469503
5
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/156
Pagina verder
NL, BENL
calorMATIC 630
Voor de gebruiker
Gebruiksaanwijzing
calorMATIC 630
Busmodulair regelsysteem
voor de weersafhankelijke CV-regeling
Inhoudsopgave
2 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
Inhaltsverzeichnis
1 Aanwijzingen bij de documentatie .................. 3
1.1 Documenten bewaren ..............................................3
1.2 Gebruikte symbolen ..................................................3
1.3 Schrijfwijzen en benamingen ..................................3
1.4 Geldigheid van de gebruiksaanwijzing .................3
1.5 Typeplaatje ..................................................................3
1.6 CE-markering ..............................................................3
1.7 Benaming van het product ......................................3
2 Veiligheid ........................................................... 4
2.1 Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen ....4
2.1.1 Classificatie van de waarschuwingen ...................4
2.1.2 Opbouw van waarschuwingen ................................4
2.2 Gebruik volgens de voorschriften .........................4
2.3 Algemene veiligheidsaanwijzingen .......................4
2.4 Richtlijnen, wetten en normen ...............................5
3 Toestelbeschrijving .......................................... 6
3.1 Opbouw en functie ....................................................6
3.2 Systeemoverzicht ......................................................7
3.3 Overzicht functies .....................................................8
3.4 Bedrijfsfuncties ..........................................................8
3.5 Beschrijving van belangrijke functies ...................9
3.6 Overzicht bedieningselementen ...........................12
3.7 Gebruikersassistentie ..............................................12
3.8 Bedieningsniveaus van de thermostaat ............ 14
3.9 Menutypes ................................................................. 14
3.10 Menu's in verschillende bedieningssituaties .... 15
3.11 Overzicht instelbare parameters ......................... 16
4 Inbedrijfstelling ................................................17
4.1 Instructie door de installateur ..............................17
4.2 Thermostaat in–/uitschakelen ...............................17
5 Bediening ..........................................................18
5.1 Thermostaat bedienen ........................................... 18
5.1.1 Menu kiezen .............................................................. 18
5.1.2 Parameter kiezen en markeren ........................... 18
5.1.3 Parameterwaarden instellen ................................ 18
5.1.4 Speciale functies oproepen ................................... 18
5.2 In het basisscherm parameters instellen .......... 18
5.2.1 Bedrijfsfunctie instellen ......................................... 19
5.2.2 Gewenste kamertemperatuur instellen aan
de hand van het voorbeeld voor het
CV-circuit HK1 .......................................................... 20
5.3 Basisgegevens instellen ....................................... 22
5.3.1 Menu 1 oproepen ................................................. 22
5.3.2 Datum instellen ....................................................... 22
5.3.3 Dag van de week instellen .................................... 24
5.3.4 Tijd instellen ............................................................. 24
5.3.5 Omschakeling zomer-/wintertijd activeren ..... 26
5.4 Tijdprogramma's instellen ....................................27
5.4.1 Tijdvenster instellen ...............................................27
5.4.2 Start- en eindtijd voor tijdvenster 1 instellen .. 28
5.5 Vakantieprogramma instellen ............................ 29
5.5.1 Periodes instellen ................................................... 30
5.5.2 Gewenste temperatuur instellen ........................ 30
5.6 Verlagingstemperatuur en stooklijn
instellen .................................................................... 30
5.6.1 Verlagingstemperatuur instellen ....................... 30
5.6.2 Stooklijn instellen ....................................................31
5.7
Warmwatertemperatuur instellen .......................32
5.8 Namen van de CV-circuits, wijzigen ....................32
5.9 Parameters in het installateurniveau
bekijken ..................................................................... 35
5.10 Speciale functies gebruiken ................................. 36
5.10.1 Spaarfunctie activeren .......................................... 36
5.10.2 Partyfunctie activeren ...........................................37
5.10.3 De functie 1x opwarmen activeren ......................37
5.11 Servicefuncties (alleen voor installateur) ........ 38
5.12 Vorstbeveiliging waarborgen .............................. 38
5.13 Thermostaat reinigen en onderhouden ............ 38
5.14 Gegevensoverdracht .............................................. 38
6 Verhelpen van storingen ................................39
6.1 Onderhoudsmelding ............................................... 39
6.2 Storingsmeldingen ................................................. 39
6.3 Storingen herkennen en verhelpen ...................40
7 Buitenbedrijfstelling ........................................41
7.1 CV tijdelijk buiten werking stellen ....................... 41
7.2 Thermostaat tijdelijk uitschakelen ...................... 41
8 Recycling en afvoer ........................................42
9 Tips voor energiebesparing ...........................43
10 Garantie en serviceteam ...............................45
10.1.1 Fabrieksgarantie (Nederland)..............................45
10.1.2 Fabrieksgarantie (België) .....................................45
10.2 Serviceteam ............................................................. 45
10.2.1 Serviceteam (Nederland) ...................................... 45
10.2.2 Klantendienst (België) ........................................... 45
11 Technische gegevens .....................................46
11.1 calorMATIC 630 ......................................................46
11.2 Fabrieksinstellingen ............................................... 47
Begrippenlijst ...............................................................48
Trefwoordenregister ..................................................... 51
1 Aanwijzingen bij de documentatie
De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door de
volledige documentatie.
In combinatie met deze gebruiksaanwijzing zijn nog
andere documenten geldig.
Voor schade die ontstaat door het niet naleven van
deze gebruiksaanwijzingen, kan Vaillant niet aanspra-
kelijk gesteld worden.
Aanvullend geldende documenten
Neem bij de bediening van de thermostaat
calorMATIC 630 absoluut ook goed nota van alle
gebruiksaanwijzingen bij de andere componenten van
uw CV-installatie.
1.1 Documenten bewaren
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en alle aanvullend
geldende documenten zorgvuldig, zodat ze direct ter
beschikking staan.
1.2 Gebruikte symbolen
Hieronder worden de in de tekst gebruikte symbolen
verklaard.
a
Symbool voor een gevaar:
direct levensgevaar
Gevaar voor ernstig persoonlijk letsel
Gevaar voor licht persoonlijk letsel
e
Symbool voor een gevaar:
Levensgevaar door elektrische schok
b
Symbool voor een gevaar:
Risico van materiële schade
Risico van schade voor het milieu
i
Symbool voor een nuttige aanwijzing en
informatie
> Symbool voor een noodzakelijke hande-
ling
1.3 Schrijfwijzen en benamingen
vet Vetgedrukte tekst duidt op belangrijke
informatie, eigen namen en benamingen
(parameters, menunaam, bedrijfsfunctie,
verwijzing)
Voorbeeld: Bedrijfsfunctie Auto
>
markeren Een waarde is gemarkeerd, wanneer deze
in het display een donkere achtergrond
heeft.
1.4 Geldigheid van de gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing geldt uitsluitend voor toestel-
len met de volgende artikelnummers:
Typeaanduiding Art.-nr.
Buitenvoe-
ler
calorMATIC 630 0020092435
0020092436
VRC DCF
calorMATIC 630 0020092437
0020092438
0020092439
0020092440
0020092430
VRC 693
Tabel 1.1 Typeoverzicht
Het artikelnummer van het toestel kunt u vinden op het
typeplaatje.
1.5 Typeplaatje
Het typeplaatje is goed zichtbaar op de linkerkant van
de thermostaatsokkel aangebracht.
21092600200285150907011320N4
VRC 630/3
1 2
230V~
3
4 VA
4 5
Afb. 1.1 Typeplaatje
Legenda
1 EAN-code
2 Toestelbenaming
3 Werkspanning
4
Opgenomen vermogen
5 CE-markering
1.6 CE-markering
Met de CE-markering wordt aangegeven dat de
thermostaat calorMATIC 630 aan de funda-
mentele eisen van de desbetreffende richt-
lijnen voldoet:
1.7 Benaming van het product
De thermostaat calorMATIC 630 wordt hierna ther-
mostaat genoemd.
Aanwijzingen bij de documentatie 1
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 3
2 Veiligheid
2.1 Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Neem bij de bediening van de thermostaat goed nota
van de algemene veiligheidsaanwijzingen en de waar-
schuwingen die vóór elke handeling staan vermeld.
2.1.1 Classificatie van de waarschuwingen
De waarschuwingen zijn wat betreft de ernst van hun
gevaar geclassificeerd met waarschuwingssymbolen en
signaalwoorden:
Waarschu-
wings -
symbool
Signaal-
woord
Toelichting
a
Gevaar!
Direct levensgevaar of
gevaar voor ernstig
persoonlijk letsel
e
Gevaar!
Levensgevaar door elek-
trische schok
a
Waarschu-
wing!
Gevaar voor licht persoon-
lijk letsel
b
Attentie!
Risico van materiële
schade of schade voor het
milieu
Tabel 2.1 Waarschuwingssymbolen en hun betekenis
2.1.2 Opbouw van waarschuwingen
Waarschuwingen herkent u aan een scheidingslijn boven
en onder. Deze zijn volgens het volgende basisprincipe
opgebouwd:
a
Signaalwoord!
Soort en bron van gevaar!
Toelichting bij soort en bron van gevaar
Maatregelen voor afwenden van het
gevaar
>
>
2.2 Gebruik volgens de voorschriften
De thermostaat calorMATIC 630 is gebouwd volgens de
laatste stand van de techniek en de erkende veiligheids-
voorschriften.
Desondanks kunnen bij ondeskundig of niet
voorge-
schreven
gebruik nadelige gevolgen voor het toestel of
andere materiële zaken ontstaan.
De thermostaat calorMATIC 630 wordt toegepast voor
de weers- en tijdafhankelijke regeling van een CV-instal-
latie met warmwaterbereiding.
Een ander of afwijkend gebruik is niet volgens de voor-
schriften. Voor hieruit resulterende schade aanvaardt
de fabrikant/leverancier geen garantie. De gebruiker
draagt hiervoor zelf het risico.
Tot het gebruik volgens de voorschriften behoren ook
het in acht nemen van de gebruiksaanwijzing en installa-
tiehandleiding evenals alle andere aanvullend geldende
documenten.
2.3 Algemene veiligheidsaanwijzingen
Kwalificatie van de installateur
De thermostaat mag alleen door een erkend installateur
worden geïnstalleerd. Die is ook verantwoordelijk voor
de deskundige installatie en inbedrijfstelling.
Ziekte vermijden
Ter bescherming tegen infecties met ziektekiemen (legi-
onella) is de thermostaat uitgerust met een functie Legi-
onellabeveiliging. De functie Legionellabeveiliging wordt
bij de installatie van de thermostaat door uw installateur
ingesteld.
Vraag uw installateur naar de werkwijze van de func-
tie Legionellabeveiliging.
>
2 Veiligheid
4 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
Verbrandingsgevaar vermijden
Bij de tappunten voor warm water bestaat bij warm-
watertemperaturen van meer dan 60 °C gevaar voor
verbranding. Kleine kinderen en oudere mensen lopen
zelfs bij lagere temperaturen al risico's.
Kies de warmwatertemperatuur zo, dat niemand in
gevaar wordt gebracht.
Als de functie Legionellabeveiliging geactiveerd is, dan
wordt de warmwaterboiler ten minste één uur lang tot
meer dan 65 °C opgewarmd.
Om u te beschermen tegen verbrandingen,
vraagt u uw installateur of de functie Legionellabevei-
liging geactiveerd is.
vraagt u uw installateur wanneer de functie Legionel-
labeveiliging start.
vraagt u uw installateur of hij een koudwatermeng-
klep als bescherming tegen verbranding ingebouwd
heeft.
Materiële beschadiging vermijden
Voer in geen geval zelf wijzigingen of handelingen
aan het CV-toestel of aan andere delen van de
CV-
installatie
uit.
Probeer nooit zelf onderhoudswerkzaamheden aan
de thermostaat uit te voeren.
Vernietig of verwijder geen verzegelingen van onder-
delen. Enkel erkende installateurs en de servicedienst
van de fabriek zijn bevoegd om verzegelde onder-
delen te veranderen.
Neem bij storingsmeldingen van het toestel altijd
contact op met een erkend installateur.
Defect vermijden
Gebruik de CV-installatie alleen, wanneer deze in een
technisch correcte staat verkeert.
Verwijder of overbrug geen veiligheids- en controle-
voorzieningen.
Stel geen veiligheids- en controlevoorzieningen bui-
ten werking.
Laat storingen en schades die de veiligheid belem-
meren, direct verhelpen door uw installateur.
i
Als de binnencompensatie geactiveerd is, dan
moeten in de kamer waarin de thermostaat
gemonteerd is, alle radiatorkranen helemaal
geopend zijn.
Let erop dat:
de thermostaat niet is afgedekt door meubels, gor-
dijnen of andere voorwerpen.
alle radiatorkranen in het vertrek waarin de thermo-
staat gemonteerd is, helemaal opengedraaid zijn.
Vraag uw installateur of de binnencompensatie geac-
tiveerd is of kijk dit na in het menu C2 van het instal-
lateurniveau (¬ hfdst. 5.9).
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
Schade door bevriezing vermijden
Bij uitval van de stroomvoorziening of bij een te lage
instelling van de kamertemperatuur in afzonderlijke ver-
trekken kan niet worden uitgesloten dat gedeelten van
de CV-installatie door vorst beschadigd worden.
Zorg ervoor dat, als u tijdens een vorstperiode afwe-
zig bent, de CV-installatie in werking blijft en de
kamers voldoende op temperatuur worden gehouden.
Houd u beslist aan de aanwijzingen voor vorstbeveili-
ging (¬ hfdst. 5.12).
2.4 Richtlijnen, wetten en normen
Thermostaat en thermostaatmontage
EN 60335–2–21
Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen;
Veiligheid; deel 2: Bijzondere eisen voor warmwaterop-
warmers (boilers) (IEC 335–2–21: 1989 en supplementen
1; 1990 en 2; 1990, aangepast).
Eventueel aangesloten telecommunicatie-apparaten
moeten voldoen aan de volgende normen: IEC 62151
resp. EN 41003 en EN 60950-1: 2006 deel 6.3.
>
>
Veiligheid 2
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 5
3 Toestelbeschrijving
3.1 Opbouw en functie
De thermostaat wordt toegepast voor een weersafhan-
kelijke CV-regeling met warmwaterbereiding.
De
thermostaat kan de volgende systeemcircuits rege-
len:
een warmwaterboiler
max. twee modulerende CV-toestellen zonder eBus
resp.
een modulerend CV-toestel met eBus
of alternatief een 2-traps ketel
twee geregelde circuits en
een ongeregeld circuit
Er kunnen maximaal
zes andere mengcircuitmodules
(toebehoren) met elk twee mengcircuits aangesloten
worden, om de CV-installatie uit te breiden. Dat wil zeg-
gen: de thermostaat kan maximaal 15 circuits regelen.
Voor een comfortabelere bediening kunnen voor de
eerste 8 CV-circuits afstandsbedieningen worden aan-
gesloten.
Elk mengcircuit kan naar behoefte omgeschakeld wor-
den tussen:
CV-circuit (radiatorcircuit, vloercircuit e. d.)
regeling met vaste waarde
retourverhoging
warmwatercircuit (als aanvulling op het geïnte-
greerde warmwatercircuit)
Met behulp van modulerende buskoppelingen (toebeho-
ren) kunnen meerdere modulerende Vaillant CV-toestel-
len of 1- en
2-traps warmteopwekkers worden aangesloten.
Het maximale aantal CV-toestellen/warmteopwekkers
dat kan worden aangesloten, is afhankelijk van de inge-
bouwde buskoppeling.
Buskoppeling Maximaal aantal CV-toestellen/warmteop-
wekkers
dat kan worden aangesloten
VR 30, VR 32 8
VR 31 6
Tabel 3.1 Maximaal aantal CV-toestellen/warmteopwekkers dat
kan worden aangesloten
Met de aansluiting voor telefoon-afstandscontact
(potentiaalvrije contactingang) kan via de telefoon-
afstandsschakelaar
teleSWITCH de bedrijfsfunctie van de thermostaat vanaf
willekeurige locaties per telefoon worden omgeschakeld.
3 Toestelbeschrijving
6 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
3.2 Systeemoverzicht
De thermostaat wordt in de basisuitrusting in een set
geleverd. Deze set bestaat uit:
Aantal Onderdeel
1 Thermostaat calorMATIC 630 met wandbehuizing
4 Standaardvoeler VR 10
1 Buitenvoeler VRC DCF of VRC 693
afhankelijk van landvariant
(¬ tabel 1.1)
Tabel 3.2 Leveringsomvang van de set calorMATIC 630
In de basisuitrusting kunnen:
een warmwaterboiler
max. twee modulerende CV-toestellen zonder eBus
resp.
een modulerend CV-toestel met eBus
of alternatief een 2-traps ketel
twee geregelde circuits en
een ongeregeld circuit
worden aangestuurd.
VRC DCF
VR 90
VR 60
calorMATIC 630
Afb. 3.1 Systeemoverzicht
Legenda
VR 90 afstandsbedienin
g
VR 60 mengmodule
VRC DCF buitenvoeler
Als de CV-installatie bijv. moet worden uitgebreid met
andere CV-circuits, dan kunnen extra installatiecompo-
nenten in het complexe systeem van de CV-installatie
worden geïntegreerd (¬ afb. 3.1).
Toestelbeschrijving 3
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 7
3.3 Overzicht functies
De thermostaat biedt de volgende mogelijkheden voor
de regeling van uw CV-installatie en warmwaterbe-
reiding:
Uit
Uitgeschakelde CV-installatie of warmwaterbereiding
met actieve vorstbeveiliging
1x opwarmen
Maakt het mogelijk om de warmwaterboiler onafhanke-
lijk van het actuele tijdprogramma op te warmen
Vakantiefunctie
/ vakantieprogramma
Individuele regeling van de kamertemperatuur tijdens
uw afwezigheid;
alleen in de bedrijfsfuncties
Auto en Eco
Vorstbeveiligingsfunctie
Beveiliging tegen schade door bevriezing in de bedrijfs-
functies
Uit en Eco (buiten de tijdvensters);
CV-toestel moet ingeschakeld blijven
Stooklijn
Basis van de weersafhankelijke regeling; verbetert de
aanpassing van het verwarmingsvermogen aan de bui-
tentemperaturen
Partyfunctie
Stelt u in staat om de verwarmings- en warmwatertijden
langer dan het volgende uitschakeltijdstip tot aan het
volgende verwarmingsbegin te laten duren
Spaarfunctie
Stelt u in staat de gewenste kamertemperatuur gedu-
rende een instelbare periode te verlagen
Weersafhankelijke regeling
Automatische verandering van de verwarmingswater-
temperatuur (aanvoertemperatuur) afhankelijk van de
buitentemperatuur
met behulp van een stooklijn
Tijdvenster
Individueel instelbare geprogrammeerde tijden voor de
CV-installatie, de warmwaterbereiding en de werking
van een circulatiepomp
3.4 Bedrijfsfuncties
Met de instelling van de bedrijfsfunctie legt u vast onder
welke omstandigheden het toegewezen CV-circuit of het
warmwatercircuit wordt geregeld.
CV-circuit
Bedrijfs-
functie
Werking
Auto Volgens een ingesteld tijdprogramma wisselt de
werking van het CV-circuit tussen de bedrijfs-
functies Verwarmen en Verlagen.
Eco Volgens een ingesteld tijdprogramma wisselt de
werking van het CV-circuit tussen de bedrijfsfunc-
ties Verwarmen en Uit.
Als de vorstbeveiligingsfunctie (afhankelijk van de
buitentemperatuur) niet geactiveerd is, dan wordt
het CV-circuit in de minimale-temperatuurtijd uit-
geschakeld.
Buiten de ingestelde tijdvensters is de vorstbeveili-
ging actief (¬ hfdst. 5.2).
Verwarmen De CV wordt naar de gewenste kamertemperatuur
Dag geregeld.
Verlagen Het CV-circuit wordt naar de gewenste kamer-
temperatuur
Nacht geregeld.
Uit Als de vorstbeveiligingsfunctie (afhankelijk van de
buitentemperatuur) niet is geactiveerd, dan is het
CV-circuit uit.
Symbool Betekenis
Als achter de bedrijfsfunctie Eco of Auto het sym-
bool
verschijnt, dan is een tijdvenster actief. De
CV-installatie verwarmt.
Als achter de bedrijfsfunctie het symbool
verschijnt, dan is geen tijdvenster actief.
De CV-installatie bevindt zich in de functie Ver-
lagen.
Tabel 3.3 Bedrijfsfuncties voor CV-circuits
Circulatiecircuit en warmwatercircuit
Bedrijfs-
functie
Werking
Auto Volgens een ingesteld tijdprogramma wordt de
boilerlading voor de warmwaterboiler of de
vrijgave voor de circulatiepomp gegeven.
Aan De boilerlading voor de warmwaterboiler is voort-
durend vrijgegeven. Indien nodig wordt de boiler
meteen bijverwarmd. De circulatiepomp is voortdu-
rend in werking.
Uit De warmwaterboiler wordt niet opgewarmd. De
circulatie pomp is buiten werking.
Uitzondering: Als de temperatuur in de warmwa-
terboiler beneden 12 °C daalt, dan wordt de warm-
waterboiler naar 17 °C bijverwarmd (vorstbeveili-
ging).
Tabel 3.4 Bedrijfsfuncties voor circulatiecircuit en
warmwa-
tercircuit
i
Als in plaats van de bedrijfsfunctie Vakantie
verschijnt, dan is het vakantieprogramma
actief.
Als het vakantieprogramma actief is, dan kan
de bedrijfsfunctie niet ingesteld worden.
Beëindig daarvoor het vakantieprogramma.>
3 Toestelbeschrijving
8 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
3.5 Beschrijving van belangrijke functies
Tijdvenster
04:00 16:0008:00 12:00
20:00
15 °
20 °
25 °
Gewenste kamertemperatuur
Tijd
Verlagingstemperatuur
Tijdvenster 1 Tijdvenster 2 Tijdvenster 3
Afb. 3.2 Automatische werking van de CV: voorbeeld voor de
instelling van de gewenste kamertemperaturen op ver-
schillende momenten van een dag
In afb. 3.2 ziet u het fragment uit een tijdprogramma.
Op de horizontale as is de tijd van de dag aangegeven,
op de verticale as de gewenste kamertemperatuur. Het
diagram beschrijft het volgende programmaverloop:
1 Tot 06.00 uur 's morgens geldt voor de vertrekken
een temperatuur van 15 °C (verlagingstempera-
tuur).
2 Om 06.00 uur start het eerste tijdvenster:
vanaf nu geldt een gewenste kamertemperatuur
van 21 °C.
3 Het eerste tijdvenster eindigt om 09.00 uur:
vanaf nu geldt een gewenste kamertemperatuur
van 15 °C.
4 Er volgen nog twee andere t
ijdvensters met 21 °C.
Hoe de tijdvensters de CV-regeling beïnvloeden, kan
met eenvoudige woorden zo worden verklaard:
Als u uw CV-installatie in de bedrijfsfunctie Auto gebru-
ikt, dan activeert de thermostaat de ingestelde tijdven-
sters
waarin uw CV-installatie de aangesloten vertrek-
ken verwarmt naar een vastgelegde temperatuur
(¬ gewenste kamertemperatuur). Buiten deze tijdvens-
ters wordt de
CV-installatie zo geregeld dat de aan-
gesloten vertrekken
afkoelen naar een vastgelegde tem-
peratuur (¬ Verlagingstemp.). Als de verlagingstempe-
ratuur is bereikt, zorgt de thermostaat ervoor dat de
verlagingstemperatuur door de CV-installatie wordt aan-
gehouden tot de start van het volgende tijdvenster. Zo
wordt verder afkoelen van de woning verhinderd.
i
Laat u door uw installateur adviseren over de
optimale instelling van de stooklijn, omdat
ook de gemeten buitentemperatuur en de
ingestelde stooklijn de CV-regeling beïnvloe-
den.
Toestelbeschrijving 3
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 9
U heeft twee mogelijkheden om dagen vast te leggen
waarvoor uw tijdvensters moeten gelden:
Mogelijkheid 1
U kunt tijdvensters voor afzonderlijke dagen invoeren.
