare pen-
dellaadtijd ”t-umw” verwarmd.
Na verloop van de pendellaadtijd
treedt een pauze ”t-st” (pendelpau-
zetijd) op.
Inbedrijfstelling
Zonneverwarming van de verbruikers.
(vervolg)
5608 612 NL
Service
86
Tijdens de pendelpauzetijd contro-
leert de solarregeling de stijging van
de collectortemperatuur ”ΔT-col”.
Collectortemperatuur stijgt tijdens
de pendelpauzetijd met ”ΔT-col”:
Pendelpauzetijd begint opnieuw en
wordt zolang voortgezet,
tot ”ΔT...aan” voor de verbruikers
met Voorrang 1 wordt overschre-
den.
Collectortemperatuur stijgt niet tij-
dens de pendelpauzetijd met ”ΔT-
col”:
De verbruiker die lager in rang is,
wordt voor de ingestelde pendeltijd
verwarmd.
De pendellading tussen de beide eer-
ste verbruikers wordt zolang voortge-
zet, tot de verbruiker met voorrang 1
zijn gewenste waarde ”Twwgew”
bereikt. Er wordt nu bij de pendellading
geen rekening meer met hem gehou-
den en de pendellading vindt plaats
tussen de overige verbruikers over-
eenkomstig hun rangorde.
Hoofdmenu ”Solar”
”Instelwaarde”
”Twwgew” tot ”Tww4gew”
Toestand bij levering: 60 °C.
”Expert”
”t-st”
Toestand bij levering: 2 min.
”t-cir”
Toestand bij levering: 15 min.
”ΔT-col”
Toestand bij levering: 2 K.
Verwarming tot een tweede gewenste
waarde
Wanneer alle verbruikers hun gewenste
waarde hebben bereikt, kan een vol-
gende op een tweede gewenste
waarde ”Tww...gew2” plaatsvinden.
Deze functie kan voor elke verbruiker
worden geactiveerd.
Hoofdmenu ”Solar”
”Expert”
”Wwgew” tot ”Ww4gew”
Voor de verbruiker, waarvoor de
functie moet gelden, ”Ja” instellen.
”t-st”
Toestand bij levering: 2 min.
”t-cir”
Toestand bij levering: 15 min.
”ΔT-col”
Toestand bij levering: 2 K.
”Instelwaarde”
”Twwgew1” tot ”Tww4gew1”
(1. gewenste temperatuur van de
verbruikers)
Toestand bij levering: 60 °C.
”Twwgew2” tot ”Tww4gew2”
(2. gewenste temperatuur van de
verbruikers).
Toestand bij levering: 60 °C.
Inbedrijfstelling
Zonneverwarming van de verbruikers.
(vervolg)
5608 612 NL
87
Hoofdmenu ”Expert”
”Aansturing 1” tot ”aansturing 4”
Instelling realiseren overeenkomstig
het aangesloten pomptype (zie vol-
gende tabel).
Pompen Parameter ”Aansturing”
Standaard-zonnepompen
Zonder eigen toerentalregeling ”Puls”
Met eigen toerentalregeling ”Aan/Uit”
Hoogrendement-pompen ”Aan/Uit”
Pompen met PWM-ingang
Opmerking
Uitsluitend zonnepompen gebruiken, geen CV-
pompen.
WILO-pomp ”PWM A”
GRUNDFOS-pomp ”PWM B”
Relaiskick
De pompen/kleppen worden op een
instelbare tijd gedurende 10 s ingescha-
keld zodat ze niet vast komen te zitten.
Hoofdmenu ”Expert
”Uitgangen”
”Relaiskick”, ”Ja”.
”Tijd”
Tijd voor de relaiskick instellen.
Toerentalregeling activeren
De toerentalregeling kan alleen voor
de aan de relaisuitgangen R1 tot en
met R4 aangesloten pompen worden
geactiveerd.
Deze pompen moeten getrapt of pom-
pen met PWM-signaal zijn.
Aanpassing van het toerental in afhan-
kelijkheid van een referentie-ingang
(verschiltemperatuur of gewenste col-
lectortemperatuur).
Bij het bereiken van de startvoor-
waarde voor de toerentalregeling start
de pomp met het minimale toerental.
Toerentalregeling via verschiltemperatuur
Het toerental volgt uit het minimumtoe-
rental, de gewenste-verschiltempera-
tuur en de stijging.
Inbedrijfstelling
Pomptype instellen
5608 612 NL
Service
88
Bij overschrijden van het inschakel-tem-
peratuurverschil ”ΔTaan” voor de
betreffende pomp, wordt deze op het
minimumtoerental ingeschakeld.
Stijgt het inschakel-temperatuurverschil
tot ”ΔTgew” (gewenste verschiltempe-
ratuur), wordt het toerental bij iedere ver-
hoging van de in ”Stijging” ingestelde
waarde met 10 % verhoogd..
Voorbeeld:
Toerentalregeling van de solarcircuit-
pomp op relais R1
Temperatuurverschil in K
Toerental in %
0
0
2 6 10 12 144 8
10
20
30
40
50
60
Hoofdmenu ”Expert”
”Uitgangen”
”Min.toer.”
Toestand bij levering: 30 %.
Hoofdmenu ”Solar”
”Instelwaarde”
”ΔTgew” tot ”ΔT4gew”
Toestand bij levering: 10 K.
Hoofdmenu ”Installatie”
”Expert”
”Regeling”
”Stijging”
Toestand bij levering: 2 K.
Toerentalregeling via gewenste collectortemperatuur
Deze functie is zinvol in installaties net
verbruikers met hoge temperaturen. In
plaats van de verschiltemperatuur wordt
een instelbare gewenste collectortem-
peratuur ”Tcolgew” als doeltempera-
tuur gebruikt.
Stijgt de collectortemperatuur tot ”Tcol-
gew”, wordt de pomp met ingesteld
minimumtoerental ingeschakeld. Bij
iedere verhoging met de in de ”Stij-
ging” ingestelde waarde wordt het toe-
rental met 10 % verhoogd.
Hoofdmenu ”Expert”
”Uitgangen”
”Min.toer.”
Toestand bij levering: 30 %.
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Doeltemp.”, ”Ja”.
”Instelwaarde”
”Tcolgew”
Toestand bij levering: 65 °C.
Inbedrijfstelling
Toerentalregeling activeren
(vervolg)
5608 612 NL
89
Hoofdmenu ”Installatie”
”Expert”
”Regeling”
”Stijging”
Toestand bij levering: 2 K.
Solar-opties instellen
Bypass met collectortemperatuursensor en bypass-sensor
S1
R1R
S9
R1 Solarcircuitpomp
R Bypass-pomp (op R2, R6 of R7)
S1 Collectortemperatuursensor
S9 Bypass-sensor
NTC-sensoren, 20 kΩ
Met relais R2, R6 of R7 (afhankelijk
van het gekozen systeem en hydrau-
lische type).
De referentiesensor (by-passsensor)
kan vrij gekozen (gearrangeerd) wor-
den.
Opmerking
Als de bypasssensor op een locatie
wordt gepositioneerd, waar tempera-
turen boven 90 °C kunnen optreden,
moet deze worden aangesloten op S9
(NTC 20 kΩ).
Bypass-pomp aan:
Bij overschrijden van het inschakel-
temperatuurverschil ”ΔTaan” tussen
collectortemperatuur en boilertempe-
ratuur.
Solarcircuitpomp aan, bypass-pomp
uit:
Bij overschrijden van het temperatuur-
verschil tussen temperatuur van de
bypass-sensor en de boilertempera-
tuur met 2,5 K (vast ingesteld).
Solarcircuitpomp uit, bypass-pomp
aan:
Bij daling van het temperatuurverschil
tussen temperatuur van de bypass-
sensor en de boilertemperatuur met
1,5 K (vast ingesteld).
Inbedrijfstelling
Toerentalregeling activeren
(vervolg)
5608 612 NL
Service
90
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Bypass”, ”Ja”.
”Expert”
”Sen.-bypass”
9 instellen voor sensor S9.
”Bypass”
”Pomp” instellen.
Bypass met zonnecel en collectortemperatuursensor
R1R
S1
CS
CS Solarcel, aansluiting zie pagina 57.
R1 Solarcircuitpomp
R Bypass-pomp (op R2, R6 of R7)
S1 collectortemperatuursensor
Met relais R2, R6 of R7 (afhankelijk
van het gekozen systeem en hydrau-
lische type).
De referentiesensor (by-passsensor)
wordt op de collectortemperatuursen-
sor gearrangeerd.
De solarregeling bepaalt via de solar-
cel de stralingsintensiteit.
Bypass-pomp aan:
Bij overschrijden van de ingestelde
stralingsdrempel ”CS-byp.”.
Bypass-pomp uit, solarcircuitpomp
aan:
Bij overschrijden van het inschakel-
temperatuurverschil ”ΔTaan” tussen
collectortemperatuur en boilertempe-
ratuur.
De bypass-pomp ook uit:
De straling daalt circa 2 minuten onder
de ingestelde stralingschakeldrempel.
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Bypass”, ”Ja”.
”SZ-bypass”, ”Ja”.
”Instelwaarde”
”CS-byp.”
Toestand bij levering: 200 W/m
2
”Expert”
”Sen.-bypass”
1 instellen voor sensor S1.
”Bypass”
”Pomp” instellen.
Hoofdmenu ”Expert”
”Sensoren”
”Type solarcel”
Toestand bij levering: ”E”.
Voer de codeletter in die op de solar-
cel staat.
Inbedrijfstelling
Solar-opties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
91
Externe warmtewisselaar
In installaties met meerdere verbrui-
kers kan een enkele verbruiker of kun-
nen alle verbruikers via de externe
warmtewisselaar worden verwarmd.
Met de parameter ”WT-boiler” kan de
toekenning van de verbruiker plaats-
vinden.
De verbruikers worden hoogstens tot
de ingestelde gewenste tempera-
tuur ”Twwgew” verwarmd (aflever-
toestand 60 °C).
Met relaistoewijzing afhankelijk van
het gekozen systeem en hydraulische
type.
De warmtewisselaarsensor kan vrij
gekozen (gearrangeerd) worden.
Opmerking
Als de warmtewisselaarsensor op een
locatie wordt gepositioneerd, waar
temperaturen boven 90 °C kunnen
optreden, moet deze worden aange-
sloten op S9 (NTC 20 kΩ).
Externe warmtewisselaar voor alle verbruikers
Warmtewisselaar-relais schakelt de
zonnecircuitpomp (primaire pomp R
p
)
Warmtewisselaar-relais schakelt de
secundaire pomp R
s
)
Systeem Hyd. type Warmte-
wisselaar-
relais
Systeem Hyd. type Warmtewis-
selaar-
relais
3 2 R3 1 1 R4
4 3 R5 2 1 R4
5 2 R3 2 2 R3
6 2 R3 3 1, 3 R3
7 2 R3 4 1 R3
4 2, 4 R5
5 1 R3
6 1 R3
6 3 R7
7 1 R7
Inbedrijfstelling
Solar-opties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
92
Warmtewisselaar-relais schakelt de
zonnecircuitpomp (primaire pomp R
p
)
Warmtewisselaar-relais schakelt de
secundaire pomp R
s
)
Voorbeeld: Systeem 3, hydraulisch type
2
Voorbeeld: Systeem 3, hydraulisch type
3
S1
R4
S2
S4
Rp
R1
1 2
S9
S1
S2
S4
R1
1 2
S9
Rs
R2 R4
Bij het overschrijden van het inschakel-
temperatuurverschil ”ΔTaan” tussen
collectortemperatuursensor S1 en boi-
lertemperatuursensor S2 of S4 wordt
de solarcircuitpomp (primaire pomp R
p
)
ingeschakeld.
