555532
42
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/56
Pagina verder
Installatiehandleiding
Voor de installateur
BE
NL , NL
Installatiehandleiding
calorMATIC 470f
VRC 470f
Inhoudsopgave
2 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
Inhoudsopgave
1 Aanwijzingen bij de installatiehandleiding .......4
1.1 Aanvullend geldende documenten in
acht nemen ..................................................................4
1.2 Documenten bewaren ................................................4
1.3 Gebruikte symbolen ...................................................4
1.4 Geldigheid van de handleiding ................................4
1.5 CE-markering ...............................................................4
1.6 Vakwoordenlijst ...........................................................4
2 Veiligheid ......................................................................5
2.1 Veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen .......5
2.1.1 Classificatie van de waarschuwings-
aanwijzingen ................................................................5
2.1.2 Opbouw van waarschuwingsaanwijzingen............5
2.2 Gebruik volgens de voorschriften ..........................5
2.3 Fundamentele veiligheidsinstructies......................5
2.4 Vereisten aan leidingen .............................................6
2.5 Richtlijnen, voorschriften en normen ....................6
3 Systeembeschrijving ................................................ 7
3.1 Systeemontwerp ......................................................... 7
3.2 Werkwijze ...................................................................... 7
3.3 Toestelopbouw .............................................................8
3.4 Typeplaatje ...................................................................8
3.5 Toebehoren ..................................................................8
4 Montage ........................................................................ 9
4.1 Leveringsomvang controleren .................................9
4.2 Eisen aan de plaats van montage ...........................9
4.2.1 Draadloze ontvangereenheid ...................................9
4.2.2 Thermostaat .................................................................9
4.2.3 Draadloze buitenvoeler .............................................9
4.3 Draadloze ontvangereenheid in de CV-ketel
inbouwen .......................................................................9
4.4 Draadloze ontvangereenheid aan de wand
monteren .................................................................... 10
4.4.1 Draadloze ontvangereenheid van de
wandsokkel nemen ................................................... 10
4.4.2 Wandsokkel aan de wand bevestigen ....................11
4.4.3 Draadloze ontvangereenheid monteren ................11
4.5 Draadloze buitenvoeler monteren ..........................11
4.6 Klokthermostaat monteren .....................................13
5 Elektrische installatie ............................................14
6 Ingebruikneming .......................................................15
6.1 Overzicht instellingsmogelijkheden
installatieassistent ..................................................... 15
6.2 Instellingen voor de gebruiker uitvoeren ............16
6.3 Andere parameters van de CV-installatie
instellen ........................................................................16
7 Bediening ....................................................................17
7.1 Overzicht menustructuur ........................................18
7.2 Overzicht installateurniveau ................................. 20
8 Functiebeschrijving ................................................27
8.1 Service Informatie ....................................................27
8.1.1 Contactgegevens invullen .......................................27
8.1.2 Onderhoudsdatum invoeren ..................................27
8.2 Systeem Configuratie: Systeem ............................27
8.2.1 Systeemstatus aflezen .............................................27
8.2.2 Waterdruk van de CV-installatie aflezen .............27
8.2.3 Status van de warmwaterbereiding aflezen .......27
8.2.4 Collectortemperatuur aflezen ...............................27
8.2.5 Vorstbescherming instellen ....................................28
8.2.6 Pompwachttijd instellen .........................................28
8.2.7 Maximale voorverwarmingstijd instellen ............28
8.2.8 Maximale vooruitschakeltijd instellen .................28
8.2.9 Temperatuurgrens voor continu verwarmen
instellen .......................................................................28
8.2.10 Temperatuurverhoging instellen ...........................29
8.2.11 Softwareversie aflezen ............................................29
8.2.12 Bedrijfstand instellen ...............................................29
8.3 Systeem Configuratie: Warmteopwekker ............29
8.3.1 Status van de warmteopwekker aflezen .............29
8.3.2 Waarde van de temperatuurvoeler VF1
aflezen .........................................................................29
8.3.3 Open verdeler activeren .........................................29
8.4 Systeem Configuratie: CV 1 en evt. CV 2 .............29
8.4.1 CV circuitsactiveren .................................................29
8.4.2 Einde van het actuele tijdvenster aflezen ..........29
8.4.3 Gewenste kamertemperatuur instellen .............. 30
8.4.4 Kamertemperatuur aflezen ................................... 30
8.4.5 Nachttemperatuur (nachttemperatuur)
instellen ...................................................................... 30
8.4.6 Gewenste aanvoertemperatuur aflezen ............. 30
8.4.7 Aanvoertemperatuur aflezen ................................ 30
8.4.8 Status van de CV circuitpomp aflezen ............... 30
8.4.9 Status van de CV circuitmenger aflezen ........... 30
8.4.10 Kamerthermostaat activeren ............................... 30
8.4.11 Automatische zomertijdherkenning
activeren .................................................................... 30
8.4.12 Stooklijn instellen ......................................................31
8.4.13 Minimale aanvoertemperatuur voor CV
circuits instellen .........................................................31
8.4.14 Maximale aanvoertemperatuur voor
mengcircuit instellen.................................................31
8.4.15 Status van speciale modi aflezen ..........................31
8.4.16 Regelingsgedrag buiten tijdvensters
opgeven ........................................................................31
8.5 Systeem Configuratie: Warm Water .....................32
8.5.1 Gewenste temperatuur voor boiler instellen
(gewenste temperatuur warm water) ..................32
8.5.2 Werkelijke temperatuur van de boiler
aflezen .........................................................................32
8.5.3 Status van de boilerpomp aflezen ........................32
8.5.4 Status van de CV-pomp aflezen ............................32
8.5.5 Dag voor uitvoering van de
legionellabeveiligingsfunctie vastleggen ............32
8.5.6 Tijdstip voor uitvoering van de
legionellabeveiligingsfunctie vastleggen ............32
Inhoudsopgave
3Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
8.5.7 Offset voor lading van de boiler vastleggen ......32
8.5.8 Nalooptijd voor boilerpomp vastleggen ..............32
8.5.9 Parallelle lading (boiler en mengcircuit)
activeren .....................................................................33
8.5.10 Relaisuitgang boilerpomp en CV-pomp
instellen ....................................................................... 33
8.6 Systeem Configuratie: Zonnesysteem .................33
8.6.1 Waarde van de boilervoeler SP2 aflezen ............33
8.6.2 Waarde van de zonneopbrengstvoeler
aflezen .........................................................................33
8.6.3 Status van de zonnepomp aflezen .......................33
8.6.4 Waarde van de voeler TD1 aflezen ........................33
8.6.5 Waarde van de voeler TD2 aflezen .......................34
8.6.6 Status van het multifunctioneel relais
aflezen .........................................................................34
8.6.7 Looptijd van de zonnepomp aflezen ....................34
8.6.8 Looptijdmeting van de zonnepomp resetten .....34
8.6.9 Inschakelverschilbesturing voor zonnepomp
activeren .....................................................................34
8.6.10 Voorrang voor lading van de boilers
vastleggen ..................................................................34
8.6.11 Doorstromingshoeveelheid van het
zonnecircuit instellen ...............................................34
8.6.12 Instelling voor multifunctioneel relais
vastleggen ..................................................................34
8.6.13 Zonnepompkick activeren ......................................34
8.6.14 Zonnecircuitbeveiliging instellen ..........................35
8.6.15 Maximale temperatuur voor zonneboiler
vastleggen ..................................................................35
8.6.16 Inschakelverschilwaarde voor zonnelading
vastleggen ..................................................................35
8.6.17 Uitschakelverschilwaarde voor zonnelading
vastleggen ..................................................................35
8.6.18 Inschakelverschilwaarde voor tweede
verschilregeling vastleggen....................................35
8.6.19 Uitschakelverschilwaarde voor tweede
verschilregeling vastleggen....................................36
8.7 Systeem Configuratie Draadloze verbinding ......36
8.7.1 Draadloze verbinding tussen thermostaat en
draadloze ontvangereenheid controleren ..........36
8.7.2 Draadloze verbinding tussen draadloze
buitenvoeler en draadloze ontvangereenheid
controleren .................................................................36
8.7.3 Vervangen draadloze thermostaat in bedrijf
nemen (Leer functie) ...............................................36
8.8 Uitbreidingsmodule voor sensor-/werkingtest
selecteren ...................................................................36
8.9 Vloerdroogfunctie activeren ..................................36
8.10 Code voor installateurniveau veranderen ..........37
8.11 Functies van het gebruikersniveau .......................37
9 Overdracht aan de gebruiker ..............................38
10 Herkennen en verhelpen van storingen ...........39
10.1 Foutmeldingen ...........................................................39
10.2 Foutenlijst ..................................................................40
10.3 Fabrieksinstelling herstellen .................................. 40
11 Componenten vervangen .......................................41
11.1 Instellingen op de draadloze thermostaat
noteren .........................................................................41
11.2 Draadloze ontvangereenheid vervangen .............41
11.2.1 Defecte draadloze ontvangereenheid
demonteren ................................................................41
11.2.2 Nieuwe draadloze ontvangereenheid
monteren .....................................................................41
11.3 Draadloze buitenvoeler vervangen.......................42
11.3.1 Defecte draadloze buitenvoeler
demonteren ................................................................42
11.3.2 Nieuwe draadloze buitenvoeler activeren en
monteren ................................................................... 44
11.4 Draadloze thermostaat vervangen ...................... 44
11.4.1 Defecte draadloze thermostaat
demonteren ............................................................... 44
11.4.2 Nieuwe draadloze thermostaat monteren ......... 45
11.4.3 Draadloze ontvangereenheid: Leer functie
starten ........................................................................ 45
11.4.4 Draadloze thermostaat: Leer functie
activeren .................................................................... 45
11.4.5 Draadloze thermostaat: Genoteerde
instellingen weer tot stand brengen ................... 45
12 Garantie en serviceteam ..................................... 46
12.1 Fabrieksgarantie ....................................................... 46
12.2 Serviceteam .............................................................. 46
13 Buitenbedrijfstelling ...............................................47
13.1 Thermostaat buiten bedrijf stellen .......................47
13.2 Draadloze buitenvoeler buiten bedrijf
nemen 47
13.3 Draadloze ontvangereenheid buiten bedrijf
nemen ..........................................................................47
13.4 Thermostaat, draadloze ontvangereenheid en
draadloze buitenvoeler recyclen en
afvoeren ..................................................................... 48
13.4.1 Apparaten .................................................................. 48
13.4.2 Verpakking ................................................................. 48
13.4.3 Batterijen ................................................................... 48
14 Technische gegevens ............................................ 49
14.1 Thermostaat calorMATIC ....................................... 49
14.2 Draadloze ontvangereenheid ................................ 49
14.3 Draadloze buitenvoeler .......................................... 49
15 Vakwoordenlijst....................................................... 50
Trefwoordenregister ..............................................................52
Aanwijzingen bij de installatiehandleiding
4 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
1
1 Aanwijzingen bij de
installatiehandleiding
De volgende aanwijzingen vormen een wegwijzer door
de volledige documentatie. In combinatie met deze
installatiehandleiding zijn nog andere documenten van
toepassing.
Voor schade, ontstaan door het niet naleven van deze
handleidingen, kan Vaillant niet aansprakelijk worden
gesteld.
1.1 Aanvullend geldende documenten in acht
nemen
> Neem bij de installatie van de calorMATIC goed kennis
van alle installatiehandleidingen van onderdelen en
componenten van het systeem.
Deze installatiehandleidingen worden meegeleverd met
de betreffende onderdelen van de installatie en aanvul-
lende componenten.
> Neem verder goed nota van alle handleidingen die bij
de componenten van het systeem worden meegele-
verd.
1.2 Documenten bewaren
> U dient deze installatiehandleiding evenals alle aan-
vullend geldende documenten en eventueel beno-
digde hulpmiddelen aan de gebruiker van de installa-
tie te geven.
De gebruiker bewaart de handleidingen en hulpmidde-
len, zodat deze indien nodig beschikbaar zijn.
1.3 Gebruikte symbolen
Hierna zijn de in de tekst gebruikte symbolen verklaard.
In deze handleiding worden bovendien tekens voor het
aanduiden van gevaren gebruikt (¬Hfdst.2.1.1).
i
Symbool voor een nuttige tip en infor-
matie
> Symbool voor een vereiste handeling
1.4 Geldigheid van de handleiding
Deze installatiehandleiding geldt uitsluitend voor toestel-
len met het volgende artikelnummer:
Typeaanduiding Artikelnummer Landen
VRC 470f 0020108135 BE, NL
Tab. 1.1 Typeaanduidingen en artikelnummers
Het 10-cijferige artikelnummer kunt u uit het serienum-
mer van uw toestel aflezen.
Het serienummer wordt u getoond als u onder "Informa-
tie/serienummer" de linker functietoets indrukt. Het
staat in de tweede regel van het display (¬handleiding).
1.5 CE-markering
Met de CE-markering wordt gedocumenteerd, dat de toe-
stellen conform het type-overzicht voldoen aan de fun-
damentele eisen van de volgende richtlijnen:
Richtlijn inzake elektromagnetische compatibiliteit
(richtlijn 2004/108/EG van de Raad)
Laagspanningsrichtlijn (richtlijn 2006/95/EG van de
Raad).
Richtlijn inzake draadloze installaties en telecommuni-
catie-inrichtingen (R&TTE richtlijn 1999/5/EG)
Richtlijn inzake de elektromagnetische compatibiliteit
en draadloze spectrumaangelegenheden ERM
(richtlijn ETSI EN 300220-2)
1.6 Vakwoordenlijst
In de vakwoordenlijst (¬Hfdst.15) aan het begin van
deze handleiding staat uitleg bij de vakbegrippen.
Veiligheid
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 5
2
2 Veiligheid
2.1 Veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen
> Neem bij de installatie van de calorMATIC de alge-
mene veiligheidsvoorschriften en de waarschuwingen
in acht die eventueel bij een handeling aangegeven
zijn.
2.1.1 Classificatie van de waarschuwings-
aanwijzingen
De waarschuwingen zijn als volgt met gevarentekens en
signaalwoorden mbt tot ernst van het mogelijke gevaar
ingedeeld:
Gevaren-
teken
Signaal-
woord
Toelichting
a
Gevaar!
Onmiddellijk levensge-
vaar of gevaar voor ern-
stig lichamelijk letsel
e
Gevaar!
Levensgevaar door een
elektrische schok
a
Waarschu-
wing!
Gevaar voor licht licha-
melijk letsel
b
Opgelet!