Voorbeeld:
ma 09.00 - 12.00 uur
di 10.00 - 12.00 uur
Mogelijkheid 2
U kunt meerdere dagen samenvoegen tot blokken.
Voorbeeld:
ma-vr 09.00 - 12.00 uur
za-zo 12.00 - 15.00 uur
ma-zo 10.00 - 12.00 uur
Voor beide mogelijkheden kunt u telkens maximaal drie
tijdvensters vastleggen.
De warmwatertemperatuur van een aangesloten warm-
waterboiler kunt u
met behulp van de thermostaat op
dezelfde manier regelen: de door u vastgelegde tijdven-
sters leggen vast wanneer het warme water in de door u
gewenste temperatuur beschikbaar is.
Voor de warmwaterbereiding is er echter geen verla-
gingstempera
tuur. Aan het einde van een tijdvenster
wordt de warmwaterbereiding uitgeschakeld.
Stooklijn
De verwarmingstemperatuur wordt indirect geregeld via
een stooklijn. De stooklijn geeft de verhouding tussen
buitentemperatuur en aanvoertemperatuur weer.
De aanvoertemperatuur is de temperatuur van het ver-
warmingswater dat het CV-toestel verlaat.
De stooklijn kunt u individueel voor elk CV-circuit instel-
len.
U kunt verschillende stooklijnen kiezen, om de regeling
optimaal aan te passen aan uw woning en de
CV-installatie.
Voorbeeld
stooklijn
Aanvoertemperatuur
Buitentemperatuur in °C
in °C
90
80
70
60
50
40
30
20
20 15 10 5 0 -5 -10 -15 -20
1.5
4.0 3.5 3.0 2.5 2.0
Stooklijnen
1.2
1.0
0.6
0.2
Afb. 3.3 Diagram met stooklijnen
Voorbeeld: Als bijv. stooklijn 1.5 is gekozen, is bij een
buitentemperatuur van -15°C een aanvoer-temperatuur
van 75°C nodig.
Aanvoertemperatuur
Buitentemperatuur in °C
in °C
90
80
70
60
50
40
30
15
As a
182022
10 5 0 -5 -10 -15 -20
1.5
Afb. 3.4 Parallelle verschuiving van de stooklijn
Als stooklijn 1.5 gekozen is en de gewenste kamertempe-
ratuur niet op 20°C maar op 22°C ingesteld is, dan ver-
schuift de stooklijn zoals in afb .3.4 weergegeven. Bij de
45° hellende as a wordt de stooklijn parallel verschoven
overeenkomstig de waarde van de gewenste kamertem-
peratuur. Dat wil zeggen dat bij een buitentemperatuur
van 0 °C de thermostaat zorgt voor een aanvoertempe-
ratuur van 67 °C.
i
De noodzakelijke basisinstelling bij de
stooklijn heeft uw installateur uitgevoerd bij
de installatie van de CV-installatie.
3 Toestelbeschrijving
10 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
Vorstbeveiligingsfunctie
De thermostaat is uitgerust met een vorstbeveiligings-
functie (afhankelijk van de buitentemperatuur). De
vorstbeveiligingsfunctie waarborgt in de bedrijfsfuncties
Uit en Eco (buiten de tijdvensters) de vorstbeveiliging
van de CV-installatie.
Als de bedrijfsfunctie Eco ingesteld is en de vorstbeveili-
gingsfunctie (afhankelijk van de buitentemperatuur) niet
geactiveerd is, dan wordt het CV-circuit in de minimale-
temperatuurtijd uitgeschakeld.
Als de buitentemperatuur beneden een waarde van +3
°C daalt, dan wordt automatisch voor elk CV-circuit de
ingestelde verlagingstemperatuur (Nacht) vastgelegd.
Toestelbeschrijving 3
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 11
3.6 Overzicht bedieningselementen
Alle instellingen die noodzakelijk zijn voor de CV-instal-
latie, voert u op de thermostaat uit.
De thermostaat is uitgerust met een grafisch display.
Weergaven met gewone tekst vereenvoudigen de
bedie-
ning
.
Basisgegevens
Datum
>Dag instellen
Uur
15:37
30.10.09
Dag
Zomer/Wintertijd
Uit
Vr
1
4
1
2
3
Afb. 3.5 Overzicht bedieningselementen
Legenda
1 Menunummer
2 Rechter
instelknop ,
parameter instellen (draaien); parameter markeren (drukken)
3 Linker
instelknop ,
menu kiezen (draaien); speciale functie activeren (drukken)
4 Menunaam
3.7 Gebruikersassistentie
Met de beide instelknoppen
en kunt u de thermo-
staat bedienen (¬ afb. 3.5):
Als u op de rechter instelknop
drukt, markeert u een
parameter of slaat u een parameter op. Als u aan de
rechter instelknop
draait, stelt u een parameter in.
Als u aan de linker instelknop draait, kiest u een
menu. Als u op de linker instelknop drukt, activeert u
de speciale functies (¬ hfdst. 5.10).
Een weergave met gewone tekst maakt de bediening
voor u gemakkelijk en markeert menu's en parameters
duidelijk.
3 Toestelbeschrijving
12 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK 1
f
Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco
20 °C
Etage2 Auto
22 °C
Boiler Auto 60 °C
VRC 630
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Besparen geactiveerd
tot
f
18:30
VRC 630
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Party geactiveerd
VRC 630
Basisgegevens 1
Datum
f
02 . 12. 09
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd Auto
>Dag instellen
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
eenmaal
boiler geactiveerd
VRC 630
HK1 3
Tijdprogramma
fma-vr
1 6:00 – 22:00
2 7:30 – 23:30
3 7:30 – 23:30
> Dag/blok kiezen
Voor de CV-circuits HK1 ...
HK15 kunt u naargelang
installatieconfiguratie ver-
schillende
parametermenu's oproe-
pen en instellen.
HK3 3
Tijdprogramma
fma-vr
1 6:00 – 22:00
2 7:30 – 23:30
3 7:30 – 23:30
> Dag/blok kiezen
Vakantie programmeren 4
voor totaalsysteem
Tijdvenster
1 f30 . 02 . 09 – 20 . 03. 09
2 05 . 05 . 09 – 22 . 05 . 09
Gewenste temperatuur 15 °C
> Startdag instellen
Warm water 5
Parameter
Boilertemp. gewenst
f60°C
> Gewenste temp. kiezen
HK1 5
Parameter
Verlagingstemp.
f15°C
Stooklijn 1,2
> Gewenste kamertemp.kiezen
Naam 7
wijzigen
HK1
: f
HK1
HK2 : HK2
HK3 : HK3
> kiezen
Code niveau 8
vrijgeven
Codenummer:
0 0 0 0
> Cijfer instellen
Afb. 3.6 Menustructuur gebruikersniveau
Toestelbeschrijving 3
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 13
3.8 Bedieningsniveaus van de thermostaat
De thermostaat beschikt over twee bedieningsniveaus:
het gebruikersniveau en het installateurniveau. Elk bedi-
eningsniveau bevat meerdere menu's waarin de bijbeho-
rende parameters weergegeven, ingesteld en gewijzigd
kunnen worden.
i
Het aantal weergegeven menu's is afhankelijk
van de configuratie van uw CV-installatie.
Daarom is het mogelijk dat in deze gebruiksa-
anwijzing meer menu's zijn beschreven dan
uw thermostaat weergeeft.
Gebruikersniveau
Het gebruikersniveau is het bedieningsniveau voor de
gebruiker
en laat u de fundamentele parameters zien
die u zonder speciale voorkennis en tijdens het normale
gebruik aan uw eigen behoeften kunt aanpassen.
Het gebruikersniveau omvat het basisscherm, de menu's
1 ... 8 en de menu's voor de speciale functies
(Spaarfunctie, Partyfunctie, 1x opwarmen).
Installateurniveau
Het installateurniveau is het bedieningsniveau voor de
installateur. In het installateurniveau worden de installa-
tiespecifieke parameters ingesteld waarmee de installa-
teur de CV-installatie configureert en optimaal instelt.
Deze installatiespecifieke parameters mogen alleen door
een installateur ingesteld en gewijzigd worden. Het
installateurniveau is daarom beveiligd met een toegang-
scode. Daardoor worden de installatiespecifieke parame-
ters beveiligd tegen abusievelijk verstellen.
Het installateurniveau omvat de menu's C1 tot C15, de
menu's van de installatieassistent (A1 tot A8) en de
menu's voor servicefuncties (bijv. schoorsteenveger-
functie).
3.9 Menutypes
De thermostaat beschikt over verschillende menutypes:
het basisscherm
een menu van het gebruikersniveau of
een menu van het installateurniveau
(voorbeelden: ¬ hfdst. 3.9).
In het basisscherm kunt u de huidige bedrijfsfunctie eve-
nals de gewenste kamertemperaturen van de afzonder-
lijke CV-circuits zien en instellen.
De menu's van het gebruikersniveau zijn rechtsboven
voorzien van een nummer (bijv.
1). Met dit nummer
kunt u de menu's gemakkelijker vinden.
In de menu's van het gebruikersniveau kunt u helemaal
naar uw eigen behoeften bijv. de kamertemperatuur,
tijdvensters, verlagingstemperaturen en stooklijnen
instellen.
De menu's van het installateurniveau zijn rechtsboven
voorzien van een letter en een nummer (bijv. C2). In de
menu's van het installateurniveau kunt u de installatie-
specifieke parameters alleen bekijken (¬ hfdst. 5.9).
3 Toestelbeschrijving
14 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
3.10 Menu's in verschillende bedieningssituaties
In het gebruikersniveau:
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1
f
Auto 20 °C
HK2 Auto 20 °C
HK3 Auto
20 °C
HK4 Eco 22 °C
VRC 630
d
Voorbeeld: Basisscherm
Het basisscherm toont de huidige bedrijfsfunctie evenals
de gewenste kamertemperatuur voor elk CV-circuit en
maakt het mogelijk om de bedrijfsfunctie van elk CV-cir-
cuit snel te wijzigen. Als er meer dan twee CV-circuits
zijn aangesloten, dan worden deze na elkaar weergege-
ven wanneer u aan de rechter instelknop
draait.
In het bovenste displaybereik worden altijd de basisgege-
vens Dag, Datum, Tijd en Buitentemperatuur weergege-
ven. Als een storing optreedt, wordt deze in de tweede
regel als gewone tekst weergegeven. In hfdst. 5.3 wordt
uitgelegd hoe u de basisgegevens instelt.
In het basisscherm kunnen ook speciale bedrijfsfuncties
en servicefuncties worden opgeroepen.
De pijld rechtsonder geeft aan dat andere modules op de
thermostaat zijn aangesloten.
Als u de bedrijfsfunctie en temperatuur van deze
modules wilt controleren of instellen, dan draait u aan de
rechter instelknop om de volgende displayregels te
bereiken.
Basisgegevens
1
Datum
f
02 . 12 . 09
Dag Wo
Uur
14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
>Dag instellen
Voorbeeld: menu 1
In de menu's ( 1 tot 7) voert u alle relevante instel-
lingen van de CV-installatie op gebruikersniveau uit.
In het bovenste bereik worden de
menunaam en het
menunummer (in het voorbeeld
1) weergegeven. De
nummering vergemakkelijkt het vinden van afzonderlijke
menu's tijdens de programmering.
wo 02.12.09 15:37 - 15 °C
Besparen geactiveerd
tot
f
18:30
VRC 630
Voorbeeld: Speciale functies
Speciale functies wijzigen tijdelijk de bedrijfsfunctie van
het CV-circuit en worden automatisch beëindigd.
Speciale functies kunt u alleen vanuit het basisscherm
oproepen.
In het installateurniveau:
HK1 C2
Parameter
Soort brandercircuit
Verlagingstemp.
f
15 °C
Stooklijn 0,90
BT-uitschak.grens 20°C
> Gewenste kamertemp.kiezen
Voorbeeld: menu C2
De menu's C1 tot C15 zijn het instelbereik voor de instal-
latiespecifieke parameters,
die alleen de installateur kan
instellen.
Deze menu's zijn aangeduid met C en een nummer
rechtsboven in het display.
U kunt de menu's van het installateurniveau oproepen,
de parameters bekijken, maar niet wijzigen.
Tabel 3.5 Menutypes
De instelbare parameters hebben een grijze achter-
grond.
Toestelbeschrijving 3
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 15
3.11 Overzicht instelbare parameters
Menu Menu-
naam
Instelbare
waarden
Opmerkingen Eenheid Min.
waarde
Max.
waarde
Stappen-
grootte/
Keuzemo-
gelijkheid
Fabrieks-
in stelling
Eigen
in stelling
1
Basisgege-
vens
(¬ hfdst.
5.3)
Datum
Dag
Tijd
dag, maand, jaar kiezen;
uur, minuten kiezen
Omschakeling
zomer/wintertijd
Auto/Uit Uit
3
Tijdpro-
gramma
(¬ hfdst.
5.4)
Dag/blok Dag/blok van dagen (bijv.
ma-vr) kiezen
1 Start/einde tijd
2
3
Per dag/per blok van dagen
zijn drie tijdvensters
beschikbaar
uren/
minuten
10 min
4
Vakantie
program-
meren
voor totaal-
systeem
(¬ hfdst.
5.5)
Vakantieperiode begin dag, maand, jaar
instellen;
einde dag, maand, jaar
instellen
Gewenste waarde
in vakantie
Gewenste kamertempera-
tuur voor vakantieperiode
instellen
°C
5 30 115
5
HK1
parameter
(¬ hfdst.
5.6)
Verlagingstemp. Verlagingstemperatuur
vastleggen voor periodes
tussen de tijdvensters;
bij ingestelde vorstbeveili-
gingsfunctie is verlaging-
stemperatuur automatisch
5 °C;
verlagingstemperatuur
wordt niet weergegeven
°C
5 30 1 15
Stooklijn Aanvoertemperatuur afhan-
kelijk van buitentempera-
tuur regelen;
er kan worden gekozen uit
verschillende stooklijnen
0,1 4 0,05-0,1 1,2
Warmwater
parameter
(¬ hfdst.
5.7)
Gewenste warm-
watertemperatuur
Gewenste temperatuur voor
de warmwaterbereiding
instellen
°C 35 70
1,0 60
7
Naam
wijzigen (¬
hfdst. 5.8)
HK1 willekeurige naam met max.
10 tekens invoeren
HK1
8
Code niveau
vrijgeven
(¬ hfdst.
5.9)
Codenummer Codenummer invoeren voor
toegang tot bedieningsni-
veau voor installateur
Tabel 3.6 Instelbare parameters in het gebruikersniveau
3 Toestelbeschrijving
16 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
4 Inbedrijfstelling
Het toestel mag alleen door een erkend installateur in
werking worden gesteld. Die is verantwoordelijk voor de
deskundige installatie en inbedrijfstelling.
4.1 Instructie door de installateur
Let erop dat u door de installateur wordt geïnstru-
eerd in de bediening van de thermostaat en van de
gehele CV-installatie en dat u de desbetreffende
gebruiksaanwijzingen resp. bij het product horende
documenten ontvangt.
4.2 Thermostaat in–/uitschakelen
b
Attentie!
Materiële schade door bevriezing!
De vorstbeveiligingsfunctie is alleen actief,
wanneer de thermostaat ingeschakeld is.
Schakel de thermostaat nooit uit bij bevrie-
zingsgevaar.
Zet de aan/uit-schakelaar van de thermo-
staat in stand „I”.
i
Als de buitenvoeler van uw CV-installatie
geen DCF-signaal kan ontvangen, dan moet u
na het inschakelen van de thermostaat de tijd
en datum handmatig instellen.
Let erop dat tijd en datum juist ingesteld zijn, zodat
de ingestelde tijdprogramma's en het vakantiepro-
gramma correct werken en de volgende onderhouds-
datum in de gaten kan worden gehouden.
Laat de thermostaat ingeschakeld, zodat u op elk
moment de systeemstatus van de CV-installatie in het
oog heeft en snel wordt gewezen op een storing.
Gebruik het vakantieprogramma (¬ hfdst. 5.5), om
tijdens uw afwezigheid energiekosten te besparen.
>
>
>
>
>
>
1
Afb. 4.1 Thermostaat in–/uitschakelen
Legenda
1 Tuimelschakelaar
Druk op de tuimelschakelaar (1), om de thermostaat
in of uit te schakelen.
>
Inbedrijfstelling 4
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 17
5 Bediening
5.1 Thermostaat bedienen
Met de beide instelknoppen
en kunt u de thermo-
staat bedienen:
Als u aan de instelknoppen (¬ afb. 3.5, pos. 2, 3) draait,
dan klikken deze voelbaar vast in de volgende positie.
Met een klikstand gaat u in het menu afhankelijk van de
draairichting een positie vooruit of achteruit. In het inst-
elbereik van de parameters wordt de waarde (afhanke-
lijk van de stappengrootte, het waardebereik en de
draairichting) verhoogd of verlaagd.
Over het algemeen zijn de volgende bedieningsstappen
noodzakelijk voor de menu's
1 tot 7:
menu kiezen (¬ hfdst. 5.1.1)
parameter kiezen en markeren (¬ hfdst. 5.1.2)
parameter instellen en opslaan (¬ hfdst. 5.1.3)
Aangezien speciale functies alleen vanuit het basis-
scherm kunnen worden opgeroepen,
is er een speciaal
bedieningsverloop
(¬ hfdst. 5.10).
i
Laat uw installateur de eerste bedienings-
stappen aan u uitleggen. Zo kunt u een onge-
wenste wijziging van de instellingen vermij-
den.
5.1.1 Menu kiezen
Een overzicht van alle menu's vindt u in afb. 3.6.
Alle menu's zijn lineair gerangschikt en worden in deze
volgorde beschreven.
i
Het basisscherm is de standaardweergave
van de thermostaat. Op de thermostaat ver-
schijnt automatisch na een periode zonder
bediening (min. 15 minuten) het basisscherm.
Draai aan de linker in-
stelknop tot het gewenste
menu verschijnt.
>
5.1.2 Parameter kiezen en markeren
Draai aan de rechter instelknop
tot de cursor
op de parame-
ter staat die u wilt wijzigen.
>
Druk op de rechter instelknop
.
De parameter is gemarkeerd en
kan ingesteld worden.
>
5.1.3 Parameterwaarden instellen
i
U kunt alleen een gemarkeerde parameter
instellen (¬ hfdst. 5.1.2).
Draai aan de rechter instel -
knop om de waarde van de
gekozen parameter te wijzigen.
>
Druk op de rechter instelknop
om de gewijzigde waarde op te
slaan.
>
Hoe u bepaalde parameters instelt, is beschreven vanaf
hoofdstuk 5.3 (¬ hfdst. 5.3 tot 5.8).
5.1.4 Speciale functies oproepen
Aangezien speciale functies alleen vanuit het basis-
scherm kunnen worden opgeroepen, is er een speciaal
bedieningsverloop (¬ hfdst. 5.10).
5.2 In het basisscherm parameters instellen
Het basisscherm is de standaardweergave van de ther-
mostaat. Na een langere periode zonder bediening ver-
schijnt op het display automatisch weer het basis-
scherm.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Kamertemperatuur 22°C
HK1
f
Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco 20 °C
Etage2 Auto 22 °C
Boiler Auto 55 °C
VRC 630
De parameters met een grijze achtergrond (bedrijfsfunc-
tie, gewenste kamer- en boilertemperatuur) kunt u in
het basisscherm individueel instellen.
In het bovenste displaybereik worden altijd de basisge-
gevens Dag, Datum, Tijd en Buitentemperatuur weerge-
geven.
Als de binnencompensatie geactiveerd is, dan wordt de
gemeten kamertemperatuur in de tweede displayregel
weergegeven.
i
Als een kamertemperatuurvoeler gemonteerd
is, dan wordt de binnencompensatie bij de
inbedrijfstelling van de CV-installatie door de
installateur geactiveerd.
5 Bediening
18 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
Dag, datum, tijd kunt u in het menu 1 instellen
(¬ hfdst. 5.3).
De buitentemperatuur (in het voorbeeld -3 °C) wordt
gemeten door de buitenvoeler en overgebracht naar de
thermostaat. De actuele kamertemperatuur wordt door
de kamertemperatuurvoeler gemeten en overgebracht
naar de thermostaat.
Onder de basisgegevens worden
de instelbare parameters weergegeven:
per CV-circuit
de ingestelde bedrijfsfunctie
gewenste kamertemperatuur (van het weergege-
ven CV-circuit)
voor de boiler
de ingestelde bedrijfsfunctie
gewenste boilertemperatuur (warmwater-
temperatuur)
i
Hoeveel CV-circuits uw thermostaat in het
basisscherm laat zien, is afhankelijk van de
configuratie van uw CV-installatie.
5.2.1 Bedrijfsfunctie instellen
Als u de bedrijfsfunctie instelt, dan deelt u de thermo-
staat mee onder welke omstandigheden het toegewezen
CV-circuit resp. warmwatercircuit moet worden gere-
geld.
i
Als in plaats van de bedrijfsfunctie Vakantie
verschijnt, dan is het vakantieprogramma
actief. Als het vakantieprogramma actief is,
dan kan de bedrijfsfunctie niet ingesteld wor-
den.
Beëindig daarvoor het vakantieprogramma.
>
De volgende bedrijfsfuncties zijn mogelijk voor:
CV-circuit
Bedrijf-
functie
Werking
Auto Volgens een ingesteld tijdprogramma wisselt de
werking van het CV-circuit tussen de bedrijfsfunc-
ties Verwarmen en Verlagen.
Eco Volgens een ingesteld tijdprogramma wisselt de
werking van het CV-circuit tussen de bedrijfsfunc-
ties Verwarmen en Uit.
Als de vorstbeveiligingsfunctie (afhankelijk van de
buitentemperatuur) niet geactiveerd is, dan wordt
het CV-circuit in de minimale-temperatuurtijd uitge-
schakeld.
Buiten de ingestelde tijdvensters is de vorstbeveili-
ging actief (¬ hfdst. 5.2).
Verwarmen De CV wordt naar de gewenste kamertemperatuur
Dag geregeld.
Verlagen Het CV-circuit wordt naar de gewenste kamertempe-
ratuur
Nacht geregeld.
Uit Als de vorstbeveiligingsfunctie (afhankelijk van de
buitentemperatuur) niet is geactiveerd, dan is het
CV-circuit uit.
Symbool Betekenis
Als achter de bedrijfsfunctie Eco of Auto het sym-
bool
verschijnt, dan is een tijdvenster actief. De
CV-installatie verwarmt.
Als achter de bedrijfsfunctie het symbool
verschijnt, dan is geen tijdvenster actief.
De CV-installatie bevindt zich in de functie Verlagen.
Tabel 5.1 Bedrijfsfuncties voor CV-circuits
Circulatiecircuit en warmwatercircuit
Bedrijf-
functie
Werking
Auto Volgens een ingesteld tijdprogramma wordt de boi-
lerlading voor de warmwaterboiler of de vrijgave
voor de circulatiepomp gegeven.
Aan De boilerlading voor de warmwaterboiler is voortdu-
rend vrijgegeven. Indien nodig wordt de boiler
meteen bijverwarmd, de circulatiepomp is voortdu-
rend in werking.
Uit De boiler wordt niet verwarmd, de circulatiepomp is
buiten werking.
Als de boilertemperatuur beneden 12 °C daalt, dan
wordt de boiler naar 17 °C bijverwarmd (vorstbeveili-
ging).
Tabel 5.2 Bedrijfsfuncties voor circulatiecircuit en
warm-
watercircuit
Hoe u de bedrijfsfunctie in het basisscherm instelt wordt
hierna aan de hand van het voorbeeld Boiler uitgelegd.
Bediening 5
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 19
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1
f
Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco
20 °C
Etage2 Auto
15 °C
Boiler Auto 55 °C
VRC 630
Draai aan de rechter instelknop
tot de cursor
voor
de bedrijfsfunctie Auto (regel Boiler) knippert.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1 Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco
20 °C
Etage2 Auto
15 °C
Boiler
f
Auto 55 °C
VRC 630
Druk op de rechter instelknop .
