Gebruiksaanwijzing atmoTEC pro/atmoTEC plus en turboTEC pro/turboTEC plus 0020029202_018
diator in deze ene verwarmde kamer is voor een derge-
lijk gebruik niet meer voldoende.
Het gevolg is dat de kamer niet meer voldoende wordt
verwarmd en deze onbehaaglijk koud aanvoelt (overi-
gens ontstaat hetzelfde effect, als er deuren openstaan
tussen de verwarmde kamer en niet of beperkt verwarm-
de kamers).
Dit is verkeerde zuinigheid: de verwarming staat aan en
toch is het in de kamer niet behaaglijk warm. Een groter
verwarmingscomfort en een meer efficiënt gebruik
wordt bereikt als alle kamers in een woning gelijkmatig
en in overeenstemming met het gebruik worden ver-
warmd.
Overigens kan ook het bouwmateriaal nadelig worden
beïnvloed als delen van het pand niet of onvoldoende
worden verwarmd.
Thermostaatkranen en kamerthermostaten
Het zou vandaag de dag vanzelfsprekend moeten zijn
om op alle radiatoren (thermostatische) radiatorkranen
te plaatsen. Ze zorgen ervoor dat de eenmaal ingestelde
kamertemperatuur exact wordt aangehouden. Met be-
hulp van (thermostatische) radiatorkranen in combinatie
met een kamerthermostaat (of weersafhankelijke ther-
mostaat) kunt u de kamertemperatuur aanpassen aan
uw individuele behoeftes en bent u zeker van een effi-
ciënt gebruik van uw CV-installatie.
Laat in de kamer waarin zich de kamerthermostaat be-
vindt, steeds alle radiatorkranen volledig geopend, aan-
gezien de beide regelingen elkaar anders over en weer
beïnvloeden en de regelkwaliteit kan worden beperkt.
Vaak kan het volgende gebruikersgedrag worden gecon-
stateerd: als het in de kamer te warm wordt, worden de
(thermostatische) radiatorkranen dichtgedraaid (of de
kamerthermostaat op een lagere temperatuur gezet).
Als het na een tijdje weer te koud wordt, wordt de ther-
mostaatkraan weer opengedraaid.
Dit is niet nodig aangezien de temperatuurregulering
wordt overgenomen door de thermostaatkraan zelf. Als
de kamertemperatuur boven de op de sensorkop inge-
stelde waarde stijgt, sluit de (thermostatische) radiator-
kraan automatisch en bij het dalen onder de ingestelde
waarde opent deze weer.
Regelapparatuur niet afdekken
Zorg ervoor dat uw regelapparatuur niet wordt afgedekt
door meubels, gordijnen of andere voorwerpen. De cir-
culerende kamerlucht moet ongehinderd kunnen worden
gedetecteerd. Afgedekte (thermostatische) radiatorkra-
nen kunnen met afstandssensoren worden uitgerust en
blijven daardoor werken.
Ventileren van de woning
Open tijdens het verwarmen de ramen alleen om te ven-
tileren en niet om de temperatuur te regelen. Het raam
gedurende korte tijd helemaal openzetten is effectiever
en bespaart meer energie dan een langdurig op een kier
openstaand raam. Daarom adviseren wij de ramen gedu-
rende korte tijd volledig te openen. Sluit tijdens het ven-
tileren alle (thermostatische) radiatorkranen die zich in
de kamer bevinden en/of zet, als deze aanwezig is, de
kamerthermostaat op de minimale temperatuur.
Door deze maatregelen is voldoende ventilatie gegaran-
deerd, zonder onnodige afkoeling en energieverlies (bijv.
door onbedoeld inschakelen van de verwarming tijdens
het ventileren).
Gepaste warmwatertemperatuur
Het warme water dient slechts zover opgewarmd te wor-
den als het voor het gebruik nodig is. Elke verdere op-
warming leidt tot onnodig energieverbruik; warmwater-
temperaturen van meer dan 60 °C veroorzaken boven-
dien in versterkte mate kalkaanslag.
Bewust omgaan met water
Door bewust om te gaan met water kunnen de verbruiks-
kosten duidelijk dalen.
Bijvoorbeeld douchen in de plaats van een bad te
nemen: terwijl voor een bad ca. 150 liter water nodig is,
heeft een met moderne, waterbesparende kranen uitge-
ruste douche slechts ca. een derde van deze hoeveelheid
nodig.
Overigens: een druppelende waterkraan verspilt tot
2000 liter water, een lekkende toiletspoeling tot
4000 liter water per jaar. Daarentegen kost een nieuwe
pakking slechts een paar cent.
Instelling van de warmstartfunctie
(alleen atmoTEC plus/turboTEC plus)
De warmstartfunctie levert direct warm water met de
gewenste temperatuur zonder opwarmtijden te hoeven
afwachten. Hiervoor wordt de secundaire-warmtewisse-
laar op een vooraf ingesteld temperatuurpeil gehouden.
Zet de temperatuurkeuzeknop niet hoger dan de beno-
digde temperatuur om energieverlies te voorkomen. Als
u langere tijd geen warm water nodig hebt, adviseren wij
voor verdere energiebesparing de warmstartfunctie uit
te schakelen.
3 Aanwijzingen voor het gebruik