Kans op materiële schade
of milieuschade
Tab. 2.1 Betekenis van gevarentekens en signaalwoorden
2.1.2 Opbouw van waarschuwingsaanwijzingen
Waarschuwingen herkent u aan een haarlijn boven en
onder. Ze zijn volgens het volgende basisprincipe opge-
bouwd:
a
Signaalwoord!
Soort en bron van het gevaar!
Toelichting bij soort en bron van gevaar.
> Maatregelen voor afwenden van het gevaar.
2.2 Gebruik volgens de voorschriften
De Vaillant thermostaten calorMATIC zijn volgens de hui-
dige stand van de techniek en de erkende veiligheids-
technische regels gebouwd. Toch kan er bij ondeskundig
of niet reglementair gebruik levensgevaar voor de
gebruiker of derden of schade aan het toestel en andere
voorwerpen ontstaan.
De Vaillant thermostaat calorMATIC regelt weersafhan-
kelijk en tijdsafhankelijk een CV-installatie. De thermo-
staat wordt op een Vaillant CV-ketel met eBUS-interface
aangesloten.
De thermostaat kan ook de warmwaterbereiding van een
aangesloten warmwaterreservoir met of zonder circula-
tie regelen.
U mag de thermostaat maar korte tijd uit de wandhou-
der nemen, bijv. voor instellen, verder moet u deze altijd
in combinatie met de wandhouder gebruiken.
Het gebruik met volgende componenten en toebehoren
is toegestaan:
Boiler (conventioneel)
Vaillant gelaagde laadboiler actoSTOR VIH RL
CV-pomp voor de warmwatervoorziening
Tweede verwarmingscircuit
Zonnesysteem
Afstandsbediening
Een ander of daarvan afwijkend gebruik geldt als niet
conform aan de voorschriften. Als niet-beoogd gebruik
geldt ook ieder direct commercieel of industrieel
gebruik. Voor schade uit het niet-reglementaire gebruik
kan de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk worden
gesteld. Hiervoor is uitsluitend de gebruiker verantwoor-
delijk.
Bij het gebruik volgens de voorschriften hoort ook het in
acht nemen van:
de handleiding en de installatiehandleiding
alle andere documenten die van toepassing zijn
de onderhoudsvoorschriften
Ieder misbruik is verboden!
2.3 Fundamentele veiligheidsinstructies
Het toestel moet door een erkend installateur worden
geïnstalleerd, die voor de naleving van de bestaande
voorschriften, regels en richtlijnen verantwoordelijk is.
> Neem deze installatiehandleiding volledig door.
> Voer de werkzaamheden uit die in deze installatie-
handleiding beschreven zijn.
> Neem bij de installatie de volgende veiligheidsinstruc-
ties en voorschriften in acht.
Veiligheid
6 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
2
Tegen legionellabacteriën beschermen
Ter bescherming tegen infecties met de ziekteverwek-
kers legionellabacteriën is de thermostaat met de func-
tie legionellabeveiliging uitgerust. Is de functie geacti-
veerd, wordt het water in de boiler minstens een uur tot
op 60 °C opgewarmd.
> Stel de functie legionellabeveiliging bij de installatie
van de thermostaat in.
> Leg aan de gebruiker uit hoe de legionellabeveiliging
functioneert.
Verbrandingsgevaar vermijden
Aan de tappunten voor warm water bestaat bij tempera-
turen van meer dan 60 °C verbrandingsgevaar. Kleine
kinderen en oudere mensen lopen zelfs bij lagere tempe-
raturen al risico's.
> Kies een gepaste temperatuur.
> Informeer de gebruiker over het verbrandingsgevaar
als de functie legionellabeveiliging ingeschakeld is.
Thermostaat tegen schade beschermen
> Installeer de thermostaat alleen in droge ruimtes.
Defect vermijden
> Zorg ervoor dat de CV-installatie zich in een technisch
perfecte staat bevindt.
> Zorg ervoor dat er geen veiligheids- en bewakingsin-
richtingen verwijderd, overbrugd of buiten werking
gesteld zijn.
> Verhelp storingen en schade die de veiligheid belem-
meren onmiddellijk.
> Informeer de gebruiker dat hij de thermostaat niet
door meubelen, gordijnen of andere voorwerpen mag
afdekken.
> Indien de thermostaat geactiveerd is, informeer dan
de gebruiker, dat in de kamer, waarin de thermostaat
is aangebracht, alle radiatorkranen volledig geopend
moeten zijn.
2.4 Vereisten aan leidingen
> Gebruik voor de bedrading normale in de handel ver-
krijgbare leidingen.
Minimale doorsnede van de leidingen:
Aansluitleiding 230 V (pompen of mengeraansluitka-
bel): 1,5 mm
2
Laagspanningsleidingen (voeler- of busleidingen):
0,75mm
2
Maximale leidinglengtes:
Voelerleidingen: 50 m
Busleidingen: 300 m
> Leg aansluitleidingen met 230V en voeler- of buslei-
dingen vanaf een lengte van 10m apart.
> Bevestig de aansluitleidingen met behulp van de trek-
ontlasting in de wandopbouw.
> Gebruik de vrije klemmen van de toestellen niet als
steunklemmen voor verdere bekabeling.
> Installeer de thermostaat alleen in droge ruimtes.
2.5 Richtlijnen, voorschriften en normen
België:
De installatie dient uitgevoerd te worden in overeen-
stemming met de huidig geldende ARAB-voorschriften
en richtlijnen.
Nederland:
> Gebruik voor de bedraging algemeen gebruikelijke lei-
dingen.
Minimale doorsnede van de leidingen: 0,75 mm
2
De regelaar mag alleen in droge ruimtes geïnstalleerd
worden.
De elektrische installatie dient uitgevoerd te worden
conform de NEN 1010 (Veiligheidsbepalingen voor laag-
spanningsinstallaties).
Systeembeschrijving
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 7
3
3 Systeembeschrijving
3.1 Systeemontwerp
De thermostaat calorMATIC regelt de Vaillant CV-instal-
latie en de warmwaterbereiding.
U kunt de thermostaat met de wandhouder aan een
wand monteren.
U kunt de draadloze ontvangereenheid met de wandsok-
kel aan een wand monteren of zonder de wandsokkel in
de thermostaatsteekplaats van een Vaillant CV-ketel
inbouwen.
12 3
4
Afb. 3.1 Systeemschema
1 Thermostaat calorMATIC VRC 470f
2 Draadloze buitenvoeler VR 21 (DCF77)
3 CV-ketel
4 Draadloze ontvangereenheid
3.2 Werkwijze
CV-installatie
De calorMATIC VRC 470f is een weersafhankelijke ther-
mostaat met een afzonderlijke voeler. De in de open
lucht gemonteerde voeler VR 21 meet de buitentempera-
tuur en geeft deze via draadloze overdracht aan de ther-
mostaat door. De thermostaat regelt afhankelijk van de
buitentemperatuur de aanvoertemperatuur van de ver-
warming. Bij een lage buitentemperatuur verhoogt de
thermostaat de aanvoertemperatuur, bij een hogere bui-
tentemperatuur verlaagt hij deze opnieuw. Zo vangt de
thermostaat de schommelingen van de buitentempera-
tuur op en de kamertemperatuur blijft op de constante
vooraf ingestelde temperatuurwaarde.
De warmwaterbereiding wordt door de weersafhankelijke
regeling niet beïnvloed.
De thermostaat wordt via batterijen van stroom voor-
zien.
De gegevensuitwisseling tussen thermostaat en draad-
loze ontvangereenheid vindt plaats via een draadloze
verbinding. De gegevensuitwisseling tussen draadloze
ontvangereenheid en CV-ketel en de stroomvoorziening
van de draadloze ontvangereenheid vindt plaats via een
eBUS-interface.
U kunt de thermostaat voor diagnose op afstand en
instellingen op afstand met het Vaillant internet-commu-
nicatiesysteem vrnetDIALOG uitrusten.
Warmwaterbereiding
Met de calorMATIC VRC 470f kunt u de temperatuur en
de tijd voor de warmwaterbereiding vastleggen. De CV-
ketel verwarmt het water in de boiler tot op de vooraf
ingestelde temperatuur op. De tijden waarin warm water
in de boiler klaar moet staan, kunt u met behulp van tijd-
vensters vastleggen.
Als in de CV-installatie een CV-pomp geïnstalleerd is,
kunnen eveneens tijdvensters voor de circulatie van het
warme water ingesteld worden.
Systeembeschrijving
8 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
3
3.3 Toestelopbouw
1
4
3
2
5
Afb. 3.2 Vooraanzicht draadloze thermostaat calorMATIC
1 Display
2 Wandsokkelafscherming
3 Rechter functietoets "Modus" (softkeyfunctie)
4 Draaiknop (geen toetsfunctie)
5 Linker functietoets "Menu" (softkeyfunctie)
2
4
3
1
Afb. 3.3 Vooraanzicht draadloze ontvangereenheid
1 Wandsokkel
2 Diagnosebus voor de installateur
3 LED
4 Leer functie-toets
3.4 Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich aan de achterkant van de
thermostaatbehuizing.
21110700201081340082005003N2
9 . . . 24V <50mA
calorMATIC 470f
1 2 3 4 5
Afb. 3.4 Typeplaatje (voorbeeld)
1 EAN-code
2 Toestelbenaming
3 Bedrijfsspanning
4 Stroomverbruik
5 CE-markering
3.5 Toebehoren
i
Als de thermostaat met toebehoren aange-
vuld wordt, gelieve dan alle bijbehorende
installatiehandleidingen in acht te nemen.
Voor de uitbreiding van de thermostaat kunt u de vol-
gende toebehoren gebruiken:
Multifunctionele module VR 40
Via de multifunctionele module VR 40 kan de thermo-
staat een CV-pomp aansturen.
Mengmodule VR 61/2
De mengermodule VR 61/2 breidt de thermostaat uit
met een 2-krings-thermostaat.
Zonnemodule VR 68/2
Via de zonnemodule VR 68/2 kan de thermostaat een
zonnesysteem regelen.
Afstandsbediening VR 81/2
Als het tweede CV-circuit decentraal beïnvloedt moet
worden, dan kunt u de afstandsbediening VR 81/2
gebruiken. Met de afstandsbediening VR 81/2 kunt u de
parameter " Gewenste kamertemperatur" instellen.
Daarnaast geeft de thermostaat onderhouds- en sto-
ringsmeldingen aan de hand van symbolen weer.
De gegevensuitwisseling gebeurt via een eBus-leiding.
Montage
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 9
4
4 Montage
U kunt de draadloze ontvangereenheid naar keuze in de
CV-ketel integreren of afzonderlijk aan een wand instal-
leren. Bij de wandmontage verbindt u de draadloze ont-
vangereenheid via een 2-draads eBUS-leiding met de CV-
ketel.
U kunt de thermostaat in een woonruimte aan de wand
monteren.
4.1 Leveringsomvang controleren
Aantal Bouwdeel
1 Thermostaat calorMATIC VRC 470f
1 Draadloze ontvangereenheid
1 Draadloze buitenvoeler VR 21
1 Wandsokkel voor draadloze ontvangereenheid
1 Wandhouder voor calorMATIC
2 Bevestigingsmateriaal (2 schroeven en 2 pluggen)
1 Batterijset (4 x AA)
1 3-polige stiftlijst
1 Handleiding
1 Installatiehandleiding
Tab. 4.1 Leveringsomvang
4.2 Eisen aan de plaats van montage
4.2.1 Draadloze ontvangereenheid
> Installeer de draadloze ontvangereenheid in de CV-
ketel.
> Als de draadloze verbinding bij installatie in de CV-
ketel niet gewaarborgd is, installeer dan de draadloze
ontvangereenheid op een geschikte positie aan een
wand.
4.2.2 Thermostaat
> Breng de thermostaat zo aan dat een correcte regis-
tratie van de kamertemperatuur gewaarborgd is; bijv.
op een binnenmuur van de woonkamer op een hoogte
van ca. 1,5 m.
> Indien de thermostaat geactiveerd is, informeer dan
de gebruiker, dat in de kamer, waarin de thermostaat
is aangebracht, alle radiatorkranen volledig geopend
moeten zijn.
4.2.3 Draadloze buitenvoeler
De montageplaats van de draadloze buitenvoeler moet
zijn:
geen uitgesproken windstille plaats
geen bijzonder tochtige plaats
zonder directe zonnestraling
zonder invloed van warmtebronnen
een noord- of noordwestgevel
goed bereikbaar, zodat de zonnecel gemakkelijk gerei-
nigd kan worden
op geringe afstand van de draadloze ontvangereen-
heid
> Controleer tijdens de inbedrijfname, of de draadloze
verbinding tussen draadloze buitenvoeler en draad-
loze ontvangereenheid gewaarborgd is.
> Als de draadloze verbinding door elektrische appara-
ten of gebouwinvloeden belemmerd wordt, kies dan
een andere montageplaats voor de draadloze buiten-
voeler.
4.3 Draadloze ontvangereenheid in de CV-ketel
inbouwen
e
Gevaar!
Levensgevaar door spanningsvoerende aan-
sluitingen!
Bij werkzaamheden in de schakelkast van de
CV-ketel bestaat levensgevaar door een elek-
trische schok. Ook bij uitgeschakelde aan/uit-
schakelaar staat er nog spanning op de
netaansluitklemmen!
> Voor u werkzaamheden in de schakelkast
van de CV-ketel uitvoert, schakelt u de
hoofdschakelaar uit.
> Verbreek de verbinding van de CV-ketel
met het elektriciteitsnet door de stekker uit
de wandcontactdoos te trekken of de CV-
ketel via een scheidingsinrichting met een
contactopening van ten minste 3 mm (b.v.
zekeringen of contactverbrekers) span-
ningsvrij te maken.
> Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
> Open de schakelkast alleen wanneer de CV-
ketel niet meer onder spanning staat.
i
Neem bij het plaatsen van de draadloze ont-
vangereenheid in de schakelkast van de CV-
ketel de aanwijzingen voor het inbouwen van
een thermostaat in de installatiehandleiding
van de CV-ketel in acht.
Montage
10 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
4
Zo plaatst u de draadloze ontvangereenheid in de CV-
ketel:
> Stel de CV-ketel buiten werking.
> Ga na of de CV-ketel spanningvrij is.
> Open evt. de mantel aan de CV-ketel.
> Til de blinde afdekking voorzichtig van de schakelkast.