De bedrijfsfunctie is gemarkeerd.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1 Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco
20 °C
Etage2 Auto
15 °C
Boiler
f
Uit 55 °C
> Bedrijfsfunctie kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de gewenste
bedrijfsfunctie verschijnt.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1 Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco
20 °C
Etage2 Auto
15 °C
Boiler
f
Uit 55 °C
VRC 630
Druk op de rechter instelknop .
De bedrijfsfunctie wordt opgeslagen en is actief.
i
Als u de bedrijfsfunctie voor andere CV– en
circulatiecircuits/warmwaterboilers wilt wij-
zigen, dan draait u aan de instelknop tot de
cursor
in de desbetreffende regel voor de
bedrijfsfunctie staat die u wilt wijzigen.
Herhaal de hierboven beschreven stappen.
>
>
>
>
5.2.2 Gewenste kamertemperatuur instellen aan de
hand van het voorbeeld voor het CV-circuit
HK1
De gewenste kamertemperatuur wordt gebruikt voor de
berekening van de stooklijn.
Als u de gewenste kamertemperatuur verhoogt, dan
wordt de ingestelde stooklijn parallel op een 45°-as ver-
schoven en daarmee ook de door de thermostaat te
regelen aanvoertemperatuur (¬ afb. 3.4).
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1 Verwarmen f22 °C
Etage1 Eco
20 °C
Etage2 Auto
15 °C
Boiler Auto 55 °C
VRC 630
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
de gewenste kamertemperatuur (in het voorbeeld
22 °C) knippert.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1 Verwarmen f22 °C
Etage1 Eco
20 °C
Etage2 Auto
15 °C
Boiler Auto 55 °C
> Gewenste kamertemp.kiezen
Druk op de rechter instelknop .
De gewenste kamertemperatuur is gemarkeerd.
>
>
5 Bediening
20 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1 Verwarmen f21 °C
Etage1 Eco
20 °C
Etage2 Auto
15 °C
Boiler Auto 55 °C
> Gewenste kamertemp.kiezen
Draai aan de rechter instelknop
tot de gewenste
kamertemperatuur verschijnt.
i
Kies de gewenste kamertemperatuur zodanig
dat deze net voldoet aan de door u gewenste
warmte. Zo kunt u energie en kosten bespa-
ren.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1 Verwarmen f21 °C
Etage1 Eco
20 °C
Etage2 Auto
15 °C
Boiler Auto 55 °C
VRC 630
Druk op de rechter instelknop
.
De gewijzigde gewenste kamertemperatuur wordt
opgeslagen en is actief.
Herhaal indien nodig de stappen.
i
Stel op dezelfde manier de gewenste kamer-
temperatuur voor de andere CV-circuits of de
warmwatertemperatuur voor de boiler in.
Geldigheidsduur van de gewijzigde gewenste waarde
voor de regeling
Als u de gewenste kamertemperatuur in het basis-
scherm heeft gewijzigd, dan geldt de nieuwe waarde
voor de regeling.
De CV-installatie wordt in alle tijdvensters geregeld naar
de nieuwe gewenste kamertemperatuur:
direct, als u de gewenste waarde binnen een tijd-
venster heeft gewijzigd
bij begin van het volgende tijdvenster, als u de
gewenste waarde buiten een tijdvenster heeft
gewijzigd .
>
>
>
Bediening 5
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 21
5.3 Basisgegevens instellen
In het menu
1 kunt u de volgende basisgegevens
instellen:
de datum
(instelling heeft invloed op het vakantiepro-
gramma en de bewaking van de onderhoudsdatum)
de dag van de week
de tijd
(instelling heeft invloed op begin en einde van
de tijdvensters)
zomer/wintertijd
i
Deze instellingen zijn van invloed op alle aan-
gesloten systeemcomponenten.
5.3.1 Menu
1 oproepen
Basisgegevens
1
Datum
f
02 . 12. 09
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
>Dag instellen
Draai aan de linker instelknop tot het menu 1
Basisgegevens op het display verschijnt
(¬ hfdst. 5.1.1).
5.3.2 Datum instellen
i
Als de buitenvoeler van uw CV-installatie
geen DCF-signaal kan ontvangen, dan kunt u
indien nodig de datum handmatig instellen.
Let erop dat de datum juist wordt ingesteld, zodat het
vakantieprogramma correct werkt en de volgende
onderhoudsdatum in de gaten kan worden gehouden.
De datum is samengesteld uit drie parameters (02.12.09
= dag.maand.jaar).
De instelbereiken zijn vastgelegd.
i
Stel eerst de maand in, aangezien het instel-
bereik Dag afhankelijk is van de maand.
Voorwaarde: het menu 1 Basisgegevens wordt weer-
gegeven
(¬ hfdst. 5.1.1).
>
>
Maand instellen:
Basisgegevens
1
Datum 02 .f12 . 09
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
>
Maand instellen
Draai aan de rechter instelknop
tot de cursor
in
de regel datum voor de maand knippert.
Basisgegevens
1
Datum 02 .f12 . 09
Dag Wo
Uur 14:08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Maand instellen
Druk op de rechter instelknop .
De maand is gemarkeerd.
Basisgegevens
1
Datum 02 .f11 . 09
Dag Wo
Uur 14:08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Maand instellen
Draai aan de rechter instelknop tot de gewenste
waarde voor de
maand verschijnt.
Basisgegevens
1
Datum 02 .f11 . 09
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Maand instellen
Druk op de rechter instelknop .
De gewijzigde
maand wordt opgeslagen.
>
>
>
>
5 Bediening
22 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
Dag instellen:
Basisgegevens
1
Datum f02 . 11 . 09
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Dag
instellen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
de dag knippert.
Basisgegevens
1
Datum f02 . 11 . 09
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Dag
instellen
Druk op de rechter instelknop .
De
dag is gemarkeerd.
Basisgegevens
1
Datum f30 . 11 . 09
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Dag
instellen
Draai aan de rechter instelknop tot de gewenste
dag verschijnt.
Basisgegevens
1
Datum f30 . 11 . 09
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Dag
instellen
Druk op de rechter instelknop .
De gewijzigde
dag wordt opgeslagen.
>
>
>
>
Jaar instellen:
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 .f09
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Jaar
instellen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
het jaar knippert.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 .f09
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Jaar
instellen
Druk op de rechter instelknop .
Het jaar is gemarkeerd.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 f10
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Jaar
instellen
Draai aan de rechter instelknop tot het gewenste
jaar
verschijnt.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 .f10
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Jaar
instellen
Druk op de rechter instelknop .
Het gewijzigde jaar wordt opgeslagen.
>
>
>
>
Bediening 5
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 23
5.3.3 Dag van de week instellen
Voorwaarde: het menu 1 Basisgegevens wordt weer-
gegeven
(¬ hfdst. 5.1.1).
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag
f
Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Dag van de week
instellen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
de dag van de week knippert.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag
f
Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Dag van de week
instellen
Druk op de rechter instelknop .
De
dag van de week is gemarkeerd.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag
f
Ma
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Dag van de week instellen
Draai aan de rechter instelknop tot de gewenste
dag van de week verschijnt.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag
f
Ma
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Dag van de week
instellen
Druk op de rechter instelknop .
De gewijzigde
dag van de week wordt opgeslagen.
>
>
>
>
5.3.4 Tijd instellen
De tijd is samengesteld uit twee parameters (14:08 =
uur:minuut).
i
Als de buitenvoeler van uw CV-installatie
geen DCF-signaal kan ontvangen, dan kunt u
indien nodig de tijd handmatig instellen.
Let erop dat de tijd juist ingesteld is, zodat de inge-
stelde tijdprogramma's correct werken.
Voorwaarde: het menu 1 Basisgegevens wordt weer-
gegeven
(¬ hfdst. 5.1.1).
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag Wo
Uur
f
14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Uur instellen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
het uur knippert.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag Wo
Uur
f
14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Uur instellen
Druk op de rechter instelknop
.
Het uur is gemarkeerd.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag Ma
Uur
f
15 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Uur instellen
Draai aan de rechter instelknop tot het gewenste
uur verschijnt.
>
>
>
>
5 Bediening
24 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag Ma
Uur
f
15 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Uur instellen
Druk op de rechter instelknop .
Het gewijzigde
uur wordt opgeslagen.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag Wo
Uur
15 f08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Minuut instellen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
minuut knippert.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag Wo
Uur
15 f08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Minuut instellen
Druk op de rechter instelknop .
De minuut is gemarkeerd.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag Ma
Uur
15 f15
Zomer/Wintertijd
Uit
> Minuut instellen
Draai aan de rechter instelknop
tot de gewenste
minuut verschijnt.
>
>
>
>
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag Ma
Uur
15 f15
Zomer/Wintertijd
Uit
> Minuut instellen
Druk op de rechter instelknop
.
De gewijzigde
minuut wordt opgeslagen.
>
Bediening 5
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 25
5.3.5 Omschakeling zomer-/wintertijd activeren
i
Als uw CV-installatie uitgerust is met de bui-
tenvoeler VRC DCF (¬ tabel 1.1, artikelnr. ),
dan hoeft u geen omschakeling tussen zomer-
tijd en wintertijd te activeren. Het toestel wis-
selt dan altijd automatisch tussen zomertijd
en wintertijd.
Als u de parameter Zomer/Wintertijd = Auto instelt,
kan de thermostaat automatisch omschakelen tussen
zomer- en wintertijd, ook al heeft de buitenvoeler geen
DCF-ontvanger.
Voorwaarde: het menu 1 Basisgegevens
wordt weer-
gegeven
(¬ hfdst. 5.1.1).
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag Wo
Uur 15 : 15
Zomer/Wintertijd
f
Uit
>
Functie kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
de parameter Zomer/Wintertijd knippert.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag Wo
Uur 15 : 15
Zomer/Wintertijd
f
Uit
>
Functie kiezen
Druk op de rechter instelknop .
De parameter Zomer/Wintertijd is gemarkeerd.
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag Ma
Uur 15 : 15
Zomer/Wintertijd
f
Auto
>
Functie kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de gewenste
parameter Zomer/Wintertijd verschijnt.
>
>
>
Basisgegevens
1
Datum 30 . 11 . 09
Dag Ma
Uur 15 : 15
Zomer/Wintertijd
f
Auto
>
Functie kiezen
Druk op de rechter instelknop .
De gewijzigde parameter Zomer/Wintertijd wordt
opgeslagen.
Na een langere periode zonder bediening verschijnt
automatisch weer het
basisscherm.
>
5 Bediening
26 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening 5
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 27
5.4 Tijdprogramma's instellen
In het menu
3 Tijdprogramma kunt u tijdprogramma's
voor de
CV-circuits, de warmwaterboiler en de circula-
tiepompen instellen.
U kunt per dag of blok (een blok is bijv. ma–vr) maximaal
drie tijdvensters (Starttijd tot Eindtijd) instellen.
Fabrieksinstelling voor de tijdprogramma's:
Ma. – Vr. 5:30 – 22:00 uur
Za. 7:00 - 23:30 uur
Zo. 7:00 - 23:30 uur
Deze tijdprogramma's kunt u aan uw behoeften aanpas-
sen.
Binnen een tijdvenster wordt verwarmd. De regeling
geschiedt op basis van de gewenste kamertemperatuur.
Buiten de tijdvensters laat de CV-installatie de kamer-
temperatuur dalen naar de verlagingstemperatuur.
Voor de tijdprogramma's zijn er een hele serie scher-
men die op het display rechtsboven zijn voorzien van
3. In de 2e displayregel staat altijd Tijdprogramma.
In de 1e displayregel wordt weergegeven waarvoor het
tijdprogramma geldt (bijv. HK1, Warm water, Circulatie-
pomp).
HK1
3
Tijdprogramma
fma-vr
1 6:00 9:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Dag/blok kiezen
Meer informatie over de parameters die kunnen worden
ingesteld, vindt u in tabel 3.5 (¬ hfdst. 3.11).
Als voor een dag (bijv. wo) binnen een blok (bijv. ma-vr)
een afwijkend tijdvenster werd geprogrammeerd, dan
wordt voor het blok ma-vr --:-- weergegeven. In dit
geval moet u tijdvensters voor elke dag afzonderlijk
instellen.
HK1
3
Tijdprogramma
fma-vr
1
––:–– ––:––
2 16:30 21:30
3 : :
> Dag/blok kiezen
i
Dezelfde tijdvensters kunt u instellen voor de
warmwaterboiler en de circulatiepomp.
De regeling geschiedt op de ingestelde stooklijn en de
ingestelde gewenste kamertemperatuur.
5.4.1 Tijdvenster instellen
Neem eerst wat tijd, om uw individuele tijdvensters
zorgvuldig te plannen.
Tijdvensters zijn de periodes per dag/blok waarin u
thuis bent en warmte en warm water nodig heeft.
i
Als u de opwarmtijden voor een blok (bijv.
ma–vr) vastlegt, dan zijn geen instellingen
nodig voor de afzonderlijke dagen binnen het
blok.
Voorwaarde: het menu 3 HK1 Tijdprogramma wordt
weergegeven
(¬ hfdst. 5.1.1).
i
Als uw CV-installatie is geconfigureerd met
meerdere CV-circuits, warmwaterboilers en
circulatiepomp, dan draait u aan de linker
instelknop
tot het menu 3 Tijdpro-
gramma het scherm laat zien voor het CV-cir-
cuit, de warmwaterboiler of de circulatiepomp
waarvoor u de tijdprogramma's wilt instellen.
In het volgende voorbeeld wordt beschreven hoe u voor
het CV-circuit HK1 een tijdprogramma voor het week-
einde instelt.
HK1
3
Tijdprogramma
fma-vr
1 6:00 9:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Dag/blok kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
de periode (in voorbeeld ma-vr) knippert.
HK1
3
Tijdprogramma
fma-vr
1 6:00 9:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Dag/blok kiezen
Druk op de rechter instelknop .
De periode is gemarkeerd.
>
>
>
5 Bediening
28 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
HK1
3
Tijdprogramma
fza-zo
1 6:00 9:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Dag/blok kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de periode za-
zo
verschijnt.
HK1
3
Tijdprogramma
fza-zo
1 6:00 9:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Dag/blok kiezen
Druk op de rechter instelknop
.
De gewijzigde periode wordt opgeslagen.
5.4.2 Start- en eindtijd voor tijdvenster 1 instellen
HK1
3
Tijdprogramma
Za.-Zo.
1
f6:00 – 9:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Starttijd instellen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
Starttijd voor tijdvenster 1 knippert.
HK1
3
Tijdprogramma
Za.-Zo.
1 f6:00 – 9:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Starttijd instellen
Druk op de rechter instelknop .
De starttijd is gemarkeerd.
>
>
>
>
HK1
3
Tijdprogramma
Za.-Zo.
1 f8:00 – 9:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Starttijd instellen
Draai aan de rechter instelknop
tot de gewenste
starttijd verschijnt.
i
U kunt tijdvensters alleen binnen een dag, dat
wil zeggen in een tijdvenster van 00:00 tot
24:00 uur instellen.
Een tijdvenster van bijv. 22:00 tot 6:00 is niet
mogelijk. In dit geval moet u twee tijdvensters
van 22:00 uur tot 24:00 en van 00:00 tot
06:00 instellen.
HK1
3
Tijdprogramma
Za.-Zo.
1
f8:00 – 9:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Starttijd instellen
Druk op de rechter instelknop
.
De starttijd voor tijdvenster 1 wordt opgeslagen.
HK1
3
Tijdprogramma
Za.-Zo.
1
8:00 f9:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Eindtijd instellen
Draai aan de rechter instelknop
tot de cursor
voor
Eindtijd voor tijdvenster 2 knippert.
HK1
3
Tijdprogramma
Za.-Zo.
1 8:00 f9:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Eindtijd instellen
Druk op de rechter instelknop
.
De eindtijd is gemarkeerd.
>
>
>
>
Bediening 5
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 29
HK1
3
Tijdprogramma
Za.-Zo.
1 8:00 f16:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Eindtijd instellen
Draai aan de rechter instelknop tot de gewenste
eindtijd verschijnt.
HK1
3
Tijdprogramma
Za.-Zo.
1
8:00 f16:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Eindtijd instellen
Druk op de rechter instelknop
.
De eindtijd voor tijdvenster 1 wordt opgeslagen.
Starttijd en Eindtijd voor het tijdvenster 1 zijn inge-
steld.
Stel indien nodig ook de tijdvensters 2 en 3 in.
Andere tijdvensters instellen:
Herhaal de stappen voor het instellen van de Start-
tijd en Eindtijd voor andere tijdvensters op dezelfde
manier als werd beschreven voor het tijdvenster 1 .
Als u een doorlopend tijdvenster voor maandag instelt,
zou het eindresultaat er zo uit kunnen zien:
HK1
3
Tijdprogramma
fma
1 8:30 22:00
2 : :
3 : :
> Dag/blok kiezen
Na een langere periode zonder bediening verschijnt
automatisch weer het
basisscherm.
Tijdvensters voor andere CV-circuits instellen:
Als uw CV-installatie is geconfigureerd met meerdere
CV-circuits, warmwaterboilers en circulatiepompen, dan
draait u aan de linker instelknop tot het menu
3
Tijdprogramma het scherm laat zien voor het CV-circuit
of de warmwaterboiler waarvoor u de tijdprogramma's
wilt instellen
.
Herhaal alle stappen voor het instellen van de tijdven-
sters voor andere CV-circuits, warmwaterboilers en
circulatiepompen.
>
>
>
>
>
5.5 Vakantieprogramma instellen
Voor de thermostaat en alle daarop aangesloten sys-
teemcomponenten kunt u instellen:
twee vakantieperiodes met start- en einddatum
de gewenste verlagingstemperatuur, d.w.z. de waarde
waarnaar de CV-installatie tijdens de afwezigheid
moet worden geregeld, onafhankelijk van het inge-
stelde tijdprogramma
Het vakantieprogramma start automatisch, wanneer een
ingestelde vakantieperiode begint. Na afloop van de
vakantieperiode eindigt het vakantieprogramma auto-
matisch. De CV-installatie wordt weer geregeld volgens
de daarvoor ingestelde parameters en de gekozen
bedrijfsfunctie.
i
De activering van het vakantieprogramma is
alleen mogelijk in de bedrijfsfuncties Auto en
Eco.
Aangesloten boileropwarmcircuits of circula-
tiepompcircuits schakelen automatisch tij-
dens het vakantietijdprogramma naar de
bedrijfsfunctie Uit.
Controleer vóór uw afwezigheid of de bedrijfsfunctie
Auto of Eco ingesteld is.
Als dat niet het geval is, dan stelt u de bedrijfsfunctie
Auto of Eco in (¬ hfdst. 5.2.1).
Voorwaarde: het menu 4 Vakantie programmeren
wordt weergegeven (¬ hfdst. 5.1.1).
Vakantie programmeren
4
voor totaalsysteem
Tijdvenster
1
f30. 02. 09 – 20. 03. 09
2
05. 05. 09 – 22. 05. 09
Gewenste tempera-
tuur
15°C
> Startdag instellen
De grijs gemarkeerde parameters kunt u instellen.
Vakantieprogramma beëindigen
Als u het vakantieprogramma voortijdig wilt beëindigen,
dan stelt u de eind-datum zo in dat deze vóór de actuele
datum ligt.
>
>
5 Bediening
30 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
5.5.1 Periodes instellen
Hoe u een datum (dag.maand.jaar) instelt, werd uitvoe-
rig beschreven voor de datum van de basisgegevens
(¬ hfdst. 5.3.2).
Stel achtereenvolgens Startmaand, Startdag, Start-
jaar en Maandeinde, Dageinde, Jaareinde in voor de
periode 1 en indien nodig ook voor de periode 2.
Ga daarbij op dezelfde manier te werk zoals werd
beschreven in hfdst. 5.3.2 voor Maand, Dag en Jaar
.
Houd u beslist aan de aanwijzingen voor vorstbeveili-
ging (¬ hfdst. 5.12).
5.5.2 Gewenste temperatuur instellen
Houd u beslist aan de aanwijzingen voor vorstbeveili-
ging (¬ hfdst. 5.12).
Vakantie programmeren
4
voor totaalsysteem
Tijdvenster
1 20 . 08 . 09 – 28 . 08 . 09
2 05. 09 . 09 – 22 . 09 . 09
Gewenste tempera-
tuur
f15°C
> Gewenste kamertemp.kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
de gewenste temperatuur knippert.
Vakantie programmeren
4
voor totaalsysteem
Tijdvenster
1 20 . 08 . 09 – 28 . 08 . 09
2 05. 09 . 09 – 22 . 09 . 09
Gewenste tempera-
tuur
f15°C
> Gewenste kamertemp.kiezen
Druk op de rechter instelknop
.
De gewenste temperatuur is gemarkeerd.
Vakantie programmeren
4
voor totaalsysteem
Tijdvenster
1 20 . 08 . 09 – 28 . 08 . 09
2 05. 09 . 09 – 22 . 09 . 09
Gewenste tempera-
tuur
f16°C
> Gewenste kamertemp.kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de gewenste
temperatuur verschijnt.
>
>
>
>
>
>
Vakantie programmeren
4
voor totaalsysteem
Tijdvenster
1 20 . 08 . 09 – 28 . 08 . 09
2 05. 09 . 09 – 22 . 09 . 09
Gewenste tempera-
tuur
f16°C
> Gewenste kamertemp.kiezen
Druk op de rechter instelknop .
De gewenste temperatuur wordt opgeslagen.
Tijdens de ingestelde vakantieperiodes wordt de kamer-
temperatuur automatisch verlaagd naar de ingestelde
gewenste temperatuur.
Na een langere periode zonder bediening verschijnt
automatisch weer het
basisscherm.
5.6 Verlagingstemperatuur en stooklijn instellen
5.6.1 Verlagingstemperatuur instellen
De verlagingstemperatuur is de temperatuur waarnaar
de verwarming in de minimale-temperatuurtijd (bijv. 's
nachts) wordt geregeld. De verlagingstemperatuur kan
voor elk CV-circuit apart worden ingesteld.
Voorwaarde: het menu 5 HK1 Parameter wordt weer-
gegeven
(¬ hfdst. 5.1.1).
HK1
5
Parameter
Verlagingstemp.
f
15 °C
Stooklijn 1,2
> Gewenste kamertemp.kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
de Verlagingstemp. knippert.
HK1
5
Parameter
Verlagingstemp.
f
15°C
Stooklijn 1,2
> Gewenste kamertemp.kiezen
Druk op de rechter instelknop .
De Verlagingstemp. is gemarkeerd.
>
>
>
Bediening 5
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 31
HK1
5
Parameter
Verlagingstemp.
f
16°C
Stooklijn 1,2
> Gewenste kamertemp.kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de gewenste
Verlagingstemp. verschijnt.
i
Informeer eventueel bij uw installateur naar
de optimale instelling.
HK1
5
Parameter
Verlagingstemp.
f
16°C
Stooklijn 1,2
> Gewenste kamertemp.kiezen
Druk op de rechter instelknop .
De Verlagingstemp. wordt opgeslagen.
Houd u beslist aan de aanwijzingen voor vorstbeveili-
ging (¬ hfdst. 5.12).
5.6.2 Stooklijn instellen
Door de keuze van de stooklijn beïnvloedt u de aanvoer-
temperatuur van uw CV.
b
Attentie!
Materiële schade door hoge aanvoertempe-
ratuur bij vloerverwarming!
Aanvoertemperaturen boven 40 °C kunnen
bij een vloerverwarming leiden tot materiële
schade.
Stel de aanvoertemperatuur bij vloerver-
warming niet hoger dan 40 °C in.
De stooklijn geeft de verhouding tussen buitentempera-
tuur en
aanvoertemperatuur weer. De instelling
geschiedt voor elk CV-circuit apart (¬ hfdst. 3.5).
Het kamerklimaat van uw
CV-installatie is in belangrijke
mate afhankelijk van de keuze van de juiste stooklijn.
Een te hoog gekozen stooklijn betekent te hoge tempe-
raturen
in de CV-installatie en daaruit resulterend een
hoger energieverbruik.
Als de stooklijn te laag is gekozen, dan wordt het
gewenste temperatuurniveau soms pas na lange tijd of
nooit bereikt.
>
>
>
>
HK1
5
Parameter
Verlagingstemp. 16°C
Stooklijn
f1,2
>
Stooklijn kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
de stooklijn knippert.