Bij het overschrijden van het inschakel-
temperatuurverschil ”WT-ΔTaan” tus-
sen warmtewisselaarsensor S9 en boi-
lertemperatuursensor S2 of S4 wordt
de circulatiepomp R1 of R4 voor ver-
warming van de verbruikers ingescha-
keld.
Bij het overschrijden van het inscha-
kel-temperatuurverschil ”ΔTaan” tus-
sen collectortemperatuursensor S1 en
boilertemperatuursensor S2 of S4
wordt de zonnecirculatiepomp R1
ingeschakeld en de betreffende klep
R2 of R4 voor verwarming van de ver-
bruikers geopend.
Bij het overschrijden van het inscha-
kel-temperatuurverschil ”WT-ΔTaan”
tussen warmtewisselaarsensor S9 en
boilertemperatuursensor S2 of S4
wordt de secundaire pomp R
s
inge-
schakeld.
Inbedrijfstelling
Solar-opties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
93
Instellingen
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Systeem”
”Hyd. type”
”Ext. WT”, ”Ja”.
”Expert”
”WT-boiler”
Toestand bij levering: ”Alle”
”Sen.ext.WT VL”
9 instellen voor sensor S9.
”Instelwaarde”
”WT-ΔTaan”/”WT-ΔTuit”
Toestand bij levering: 5K / 3K.
Externe warmtewisselaar voor een verbruiker
Warmtewisselaar-relais schakelt de
zonnecircuitpomp (primaire pomp R
p
)
Warmtewisselaar-relais schakelt de
secundaire pomp R
s
)
Systeem Hyd. type Warmte-
wisselaar-
relais
Systeem Hyd. type Warmtewis-
selaar-
relais
3 2 R3 3 1, 3 R3
4 3 R5 4 1 R3
5 2 R3 4 2, 4 R5
6 2 R3 5 1 R3
7 2 R3 6 1 R3
6 3 R7
7 1 R7
Inbedrijfstelling
Solar-opties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
94
Warmtewisselaar-relais schakelt de
zonnecircuitpomp (primaire pomp R
p
)
Warmtewisselaar-relais schakelt de
secundaire pomp R
s
)
Voorbeeld: Systeem 3, hydraulisch type
2
Verbruiker 1 wordt via de externe warm-
tewisselaar verwarmd.
Voorbeeld: Systeem 3, hydraulisch type
3
Verbruiker 1 wordt via de externe warm-
tewisselaar verwarmd.
S1
R4Rp
S9
S2 S4
R2
1 2
S1
R2
R4
S2
S4
R1
1
2
R
S9
S
Bij het overschrijden van het inschakel-
temperatuurverschil ”ΔTaan” tussen
collectortemperatuursensor S1 en boi-
lertemperatuursensor S2 of S4 wordt
de solarcircuitpomp (primaire pomp R
p
)
of de circulatiepomp R4 ingeschakeld.
Bij het overschrijden van het inschakel-
temperatuurverschil ”WT-ΔTaan” tus-
sen warmtewisselaarsensor S9 en boi-
lertemperatuursensor S2 wordt de cir-
culatiepomp R2 voor verwarming van
verbruiker 1 ingeschakeld.
Bij het overschrijden van het inscha-
kel-temperatuurverschil ”ΔTaan” tus-
sen collectortemperatuursensor S1 en
boilertemperatuursensor S2 of S4
wordt de zonnecirculatiepomp R1
ingeschakeld en de betreffende klep
R2 of R4 voor verwarming van de ver-
bruikers geopend.
Bij het overschrijden van het inscha-
kel-temperatuurverschil ”WT-ΔTaan”
tussen warmtewisselaarsensor S9 en
boilertemperatuursensor S2 wordt de
circulatiepomp R
s
voor verwarming
van verbruiker 1 ingeschakeld.
Inbedrijfstelling
Solar-opties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
95
Instellingen
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Systeem”
”Hyd. type”
”Ext. WT”, ”Ja”.
”Expert”
”WT-boiler”
1 voor verbruiker 1 instellen.
”Sen.ext.WT VL”
9 instellen voor sensor S9.
”Instelwaarde”
”WT-ΔTaan”/”WT-ΔTuit”
Toestand bij levering: 5K / 3K.
Koelfunctie
Met relais R3 (afhankelijk van het
gekozen systeem en hydraulische
type).
Functie voor warmteafvoer.
Deze functie kan alleen in de syste-
men 1 en 2 worden geactiveerd.
Solarcircuitpomp en relais R3 aan:
Bij overschrijden van het inschakel-
temperatuurverschil ”ΔTaan” en de
gewenste temperatuur ”Twwgew”.
Solarcircuitpomp en relais R3 uit:
Bij daling onder het uitschakel-tempe-
ratuurverschil ”ΔTuit”.
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Koelfct.”, ”Ja”.
Intervalfunctie
Zonder relaistoewijzing.
Activering van deze functie in installa-
ties met ongunstig geplaatste collec-
tortemperatuursensor. Daarmee
wordt vertraging bij de registratie van
de collectortemperatuur voorkomen.
De zonnecirculatiepomp wordt in inter-
vallen ingeschakeld.
Opmerking
Bij defecte collectortemperatuursensor
of bij het bereiken van de collector-uit-
schakeltemperatuur ”Tcolnooduit” (zie
pagina 85) wordt de functie onderdrukt.
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Col-interv.”, ”Ja”.
”Instelwaarde”
”Interval”
Toestand bij levering: 30 min.
Opmerking
Het eerste inschakelen vindt met
30 minuten vertraging na het inscha-
keltijdstip ”Int-in” plaats.
”Expert”
”Int-loopt.”
Inbedrijfstelling
Solar-opties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
96
Toestand bij levering: 30 s.
”Int-Aan”
Toestand bij levering: 7.00 tot 19.00
uur.
”Int-Uit”
Toestand bij levering: 7.00 tot 19.00
uur.
Opmerking
Van 19.00 tot 7.00 uur is de functie
niet actief.
Collectorkoelfunctie
Zonder relaistoewijzing.
Solarcircuitpomp uit:
Bij het bereiken van de ingestelde
gewenste temperatuur ”Twwgew”.
Als de collectortemperatuur tot de
ingestelde maximum collectortempe-
ratuur ”Tcolmax” stijgt, wordt de
solarcircuitpomp zo lang ingescha-
keld tot deze temperatuur 5 K daalt.
Daarbij kan de boilertemperatuur ver-
der stijgen, echter slechts tot 95 ºC
(Let op de instructies voor bescher-
ming tegen verbranding op pagina 6).
De verbruiker waarop de collector-
koelfunctie moet werken, kan worden
geselecteerd.
Opmerking
De intrinsieke veiligheid van de solarin-
stallatie in elk geval door de correcte
dimensionering van het expansievat
garanderen, ook bij verder stijgende col-
lectortemperatuur na het bereiken van
alle grenstemperaturen.
Bij stagnatie of bereiken van de collec-
tor-uitschakeltemperatuur ”Tcolnoo-
duit” (zie pagina 85) wordt de solarcir-
cuitpomp vergrendeld of uitgeschakeld.
Daarmee wordt thermische overbelas-
ting van de aangesloten componenten
voorkomen.
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Col-koelfct.”, ”Ja”.
”Instelwaarde”
”Tcolmax”
Toestand bij levering: 110 °C.
”Expert”
”Colmax-ww.”.
Toestand bij levering: de functie
werkt op alle verbruikers.
Inbedrijfstelling
Solar-opties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
97
Terugkoelfunctie
Zonder relaistoewijzing.
De functie werkt uitsluitend op de ver-
bruikers, waarvoor de functie ”Col.-
koelfct.” is geactiveerd. De functie
werkt op de verbruikers in numerieke
volgorde.
Opmerking
Ingeval de collectorkoelfunctie niet is
geactiveerd, heeft de terugkoelfunctie
effect op verbruiker 1.
Door de collectorkoelfunctie blijft de
solarcircuitpomp bij het bereiken van
de gewenste tempera-
tuur ”Twwgew” ingeschakeld om
oververhitting van de collector te ver-
mijden.
Door de terugkoelfunctie loopt de
solarcircuitpomp 's avonds zolang
door tot de verbruiker via de collector
en de leidingen tot de ingestelde
gewenste temperatuur ”Twwgew”
wordt teruggekoeld.
Opmerking
De intrinsieke veiligheid van de solarin-
stallatie in elk geval door de correcte
dimensionering van het expansievat
garanderen, ook bij verder stijgende col-
lectortemperatuur na het bereiken van
alle grenstemperaturen.
Bij stagnatie of bereiken van de collec-
tor-uitschakeltemperatuur ”Tcolnoo-
duit” (zie pagina 85) wordt de solarcir-
cuitpomp vergrendeld of uitgeschakeld.
Daarmee wordt thermische overbelas-
ting van de aangesloten componenten
voorkomen.
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Retourkoelfct.”, ”Ja”.
Opmerking
Wanneer verbruikers van andere warm-
tebronnen ook worden verwarmd, acti-
veer deze functie dan niet.
Vorstbeschermingsfunctie
Zonder relaistoewijzing.
Om collectorschade te vermijden.
Activeren bij gebruik van water als
warmtedragend medium.
Solarcircuitpomp aan:
Collectortemperatuur ”Tcol”
+4 °C.
Solarcircuitpomp uit:
Collectortemperatuur ”Tcol”
+5 °C.
Opmerking
Opvragen van de collectortemperatuur
zie ”Meetwaarden” op pagina 117.
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Vorstbescherming”, ”Ja”.
Inbedrijfstelling
Solar-opties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
98
Parallelrelais
Met relaistoewijzing R5 of R7 (afhan-
kelijk van het gekozen systeem en
hydraulische type).
Parallel aan relais R1 wordt relais R5
of R6 geschakeld, bijvoorbeeld voor
de aansturing van een omschakelklep.
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Par. Relais”, ”Ja”.
Naverwarming onderdrukken
Installatie met Vitotronic regeling met KM-BUS
Zonder relaistoewijzing.
Functie actief:
Verbruiker wordt door de solarinstal-
latie verwarmd.
Aansluiting van de KM-BUS op de
solarregeling en ketelcircuitrege-
ling.
Op de ketelcircuitregeling via codeer-
adres ”67” in groep ”warmwater” een
3e gewenste tapwatertemperatuur
opgeven (waarde moet onder de 1e
gewenste tapwatertemperatuur lig-
gen).
De verbruiker wordt pas door de ver-
warmingsketel verwarmd als de
3e gewenste tapwatertemperatuur
niet door de solarinstallatie wordt
bereikt.
1. Eventueel elektronicaprintplaat in de
ketelcircuitregeling vervangen (zie
tabel op pagina 144).
2.
KM-BUS op ingang aVG van de solar-
regeling aansluiten (zie pagina).
3. Geef een 3e gewenste tapwatertem-
peratuur op.
Montage- en servicehandlei-
ding ketelcircuitregeling
4. De verbruiker selecteren waarvoor
de functie moet gelden (toestand bij
levering 1):
Hoofdmenu ”Solar”
”Expert”
”Verw.onder. ww”
Toestand bij levering: 1 voor ver-
bruiker 1.
Installatie met verdere Viessmann-regeling
Met relaistoewijzing R7.
Functie actief:
Verbruiker wordt door de solarinstalla-
tie verwarmd.