> Til voorzichtig de draadloze ontvangereenheid van de
wandsokkel (¬Hfdst.4.4.1).
> Controleer om welk type schakelkast het gaat.
1
2
Afb. 4.1 Stiftlijst insteken of verwijderen
Bij verticaal liggende steekaansluitingen met stiften:
> Als de 3-polige stiftlijst (2) op de printplaat (1) van de
draadloze ontvangereenheid voorgemonteerd is, ver-
wijder dan de stiftlijst.
> Druk de draadloze ontvangereenheid voorzichtig in de
steekaansluiting van de schakelkast.
Bij horizontaal liggende steekaansluitingen zonder stif-
ten aan de schakelkast:
> Als de 3-polige stiftlijst (2) niet voorgemonteerd is,
steek dan de bij de thermostaat meegeleverde
3-polige stiftlijst met de korte eindes in de 3 horizon-
tale openingen op de printplaat (1) van de draadloze
ontvangereenheid.
> Druk de draadloze ontvangereenheid met de stiftlijst
voorzichtig in de steekaansluiting van de schakelkast.
> Monteer, indien dit nog niet gebeurd is, de draadloze
buitenvoeler (¬Hfdst.4.5).
> Schakel de stroomtoevoer naar de CV-ketel in.
> Stel de CV-ketel in werking.
> Sluit evt. de mantel van de CV-ketel opnieuw.
4.4 Draadloze ontvangereenheid aan de wand
monteren
i
Een wandmontage van de draadloze ontvan-
gereenheid is alleen noodzakelijk, als na inbe-
drijfname de positie van de draadloze ontvan-
gereenheid geoptimaliseerd moet worden, om
de draadloze verbinding met de thermostaat
en met de draadloze buitenvoeler te waarbor-
gen.
3
4
4
7
6
5
3
2
1
3
Afb. 4.2 Montage van de draadloze ontvangereenheid
1 Draadloze ontvangereenheid
2 Wandsokkel
3 Bevestigingsopeningen
4 Openingen voor kabeldoorvoer
5 Stiftlijst met klemmen voor eBUS-leiding
6 Wandsokkelafscherming
7 Gleuf voor schroevendraaier
4.4.1 Draadloze ontvangereenheid van de
wandsokkel nemen
> Leid een schroevendraaier in de gleuf (7) van de
wandsokkel (2).
> Til de draadloze ontvangereenheid (1) voorzichtig van
de wandsokkel (2).
Montage
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 11
4
4.4.2 Wandsokkel aan de wand bevestigen
> Markeer een geschikte plaats op de muur. Houd daar-
bij rekening met de kabeldoorvoer voor de eBUS-lei-
ding.
> Boor twee gaten met een diameter van 6 mm over-
eenkomstig de bevestigingsopeningen (3).
> Plaats de bijgeleverde pluggen in de geboorde gaten.
> Leid de eBUS-leiding door één van de kabeldoorvoe-
ren (4).
> Zet de wandsokkel met de bijgeleverde schroeven
vast.
> Sluit de eBUS-leiding op de klemmen van de steeklijst
aan (¬Hfdst.5).
4.4.3 Draadloze ontvangereenheid monteren
> Plaats de draadloze ontvangereenheid voorzichtig in
de wandsokkel. Zorg ervoor dat de stiftlijst (5) op de
wandsokkel in de daarvoor bestemde steekaansluiting
van de draadloze ontvangereenheid past.
> Druk de draadloze ontvangereenheid voorzichtig in de
wandsokkel tot de grendelnokken van de draadloze
ontvangereenheid hoorbaar in de zijkanten van de
wandsokkel vastklikken.
4.5 Draadloze buitenvoeler monteren
b
Attentie!
Gevaar voor materiële schade door ondes-
kundige montage!
Ondeskundige montage kan tot schade aan
het apparaat leiden, bijv. door vocht.
> Let op de correcte inbouwpositie van de
draadloze buitenvoeler.
i
De draadloze buitenvoeler wordt via een zon-
necel van energie voorzien. Verwisselen van
batterijen is dus niet nodig.
i
De draadloze buitenvoeler mag niet aan
directe bezonning blootgesteld worden.
Afb. 4.3 Wandhouder wegnemen
Ga als volgt te werk:
> Markeer een geschikte plaats op de muur.
> Neem de wandhouder van de draadloze buitenvoeler
weg.
Montage
12 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
4
1
2
Afb. 4.4 Wandhouder monteren
> Boor twee gaten met een diameter van 6 mm over-
eenkomstig de bevestigingsopeningen.
> Plaats de bijgeleverde pluggen in de geboorde gaten.
> Bevestig de wandhouder met twee schroeven (1, 2)
aan de wand.
1
2
Afb. 4.5 Draadloze buitenvoeler in bedrijf nemen
1 LED
2 Toets
> Activeer de draadloze buitenvoeler, door aan de ach-
terkant rechts de rode toets (2) bijv. met een pen te
bedienen.
De groene LED (1) brandt gedurende ca. 30 seconden.
i
Neem de draadloze buitenvoeler in ieder geval
in bedrijf, omdat anders geen waarden (bijv.
buitentemperatuur) naar de draadloze ontvan-
gereenheid overgedragen worden.
Afb. 4.6 Draadloze buitenvoeler bevestigen
> Schuif de draadloze buitenvoeler op de wandhouder,
tot deze vastklikt.
Montage
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 13
4
4.6 Klokthermostaat monteren
> Controleer voor de wandmontage, of de draadloze
verbinding tussen thermostaat en draadloze ontvan-
gereenheid gewaarborgd is (¬Hfdst.8.7).
> Als de draadloze verbinding door elektrische appara-
ten of gebouwinvloeden belemmerd wordt, kies dan
een andere montageplaats voor de thermostaat of de
draadloze ontvangereenheid.
1
2
3
Afb. 4.7 Wandhouder monteren
1 Wandhouder
2 Bevestigingsopeningen
3 Wandhouderafscherming
Ga als volgt te werk:
> Neem de wandhouder van de achterkant van de ther-
mostaat weg, door de wandhouder naar beneden te
trekken.
> Neem de wandhouderafscherming van de wandhou-
der weg, door de afscherming aan de bovenkant met
de vingers van de wandhouder af te trekken.
> Markeer een geschikte plaats op de muur.
> Boor twee gaten met een diameter van 6 mm over-
eenkomstig de bevestigingsopeningen (2).
> Plaats de bijgeleverde pluggen in de geboorde gaten.
> Bevestig de wandhouder (1) met de meegeleverde
schroeven.
> Haak de beide onderste opsluitkragen van de wand-
houderafscherming (3) in de openingen op de wand-
houder.
> Druk de bovenkant van de wandhouderafscherming
op de wandhouder, tot deze vastklikt.
Afb. 4.8 Poling van de batterijen
> Open het batterijvak aan de onderkant van de ther-
mostaat.
> Verwijder de kunststof strook tussen de batterijen en
het contactvlak.
i
Let op de correcte poling van de batterijen
(¬Afb. 4.8).
De batterijen gaan afhankelijk van het gebruik
ca. 1 tot 1,5 jaar mee.
> Sluit het batterijvak.
> Hang de thermostaat aan de wandhouder.
> Druk de thermostaat op de wandhouder naar bene-
den, tot deze hoorbaar vastklikt.
> Controleer de kwaliteit van de draadloze verbinding
(¬Hfdst.8.7).
Elektrische installatie
14 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
5
5 Elektrische installatie
e
Gevaar!
Levensgevaar door spanningsvoerende aan-
sluitingen!
Bij werkzaamheden in de schakelkast van de
CV-ketel bestaat levensgevaar door een elek-
trische schok. Ook bij uitgeschakelde aan/uit-
schakelaar staat er nog spanning op de
netaansluitklemmen!
> Voor u werkzaamheden in de schakelkast
van de CV-ketel uitvoert, schakelt u de
hoofdschakelaar uit.
> Verbreek de verbinding van de CV-ketel
met het elektriciteitsnet door de stekker uit
de wandcontactdoos te trekken of de CV-
ketel via een scheidingsinrichting met een
contactopening van ten minste 3 mm
(b.v.zekeringen of contactverbrekers) span-
ningsvrij te maken.
> Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
> Open de schakelkast alleen wanneer de CV-
ketel niet meer onder spanning staat.
Als u de draadloze ontvangereenheid in de CV-ketel
inbouwt, vindt de elektrische verbinding plaats door het
contact van de stiftlijst van thermostaat met de over-
eenkomstige steekaansluiting in de CV-ketel. De elektri-
sche installatie is alleen nodig, als u de draadloze ont-
vangereenheid aan een wand gemonteerd heeft.
Aan de wand gemonteerde draadloze ontvangereen-
heid aansluiten
b
Attentie!
Foute werking door ondeskundige installa-
tie!
Zonder brug tussen de klemmen 3 en 4 aan
de printplaat van de schakelkast is de CV-
ketel zonder functie.
> Let er bij het aansluiten van de draadloze
ontvangereenheid op dat de brug tussen de
klemmen 3 en 4 geïnstalleerd is.
> Schakel de stroomtoevoer naar de CV-ketel uit.
> Beveilig de stroomtoevoer naar de CV-ketel tegen
opnieuw inschakelen.
1
2
Afb. 5.1 Draadloze ontvangereenheid aansluiten
1 Stiftlijst in de wandsokkel van de draadloze ontvangereenheid
2 Klemlijst CV-ketel
i
Als u de eBUS-leiding aansluit, dan moet u
niet op de poling letten. Als u de beide aan-
sluitingen verwisselt, dan loopt de communi-
catie geen gevaar.
Zo sluit u de draadloze ontvangereenheid op de CV-ketel
aan:
> Sluit de eBUS-leiding op de klemmen (1) van de stift-
lijst in de wandsokkel van de draadloze ontvangereen-
heid aan.
> Sluit de eBUS-leiding op de klemlijst van de CV-ketel (2)
aan.
Ingebruikneming
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 15
6
6 Ingebruikneming
Als u de thermostaat na de elektrische installatie of na
het vervangen voor de eerste keer in gebruik neemt, dan
start de installatieassistent automatisch. Met behulp van
de installatieassistent kunt u de belangrijkste instellin-
gen voor de CV-installatie uitvoeren.
Het bedieningsconcept, een bedieningsvoorbeeld en de
menustructuur zijn in de handleiding van de thermostaat
beschreven (¬ handleiding).
Alle instellingen die u via de installatieassistent uitge-
voerd hebt, kunt u later via het bedieningsniveau " Instal-
lateurniveau" nog wijzigen.
De aflees- en instelmogelijkheden van het installateurni-
veau zijn beschreven in (¬Hfdst.7) en (¬Hfdst.8).
6.1 Overzicht instellingsmogelijkheden
installatieassistent
Instelling Waarden Eenheid Stappengrootte, selecteren Fabrieksin-
stelling
Eigen
instelling
min. max.
Taal Selecteerbare talen Duits
CV Circuit CV 1
3)
Verwarming circuit, inactief Verwarming
circuit
CV Circuit CV 2
3)
Zone, meng circuit, inactief Meng cir-
cuit
Relaisuitgang
LP/ZP
3)
Boilerpomp, CV-pomp, niet aangesloten Niet aange-
sloten
Zonne volume stroom
1)
0,0 99,5 l/min 0,5 17,5
Multifunctioneel relais
1)
Differentiatie regeling, tweede boiler deferentie
regeling
Zonnepomp Kick
1)
Uit, aan Uit
Zonne circuit beveiliging
1)
Uit, 110 150 °C 1 130
Land van Installatie
2)
Selecteerbaar land Duitsland
Bedrijfstand instellen
3)
CV Circuit 1, CV Circuit 2,
CV Circuit 1 & CV Circuit 2
CV 1
Open verdeler
4)
Aan, Uit Uit
Boiler Actief, Inactief Actief
Tab. 6.1 Overzicht instellingsmogelijkheden installatie-
assistent
1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.
2) Verschijnt alleen als het zonnestation VMS aangesloten is.
3) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.
Ingebruikneming
16 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
6
6.2 Instellingen voor de gebruiker uitvoeren
Voer de volgende instellingen via het bedieningsniveau
voor de gebruiker uit:
> Als er geen DCF77-ontvangst mogelijk is, stel dan de
datum en de tijd in.
> Wijzig evt. de af fabriek ingestelde benamingen van
de componenten van de CV-installatie.
> Stel de modus voor de verwarmingsfunctie in. De
modus voor de warmwaterbereiding is daarvan afhan-
kelijk en kan niet afzonderlijk ingesteld worden.
> Stel de gewenste kamertemperatuur ("Gewenste tem-
peratuur dag") in.
> Stel de nachttemperatuur ("Gewenste temperatuur
nacht") in.
> Stel de warmwatertemperatuur ("Gewenste tempera-
tuur warm water") in.
> Stel tijdvensters voor het automatische bedrijf van de
verwarmingsfunctie in.
> Stel tijdvensters voor de warmwaterbereiding in.
> Stel evt. tijdvensters voor de circulatie in.
6.3 Andere parameters van de CV-installatie
instellen
Andere parameters kunt u via het bedieningsniveau
"Installateur" uitvoeren, (¬Hfdst.7) en (¬Hfdst.8).
Bediening
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 17
7
7 Bediening
De menustructuur, het bedieningsconcept en een bedie-
ningsvoorbeeld zijn in de handleiding van de thermo-
staat beschreven (¬ handleiding).
De thermostaat beschikt over twee bedieningsniveaus,
het gebruikersniveau en het installateurniveau
De aflees- en instelmogelijkheden van het gebruikersni-
veau zijn eveneens in de handleiding beschreven.
Hierna vindt u de aflees- en instelmogelijkheden
beschreven die u met de linker functietoets "Menu" en
de optie "Installateurniveau" bereikt.
i
Meerdere displays na elkaar geven mogelijke
bijkomende CV circuits weer. Grijs weergege-
ven opties zijn alleen voorhanden als een
betreffende uitbreidingsmodule aangesloten
is.