HK1
5
Parameter
Verlagingstemp. 16°C
Stooklijn
f1,2
>
Stooklijn kiezen
Druk op de rechter instelknop .
De stooklijn is gemarkeerd.
HK1
5
Parameter
Verlagingstemp. 16°C
Stooklijn
f1,1
>
Stooklijn kiezen
Draai aan de rechter instelknop
tot de gewenste
stooklijn verschijnt.
HK1
5
Parameter
Verlagingstemp. 16°C
Stooklijn
f1,1
>
Stooklijn kiezen
Druk op de rechter instelknop
.
De stooklijn wordt opgeslagen.
Na een langere periode zonder bediening verschijnt
automatisch weer het
basisscherm.
>
>
>
>
5 Bediening
32 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
5.7 Warmwatertemperatuur instellen
De gewenste waarde voor de warmwatertemperatuur
kunt u instellen:
in het basisscherm de temperatuur voor boiler
(¬ hfdst. 5.2)
of
in het menu 5 de parameter Boilertemp. gewenst.
a
Gevaar!
Verbrandingsgevaar door heet water!
Bij de tappunten voor warm water bestaat bij
temperaturen van meer dan 60 °C gevaar
voor verbranding. Kleine kinderen en oudere
mensen lopen zelfs bij lagere temperaturen al
risico's.
Kies de temperatuur zo, dat niemand in
gevaar wordt gebracht.
Voorwaarde: het menu 5 Warm water Parameter
wordt weergegeven (¬ hfdst. 5.1.1).
Warm water
5
Parameter
Speichersoll
f
60°C
> Gewenste temp. kiezen
De cursor
knippert voor de gewenste boilertempera-
tuur.
Druk op de rechter instelknop
.
De gewenste temperatuur is gemarkeerd.
Warm water
5
Parameter
Boilertemp. gewenst
f
58°C
> Gewenste temp. kiezen
Draai aan de rechter instelknop
tot de gewenste
temperatuur verschijnt.
i
Kies de gewenste boilertemperatuur voor het
warme water zodanig dat deze net voldoet
aan uw behoefte aan warmte. Zo kunt u ener-
gie en kosten besparen.
>
>
>
Warm water
5
Parameter
Boilertemp. gewenst
f
58°C
> Gewenste temp. kiezen
Druk op de rechter instelknop .
De gewenste temperatuur wordt opgeslagen.
Na een langere periode zonder bediening verschijnt
automatisch weer het
basisscherm.
5.8 Namen van de CV-circuits, wijzigen
Om een beter overzicht van uw CV-installatie te krijgen,
kunt u de in de fabriek vastgelegde namen voor CV-cir-
cuits individueel wijzigen.
Als uw CV-installatie beschikt over meerdere CV-circuits
en een warmwaterboiler, dan geeft de thermostaat
alleen de in de fabriek ingestelde namen van de CV-cir-
cuits weer.
Naam
7
wijzigen
HK1
:
fHK 1
HK2
:
HK2
> kiezen
De grijs gemarkeerde parameters kunt u wijzigen.
i
De naam kan maximaal tien tekens lang zijn
en bestaan uit de tekens 0 ... 9, A ... Z en spa-
ties.
i
Gewijzigde namen worden automatisch over-
genomen en in de desbetreffende menu's
weergegeven.
Zo wijzigt u de naam
HK 1 in Etage 1:
Voorwaarde: het menu 7 Naam wijzigen wordt weer-
gegeven
(¬ hfdst. 5.1.1).
>
Bediening 5
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 33
Naam
7
wijzigen
HK1
:
fHK 1
HK2
:
HK2
> kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
de naam (voor
HK1) knippert.
i
U kunt telkens maar 1 teken wijzigen.
Als u de volledige naam wilt wijzigen, dan
moet u elk teken afzonderlijk wijzigen en
eventueel tekens toevoegen.
Als u een teken wilt wissen, dan moet u het
teken overschrijven met een spatie.
Naam
7
wijzigen
HK1
:
fHK 1
HK2
:
HK2
> kiezen
Druk op de rechter instelknop .
De eerste letter van de naam is gemarkeerd.
Naam
7
wijzigen
HK1
:
fEK 1
HK2
:
HK2
> kiezen
Draai aan de rechter instelknop
tot de letter E ver-
schijnt.
Naam
7
wijzigen
HK1
:
fEK 1
HK2
:
HK2
> kiezen
Druk op de rechter instelknop
.
De letter E wordt opgeslagen.
>
>
>
>
Naam
7
wijzigen
HK1
:
fK 1
HK2
:
HK2
> kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
de letter K knippert.
Naam
7
wijzigen
HK1
:
K 1
HK2
:
HK2
> kiezen
Druk op de rechter instelknop .
De letter K is gemarkeerd.
Naam
7
wijzigen
HK1
:
fT 1
HK2
:
HK2
> kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de letter T ver-
schijnt.
Naam
7
wijzigen
HK1
:
fT 1
HK2
:
HK2
> kiezen
Druk op de rechter instelknop
.
De letter T wordt opgeslagen.
>
>
>
>
5 Bediening
34 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
Naam
7
wijzigen
HK1 : Ef 1
HK2
:
HK2
> kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de cursor
voor
de spatie knippert.
Naam
7
wijzigen
HK1
:
Ef 1
HK2
:
HK2
> kiezen
Druk op de rechter instelknop
.
De spatie is gemarkeerd.
Naam
76
wijzigen
HK1
:
EfA1
HK2
:
HK2
> kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de letter A ver-
schijnt.
Naam
7
wijzigen
HK1
:
E
fA1
HK2
:
HK2
> kiezen
Druk op de rechter instelknop .
De letter T wordt opgeslagen.
Herhaal deze stappen nog voor de letters en het cij-
fer GE 1.
>
>
>
>
>
Het resultaat moet er zo uitzien:
Naam
7
wijzigen
HK1
:
ETAGE 1
HK2
:
HK2
> kiezen
De thermostaat slaat de nieuwe naam op en geeft deze
vanaf nu in alle menu's weer.
Na een langere periode zonder bediening verschijnt
automatisch weer het
basisscherm.
Bediening 5
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 35
5.9 Parameters in het installateurniveau bekijken
b
Attentie!
Materiële schade door ondeskundige
veranderingen!
Verkeerd ingestelde parameters kunnen lei-
den tot materiële schade aan de CV-installa-
tie.
Alleen erkende installateurs mogen de para-
meters in het installateurniveau instellen.
Verander nooit instellingen in de menu's C1
... C11 en A1 ... A8.
Het menu 8 is het laatste menu in het gebruikersni-
veau.
De installateur moet een codenummer (toegangscode)
invoeren om naar het installateurniveau te gaan en de
installatiespecifieke parameters in te stellen.
Daardoor worden de installatiespecifieke parameters
beveiligd tegen abusievelijk verstellen.
De gebruiker kan zonder invoer van een codenummer
de installatiespecifieke parameters bekijken, maar niet
wijzigen.
Zo kunt u de installatiespecifieke parameters bekijken:
Voorwaarde: het menu 8 Code niveau vrijgeven
wordt weergegeven (¬ hfdst. 5.1.1).
Code niveau
8
vrijgeven
Codenummer:
0 0 0 0
Standaardcode:
1 0 0 0
> Cijfer instellen
Druk op de linker instelknop .
U kunt nu alle instellingen in het installateurniveau
bekijken, maar niet instellen.
i
Als u aan de linker instelknop draait, dan
kunt u alle menu's in het installateur- en
gebruikersniveau bekijken. In het gebruikers-
niveau kunt u verder alle parameters
instellen .
>
>
Installateurniveau verlaten
Na ca. 60 minuten wordt het installateurniveau automa-
tisch geblokkeerd. U kunt op elk moment weer de
installatie specifieke parameters in het installateurniveau
bekijken.
5 Bediening
36 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
5.10 Speciale functies gebruiken
Speciale functies roept u op vanuit het basisscherm. De
3 Speciale functies
Spaarfunctie
Partyfunctie
1x opwarmen
zijn achtereenvolgens als menupunten gerangschikt.
Druk (een tot drie keer) op de
linker instelknop
tot de
gewenste speciale functie ver-
schijnt.
>
5.10.1 Spaarfunctie activeren
Met de spaarfunctie kunt u binnen een tijdvenster tot
een tijdstip dat u kunt instellen, de CV-installatie naar de
verlagingstemperatuur regelen.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1
f
Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco 18 °C
Boiler Auto 60 °C
VRC 630
Druk een keer op de linker instelknop
.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Besparen geactiveerd
tot
f
18:30
>Eindtijd kiezen
De thermostaat toont het menu Spaarfunctie. De cursor
staat voor de parameter einde van de spaarfunctie.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Besparen geactiveerd
tot
f
18:30
>Eindtijd kiezen
Druk op de rechter instelknop om de parameter
einde van de spaarfunctie te markeren.
>
>
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Besparen geactiveerd
tot
f
18:30
>Eindtijd kiezen
Draai aan de rechter instelknop tot de tijd ingesteld
is waarop de spaarfunctie moet worden beëindigd.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Besparen geactiveerd
tot
f
22:30
VRC 630
Druk op de rechter instelknop .
Het ingestelde tijdstip wordt opgeslagen.
Als het ingestelde tijdstip bereikt is, dan wordt de spaar-
functie automatisch beëindigd en de thermostaat
gaat
naar het basisscherm.
Spaarfunctie annuleren
Druk drie keer op de linker instelknop
.
De thermostaat beëindigt de spaarfunctie en gaat naar
het basisscherm.
>
>
>
Bediening 5
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 37
5.10.2 Partyfunctie activeren
Als u de partyfunctie activeert, dan zijn de verwarmings-
en de warmwatertijden tot na het volgende uitschakel-
tijdstip actief tot het volgende verwarmingsbegin, d.w.z.
de eigenlijke instellingen van de CV worden kortstondig
buiten werking gesteld. Bij de partyfunctie gaat het
alleen om de CV-circuits of warmwaterboilercircuits die
in de bedrijfsfunctie Auto of ECO ingesteld zijn.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1
f
Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco 18 °C
Boiler Auto 60 °C
VRC 630
Controleer of voor het CV-circuit en de warmwater-
boiler de bedrijfsfunctie Auto of Eco ingesteld is.
Als dat niet het geval is, dan stelt u de bedrijfsfunctie
Auto of Eco in (¬ hfdst. 5.2.1).
Druk twee keer op de linker instelknop
.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Kamertemperatuur 21 °C
Party geactiveerd
VRC 630
De thermostaat toont het menu Partyfunctie. De party-
functie is geactiveerd. Er zijn geen instellingen noodza-
kelijk.
Als het laatste CV-circuit weer begint met verwarmen
(wissel van Verlagen naar Verwarmen),
dan wordt de
partyfunctie automatisch beëindigd en de thermostaat
gaat naar het basisscherm.
Partyfunctie annuleren
Druk twee keer op de linker instelknop
.
De thermostaat beëindigt de partyfunctie en gaat naar
het basisscherm.
>
>
>
>
5.10.3 De functie 1x opwarmen activeren
Met de functie 1x opwarmen kunt u de warmwaterboiler
onafhankelijk van het actuele tijdprogramma een keer
opwarmen.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1
f
Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco 18 °C
Boiler Auto 60 °C
VRC 630
Druk drie keer op de linker instelknop
.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Kamertemperatuur 21 °C
1x opwarmen
geactiveerd
VRC 630
De thermostaat toont het menu 1x opwarmen. De func-
tie 1x opwarmen is geactiveerd. Er zijn geen instellingen
noodzakelijk.
Als de waterinhoud van de boiler is opgewarmd naar de
ingestelde warmwatertemperatuur, dan wordt de func-
tie automatisch beëindigd en
de thermostaat gaat naar
het basisscherm.
i
De warmwatertemperatuur wordt door de
installateur vastgelegd bij de inbedrijfstelling
van uw CV-installatie.
1x opwarmen annuleren
Druk een keer op de linker instelknop
.
De thermostaat beëindigt
1x opwarmen en gaat naar
het basisscherm.
>
>
5 Bediening
38 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
5.11 Servicefuncties (alleen voor installateur)
i
De servicefuncties zijn uitsluitend bestemd
voor de installateur en erkende schoorsteen-
vegers.
Als u de servicefuncties abusievelijk heeft geactiveerd,
dan beëindigt u deze functies door de beide instelknop-
pen
en zo vaak tegelijkertijd in te drukken tot op
het display weer het basisscherm verschijnt.
5.12 Vorstbeveiliging waarborgen
b
Attentie!
Materiële schade door bevriezing!
Als u tijdens uw afwezigheid niet zorgt voor
voldoende vorstbeveiliging voor uw CV-instal-
latie, dan kan dat leiden tot schade aan het
gebouw en de CV-installatie.
Let erop dat tijdens uw afwezigheid wordt
gezorgd voor voldoende vorstbeveiliging.
Uw thermostaat is uitgerust met een vorstbeveiligings-
functie (afhankelijk van de buitentemperatuur). De
vorstbeveiligingsfunctie waarborgt in de bedrijfsfuncties
Uit en Eco (buiten de tijdvensters) de vorstbeveiliging
van uw CV-installatie.
Als de bedrijfsfunctie Eco ingesteld is en de vorstbeveili-
gingsfunctie (afhankelijk van de buitentemperatuur) niet
geactiveerd is, dan wordt het CV-circuit in de minimale-
temperatuurtijd uitgeschakeld.
Als de buitentemperatuur beneden een waarde van +3
°C daalt, dan wordt automatisch voor elk CV-circuit de
ingestelde verlagingstemperatuur (Nacht) vastgelegd
(¬ hfdst. 5.6).
Zo waarborgt u de vorstbeveiliging:
Controleer of uw CV-toestel aangesloten is op het
elektriciteitsnet. Het CV-toestel mag niet van het net
losgekoppeld zijn.
Controleer op de thermostaat de ingestelde bedrijfs-
functie. De vorstbeveiliging is alleen gewaarborgd in
de bedrijfsfuncties Uit en
Eco .
5.13 Thermostaat reinigen en onderhouden
Reinig de behuizing van de thermostaat alleen met
een vochtige doek.
Gebruik geen schuur- of reinigingsmiddelen die de
bedieningselementen of het display zouden kunnen
beschadigen.
>
>
>
>
>
5.14 Gegevensoverdracht
Er vindt alleen een gegevensoverdracht plaats, wanneer
uw CV-installatie is uitgerust met de buitenvoeler VRC
DCF (¬ tabel 1.1, artikelnr. ).
Naargelang plaatselijke omstandigheden kan het tot 15
minuten duren voordat alle gegevens (buitentempera-
tuur, DCF, toestelstatus enz.) geactualiseerd zijn.
Verhelpen van storingen 6
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 39
6 Verhelpen van storingen
Bij storingen in de CV-installatie geeft de thermostaat
storingsmeldingen in gewone tekst weer.
b
Attentie!
Materiële schade door ondeskundige
veranderingen!
Ondeskundige veranderingen kunnen de ther-
mostaat of de CV-installatie beschadigen.
Voer in geen geval zelf veranderingen of
handelingen aan de thermostaat of aan
andere delen van de CV-installatie uit.
i
Storingen mogen alleen worden verholpen
door een erkende installateur.
Neem contact op met uw installateur.
Deel de installateur de storingsbeschrijving (storing-
stekst) mee.
6.1 Onderhoudsmelding
De thermostaat kan in de tweede regel van het menu
een onderhoudsmelding weergeven:
Onderhoud + telefoonnummer van installateur
Voorbeeld voor een onderhoudsmelding:
zo 01.11.09 15:43 -3 °C
Onderhoud 02191 123456
HK1
f
Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco 18 °C
Boiler Auto 60 °C
VRC 630
Deze onderhoudsmelding verwijst naar het noodzake-
lijke onderhoud van de CV-installatie.
Bovendien verschijnt het servicenummer van uw instal-
lateur, wanneer de installateur een telefoonnummer
voor service heeft geprogrammeerd.
6.2 Storingsmeldingen
Als bij de CV-installatie een storing optreedt,
dan geeft
de thermostaat in de tweede regel van het menu een
storingstekst weer.
>
>
>
Voorbeeld voor een storingsmelding:
zo 01.11.09 15:43 -3 °C
Geen verbinding met ketel
HK1
f
Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco 18 °C
Boiler Auto 60 °C
VRC 630
Storingstekst Oorzaak storing
VR 60 (4) Geen
verbinding
Er is geen communicatie met de
mengmodule VR 60 met het inge-
stelde busadres 4.
Het volgende wordt weergegeven:
– de getroffen component
– het adres dat niet kan worden
bereikt
een aanwijzing dat de communica-
tie onderbroken is
de buskabel is niet aangesloten
de spanningsvoorziening is niet
aanwezig
de component is defect
Geen verbinding met
ketel
Er is geen communicatie met het CV-
toestel. Deze melding wijst op een
storing van het CV-toestel. Mogelijk
is het CV-toestel buiten werking.
Storing ketel Het CV-toestel meldt via de eBus een
storing.
Zie gebruiksaanwijzing van het CV-
toestel
VRC 630 Uitval VF1 De aanvoervoeler VF1 is defect.
VR 60 (4) Uitval VFa,
VIH-RL Sensor T1 sto-
ring,
VPM W (1) Sensor T1 sto-
ring,
...
Het volgende wordt weergegeven:
de getroffen component
de getroffen sensor met de bena-
ming op de ProE–stekkerstrook
Mogelijke oorzaken:
een onderbreking
een kortsluiting van de getroffen
sensor
HK1 temperatuurfout De gewenste temperatuurwaarde van
het CV-circuit werd na een gedefinie-
erde tijd nog niet bereikt.
Deze tijd wordt door de installateur
in het menu C11 ingesteld:
Parameter
Temp.foutherkenning na;
In de fabriek: UIT).
Instelbereik: Uit, 0 - 12 h
In combinatie met een warmwaterboiler VIH-RL kunnen de
volgende storingen worden weergegeven:
Storing anode De bewaking van de parasitaire
stroomanode van de VIH-RL heeft
een storing vastgesteld.
VIH-RL verkalking WT De elektronica van de VIH-RL heeft
vastgesteld dat de warmtewisselaars
moeten worden onderhouden.
Tabel 6.1: Storingsteksten en oorzaken van storingen
Meer storingscodes en de beschrijving van de oorzaken
van storingen vindt u in de gebruiksaanwijzingen van de
componenten van uw CV-installatie.
6 Verhelpen van storingen
40 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
6.3 Storingen herkennen en verhelpen
Het display blijft donker of reageert niet op bediening
Als het display donker blijft of u via de instelknoppen
geen verandering van de weergave kunt uitvoeren,
neem dan contact op met uw installateur.
De thermostaat geeft een storingsmelding weer
i
Als in de 2e menuregel een storingstekst
wordt weergegeven, geef dan direct een
installateur opdracht om de storing te verhel-
pen. Storingen mogen alleen worden verhol-
pen door een erkende installateur.
Aanwijzingen voor het verhelpen van storingen vindt
u in de gebruiksaanwijzing van het CV-toestel.
>
>
Buitenbedrijfstelling 7
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 41
7 Buitenbedrijfstelling
Het toestel mag alleen door een erkend installateur vol-
ledig buiten werking worden gesteld. Die is verantwoor-
delijk voor de deskundige buitenbedrijfstelling en
demontage.
7.1 CV tijdelijk buiten werking stellen
Als u uw CV tijdelijk buiten werking wilt stellen, bij-
voorbeeld tijdens de vakantieperiode, neem hiervoor
dan goed nota van de gebruiksaanwijzing van uw CV-
toestel.
7.2 Thermostaat tijdelijk uitschakelen
b
Attentie!
Materiële schade door bevriezing!
De vorstbeveiligingsfunctie is alleen actief,
wanneer de thermostaat ingeschakeld is.
Schakel de thermostaat nooit uit bij bevrie-
zingsgevaar.
Zet de aan/uit-schakelaar van de thermo-
staat in stand „I”.
i
Als de buitenvoeler van uw CV-installatie
geen DCF-signaal kan ontvangen, dan moet u
na het inschakelen van de thermostaat de tijd
en datum handmatig instellen.
Let erop dat tijd en datum juist ingesteld zijn, zodat
de ingestelde tijdprogramma's en het vakantiepro-
gramma correct werken en de volgende onderhouds-
datum in de gaten kan worden gehouden.
Laat de thermostaat ingeschakeld, zodat u op elk
moment de systeemstatus van de CV-installatie in het
oog heeft en snel wordt gewezen op een storing.
Gebruik het vakantieprogramma (¬ hfdst. 5.5), om
tijdens uw afwezigheid energiekosten te besparen.
>
>
>
>
>
>
1
Afb. 7.1 Thermostaat in–/uitschakelen
Legenda
1 Tuimelschakelaar
Druk op de tuimelschakelaar (1), om de thermostaat
in of uit te schakelen.
>
8 Recycling en afvoer
42 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
8 Recycling en afvoer
Zowel uw Vaillant thermostaat calorMATIC 630 als de
bijbehorende transportverpakking bestaan voor het
grootste deel uit recyclebaar materiaal.
Toestel
Uw thermostaat en alle toebehoren horen niet thuis bij
het huisvuil. Zorg ervoor dat het oude toestel en even-
tueel aanwezige toebehoren op een correcte manier
worden afgevoerd.
Verpakking
Het afvoeren van de transportverpakking kunt u het
best overlaten aan de installateur die het toestel geïn-
stalleerd heeft.
Tips voor energiebesparing 9
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 43
9 Tips voor energiebesparing
b
Attentie!
Materiële schade door bevriezing!
Als u in de winter niet zorgt voor voldoende
vorstbeveiliging van uw CV-installatie, dan
leidt dit tot schade aan het gebouw en de CV-
installatie.
Let er wel op, dat er in de winter voldo-
ende vorstbeveiliging is gegarandeerd.
Functie Verlagen van de CV-installatie
Verlaag de kamertemperatuur tijdens de nachtrust en
als u niet thuis bent. Het is het eenvoudigst en veiligst
om de kamertemperatuur te verlagen met behulp van
thermostaten met individueel in te stellen
tijdprogramma's.
Gewenste kamertemperatuur
Stel de gewenste kamertemperatuur niet hoger in dan
net voldoende is om u comfortabel te voelen. Iedere
graad daarboven betekent een hoger energieverbruik
van ongeveer 6 %. Houd bij het instellen van de kamer-
temperatuur rekening met het gebruik van de kamer. Zo
is het bijvoorbeeld in het normale geval niet nodig slaap-
kamers of weinig gebruikte kamers op 20 °C te verwar-
men.
Gelijkmatig verwarmen
Vaak wordt in een woning met centrale verwarming
slechts één kamer verwarmd. Via de oppervlaktes die
deze kamer omgeven, zoals wanden, deuren, ramen, pla-
fond en vloer worden onverwarmde aangrenzende
kamers ongecontroleerd meeverwarmd,
d.w.z. er gaat onbedoeld warmte-energie verloren. Het
vermogen van de radiator in deze ene verwarmde
kamer is voor een dergelijk gebruik natuurlijk niet voldo-
ende. Het gevolg is dat de kamer niet meer voldoende
wordt verwarmd en deze onbehaaglijk koud aanvoelt
(hetzelfde effect ontstaat als er deuren openstaan tus-
sen de verwarmde kamer en niet of beperkt
verwarmde kamers).
Dit is verkeerde zuinigheid: de verwarming staat aan en
toch is het in de kamer niet behaaglijk warm.
Een groter verwarmingscomfort en een meer efficiënt
gebruik wordt bereikt als alle kamers in een woning
gelijkmatig en in overeenstemming met het gebruik wor-
den verwarmd.
>
Thermostaatkranen en kamerthermostaten
Thermostaatkranen op alle radiatoren houden de een-
maal ingestelde kamertemperatuur exact aan. Met
behulp van thermostaatkranen in combinatie met een
weersafhankelijke thermostaat kunt u de kamertempe-
ratuur aanpassen aan uw individuele behoeftes en bent
u zeker van een efficiënt gebruik van uw CV-installatie.
Zo werkt een thermostaatkraan: als de kamertempera-
tuur stijgt boven de met de voelerkop ingestelde
waarde, dan sluit de thermostaatkraan automatisch. Als
de kamertemperatuur beneden de ingestelde waarde
komt, dan opent de thermostaatkraan weer.