Inbedrijfstelling
Solar-opties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
99
Via een weerstand wordt een circa
10 K hogere gemeten tapwatertempe-
ratuur gesimuleerd (aansluitingen zie
volgende tabel).
De verbruiker wordt pas door de ver-
warmingsketel verwarmd als de
gewenste tapwatertemperatuur niet
door de solarinstallatie wordt bereikt.
Inbedrijfstelling
Solar-opties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
100
Boilertemperatuursensor als PTC Boilertemperatuursensor als NTC
A
R7-A
R7-M
R7-R
C
B
E
D
C
Weerstand 20 Ω, 0,25 W (door de
installateur te verzorgen)
A
R7-A
R7-M
R7-R
C
B
E
D
C
Weerstand 10 kΩ, 0,25 W (door de
installateur te verzorgen)
A
Aansluitruimte zonneregeling
B
Aftakdoos (door de installateur te verzorgen)
E
Naar de ketelcircuitregeling, aansluiting voor boilertemperatuursensor
D
Boilertemperatuursensor van de ketelcircuitregeling
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”CV-onder.”, ”Ja”.
”Expert”
”Verw.onder. ww”.
Toestand bij levering: 1 voor ver-
bruiker 1.
Inbedrijfstelling
Solar-opties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
101
Boiler 2 (tot 4) aan
Zonder relaistoewijzing.
Met deze functie kunnen in een instal-
latie met meerdere verbruikers (bij-
voorbeeld warmwaterboiler en zwem-
bad) verbruikers op de solaire verwar-
ming worden aangesloten.
!
Opgelet
Onderbreking of kortsluiting van
de betreffende temperatuursen-
sor
wordt dan niet meer gemeld.
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”ww2aan” tot ”ww4aan”.
Toestand bij levering: ”Ja”.
Gebruik overschotwarmte
Zonder relaistoewijzing.
Installatie met meerdere verbruikers.
Een geselecteerde verbruiker wordt
pas verwarmd als alle overige hun
gewenste waarde ”Twwgew” hebben
bereikt.
Met de betreffende verbruiker wordt
geen rekening gehouden in de voor-
ranglogica.
Hoofdmenu ”Solar”
”Opties”
”Overschotw.”, ”Ja”.
”Instelwaarde”
”Overschot ww.”.
Toestand bij levering: 1 voor ver-
bruiker 1.
Installatieopties instellen
Extra functie voor de tapwaterverwarming
Installatie met Vitotronic regeling met KM-BUS
Met relaistoewijzing R3 of R5 (afhan-
kelijk van het gekozen systeem en
hydraulische type).
Aansluiting van de omlaadpomp aan
R3 of R5.
Inbedrijfstelling
Solar-opties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
102
Signaal voor het inschakelen van de
omlaadpomp via de KM-BUS van de
ketelcircuitregeling. Daarmee wordt
ook het onderste gedeelte van de
warmwaterboiler tot de gewenste tem-
peratuur verwarmd.
Stel op de ketelregeling via codeer-
adres ”58” in groep ”Warmwater” een
2e gewenste tapwatertemperatuur in.
Bij geactiveerde functie wordt het tap-
water tot deze waarde verwarmd.
1. Eventueel elektronicaprintplaat in de
ketelcircuitregeling vervangen (zie
tabel op pagina 144).
2.
KM-BUS op ingang aVG van de solar-
regeling aansluiten (zie pagina).
3. Geef een ee gewenste tapwatertem-
peratuur op.
Montage- en servicehandlei-
ding ketelcircuitregeling
4. Op de ketelcircuitregeling een
4e warmwaterfase instellen.
Bij geactiveerde functie wordt het
tapwater in deze periode tot de 2e
gewenste waarde verwarmd.
Bedieningshandleiding ketel-
circuitregeling
5. Aan de solarregeling:
Hoofdmenu ”Installatie”
”Opties”
”Extra fct.”, ”Ja”.
Installatie met verdere Viessmann-regeling
Met relaistoewijzing R3 of R5 (afhan-
kelijk van het gekozen systeem en
hydraulische type).
Aansluiting van de omlaadpomp aan
R3 of R5.
Via een weerstand wordt in de ketel-
circuitregeling een tapwatertempera-
tuur van circa 35 °C gesimuleerd.
Op een instelbare tijd ”t-start” wordt
de omlaadpomp ingeschakeld als de
verbruiker daarvoor niet minimaal
eenmaal dagelijks 60 ºC heeft bereikt:
Als referentiesensor voor het bepalen
van de temperatuur is sensor S2
vooraf ingesteld. Deze kan worden
gearaangeerd, afhankelijk van het feit
op welke verbruiker de functie moet
werken.
Inbedrijfstelling
Installatieopties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
103
B
C
E
L
F
N
D
M
1~
?
29 30 31 32 33 34 35
A
A
Aansluitruimte van de zonnerege-
ling
B
Hulprelais
C
Weerstand (door de installateur te
verzorgen):
PTC: 560 Ω
NTC: 8,2 kΩ
D
Naar ketelcircuitregeling
E
Boilertemperatuursensor van de
ketelcircuitregeling
F
Omlaadpomp
Hoofdmenu ”Installatie”
”Opties”
”Extra fct.”, ”Ja”.
”Expert”
”Sen-extra fct.”
Toestand bij levering: 2 voor sen-
sor S2.
”Instelwaarde”
”t-start”
Toestand bij levering: 17.00 uur.
Inbedrijfstelling
Installatieopties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
104
Boilerlading
Met relaistoewijzing R6 (afhankelijk
van het gekozen systeem en hydrau-
lische type). Uitsluitend activeerbaar
in systemen 1 tot 5.
Verwarming van een verbruiker bin-
nen een bepaald bereik.
De referentiesensoren kunnen wor-
den bepaald via ”Sen-Th3” en ”Sen-
Th4”.
Referentieparameters zijn de inscha-
kel-temperatuur ”Th3aan” en de uit-
schakeltemperatuur ”Th3uit”.
Relais R6 aan:
Bij daling onder ”Th3aan” op beide
sensoren.
Relais R6 uit:
Bij overschrijden van ”Th3uit” op
beide sensoren.
Bovendien kan de tijdsduur voor deze
verwarming worden ingesteld via de
schakelklok (”Schakelklok 2”, zie
pagina 137.
Hoofdmenu ”Installatie”
”Opties”
”Boilerlading”, ”Ja”.
”Expert”
”Sen-Th3”
Toestand bij levering: 5 voor sen-
sor S5.
”Sen-Th4”
Toestand bij levering: 6 voor sen-
sor S6.
”Instelwaarde”
”Th3aan”
Toestand bij levering: 40 °C.
”Th3uit”
Toestand bij levering: 45 °C.
Functieblokken
Voor functie (bijvoorbeeld functies die
onafhankelijk van het zonnesysteem
zijn), staan 3 functieblokken ter beschik-
king.
De relaisuitgangen R3, R6 en R7 (afhan-
kelijk van het gekozen systeem en
hydraulische type) zijn vast toegewezen
aan de functieblokken.
De toegewezen referentiesensoren kun-
nen worden gearrangeerd.
Functies binnen een functieblok:
2 thermostaatfuncties
1 Temperatuur-verschilregeling
1 schakelklok met 3 instelbare perio-
den
Inbedrijfstelling
Installatieopties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
105
R3
Thermost.1
(sensor S3)
Th1aan
Th1uit
Thermost.2
(sensor S4)
Th2aan
Th2uit
(S3-S4)
T-Fct5
T5aan
T5uit
t-aan
Schakelklok 1
t-uit
R6
Thermost.3
(sensor S5)
Th3aan
Th3uit
Thermost.4
(sensor S6)
Th4aan
Th4uit
(S5-S6)
T-Fct6
T6aan
T6uit
t-aan
Schakelklok 2
t-uit
R7
Thermost.5
(sensor S7)
Th5aan
Th5uit
Thermost.6
(sensor S8)
Th6aan
Th6uit
(S7-S8)
T-Fct7
T7aan
T7uit
t-aan
Schakelklok 3
t-uit
FB 1 FB 2 FB 3
FB Functieblok
Het aan een functieblok toegekende relais schakelt alleen als aan de voorwaarden
van alle geactiveerde functies is voldaan. De functies werken als aparte schakelaars
in een serieschakeling.
Inbedrijfstelling
Installatieopties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
106
Thermostaatfunctie Temperatuurverschil-
regeling (ΔT-regeling)
Schakelklokken
Het betreffende relais
schakelt afhankelijk van de
temperatuur op de referen-
tiesensor (zie de volgende
tabel).
Het betreffende relais
schakelt in bij het over-
schrijden van het inscha-
kel-temperatuurver-
schil ”ΔTin” en uit bij
daling onder het uitscha-
kel-temperatuurver-
schil ”ΔTuit”.
Het betreffende relais
schakelt in op de inscha-
keltijd” t-aan” en uit op de
uitschakeltijd ”t-uit” (3
perioden activeerbaar).
Door het vastleggen van de inschakel- en uitschakeltemperatuur kunnen ver-
schillende werkwijzen worden gerealiseerd:
”Thaan” < ”Thuit”
Instelling van de waarden, zie vanaf
pagina 136.
”Thaan” > ”Thuit”
Instelling van de waarden, zie vanaf
pagina 136.
Bijvoorbeeld voor naverwarming Bijvoorbeeld voor het gebruik van over-
schotwarmte
Thuit
Thaan
R uit
R aan
Thaan
Thuit
R uit
R aan
Inbedrijfstelling
Installatieopties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
107
Voorbeelden
Aansturing van de ketelcircuitpomp van een vastebrandstofketel
R3ΔT-Fct5
S3-S5 > ΔT5aanTh1aan > 65°C
Th1uit < 60°C
Thermost. 1
S5
S3
R3
Gebruikte functies:
Thermostaatfunctie 1
”ΔT-Fct5”
Ketelcircuitpomp R3 aan:
Overschrijden van het temperatuur-
verschil ”ΔT5aan” en bereiken
van ”Th1aan”
Ketelcircuitpomp R3 uit:
Daling onder het temperatuurver-
schil ”ΔT5uit” of daling
onder ”Th1uit”
Hoofdmenu ”Installatie”
”Opties”
”Thermost. 1”, ”Ja”.
”ΔT-Fct5”, ”Ja”.
”Instelwaarde”
”Th1aan”
65 instellen.
”Th1uit”
60 instellen.
”ΔT5aan”
Toestand bij levering: 5 K.
”ΔT5uit”
Toestand bij levering: 3 K.
”Expert”
”Sen2-ΔT5Fct”
5 voor sensor S5 instellen.
Inbedrijfstelling
Installatieopties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
108
Aansturing van een circulatiepomp
Thermost.1 R3Schakelklok 1
S3
R3
Th1aan < 50°C
Th1uit > 55°C
Gebruikte functies:
Thermostaatfunctie 1
Schakelklok 1
Om een circulatiepomp aan te sturen, is
activering van de schakelklok al vol-
doende. Met de sensor S3 in de circula-
tieleiding kan het inschakelen van de cir-
culatiepomp bovendien nog afhankelijk
van de temperatuur plaatsvinden.
Hoofdmenu ”Installatie”
”Opties”
”Thermost. 1”, ”Ja”.
”Schakelklok 1”, ”Ja”.
”Instelwaarde”
”Th1aan”
50 instellen.
Waarde instellen.
”Th1uit”
55 instellen.
”Schakelklok 1”
Periode ”t-aan” en ”t-uit” instellen.
Warmtebalancering
Twee geïntegreerde warmtehoeveel-
heidsmeters (WMZ).
Calorimeters kunnen met en zonder
volumemeting worden uitgerust.