Bediening
18 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
7
7.1 Overzicht menustructuur
Vorige
Veranderen
Vorige
Vorige
Vorige
Veranderen
Vorige
Vorige
Code invullen
000
Vorige
OK
Menu
Dagen Thuis
Standaard Instelling
Installateurniveau
Vorige
Selecteren
Installateurniveau
Service Informatie
Systeem Configuratie
sensor / werking test
Vorige
Selecteren
Service Informatie
Contactgegevens invullen
Onderhoudsdatum
Vorige
Selecteren
Service Informatie
Contactgegevens invullen
Onderhoudsdatum
Vorige
Selecteren
Installateurniveau
Service Informatie
Systeem Configuratie
sensor / werking test
Vorige
Selecteren
Systeem
Status
Waterdruk
Warm water
Vorige
OK
2,3bar
n.opwarmen
Systeem
Collectortemperatuur
Vorst bescherming
Pomp wachttijd
Vorige
76°C
4 u
15 min
Systeem
Max. voorverwarming
Max.voor afschakelen
Continu verwarmen
Vorige
Veranderen
0 min
0 min0 min
Uit
40°C
Systeem
Temp. verhoging
Regelingen
CV circuit kiezen
Vorige
0 K
Uitlezing
CV 1
Warmteopwekker
Warmteopwekker --------------------------
Status
VF1
Vorige
Uit
Uit
Uit
Warm water
Boiler temp.
Boilerpomp
CV-pomp
Vorige
59°C
Actief
Warmteopwekker
CV 1 -------------------------------------------CV 1 -------------------------------------------
Circuit type
Vorige
Uit
Veranderen
Open verdeler
60°C
Warm water
Warm water ---------------------------------
Boiler
Boiler tenp. Instel.
Vorige
Actief
20,0°C
20,0°C
CV 1
Auto dag tot
Gewenste kamer temp.
KamertemperatuurKamertemperatuur
Vorige
22:10
0°C
22°C
CV 1
Nacht temperatuur
Aanvoertemp. Gew.
Aanvoertemperatuur
Vorige
15,0°C
Geen
1K
CV 1
Pomp status
Kamerthermostaat
Zomerstand
Vorige
Uit
Veranderen
Veranderen
Veranderen
15°C
Eco
CV 1
Stooklijn
Min. Temperatuur
Systeem Auto uit
Vorige
1,2
Actief
CV 1
Bijzondere functie
CV 2 --------------------------------CV
Circuit type
Vorige
Geen
Veranderen
4:00
25K
Warm water
Legionella bev. Dag
Anti-legionella Tijd
Boiler opwarmen aan
Vorige
Uit
Veranderen
Uit
Geen con.
Warm water
Oplaadpomp naloopOplaadpomp naloop
Paral. Boiler opladen
relaisuitgang LP/ZP
Vorige
5 min
Veranderen
Afb. 7.1 Menustructuur installateurniveau deel 1
Bediening
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 19
7
Vorige
Veranderen
Vorige
Veranderen
Vorige
Code invullen
000
Vorige
OK
Menu
Dagen Thuis
Standaard Instelling
Installateurniveau
Vorige
Selecteren
Installateurniveau
Service Informatie
Systeem Configuratie
sensor / werking test
Vorige
Selecteren
Zonne systeem
Sensor boiler 2
Sensor zon opbrengs
Vorige
Installateurniveau
Service Informatie
Systeem Configuratie
sensor / werking test
Vorige
Selecteren
VR 61
Werking
Sensor
Vorige
Selecteren
Installateurniveau
Vloerdroog functie
Code veranderen
-------------------------------------------------
Vorige
Selecteren
Installateurniveau
Vloerdroog functie
Code veranderen
Vorige
Selecteren
Zonne systeem-----------------------------
-------------------------------------------------
20°C
10°C
Zonne systeem
Status Solarpumpe
Sensor TD1
Sensor TD2
Vorige
Aan
64°C
54°C
Zonne systeem
Status funct. relais
Draaitijd zonne Pomp
Reset Draaitijd
Vorige
Veranderen
Aan
1963u1963u
Nee
130°C
Zonne systeem
Pomp aansturing
Eerste boiler
Zonne vollume stroom
Vorige
Uit
1
165l/min
LP/ZP
VF2
65°C
VR -68
Werking
Sensor
Vorige
Selecteren
MA
KOL1
76°C
actoSTOR
Werking
Sensor
Vorige
Selecteren
ZP
T1
55°C
Vloerdrogen instellenVloerdrogen instellen
CV Circuit 1 Dag
Temperatuur
Vorige
Veranderen
00
0,0°C
Code veranderenCode veranderen
Nieuwe code
Vorige
Veranderen
000
Solar
Zonne pomp kick
Zonne circuit bev.
Vorige
Uit
Veranderen
65°C
Zonneboiler 1
Uitschakel verschil
Max. Temperatuur
Vorige
3K
Multi. relais
Diff. reg.
Zonneboiler 1
Max. Temperatuur
Inschakel verschil
Vorige
Zonneboiler 1-------------------------------
Zonneboiler 2 -------------------------------
65°C
7K
2 deferentie regeling
Inschakel verschil
Uitschakel verschil
Vorige
2 deferentie regeling----------------------2 deferentie regeling----------------------
7K
3K
Draadloze verbinding
Buitentemp. voeler
Leer functie
Vorige
10
Uit
1010
Thermostaat
Afb. 7.2 Menustructuur installateurniveau deel 2
Bediening
20 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
7
7.2 Overzicht installateurniveau
Keuze-
niveau 1
Keuze-
niveau 2
Keuze-
niveau 3
Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,
selecteren
Fabrieks-
instelling
Eigen
instelling
min. max.
Installa-
teurniveau
Code invullen 000 999 1 000
Service
Informa-
tie
Contact-
gegevens
invullen
Firma 1 11 Cijfers A tot Z,
0 tot 9,
spaties
Telefoonnummer 1 12 Getallen 0 tot 9,
spaties,
koppelteken
Onder-
houdsda-
tum
Volgende onder-
houdsbeurt op
Datum 01.01.11
Systeem
Configu-
ratie
Systeem
Status Actuele waarde*
Waterdruk Actuele waarde bar
Warm water Actuele waarde °C
Collectortempera-
tuur
1)
Actuele waarde °C
Vorst bescherming 0 12 u 1 4
Pomp wachttijd uit, 5 60 min 1 15
Max. voorverwar-
ming
0 300 min 10 0
Max. voor afschake-
len
0 120 min 10 0
Continu verwarmen uit, -25 10 °C 1 Uit
Tempe. verhoging
2)
015K 0
Regelingen display Software-
versie
CV circuit kiezen
2)
CV 1, CV 2,
CV 1 & 2
CV 1
Tab. 7.1 Overzicht installateurniveau
1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.
2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemodule
VR68/2 aangesloten is.
4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.
5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.
6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
7) Deze waarde is afhankelijk van de aangesloten uitbreidingsmodule.
Als er geen uitbreidingsmodule aangesloten is, dan kan de boven-
grens door de waarde op de CV-ketel begrensd zijn.
8) Verschijnt alleen als het zonnestation VMS aangesloten is.
* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storing is,
dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding
(¬Hfdst.10.2) hier aflezen.
Bediening
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 21
7
Keuze-
niveau 1
Keuze-
niveau 2
Keuze-
niveau 3
Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,
selecteren
Fabrieks-
instelling
Eigen
instelling
min. max.
Installa-
teurniveau
Systeem
Configu-
ratie
Warmteopwekker
Status Actuele waarde Uit,
Verwarmen,
Warmwater
VF1 Actuele waarde
Open verdeler
4)
Actuele waarde Aan, Uit Uit
CV 1
Circuit type
2)
Inactief Actief inactief, actief Actief
Auto dag tot Actuele waarde Uur:min
Gewenste kamer
temp. (Dagtempera-
tuur)
530°C0,5 20
Kamertemperatuur
5)
(Kamertemperatuur)
Actuele waarde °C
Nacht temperatuur
(Nachttemperatuur)
5 30 °C 0,5 15
Aanvoertemp. Gew. Actuele waarde °C
Aanvoertemperatuur Actuele waarde °C
Pompstatus
2)
Actuele waarde Aan, Uit
Kamerthermostaat Geen,
Uit, Thermost.
Geen
Zomerstand -3 30 K 1 1
Stooklijn 0,20 4,0 0,05 1,2
Min. Temperatuur 15 90 °C 1 15
Systeem Auto uit Eco,
Nachttemp.,
Vorst bev.
Eco
Bijzondere functies Actuele waarde Geen
Tab. 7.1 Overzicht installateurniveau
1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.
2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemodule
VR68/2 aangesloten is.
4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.
5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.
6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
7) Deze waarde is afhankelijk van de aangesloten uitbreidingsmodule.
Als er geen uitbreidingsmodule aangesloten is, dan kan de boven-
grens door de waarde op de CV-ketel begrensd zijn.
8) Verschijnt alleen als het zonnestation VMS aangesloten is.
* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storing is,
dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding
(¬Hfdst.10.2) hier aflezen.
Bediening
22 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
7
Keuze-
niveau 1
Keuze-
niveau 2
Keuze-
niveau 3
Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,
selecteren
Fabrieks-
instelling
Eigen
instelling
min. max.
Installa-
teurniveau
Systeem
Configu-
ratie
CV 2
2)
Circuit type Inactief Actief Inactief, Actief,
Zone
Actief
Auto dag tot Actuele waarde Uur:min
Gewenste kamer
temp. (Dagtempera-
tuur)
530°C0,5 20
Kamertemperatuur
(Kamertemperatuur)
Actuele waarde °C
Nacht temperatuur
(Nachttemperatuur)
5 30 °C 0,5 15
Aanvoertemp. Gew. Actuele waarde °C
Aanvoertemperatuur Actuele waarde °C
Pomp status Actuele waarde Aan, Uit
Mengmoduul status Actuele waarde Open,
Midden,
Dicht
Kamerthermostaat Geen,
Uit,
Thermost.
Geen
Zomerstand -3 30 K 1 1
Stooklijn 0,20 4,0 0,05 1,2
Min. Temperatuur 15 90 °C 1 15
Max. Temperatuur 15 90 °C 1 75
Systeem Auto uit Eco,
Nachttemp.,
Vorst bev.
Vorst bev.
Bijzondere functies Actuele waarde Geen,
Vakantie,
Thuis,
Party,
Boiler opl.
Geen
Tab. 7.1 Overzicht installateurniveau
1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.
2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemodule
VR68/2 aangesloten is.
4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.
5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.
6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
7) Deze waarde is afhankelijk van de aangesloten uitbreidingsmodule.
Als er geen uitbreidingsmodule aangesloten is, dan kan de boven-
grens door de waarde op de CV-ketel begrensd zijn.
8) Verschijnt alleen als het zonnestation VMS aangesloten is.
* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storing is,
dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding
(¬Hfdst.10.2) hier aflezen.
Bediening
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 23
7
Keuze-
niveau 1
Keuze-
niveau 2
Keuze-
niveau 3
Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,
selecteren
Fabrieks-
instelling
Eigen
instelling
min. max.
Installa-
teurniveau
Systeem
Configu-
ratie
Warm Water
Boiler Inactief Actief Actief, Inactief Actief
Boiler temp. Instel. 35
7)
70 °C 1 60
Boiler temp. Actuele waarde °C
Boilerpomp Actuele waarde Aan, Uit
CV-pomp Actuele waarde Aan, Uit
Legionella bev. Dag Ma, Di, Wo, Do,
Vr, Za, Zo,
Uit,
Ma-Zo
Uit
Anti-legionella Tijd 0:00 23:50 Uur:min 10 min 4:00
Boiler opwarmen
aan
3)
15 40 K 1 25
Oplaadpomp
naloop
3)
0 10 min 1 5
Paral. Boiler
opladen
2)
Uit Aan Uit, Aan Uit
Relaisuitgang
LP/ZP
2)
Geen con.,
CV-pomp,
Boilerpomp
Geen con.
Tab. 7.1 Overzicht installateurniveau
1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.
2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemodule
VR68/2 aangesloten is.
4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.
5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.
6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
7) Deze waarde is afhankelijk van de aangesloten uitbreidingsmodule.
Als er geen uitbreidingsmodule aangesloten is, dan kan de boven-
grens door de waarde op de CV-ketel begrensd zijn.
8) Verschijnt alleen als het zonnestation VMS aangesloten is.
* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storing is,
dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding
(¬Hfdst.10.2) hier aflezen.
Bediening
24 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
7
Keuze-
niveau 1
Keuze-
niveau 2
Keuze-
niveau 3
Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,
selecteren
Fabrieks-
instelling
Eigen
instelling
min. max.
Installa-
teurniveau
Systeem
Configu-
ratie
Zonne systeem
1)
Sensor boiler 2 Actuele waarde °C
Solar winst sensor Actuele waarde °C
Status zonnepomp Actuele waarde Aan, Uit
Sensor TD1 Actuele waarde °C
Sensor TD2 Actuele waarde °C
Status funct. relais Actuele waarde Aan, Uit
Draaitijd zonne
Pomp
Actuele waarde u
Reset Draaitijd Nee Ja Nee, Ja Nee
Pomp aansturing Actuele waarde Aan, Uit Uit
Eerste boiler 1 2 1, 2 1
Zonne volume
stroom
0,0 99,0 l/min 0,5 3,5
Multifunctioneel
relais
Diff. reg.,
boiler2
Diff. reg.
Zonnepomp Kick Aan Uit Aan, Uit Uit
Zonne circuit bev. Uit, 110 150 °C 1 130
VMS
8)
Land van Installatie Selecteerbaar
land
Duitsland
Zonneboiler 1
1)
Max. Temperatuur 20 90 °C 1 65
Inschakel verschil 2 25 K 1 7
Uitschakel verschil 1 20 K 1 3
Tab. 7.1 Overzicht installateurniveau
1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.
2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemodule
VR68/2 aangesloten is.
4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.
5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.
6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
7) Deze waarde is afhankelijk van de aangesloten uitbreidingsmodule.
Als er geen uitbreidingsmodule aangesloten is, dan kan de boven-
grens door de waarde op de CV-ketel begrensd zijn.
8) Verschijnt alleen als het zonnestation VMS aangesloten is.
* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storing is,
dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding
(¬Hfdst.10.2) hier aflezen.
Bediening
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 25
7
Keuze-
niveau 1
Keuze-
niveau 2
Keuze-
niveau 3
Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,
selecteren
Fabrieks-
instelling
Eigen
instelling
min. max.
Installa-
teurniveau
Systeem
Configu-
ratie
Zonneboiler 2
1)
Max. Temperatuur 20 90 °C 1 65
Inschakel verschil 2 25 K 1 7
Uitschakel verschil 1 20 K 1 3
2e differentiatie
regeling
Inschakel verschil 2 25 K 1 7
Uitschakel verschil 1 20 K 1 3
Draadloze verbinding
Thermostaat 0 10 1
Buitentemp. voeler 0 10 1
Leer functie Aan Uit Aan, Uit Uit
Tab. 7.1 Overzicht installateurniveau
1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.