Thermostaat niet afdekken
Zorg ervoor dat uw thermostaat niet wordt afgedekt
door meubels, gordijnen of andere voorwerpen. De cir-
culerende kamerlucht moet ongehinderd kunnen worden
gedetecteerd. Afgedekte thermostaatkranen kunnen
met afstandsvoelers worden uitgerust en blijven daar-
door werken.
Inbouw van een weersafhankelijke CV-regeling
Weersafhankelijke CV-regelingen regelen de CV-aanvo-
ertemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur.
Zo is gewaarborgd dat niet meer warmte wordt gepro-
duceerd dan momenteel nodig is. Door geïntegreerde
tijdprogramma's worden bovendien de gewenste ver-
warmings- en afkoelingsfases (bijv. 's nachts) automa-
tisch in- en uitgeschakeld.
Weersafhankelijke CV-regelingen vormen in combinatie
met thermostaatkranen de meest comfortabele vorm
van CV-regeling.
Ventileren van de woning
Open tijdens het verwarmen de ramen alleen om te ven-
tileren en niet om de temperatuur te regelen. Het raam
gedurende korte tijd helemaal openzetten is effectiever
en bespaart meer energie dan een langdurig op een kier
openstaand raam. Tijdens het ventileren sluit u alle in
het vertrek aanwezige
thermostaatkranen.
Door deze maatregelen is een voldoende ventilatie
gewaarborgd, zonder onnodige afkoeling en energiever-
lies.
9 Tips voor energiebesparing
44 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
Zo bespaart u actief energie:
Activeer de spaarfunctie tijdens het ventileren of bij
kortstondige afwezigheid.
b
Attentie!
Materiële schade door bevriezing!
Als de vorstbeveiliging te lang wordt ver-
traagd, kunnen delen van de CV-installatie
bevriezen.
De installateur is verantwoordelijk voor de
instelling van de vorstbeveiligingsvertra-
ging!
Programmeer uw vakantieperiodes, zodat bij langere
afwezigheid niet onnodig wordt verwarmd.
Stel de gewenste boilertemperatuur (voor warm
water) in op de laagst noodzakelijke waarde, zodat
net wordt voldaan aan uw behoefte aan warmte.
Stel indien mogelijk de bedrijfsfunctie Eco in voor alle
CV-circuits en laat de vertragingstijd voor de vorstbe-
veiliging aanpassen door uw installateur.
In de bedrijfsfunctie Eco wordt de CV 's nachts hele-
maal uitgeschakeld. Als de buitentemperatuur bene-
den +3 °C daalt, dan wordt na de vertragingstijd voor
vorstbeveiliging die kan worden ingesteld, weer naar
de verlagingstemperatuur geregeld.
Bij huizen met een goede isolatie kan de vertraging-
stijd voor de vorstbeveiliging worden verlengd.
Speciale functie 1x opwarmen gebruiken
Met de speciale functie 1x opwarmen kan de warm-
waterboiler eenmalig buiten de tijdvensters worden
opgewarmd. Zo staat indien nodig ook buiten de tijdven-
sters snel warm water ter beschikking.
>
>
>
>
>
>
>
Garantie en serviceteam 10
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 45
10 Garantie en serviceteam
10.1 Garantie
10.1.1 Fabrieksgarantie (Nederland)
Fabrieksgarantie wordt uitsluitend verleend als de
installatie is uitgevoerd door een door Vaillant BV
erkende installateur conform de installatievoorschriften
van het betreffende product.
De eigenaar van een Vaillant product kan aanspraak
maken op fabrieksgarantie die conform is aan de alge-
mene garantiebepalingen van Vaillant BV. Garantiewerk-
zaamheden worden uitsluitend door de servicedienst
Vaillant BV of door een door Vaillant BV aangewezen
installatiebedrijf uitgevoerd.
Eventuele kosten die gemaakt zijn voor werkzaamheden
aan een Vaillant product gedurende de garantieperiode
komen alleen in aanmerking voor vergoeding indien
vooraf toestemming is verleend aan een door Vaillant
BV aangewezen installatiebedrijf en als het conform de
algemene garantiebepalingen een werkelijk garantiege-
val betreft.
10.1.2 Fabrieksgarantie (België)
De producten van de NV Vaillant zijn gewaarborgd
tegen alle materiaal- en constructiefouten voor een
periode van twee jaar vanaf de datum vermeld op de
aankoopfactuur die u heel nauwkeurig dient bij te hou-
den.
De waarborg geldt alleen onder de volgende voorwaar-
den:
1. Het toestel moet door een erkend gekwalificeerd
vakman geplaatst worden, onder zijn volledige ver-
antwoordelijkheid, en deze dient er op te letten dat
de normen en installatievoorschriften nageleefd
worden.
2. Het is enkel aan de technici van de Vaillant fabriek
toegelaten om herstellingen of wijzigingen aan het
toestel onder garantie uit te voeren, opdat de
waarborg van toepassing blijft. De originele onder-
delen moeten in het Vaillant-toestel gemonteerd
zijn, zo niet wordt de waarborg geannuleerd.
3. Teneinde de waarborg te laten gelden, moet u ons
de garantiekaart volledig ingevuld, ondertekend en
gefrankeerd terugzenden binnen de veertien
dagen na de installatie!
De waarborg wordt niet toegekend indien de slechte
werking van het toestel het gevolg is van een slechte
regeling, door het gebruik van een niet overeenkomstige
energie, een verkeerde of gebrekkige installatie, de niet-
naleving van de gebruiksaanwijzing die bij het toestel
gevoegd is, door het niet opvolgen van de normen
betreffende de installatievoorschriften, het type van
lokaal of verluchting, verwaarlozing, overbelasting,
bevriezing, elke normale slijtage of elke handeling van
overmacht. In dit geval zullen onze prestaties en de
geleverde onderdelen aangerekend worden. Bij factura-
tie, opgesteld volgens de algemene voorwaarden van de
naverkoop-dienst, wordt deze steeds opgemaakt op de
naam van de persoon die de oproep heeft verricht en/of
de naam van de persoon bij wie het werk is uitgevoerd,
behoudens voorafgaand schriftelijk akkoord van een
derde persoon (bv. huurder, eigenaar, syndic, enz.) die
deze factuur uitdrukkelijk ten zijne laste neemt. Het fac-
tuurbedrag zal contant betaald moeten worden aan de
fabriekstechnicus die het werk heeft uitgevoerd.
Het herstellen of vervangen van onderdelen tijdens de
garantieperiode heeft geen verlenging van de waarborg
tot gevolg. De toekenning van garantie sluit elke beta-
ling van schadevergoeding uit en dit tot voor om het
even welke reden ze ook gevraagd wordt. Voor elk
geschil, zijn enkel de Tribunalen van het district waar de
hoofdzetel van de vennootschap gevestigd is, bevoegd.
Om alle functies van het Vaillant toestel op termijn vast
te stellen en om de toegelaten toestand niet te verande-
ren, mogen bij onderhoud en herstellingen enkel nog
originele Vaillant onderdelen gebruikt worden.
10.2 Serviceteam
10.2.1 Serviceteam (Nederland)
Het Serviceteam dient ter ondersteuning van de instal-
lateur en is tijdens kantooruren te bereiken op nummer
(020) 565 94 40.
10.2.2 Klantendienst (België)
Vaillant NV- SA
Rue Golden Hopestraat 15
B-1620 Drogenbos
Tel: 02 / 334 93 52
11 Technische gegevens
46 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
11 Technische gegevens
11.1 calorMATIC 630
Toestelbenaming Eenheden Waarde
Werkspanning V AC/Hz 230 / 50
Opgenomen vermogen thermostaat VA 4
Contactbelasting van de uitgangsrelais
(max.)
A2
Maximale totale stroom A 6,3
Kortste schakelafstand min 10
Gangreserve min 15
Toegestane omgevingstemperatuur max. °C 40
Werkspanning voeler V 5
Minimumdoorsnede
- van de voelerleidingen
mm
2
0,75
- van de 230 V aansluitleidingen
mm
2
1,50
Afmetingen wandbehuizing
– Hoogte mm 292
– Breedte mm 272
– Diepte mm 74
Beschermklasse
IP 20
Beschermingscategorie voor thermostaat I
Mate van vervuiling van de omgeving Normaal
Tabel 11.1 Technische gegevens calorMATIC 630
Technische gegevens 11
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 47
11.2 Fabrieksinstellingen
De fabrieksinstellingen kunnen alleen in het installateur-
niveau ingesteld en indien nodig gereset worden.
Getoonde menutekst Instelbare parameters Instelbereik Fabrieks-
instelling
Parameter CV-circuit
Verlagingstemp.
BT-
uitschak.grens
Pompblokkeertijd
Min. cv temperatuur
Max. cv temperatuur
Max. vooropwarming
Binnencompensatie
Vaste dagtemp.
Vaste nachttemp.
BT-uitschak.grens
Retourtemperatuur
5 - 30 °C
5 - 50 °C
0 - 30
min
15 - 90 °C
15 - 90 °C
0 - 300 min
geen/compensatie/thermostaat
5 - 90 °C
5 - 90 °C
5 - 50 °C
15 - 60 °C
15 °C
21 °C
0
min
15 °C
75 °C / 90 °C
0
min
geen
65 °C
65 °C
21 °C
30 °C
Parameter boileropwarmcircuit Opwarmpompnaloop
Legionellabeveilig.
Legionella start
Parallel opwarmen
0 - 15 min
Uit, Ma, Di, ...Zo, Ma-Zo
00:00 – 24:00
Uit/Aan
5 min
Uit
04:00
Uit
Parameter totaalsysteem Max. vooruitschak.
Vorstbeveiligingsvertraging
Continu verwarmen
Temp.verhoging
0 - 120 min
0 - 23 h
UIT, -25 ... 10°C
0 - 15 K
15 min
1 h
UIT
0 K
Parameter warmtebron Ketelschakelverschil
Min. cv temperatuur
Startvermogen boiler
1
– 20 K
15 - 90 °C
1 - 2
8 K
15 °C
1
Warmtebronkeuze: Kaskadeparame-
ter
(alleen bij cascadesysteem)
Inschakelvertrag.
Uitschakelvertrag.
Ketelvolgordeomkeer
1 - 90 min
1 - 90 mi
n
Uit/Aan
5 min
5 min
Uit
Speciale functie teleSWITCH teleSWITCH voor CC1
teleSWITCH voor CC2
teleSWITCH voor boiler
Geen, Verwarmen, Uit, Auto, Eco, Ver-
lagen
Geen, Verwarmen, Uit, Auto, Eco, Ver-
lagen
Geen, Aan, Uit, Auto
Verlagen
Verlagen
UIT
Speciale functie afwerklaagdroging Tijdschema CC2
Tijdschema CC3
0 - 29
0 - 29
0
0
Service Telefoonnummer FHW
Onderhoudsdatum
Temp.foutherkenning na
0 - 9 (17 tekens)
Datum
Uit, 0 - 12 h
-
01.01.01
UIT
Gereedschap Temp.correctie:
Buitentemperatuur
Kamertemp. actueel
Displaycontrast
-5 ... +5 K
-3 ... +3 K
0 -
15
0 K
0 K
11
Tabel 11.2 Fabrieksinstellingen
Begrippenlijst
48 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
Begrippenlijst
Aanvoertemperatuur
Zie CV-aanvoertemperatuur.
Bedrijfsfunctie
Met de bedrijfsfuncties bepaalt u hoe de verwarming
van uw kamer of uw warmwaterbereiding geregeld
wordt.
Beschermklasse
De beschermklasse geeft aan of elektrische toestellen
geschikt zijn voor bepaalde omgevingsomstandigheden,
en geeft bovendien aan in welke mate mensen zijn
beschermd tegen potentieel gevaar bij het gebruik
ervan.
Voorbeeld:
De thermostaat heeft de beschermklasse IP 20. Hierbij
zijn de beide cijfers van belang.
Het eerste cijfer staat voor de bescherming van het
toestel tegen aanraking, bijv. met voorwerpen of
lichaamsdelen die in gevaarlijke zones van het toestel
zouden kunnen binnendringen
(2 = objecten > 12,5 mm Ø).
Het tweede cijfer staat voor de bescherming van het
toestel tegen water (0 = geen bescherming).
Binnencompensatie
De binnencompensatie betrekt de kamertemperatuur bij
de berekening van de aanvoertemperatuur.
Voorwaarden:
In de afstandsbediening of in de thermostaat die op
de wand is gemonteerd, is een temperatuurvoeler
gemonteerd die de kamertemperatuur meet.
De functie Binnencompensatie moet per CV-circuit
door de installateur (menu C2) worden geactiveerd.
Boilerlading
Boilerlading betekent dat de waterinhoud van de boiler
wordt verwarmd naar de gewenste warmwatertempera-
tuur.
Circulatiepomp
Wanneer u de warmwaterkraan opent, kan het – afhan-
kelijk van de lengte van de leidingen – enkele ogenblik-
ken duren tot er warm water uit de kraan stroomt. Een
circulatiepomp pompt het warme water in het circuit
door uw warmwaterleiding. Daardoor is bij het openen
van de waterkraan direct warm water beschikbaar. Voor
de circulatiepomp kunnen tijdvensters worden gepro-
grammeerd.
Cursor
De cursor
markeert de parameter die moet worden
gewijzigd.
CV-aanvoertemperatuur
Uw CV-toestel verwarmt water dat daarna door uw CV-
installatie wordt gepompt. De temperatuur van dit
warme water bij het verlaten van het CV-toestel wordt
aanvoertemperatuur genoemd.
CV-circuit
Een CV-circuit is een gesloten kringloopsysteem van lei-
dingen en warmteverbruikers (bijv. radiators). Het ver-
warmde water uit het CV-toestel stroomt het CV-circuit
binnen en komt als afgekoeld water weer in het CV-
toestel aan.
Een CV-installatie beschikt gewoonlijk over minimaal
één CV-circuit. Er kunnen echter extra CV-circuits aan-
gesloten zijn, bijv. voor de voorziening van meerdere
woningen of een extra vloerverwarming.
CV-installatie
De CV-installatie verwarmt de woning en stelt warm
water beschikbaar.
CV-pomp
Een CV-pomp in een CV-installatie is een centrifugaal-
pomp die het verwarmde verwarmingswater naar de
radiators en huisaansluitstations transporteert en tege-
lijkertijd van daar het afgekoelde water uit de retourlei-
ding weer terugbrengt, zodat het CV-toestel dit opnieuw
kan verwarmen.
DCF-ontvanger
Een DCF-ontvanger ontvangt een tijdsignaal. Het tijd-
signaal stelt automatisch de tijd in en zorgt voor de
automatische omschakeling tussen zomertijd en winter-
tijd.
eBus
Het communicatieprotocol eBus maakt het eenvoudiger
om diverse installatiebestanddelen van een CV-systeem
regelingstechnisch met elkaar te verbinden. Daarmee
wordt bij de uitbreiding van de installatie een bijzondere
flexibiliteit bereikt. Zo wordt de installatie van extra CV-
toestellen of het achteraf integreren van componenten
zoals warmwaterbereiding met behulp van zonne-ener-
gie vereenvoudigd. De eBus biedt uitgebreide mogelijk-
heden voor de aansluiting van externe thermostaten
evenals voor de verbinding met het internet–communi-
catiesysteem vrnetDIALOG voor onderhoud en diagnose
op afstand.
Gebruikersniveau
In het gebruikersniveau ziet u de fundamentele parame-
ters die u zonder speciale voorkennis en tijdens het nor-
male gebruik kunt instellen/wijzigen. U kunt uw CV-
installatie aan uw behoeften aanpassen door de para-
meters dienovereenkomstig in te stellen.
Begrippenlijst
Gewenste kamertemperatuur
De gewenste kamertemperatuur is de temperatuur die
in uw woning moet heersen en die u op de thermostaat
invoert. Als de thermostaat in de woonkamer geïnstal-
leerd is, dan geldt de gewenste kamertemperatuur voor
het vertrek waar de thermostaat is geïnstalleerd. Als de
thermostaat in het CV-toestel geïnstalleerd is, dan geldt
de gewenste kamertemperatuur als richtwaarde voor de
regeling van de aanvoertemperatuur volgens de
stooklijn.
Gewenste waarden
Gewenste waarden zijn de waarden die u naar uw wens
instelt op de thermostaat, bijv. de gewenste kamertem-
peratuur of de gewenste boilertemperatuur voor de
warmwaterbereiding.
HK1
HK1 is de standaardnaam (fabrieksinstelling) voor het
CV-circuit 1 van uw CV-installatie. De naam HK1 kunt u
wijzigen.
Installateurniveau
In het installateurniveau staan de specifieke parameters
die de installateur kan instellen/wijzigen. Dit bedienings-
niveau is voorbehouden aan de installateur en wordt
daarom beveiligd met een toegangscode.
Instelknop
De instelknoppen zijn knoppen waarmee u door draaien
en drukken menu's of parameters kunt kiezen en waar-
den kunt wijzigen en opslaan.
Kamertemperatuur
De kamertemperatuur is de daadwerkelijk gemeten tem-
peratuur in uw woning.
Legionella
Legionella zijn in het water levende bacteriën die zich
snel kunnen verspreiden en die tot ernstige longaandoe-
ningen kunnen leiden. Zij komen daar voor waar ver-
warmd water zorgt voor optimale omstandigheden voor
de vermeerdering ervan. Kortstondig opwarmen van het
water boven 65 °C doodt legionella.
Menu
Een menu toont u een selectie van parameters die u
kunt veranderen.
Omschakeling zomer/wintertijd
In het basisscherm kan worden vastgelegd of de
omschakeling tussen zomer-/wintertijd automatisch
moet plaatsvinden.
Bij de fabrieksinstelling (toestand bij levering) vindt
geen automatische omschakeling plaats.
Als de thermostaat is uitgerust met de buitenvoeler
VRC DCF, vindt de omschakeling zomer-/wintertijd auto-
matisch plaats. Uitschakelen van de automa-
tische omschakeling is in dit geval niet mogelijk.
In het laatste weekeinde van maart wordt de klok een
uur vooruit gezet: van 2:00 naar 3:00 uur.
In het laatste weekeinde van oktober wordt de klok een
uur achteruit gezet: van 3:00 naar 2:00 uur.
Parameter
Parameters zijn gebruikswaarden van uw CV-installatie.
Deze gebruikswaarden kunt u
instellen, zoals bijv. de
parameter
Verlagingstemp. van 15 °C naar 12 °C wij-
zigen
.
Stooklijn
De aanvoertemperatuur in CV-installaties die afhankelijk
van de buitentemperatuur is berekend, wordt stooklijn
genoemd. De aanvoertemperatuur van het CV-circuit
wordt daarbij warmer, naarmate
de buitentemperatuur
lager wordt
.
Storingsmelding
Een storingsmelding geeft u als gewone tekst aan dat
de thermostaat een storing in de CV-installatie heeft
herkend.
Tijdvenster
Voor de CV, de warmwaterbereiding en de
circulatiepomp kunnen per dag drie tijdvensters
geprogrammeerd worden.
Voorbeeld:
Tijdvenster 1: ma 09.00 - 12.00 uur
Tijdvenster 2: ma 15.00 uur - 18.30 uur
Bij de warmwaterbereiding is voor alle tijdvensters de
gewenste warmwaterwaarde maatgevend.
Bij de circulatiepomp bepalen de tijdvensters de bedri-
jfstijden.
Veiligheidscategorie
Veiligheidscategorie geeft de indeling en markering van
elektrische toestellen aan met betrekking tot de aanwe-
zige veiligheidsmaatregelen voor het voorkomen
van
een elektrische schok.
Verlagingstemp.
De verlagingstemperatuur is de temperatuur waarop uw
CV-toestel de kamertemperatuur buiten de geprogram-
meerde tijdvensters instelt.
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 49
Begrippenlijst
50 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
Vorstbeveiligingsvertraging / CV-vorstbeveiliging
De functie CV-vorstbeveiliging waarborgt in de bedrijfs-
functies Uit, Eco (buiten de tijdvensters) de vorstbevei-
liging in de installatie en geldt voor alle aangesloten CV-
circuits. Om te vermijden dat de installatie bevriest,
wordt de gewenste kamertemperatuur ingesteld op de
ingestelde gewenste verlagingswaarde en de CV-pomp
ingeschakeld, wanneer de buitentemperatuur beneden
een waarde van 3 °C komt. De vorstbeveiligingsfunctie
kan voor een bepaalde tijdsinterval worden onderdrukt
door instellen van een vertragingstijd (instelbereik 0 -
23 h).
Verder wordt de vorstbeveiliging onafhankelijk van de
gemeten buitentemperatuur geactiveerd, wanneer bij
een aangesloten afstandsbediening wordt vastgesteld
dat de gemeten kamertemperatuur lager is dan de inge-
stelde verlagingstemperatuur.
Warmwaterbereiding
Het water in de warmwaterboiler wordt door uw CV-
toestel tot de gekozen gewenste boilertemperatuur ver-
warmd. Als de temperatuur in de warmwaterboiler met
een bepaalde waarde daalt, dan wordt het water weer
tot de gewenste boilertemperatuur verwarmd. Voor de
opwarming van de boilerinhoud kunt u tijdvensters pro-
grammeren.
Weersafhankelijk
De buitentemperatuur wordt door een gescheiden, in de
buitenlucht aangebrachte voeler gemeten en doorgege-
ven aan de thermostaat. Bij lage buitentemperaturen
zorgt de thermostaat zo voor een verhoogd verwar-
mingsvermogen, bij hogere buitentemperaturen voor
verminderd verwarmingsvermogen.
Trefwoordenregister
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00 51
Trefwoordenregister
A
Artikelnummer .................................................................... 3
B
Basisgegevens instellen .................................................. 22
Basisscherm ....................................................................... 15
Bediening ............................................................................ 18
Menu kiezen .................................................................. 18
Menustructuur ............................................................... 13
Parameter kiezen en markeren ............................... 18
Speciale functies oproepen ...................................... 18
Bedieningselementen ....................................................... 12
Overzicht ........................................................................ 12
Bedieningsniveaus ........................................................... 14
Gebruikersniveau ......................................................... 14
Installateurniveau ........................................................ 14
Bedrijfsfuncties ........................................................... 8
, 48
Begrippenlijst .................................................................... 48
Buitenbedrijfstelling ........................................................ 41
C
CV-circuit ........................................................................... 48
D
DCF
Buitenvoeler VRC DCF ................................................. 7
F
Fabrieksinstellingen ........................................................ 47
Functies ................................................................................ 8
1x opwarmen ................................................................... 8
Overzicht ......................................................................... 8
Partyfunctie .................................................................... 8
Vakantieprogramma ..................................................... 8
Vorstbeveiligingsfunctie ......................................... 8
, 11
G
Gebruikersassistentie ....................................................... 12
Gebruikersniveau ............................................................. 14
Gebruik volgens de voorschriften .................................. 4
Gegevensoverdracht ...................................................... 38
Gewenste boilertemperatuur instellen ....................... 32
I
Inbedrijfstelling .................................................................. 17
Installateurniveau ............................................................ 14
Installateurniveau verlaten ...................................... 35
Parameters in het installateurniveau bekijken ... 35
Instellingen .................................................................. 18
, 32
Basisgegevens instellen ............................................. 22
Bedrijfsfunctie instellen ............................................. 19
Dag van de week instellen ....................................... 24
Datum instellen ............................................................ 22
Gewenste boilertemperatuur instellen .................. 32
Gewenste kamertemperatuur instellen ................ 20
In het basisscherm parameters instellen .............. 18
Periode instellen .......................................................... 27
Tijd instellen ................................................................ 24
Tijdprogramma‘s instellen ........................................ 27
Tijdvenster instellen .................................................. 28
Vakantieprogramma instellen ................................. 29
Verlagingstemperatuur en stooklijn instellen ..... 30
L
Legionella .......................................................................... 49
M
Menustructuur .................................................................... 13
Menutypes .......................................................................... 14
N
Namen van de CV-circuits, warmwaterboilers en
circulatiepomp wijzigen .................................................. 32
O
Omschakeling zomer-/wintertijd activeren .............. 26
opwarmen ............................................................................. 8
1x opwarmen activeren .............................................. 37
P
Parameters in het gebruikersniveau 19
, 22, 27, 30, 32
Dag van de week instellen ....................................... 24
Datum instellen ............................................................ 22
Gewenste kamertemperatuur instellen ................ 20
Instelbare parameters in het gebruikersniveau
(overzicht) ..................................................................... 16
Omschakeling zomer-/wintertijd activeren ......... 26
Tijd instellen ................................................................ 24
Tijdprogramma‘s instellen ........................................ 27
Tijdvenster instellen .................................................. 28
Vakantieprogramma instellen ................................. 29
Parameters in het installateurniveau bekijken ........ 35
Partyfunctie ......................................................................... 8
Partyfunctie activeren ............................................... 37
R
Recycling en afvoer ........................................................ 42
Verpakking ................................................................... 42
Trefwoordenregister
52 Gebruiksaanwijzing calorMATIC 630 0020095099_00
S
Spaarfunctie ................................................................. 8
, 36
Speciale functies ................................................. 15
, 36, 37
1x opwarmen ................................................................. 37
Partyfunctie .................................................................. 37
Spaarfunctie ................................................................ 36
Stooklijn .............................................................................. 10
Stooklijn instellen ............................................................ 30
Storingsmeldingen .......................................................... 39
Storingen herkennen en verhelpen ....................... 40
Storingscodes en oorzaken van storingen .......... 39
Symbolen .............................................................................. 3
T
Technische gegevens ..................................................... 46
Thermostaat reinigen en onderhouden ..................... 38
Tijdprogramma‘s instellen ............................................. 27
Tijdvenster ............................................................... 8
, 9, 27
Tips voor energiebesparing ................................... 43
, 44
Toestelbeschrijving ............................................................ 6
Bedrijfsfuncties .............................................................. 8
Opbouw en functie ........................................................ 6
Systeemoverzicht .......................................................... 7
Typeoverzicht ...................................................................... 3
Typeplaatje .......................................................................... 3
V
Vakantieprogramma .......................................................... 8
beëindigen .................................................................... 29
Gewenste temperatuur instellen ............................ 30
instellen ......................................................................... 29
Periodes instellen ....................................................... 30
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen ............. 4
Verhelpen van storingen ............................................... 39
Verlagingstemp. ............................................................... 49
Verlagingstemperatuur instellen ................................ 30
Vorstbeveiligingsfunctie .............................................. 8
, 11
Vorstbeveiliging waarborgen .................................. 38
W
Warmwatertemperatuur ................................................. 32
Weersafhankelijke regeling .............................................. 8
Weersafhankelijke thermostaat ................................... 50
Voor de installateur
Installatiehandleiding
calorMATIC 630
VRC 630
Inhoudsopgave
2 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Inhaltsverzeichnis
1 Aanwijzingen bij de documentatie .................. 4
1.1 Documenten bewaren ..............................................4
1.2 Gebruikte symbolen ..................................................4
1.3 Geldigheid van de handleiding ...............................4
1.4 Typeplaatje ..................................................................4
1.5 CE-markering ..............................................................5
1.6 Toestelbenaming .......................................................5
2 Veiligheidsaanwijzingen/ voorschriften ........ 6
2.1 Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen ....6
2.1.1 Classificatie van de waarschuwingen ...................6
2.1.2 Opbouw van waarschuwingen ................................6
2.2 Gebruik volgens de voorschriften .........................6
2.3 Algemene veiligheidsaanwijzingen .......................6
2.4 Richtlijnen, wetten en normen ...............................7
3 Toestel- en functiebeschrijving ...................... 8
3.1 Opbouw en functie ....................................................8
3.2 Overzicht functies ................................................... 10
3.3 Bedrijfsfuncties ........................................................ 10
3.4 Beschrijving van belangrijke functies ...................11
3.5 Overzicht bedieningselementen .......................... 14
3.6 Gebruikersassistentie ............................................. 14
3.7 Bedieningsniveaus van de thermostaat ............ 18
3.8 Menutypes ................................................................. 18
3.9 Menu's in verschillende bedieningssituaties .... 19
4 Montage ...........................................................20
4.1 Fundamentele stappen voor de installatie....... 20
4.2 Leveringsomvang ................................................... 20
4.3 Toebehoren .............................................................. 20
4.4 Toestel uitpakken .....................................................21
4.5 Leveringsomvang controleren ..............................21
4.6 Verpakking afvoeren ...............................................21
4.7 Eisen aan de installatieplaats in acht nemen ....21
4.8 CV-thermostaat calorMATIC 630 monteren ... 22
4.8.1 Thermostaat met wandbehuizing monteren ... 22
4.8.2 Thermostaat als afstandsbediening
monteren ...................................................................23
4.8.3 DCF-ontvanger met geïntegreerde
buitenvoeler monteren ......................................... 24
4.8.4 Buitenvoeler VRC 693 monteren ....................... 25
5 Elektrische installatie ....................................27
5.1 CV-toestel zonder eBus aansluiten .....................27
5.2 CV-toestel met eBus aansluiten ......................... 28
5.3 Bedrading ................................................................. 29
5.3.1 Een mengcircuit aansluiten als
boileropwarmcircuit ............................................... 29
5.3.2 Bijzonderheden aansluiting circulatiepomp .... 29
5.3.3 Ingangen bij speciale functies ............................. 30
5.3.4 Stekkerbezetting ......................................................31
5.3.5 Bijzonderheden bij aansluiting warmwater-
boiler ...........................................................................32
5.4 DCF-ontvanger aansluiten ..................................... 41
5.5 Toebehoren aansluiten ......................................... 42
5.5.1 Afstandsbedieningen aansluiten ........................ 42
5.5.2 Andere mengcircuits aansluiten ......................... 42
5.6 Meerdere CV-toestellen (cascade)
aansluiten ................................................................. 42
5.6.1 Modulerende warmteopwekkers zonder
eBus aansluiten ....................................................... 43
5.6.2 Meerdere modulerende warmteopwekkers
met eBus aansluiten .............................................. 43
5.6.3 1- en 2-traps warmteopwekkers ..........................44
5.7 Elektrische installatie bij de thermostaat
voltooien ................................................................... 44
6 Inbedrijfstelling ...............................................45
6.1 Thermostaat inschakelen .....................................45
6.2 Automatische eerste inbedrijfstelling ...............46
6.3 Installateurniveau beveiligen tegen toegang
door onbevoegden ................................................. 47
6.4 Gegevensoverdracht ..............................................48
7 Bediening van de thermostaat ......................49
7.1 Basisprincipes van de bediening.........................49
7.1.1 Thermostaat bedienen ..........................................49
7.1.2 Menu kiezen ............................................................. 49
7.1.3 Parameter kiezen en markeren .......................... 49
7.1.4 Parameterwaarden instellen ............................... 49
7.1.5 Speciale functies oproepen ..................................49
7.2 Parameters in het gebruikersniveau
instellen en optimaliseren ....................................50
7.2.1 Bedrijfsfunctie en gewenste kamer-
temperatuur instellen ............................................ 50
7.2.2 Menu 1: Basisgegevens instellen .......................... 51
7.2.3 Menu 3: Tijdvenster instellen .............................. 52
7.2.4 Menu 4: Vakantie programmeren ...................... 53
7.2.5 Menu 5: verlagingstemperatuur, stooklijn
en warmwatertemperatuur (gewenste
boilertemperatuur) instellen ................................ 54
7.2.6 Menu 7: namen wijzigen ........................................ 56
7.2.7 Menu 7: installateurniveau vrijgeven ................ 57
7.3 Parameters in het installateurniveau
instellen en optimaliseren ....................................58
7.3.1 Menu C2: parameters voor CV-circuits
HK1...HK15 instellen ................................................ 59
7.3.2 Menu C3 .................................................................... 62
7.3.3 Menu C4: parameters voor boileropwarm-
circuit instellen ........................................................ 63
7.3.4 Menu C7: parameters voor het totaal-
systeem instellen .................................................... 65
7.3.5 Menu C8: minimale temperatuur instellen ....... 67
7.3.6 Menu C9: speciale functies instellen ................. 69
7.3.6.1 Speciale functie teleSWITCH ............................... 69
7.3.6.2 Speciale functie afwerklaagdroging .................. 70
7.3.7 Menu C11: servicegegevens en toegangscode
instellen ......................................................................72
Inhoudsopgave
3Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7.3.8 Menu C12: temperatuurcorrectie en
displaycontrast instellen ....................................... 74
7.3.9 Menu C15: softwareversies controleren ........... 74
7.4 Parameters in de installatieassistent ................ 75
7.4.1 Menu A1: taal instellen ........................................... 75
7.4.2 Menu A4: CV-toestellen configureren ............... 75
7.4.3 Menu A5: voorrang en cascadeparameters
instellen ..................................................................... 76
7.4.4 Menu A6: gebruikswijze instellen ........................77
7.4.5 Menu A7: actoren en sensoren testen .............. 78
7.5 Installateurniveau verlaten .................................. 79
7.6 Servicefuncties ...................................................... 79
7.6.1 Bedieningsverloop bij servicefuncties ............. 79
7.6.2 Schoorsteenvegerbedrijf ...................................... 79
7.6.3 Handbedrijf ............................................................... 79
7.7 Speciale functies activeren ..................................80
8 Overdracht aan de gebruiker ........................82
9 Verhelpen van storingen ................................83
9.1 Storingsgeheugen .................................................. 83
9.2 Onderhoudsmelding ............................................... 83
9.3 Storingsmeldingen ................................................. 83
9.4 Overzicht storingscodes .......................................84
10 Buitenbedrijfstelling .......................................85
10.1 Thermostaat tijdelijk buiten werking stellen ...85
10.2 Thermostaat buiten werking stellen ..................85
10.3 Thermostaat afvoeren ..........................................86
11 Recycling en afvoer ........................................87
12 Garantie en serviceteam ...............................88
12.1.1 Fabrieksgarantie (Nederland)..............................88
12.1.2 Fabrieksgarantie (België) .....................................88
12.2 Serviceteam .............................................................88
12.2.1 Serviceteam (Nederland) ......................................88
12.2.2 Klantendienst (België) ...........................................88
13 Technische gegevens .....................................89
13.1 Technische gegevens calorMATIC 630 ............. 89
13.2 Voelerwaarden ........................................................ 89
13.3 Fabrieksinstellingen ...............................................90
Conformiteitsverklaring .............................................. 92
Begrippenlijst ...............................................................93
Trefwoordenregister .................................................... 97
1 Aanwijzingen bij de documentatie
De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door de
volledige documentatie.
In combinatie met deze gebruiksaanwijzing zijn nog
andere documenten geldig.
Voor schade die ontstaat door het niet naleven van
deze gebruiksaanwijzingen, kan Vaillant niet aanspra-
kelijk gesteld worden.
Aanvullend geldende documenten
Neem bij de installatie van de calorMATIC 630 abso-
luut goed nota van alle installatiehandleidingen van
onderdelen en componenten van de installatie. Deze
installatiehandleidingen worden meegeleverd met de
betreffende onderdelen van de installatie en aanvul-
lende componenten.
Neem verder goed nota van alle gebruiksaanwijzin-
gen bij de componenten van de installatie.
1.1 Documenten bewaren
U dient deze installatiehandleiding evenals alle aan-
vullend geldende documenten en eventueel beno-
digde hulpmiddelen aan de gebruiker van de installa-
tie te geven. Deze bewaart ze, zodat de handleidingen
en hulpmiddelen indien nodig ter beschikking staan.
1.2 Gebruikte symbolen
Hieronder worden de in de tekst gebruikte symbolen
verklaard.
a
Symbool voor een gevaar:
direct levensgevaar
Gevaar voor ernstig persoonlijk letsel
Gevaar voor licht persoonlijk letsel
e
Symbool voor een gevaar:
Levensgevaar door elektrische schok
b
Symbool voor een gevaar:
Risico van materiële schade
Risico van schade voor het milieu
i
Symbool voor een nuttige aanwijzing en
informatie
> Symbool voor een noodzakelijke hande-
ling
>
>
>
1.3 Geldigheid van de handleiding
Deze installatiehandleiding geldt uitsluitend voor toe-
stellen met de volgende artikelnummers:
Typeaanduiding Art.-nr. Buitenvoeler
calorMATIC 630 0020092435
0020092436
VRC DCF
calorMATIC 630 0020092437
0020092438
0020092439
0020092440
0020092430
VRC 693
Tabel 1.1 Typeoverzicht
Het artikelnummer van het toestel kunt u vinden op het
typeplaatje.
1.4 Typeplaatje
Het typeplaatje is goed zichtbaar op de linkerkant van
de thermostaatsokkel aangebracht.
21092600200285150907011320N4
VRC 630/3
1 2
230V~
3
4 VA
4 5
Afb. 1.1 Typeplaatje
Legenda
1 EAN-code
2 Toestelbenaming
3 Werkspanning
4 Opgenomen vermogen
5 CE-markering
4 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
1 Aanwijzingen bij de documentatie
1.5 CE-markering
Met de CE-markering wordt aangegeven dat de
toestellen conform het typeoverzicht aan de
fundamentele vereisten van de volgende richt-
lijnen van de Raad voldoen:
Richtlijn 2006/95/EG van de Raad met wijzigingen
"Richtlijn inzake elektrisch materiaal bestemd voor
gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen"
(Laagspanningsrichtlijn)
Richtlijn 2004/108/EG van de Raad met wijzigingen
„Richtlijn inzake elektromagnetische compatibiliteit“
De toestellen voldoen aan de volgende normen:
EN 60730-1
EN 60730-2-9
Met de CE-markering bevestigen wij als fabrikant van
het toestel, dat voldaan is aan de veiligheidseisen con-
form § 2, 7e GSGV en dat het in serieproductie vervaar-
digde toestel overeenstemt met het gekeurde type.
1.6 Toestelbenaming
De thermostaat calorMATIC 630 wordt hierna thermo-
staat genoemd.
5Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Aanwijzingen bij de documentatie 1
2 Veiligheidsaanwijzingen/
voorschriften
2.1 Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Neem bij de bediening van de thermostaat goed nota
van de algemene veiligheidsaanwijzingen en de waar-
schuwingen die vóór elke handeling staan vermeld.
2.1.1 Classificatie van de waarschuwingen
De waarschuwingen zijn wat betreft de ernst van hun
gevaar geclassificeerd met waarschuwingssymbolen en
signaalwoorden:
Waarschu-
wings-
symbool
Signaal-
woord
Beschrijving
a
Gevaar!
Direct levensgevaar of
gevaar voor ernstig
persoonlijk letsel
e
Gevaar!
Levensgevaar door elek-
trische schok
a
Waarschu-
wing!
Gevaar voor licht persoon-
lijk letsel
b
Attentie!
Risico van materiële
schade of schade voor het
milieu
Tabel 2.1 Waarschuwingssymbolen en hun betekenis
2.1.2 Opbouw van waarschuwingen
Waarschuwingen herkent u aan een scheidingslijn boven
en onder. Deze zijn volgens het volgende basisprincipe
opgebouwd:
a
Signaalwoord!
Soort en bron van gevaar!
Beschrijving van soort en bron van gevaar
Maatregelen voor afwenden van het
gevaar
>
>
2.2 Gebruik volgens de voorschriften
De thermostaat calorMATIC 630 is gebouwd volgens de
laatste stand van de techniek en de erkende veiligheids-
voorschriften.
Desondanks kunnen door een ondeskundig of niet voor-
geschreven gebruik nadelige gevolgen voor het toestel
of andere materiële zaken ontstaan.
De thermostaat calorMATIC 630 wordt toegepast voor
de weers- en tijdafhankelijke regeling van een CV-instal-
latie met warmwaterbereiding.
Dit toestel is er niet voor bestemd te worden gebruikt
door personen (waaronder kinderen) met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of zonder
ervaring en/of zonder kennis, tenzij deze onder toezicht
staan van een voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon of van deze instructies kregen hoe het toestel
moet worden gebruikt.
Kinderen moeten onder toezicht staan, om ervoor te
zorgen dat zij niet met het toestel spelen.
Een ander of afwijkend gebruik is niet volgens de voor-
schriften. Voor hieruit resulterende schade aanvaardt
de fabrikant/leverancier geen garantie. De gebruiker
draagt hiervoor zelf het risico.
Tot gebruik volgens de voorschriften behoort ook het in
acht nemen van de gebruiksaanwijzing en installatie-
handleiding en alle aanvullend geldende documenten.
2.3 Algemene veiligheidsaanwijzingen
Neem absoluut goed nota van de volgende veiligheid-
saanwijzingen.
Kwalificatie van de installateur
De thermostaat mag alleen door een erkend installateur
worden geïnstalleerd. Die is ook verantwoordelijk voor
de deskundige installatie en inbedrijfstelling.
Thermostaat monteren en instellen
De thermostaat mag alleen door een erkende installa-
teur worden gemonteerd, in werking gesteld en gerepa-
reerd. Daarbij moet de installateur goed nota nemen
van de bestaande voorschriften, regels en richtlijnen.
Gereedschappen gebruiken
Ongeschikt gereedschap en/of ondeskundig gebruik van
gereedschappen kan leiden tot beschadigingen (bijv.
beschadiging van behuizingsdelen of kabels).
Gebruik altijd passende schroevendraaiers, als u
schroefverbindingen moet los- of vastdraaien.
>
>
6 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
2 Veiligheidsaanwijzingen/voorschriften
Bescherming tegen legionella
Ter bescherming tegen infecties met ziektekiemen (legi-
onella) is de thermostaat uitgerust met een functie Legi-
onellabeveiliging.
Stel de functie Legionellabeveiliging bij de installatie
van de thermostaat in.
Verbrandingsgevaar vermijden
Bij de tappunten voor warm water bestaat bij gewenste
temperaturen van meer dan 60 °C gevaar voor verbran-
ding. Kleine kinderen en oudere mensen lopen zelfs bij
lagere temperaturen al risico's.
Kies een geschikte gewenste temperatuur.
Als de functie Legionellabeveiliging geactiveerd is, dan
wordt de warmwaterboiler ten minste één uur lang tot
meer dan 65 °C opgewarmd.
Informeer de gebruiker over het verbrandingsgevaar
bij geactiveerde functie Legionellabeveiliging.
Thermostaat beschermen tegen beschadigingen
Zorg ervoor dat de thermostaat is beschermd tegen
vocht en spatwater.
Defect vermijden
Om defecten te vermijden, let u erop dat
de CV-installatie alleen wordt gebruikt als deze in
technisch correcte staat verkeert
geen veiligheids- en controlevoorzieningen zijn
verwijderd, overbrugd of buiten werking gesteld
storingen en schades die de veiligheid belem-
meren, onmiddellijk worden verholpen
Wijs de gebruiker erop dat
de thermostaat niet mag worden afgedekt door
meubels, gordijnen of andere voorwerpen,
wanneer de thermostaat in de woonkamer is geïn-
stalleerd
alle radiatorkranen in het vertrek waarin de ther-
mostaat gemonteerd is, helemaal opengedraaid
moeten zijn
Schade door bevriezing vermijden
Bij uitval van de stroomvoorziening of bij een te lage
instelling van de kamertemperatuur in afzonderlijke ver-
trekken kan niet worden uitgesloten dat gedeelten van
de CV-installatie door vorst beschadigd worden.
Informeer de gebruiker over de manier waarop hij de
vorstbeveiliging kan waarborgen.
>
>
>
>
>
>
>
2.4 Richtlijnen, wetten en normen
EN 60335–2–21
Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen;
Veiligheid; deel 2: Bijzondere eisen voor warmwaterop-
warmers (boilers)
(IEC 335–2–21: 1989 en supplementen 1; 1990 en 2; 1990,
aangepast)
Eventueel aangesloten telecommunicatie-apparaten
moeten voldoen aan de volgende normen: IEC 62151
resp. EN 41003 en EN 60950-1: 2006 deel 6.3.
Neem voor de elektrische installatie goed nota van de
voorschriften van de VDE (Duitse vereniging voor
elektrotechniek, elektronica en informatietechniek)
en de energiebedrijven.
Gebruik voor de bedrading normale in de handel ver-
krijgbare leidingen.
Minimale doorsnede van de leidingen:
aansluitleiding 230 V, starre leiding
(pompen of menger aansluitkabels): 1,5 mm
2
laagspanningsleidingen
(voeler– of busleidingen): 0,75 mm
2
De volgende maximale lengtes van de leidingen mogen
niet overschreden worden:
voelerleidingen: 50 m
busleidingen: 300 m
Leg aansluitleidingen met 230 V en voeler- of buslei-
dingen vanaf een lengte van 10 m afzonderlijk van
elkaar.
Bevestig de aansluitleidingen met behulp van de
bevestigingsklemmen in de wandbehuizing.
Gebruik de vrije klemmen van de toestellen niet als
steunklemmen voor de verdere bedrading.
Installeer de thermostaat alleen in droge ruimtes.
Voorschriften
Gebruik voor de bedrading algemeen gebruikelijke lei-
dingen.
Minimale doorsnede van de leidingen: 0,75 mm
2
De thermostaat mag alleen in droge ruimtes geïnstal-
leerd worden.
De elektrische installatie dient uitgevoerd te worden
conform de NEN 1010 (Veiligheidsbepalingen voor laag-
spanningsinstallaties).
>
>
>
>
>
>
7Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Veiligheidsaanwijzingen/voorschriften 2
3 Toestel- en functiebeschrijving
3.1 Opbouw en functie
De thermostaat wordt toegepast voor een weersafhan-
kelijke CV-regeling met warmwaterbereiding.
De thermostaat kan de volgende systeemcircuits
regelen :
een warmwaterboiler
max. twee modulerende CV-toestellen zonder eBus
resp. een modulerend CV-toestel met eBus of
alternatief een 2-traps ketel
twee geregelde circuits en
een ongeregeld circuit
VRC DCF
VR 90
VR 60
calorMATIC 630
Afb. 3.1 Systeemoverzicht
Legenda
VR 90 afstandsbediening
VR 60 mengmodule
VRC DCF buitenvoeler
Als de CV-installatie bijv. moet worden uitgebreid met
andere CV-circuits, dan kunnen extra installatie-
componenten in het complexe systeem van de CV-
installatie worden geïntegreerd (¬ afb. 3.1).
Er kunnen maximaal zes andere mengcircuitmodules
(toebehoren) met elk twee mengcircuits aangesloten
worden, om de CV-installatie uit te breiden. Dat wil
zeggen : de thermostaat kan maximaal 15 circuits rege-
len.
8 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
3 Toestel- en functiebeschrijving
Voor een comfortabelere bediening kunnen voor de
eerste 8 CV-circuits afstandsbedieningen worden
aangesloten .
Elk mengcircuit kan naar behoefte omgeschakeld
worden tussen:
CV-circuit (radiatorcircuit, vloercircuit e. d.)
regeling met vaste waarde
retourverhoging
warmwatercircuit (als aanvulling op het geïnte-
greerde warmwatercircuit)
Met behulp van modulerende buskoppelingen
(toebehoren ) kunnen meerdere modulerende Vaillant
CV-toestellen of 1- en 2-traps warmteopwekkers worden
aangesloten.
Het maximale aantal CV-toestellen/warmteopwekkers
dat kan worden aangesloten, is afhankelijk van de
ingebouwde buskoppeling.
Buskoppeling Maximaal aantal CV-toestellen/warmteop-
wekkers dat kan worden aangesloten
VR 30, VR 32 8
VR 31 6
Tabel 3.1 Maximaal aantal CV-toestellen/warmteopwekkers dat
kan worden aangesloten
Met de aansluiting voor telefoon-afstandscontact
(potentiaalvrije contactingang) kan via de telefoon-
afstandsschakelaar
teleSWITCH de bedrijfsfunctie van de thermostaat vanaf
willekeurige locaties per telefoon worden omgeschakeld.
9Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Toestel- en functiebeschrijving 3
3.2 Overzicht functies
De thermostaat biedt de volgende mogelijkheden voor
de regeling van uw CV-installatie en warmwater-
bereiding:
Uit
Uitgeschakelde CV-installatie of warmwaterbereiding
met actieve vorstbeveiliging
1x opwarmen
Maakt het mogelijk om de warmwaterboiler
onafhankelijk van het actuele tijdprogramma op te
warmen
Vakantiefunctie/ vakantieprogramma
Individuele regeling van de kamertemperatuur tijdens
uw afwezigheid;
alleen in de bedrijfsfuncties Auto en Eco
Vorstbeveiligingsfunctie
Beveiliging tegen schade door bevriezing in de bedrijfs-
functies Uit en Eco (buiten de tijdvensters);
CV-toestel moet ingeschakeld blijven
Stooklijn
Basis van de weersafhankelijke regeling; verbetert de
aanpassing van het verwarmingsvermogen aan de
buiten temperaturen
Partyfunctie
Stelt u in staat om de verwarmings- en warmwatertijden
langer dan het volgende uitschakeltijdstip tot aan het
volgende verwarmingsbegin te laten duren
Spaarfunctie
Stelt u in staat de gewenste kamertemperatuur gedu-
rende een instelbare periode te verlagen
Weersafhankelijke regeling
Automatische verandering van de verwarmingswater-
temperatuur (aanvoertemperatuur) afhankelijk van de
buitentemperatuur met behulp van een stooklijn
Tijdvenster
Individueel instelbare geprogrammeerde tijden voor de
CV-installatie, de warmwaterbereiding en de werking
van een circulatiepomp
3.3 Bedrijfsfuncties
Met de instelling van de bedrijfsfunctie legt u vast onder
welke omstandigheden het toegewezen CV-circuit of het
warmwatercircuit wordt geregeld.
CV-circuit
Bedrijfs-
functie
Werking
Auto Volgens een ingesteld tijdprogramma wisselt de
werking van het CV-circuit tussen de bedrijfs-
functies Verwarmen en Verlagen.
Eco Volgens een ingesteld tijdprogramma wisselt de
werking van het CV-circuit tussen de bedrijfs-
functies Verwarmen en Uit.
Als de vorstbeveiligingsfunctie (afhankelijk van de
buitentemperatuur) niet geactiveerd is, dan wordt
het CV-circuit in de minimale-temperatuurtijd uit-
geschakeld.
Buiten de ingestelde tijdvensters is de vorstbevei-
liging actief (¬ hfdst. 3.4).
Verwarmen De CV wordt naar de gewenste kamer-
temperatuur Dag geregeld.
Verlagen Het CV-circuit wordt naar de gewenste kamer-
temperatuur Nacht geregeld.
Uit Als de vorstbeveiligingsfunctie (afhankelijk van de
buitentemperatuur) niet is geactiveerd, dan is het
CV-circuit uit.
Symbool Betekenis
Als achter de bedrijfsfunctie Eco of Auto het
symbool
verschijnt, dan is een tijdvenster
actief. De CV-installatie verwarmt.
Als achter de bedrijfsfunctie het symbool
verschijnt, dan is geen tijdvenster actief.
De CV-installatie bevindt zich in de functie
Verlagen .
Tabel 3.2 Bedrijfsfuncties voor CV-circuits
Circulatiecircuit en warmwatercircuit
Bedrijfs-
functie
Werking
Auto Volgens een ingesteld tijdprogramma wordt de
boilerlading voor de warmwaterboiler of de vrij-
gave voor de circulatiepomp gegeven.
Aan De boilerlading voor de warmwaterboiler is voort-
durend vrijgegeven. Indien nodig wordt de boiler
meteen bijverwarmd. De circulatiepomp is voort-
durend in werking.
Uit De warmwaterboiler wordt niet opgewarmd. De
circulatiepomp is buiten werking.
Uitzondering: Als de temperatuur in de warm-
waterboiler beneden 12 °C daalt, dan wordt de
warmwaterboiler naar 17 °C bijverwarmd (vorst-
beveiliging).
Tabel 3.3 Bedrijfsfuncties voor circulatiecircuit en
warmwa-
tercircuit
i
Als in plaats van de bedrijfsfunctie Vakantie
verschijnt, dan is het vakantieprogramma
actief.
Als het vakantieprogramma actief is, dan kan
de bedrijfsfunctie niet ingesteld worden.
Beëindig daarvoor het vakantieprogramma.>
10 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
3 Toestel- en functiebeschrijving
3.4 Beschrijving van belangrijke functies
Tijdvenster
04:00 16:0008:00 12:00
20:00
15 °
20 °
25 °
Gewenste kamertemperatuur
Tijd
Verlagingstemperatuur
Tijdvenster 1 Tijdvenster 2 Tijdvenster 3
Afb. 3.2 Automatische werking van de CV: voorbeeld voor de
instelling van de gewenste kamertemperaturen op ver-
schillende momenten van een dag
In afb. 3.2 ziet u het fragment uit een tijdprogramma.
Op de horizontale as is de tijd van de dag aangegeven,
op de verticale as de gewenste kamertemperatuur. Het
diagram beschrijft het volgende programmaverloop:
1 Tot 06.00 uur 's morgens geldt voor de vertrekken
een temperatuur van 15 °C (verlagingstempera-
tuur).
2 Om 06.00 uur start het eerste tijdvenster:
vanaf nu geldt een gewenste kamertemperatuur
van 21 °C.
3 Het eerste tijdvenster eindigt om 09.00 uur:
vanaf nu geldt een gewenste kamertemperatuur
van 15 °C.
4 Er volgen nog twee andere tijdvensters met 21 °C.
Hoe de tijdvensters de CV-regeling beïnvloeden, kan
met eenvoudige woorden zo worden verklaard:
Als u uw CV-installatie in de bedrijfsfunctie Auto gebru-
ikt, dan activeert de thermostaat de ingestelde tijdvens-
ters waarin uw CV-installatie de aangesloten vertrekken
verwarmt naar een vastgelegde temperatuur
(¬ gewenste kamertemperatuur). Buiten deze tijdvens-
ters wordt de CV-installatie zo geregeld dat de aan-
gesloten vertrekken afkoelen naar een vastgelegde tem-
peratuur (¬ verlagingstemperatuur). Als de verlaging-
stemperatuur is bereikt, zorgt de thermostaat ervoor
dat de verlagingstemperatuur door de CV-installatie
wordt aangehouden tot de start van het volgende tijd-
venster. Zo wordt verder afkoelen van de woning ver-
hinderd.
11Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Toestel- en functiebeschrijving 3
Informeer de gebruiker over de optimale instelling
van de stooklijn, omdat ook de gemeten buitentempe-
ratuur en de ingestelde stooklijn de CV-regeling beïn-
vloeden.
U heeft twee mogelijkheden om dagen vast te leggen
waarvoor de tijdvensters moeten gelden:
Mogelijkheid 1
U kunt tijdvensters voor afzonderlijke dagen invoeren.
Voorbeeld:
ma 09.00 - 12.00 uur
di 10.00 - 12.00 uur
Mogelijkheid 2
U kunt meerdere dagen samenvoegen tot blokken.
Voorbeeld:
ma-vr 09.00 - 12.00 uur
za-zo 12.00 - 15.00 uur
ma-zo 10.00 - 12.00 uur
Voor beide mogelijkheden kunt u telkens maximaal drie
tijdvensters vastleggen.
De warmwatertemperatuur van een aangesloten warm-
waterboiler kunt u met behulp van de thermostaat op
dezelfde manier regelen: de door u vastgelegde tijdven-
sters leggen vast wanneer het warme water in de door u
gewenste temperatuur beschikbaar is.
Voor de warmwaterbereiding is er echter geen verla-
gingstemperatuur. Aan het einde van een tijdvenster
wordt de warmwaterbereiding uitgeschakeld.
Stooklijn
De verwarmingstemperatuur wordt indirect geregeld via
een stooklijn. De stooklijn geeft de verhouding tussen
buitentemperatuur en aanvoertemperatuur weer.
De aanvoertemperatuur is de temperatuur van het ver-
warmingswater dat het CV-toestel verlaat.
De stooklijn kunt u individueel voor elk CV-circuit instel-
len.
U kunt verschillende stooklijnen kiezen, om de regeling
optimaal aan te passen aan de woning en de
CV-installatie.
> Voorbeeld stooklijn
Aanvoertemperatuur
Buitentemperatuur in °C
in °C
90
80
70
60
50
40
30
20
20 15 10 5 0 -5 -10 -15 -20
1.5
4.0 3.5 3.0 2.5 2.0
Stooklijnen
1.2
1.0
0.6
0.2
Afb. 3.3 Diagram met stooklijnen
Voorbeeld: Als bijv. stooklijn 1.5 is gekozen, is bij een
buitentemperatuur van -15°C een aanvoer-temperatuur
van 75°C nodig.
Aanvoertemperatuur
Buitentemperatuur in °C
in °C
90
80
70
60
50
40
30
15
As a
182022
10 5 0 -5 -10 -15 -20
1.5
Afb. 3.4 Parallelle verschuiving van de stooklijn
Als stooklijn 1.5 gekozen is en de gewenste kamertempe-
ratuur niet op 20°C maar op 22°C ingesteld is, dan ver-
schuift de stooklijn zoals in afb. 3.4 weergegeven. Bij de
45° hellende as a wordt de stooklijn parallel verschoven
overeenkomstig de waarde van de gewenste kamertem-
peratuur. Dat wil zeggen dat bij een buitentemperatuur
van 0 °C de thermostaat zorgt voor een aanvoertempe-
ratuur van 67 °C.
i
De noodzakelijke basisinstelling voor de
stooklijn voert u uit bij de installatie van de
CV-installatie.
12 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
3 Toestel- en functiebeschrijving
Vorstbeveiligingsfunctie
De thermostaat is uitgerust met een vorstbeveiligings-
functie (afhankelijk van de buitentemperatuur). De
vorstbeveiligingsfunctie waarborgt in de bedrijfsfuncties
Uit en Eco (buiten de tijdvensters) de vorstbeveiliging
van de CV-installatie.
Als de bedrijfsfunctie Eco ingesteld is en de vorstbeveili-
gingsfunctie (afhankelijk van de buitentemperatuur) niet
geactiveerd is, dan wordt het CV-circuit in de minimale-
temperatuurtijd uitgeschakeld.
Als de buitentemperatuur beneden een waarde van +3
°C daalt, dan wordt automatisch voor elk CV-circuit de
ingestelde verlagingstemperatuur (Nacht) vastgelegd.
13Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Toestel- en functiebeschrijving 3
3.5 Overzicht bedieningselementen
Alle instellingen die noodzakelijk zijn voor de CV-instal-
latie, voert u op de thermostaat uit.
De thermostaat is uitgerust met een grafisch display.
Weergaven met gewone tekst vereenvoudigen de bedie-
ning.
Basisgegevens
Datum
>Dag instellen
Uur
15:37
30.10.09
Dag
Zomer/Wintertijd
Uit
Vr
1
4
1
2
3
Afb. 3.5 Overzicht bedieningselementen
Legenda
1 Menunummer
2 Rechter instelknop ,
parameter instellen (draaien); parameter markeren (drukken)
3 Linker instelknop
,
menu kiezen (draaien); speciale functie activeren (drukken)
4 Menunaam
3.6 Gebruikersassistentie
Met de beide instelknoppen en kunt u de thermo-
staat bedienen (¬ afb. 3.5) :
Als u op de rechter instelknop
drukt, markeert u een
parameter of slaat u een parameter op.
Als u aan de rechter instelknop
draait, stelt u een
parameter in. Als u aan de linker instelknop draait,
kiest u een menu. Als u op de linker instelknop drukt,
activeert u de speciale functies (¬ hfdst. 7.7).
Een weergave met gewone tekst maakt de bediening
voor u gemakkelijk en markeert menu's en parameters
duidelijk.
14 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
3 Toestel- en functiebeschrijving
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK 1
f
Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco 20 °C
Etage2 Auto 22 °C
Boiler Auto 60°C
VRC 630
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Besparen geactiveerd
tot
f
18:30
VRC 630
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Party geactiveerd
VRC 630
Basisgegevens 1
Datum
f
02 . 12. 09
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd Auto
> Dag instellen
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
eenmaal
boiler geactiveerd
VRC 630
HK1 3
Tijdprogramma
fma-vr
1 6:00 – 22:00
2 7:30 – 23:30
3 7:30 – 23:30
> Dag/blok kiezen
Voor de CV-circuits HK1 ...
HK15 kunt u naargelang
installatieconfiguratie ver-
schillende
parametermenu's oproe-
pen en instellen.
HK3 3
Tijdprogramma
fma-vr
1 6:00 – 22:00
2 7:30 – 23:30
3 7:30 – 23:30
> Dag/blok kiezen
Vakantie programmeren 4
voor totaalsysteem
Tijdvenster
1 f30 . 02 . 09 – 20 . 03 . 09
2 05 . 05 . 09 – 22 . 05 . 09
Gewenste temperatuur 15 °C
> Startdag instellen
Warm water 5
Parameter
Boilertemp. gewenst
f60°C
> Gewenste temp. kiezen
HK1 5
Parameter
Verlagingstemp.
f15°C
Stooklijn 1,2
> Gewenste kamertemp.kiezen
Naam 7
wijzigen
HK1
: f
HK1
HK2 : HK2
HK3 : HK3
> kiezen
Code niveau 8
vrijgeven
Codenummer:
0 0 0 0
> Cijfer instellen
Afb. 3.6 Menustructuur gebruikersniveau
15Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Toestel- en functiebeschrijving 3
Speciale functies
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Schoorsteenvegerfunctie
geactiveerd
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Handbedrijf
geactiveerd
HK1 C2
Parameter
Binnencompensatie
f geen
> Soort kiezen
HK1 C2
Informatie
Aanvoertemp. gewenst 90 °C
Aanvoertemp. actueel 50 °C
Pompstatus AAN
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK 1
f
Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco
20 °C
Etage2 Auto
Boiler Auto
VRC 630
Voor de CV-cir-
cuits HK2 ... HK15
kunt u naargelang
installatieconfigu-
ratie verschillende
parametermenu's
oproepen en
instellen.
HK2 ... HK15 C2
Parameter
Soort: Mengcircuit
Verlagingstemp.
f15°C
Stooklijn 0,90
BT-uitschak.grens 20 °C
> Gewenste kamertemp.kiezen
Code niveau
8
vrijgeven
Codenummer:
0 0 0 0
Standaardcode:
1 0 0 0
> Cijfer instellen
HK2 ... 15 C2
Parameter
Pompblokkeertijd
f0 min
Min. cv temperatuur
15 °C
Max. cv temperatuur
15 °C
Max.vooropwarming 0 min
> Minuten instellen
HK1 C2
Parameter
Soort Brandercircuit
Verlagingstemp.
f15°C
Stooklijn 1,2
BT-uitschak.grens 21 °C
> Gewenste kamertemp.kiezen
HK2 ... 15 C2
Parameter
Binnencompensatie
f geen
Afstandbed. NEE
> Soort kiezen
HK1 C2
Parameter
Min. cv temperatuur
f15°C
Max. cv temperatuur
90 °C
Max.vooropwarming 0 min
> Aanvoertemperatuur kiezen
HK2 ... HK15 C2
Informatie
Aanvoertemp. gewenst 90 °C
Aanvoertemp. actueel 50 °C
Pompstatus AAN
Mengklepstatus Open
Afb. 3.7 Menustructuur installateurniveau
16 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
3 Toestel- en functiebeschrijving
Warm water C3
Informatie
Boilertemp. actueel 56 °C
Boilerpompstatus UIT
Circulatiepomp AAN
Speciale functie C9
teleSWITCH
HK1
: f
Verlagen
HK2 : Verlagen
HK3 : Verlagen
Boiler : Uit
> Uitwerking kiezen
Boileropwarmcircuit C4
Parameter
Opwarmpompnaloop
f5 min
Parallel opwarmen UIT
> Tijdsduur instellen
Speciale functie C9
Afwerklaagdroging
Dag Temp.
HK2
f 0
0 °C
HK3 0 0 °C
> Startdag instellen
Installatieassistent A1
Taalkeuze
Taal
f
NL Nederland
> Taal kiezen
Boileropwarmcircuit C4
Parameter
Legionellabeveilig.
fUIT
Legionella start 4:50
> Dag/blok kiezen
Service C11
Telefoon
f
Service 25 . 11 . 09
Temp.foutherkenning
na UIT
> Nummer instellen
Installatieassistent A4
Systeemconfiguratie
Aantal cv-ketels
f 2
Branderprincipe 1-traps
CV-ketel aan Trap 1-2
> uitkiezen
Totaalsysteem C7
Parameter
Max. vooruitschak.
f
15 min
Vorstbev.vertrag. 1 uur
Continu verwarmen UIT
Temp.verhoging 0 K
> Max. tijdsduur instellen
Code niveau C11
wijzigen
Codenummer:
f 1 2 3 4
Accepteren NEE
> Cijfer instellen
Installatieassistent A5
Systeemconfiguratie
Afsluiter NEE
Scheidingsschakeling NEE
Ketelvolgordeomkeer UIT
> uitkiezen
Warmtebronkeuze C8
Parameter
Ketelschakelverschil
f 8 K
Min. cv temperatuur 15 °C
Startvermogen boiler 1
> Hysterese kiezen
Gereedschap C12
Temp.correctie
Buitentemperatuur
f 0.0 K
Kamertemp. actueel 0.0 K
Displaycontrast 11
> Correctiewaarde kiezen
Installatieassistent A6
Systeemconfiguratie
HK1
f
Brandercircuit
HK2 Mengcircuit
HK3 Mengcircuit
Boiler Boilercircuit
> uitkiezen
Warmtebronkeuze C8
Kaskadeparameter
Inschakelvertrag.
f 5 min
Uitschakelvertrag. 5 min
> Vertragingstijd instellen
Softwareversie C15
I/O-kaart 2 4. 23
Gebruik.interface 1 4. 27
Installatieassistent A7
Component VRC 630
Actoren UIT
Sensoren VF1 60°C
Warmtebronkeuze UIT
> kiezen
Warmtebronkeuze C8
Informatie
Gewenste inst.temp. 90 °C
Verdelertemp. actueel 30 °C
Status cv-bedrijf
Ketelvolg. 7 8
Afb. 3.7 Menustructuur installateurniveau (vervolg)
17Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Toestel- en functiebeschrijving 3
3.7 Bedieningsniveaus van de thermostaat
De thermostaat beschikt over twee bedieningsniveaus:
het gebruikersniveau en het installateurniveau. Elk bedi-
eningsniveau bevat meerdere menu's waarin de bijbeho-
rende parameters weergegeven, ingesteld en gewijzigd
kunnen worden.
i
Het aantal weergegeven menu's is afhankelijk
van de configuratie van de CV-installatie.
Daarom is het mogelijk dat in deze handlei-
ding meer menu's zijn beschreven dan de
thermostaat weergeeft.
Gebruikersniveau
Het gebruikersniveau is het bedieningsniveau voor de
gebruiker en laat de gebruiker de fundamentele para-
meters zien die hij/zij zonder speciale voorkennis en tij-
dens het normale gebruik aan zijn/haar eigen behoeften
kan aanpassen.
Het gebruikersniveau omvat het basisscherm, de menu's
1 ... 7 en de menu's voor de speciale functies
(Spaarfunctie, Partyfunctie, 1x opwarmen).
Installateurniveau
Het installateurniveau is het bedieningsniveau voor de
installateur. In het installateurniveau worden de installa-
tiespecifieke parameters ingesteld waarmee de installa-
teur de CV-installatie configureert en optimaal instelt.
Deze installatiespecifieke parameters mogen alleen door
een installateur ingesteld en gewijzigd worden. Het
installateurniveau is daarom beveiligd met een toegang-
scode. Daardoor worden de installatiespecifieke parame-
ters beveiligd tegen abusievelijk verstellen.
Het installateurniveau omvat de menu's C1 tot C15, de
menu's van de installatieassistent (A1 tot A7) en de
menu's voor servicefuncties (bijv. schoorsteenveger-
functie).
3.8 Menutypes
De thermostaat beschikt over verschillende menutypes:
het basisscherm
een menu van het gebruikersniveau of
een menu van het installateurniveau
(voorbeelden: ¬ hfdst. 3.9).
In het basisscherm kunt u de huidige bedrijfsfunctie eve-
nals de gewenste kamertemperaturen van de afzonder-
lijke CV-circuits zien en instellen.
De menu's van het gebruikersniveau zijn rechtsboven
voorzien van een nummer (bijv. 1). Met dit nummer
kunt u de menu's gemakkelijker vinden.
In de menu's van het gebruikersniveau kunt u helemaal
naar de individuele behoeften van de gebruiker bijv. de
kamertemperatuur, tijdvensters, verlagingstempera-
turen en stooklijnen instellen.
De menu's van het installateurniveau zijn rechtsboven
voorzien van een letter en een nummer (bijv. C2). In de
menu's van het installateurniveau kunt u de installa-
tiespecifieke parameters alleen bekijken (¬ hfdst. 7.3).
18 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
3 Toestel- en functiebeschrijving
3.9 Menu's in verschillende bedieningssituaties
In het gebruikersniveau:
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1
f
Auto 20 °C
HK2 Auto
20 °C
HK3 Auto 20 °C
HK4 Eco 22 °C
VRC 630
d
Voorbeeld: Basisscherm
Het basisscherm toont de huidige bedrijfsfunctie evenals
de gewenste kamertemperatuur voor elk CV-circuit en
maakt het mogelijk om de bedrijfsfunctie van elk CV-cir-
cuit snel te wijzigen. Als er meer dan twee CV-circuits zijn
aangesloten, dan worden deze na elkaar weergegeven
wanneer u aan de rechter instelknop
draait.
In het bovenste displaybereik worden altijd de basisgege-
vens Dag, Datum, Tijd en Buitentemperatuur weergege-
ven. Als een storing optreedt, wordt deze in de tweede
regel als gewone tekst weergegeven. In hfdst. 7.2.1 wordt
uitgelegd hoe u de basisgegevens instelt.
In het basisscherm kunnen ook speciale bedrijfsfuncties
en servicefuncties worden opgeroepen.
De pijl
d rechtsonder geeft aan dat andere modules op
de thermostaat zijn aangesloten.
Als u de bedrijfsfunctie en temperatuur van deze modules
wilt controleren of instellen, dan draait u aan de rechter
instelknop om de volgende displayregels te bereiken.
Basisgegevens
1
Datum
f
02 . 12 . 09
Dag Wo
Uur
14 : 08
Zomer/Wintertijd
Uit
> Dag instellen
Voorbeeld: menu 1
In de menu's ( 1 tot
7) voert u alle relevante instel-
lingen van de CV-installatie op gebruikersniveau uit.
In het bovenste bereik worden de menunaam en het
menunummer (in het voorbeeld 1) weergegeven. De
nummering vergemakkelijkt het vinden van afzonderlijke
menu's tijdens de programmering.
wo 02.12.09 15:37 - 15 °C
Besparen geactiveerd
tot
f
18:30
VRC 630
Voorbeeld: Speciale functies
Speciale functies wijzigen tijdelijk de bedrijfsfunctie van
het CV-circuit en worden automatisch beëindigd.
Speciale functies kunt u alleen vanuit het basisscherm
oproepen.
In het installateurniveau:
HK1 C2
Parameter
Soort brandercircuit
Verlagingstemp.
f
15 °C
Stooklijn 1,20
BT-uitschak.grens 20°C
> Gewenste kamertemp.kiezen
Voorbeeld: menu C2
De menu's C1 tot C15 zijn het instelbereik voor de instal-
latiespecifieke parameters, die alleen de installateur kan
instellen.
Deze menu's zijn aangeduid met C en een nummer
rechtsboven in het display.
U kunt de menu's van het installateurniveau oproepen, de
parameters bekijken, maar niet wijzigen.
Tabel 3.4 Menutypes
De instelbare parameters hebben een grijze achter-
grond.
19Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Toestel- en functiebeschrijving 3
4 Montage
De thermostaat kan direct in de wandbehuizing of als
afstandsbediening met de wandsokkel VR 55 (toebeho-
ren) op een wand worden aangebracht.