Temperatuurmeting naar keuze met
aanwezige temperatuursensoren
(referentiesensoren kunnen worden
gearrangeerd).
Accessoires: Uitbreidingsset warmte-
hoeveelheidsmeter met volumeme-
ting.
Inbedrijfstelling
Installatieopties instellen
(vervolg)
5608 612 NL
109
Balancering zonder volumemeting
Balancering:
Als schatting door het verschil tussen
aanvoer- en retourtemperatuur (twee
sensoren moeten zijn aangesloten) en
het ingestelde debiet (zie service-
handleiding van de collector).
Referentiesensoren zijn sensoren S1
en S10 tot S12, ze kunnen vrij worden
gekozen (gearrangeerd).
Opmerking
Als de aanvoertemperatuursensor op
een locatie wordt gepositioneerd,
waar temperaturen boven 90 °C kun-
nen optreden, moet deze worden aan-
gesloten op S1 of S9 (NTC 20 kΩ).
De balancering wordt gedetecteerd
als de op ”Relais” ingestelde uitgang
actief is.
Voorbeeld
Voor de balancering moeten de pomp op
R1 en de sensoren S1 en S2 worden
gebruikt.
Hoofdmenu ”WMZ”
”Opties”
”WMZ1” of ”WMZ2”, ”Ja”.
”Expert”
”Sen.aanvoer”
Toestand bij levering: 1 voor sensor
S1.
”Sen.retour”
2 instellen voor sensor S2.
”Soort vorstbescherming”
Toestand bij levering: Viessmann
warmte-overdrachtsmedia.
”Vorstbescherming”
Toestand bij levering: 40 %.
Mengverhouding van het warmte-
dragende medium instellen.
”Vol.zender”, ”Nee”
”Debiet”
Toestand bij levering: 5 l/min.
Opmerking
De waarde voor het debiet aflezen:
In het hoofdmenu ”Handmatige
werking” voor de betreffende
actor (in het voorbeeld voor relais
1) ”Aan” instellen.
Op de debietindicatie van de
Solar-Divicon de waarde aflezen.
”Relais”
Toestand bij levering: 1 voor relais
R1.
Inbedrijfstelling
Warmtebalancering
(vervolg)
5608 612 NL
Service
110
Balancering met volumemeting
Aansluiting
B
C
D
E
V1
V2
145
145
GND
S1
S2
S3
S4
S5
S6
S7
S8
S9
S10
S11
S12
CS10
Imp1
Imp2
PWM R1
PWM R2
VBus
PWM R3
PWM R4
1 2 43 5 76 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
A
V1 Volumemeting WMZ1
V2 Volumemeting WMZ2
A
Aansluitruimte van de zonnerege-
ling
B
Aanvoertemperatuursensor WMZ1
(collectortemperatuursensor)
C
Retourtemperatuursensor WMZ1
D
Aanvoertemperatuursensor WMZ2
E
Retourtemperatuursensor WMZ2
Balancering:
Door bepaling van het verschil tussen
aanvoer- en retourtemperatuur en het
door de volumemeting geregistreerde
debiet.
Referentiesensoren zijn sensoren S1
en S10 tot S12, ze kunnen vrij worden
gekozen (gearrangeerd).
Inbedrijfstelling
Warmtebalancering
(vervolg)
5608 612 NL
111
Opmerking
Als de aanvoertemperatuursensor op
een locatie wordt gepositioneerd,
waar temperaturen boven 90 °C kun-
nen optreden, moet deze worden aan-
gesloten op S1 of S9 (NTC 20 kΩ).
Hoofdmenu ”WMZ”
”Opties”
”WMZ1” of ”WMZ2”, ”Ja”.
”Expert”
”Sen.aanvoer”
Toestand bij levering: 1 voor sensor
S1.
”Sen.retour”
Toestand bij levering: 10 voor sen-
sor S10.
”Soort vorstbescherming”
Toestand bij levering: Viessmann
warmte-overdrachtsmedia.
”Vorstbescherming”
Toestand bij levering: 40 %.
Mengverhouding van het warmte-
dragende medium instellen.
”Vol.zender”, ”Ja”
”Vol./imp.” (impulspercentage).
Toestand bij levering: 1 l/imp.,
waarde instellen aan de hand van de
volgende tabel.
Volumemeting 06 15 25 35 60
Impulspercentage l/imp. 1 10 25 25 25
Nom. debiet
m
3
/h
0,6 1,5 2,5 3,5 6,0
Inbedrijfstelling
Warmtebalancering
(vervolg)
5608 612 NL
Service
112
Op de SD-kaart worden de gewonnen
gegevens dagsgewijs als tekstbestan-
den vastgelegd in een jaar- en maand-
map (naamgeving volgens het
schema ”JJJJMMDD.csv”). Binnen
deze tekstbestanden wordt als schei-
dingsteken tussen de afzonderlijke
waarden een TAB gebruikt.
De tekstbestanden kunnen bijvoor-
beeld met een tabellencalculatiepro-
gramma worden geopend. De waar-
den kunnen op deze wijze ook worden
gevisualiseerd.
SD-kaart: geheugencapaciteit 2 GB,
bestandssysteem FAT16
Opmerking
Geen SD-HC-kaart gebruiken.
Datapunt Opmerking
datum en tijd Indicatie van het registratietijdstip.
Temperatuursensor ... in °C (temperatuur-
sensoren 1 tot 12)
Indicaties:
888 Sensoronderbreking
–888 Sensorkortsluiting
Straling in W/m
2
In combinatie met aangesloten solar-
cel.
Weergave 0, als geen solarcel is aan-
gesloten.
Impulsingang ... (1 t/m 2) In combinatie met een calorimeter:
Weergave van het aantal pulsen.
Bij wegvallende netspanning waarde
wordt op 0 gezet.
Inbedrijfstelling
SD-kaart
5608 612 NL
113
Datapunt Opmerking
Sensorbreukvenster
(Indeling binair)
Weergave van de sensoringang met
onderbreking. Daarbij staat het eerste
bit voor sensor 1, het tweede voor
sensor 2 enzovoort.
Voorbeeld:
4064
Binaire code: 111111100000, dat wil
zeggen: sensoringangen 6 tot 12 heb-
ben onderbreking
Opmerking
Wanneer een sensor die voor deze
systeemconfiguratie vereist is, onder-
breking heeft, wordt een fout aan
Vitosolic gemeld.
Sensorkortsluitvenster
(Indeling binair)
Weergave van de sensoringang met
kortsluiting. Daarbij staat het eerste bit
voor sensor 1, het tweede voor sen-
sor 2 enzovoort.
Opmerking
Wanneer een sensor die voor deze
systeemconfiguratie vereist is, onder-
breking heeft, wordt een fout aan
Vitosolic gemeld.
Sensorgebruikvenster
(Indeling binair, grootte 2 bytes)
Weergave van de daadwerkelijk aan-
gesloten sensoren. Daarbij staat het
eerste bit voor sensor 1, het tweede
voor sensor 2 enzovoort.
Voorbeeld:
771
Binaire code: 001100000011; dat wil
zeggen: sensoringangen 1, 2, 9, 10
zijn vereist voor deze systeemconfi-
guratie
De andere sensoringangen kunnen
weliswaar bezet zijn, ze worden ech-
ter niet op fouten gecontroleerd.
Inbedrijfstelling
SD-kaart
(vervolg)
5608 612 NL
Service
114
Datapunt Opmerking
Toerental relais ... in % Relaisuitgangen, bijvoorbeeld voor
pompen
Pompen met PWM-ingang, toerental
in %
Standaard pompen, pomp ”uit” 0%,
pomp ”aan” 100%.
Relaisgebruikvenster Weergave van de daadwerkelijk
gebruikte relaisuitgangen. Daarbij
staat het eerste bit voor relais R1, het
tweede voor relais R2 enzovoort.
Foutenvenster
(Indeling binair, grootte 2 bytes)
Foutmeldingen:
Bit 0: Sensorkortsluiting
Bit 1: Sensoronderbreking
Bit 2: EEPROM-fout
Bit 3: Fout realtime-klok
Waarschuwingsvenster
(Indeling binair, grootte 2 bytes)
Waarschuwingsmeldingen:
Bit 0: Nachtcirculatie
Bit 1: ΔT te hoog
Regelaarversie Softwarestand
Aanvoertemperatuur in °C In combinatie met warmtebalancering
via aanvoer- en retourtemperatuur-
sensor
Retourtemperatuur in °C
Debiet in l/h
Opmerking
Weergave altijd 0.
Warmte in Wh
Warmte in kWh
Warmte in MWh
Inbedrijfstelling
SD-kaart
(vervolg)
5608 612 NL
115
Registratie starten
1. SD-kaart plaatsen. 2. Aan de solarregeling:
Hoofdmenu ”SD-kaart”
”Ja” instellen.
”Interval”
Toestand bij levering: 2 min.
”Lineair log” (zie volgende tabel).
Parameter ”Lineaire log”
Nee (toestand bij levering): Ja:
Bij het bereiken van de capaciteitsgrens
van de kaart worden de oudste gegevens
overschreven (ringbuffer). De registratie
wordt voortgezet.
Bij het bereiken van de capaciteits-
grens van de kaart wordt de registratie
beëindigd. Er verschijnt de indica-
tie ”Kaart vol”.
Registratie beëindigen
1. Aan de solarregeling:
Hoofdmenu ”SD-kaart”
”Kaart veilig verw.”.
2. Na indicatie ”Kaart verw.” neemt u
de kaart uit de solarregeling.
Inbedrijfstelling
SD-kaart
(vervolg)
5608 612 NL
Service
116
SD-kaart formatteren
Aan de solarregeling:
Hoofdmenu ”SD-kaart”
”Formatteren”
Terwijl de procedure loopt, wordt ”For-
matteren” getoond.
De inhoud van de kaart wordt gewist en
de kaart met het bestandssysteem
FAT16 geformatteerd.
Mogelijke indicaties
Hoofdmenu ”SD-kaart”
”Geen kaart” Geen kaart geplaatst of geplaatste kaart niet herkend.
”Registratie” Dataregistratie actief.
”Resttijd” Aantal registratiedagen waarvoor de capaciteit van de
kaart nog voldoende is.
Relaistest uitvoeren (actoren controleren)
De relais kunnen afzonderlijk of alle
samen worden geschakeld.
Hoofdmenu ”Handmatig bedrijf
”Alle relais”
of
”Relais 1” tot ”relais 7”
Schakeltoestanden:
”Aan”
”Auto” regelwerking
”Uit”
Na beëindiging van de relaistest voor
alle relais ”Auto” instellen.
Opmerking
Als relais zich in handmatige werking
bevinden, wordt dat op het hoofdscherm
aangegeven:
30.04.2009
Tcol
Twwo
10:59
47,7 °C
35,4 °C
Handmatige werking
Inbedrijfstelling
SD-kaart
(vervolg)
5608 612 NL
117
Er kan worden ingesteld, welke meldin-
gen moeten worden weergegeven:
De melding ”ΔT te hoog” schijnt,
wanneer het temperatuurverschil lan-
ger dan 20 min hoger is dan 50 K.
Hoofdmenu ”Expert
”ΔT te hoog”
Toestand bij levering: ”Ja”.
De melding ”Nachtcirc.” (nachtcircu-
latie) verschijnt, wanneer tussen 23.00
en 5.00 uur de collectortemperatuur
hoger dan 40 °C is en de verbruiker
wordt verwarmd.
Hoofdmenu ”Expert
”Nachtcirculatie”
Toestand bij levering: ”Ja”.
