5.2 Gaan zitten wandelen
Kans op vallen
Gebruik de zit steeds vanaf de achterzijde
van de loophulp.
1. Terwijl u op de handgrepen steunt, draait
u zich om en gaat u op de zit neerzitten.
2. Om opnieuw op te staan, leunt u op de
handgrepen en draait u zich om.
5.3 Wandelen
Wanneer u zichzelf voldoende in evenwicht
voelt, kantel de loophulp dan lichtjes naar
voor op de wielen. Laat de achterbenen van
de loophulp op de grond rusten en duw de
loophulp traag vooruit.
Houd steeds uw voeten binnen het frame.
6 Onderhoud
6.1 Reinigen
Gebruik een zachte, vochtige doek en
lauwwarm water met een milde zeep om de
loophulp schoon te maken. Vermijd dat
onderdelen doorweekt raken.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die
schuren.
6.2 Desinfectie
Kans op schade
Desinfecteren mag enkel gebeuren door
opgeleide personen. Raadpleeg uw
vakhandelaar hiervoor.
6.3 Inspectie / Onderhoud /
Reparatie
De levensduur van uw loophulp wordt
beïnvloed door zijn gebruik, opslag,
onderhoud, service en reiniging.
Voordat u met uw loophulp op pad gaat, moet
deze nagekeken worden op volgende punten:
• Volledigheid.
• Vouwmechanisme: goed werkend.
• Bouten en moeren: zitten goed vast.
• Wielen (stabiliteit, spoor,
bevestigingsschroeven).
Indien uw wielen regelmatig in contact
komen met draden, haren of andere
vezels, kunnen deze geblokkeerd raken.
Kijk daarom regelmatig uw wielen na of ze
vrij kunnen roteren en of ze in een goede
staat verkeren.
• Frame (vervormingen, stabiliteit,
verbindingen).
• Handgrepen (veilige blokkering van de
hoogteverstelling, goede steun van de
handgrepen).
• Zit (slijtage of beschadigingen).
De onderhoudsfrequentie hangt af van de
frequentie en intensiteit van gebruik.
Raadpleeg uw vakhandelaar om tot een
overeenstemming betreffende de
onderhoudsfrequentie te komen.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG