15
ODO: overall distance; de totaal afgelegde afstand (kan niet worden gereset/op 0 worden
gezet)
Trip 1: meet de afstand van hoe ver u fietst; wordt bij 500 km automatisch gereset
(handmatig te resetten bij menu 1 (zie “Instellen van het paneel”))
Trip 2: toont 30 seconden de laatst afgelegde afstand van de vorige sessie– deze wordt
automatisch gereset en gaat na de reset de huidige sessie meten
Time: meet hoe lang u fietst; wordt automatisch gereset nadat het display wordt
uitgeschakeld
Indeling display
Druk kort op MODE om te wisselen tussen trip-afstand, triptijd, totaal gereden
kilometers en maximaal gereden snelheid.
Accuvermogen op display
Als de accu vol is, zijn alle zes de blokjes van het batterij-icoon vol. Naarmate er blokjes
uit het icoon wegvallen neemt het vermogen van de accu af. Als het batterij-icoon
knippert is de accu helemaal leeg en dient u de accu op te laden.
Verdere instellingen
Houd de MIN en PLUS knop tegelijkertijd drie seconden lang ingedrukt; het display
gaat nu naar het instelscherm.
U kunt de volgende instellingen doen:
1. Tripmeter resetten
2. Maximum snelheid instellen
3. Wieldiameter instellen
4. Instellen km/h of mp/h
5. Rijstand instellen
Met de MODE knop kunt u naar de volgende instelling gaan. Door de MIN en PLUS
knop nogmaals gelijktijdig in te drukken sluit u het instellingenmenu af.
1: Tripmeter (dagteller) resetten
Druk op de MIN knop om de dagteller terug op nul te zetten.
2: Maximum snelheid instellen
Stel de maximum snelheid omlaag door op MIN knop te drukken.
Omhoog door op de PLUS knop te drukken.
In Nederland geldt de wettelijke eis dat een elektronische fiets
ondersteunding mag geven tot 25 km/h. Als u met de fiets boven de snelheid komt,
stopt de trapondersteuning. U kunt dan wel gewoon doorfietsen, maar u krijgt geen
ondersteuning meer. Zodra u boven de 25 km/h komt gaat de fiets niet zwaarder
trappen om u onder de 25 km/h te krijgen. Omdat er een vrijloopmotor in dit model zit,
trapt u alsof u op een fiets zit zonder trapondersteuning.