”Meldrelais”
Hoofdmenu ”Expert
”Meldrelais”, ”Ja”.
In dit geval kan de potentiaalvrije
relaisuitgang R7 (afhankelijk van het
gekozen systeem en hydraulische
type) als algemene storingsmel-
ding-uitgang worden gebruikt.
Temperaturen en bedrijfstoestanden opvragen
Afhankelijk van de installatieconfiguratie
kunnen met de toetsen / de volgende
waarden worden opgevraagd:
Hoofdmenu ”Meetwaarden”
”Meetwaarden:” Omschrijving
Tcol °C Collectortemperatuur
Tcol2 °C Collectortemperatuur collectorveld 2
Twwo °C Boilertemperatuur, onder
Tww2o °C Boilertemperatuur verbruiker 2, onder
Tww3o °C Boilertemperatuur verbruiker 3, onder
Tww4o °C Boilertemperatuur verbruiker 4, onder
Tby °C Bypasstemperatuur
T-WT °C Temperatuur externe warmtewisselaar
ww-extra Extra functie voor de tapwaterverwarming is actief.
Tijd
Datum
Relais
Relais 1
Relais 2
Relais 4
Relais 5
% Toerental relais R1, R2, R4 en R5
Service-instellingen en -opvragingen
Indicatie van meldingen activeren
5608 612 NL
Service
118
”Meetwaarden:” Omschrijving
Relais 3
Relais 6
Relais 7
Schakeltoestand relais R3, R6 en R7
Sensoren
Sens. 1
tot
Sens. 12
°C Temperatuur sensoren 1 tot en met 12
Indicatie bij sensoronderbreking: 888.8
Indicatie bij sensorkortsluiting:
888.8
Opmerking
De weergave van de temperatuur kan ook in °F (graden
Fahrenheit) plaatsvinden (instelling ”temperatuur-
eenheid” in het hoofdmenu ”Expert”).
Intens. W/qm Stralingsintensiteit (werkelijke straling) in combinatie
met solarcel
Balanswaarden opvragen
Afhankelijk van de installatieconfiguratie
kunnen met de toetsen / de volgende
waarden worden opgevraagd:
Hoofdmenu ”Solar
”Balanswaarden”
Terugzetten van de waarden, buiten
de bedrijfsdagen:
De volgende toetsen tijdens de weer-
gave van de waarde indrukken:
1. OK ”Wissen?””Ja” verschijnt.
2. OK ter bevestiging.
”Solar-balans:” Omschrijving
Colmax °C Collector-maximumtemperatuur collectorveld 1
Col2max °C Collector-maximumtemperatuur collectorveld 2
WWmax °C Boiler-maximumtemperatuur
ww2max °C Boiler-maximumtemperatuur verbruiker 2
ww3max °C Boiler-maximumtemperatuur verbruiker 3
ww4max °C Boiler-maximumtemperatuur verbruiker 4
Relais 1
tot
Relais 7
h Bedrijfsuren van de relais R1 tot en met R7
Bedrijfsdagen Bedrijfsdagen van de solarregeling
Service-instellingen en -opvragingen
Temperaturen en bedrijfstoestanden opvragen
(vervolg)
5608 612 NL
119
Beschrijving van de warmtebalans zie
vanaf pagina 108.
Hoofdmenu ”WMZ
”WMZ1” of ”WMZ2”
”Taanv.” (warmtehoeveelheidsme-
ter-aanvoertemperatuur).
”Tretour” (warmtehoeveelheidsme-
ter-retourtemperatuur).
”Warmte”
Opmerkingen
De waarden voor Wh, kWh en MWh
moeten opgeteld worden.
Bij spanningsuitval wordt een warm-
tehoeveelheidwaarde van maxi-
maal 6 uur geleden weergeven.
Terugzetten van de warmtehoeveel-
heid
De volgende toetsen tijdens de weer-
gave van de waarde indrukken:
1. OK ”Wissen?””Ja” verschijnt.
2. OK ter bevestiging.
Meldingen opvragen
Hoofdmenu ”Meldingen”
”Meldingen:” Omschrijving
Belading ww ...
(alleen bij meerdere verbruikers)
Aangegeven verbruiker wordt verwarmd.
Pauze ww ...
(alleen bij meerdere verbruikers)
In combinatie met de pendellading (zie
pagina 86):
Pendelpauze bij de verwarming van de aange-
geven verbruiker.
WWgew... Aangegeven verbruiker heeft zijn gewenste
waarde bereikt.
Storing De solarregeling heeft een storing (opvragen
van de storingsoorzaak zie pagina 120).
SW-versie Software-versie
HW-versie Hardware-versie
Prioriteit van de getoonde meldingen op het hoofdscherm
Handmatige werking
Storing
Belading ww ...
Pauze ww ...
Service-instellingen en -opvragingen
Warmtehoeveelheden en temperaturen opvragen
5608 612 NL
Service
120
Als er in de installatie storingen optre-
den, knippert de schermverlichting en
wordt ”Storing” aangegeven.
30.04.2009
Tcol
Twwo
10:59
47,7 ℃
35,4 ℃
Storing
Storing aflezen en bevestigen
De volgende toetsen indrukken:
1. ”Hoofdmenu” verschijnt.
2. voor ”Meldingen”.
3. OK ter bevestiging.
4. voor het opvragen van de sto-
ring.
5. OK voor de bevestiging.
6. voor het opvragen van overige
storingen (zie volgende tabel).
Opmerking
Als een bevestigde storing niet wordt
verholpen, verschijnt de melding
opnieuw.
Meer sensorfouten
In dit geval wordt altijd uitsluitend de
laatst opgetreden fout weergegeven.
Deze moet eerst worden verholpen,
voordat de vorige wordt weergegeven,
als deze nog niet is verholpen.
Storingen oplossen
Storingsmeldingen
5608 612 NL
121
Storingen met weergave op het scherm
”Meldingen:”
”Storing” Oorzaak Oplossing
!Onderbreking
>Sensor <
Onderbreking van de aan-
gegeven sensor.
Betreffende sensor contro-
leren (zie pagina 124).
!Kortsluiting
>Sensor <
Kortsluiting van de aange-
geven sensor.
Betreffende sensor contro-
leren (zie pagina 124).
?Nachtcirculatie
Opmerking
Een eventueel op het relais
R7 aangesloten meldin-
richting groepsalarm wordt
niet ingeschakeld (zie ook
pagina 54).
Tussen 23.00 en 5.00 uur:
Recirculatie via zwaar-
tekracht (collectortem-
peratuur hoger dan
40 °C).
Een solarcircuitpomp is
ingeschakeld.
Tijd op de Vitosolic con-
troleren. In combinatie
met een ketelcircuitrege-
ling ook de tijd aan de
Vitosolic controleren
(wordt via KM-BUS aan
de Vitosolic overgedra-
gen).
Er wordt een verkeerde
sensor (type NTC,
10 kΩ) gebruikt als col-
lectortemperatuursen-
sor. Gebruik type NTC,
20 kΩ.
Aanwezige terugslag-
klep (Solar-Divicon) con-
troleren of terugslagklep
inbouwen.
?ΔT te hoog
Zie aanwijzing hiervoor.
Circulatiepomp defect.
Alleen melding als langer
dan 20 min solaire verwar-
ming plaatsvindt met een
temperatuurverschil tus-
sen collector en verbruiker
van meer dan 50 K.
Pompaansluiting en pomp
controleren.
!EEPROM Interne storing. Solarregeling uitschakelen
en na enige tijd weer
inschakelen. Alle instellin-
gen controleren. Als de sto-
ring opnieuw optreedt, de
solarregeling vervangen.
!Processoren
!SD-kaart fout Storingsoorzaak weerge-
ven, zie volgende hoofd-
stuk.
zie volgende hoofdstuk.
SD-fout
Storingen oplossen
Storingsmeldingen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
122
Weergave van de storingsoorzaak in combinatie met SD-kaart
”Meldingen” Oorzaak Oplossing
!Bestandssysteem De geplaatste kaart heeft niet
het FAT16-bestandssys-
teem.
Kaart formatteren.
!Foute kaart Fout kaarttype geplaatst of
geheugencapaciteit > 2 GB.
Geen SD-HC-kaart plaatsen.
Kaart met geheugencapaciteit
2 GB plaatsen.
!Schrijffout Fout bij het schrijven naar de
kaart.
Kaart vervangen.
!Schrijfbeveiliging Schrijfbeveiliging van de
kaart is actief.
Schrijfbeveiliging van de kaart
uitschakelen.
Storingen zonder weergave op het scherm
Scherm is donker
Bedrijfsspanning controleren (netscha-
kelaar, netaansluitkabel). Wanneer er
spanning op de solarregeling staat, is de
zekering actief geworden.
Netspanning uitschakelen. Zekering ver-
vangen (zie pagina 125).
Alle relais na elkaar controleren,
zet ”Handmatige werking” op ”Aan”
(zie pagina 116), tot de defecte actor is
gevonden. Storingsoorzaak wegnemen
en ”Handmatig bedrijf” op ”Auto” zet-
ten.
Als na het verhelpen van de storingen
het scherm nog steeds donker is, solar-
regeling vervangen.
Solarcircuitpomp schakelt verkeerd in
Inschakel-temperatuur-
verschil controleren.
Indien te hoog, instelling aanpassen.
Wanneer in orde, collectortemperatuur in de gaten hou-
den.
Collectortemperatuur in
de gaten houden.
Bij ontlucht solarcircuit en voldoende druk mag de tempe-
ratuur niet duidelijk stijgen. Anders de intervalfunctie acti-
veren (zie pagina 95).
Wanneer het temperatuurverschil te hoog blijft, solarcir-
cuitpomp en pompinstelling controleren.
Solarcircuitpomp con-
troleren.
Zonnecircuitpomp inschakelen via ”Handmatig bedrijf”
(zie pagina 116). Deboet aan de debietmeter controleren.
Storingen oplossen
Storingsmeldingen
(vervolg)
5608 612 NL
123
Standaard-zonne-
pomp loopt niet.
Werkspanning 230 V~ aan de pompaansluiting meten.
Geen bedrijfsspanning:
Aansluiting en veiligheidstemperatuurbegrenzer contro-
leren. Als het relais ondanks handmatige bediening geen
spanning heeft, is de solarregeling defect.
Bedrijfsspanning staat erop:
De pomp zit vast of is defect.
PWM-pomp draait
niet.
Werkspanning 230 V~ aan de pompaansluiting meten.
Geen bedrijfsspanning:
Aansluiting en veiligheidstemperatuurbegrenzer contro-
leren. Als het relais ondanks ”handmatige bediening”
geen spanning heeft, is de solarregeling defect.
Bedrijfsspanning staat erop:
Regelspanning 10 V– aan de stuurleiding meten.
Regelspanning staat erop:
De pomp zit vast of is defect.
Er staat geen regelspanning op:
Elektrische aansluiting van de pomp en de pompin-
stelling controleren.
Netspanning uitschakelen. Pomp en PWM-signaal op
een ander relais plaatsen en in handmatig bedrijf tes-
ten. Als de pomp niet loopt, pomp vervangen.
Aanders is de solarregeling defect.
Solarregeling vervan-
gen.
Alle instellingen noteren (zie tabellen in de aanhang) en de
aansluitleidingen markeren.
Solarcircuitpomp schakelt verkeerd uit
Uitschakel-tempera-
tuurverschil controle-
ren.
Indien te laag, instelling aanpassen.
Wanneer in orde, temperatuurverschil in de gaten hou-
den.
Temperatuurverschil in
de gaten houden.
Bij ontlucht solarcircuit en voldoende druk mag het tempe-
ratuurverschil tussen 5 en 25 K bij toerentalgeregeld pomp-
bedrijf liggen.
Wanneer het temperatuurverschil te laag of hoog is, solar-
circuitpomp en pompinstelling controleren.
Solarcircuitpomp con-
troleren.
Zonnecircuitpomp inschakelen via ”Handmatig bedrijf”
(zie pagina 116). Deboet aan de debietmeter controleren.
Storingen oplossen
Storingsmeldingen
(vervolg)
5608 612 NL
Service
124
0,1
1
10
100
0 20 40 60 80 100 120 140
Temperatuur in °C
Weerstand in kΩ
A
B
25
A
NTC 20 kΩ bij 25 °C
B
NTC 10 kΩ bij 25 °C
1. Betreffende sensor afklemmen en
weerstand meten.
2. Meetresultaat vergelijken met werke-
lijke temperatuur (opvragen zie
pagina 117). Bij sterke afwijking
montage controleren en eventueel
sensor vervangen.
Technische gegevens
Sensor Viessmann
NTC
10 kΩ bij 25 °C 20 kΩ bij 25 °C
Beschermingsgraad IP 53 IP 53
Toegestane omgevings-
temperatuur
in bedrijf
20 tot + 90 °C 20 tot + 200 °C
bij opslag en transport
20 tot + 70 °C 20 tot + 70 °C
Kabellengte 3,8 m 2,50 m
Relais (actoren) controleren
Zie hoofdstuk ”Relaistest” op
pagina 116.
Storingen oplossen
Sensoren controleren
5608 612 NL
125
B
R6
R5
R4
R3
R2
R1
L
R7-A
R7-M
R7-R
N
N N N N N NN
29 30 31 32 33 34 35
A
A
Aansluitruimte zonneregeling
B
Zekering, T6, 3A
Aansluitruimte van de zonneregeling
openen.
Reservezekering bevindt zich in de
zekeringhouder.
Storingen oplossen
Zekering vervangen
5608 612 NL
Service
126
Aanwijzing voor bestelling van reser-
veonderdelen
Vermeld het bestel- en het serienummer
(zie typeplaatje) evenals het positienum-
mer van het onderdeel (van deze onder-
delenlijst).
Courante onderdelen zijn in de plaatse-
lijke vakhandel verkrijgbaar.
Onderdelen
001 Vitosolic 200
010 Collectortemperatuursensor
020 Boilertemperatuursensor
030 Meegeleverde trekontlasting en
beveiliging
040 Zekering, T 6,3 A (5 stuks)
050 Montage- en servicehandleiding
060 Gebruikershandleiding
Onderdelenlijst
Onderdelenlijst
5608 612 NL
127
250
47
204
Nominale spanning
230 V
Nominale frequentie 50 Hz
Nominale stroomsterkte 6A
Opgenomen vermogen 6 W
(in standby-modus 0,9 W)
Beschermingsklasse II
Beschermingsgraad IP 20 D volgens EN 60529, door opbouw /
inbouw te garanderen
Werkwijze Type 1 B conform EN 60730-1
Toegestane omgevingstemperatuur
in bedrijf 0 tot +40 °C
Gebruik in woningen en verwarmde ruimtes
(normale omgevingsvoorwaarden)
bij opslag en transport
20 tot +65 °C
Nominale belasting van de relaisuitgan-
gen bij 230 V
Halfgeleiderrelais 1
tot en met 6
0,8 A
Relais 7
4 (2) A
totaal maximaal 6 A
Technische gegevens
Technische gegevens
5608 612 NL
Service
128
Hoofdmenu
Meetwaarden
Meldingen
Solar
Installatie
WMZ
Handmatige werking
Bedieningscode
Solar
Terug
Balanswaarden
Opties
Expert
Installatie
Terug
Opties
Expert
WMZ
Instelwaarden
Instelwaarden
Terug
Expert
Terug
A
B
C
E
F
G
K
H
D
Sensoren
Uitgangen
Meldrelais
Ja
Ja
ΔT te hoog
Nachtcir.
Nee
Expert
SD-kaart
Tijd
Opties
WMZ2
WMZ1
L
Display
Taal
A
Zie pagina 117.
B
Zie pagina 119, 121 en 122
C
Zie vanaf pagina 129.
D
Zie pagina 118.
E
Zie vanaf pagina 136.
F
Zie vanaf pagina 140.
G
Zie vanaf pagina 141.
H
Zie pagina 61.
K
Zie pagina 116.
L
Zie pagina 141.
Overzicht van de menustructuur
Overzicht van de menustructuur
5608 612 NL
129
Instelwaarden
Solar-
instelw:
Beschrijving Toestand
levering
Instelbereik Inge-
stelde
waarde
Twwgew Gew. temperatuur
verbruiker
60 °C 4 tot 90 °C
Twwgew1 1. Gewenste tempera-
tuur bij ”wwgew”
= ”Ja”
*4
60 °C 4 tot 90 °C
Twwgew2 2. Gewenste tempera-
tuur bij ”wwgew”
= ”Ja”
*4
60 °C 4 tot 90 °C
Tww2gew Gew. temperatuur
verbruiker 2
60 °C 4 tot 90 °C
Tww2gew1 1. Gewenste tempera-
tuur bij ”ww2gew”
= ”Ja”
*4
60 °C 4 tot 90 °C
Tww2gew2 2. Gewenste tempera-
tuur bij ”ww2gew”
= ”Ja”
*4
60 °C 4 tot 90 °C
Tww3gew Gew. temperatuur
verbruiker 3
60 °C 4 tot 90 °C
Tww3gew1 1. Gewenste tempera-
tuur bij ”ww3gew”
= ”Ja”
*4
60 °C 4 tot 90 °C
Tww3gew2 2. Gewenste tempera-
tuur bij ”ww3gew”
= ”Ja”
*4
60 °C 4 tot 90 °C
Tww4gew Gew. temperatuur
verbruiker 4
60 °C 4 tot 90 °C
Tww4gew1 1. Gewenste tempera-
tuur bij ”ww4gew”
= ”Ja”
*4
60 °C 4 tot 90 °C
Tww4gew2 2. Gewenste tempera-
tuur bij ”ww4gew”
= ”Ja”
*4
60 °C 4 tot 90 °C
*4
Parameter in ”Solar-expert”.
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Solar”
5608 612 NL
Service
130
Solar-
instelw:
Beschrijving Toestand
levering
Instelbereik Inge-
stelde
waarde
ΔTaan Inschakel-tempera-
tuurverschil voor de
solarcircuitpomp
*5
8 K 1,5 tot 20 K
ΔTuit Uitschakel-tempera-
tuurverschil voor de
solarcircuitpomp
*6
4 K 1 tot 19,5 K
ΔTgew Temperatuurverschil
voor start van de toe-
rentalregeling
10 K 2 tot 30 K
ΔT2aan Inschakel-tempera-
tuurverschil voor ver-
bruiker 2
*5
8 K 1,5 tot 20 K
ΔT2uit Uitschakel-tempera-
tuurverschil voor ver-
bruiker 2
*6
4 K 1 tot 19,5 K
ΔT2gew Temperatuurverschil
voor start van de toe-
rentalregeling
10 K 2 tot 30 K
ΔT3aan Inschakel-tempera-
tuurverschil voor ver-
bruiker 3
*5
8 K 1,5 tot 20 K
ΔT3uit Uitschakel-tempera-
tuurverschil voor ver-
bruiker 3
*6
4 K 1 tot 19,5 K
ΔT3gew Temperatuurverschil
voor start van de toe-
rentalregeling
10 K 2 tot 30 K
ΔT4aan Inschakel-tempera-
tuurverschil voor ver-
bruiker 4
*5
8 K 1,5 tot 20 K
ΔT4uit Uitschakel-tempera-
tuurverschil voor ver-
bruiker 4
*6
4K 1 tot 19,5 K
ΔT4gew Temperatuurverschil
voor start van de toe-
rentalregeling
10 K 2 tot 30 K
*5
”ΔTaan” kan minimaal 0,5 K boven ”ΔTuit” liggen.
Waarde voor ”ΔTan” kan niet boven de waarde voor ”ΔTgew” worden ingesteld.
*6
”ΔTuit” kan minimaal 0,5 K onder ”ΔTaan” liggen.
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Solar”
(vervolg)
5608 612 NL
131
Solar-
instelw:
Beschrijving Toestand
levering
Instelbereik Inge-
stelde
waarde
Overschot
ww.
Verbruiker voor warm-
teafvoer
1 1 t/m 4
Voorrang
ww1
Volgorde waarin de
verbruikers moeten
worden verwarmd
1 Afhankelijk van het
aantal verbruikers
van 1 tot en met 4
Voorrang
ww2
2
Voorrang
ww3
3
Voorrang
ww4
4
WT-ΔTaan Inschakel-tempera-
tuurverschil voor
secundaire pomp van
de ext. warmtewis-
selaar
*5
5 K 1 tot 19,5 K
WT-ΔTuit Uitschakel-tempera-
tuurverschil voor
secundaire pomp van
de ext. warmtewis-
selaar
*6
3 K 1,5 tot 20 K
CS-byp.
Stralingsdrempel
*7
200 W/m
2
100 tot 500 W/m
2
Interval Interval voor interval-
functie
30 min 1 tot 60 min
Tcolgew Gewenste collector-
temperatuur in combi-
natie met activering
van de functie ”Doel-
temperatur”
(in ”solaropties”)
65 °C 20 tot 110 °C
*5
”ΔTaan” kan minimaal 0,5 K boven ”ΔTuit” liggen.
Waarde voor ”ΔTan” kan niet boven de waarde voor ”ΔTgew” worden ingesteld.
*6
”ΔTuit” kan minimaal 0,5 K onder ”ΔTaan” liggen.
*7
Vitosol-F: 210 W/m
2
Vitosol-T: 130 W/m
2
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Solar”
(vervolg)
5608 612 NL
Service
132
Solar-
instelw:
Beschrijving Toestand
levering
Instelbereik Inge-
stelde
waarde
Tcolmax Collector-maximum-
temperatuur
*8
110 °C
80 tot 160
Tcolnooduit Collector-uitschakel-
temperatuur
*8
Opmerking
Bij 200 °C is de functie
niet actief.
130 °C
110 tot 200
Opties
Solar-opties: Beschrijving Toestand
levering
Ingestelde
waarde
Systeem Systeem 1
(1 t/m 7)
Hyd. type Hydraulisch type 1
(1 t/m 4)
Bypass Bypass-schakeling met collec-
tortemperatuur- en bypass-sen-
sor/solarcel
Nee
Ext.-WT Ext. warmtewisselaar is aange-
sloten
Nee
Koelfct. Koelfunctie Nee
Col.interv. Intervalfunctie Nee
Col.koelfct. Collectorkoelfunctie Nee
Terugkoelfct. Terugkoelfunctie Nee
Vorstbescher-
ming
Vorstbescherming Nee
Doeltemp. Doeltemperatuur in combinatie
met toerentalregeling
Nee
Par. Relais Parallelrelais Nee
SC-bypass Bypass-schakeling met solarcel Nee
Verw.onderdr. Onderdrukking van de naverwar-
ming door de verwarmingsketel
Nee
ww 2 aan Boiler 2 aan Ja
*8
De collector-maximumtemperatuur niet hoger dan de collector-uitschakeltempe-
ratuur instellen. Beide waarden zijn onderling op een verschil van minimaal 10 K
vergrendeld.
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Solar”
(vervolg)
5608 612 NL
133
Solar-opties: Beschrijving Toestand
levering
Ingestelde
waarde
ww 3 aan Boiler 3 aan Ja
ww 4 aan Boiler 4 aan Ja
Overschotw. Alleen in combinatie met syste-
men 3 t/m 7:
Warmteafvoer als ”Twwgew”
(in ”solar-instelw.”) van de
geselecteerde verbruiker is
bereikt.
Nee
Expert
Solar-expert: Beschrijving Toestand
levering
Instelbereik Inge-
stelde
waarde
Tcolmin Collector-minimum-
temperatuur collector-
veld 1
10 °C 10 tot 90 °C
Tcol2min Collector-minimum-
temperatuur collector-
veld 2
10 °C 10 tot 90 °C
ΔT-WWgew Hysterese voor
gewenste tempera-
tuur ”Twwgew”
2K 0,5 tot 5 K
ΔT-ww2gew Hysterese voor
gewenste tempera-
tuur”Tww2gew”
2K 0,5 tot 5 K
ΔT-ww3gew Hysterese voor
gewenste tempera-
tuur”Tww3gew”
2K 0,5 tot 5 K
ΔT-ww4gew Hysterese voor
gewenste tempera-
tuur”Tww4gew”
2K 0,5 tot 5 K
wwgew Verwarming tot 2e
gew. waarde verbrui-
ker 1
Nee
ww2gew Verwarming tot 2e
gew. waarde verbrui-
ker 2
Nee
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Solar”
(vervolg)
5608 612 NL
Service
134
Solar-expert: Beschrijving Toestand
levering
Instelbereik Inge-
stelde
waarde
ww3gew Verwarming tot 2e
gew. waarde verbrui-
ker 2
Nee
ww4gew Verwarming tot 2e
gew. waarde verbrui-
ker 4
Nee
Senwwgew Referentiesensor voor
uitschakelen van de
solarcircuitpomp,
afhankelijk
van ”Twwgew” (beïn-
vloedt niet de tempera-
tuurverschilregeling).
Bijvoorbeeld een sen-
sor in het bovenste
gedeelte van de ver-
bruiker.
2 1 t/m 12
Senww2gew Zie hierboven. 4 1 t/m 12
senww2gew Zie hierboven. 5 1 t/m 12
Senww4gew Zie hierboven. 6 1 t/m 12
t-st Pendelpauzetijd,
onderbrekingsduur
van de pomploop
2 min 1 tot 60 min
t-cir Pendellaadtijd, Inter-
val van de onderbre-
king
15 min 1 tot 60 min
ΔT-col Collectortemperatuur-
stijging
2 K 1,0 tot 10,0 K
Int-loopt. Bij geactiveerde inter-
valfunctie ”Col-
interv.” (in ”Solar-
opties”):
Tijd voor werking van
de solarcircuitpomp
volgens ingestelde
interval en tijdvenster
30 s 5 tot 500 s
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Solar”
(vervolg)
5608 612 NL
135
Solar-expert: Beschrijving Toestand
levering
Instelbereik Inge-
stelde
waarde
Int-Aan Bij geactiveerde inter-
valfunctie ”Col-
interv.” (in ”Solar-
opties”):
Begin van de interval-
functie
07:00
tot
19:00
00:00
tot
23:45
Int-Uit Bij geactiveerde inter-
valfunctie ”Col-
interv.” (in ”Solar-
opties”):
Einde van de interval-
functie
07:00
tot
19:00
00:00
tot
23:45
Verw.onder. ww Bij geactiveerde
onderdrukking naver-
warming:
Verbruikers waarvoor
de functie moet gel-
den
ww1 1 t/m 4
WT-boiler Verbruikers die via de
externe warmtewis-
selaar moeten worden
verwarmd
Alle 1 tot 4 / Alle
Sen.ext.WT VL Sensor die voor de
functie ”Ext.-WT”
moet worden gebruikt
3 1 t/m 12
Sen.-bypass Sensor die voor de
bypass-functie moet
worden gebruikt
3 1 t/m 12
Bypass Hydraulica van de
bypass-schakeling
Klep Klep/pomp
Colmax-ww. Selectie van de ver-
bruikers, waarop de
functie ”Col.-koelfct.”
(in ”Solar-opties”)
moet werken
1, 2, 3, 4 1 t/m 4
Regeling Niet verstellen!
Regeling WT Niet verstellen!
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Solar”
(vervolg)
5608 612 NL
Service
136
Instelwaarden
Inst.-
instelw.:
Beschrijving Toe-
stand
levering
Instelbereik Inge-
stelde
waarde
Tijd
Datum
t-start Starttijd voor de extra fun-
ctie voor de tapwaterver-
warming
17:00 00:00 tot 23:45
Th1aan Thermostaat-inschakel-
temperatuur functieblok 1
40 °C
40 tot 250 °C
Th1uit Thermostaat-uitschakel-
temperatuur functieblok 1
45 °C
Th2aan Thermostaat-inschakel-
temperatuur functieblok 1
40 °C
Th2uit Thermostaat-uitschakel-
temperatuur functieblok 1
45 °C
ΔT5aan Inschakel-temperatuurver-
schil functieblok 1
5 K 1,5 tot 20 K
ΔT5uit Uitschakel-temperatuur-
verschil functieblok 1
3 K 1 tot 19,5 K
Schakelklok
1
Periode functieblok 1 00:00 00:00 tot 23:45
t1–aan
t1–uit
t2–aan
t2–uit
t3–aan
t3–uit
Th3aan Thermostaat-inschakel-
temperatuur functieblok 2
40 °C
40 tot 250°C
Th3uit Thermostaat-uitschakel-
temperatuur functieblok 2
45 °C
Th4aan Thermostaat-inschakel-
temperatuur functieblok 2
40 °C
Th4uit Thermostaat-uitschakel-
temperatuur functieblok 2
45 °C
ΔT6aan Inschakel-temperatuurver-
schil functieblok 2
5 K 1,5 tot 20 K
ΔT6uit Uitschakel-temperatuur-
verschil functieblok 2
3 K 1 tot 19,5 K
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Installatie”
5608 612 NL
137
Inst.-
instelw.:
Beschrijving Toe-
stand
levering
Instelbereik Inge-
stelde
waarde
Schakelklok
2
Periode functieblok 2 00:00 00:00 tot 23:45
t1–aan
t1–uit
t2–aan
t2–uit
t3–aan
t3–uit
Th5aan Thermostaat-inschakel-
temperatuur functieblok 3
40 °C
40 tot 250 °C
Th5uit Thermostaat-uitschakel-
temperatuur functieblok 3
45 °C
Th6aan Thermostaat-inschakel-
temperatuur functieblok 3
40 °C
Th6uit Thermostaat-uitschakel-
temperatuur functieblok 3
45 °C
ΔT7aan Inschakel-temperatuurver-
schil functieblok 3
5 K 1,5 tot 20 K
ΔT7uit Uitschakel-temperatuur-
verschil functieblok 3
3 K 1 tot 19,5 K
Schakelklok
3
Periode functieblok 3 00:00 00:00 tot 23:45
t1–aan
t1–uit
t2–aan
t2–uit
t3–aan
t3–uit
Opties
Inst.opties: Beschrijving Toestand
levering
Ingestelde
waarde
Extra fct. Bijkomende functie voor
de tapwateropwarming
Nee
Boilerlad. Boilerlading Nee
thermost. 1 Thermostaatfunctie 1,
functieblok 1
Nee
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Installatie”
(vervolg)
5608 612 NL
Service
138
Inst.opties: Beschrijving Toestand
levering
Ingestelde
waarde
thermost. 2 Thermostaatfunctie 2,
functieblok 1
Nee
ΔT-fct 5 ΔT5-verschiltempera-
tuurregeling, functieblok
1
Nee
Schakelklok 1 Schakelklok 1, functie-
blok 1
Nee
thermost. 3 Thermostaatfunctie 3,
functieblok 2
Nee
thermost. 4 Thermostaatfunctie 4,
functieblok 2
Nee
ΔT-fct 6 ΔT6-verschiltempera-
tuurregeling, functie-
blok 2
Nee
Schakelklok 2 Schakelklok 2, functie-
blok 2
Nee
thermost. 5 Thermostaatfunctie 5,
functieblok 3
Nee
thermost. 6 Thermostaatfunctie 6,
functieblok 3
Nee
ΔT-fct 7 ΔT7-verschiltempera-
tuurregeling, functieblok
3
Nee
Schakelklok 3 Schakelklok 3, functie-
blok 3
Nee
Expert
In het volgende menu kunnen de referentiesensoren voor de gewenste functies wor-
den gearrangeerd. Daarvoor zijn alle sensoren beschikbaar die in de installatie al
een functie hebben.
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Installatie”
(vervolg)
5608 612 NL
139
Inst.expert: Beschrijving Toestand
levering
Instelbe-
reik
Inge-
stelde
waarde
Sen-extra fct. Referentiesensor voor de
extra functie van de tap-
waterverwarming
2 1 t/m 12
Sen-Th1 Referentiesensor voor
thermostaatfunctie 1,
functieblok 1
3 1 t/m 12
Sen-Th2 Referentiesensor voor
thermostaatfunctie 2,
functieblok 1
4 1 t/m 12
Sen1-ΔT5Fct Referentiesensor voor
temperatuurverschilrege-
ling, functieblok 1
3 1 t/m 12
Sen2-ΔT5Fct Referentiesensor voor
temperatuurverschilrege-
ling, functieblok 1
4 1 t/m 12
Sen-Th3 Referentiesensor voor
thermostaatfunctie 3,
functieblok 2
5 1 t/m 12
Sen-Th4 Referentiesensor voor
thermostaatfunctie 4,
functieblok 2
6 1 t/m 12
Sen1-ΔT6fct Referentiesensor voor
temperatuurverschilrege-
ling, functieblok 2
5 1 t/m 12
Sen2-ΔT6fct Referentiesensor voor
temperatuurverschilrege-
ling, functieblok 2
6 1 t/m 12
Sen-Th5 Referentiesensor voor
thermostaatfunctie 5,
functieblok 3
7 1 t/m 12
Sen-Th6 Referentiesensor voor
thermostaatfunctie 6,
functieblok 3
8 1 t/m 12
Sen1-ΔT7fct Referentiesensor voor
temperatuurverschilrege-
ling, functieblok 3
7 1 t/m 12
Sen2-ΔT7fct Referentiesensor voor
temperatuurverschilrege-
ling, functieblok 3
8 1 t/m 12
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Installatie”
(vervolg)
5608 612 NL
Service
140
Inst.expert: Beschrijving Toestand
levering
Instelbe-
reik
Inge-
stelde
waarde
Regeling ΔT5 Toerentalregeling van de
pomp voor de ΔT5-rege-
ling
(ΔTgew = 10 K)
Stijging 2 1 t/m 20
Hoofdmenu ”WMZ” (warmtehoeveelheidsmeter)
Opties
WMZ opties: Beschrijving Toestand
levering
Ingestelde
waarde
WMZ 1 Warmtehoeveelheidsme-
ting met balancering
Nee
WMZ 2 Warmtehoeveelheidsme-
ting met balancering
Nee
Expert
WMZ 1 expert:/
WMZ 2 expert:
Beschrijving Toestand
levering
Instelbe-
reik
Inge-
stelde
waarde
Sens.aanvoer Referentiesensor voor
registratie van de aan-
voertemperatuur
1 1 t/m 12
Sen.retour Referentiesensor voor
registratie van de retour-
temperatuur
10 1 t/m 12
Soort vorstbe-
scherming
0 water
1 propyleenglycol
2 ethylglycol
3 Viessmann warmte-
overdrachtsmedia
3 0 tot 3
Vorstbescherming Wordt alleen getoond als
een mengbaar warmte-
dragend medium werd
ingevoerd.
40 % 20
tot
70 %
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Installatie”
(vervolg)
5608 612 NL
141
WMZ 1 expert:/
WMZ 2 expert:
Beschrijving Toestand
levering
Instelbe-
reik
Inge-
stelde
waarde
Vol.zender Bij aanwezige volume-
meting.
Nee
Vol./imp. Wordt alleen getoond
als ”Vol.zender”
op ”Ja” is ingesteld:
Het door de volumeme-
ting geregistreerde
debiet.
1l/imp 1
tot
99 l/imp.
Debiet Wordt alleen getoond
als ”Vol.zender”
op ”Nee” is ingesteld:
Debiet
5 l 1
tot
20 l/min
Relais Relais waarop de betref-
fende verbruiker is aan-
gesloten.
1 1 t/m 7
Hoofdmenu ”SD-kaart”
SD-kaart: Beschrijving Toestand
levering
Instelbereik Inge-
stelde
waarde
Kaart veilig verw. Registraties beëindigen.
Formatteren Kaart formatteren.
Interval Registratie-interval 20 min 1 tot 20 min
Lineaire log Ringbuffer voor data uit. Nee
Hoofdmenu ”Expert”
Expert: Beschrijving Toestand
levering
Instelbereik Ingestelde
waarde
ΔT te hoog Zie pagina 117. Ja
Nachtcir. Zie pagina 117. Ja
Meldrelais Zie pagina 117. Nee
Sensoren
Type solarcel Codeletter van de
solarcel
E A,B, C, D, E,
G, H, J, K
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”WMZ” (warmtehoeveelheidsmeter)
(vervolg)
5608 612 NL
Service
142
Expert: Beschrijving Toestand
levering
Instelbereik Ingestelde
waarde
Solarcelcomp. Alleen voor service!
SC-offset Niet verstellen!
Temp.eenh. Temperatuureenheid °C
Celsius
°F
Fahrenheit
Sensor 1
Sensorcompensatie 0 K
5 K tot 5 K
Sensor 2 Sensorcompensatie
0 K
5 K tot 5 K
Sensor 3 Sensorcompensatie
0 K
5 K tot 5 K
Sensor 4 Sensorcompensatie
0 K
5 K tot 5 K
Sensor 5 Sensorcompensatie
0 K
5 K tot 5 K
Sensor 6 Sensorcompensatie
0 K
5 K tot 5 K
Sensor 7 Sensorcompensatie
0 K
5 K tot 5 K
Sensor 8 Sensorcompensatie
0 K
5 K tot 5 K
Sensor 9 Sensorcompensatie
0 K
5 K tot 5 K
Sensor 10 Sensorcompensatie
0 K
5 K tot 5 K
Sensor 11 Sensorcompensatie
0 K
5 K tot 5 K
Sensor 12 Sensorcompensatie
0 K
5 K tot 5 K
Uitgangen
Min.toer. 1 Min. toerental van de
pomp op R1
30 % 30 tot 100%
Min.toer. 2 Min. toerental van de
pomp op R2
30 % 30 tot 100%
Min.toer. 3 Min. toerental van de
pomp op R3
30 % 30 tot 100%
Min.toer. 4 Min. toerental van de
pomp op R4
30 % 30 tot 100%
Relaiskick De pompen worden
op een instelbare tijd
gedurende 10 s inge-
schakeld, zodat ze
niet vast komen te zit-
ten.
Nee
Tijd Tijd voor relaiskick
Aansturing 1 Zie tabel op
pagina 87.
Aan/Uit
Aansturing 2 Zie tabel op
pagina 87.
Aan/Uit
Aansturing 3 Zie tabel op
pagina 87.
Aan/Uit
Aansturing 4 Zie tabel op
pagina 87.
Aan/Uit
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Expert”
(vervolg)
5608 612 NL
143
Expert: Beschrijving Toestand
levering
Instelbereik Ingestelde
waarde
VBus Activering van de V-
BUS
Nee
Uur
KMBus-tijd Overname van de tijd
van de ketelcircuitre-
geling via KM-BUS.
Ja
Auto. zomer Automatische
omschakeling
zomer-/wintertijd
(uitsluitend, wanneer
voor ”KMBus-
tijd” ”Nee” is inge-
steld).
Ja
Tijd UTC
(tijd op de nul-
meridiaan,
d.w.z. CET
min 1 uur)
Tijd voor de omscha-
keling zomer-/winter-
tijd
(uitsluitend, wanneer
voor ”KMBus-
tijd” ”Nee” is inge-
steld).
Display
Geïnverteerd Witte
tekst op
zwarte
achter-
grond
Zwarte tekst
op witte ach-
tergrond
Verlichting Verlichtingssterkte
van het scherm
100 50 tot 100
Taal Zie pagina 62.
Overzicht van de installatieparameters
Hoofdmenu ”Expert”
(vervolg)
5608 612 NL
Service
144
In combinatie met de volgende functies
moet in de aangegeven ketelcircuitrege-
lingen de elektronicaprintplaat worden
vervangen:
Onderdrukking van de naverwarming
door de verwarmingsketel
Extra functie voor de tapwaterverwar-
ming, gerealiseerd door de solarrege-
ling
Regeling Elektronicaprintplaat
Vitotronic 200, type KW1,
Bestelnummer 7450 351, 7450 740
Bestelnummer 7828 192
Vitotronic 200, type KW2,
Bestelnummer 7450 352, 7450 750
Vitotronic 300, type KW3,
Bestelnummer 7450 353, 7450 760
Vitotronic 200, type GW1,
Bestelnummer 7143 006
Bestelnummer 7831 930
Vitotronic 300, type GW2,
Bestelnummer 7143 156
Vitotronic 333, type MW1,
Bestelnummer 7143 421
Bestelnummer 7828 194
Elektronicaprintplaten
Elektronicaprintplaten
5608 612 NL
145
Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen ver-
antwoordelijkheid dat het product Vitosolic 200 met de volgende normen overeen-
stemt:
EN 55 014-1
EN 60 730
Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met
_
gekenmerkt:
2004/108/EG
2006/95/EG
Allendorf, 1. juli 2011 Viessmann Werke GmbH&Co KG
ppa. Manfred Sommer
Verklaringen
Conformiteitsverklaring
5608 612 NL
Service
146
A
Actoren controleren..........................116
Automatische werking................60, 116
B
Balancering zonder volumemeting...109
Balanswaarden opvragen................118
Bedieningscode invoeren...................61
Bedieningselementen........................60
Bedrijfstoestanden opvragen...........117
Begrenzing minimumtemperatuur col-
lector..................................................85
Bescherming tegen brandwonden.......6
Bevestiging waardeverandering.........60
Bijkomende functie voor de tapwaterop-
warming...........................................137
Boilerlading......................................104
Boilertemperatuursensor....................55
C
Collectorkoelfunctie....................96, 132
Collector-nooduitschakeling...............85
Collectortemperatuursensor...............54
Conformiteitverklaring......................145
D
Doeltemperatuur................................88
E
Eerste inbedrijfstelling........................60
Elektronicaprintplaten......................144
Equipotentiaalverbinding......................6
Externe warmtewisselaar...91, 132, 140
Extra functie voor de tapwaterverwar-
ming.................................................101
F
Functieblokken.................................104
G
Gebruik overschotwarmte................101
H
Handmatige werking........................116
Hardware-versie opvragen...............119
Hydraulische typen............................65
Hydraulisch type instellen..................65
I
Inbedrijfstelling...................................60
Inschakel- en uitschakeltemperatuur
voor thermostaten............................136
Installatieopties instellen..................101
Installatieparameters
overzicht.......................................129
Intervalfunctie.....................95, 131, 132
Inzetbare pompen..............................50
K
Koelfunctie.................................95, 132
M
Maximale collectortemperatuurbegren-
zing....................................................96
Maximumtemperatuurbegrenzing......84
Meldingen........................................120
Meldingen activeren.........................117
Meldingen opvragen........................119
Meldinrichting groepsalarm................54
Meldrelais.........................................117
Menu
expert............................................141
installatie.......................................136
SD-kaart.......................................141
Solar.............................................129
WMZ (warmtehoeveelheidsmeter)140
Menustructuur..................................128
N
Nachtcirculatie.................................117
Nalaadonderdrukking.......................132
Naverwarming onderdrukken.............98
Navigatie in het menu........................60
Netaansluiting....................................58
Netspanning inschakelen...................60
Index
Index
5608 612 NL
147
O
Onderdelenlijst.................................126
Opvragen
balanswaarden.............................118
Bedrijfstoestanden........................117
meldingen.....................................119
pomptoerental...............................117
Temperaturen...............................117
Overzicht van de elektrische aansluitin-
gen.....................................................49
Overzicht van de menustructuur......128
P
Parallelrelais..............................98, 132
Parameter
terugzetten in de toestand bij leve-
ring..................................................65
Parameters
instellen..........................................64
Pendellaadtijd....................................85
Pendellading......................................86
Pendelpauzetijd.................................86
Pompen..............................................50
Pompkick...........................................87
Pomptype instellen.............................87
R
Recirculatie......................................121
Referentiesensoren............................65
Referentiesensoren arrangeren.........65
Regeling in bedrijf nemen..................60
Relais (actoren) controleren.............124
Relaiskick...........................................87
Relaistest.........................................116
Reservezekering..............................125
S
Schakelklok......................................138
Scherm instellen................................63
SD-kaart...........................................112
Sensoren arrangeren.........................65
Sensoren controleren.......................124
Software-versie opvragen................119
Solarcel..............................................57
Solarcircuitpomp................................50
Solarregeling monteren......................48
Stijging van de collectortemperatuur..86
Storing bevestigen...........................120
Storingen in combinatie met SD-
kaart.................................................122
Storingen met weergave op het
scherm.............................................121
Storingsmeldingen...........................120
Stralingsdrempel..............................131
Stralingsintensiteit............................118
Systeem instellen...............................65
T
Taal instellen......................................62
Temperaturen opvragen..................117
Temperatuursensoren........................56
Terugkoelfunctie........................97, 132
Tijd...................................................143
Tijd instellen.......................................63
Tijdvenster voor schakelklok............136
Tijd via KM-BUS...............................143
Toerental pompen opvragen............117
Toerentalregeling activeren
via gewenste collectortemperatuur.88
via verschiltemperatuur..................87
U
Uitbreidingsset warmtehoeveelheids-
meter................................................110
V
Veiligheidstemperatuurbegrenzer......52
Voorrangsschakelingen.....................85
Vorstbescherming............................132
Vorstbeschermingsfunctie..................97
W
Warmtebalancering..........................108
Warmtehoeveelheid
opvragen.......................................119
terugzetten....................................119
Index
Index
(vervolg)
5608 612 NL
148
Z
Zekering vervangen.........................125
Zomer-wintertijd omzetting...............143
Geldig voor
Artikel nr.:
7418202 7440854 7501825
Viessmann Nederland B.V.
Postbus 322
2900 AH Capelle a/d IJssel
Tel. : 010-458 44 44
Fax : 010-458 70 72
e-mail : info-nl@viessmann.com
www.viessmann.com
5608 612 NL Technische wijzigingen voorbehouden.
Index
Index
(vervolg)
15

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Viessmann VITOSOLIC 200 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Viessmann VITOSOLIC 200 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,77 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Viessmann VITOSOLIC 200

Viessmann VITOSOLIC 200 Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 12 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info