Aangezien op de scootmobielfiets een elektromotor aanwezig is: oefen met de
starthulp en de achteruitrijfunctie. Let op dat tijdens het gebruik van de
scootmobielfiets, de starthulp of de achteruitrijfunctie niet onbedoeld wordt
geactiveerd. Als bijvoorbeeld voor het stoplicht spelenderwijs de pedalen
achteruit worden gedraaid, zal de achteruitrijfunctie worden geactiveerd en gaat
de scootmobielfiets achteruit rijden.
Hoge snelheden in bochten en op oneffen terrein, of het nemen van een te
scherpe bocht, kunnen leiden tot het omslaan van de driewieler.
Extra aandacht is vereist indien een kind of een volwassene met een beperkt
geestelijk waarnemingsvermogen de scootmobielfiets gebruikt!
(De minimale leeftijd om met een scootmobielfiets deel te nemen aan het
verkeer is 16 jaar.)
Voordat het kind of de volwassene met een beperkt geestelijk waarnemingsvermogen
voor het eerst zelfstandig gaat fietsen, dienen deze eerst onder uw toezicht (of een andere
toezichthouder) te oefenen op de scootmobielfiets.
Let daarbij vooral op het stuurgedrag, omdat dit een grote bron van gevaar kan zijn. Leg
ook uit dat het breedste gedeelte van de scootmobielfiets zich achter de berijder bevindt.
Laat de berijder oefenen met het passeren van enkele obstakels, om een gevoel te krijgen
hoe breed de scootmobielfiets is.
Kinderen of volwassenen met een beperkt geestelijk waarnemingsvermogen moeten
altijd weer op de mogelijke gevaren worden gewezen van het gebruik van de
scootmobielfiets.