2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemodule
VR68/2 aangesloten is.
4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.
5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.
6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
7) Deze waarde is afhankelijk van de aangesloten uitbreidingsmodule.
Als er geen uitbreidingsmodule aangesloten is, dan kan de boven-
grens door de waarde op de CV-ketel begrensd zijn.
8) Verschijnt alleen als het zonnestation VMS aangesloten is.
* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storing is,
dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding
(¬Hfdst.10.2) hier aflezen.
Bediening
26 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
7
Keuze-
niveau 1
Keuze-
niveau 2
Keuze-
niveau 3
Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte,
selecteren
Fabrieks-
instelling
Eigen
instelling
min. max.
Sensor/
werking
test
Selecteren module Aangesloten uit-
breidingsmodu-
les
VR 61
2)
Werking LP/ZP, HK1-P,
HK2 Uit, HK2
Aan, HK2-P
Sensor VF2 VF2
VR 68
1)
Werking MA, KOL1-P, LEG-
P
Sensor KOL1, SP1, SP2,
TD1, TD2
actoSTOR
4)
Werking ZP, P1, P2, AL
Sensor T1, T2, T3, T4,
Anode
Installa-
teurniveau
Vloer-
droog
functie
CV Circuit 1 Dag
6)
00 29 Dag 1 00
Temperatuur
6)
Act.
waarde
45 °C
CV Circuit 2 Dag
2)
00 29 Dag 1 00
Temperatuur Act.
waarde
45 °C
Code ver-
anderen
Nieuwe code 000 999 1 000
Tab. 7.1 Overzicht installateurniveau
1) Verschijnt alleen als de zonnemodule VR 68/2 aangesloten is.
2) Verschijnt alleen als de mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
3) Verschijnt alleen als mengmodule VR 61/2 of zonnemodule
VR68/2 aangesloten is.
4) Verschijnt alleen als de boiler actoSTOR VIH RL aangesloten is.
5) Verschijnt alleen als afstandsbediening VR 81/2 aangesloten is.
6) Verschijnt alleen als geen mengmodule VR 61/2 aangesloten is.
7) Deze waarde is afhankelijk van de aangesloten uitbreidingsmodule.
Als er geen uitbreidingsmodule aangesloten is, dan kan de boven-
grens door de waarde op de CV-ketel begrensd zijn.
8) Verschijnt alleen als het zonnestation VMS aangesloten is.
* Als er geen storing is, dan is de status "OK". Als er een storing is,
dan verschijnt hier "niet OK" en u kunt de foutmelding
(¬Hfdst.10.2) hier aflezen.
Functiebeschrijving
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 27
8
8 Functiebeschrijving
De optie " Installateurniveau" in het keuzeniveau 1 van de
menustructuur heeft vijf subopties met bijkomende keu-
zeniveaus:
Service Informatie
Systeem Configuratie
Sensor/werking test
Vloerdroogfunctie
Code veranderen
Functies met afleesmogelijkheden en functies met instel-
mogelijkheden zijn daaronder telkens samengevat.
De lijst van het tweede keuzeniveau "Systeem Configura-
tie" is volgens componenten van de CV-installatie inge-
deeld:
Systeem
Warmteopwekker
CV 1
Warm Water
Draadloze verbinding
Als een uitbreidingsmodule VR 61/2 aangesloten is, bij-
komend:
CV 2
Als een uitbreidingsmodule VR 68/2 aangesloten is, bij-
komend:
Zonnesysteem
Zonneboiler 1
Zonneboiler 2
2e differentiatie regeling
8.1 Service Informatie
8.1.1 Contactgegevens invullen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Service Informatie ¬
Contactgegevens invullen
U kunt uw contactgegevens (naam firma en telefoon-
nummer) in de thermostaat invoeren. Als de datum voor
het volgende onderhoud bereikt is, kan de gebruiker de
gegevens op het display van de thermostaat laten weer-
geven.
U moet elk teken van de firmanaam en het telefoonnum-
mer overlopen en afzonderlijk instellen.
8.1.2 Onderhoudsdatum invoeren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Service Informatie ¬
Onderhoudsdatum
U kunt een datum (dag, maand, jaar) voor het volgende
regelmatige onderhoud in de thermostaat opslaan.
Als de datum voor het volgende onderhoud bereikt is,
verschijnt de aanwijzing "Onderhoud" op de basisindica-
tie van de thermostaat.
Als in de CV-ketel een onderhoudsdatum opgeslagen is,
dan verschijnt bij het bereiken van deze datum de aan-
wijzing "Onderhoud verwarmingstoestel" aan de CV-
ketel.
De melding wordt uitgeschakeld als:
de datum in de toekomst ligt.
de initiële datum 01.01.2011 ingesteld wordt.
8.2 Systeem Configuratie: Systeem
8.2.1 Systeemstatus aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Systeem ----] ¬ Status
Met de functie kunt u de status van de CV-installatie
aflezen. Als er geen storing is, dan verschijnt "OK". Als
er een storing is, dan verschijnt de status "Niet OK". Als
u de rechter functietoets indrukt, krijgt u de lijst van de
f
outmeldingen te zien.
Foutmeldingen zijn beschreven in (¬Hfdst.10.2).
8.2.2 Waterdruk van de CV-installatie aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Systeem ----] ¬ Waterdruk
Met de functie kunt u de waterdruk van de CV-installatie
aflezen als de CV-ketel deze informatie ter beschikking
stelt.
8.2.3 Status van de warmwaterbereiding aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Systeem ----] ¬ Warm water
Met de functie kunt u de status van de warmwaterberei-
ding (Opwarmen, n.opwarmen) aflezen.
8.2.4 Collectortemperatuur aflezen
Alleen bij aangesloten VR68/2
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Systeem ----] ¬ Collectortemperatuur
Met de functie kunt u de actuele temperatuur aan de
collectorvoeler aflezen.
Functiebeschrijving
28 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
8
8.2.5 Vorstbescherming instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Systeem ----] ¬ Vorst bescherming
Met de functie kunt u de activering van de vorstbescher-
ming vertragen door een vertragingstijd in te stellen.
De vorstbeschermingsfunctie garandeert in de modi
"Uit" en "Eco" (behalve het ingestelde tijdvenster) de
vorstbescherming in de CV-installatie voor alle aangeslo-
ten CV circuits.
Als de buitentemperatuur onder 3 °C daalt, dan wordt de
gewenste kamertemperatuur op de ingestelde nachttem-
peratuur gezet. De CV circuitpomp wordt ingeschakeld.
Als de gemeten kamertemperatuur lager is dan de inge-
stelde nachttemperatuur, dan wordt de vorstbescher-
ming eveneens geactiveerd (onafhankelijk van de geme-
ten buitentemperatuur).
Als u een vertragingstijd instelt, dan wordt de vorstbe-
schermingsfunctie in deze periode onderdrukt.
Deze functie is alleen actief als voor de functie "Sys-
teem Auto uit" de instelling "Eco" gekozen is.
8.2.6 Pompwachttijd instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Systeem ----] ¬ Pomp wachttijd
Om energie te sparen, kunt u een pompwachttijd instel-
len waarin de CV circuitpomp uitgeschakeld blijft.
De thermostaat controleert voor elk CV circuit of de
gemeten aanvoertemperatuur 2 K boven de berekende
gewenste waarde ligt. Als dit 15 minuten lang het geval
is, dan wordt de pomp van het betreffende CV circuit
voor de ingestelde wachttijd uitgeschakeld. De menger
blijft in zijn actuele positie.
De ingestelde wachttijd wordt afhankelijk van de buiten-
temperatuur evt. verkort.
Voorbeeld:
Ingestelde wachttijd = 60 minuten
Buitentemperatuur 20 °C = wachttijd 60 min.
Buitentemperatuur 3 °C = wachttijd 5 min.
8.2.7 Maximale voorverwarmingstijd instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Systeem ----] ¬ Max. voorverwarming
Met de functie kunt u de verwarmingsfunctie voor de CV
circuits al een instelbare periode voor het eerste tijdven-
ster van de dag starten opdat de gewenste kamertempe-
ratuur al bij het begin van het eerste tijdvenster bereikt
is.
De aanvang van de opwarming wordt afhankelijk van de
buitentemperatuur (BT) vastgelegd:
BT 20 °C: ingestelde duur van de voorverwarmingstijd
BT +20 °C: geen voorverwarmingstijd
Tussen deze beide waarden vindt een lineaire berekening
van de duur voor de voorverwarmingstijd plaats.
8.2.8 Maximale vooruitschakeltijd instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Systeem ----] ¬ Max.voor afschakelen
U kunt een onnodige opwarming van de CV-installatie
onmiddellijk voor een vastgelegd verlagingstijdstip ver-
mijden door een vooruitschakeltijd vast te leggen.
De thermostaat berekent de werkelijke periode afhanke-
lijk van de buitentemperatuur.
Stel hier de door de gebruiker gewenste maximale peri-
ode in.
Als de buitentemperatuur -20 °C bedraagt, dan volgt er
geen vooruitschakeling.
Als de buitentemperatuur +20 °C bedraagt, dan werkt de
ingestelde, maximale vooruitschakeltijd.
Bij buitentemperaturen in het bereik van -20 °C tot
+20 °Cberekent de thermostaat een waarde die met een
lineair verloop tussen -20 °C en +20 °C overeenkomt.
i
De berekening gebeurt voor de begonnen
dag. De vroegste starttijd is 0:00 uur. Bij een
ingestelde vooruitschakeltijd van 120 minuten
en een tijdvenster van 0:00 tot 01:00 uur,
start de vooruitschakeltijd niet om 23:00 uur
van de vorige dag, maar pas om 0:00 uur.
8.2.9 Temperatuurgrens voor continu verwarmen
instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Systeem ----] ¬ Continu verwarmen
De "Buitentemperatuur continu verwarmen" is een
instelbare temperatuurwaarde; vanaf deze waarde wordt
permanent met de aan het CV circuit toegewezen
gewenste kamertemperatuur/stooklijn buiten het inge-
stelde tijdvenster continu verwarmd.
De functie maakt het vastleggen van een waarde voor
de buitentemperatuur mogelijk; bij het bereiken of
onderschrijden van deze waarde vindt een nachtverla-
ging of totale uitschakeling niet meer plaats.
Functiebeschrijving
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 29
8
8.2.10 Temperatuurverhoging instellen
Alleen bij aangesloten VR61/2
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Systeem ----] ¬ Temp. verhoging
De temperatuurverhoging verhoogt de actuele gewenste
CV circuitwaarde voor het mengcircuit met de ingestelde
waarde.
De functie maakt het mogelijk om het mengcircuit bij
het opwarmen 's morgens tot op de gewenste tempera-
tuur (ook bij opgewekte temperatuur in de gewenste
waarde) op te warmen, hoewel de vaste bijmenging de
temperatuur van het mengcircuit sterk verlaagt.
De functie maakt bovendien een optimaal regelbereik
voor het gebruik van de menger mogelijk. Een stabiel
gebruik is alleen mogelijk als de menger slechts zelden
tot tegen de aanslag moet lopen. Daardoor wordt een
hogere regelkwaliteit gegarandeerd.
8.2.11 Softwareversie aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Systeem ----] ¬ Regelingen
Met de functie kunt u de softwareversies van het display,
de CV-ketel, de draadloze ontvangereenheid, de draad-
loze buitenvoeler en alle via eBUS aangesloten uitbrei-
dingsmodules aflezen.
8.2.12 Bedrijfstand instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Systeem ----] ¬ CV circuit kiezen
Met de functie kunt u vastleggen op welk(e) CV circuit(s)
de instelling van de modus uit het gebruikersniveau
moet werken.
Voorbeeld:
Er zijn twee CV circuits aangesloten en u stelt CV 1 in.
Voor beide CV circuits activeert u met de linker functie-
toets "Menu ¬ Standaard Instelling ¬ Modus" de modus
"Autostand". Als de gebruiker nu met de rechter functie-
toets "Modus" de modus in "Dagstand" verandert, dan
wordt alleen voor CV 1 de modus veranderd. CV 2 wordt
verder in de modus "Autostand" gebruikt.
8.3 Systeem Configuratie: Warmteopwekker
8.3.1 Status van de warmteopwekker aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warmteopwekker ----] ¬ Status
Met de functie kunt u de actuele status van de warmte-
opwekker (CV-ketel) aflezen: Uit, CV-functie, warmwater-
bereiding.
8.3.2 Waarde van de temperatuurvoeler VF1 aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warmteopwekker ----] ¬ VF1
Met de functie kunt u de actuele waarde van de tempe-
ratuurvoeler VF1 aflezen.
8.3.3 Open verdeler activeren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warmteopwekker ----] ¬ Open verdeler
Alleen bij aangesloten actoSTOR VIH RL
Met de functie kunt u in de thermostaat instellen of de
boiler via een open verdeler aan de CV-ketel aangeslo-
ten is.
8.4 Systeem Configuratie: CV 1 en evt. CV 2
8.4.1 CV circuits activeren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Circuit type
Met de functie kunt u vastleggen of CV 1 of evt. CV 2 (als
een uitbreidingsmodule VR61/2 aangesloten is) of zone
(
CV 2 zonder mengventiel) telkens actief of gedeacti-
veerd zijn.
CV 1 is altijd als verwarmingscircuit gedefinieerd, CV 2
altijd als mengcircuit.
8.4.2 Einde van het actuele tijdvenster aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Auto dag tot
Met de functie kunt u voor een CV circuit vaststellen of
voor de modus "Auto" een ingesteld tijdvenster actief is
en hoe lang het tijdvenster nog duurt. De thermostaat
moet zich hiervoor in de modus "Autostand" bevinden.
De weergave gebeurt in uur:min.
Functiebeschrijving
30 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
8
8.4.3 Gewenste kamertemperatuur instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Gewenste kamer temp.
Met de functie kunt u de gewenste kamertemperatuur
afzonderlijk per CV circuit instellen.
8.4.4 Kamertemperatuur aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1 ----] ¬ Kamertemperatuur
Met de functie kunt u de actuele waarde van de in de
thermostaat ingebouwde kamertemperatuurvoeler afle-
zen.
8.4.5 Nachttemperatuur ( nachttemperatuur)
instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Nacht temperatuur
Met de functie kunt u de gewenste nachttemperatuur
(nachttemperatuur) afzonderlijk per CV circuit instellen.
De nachttemperatuur is de temperatuur waarop de ver-
warming in tijden van geringe warmtebehoefte (bijv. 's
nachts) verlaagd moet worden.
8.4.6 Gewenste aanvoertemperatuur aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Aanvoertemp. Gew.
Met de functie kunt u de gewenste aanvoertemperatuur
afzonderlijk per CV circuit aflezen.
8.4.7 Aanvoertemperatuur aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Aanvoertemperatuur
Met de functie kunt u de actuele temperatuur afzonder-
lijk per CV circuit aflezen.
8.4.8 Status van de CV circuitpomp aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Pomp status
Alleen bij aangesloten VR61/2
Met de functie kunt u de actuele status (aan, uit) van de
CV circuitpomp afzonderlijk per CV circuit aflezen.
8.4.9 Status van de CV circuitmenger aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 2 ----] ¬ Mengmoduul status
Met de functie kunt u de actuele status (Open, Dicht,
Midden) van de CV circuitmenger van CV 2 aflezen.
8.4.10 Kamerthermostaat activeren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Kamerthermostaat
Met de functie kunt u vastleggen of de ingebouwde tem-
peratuurvoeler in de thermostaat of in de afstandsbedie-
ning gebruikt moet worden.
Voorwaarde: de thermostaat is niet in de CV-ketel geïn-
stalleerd, maar in wandmontage aangebracht of de
afstandsbediening VR 81/2 is aangesloten.
Geen:
De temperatuurvoeler wordt voor de regeling niet
gebruikt.
Compensatie:
De ingebouwde temperatuurvoeler meet de actuele
k
amertemperatuur in de referentiekamer. Deze waarde
wordt met de gewenste kamertemperatuur vergeleken
en leidt bij een verschil tot een aanpassing van de ver-
warmingsaanvoertemperatuur door de zogenaamde
"Effectieve gewenste kamertemperatuur".
Effectieve gewenste kamertemp. = ingestelde gewenste
kamertemp. + (ingest. gew. kamertemp. - gemeten gew.
kamertemp.).
In de plaats van de ingestelde gewenste kamertempera-
tuur wordt dan de effectieve gewenste kamertempera-
tuur voor de regeling gebruikt.
Thermostaat:
Functie zoals compensatie, toch wordt bijkomend het
CV-circuit uitgeschakeld als de gemeten kamertempera-
tuur 2/16 K hoger is dan de ingestelde gewenste kamer-
temperatuur.
Als de kamertemperatuur opnieuw 3/16 K onder de inge-
stelde gewenste kamertemperatuur daalt, dan wordt het
CV-circuit opnieuw ingeschakeld.
Het gebruik van de kamerthermostaat leidt in combina-
tie met een zorgvuldige gekozen stooklijn tot een opti-
male regeling van de CV-installatie.
8.4.11 Automatische zomertijdherkenning activeren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Zomerstand
Met de functie kunt u vastleggen of de thermostaat door
een temperatuurberekening voor alle CV circuits samen
automatisch de modus "Zomerstand" moet activeren. De
thermostaat blijft verder in de autostand.
Functiebeschrijving
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 31
8
U activeert de functie door een offsetwaarde (inK) in te
stellen. De thermostaat activeert de zomerstand als de
buitentemperatuur groter is dan of gelijk aan de
gewenste kamertemperatuur + ingestelde offsetwaarde.
De gewenste kamertemperatuur is bijv. 's nachts de
nachttemperatuur. De thermostaat deactiveert de
zomerstand als de buitentemperatuur lager is dan de
gewenste kamertemperatuur + de ingestelde offset-
waarde - 1 K.
8.4.12 Stooklijn instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Stooklijn
Als de instelling van de stooklijn niet voldoende is om
het woonklimaat volgens de wensen van de gebruiker te
regelen, kunt u de bij de installatie uitgevoerde instelling
van de stooklijn aanpassen.
8.4.13 Minimale aanvoertemperatuur voor CV
circuits instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Min. Temperatuur
U kunt een minimumwaarde voor de aanvoertempera-
tuur voor elk CV circuit aangeven die bij de regeling niet
onderschreden mag worden. De thermostaat vergelijkt
de berekende aanvoertemperatuur met de ingestelde
waarde voor de minimumtemperatuur en regelt bij een
verschil bij tot een grotere waarde.
8.4.14 Maximale aanvoertemperatuur voor
mengcircuit instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 2 ----] ¬ Max. Temperatuur
Alleen bij aangesloten VR61/2
U kunt een maximumwaarde voor de aanvoertempera-
tuur voor CV 2 opgeven die bij de regeling niet over-
schreden mag worden. De thermostaat vergelijkt de
berekende aanvoertemperatuur met de ingestelde
waarde voor de maximumtemperatuur en regelt bij een
verschil bij tot een kleinere waarde.
8.4.15 Status van speciale modi aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Bijzondere functie
Met de functie kunt u vaststellen of voor een CV circuit
actueel een speciale modus (bijzondere functie), zoals
bijv. party, stootventilatie enz. actief is.
8.4.16 Regelingsgedrag buiten tijdvensters opgeven
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[CV 1/2 ----] ¬ Systeem Auto uit
Met de functie kunt u het gedrag van de thermostaat in
de autostand buiten een actief tijdvenster voor elk CV
circuit afzonderlijk opgeven.
Fabrieksinstelling: Eco
U hebt de keuze uit drie regelingsmodi die u door het
gebruik van de kamerthermostaat nog verder kunt aan-
passen:
Vorstbescherming: De verwarmingsfunctie is uitge-
schakeld en de vorstbescherming is actief. De CV cir-
cuitpomp is uitgeschakeld.
Bij een aangesloten tweede CV circuit is de CV circuit-
pomp uitgeschakeld en de CV circuitmenger is geslo-
ten. De buitentemperatuur wordt bewaakt. Als de bui-
tentemperatuur onder 3 °C daalt, dan schakelt de
thermostaat na het verstrijken van de vorstbescher-
mingsvertragingstijd de CV circuitpomp gedurende
10minuten in. Bij een aangesloten tweede CV circuit
blijft de CV circuitmenger gesloten. Na het verstrijken
van de tijd controleert de thermostaat of de aanvoer-
temperatuur lager is dan 13 °C. Is de temperatuur
hoger dan 13 °C, dan wordt de CV circuitpomp uitge-
schakeld.
Bij een aangesloten tweede CV circuit wordt de tem-
peratuur van de temperatuurvoeler VF2 geëvalueerd
en de CV circuitpomp wordt bij een temperatuur van
meer dan 13 °C uitgeschakeld. Is de temperatuur lager
dan 13 °C, dan schakelt de thermostaat de verwar-
mingsfunctie in en de CV circuitpomp wordt vrijgege-
ven. De thermostaat zet de gewenste kamertempera-
tuur op 5 °C en controleert opnieuw of de buitentem-
peratuur 4 °C bereikt heeft. Is de buitentemperatuur
hoger dan 4
°C, dan schakelt hij de verwarmingsfunc-
tie en de CV circuitpomp uit.
ECO: De verwarmingsfunctie is uitgeschakeld.
Bij een aangesloten tweede CV circuit is de CV circuit-
pomp uitgeschakeld en de CV circuitmenger is geslo-
ten. De buitentemperatuur wordt bewaakt. Daalt de
buitentemperatuur onder 3 °C, dan schakelt de ther-
mostaat na het verstrijken van de vorstbeschermings-
functie de verwarmingsfunctie in. De CV circuitpomp
is vrijgegeven.
Is een tweede CV circuit aangesloten, dan zijn de CV
circuitpomp en de CV circuitmenger vrijgegeven. De
thermostaat regelt de gewenste kamertemperatuur
tot op de ingestelde "Nachttemperatuur". Ondanks
ingeschakelde verwarmingsfunctie is de brander
alleen indien nodig actief. De verwarmingsfunctie
blijft ingeschakeld tot de buitentemperatuur boven
4 °C stijgt, daarna schakelt de thermostaat de verwar-
mingsfunctie opnieuw uit, maar de bewaking van de
buitentemperatuur blijft actief.
Nachttemperatuur: De verwarmingsfunctie is inge-
schakeld en de gewenste kamertemperatuur wordt op
de ingestelde "Nachttemperatuur" gezet en tot op de
"Nachttemperatuur" geregeld.
Functiebeschrijving
32 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
8
8.5 Systeem Configuratie: Warm Water
8.5.1 Gewenste temperatuur voor boiler instellen
(gewenste temperatuur warm water)
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Boiler temp. Instel.
Met de functie kunt u de gewenste temperatuur voor
een aangesloten boiler (gewenste temperatuur warm
water") vastleggen.
Hiervoor moet aan de CV-ketel de temperatuur voor de
boiler op de hoogste waarde ingesteld zijn.
De temperatuur moet u zo kiezen dat de warmtebe-
hoefte van de gebruiker net gedekt wordt.
8.5.2 Werkelijke temperatuur van de boiler aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Boiler temp.
Met de functie kunt u de actuele meetwaarde van de boi-
lervoeler SP1 aflezen.
8.5.3 Status van de boilerpomp aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Boilerpomp
Met de functie kunt u de status van de boilerpomp (aan,
uit) aflezen.
8.5.4 Status van de CV-pomp aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ CV-pomp
Met de functie kunt u de status van de CV-pomp (aan,
uit) aflezen.
8.5.5 Dag voor uitvoering van de
legionellabeveiligingsfunctie vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Legionella bev. Dag
Met de functie kunt u een dag of een blok van dagen
voor de uitvoering van de legionellabeveiligingsfunctie
vastleggen.
Als de legionellabeveiliging geactiveerd is, dan worden
op de vastgelegde dag of het vastgelegde blok van
dagen de betreffende boiler en de betreffende warmwa-
terleidingen tot op een temperatuur van meer dan 60 °C
opgewarmd. Hiervoor wordt de waarde van de gewenste
boilertemperatuur automatisch tot 70 °C (met 5 K–hyste-
rese) verhoogd. De CV-pomp wordt ingeschakeld.
De functie wordt automatisch beëindigd als de boiler-
voeler SP1 langer dan 60 minuten een temperatuur van
60 °C vaststelt of na afloop van een tijd van 120 minu-
ten (om "ophangen" in deze functie bij gelijktijdig tappen
te vermijden).
Fabrieksinstelling = Uit betekent geen legionellabeveili-
ging (wegens verbrandingsgevaar)!
Als "Dagen Buitenshuis" (vakantie) gepland werden, dan
is de legionellabeveiligingsfunctie gedurende deze dagen
niet actief. Deze functie wordt direct op de eerste dag na
het verstrijken van de "Dagen Buitenshuis" (vakantie) en
op de vastgelegde dag/het vastgestelde blok van dagen
op de vastgelegde tijd uitgevoerd (¬Hfdst.8.5.6).
Voorbeeld:
De legionellabeveiligingsfunctie moet wekelijks op dins-
dag om 08:00 uur uitgevoerd worden. De geplande
"Dagen Buitenshuis" (vakantie) eindigen op zondag om
24:00 uur. De legionellabeveiligingsfunctie wordt op
maandag om 00:00 uur geactiveerd en op dinsdag
08:00 uur uitgevoerd.
8.5.6 Tijdstip voor uitvoering van de
legionellabeveiligingsfunctie vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Anti-legionella Tijd
Met de functie kunt u het tijdstip voor de uitvoering van
de legionellabeveiliging vastleggen.
Bij het bereiken van de tijd op de vastgelegde dag of het
blok van dagen start de functie automatisch, indien geen
"Dagen Buitenshuis" (vakantie) gepland zijn.
8.5.7 Offset voor lading van de boiler vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ B
oiler opwarmen aan
Alleen bij aangesloten VR61/2 of VR68/2
Met de functie kunt u een offsetwaarde (K) voor de
gewenste temperatuur voor warm water vastleggen. De
boiler wordt dan met de temperatuur geladen die uit de
som van de gewenste temperatuur voor het warme
water en deze offsetwaarde ontstaat.
8.5.8 Nalooptijd voor boilerpomp vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Oplaadpomp naloop
Met de functie kunt u een nalooptijd voor de boilerpomp
vastleggen. De voor het laden van de boiler vereiste
hoge aanvoertemperatuur wordt door de laadpompna-
loop nog zoveel mogelijk naar de boiler geleid voor de
CV circuits, vooral het brandercircuit, opnieuw voor de
verwarmingsfunctie vrijgegeven worden.
Functiebeschrijving
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 33
8
Als de boilerlading beëindigd is ("temperatuur warm
water" bereikt), dan schakelt de thermostaat de CV-ketel
uit. De nalooptijd voor de boilerpomp begint. De thermo-
staat schakelt de boilerpomp na het verstrijken van de
nalooptijd automatisch uit.
Als een boiler VIH RL aangesloten is en als de boiler
direct aan de CV-ketel aangesloten is, dan heeft de func-
tie geen gevolg.
8.5.9 Parallelle lading (boiler en mengcircuit)
activeren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Paral. Boiler opladen
Met de functie kunt u voor het aangesloten mengcircuit
vastleggen dat tijdens een lading van de boiler het
mengcircuit verder verwarmd wordt.
Als de parallelle lading geactiveerd is, dan loopt tijdens
het laden van de boiler de toevoer naar de mengcircuits
verder. Zolang er verwarmingsbehoefte in het mengcir-
cuit bestaat, schakelt de thermostaat de CV circuitpomp
in het mengcircuit niet uit.
Het CV 1 wordt bij een boilerlading altijd uitgeschakeld.
8.5.10 Relaisuitgang boilerpomp en CV-pomp
instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Warm Water ----] ¬ Relaisuitgang LP/ZP
Alleen bij aangesloten VR61/2
Met de functie kunt u de uitgang LP/ZP van de VR61/2
configureren. U kunt voor een gerealiseerd hydraulisch
schema de gewenste aansturing van een boilerpomp
(LP) of een CV-pomp (ZP) via de thermostaat activeren.
De instelling "Niet aangesloten" betekent dat de uitgang
aan de VR 61/2 niet gebruikt wordt.
8.6 Systeem Configuratie: Zonnesysteem
i
Geldt niet in combinatie met een zonnestation
VMS.
8.6.1 Waarde van de boilervoeler SP2 aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Sensor boiler 2
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u de actuele meetwaarde van de boi-
lervoeler SP2 aflezen.
8.6.2 Waarde van de zonneopbrengstvoeler aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Opbrengstvoeler
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u de actuele meetwaarde van de
opbrengstvoeler aflezen.
8.6.3 Status van de zonnepomp aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Status zonnepomp
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u de actuele status van de zonne-
pomp (aan, uit) aflezen.
8.6.4 Waarde van de voeler TD1 aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Sensor TD1
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u de actuele meetwaarde van de boi-
lervoeler TD1 aflezen.
Functiebeschrijving
34 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
8
8.6.5 Waarde van de voeler TD2 aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Sensor TD2
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u de actuele meetwaarde van de boi-
lervoeler TD2 aflezen.
8.6.6 Status van het multifunctioneel relais aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Stat. multifunct. relais
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u de actuele status van het multi-
functioneel relais (aan, uit) aflezen.
8.6.7 Looptijd van de zonnepomp aflezen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Draaitijd zonne Pomp
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u de gemeten bedrijfsuren van de
zonnepomp sinds de ingebruikneming of sinds de laatste
reset aflezen.
8.6.8 Looptijdmeting van de zonnepomp resetten
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Reset Draaitijd
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u de opgetilde bedrijfstijd in uren
van de looptijdmeting van de zonnepomp op 0 terugzet-
ten.
8.6.9 Inschakelverschilbesturing voor zonnepomp
activeren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Pomp aansturing
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u het zonnecircuit zo lang mogelijk
op de inschakelwaarde en hierdoor in werking houden.
Hiervoor wordt de pomp afhankelijk van het verschil tus-
sen collector- en "Boiler temp. onder" in cycli in- en uit-
geschakeld.
Bij het bereiken van het inschakelverschil wordt de func-
tie met 30% van de inschakelduur gestart – d.w.z., de
pomp wordt gedurende 18 seconden in- en daarna gedu-
rende 42 seconden uitgeschakeld.
Stijgt het temperatuurverschil, dan wordt de inschakel-
duur verhoogd (bijv. 45 s aan, 15 s uit). Daalt het tempe-
ratuurverschil, dan wordt de inschakelduur verlaagd
(bijv. 20 s aan, 40 s uit). De periodeduur bedraagt altijd
een minuut.
8.6.10 Voorrang voor lading van de boilers
vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Eerste boiler
Alleen bij aangesloten VR68/2
Bij installaties met meer dan een via zonne-energie gela-
den boiler wordt de eerste boiler prioritair geladen. Met
de functie kunt u een eerste boiler vastleggen.
1 = boiler 1 is de boiler met boilervoeler SP1
2 = boiler 2 is de boiler met boilervoeler TD1
Deze functie werkt alleen als u bij de instelling voor het
multifunctioneel relais "Boiler 2" instelt (¬Hfdst.8.6.12).
8.6.11 Doorstromingshoeveelheid van het
zonnecircuit instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Zonne volume stroom
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u de doorstromingshoeveelheid voor
het zonnecircuit instellen. De juiste instelling van de
doorstromingshoeveelheid is nodig opdat de zonneop-
brengst juist bepaald kan worden.
De instelling van de doorstromingshoeveelheid is afhan-
kelijk van de instelling van de zonnepomp. Een verkeerde
instelling leidt tot een foute berekening van de zonneop-
brengst.
8.6.12 Instelling voor multifunctioneel relais
vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Multi. relais
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u vastleggen of afhankelijk van het
geïnstalleerde hydraulische schema een verschilregeling
moet plaatsvinden en of de tweede boiler geladen moet
worden.
8.6.13 Zonnepompkick activeren
Menu ¬ Ins
tallateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Zonne pomp kick
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u een pompkick voor de zonnepomp
activeren om de temperatuurregistratie van de collector-
temperatuur te versnellen.
Afhankelijk van het type komt het bij sommige collecto-
ren tot een tijdsvertraging bij het bepalen van de meet-
waarde voor de temperatuurregistratie. Met de functie
zonnepompkick kunt u de tijdsvertraging verkorten.
Bij een geactiveerde zonnepompkickfunctie wordt de zon-
nepomp gedurende 15 s ingeschakeld (zonnepompkick)
als de temperatuur aan de collectorvoeler met 2 K/uur
gestegen is. Daardoor wordt de verwarmde collectorvloei-
stof sneller naar het meetpunt getransporteerd.
Functiebeschrijving
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 35
8
Als het temperatuurverschil tussen collector en boiler
het ingestelde inschakelverschil overschrijdt, dan loopt
de zonnepomp zo lang tot de boiler opgewarmd is (ver-
schilregeling).
8.6.14 Zonnecircuitbeveiliging instellen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] ¬ Zonne circuit bev.
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u een temperatuurgrens voor de
gemeten collectortemperatuur in het zonnecircuit vast-
leggen. Als de voorhanden zonnewarmte-energie de
actuele warmtebehoefte (bijv. alle boilers volledig gela-
den) overstijgt, dan kan de temperatuur in het collector-
veld sterk stijgen.
Wordt de ingestelde veiligheidstemperatuur aan de col-
lectorvoeler overschreden, dan wordt de zonnepomp ter
bescherming van het zonnecircuit (pomp, ventielen etc.)
tegen oververhitting uitgeschakeld. Na het afkoelen
(30K hysterese) wordt de zonnepomp opnieuw ingescha-
keld.
In combinatie met een zonnestation VMS wordt de
instelparameter uitgeschakeld. Het zonnestation heeft
een eigen veiligheidsfunctie, die altijd is geactiveerd.
8.6.15 Maximale temperatuur voor zonneboiler
vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] [Zonneboiler1/2 ----] ¬ Max.
Temperatuur
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u een maximumwaarde als begren-
zing van de zonneboilertemperatuur vastleggen om een
zo hoog mogelijke opbrengst uit de zonneboileropwar-
ming, maar ook een verkalkingsbeveiliging te garande-
ren.
Voor de meting wordt het maximum van de boilervoelers
SP1 en SP2 gebruikt.
Voor de tweede boiler (zwembad) wordt de boilervoeler
TD1 gebruikt.
Als de ingestelde maximumtemperatuur overschreden
wordt, dan schakelt de thermostaat de zonnepomp uit.
Opwarming m.b.v. zonne-energie wordt pas weer vrijge-
geven, wanneer de temperatuur bij de actieve voeler
1,5K beneden de maximumtemperatuur is gedaald.
De maximumtemperatuur kunt u voor elke boiler afzon-
derlijk instellen.
De ingestelde maximumtemperatuur mag niet hoger zijn
dan de maximaal toegestane boilerwatertemperatuur
van de gebruikte boiler!
8.6.16 Inschakelverschilwaarde voor zonnelading
vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] [Zonneboiler1/2 ----] ¬ Inscha-
kel verschil
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u een verschilwaarde voor de start
van de zonnelading vastleggen. Als het temperatuurver-
schil tussen boilervoeler SP2 en collectorvoeler KOL1 de
ingestelde waarde overschrijdt, dan schakelt de thermo-
staat de zonnepomp in en de zonneboiler wordt geladen.
De verschilwaarde kan afzonderlijk voor twee aangeslo-
ten zonneboilers vastgelegd worden.
8.6.17 Uitschakelverschilwaarde voor zonnelading
vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] [Zonneboiler1/2 ----] ¬ Uitscha-
kel verschil
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u een verschilwaarde voor de stop
van de zonnelading vastleggen. Als het temperatuurver-
schil tussen boilervoeler SP2 en collectorvoeler KOL1 de
ingestelde waarde onderschrijdt, dan schakelt de ther-
mostaat de zonnepomp uit en de zonneboiler wordt niet
meer geladen.
De uitschakelverschilwaarde moet minstens 1 K kleiner
zijn dan de ingestelde inschakelverschilwaarde. Daarom
wordt bij het onderschrijden van 1 K automatisch de
waarde voor het instelverschil mee versteld!
De verschilwaarde kunt u afzonderlijk voor twee aange-
sloten zonneboilers vastleggen.
8.6.18 Inschakelverschilwaarde voor tweede
verschilregeling vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] [2 deferentie regeling ----] ¬
Inschakel verschil
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u een verschilwaarde voor de start
van de zonneondersteuning vastleggen.
Als het temperatuurverschil tussen boilervoeler TD1 en
temperatuurvoeler TD2 in de retourleiding van het zon-
necircuit de ingestelde waarde overschrijdt, dan stuurt
de thermostaat de uitgang MA ( multifunctioneel relais)
aan.
Deze functie is alleen actief als bij de instelling voor het
multifunctioneel r
elais "Diff.reg." gekozen is
(¬Hfdst.8.6.12).
Functiebeschrijving
36 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
8
8.6.19 Uitschakelverschilwaarde voor tweede
verschilregeling vastleggen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Zonne systeem ----] [2 deferentie regeling ----] ¬
Uitschakel verschil
Alleen bij aangesloten VR68/2
Met de functie kunt u een verschilwaarde voor de stop
van de zonneondersteuning vastleggen.
Als het temperatuurverschil tussen boilervoeler TD1 en
temperatuurvoeler TD2 in de retourleiding van het zon-
necircuit de ingestelde waarde onderschrijdt, dan scha-
kelt de thermostaat de uitgang MA (multifunctioneel
relais) uit.
Deze functie is alleen actief als bij de instelling voor het
multifunctioneel relais "Diff.reg." gekozen is
(¬Hfdst.8.6.12).
8.7 Systeem Configuratie Draadloze verbinding
8.7.1 Draadloze verbinding tussen thermostaat en
draadloze ontvangereenheid controleren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Draadloze verbinding ----] ¬ Thermostaat
De kwaliteit van de draadloze verbinding wordt in een
getallenbereik van 0 tot 10 weergegeven:
0: geen ontvangst
1: slechte kwaliteit
10: uitstekende kwaliteit
De weergave van de kwaliteit wordt bij veranderingen
automatisch geactualiseerd.
U moet de montageplaats van de thermostaat of de
draadloze ontvangereenheid veranderen, als de waarde
kleiner dan 3 is.
Het bereik van de draadloze overdracht is in gebouwen
sterk afhankelijk van de lokale omstandigheden (bijv. van
de hoedanigheid van het gebouw). Daardoor kan een
gebouwbereik van 25 m niet altijd gegarandeerd worden.
Buiten gesloten ruimtes (vrij veld) is het bereik meer dan
100 m.
8.7.2 Draadloze verbinding tussen draadloze
buitenvoeler en draadloze ontvangereenheid
controleren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Draadloze verbinding ----] ¬ Buitentemp. voeler
De kwaliteit van de draadloze verbinding wordt in een
getallenbereik van 0 tot 10 weergegeven:
0: geen ontvangst
1: slechte kwaliteit
10: uitstekende kwaliteit
De weergave van de kwaliteit wordt bij veranderingen
automatisch geactualiseerd. Bij de draadloze buitenvoe-
ler kan dit proces tot 15 minuten duren.
U moet de montageplaats van de draadloze buitenvoeler
of de draadloze ontvangereenheid veranderen, als de
waarde kleiner dan 3 is.
Het bereik van de draadloze overdracht is in gebouwen
sterk afhankelijk van de lokale omstandigheden (bijv. van
de hoedanigheid van het gebouw). Daardoor kan een
gebouwbereik van 25 m niet altijd gegarandeerd worden.
Buiten gesloten ruimtes (vrij veld) is het bereik meer dan
100 m.
8.7.3 Vervangen draadloze thermostaat in bedrijf
nemen ( Leer functie)
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Systeem Configuratie
[Draadloze verbinding ----] ¬ Leer functie
Als u een defecte thermostaat hebt vervangen, dan kunt
u met de functie de nieuwe thermostaat in bedrijf
nemen (¬Hfdst.11.4.4).
8.8 Uitbreidingsmodule voor sensor-/werkingtest
selecteren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ sensor / werking test ¬
[Selecteren module]
Met de functie kunt u een aangesloten uitbreidingsmo-
dule voor de sensor-/werkingstest selecteren.
De thermostaat somt de actoren en sensoren van de
gekozen uitbreidingsmodule op.
Als u de keuze van een actor met "OK" bevestigt, dan
schakelt de thermostaat het relais in. De actor kan op
zijn werking gecontroleerd worden. Alleen de aange-
stuurde actor is actief, alle andere actoren zijn gedu-
rende deze tijd "uitgeschakeld".
U kunt bijv. een menger in richting "OPEN" laten lopen
en controleren of de menger juist aangesloten is of een
pomp aansturen en controleren of de pomp opstart.
Als u een sensor selecteert, geeft de thermostaat de
meetwaarde van de gekozen sensor weer. Lees de meet-
waarden van de sensoren voor het gekozen component
af en controleer of de verschillende sensoren de ver-
wachte waarden (temperatuur, druk, doorstroming ...)
leveren.
8.9 Vloerdroogfunctie activeren
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Vloerdroog functie ¬
CV1/2
Met de functie kunt u een pas gelegde afwerklaag vol-
gens de bouwvoorschriften volgens een vastgelegd tijds-
en temperatuurplan "droogstoken".
Als de vloerdroogfunctie geactiveerd is, dan zijn alle
gekozen modi onderbroken.
De thermostaat regelt de aanvoertemperatuur van het
geregelde CV circuit onafhankelijk van de buitentempe-
ratuur volgens een tevoren ingesteld programma.
Functiebeschrijving
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 37
8
De functie is voor CV 1 en CV 2 beschikbaar, maar niet
voor beide CV circuits tegelijk. Als een mengmodule
VR61 aangesloten is, dan is de functie alleen voor CV 2
beschikbaar. De thermostaat gebruikt CV 1 in de inge-
stelde modus.
Gewenste aanvoertemperatuur op de startdag 1: 25 °C.
Dagen na de start van de
functie
Gewenste aanvoertemp. voor
deze dag [°C]
125
230
335
440
545
6 - 12 45
13 40
14 35
15 30
16 25
17 - 23 10 (Functie vorstbescherming,
pomp in bedrijf)
24 30
25 35
26 40
27 45
28 35
29 25
Tab. 8.1 Tijd- en temperatuurprofiel vloerdroogfunctie
Op het display wordt de bedrijfsmodus met de actuele
dag en de gewenste aanvoertemperatuur weergegeven,
de lopende dag kunt u handmatig instellen.
Bij het opstarten van de functie wordt het tijdstip van de
start opgeslagen. De dagwisseling verloopt precies vol-
gens deze tijd.
Na net-uit/net-aan start de vloerdroogfunctie met de
laatste actieve dag.
De functie eindigt automatisch als de laatste dag van
het temperatuurprofiel afgelopen is (dag = 29)
of als u de startdag op 0 zet (dag = 0).
8.10 Code voor installateurniveau veranderen
Menu ¬ Installateurniveau ¬ Code veranderen
Met de functie kunt u de toegangscode voor het bedie-
ningsniveau "Installateurniveau" veranderen.
Als de code niet meer beschikbaar is, moet u de thermo-
staat op de fabrieksinstelling terugzetten om op nieuw
toegang tot het installateurniveau te verkrijgen.
8.11 Functies van het gebruikersniveau
Taal selecteren
Datum, tijd instellen
Zomertijd instellen
Contrast instellen
Offset kamertemperatuur instellen
Offset buitentemperatuur instellen
Modi voor het CV-bedrijf, de warmwaterbereiding en
de CV-pomp instellen
CV circuits benamen
Fabrieksinstelling herstellen
Speciale modi activeren
Gewenste temperaturen voor CV 1/CV 2 instellen
Gewenste temperaturen voor warmwaterbereiding
instellen
Tijdsprogramma's voor CV 1/CV 2, warmwaterberei-
ding en CV-pomp instellen
Dagen buitenshuis (vakantiefunctie)
Dagen thuis (feestdagfunctie)
Zonneopbrengst resetten
Overdracht aan de gebruiker
38 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
9
9 Overdracht aan de gebruiker
De gebruiker van de thermostaat moet u over de bedie-
ning en functie van de thermostaat informeren.
> Overhandig de gebruiker alle gebruiksaanwijzingen en
overige papieren, zodat hij/zij deze kan bewaren.
> Geef het artikelnummer van de thermostaat door aan
de gebruiker.
> Wijs de gebruiker erop dat de handleidingen in de
buurt van de klokthermostaat moeten worden
bewaard.
> Neem samen met de gebruiker de handleiding door
en beantwoord eventueel zijn vragen.
> Om personen tegen brandwonden te beschermen,
dient u de gebruiker erover te informeren
of de functie legionellabeveiliging geactiveerd is,
wanneer de functie legionellabeveiliging start,
of een koudwatermengkraan als bescherming
tegen verbranding ingebouwd is.
> Om storingen te vermijden, dient u de gebruiker
erover te informeren welke regels in acht genomen
moeten worden:
de CV-installatie alleen in een technisch perfecte
staat gebruiken,
geen veiligheids- en bewakingsinrichtingen verwij-
deren, overbruggen of buiten werking stellen,
storingen en schade die de veiligheid in gevaar
brengen onmiddellijk laten verhelpen,
als de thermostaat in de woonruimte geïnstalleerd
is, erop letten dat de thermostaat niet door meu-
bels, gordijnen of andere voorwerpen afgedekt is
en dat alle radiatorkranen in de ruimte waarin de
thermostaat gemonteerd is, volledig opengedraaid
zijn.
> Om vorstschade te vermijden, dient u de gebruiker bij
de overdracht erover te informeren dat
de gebruiker ervoor moet zorgen dat bij zijn afwe-
zigheid tijdens een vorstperiode de CV-installatie in
werking blijft en de ruimtes voldoende verwarmd
worden,
de gebruiker de aanwijzingen i.v.m. de vorstbe-
scherming in acht moet nemen.
Herkennen en verhelpen van storingen
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 39
10
10 Herkennen en verhelpen van
storingen
10.1 Foutmeldingen
Als er een fout in uw CV-installatie optreedt, dan ver-
schijnt een foutmelding in de plaats van de basisweer-
gave op het display van de thermostaat. Met de functie-
toets "Vorige" is het mogelijk om opnieuw naar de basis-
weergave te gaan.
Als het display donker blijft of wanneer u via de functie-
toetsen of de draaiknop geen verandering op het display
kunt uitvoeren, is er sprake van een toestelfout.
U kunt alle actuele foutmeldingen ook onder het menu-
punt "Informatie/Systeem status" aflezen (¬Hfdst.10.2).
Weergave Betekenis Aangesloten toestellen Oorzaak
Storing Verwar-
mingstoestel
Storing van de CV-ketel CV-ketel Zie handleiding CV-ketel
Communicatiefout
CV-ketel
Storing aansluiting CV-ketel CV-ketel Kabel defect, steekverbinding niet correct
Communicatiefout
VIH RL
Storing aansluiting boiler Boiler
actoSTOR VIH RL
Kabel defect, steekverbinding niet correct
Storing
Elektrische anode
Storing elektrische anode
Boiler
Boiler
actoSTOR VIH RL
Kabel defect, steekverbinding niet correct, elektrische
anode defect
Storing T1 Sensor Fout temperatuursensor 1 Temperatuursensor 1 Kabel defect, steekverbinding niet correct, tempera-
tuursensor defect
Storing T2 Sensor Fout temperatuursensor 2 Temperatuursensor 2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, tempera-
tuursensor defect
Storing T3 Sensor Fout temperatuursensor 3 Temperatuursensor 3 Kabel defect, steekverbinding niet correct, tempera-
tuursensor defect
Storing T4 Sensor Fout temperatuursensor 4 Temperatuursensor 4 Kabel defect, steekverbinding niet correct, tempera-
tuursensor defect
Communicatiefout
VR 68/2 ontbreekt
Storing aansluiting zonnemodule
VR 68/2
Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct
KOL Sensor Defect Storing collectorsensor Zonnemodule VR 68/2 Collectorsensor defect
SP1 Sensor Defect Fout boilersensor 1 eerste boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boilersen-
sor defect
SP2 Sensor Defect Fout boilersensor 2 eerste boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boilersen-
sor defect
TD1 Sensor Defect Fout boilersensor 1 tweede boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boilersen-
sor defect
TD2 Sensor Defect Fout boilersensor 2 tweede boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boilersen-
sor defect
Storing
Zonneopbrengst-
sensor
Storing zonneopbrengssensor Zonneopbrengstsensor Kabel defect, steekverbinding niet correct, zonneop-
brengstsensor defect
Communicatiefout
VR 61/2
Storing aansluiting mengmodule
VR 61/2
Mengmodule VR 61/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct
VF2 Sensor Defect Storing aanvoersensor VF2 Mengmodule VR 61/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, aanvoer-
sensor defect
Geen draadloze
verbinding
Storing draadloze verbinding tus-
sen VRC 470f en draadloze ont-
vangereenheid
Draadloze thermostaat
VRC 470f
Draadloze ontvangereen-
heid
Montageplaats ongeschikt, draadloze thermostaat
defect, draadloze ontvangereenheid defect
Buitenvoeler
schoonmaken
Storing draadloze buitenvoeler
VR 21
Draadloze buitenvoeler
VR 21
Zonnecel van de draadloze buitenvoeler vervuild,
draadloze buitenvoeler defect, montageplaats onge-
schikt
Batterijen verwis-
selen
Storing draadloze thermostaat Draadloze thermostaat
VRC 470f
Batterijen in de draadloze thermostaat bijna leeg
Tab. 10.1 Foutmeldingen
Herkennen en verhelpen van storingen
40 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
10
10.2 Foutenlijst
Menu ¬ Informatie ¬ Systeem status ¬ Status
[Nietok]
Als er een storing is, dan verschijnt de status "Niet OK".
De rechter functietoets heeft in dit geval de functie "Dis-
play". Door het indrukken van de rechter functietoets
kunt u de lijst van de foutmeldingen laten weergeven.
i
Niet alle foutmeldingen van de lijst verschij-
nen automatisch ook op het display.
Weergave Betekenis Aangesloten toestellen Oorzaak
Storing Verwarmings-
toestel
Storing van de CV-ketel CV-ketel Zie handleiding CV-ketel
Communicatiefout
CV-ketel
Storing aansluiting CV-ketel CV-ketel Kabel defect, steekverbinding niet correct
Communicatiefout
actoSTOR
Storing aansluiting boiler Boiler
actoSTOR VIH RL
Kabel defect, steekverbinding niet correct
Fout elektrische anode Storing elektrische anode
Boiler
Boiler
actoSTOR VIH RL
Kabel defect, steekverbinding niet correct, elektri-
sche anode defect
Storing T1 Sensor Fout temperatuursensor 1 Temperatuursensor 1 Kabel defect, steekverbinding niet correct, tempe-
ratuursensor defect
Storing T2 Sensor Fout temperatuursensor 2 Temperatuursensor 2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, tempe-
ratuursensor defect
Storing T3 Sensor Fout temperatuursensor 3 Temperatuursensor 3 Kabel defect, steekverbinding niet correct, tempe-
ratuursensor defect
Storing T4 Sensor Fout temperatuursensor 4 Temperatuursensor 4 Kabel defect, steekverbinding niet correct, tempe-
ratuursensor defect
Warmtewisselaar ver-
kalkt
Warmtewisselaar van de CV-ketel
verkalkt
CV-ketel Zie handleiding CV-ketel
Communicatiefout
VR68/2
Storing aansluiting zonnemodule
VR 68/2
Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct
KOL Sensor Defect Collectorvoeler Zonnemodule VR 68/2 Collectorsensor defect
SP1 Sensor Defect Fout boilersensor 1 eerste boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boiler-
sensor defect
SP2 Sensor Defect Fout boilersensor 2 eerste boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boiler-
sensor defect
TD1 Sensor Defect Fout boilersensor 1 tweede boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boiler-
sensor defect
TD2 Sensor Defect Fout boilersensor 2 tweede boiler Zonnemodule VR 68/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, boiler-
sensor defect
Zonneopbrengstsen-
sor
Fout van de zonneopbrengstsen-
sor
Zonneopbrengstsensor Kabel defect, steekverbinding niet correct, zonne-
opbrengstsensor defect
Communicatiefout
VR61/2
Fout aansluiting mengmodule
VR61/2
Mengmodule VR 61/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct
VF2 Sensor Defect Storing aanvoersensor VF2 Mengmodule VR 61/2 Kabel defect, steekverbinding niet correct, aan-
voersensor defect
Geen draadloze ver-
binding
Storing draadloze verbinding tus-
sen VRC 470f en draadloze ont-
vangereenheid
Draadloze thermostaat
VRC 470f
Draadloze ontvangereen-
heid
Montageplaats ongeschikt, draadloze thermostaat
defect, draadloze ontvangereenheid defect
Buitenvoeler schoon-
maken
Storing draadloze buitenvoeler
VR 21
Draadloze buitenvoeler
VR 21
Zonnecel van de draadloze buitenvoeler vervuild,
draadloze buitenvoeler defect, montageplaats
ongeschikt
Batterijen verwisselen Storing draadloze thermostaat Draadloze thermostaat
VRC 470f
Batterijen in de draadloze thermostaat bijna leeg
Tab. 10.2 Lijst van de foutmeldingen
10.3 Fabrieksinstelling herstellen
U kunt uw instellingen naar de fabrieksinstelling terug-
zetten (¬ handleiding).
Componenten vervangen
Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00 41
11
11 Componenten vervangen
11.1 Instellingen op de draadloze thermostaat
noteren
i
Als u de draadloze ontvangereenheid en/of de
draadloze thermostaat vervangt, dan gaan de
individueel ingestelde parameters helemaal of
gedeeltelijk verloren.
Voordat u de draadloze ontvangereenheid en/of de
draadloze thermostaat vervangt, moet u alle instellingen
op de draadloze thermostaat noteren.
> Blader op de draadloze thermostaat door alle display-
pagina's en noteer alle handmatige instelbare para-
meters (bijv. gewenste kamertemperatuur, geprogram-
meerde tijdvensters).
11.2 Draadloze ontvangereenheid vervangen
e
Gevaar!
Levensgevaar door spanningsvoerende aan-
sluitingen!
Bij werkzaamheden in de schakelkast van de
CV-ketel bestaat levensgevaar door een elek-
trische schok. Ook bij uitgeschakelde aan/uit-
schakelaar staat er nog spanning op de
netaansluitklemmen!
> Voor u werkzaamheden in de schakelkast
van de CV-ketel uitvoert, schakelt u de
hoofdschakelaar uit.
> Verbreek de verbinding van de CV-ketel
met het elektriciteitsnet door de stekker uit
de wandcontactdoos te trekken of de CV-
ketel via een scheidingsinrichting met een
contactopening van ten minste 3 mm (b.v.
zekeringen of contactverbrekers) span-
ningsvrij te maken.
> Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
> Open de schakelkast alleen wanneer de CV-
ketel niet meer onder spanning staat.
11.2.1 Defecte draadloze ontvangereenheid
demonteren
i
Voordat u begint, moet u alle instellingen op
de draadloze thermostaat noteren.
Bij montage aan de wand:
2
3
1
Afb. 11.1 Draadloze ontvangereenheid demonteren
> Leid een schroevendraaier in de gleuf (1) van de
wandsokkel (2).
> Til de draadloze ontvangereenheid (3) voorzichtig van
de wandsokkel (2).
> Voer de defecte draadloze ontvangereenheid vakkun-
dig af.
Bij montage in de CV-ketel:
> Open evt. de mantel aan de CV-ketel.
> Neem de draadloze ontvangereenheid voorzichtig uit
de schakelkast van de CV-ketel.
> Sluit evt. de mantel aan de CV-ketel.
> Voer de defecte draadloze ontvangereenheid vakkun-
dig af.
11.2.2 Nieuwe draadloze ontvangereenheid monteren
> Monteer de nieuwe draadloze ontvangereenheid in de
CV-ketel resp. aan de wand zoals beschreven in
(¬Hfdst.4.3) resp. (¬Hfdst.4.4).
Componenten vervangen
42 Installatiehandleiding calorMATIC 470f 0020124615_00
11
11.3 Draadloze buitenvoeler vervangen
11.3.1 Defecte draadloze buitenvoeler demonteren
Afb. 11.2 Draadloze buitenvoeler demonteren
> Breng een schroevendraaier onder in de vergrendel-
lus van de wandsokkel.
> Trek de draadloze buitenvoeler naar boven van de
wandsokkel af.
i
De defecte draadloze buitenvoeler heeft een
donkergangreserve van ca. 30 dagen. Zolang
verstuurt deze nog altijd draadloze signalen
naar de draadloze ontvangereenheid.
> Zorg ervoor, dat de defecte draadloze buitenvoeler
geen gegevens meer naar de draadloze ontvanger-
eenheid stuurt, door deze te vernietigen (¬Afb. 11.3)
tot (¬Afb. 11.5) laten de handelwijze zien.
42

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Vaillant calorMATIC 470f bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Vaillant calorMATIC 470f in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,75 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Vaillant calorMATIC 470f

Vaillant calorMATIC 470f Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 44 pagina's

Vaillant calorMATIC 470f Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 44 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info