STA-/OPRICHTFUNCTIE
Gebruik de sta-/oprichtfunctie pas nadat de benen met de kniebeugel en het bovenlichaam met de
borstgordel zijn vastgezet (zie de desbetreffende hoofdstukken "Beensteun" en "Borstgordel").
L Bij gebruik van de sta-/oprichtfunctie dient altijd een tweede persoon toezicht te houden.
L Gebruik van de sta-/oprichtfunctie zonder borstgordel en kniebeveiliging is uitgesloten en
gebeurt op eigen risico.
L Aansprakelijkheid van de fabrikant bij gebruik van de sta-/oprichtfunctie zonder borstgordel en
kniebeveiliging is uitgesloten.
L De sta-/oprichtfunctie mag alleen worden gebruikt als de rolstoel op een vlakke ondergrond
met alle vier wielen (en tijdens het gebruik op de twee voorwielen) komt te staan.
L Let erop dat zich in het draaibereik van de oprichtfunctie geen voorwerpen, personen of
lichaamsdelen bevinden omdat er anders gevaar is voor schade of letsel.
L Zorg ervoor dat de kabels van de sturing tijdens de oprichtfunctie niet strak worden getrokken
omdat het product anders beschadigd kan raken.
Neem de volgorde voor gebruik van de sta-/oprichtfunctie in acht:
1. Rijd de rolstoel naar de gewenste positie.
2. Controleer of de rolstoel stevig staat, manoeuvreer eventueel totdat de gewenste
positie is bereikt.
3. Schakel de rijelektronica uit.
4. Breng de kniebeveiliging aan (of laat deze aanbrengen).
5. Controleer of de voeten plat op de voetsteun komen te staan.
6. Maak de borstgordel vast (of laat deze vastmaken).
7. Controleer of de armsteunen omlaag zijn geklapt.
8. Schakel de rijelektronica in en selecteer de verstelfunctie voor de oprichtfunctie.
9. Trek de joystick naar achter of druk deze naar voor om de desbetreffende functie uit te
voeren.
Let erop dat bij gebruik van de oprichtfunctie
de rolstoel op de voorste wieltjes onder de
voetplaat staat en de stuurwielen (200x85) ca.
1 cm van de grond zijn. Bij rijcorrecties wordt
de rolstoel dan via de voorste wieltjes en de
aandrijfwielen verplaatst. De rijfuncties
kunnen maar beperkt worden gebruikt.
L Maak de borstgordel en de
kniebeveiliging pas weer los als de
rolstoel in de zitpositie is geplaatst.
L Bij gebruik van de sta-/oprichtfunctie
dient altijd een tweede persoon
toezicht te houden.
L Gebruik van de sta-/oprichtfunctie
zonder gebruik van de borstgordel en
zonder de kniebeveiliging is
uitgesloten en gebeurt op eigen risico.
L
Aansprakelijkheid van de fabrikant bij gebruik van de sta-/oprichtfunctie zonder borstgordel en
kniebeveiliging is uitgesloten.
L De sta-/oprichtfunctie mag alleen worden gebruikt als de rolstoel op een vlakke ondergrond
met alle vier wielen (en tijdens het gebruik op de twee voorwielen) komt te staan.