Installatiehandleiding geoTHERM VWS/VWW 0020072959_0078
Storings-
code
Storingstekst/Beschrijving
Noodmo-
dus
Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen
91 Bron druk te laag
Druk <0,2 bar
Warmtepomp schakelt uit en
gaat vanzelf in werking wan-
neer de druk boven 0,4 bar
stijgt
mogelijk Drukvermindering in het warmte-
bronsysteem door lekkage of lucht-
bellen.
Warmtebronsysteem op lekkages contro-
leren, pekelwater bijvullen, ontluchten.
Pekeldruksensor defect. Steekcontact op de printplaat en bij de ka-
belboom controleren, druksensor op cor-
recte werking controleren, druksensor
vervangen.
L1 en N aansluiting op de printplaat
verwisseld.
L1 en N aansluiting op de printplaat con-
troleren en evt. correct aansluiten.
94 Fase-uitval zekering contro-
leren
Een of meerdere fasen uitge-
vallen.
mogelijk Fase-uitval of zekering geactiveerd. Zekeringen en kabelaansluitingen contro-
leren (stroomvoeding naar compressor).
Slecht vastgedraaide elektrische
aansluitingen.
Elektrische aansluitingen controleren.
Te lage netspanning. Spanning bij de elektrische aansluiting van
de warmtepomp meten.
Energiebedrijf-blokkering bij ver-
keerd ingesteld elektrisch schema
(b. v. elektrisch schema 1).
Instelling elektrisch schema controleren.
Aanloopstroombegrenzer defect of
verkeerd aangesloten.
Aanloopstroombegrenzer controleren.
95 Verkeerde draairichting
comp. fasen verwisselen
Fasevolgorde niet correct
mogelijk Fasen verwisseld. Fasevolgorde door verwisselen van tel-
kens 2 fasen bij de netvoeding wijzigen.
Aanloopstroombegrenzer defect of
verkeerd aangesloten.
Aanloopstroombegrenzer controleren.
96 Fout druksensor koelcircuit
Kortsluiting in druksensor
mogelijk Een druksensor in het koelcircuit is
defect of niet correct opgestoken.
Steekcontact op de printplaat en bij de ka-
belboom controleren, druksensor op cor-
recte werking controleren, druksensor
vervangen.
Tabel 10.4 Uitschakeling door storing (vervolg)
10.6 Overige fouten/storingen
Storingsaanduiding Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen
Geluiden in CV-circuit. Lucht in CV-circuit. CV-circuit ontluchten.
Vervuilingen in het CV-circuit. CV-circuit spoelen.
Bivalentietemp. verkeerd ingesteld. Bivalentietemp. (menu A3) wijzigen.
Pomp defect. Pomp controleren op werking, evt. vervan-
gen.
Watersporen onder of naast het toestel. De condensafvoer is verstopt. Condenswater binnenin het toestel wordt in
de condensbak opgevangen en evt. onder
het toestel afgevoerd (geen storing). Con-
troleer de leidingisolatie binnenin het toe-
stel, evt. na-isoleren om de vorming van
condenswater te verminderen.
Lekkages in het CV-circuit. Controle van de CV-circuitcomponenten
(pomp, extra verwarming, buizen) op lekka-
ges.
Evt. schroefverbindingen vaster aandraaien
en afdichtingen vervangen.
Buitentemperatuur geeft -60 ºC aan. Buitentemperatuurvoeler defect. Buitentemperatuurvoeler controleren.
Temperaturen in het CV-circuit te koud of te
warm.
Gewenste kamertemp. niet optimaal inge-
steld
Gewenste kamertemp. (menu
1) wijzigen.
Verlagingstemp. niet optimaal ingesteld.
Verlagingstemp. (menu
1) wijzigen.
Stooklijn niet optimaal ingesteld. Stooklijn (menu C2) wijzigen.
Tabel 10.5 Overige fouten/storingen
10 Verhelpen van storingen en diagnose