Inhoudsopgave
2 Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC pure 0020231718_01
Inhoudsopgave
1 Veiligheid.............................................................. 4
1.1 Waarschuwingen bij handelingen.......................... 4
1.2 Reglementair gebruik............................................. 4
1.3 Algemene veiligheidsinstructies ............................ 4
1.4 Voorschriften (richtlijnen, wetten, normen) ............ 6
2 Aanwijzingen bij de documentatie..................... 7
2.1 Aanvullend geldende documenten in acht
nemen.................................................................... 7
2.2 Documenten bewaren ........................................... 7
2.3 Geldigheid van de handleiding .............................. 7
3 Productbeschrijving ............................................ 7
3.1 Productopbouw...................................................... 7
3.2 Gegevens op het typeplaatje................................. 8
3.3 Serienummer ......................................................... 9
3.4 Gaskeur label......................................................... 9
4 Montage................................................................ 9
4.1 Product uitpakken.................................................. 9
4.2 Leveringsomvang controleren ............................... 9
4.3 Afmetingen........................................................... 10
4.4 Minimumafstanden .............................................. 10
4.5 Afstanden tot brandbare componenten ............... 10
4.6 Montagesjabloon gebruiken ................................ 10
4.7 Product ophangen ............................................... 11
4.8 Voormantel demonteren ...................................... 11
5 Installatie ............................................................ 11
5.1 Installatievoorwaarden......................................... 12
5.2 Gas- en wateraansluitingen................................. 12
5.3 Condensafvoerleiding aansluiten ........................ 13
5.4 Afvoerbuis aan de veiligheidsklep monteren ....... 13
5.5 Verbrandingsgasinstallatie .................................. 13
5.6 VLT/VGA.............................................................. 14
5.7 Elektrische installatie ........................................... 20
6 Bediening ........................................................... 21
6.1 Bedieningsconcept .............................................. 21
6.2 Overzicht installateurniveau ................................ 21
6.3 Installateurniveau oproepen ................................ 21
6.4 Gebruik van de diagnosecode............................. 22
6.5 Statuscodes weergeven ...................................... 22
6.6 Testprogramma's gebruiken ................................ 22
7 Ingebruikname ................................................... 22
7.1 Gasfamiliecontrole............................................... 22
7.2 Instelling af fabriek controleren............................ 22
7.3 Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren ............................... 23
7.4 Te lage waterdruk vermijden ............................... 24
7.5 Sifonbeker vullen ................................................. 24
7.6 CV-installatie vullen en ontluchten ...................... 24
7.7 Warmwatercircuit vullen....................................... 25
7.8 Product in- en uitschakelen ................................. 25
7.9 Gasinstellingen controleren ................................. 25
7.10 Dichtheid controleren........................................... 26
8 Aanpassing aan de installatie .......................... 27
8.1 Activering van diagnosecodes............................. 27
8.2 Branderwachttijd.................................................. 27
8.3 Maximaal verwarmingsvermogen instellen.......... 27
8.4 Onderhoudsinterval instellen ............................... 27
8.5 Pompvermogen instellen ..................................... 28
8.6 Bypass instellen................................................... 28
8.7 Tapwaternaverwarming op zonne-energie
instellen................................................................ 29
8.8 Instelling van de warmwatertemperatuur............. 29
8.9 Product aan gebruiker opleveren ........................ 29
9 Verhelpen van storingen................................... 29
9.1 Servicemeldingen controleren ............................. 29
9.2 Fouten verhelpen................................................. 29
9.3 Foutgeheugen oproepen ..................................... 29
9.4 Foutgeheugen wissen ......................................... 30
9.5 Parameters naar fabrieksinstellingen resetten .... 30
9.6 Reparatie voorbereiden ....................................... 30
9.7 Defecte componenten vervangen........................ 30
9.8 Reparatie afsluiten............................................... 33
10 Inspectie en onderhoud .................................... 33
10.1 Inspectie- en onderhoudsintervallen in acht
nemen.................................................................. 33
10.2 Gasinstelling controleren en aanpassen ............. 33
10.3 O₂-gehalte controleren......................................... 33
10.4 O₂-gehalte instellen.............................................. 34
10.5 Onderhoudswerkzaamheden voorbereiden ........ 35
10.6 Product leegmaken.............................................. 35
10.7 Compacte thermomodule demonteren ................ 35
10.8 Warmtewisselaar reinigen ................................... 36
10.9 Brander controleren............................................. 37
10.10 Ontstekingselektrode controleren........................ 37
10.11 Sifonbeker reinigen.............................................. 37
10.12 Zeef in koudwateringang reinigen ....................... 37
10.13 Verwarmingsfilter reinigen ................................... 38
10.14 Compacte thermomodule inbouwen.................... 38
10.15 Product op dichtheid controleren......................... 38
10.16 Voordruk van het expansievat controleren .......... 38
10.17 Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
afsluiten ............................................................... 38
11 Buitenbedrijfstelling .......................................... 38
11.1 Product definitief buiten bedrijf stellen................. 38
12 Recycling en afvoer........................................... 38
13 Serviceteam........................................................ 39
Bijlage................................................................................. 40
A Gaskeur .............................................................. 40
B Testprogramma's – overzicht ........................... 40
C Diagnosecodes - overzicht ............................... 40
D Statuscodes - overzicht .................................... 44
E Overzicht foutcodes .......................................... 45
F Bedradingsschema's......................................... 47
F.1 Aansluitschema ................................................... 47
F.2 Aansluitschema ................................................... 48