De thermostaat wordt met een van de volgende buiten-
voelers geleverd:
VRC 693: wordt via een 2-aderige kabel op de ther-
mostaat aangesloten
VRC DCF: wordt via een 3-aderige kabel op de thermo-
staat aangesloten
4.1 Fundamentele stappen voor de installatie
1. Voorbereiding:
installatiehandleiding lezen
leveringsomvang controleren
2. Toestelinstallatie:
wandbehuizing en centrale thermostaat monteren
buitenvoeler (VRC DCF of VRC 693) monteren
elektrische installatie uitvoeren
3. Inbedrijfstelling:
basisinstellingen bij de centrale thermostaat uitvo-
eren
installatiespecifieke instellingen uitvoeren
4. Overdracht aan de gebruiker
Hierbij nog enkele opmerkingen:
Met de thermostaat kunnen CV-installaties met verschil-
lende componenten worden geregeld.
Om de regeling aan te passen aan de plaatselijke
omstandigheden, moet u de elektrische installatie uitvo-
eren overeenkomstig de in het systeem noodzakelijke
componenten. Meer informatie over de elektrische
installatie vindt u in hoofdstuk 5.
4.2 Leveringsomvang
De thermostaat wordt in een set geleverd.
Aantal Onderdeel
1 Thermostaat calorMATIC 630 met wandbehuizing
4 Standaardvoeler VR 10
1 Buitenvoeler VRC DCF of VRC 693 afhankelijk van lan-
dvariant (¬ tabel 1.1)
1 Pakketje schroeven/pluggen
2 Pakketje bevestigingsklemmen
Tabel 4.1 Leveringsomvang van de set calorMATIC 630
Controleer aan de hand van tabel 4.1 de leveringsom-
vang van de thermostaatset.
>
4.3 Toebehoren
De volgende toebehoren kunt u gebruiken voor uitbrei-
ding van het busmodulaire regelsysteem:
Wandsokkel VR 55
In het toebehorenprogramma is een wandsokkel ver-
krijgbaar waarmee het bedieningspaneel als afstandsbe-
diening, dus onafhankelijk van de installatieplaats van
de centrale wandbehuizing, met de ProE-klemstroken
kan worden gebruikt. De communicatie geschiedt via de
eBus. Er wordt ook een kap als toebehoren meegele-
verd, die in plaats van het bedieningspaneel in de cen-
trale wandbehuizing kan worden gestoken.
Mengmodule VR 60
Met de mengmodule is een uitbreiding van de CV-instal-
latie met twee mengcircuits mogelijk. Er kunnen maxi-
maal 6 mengmodules aangesloten worden.
Op de VR 60 wordt met behulp van een draaischakelaar
een uniek busadres ingesteld. De instelling van de
verwarmingsprogramma's evenals van alle noodzake-
lijke parameters geschiedt via de centrale thermostaat
m.b.v. eBus. Alle voor het CV-circuit specifieke aanslui-
tingen (voelers, pompen) geschieden direct op de meng-
module via ProE-stekkers.
Buskoppeling modulerend VR 30
De buskoppeling modulerend maakt de communicatie
van de centrale thermostaat met meerdere Vaillant CV-
toestellen mogelijk. Als meer dan twee CV-toestellen in
cascade moeten worden geschakeld, dan is per CV-toe-
stel een buskoppeling nodig die de verbinding tussen
eBus en CV-toestel (Western-bus) tot stand brengt. Er
kunnen maximaal 8 VR 30 worden aangesloten.
De buskoppeling wordt direct in de schakelkast van het
CV-toestel ingebouwd, de communicatie met de thermo-
staat geschiedt via de eBus. Op de VR 30 wordt met
behulp van een draaischakelaar een uniek busadres
ingesteld. Alle andere instellingen worden uitgevoerd op
de centrale thermostaat.
Buskoppeling schakelend VR 31
De buskoppeling VR 31 maakt de communicatie tussen
de centrale thermostaat calorMATIC 630 en een schake-
lende warmtebron mogelijk. Bij deze combinatie
geschiedt de communicatie tussen thermostaat en CV-
toestel altijd via de eBus. Bij opbouw van een cascade is
voor elke warmtebron een aparte buskoppeling nodig.
Er kunnen maximaal 6 buskoppelingen worden aan-
gesloten.
Buskoppeling modulerend VR 32
De buskoppeling modulerend VR 32 maakt de communi-
catie van de centrale thermostaat met meerdere Vail-
lant CV-toestellen met eBus mogelijk. Als meerdere CV-
toestellen in cascade moeten worden aangesloten, dan
is vanaf het 2e CV-toestel een buskoppeling nodig die
de verbinding tussen eBus en CV-toestel (Western–bus)
tot stand brengt.
20 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
4 Montage
U kunt maximaal VR 32 aansluiten.
De buskoppeling wordt direct in de schakelkast van het
CV-toestel ingebouwd, de communicatie met de thermo-
staat geschiedt via de eBus. Op de VR 32 stelt u met
behulp van een draaischakelaar een uniek busadres in.
Alle andere instellingen voert u uit op de centrale ther-
mostaat.
Afstandsbediening VR 90
Voor de eerste acht CV-circuits (HK1 ... HK8) kan een
individuele afstandsbediening worden aangesloten. Het
maakt de instelling van de bedrijfsfunctie en van de
gewenste kamertemperatuur mogelijk en houdt eventu-
eel met behulp van de ingebouwde kamervoeler reke-
ning met de kamertemperatuur.
Het is eveneens mogelijk om de parameters voor het bij-
behorende CV-circuit (tijdprogramma, stooklijn enz.) in
te stellen en om speciale functies (party enz.) te kiezen.
Daarnaast kunnen gegevens over het CV-circuit en
onderhouds- of storingsindicaties van het CV-toestel
worden opgevraagd. De communicatie met de CV-ther-
mostaat geschiedt via de eBus.
Standaardvoeler VR 10
Afb. 4.1 Standaardvoeler VR 10
Naargelang installatieconfiguratie zijn extra voelers als
aanvoer-, retour-, collector- of boilervoeler nodig. Daar-
voor is in het Vaillant toebehorenprogramma een stan-
daardvoeler verkrijgbaar. De standaardvoeler VR 10 is
zodanig uitgevoerd dat deze naar keuze als dompelvoe-
ler, bijv. als boilervoeler in een boilervoelerbuis of als
aanvoervoeler in een open verdeler, kan worden gebru-
ikt. Met behulp van de meegeleverde spanband kan de
standaardvoeler VR 10 ook als contactvoeler aan de ver-
warmingsbuis in de aanvoer- of retourleiding worden
bevestigd. Om een goede warmte-overdracht te waar-
borgen, is de voeler aan één kant afgevlakt. Bovendien
adviseren wij de buis met voeler te isoleren, om de best
mogelijke temperatuurregistratie te waarborgen.
Telefoon-afstandsschakelaar teleSWITCH
De telefoon-afstandsschakelaar teleSWITCH (art.-nr.
300679) wordt aangesloten op de telefoonlijn. Via de
telefoon-afstandsschakelaar is het mogelijk om de
bedrijfsfunctie van afzonderlijke CV-circuits of van het
boilercircuit vanaf willekeurige plekken om te schakelen.
4.4 Toestel uitpakken
Verwijder voorzichtig de verpakking, zonder daarbij
toesteldelen te beschadigen.
4.5 Leveringsomvang controleren
Controleer of de levering compleet is
(¬ tabel 4.1).
4.6 Verpakking afvoeren
Het afvoeren van de transportverpakking hoort bij de
installatie van de thermostaat.
Voer de transportverpakking volgens de voor-
schriften af.
4.7 Eisen aan de installatieplaats in acht nemen
Thermostaat
Installeer de thermostaat alleen in droge ruimtes.
Als u de thermostaat op een wand monteert, plaats
deze dan zodanig dat een correcte registratie van de
kamertemperatuur gewaarborgd is; bijv. op een bin-
nenmuur van de woonkamer op een hoogte van ca.
1,5 m.
Als de binnencompensatie geactiveerd is, informeer
dan de gebruiker dat in de kamer waarin de thermo-
staat is aangebracht, alle radiatorkranen volledig
geopend moeten zijn.
Buitenvoeler
Let erop dat de installatieplaats:
niet te windstil is, maar ook niet teveel is blootge-
steld aan trek
niet direct door de zon wordt bestraald
zich op een noord- of noordwest-gevel bevindt
Let erop dat tussen de buitenvoeler en openingen in
de buitenmuur waaruit voortdurend of af en toe
warme lucht stroomt, minimaal 1 m afstand is.
Zorg ervoor dat de buitenvoeler bij gebouwen tot drie
verdiepingen op 2/3 van de gevelhoogte wordt
gemonteerd en bij gebouwen met meer dan drie ver-
diepingen tussen de 2e en 3e verdieping wordt
gemonteerd.
>
>
>
>
>
>
>
>
>
21Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Montage 4
4.8 CV-thermostaat calorMATIC 630 monteren
4.8.1 Thermostaat met wandbehuizing monteren
Tot de leveringsomvang behoren de thermostaat en de
wandbehuizing met de elektrische aansluitstroken. De
aansluitstroken zijn uitgevoerd in systeem-ProE-tech-
niek. Alle aansluitingen op de montageplek moet u uit-
voeren bij de aansluitstroken.
e
Gevaar!
Levensgevaar door spanningvoerende aans-
luitingen!
De netschakelaar schakelt de stroomtoevoer
niet helemaal uit.
Schakel de stroomtoevoer uit, voordat u
begint met werkzaamheden aan het toe-
stel.
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
2
1
Afb. 4.2 Wandbehuizing openen
Legenda
1 Schroef
2 Behuizingsdeksel
Het behuizingsdeksel bestaat uit één deel.
Draai de schroef (1) op de bovenkant van de behui-
zing los.
Klap het behuizingsdeksel (2) omlaag. Haak het behu-
izingsdeksel los en verwijder dit.
>
>
>
>
3
6
5
3
4
Afb. 4.3 Montage van de wandbehuizing
Legenda
3 Bevestigingsgat
4 Kabelopening
5 Bevestigingsklemmen
6 Kabeldoorvoer
b
Attentie!
Gevaar voor kortsluiting!
Als de kabels niet correct in de stekker wer-
den bevestigd, dan bestaat het risico van kor-
tsluitingen op de printplaat wanneer deze
over een grotere afstand zijn gestript.
Strip leidingen die 230 V voeren, voor
aansluiting op de ProE-stekker maximaal
over een lengte van 30 mm.
Let op een correcte bedrading.
Teken alle drie bevestigingsgaten (3) af en boor de
gaten.
Kies de pluggen overeenkomstig de toestand van de
wand en schroef de wandbehuizing vast.
Monteer vervolgens de buitenvoeler en voer daarna
de elektrische installatie uit (¬ hfdst.5).
>
>
>
>
>
22 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
4 Montage
4.8.2 Thermostaat als afstandsbediening monteren
Als u de thermostaat als afstandsbediening met binnen-
compensatie op de wand wilt monteren, neem dan goed
nota van het volgende:
Noodzakelijk toebehoren:
U heeft de wandsokkel VR 55 (toebehoren, niet bij de
levering inbegrepen) nodig. Bij de wandsokkel VR 55
wordt ook een afdekking voor de wandbehuizing gele-
verd.
Installatieplaats:
De gunstigste installatieplaats is meestal op een
binnenmuur in de huiskamer op een hoogte van
ca. 1,5 m.
Breng de thermostaat zodanig aan dat deze de circu-
lerende lucht in de kamer – niet gehinderd door meu-
bels, gordijnen of andere voorwerpen – kan
detecteren.
Kies de installatieplaats zodanig dat noch trek van
deuren of ramen noch warmtebronnen zoals radia-
toren, open haard, TV-toestel of zonnestralen de
thermostaat direct kunnen beïnvloeden.
i
In de kamer waarin de thermostaat is aange-
bracht, moeten alle radiatorkranen helemaal
opengedraaid zijn, wanneer de binnencom-
pensatie geactiveerd is. Wijs de gebruiker
hierop.
e
Gevaar!
Levensgevaar door spanningvoerende aans-
luitingen!
De netschakelaar schakelt de stroomtoevoer
niet helemaal uit.
Schakel de stroomtoevoer uit, voordat u
begint met werkzaamheden aan het toe-
stel.
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
Het is praktisch om de elektrische leidingen naar het
CV-toestel al vóór het aanbrengen van de ther-
mostaat te leggen.
>
>
>
>
>
3
1
4
2
Afb. 4.4 Montage als afstandsbediening
Legenda
1 Thermostaat
2 Opname-openingen
3 Kabeldoorvoer
4 Bevestigingsgaten
Schakel de stroomtoevoer uit.
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw inschake-
len.
Open de wandbehuizing met behulp van een schroe-
vendraaier.
Verwijder het behuizingsdeksel.
Pak de thermostaat weg.
Breng twee bevestigingsgaten (3) met een diameter
van 6 mm aan voor de wandsokkel VR 55
(¬ afb. 4.4).
Plaats de bijgeleverde pluggen in de geboorde gaten.
Leid de aansluitkabel door de kabeldoorvoer (3).
Bevestig de wandsokkel met de beide meegeleverde
schroeven aan de wand.
Sluit de aansluitkabel aan (¬ afb. 4.3).
Plaats de thermostaat zodanig op de wandsokkel dat
de pennen aan de achterkant van het bovendeel in de
opname-openingen (2) passen.
Druk de thermostaat (1) op de wandsokkel totdat
deze vastklikt.
Breng de meegeleverde afdekking in de wandbehui-
zing aan.
Monteer de afdekking.
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
23Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Montage 4
4.8.3 DCF-ontvanger met geïntegreerde
buitenvoeler monteren
b
Attentie!
Gevaar voor materiële schade door ondes-
kundige montage!
Ondeskundige montage kan leiden tot schade
aan het toestel en/of aan de muur van het
gebouw, bijv. door vocht.
Volg de instructies voor de kabeldoorvoer
en let op de correcte inbouwpositie van de
buitenvoeler.
Boor de wanddoorvoer met een kleine aflo-
pende hoek naar buiten.
Leg de aansluitkabel met een druppellus.
Let op de dichtheid van de DCF-ontvanger.
De DCF-ontvanger met geïntegreerde buitenvoeler mag
alleen door een erkende installateur geopend en overe-
enkomstig de afbeeldingen geïnstalleerd worden.
Hierbij moeten de bestaande veiligheidsvoorschriften en
de installatiehandleidingen van het CV-toestel en van de
CV-thermostaat in acht genomen worden.
2/3
1/3
>1 m
>2 m
>2 m
N, NW
Afb. 4.5 Installatieplaats van DCF-ontvanger
Neem goed nota van de eisen aan de installatieplaats
(¬ hfdst. 4.6)
>
>
>
>
>
2
4
5
3
2
1
3
Afb. 4.6 Inbouwpositie van de DCF-ontvanger
Legenda
1 Bevestigingsopeningen
2 Wartelmoer voor kabeldoorvoer
3 3-aderige aansluitkabel met druppellus
4 Wandsokkel
5 Deksel van de behuizing
Plan noodzakelijke gaten voor bevestigingen en
kabeldoorvoeren zorgvuldig, voordat u gaten in de
muur boort.
Markeer een geschikte plaats op de muur. Houd daar-
bij rekening met de kabeldoorvoer voor de buitenvoe-
ler.
Leg op de montageplaats de aansluitkabel (3) onder
een kleine aflopende hoek naar buiten en met een
druppellus.
Neem het deksel van de behuizing (5) van de buiten-
voeler.
Boor twee gaten met een diameter van 6 mm overe-
enkomstig de bevestigingsopeningen (1).
Plaats de bijgeleverde pluggen in de geboorde gaten.
Bevestig de wandsokkel (4) met twee schroeven aan
de muur. De kabeldoorvoer moet naar beneden wij-
zen.
>
>
>
>
>
>
>
24 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
4 Montage
~ 40 mm
4,5 - 10 mm
Afb. 4.7 Aansluiting van de kabel van de DCF-ontvanger
Draai de wartelmoer (2) iets los en schuif de aansluit-
kabel van onderaf door de kabeldoorvoer.
De elektrische installatie geschiedt zoals beschreven
in hfdst. 5.4.
Draai de wartelmoer (2) weer vast. De afdichting in
de kabeldoorvoer past zich aan de diameter van de
gebruikte kabel aan (kabeldiameter: 4,5 mm tot 10
mm).
Plaats de afdichting tussen wandsokkel en deksel van
de behuizing.
Druk het deksel van de behuizing op de wandsokkel
totdat dit vastklikt.
De synchronisatietijd bedraagt gewoonlijk ca. 5 minuten
en kan afhankelijk van plaatselijke en bouwkundige
omstandigheden evenals het weer max. 20 minuten
duren.
>
>
>
>
>
4.8.4 Buitenvoeler VRC 693 monteren
Dit toestel mag alleen door een erkende installateur
geopend en volgens de afbeeldingen geïnstalleerd wor-
den. Hierbij moeten de bestaande veiligheidsvoor-
schriften en de installatiehandleidingen van het CV-toe-
stel en van de CV-thermostaat in acht genomen worden.
b
Attentie!
Materiële schade door ondeskundige mon-
tage!
Ondeskundige montage kan leiden tot schade
aan het toestel en/of aan de muur van het
gebouw, bijv. door vocht.
Volg de instructies voor de kabeldoorvoer
en let op de correcte inbouwpositie van de
buitenvoeler.
Boor de wanddoorvoer met een kleine aflo-
pende hoek naar buiten.
Leg de aansluitkabel met een druppellus.
Let op de dichtheid van de buitenvoeler.
2/3
1/3
>1 m
N, NW
Afb. 4.8 Installatieplaats van buitentemperatuurvoeler
VRC 693
Naargelang de toegankelijkheid van de installatieplaats
kan voor een montage op of in de wand (opbouw of
inbouw) gekozen worden.
>
>
>
>
25Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Montage 4
5
4
2
3
2
1
3
Afb. 4.9 Montage van de buitenvoeler VRC 693
Legenda
1 Bevestigingsopeningen
2 Wartelmoer voor kabeldoorvoer
3 2-aderige aansluitkabel met druppellus
4 Behuizing
5 Deksel van de behuizing
Plan noodzakelijke gaten voor bevestigingen en
kabeldoorvoeren zorgvuldig, voordat u gaten in de
muur boort.
Neem goed nota van de eisen aan de installatieplaats
(¬ hfdst. 4.7)
Neem het deksel van de behuizing (5) van de buiten-
voeler.
Markeer een geschikte plaats op de muur. Houd daar-
bij rekening met de kabeldoorvoer voor de buitenvoe-
ler.
Boor twee gaten met een diameter van 6 mm overe-
enkomstig de bevestigingsopeningen (1).
Plaats de bijgeleverde pluggen in de geboorde gaten.
Leg op de montageplaats de aansluitkabel (3) onder
een kleine aflopende hoek naar buiten en met een
druppellus.
Bevestig de behuizing (4) met 2 schroeven via de
bevestigingsgaten (1) aan de muur.
Let op de montageplaats de aansluitkabels (3) met
min. 2 x 0,75 mm2.
Trek de aansluitkabels van onderaf door de kabeldoo-
rvoer (2) naar binnen.
Zorg met een passende kabelgeleiding en een zorg-
vuldige manier van werken voor de waterdichtheid
van de buitenvoeler en het gebouw.
De elektrische installatie geschiedt zoals beschreven
in hfdst. 5.4.
Zorg ervoor dat de behuizingsafdichting correct in
het deksel van de behuizing (5) bevestigd is.
Druk het deksel (5) op de behuizing (4).
Bevestig het deksel van de behuizing (5) met de mee-
geleverde schroeven op de behuizing (4).
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
26 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
4 Montage
5 Elektrische installatie
i
De elektrische installatie mag alleen worden
uitgevoerd door een erkend installateur die
verantwoordelijk is voor de naleving van de
bestaande normen en richtlijnen.
Met name wijzen wij op het VDE voorschrift
0100 en de voorschriften van het betreffende
energiebedrijf.
e
Gevaar!
Levensgevaar door spanningvoerende aans-
luitingen!
Bij werkzaamheden in de schakelkast van het
CV-toestel bestaat levensgevaar door een
elektrische schok.
De netschakelaar schakelt de stroomtoevoer
niet helemaal uit.
Ook bij uitgeschakelde aan/uit-schakelaar
staat er nog spanning op de netaansluitklem-
men L en N!
Schakel de stroomtoevoer uit, voordat u
begint met werkzaamheden aan het toe-
stel.
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
b
Attentie!
Materiële schade door kortsluiting!
Leidingen die netspanning (230 V) voeren,
mogen voor aansluiting op de ProE-stekker
over een afstand van maximaal 30 mm wor-
den gestript. Worden deze over een grotere
afstand gestript, dan bestaat het risico van
kortsluitingen op de printplaat, wanneer de
kabels abusievelijk niet correct in de stekker
werden bevestigd
Strip de leidingen voor aansluiting op de
ProE-stekker maximaal 30 mm.
Let op een correcte bedrading.
i
De nominale spanning van het net moet
230 V bedragen. Bij netspanningen boven
253 V en beneden 190 V zijn functiebelemme-
ringen mogelijk.
Het toestel moet worden aangesloten op een
vast gelegde aansluitleiding en een schei-
dingsinrichting met een contactopening van
ten minste 3 mm
(bijv. zekeringen, contactverbrekers).
Neem goed nota van de dienovereenkomstige voor-
schriften.
>
>
>
>
>
5.1 CV-toestel zonder eBus aansluiten
b
Attentie!
Defect door verkeerde bedrading!
Als meer dan twee CV-toestellen zonder eBus
aangesloten worden, dan moeten alle CV-toe-
stellen via de buskoppeling VR 30 aangeslo-
ten worden.
De klemmen 7/8/9 worden niet aangestuurd.
Sluit alle CV-toestellen via een buskoppe-
ling VR 30 aan.
Open de schakelkast van het CV-toestel/van de ketel
overeenkomstig de installatiehandleiding.
Afb. 5.1 CV-toestel aansluiten
Voer de aansluitbedrading van het CV-toestel uit met
de verbindingsleiding (min. 3x0,75 mm
2
) (¬ afb. 5.1 ).
Sluit de nettoevoerleiding van het CV-toestel met een
netkabel in de wandbehuizing aan.
i
De calorMATIC 630 heeft een netschakelaar
waarmee de interne elektronica evenals alle
aangesloten actoren (pompen, mengkleppen)
voor test- of onderhoudsdoeleinden kunnen
worden uitgeschakeld.
Als binnen het systeem de maximale totaalstroom van
6,3 A of de maximale contactbelasting van 2 A wordt
overschreden, dan moet(en) de verbruiker(s) via een
beveiliging worden geschakeld.
>
>
>
>
27Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Elektrische installatie 5
5.2 CV-toestel met eBus aansluiten
Open de schakelkast van het CV-toestel overeenkom-
stig de installatiehandleiding.
Afb. 5.2 Aansluiting van het CV-toestel
b
Attentie!
Defect door verkeerde bedrading!
Bij CV-toestellen met eBus moet de eBus-
aansluiting worden gebruikt, omdat het sys-
teem anders niet functioneert.
Gebruik de klemmen 7/8/9 niet parallel
met de eBus.
Sluit bij cascades alle andere CV-toestellen met eBus
via een VR 32 aan.
Stel bij de buskoppeling VR 32 het desbetreffende
toestelnummer op de adresschakelaar in.
Voorbeeld: „2“ voor het 2e CV-toestel,
„3“ voor het 3e CV-toestel enz.
b
Attentie!
Defect door verkeerde poolaansluiting!
Een verkeerde poolaansluiting verhindert de
communicatie via de eBus en kan leiden tot
kortsluiting.
De thermostaat kan de CV-installatie niet
meer regelen.
Let op de correcte poolaansluiting.
Voer de aansluitbedrading van het CV-toestel overe-
enkomstig afb. 5.2 uit.
De eBus–leiding (ten minste 2x 0,75 mm
2
) moet op de
montageplaats beschikbaar zijn.
>
>
>
>
>
>
i
De thermostaat heeft een netschakelaar
waarmee de interne elektronica evenals alle
aangesloten actoren (pompen, mengkleppen)
voor test- of onderhoudsdoeleinden kunnen
worden uitgeschakeld.
Als binnen het systeem de maximale totaalstroom van
6,3 A of de maximale contactbelasting van 2 A wordt
overschreden, dan moet(en) de verbruiker(s) via een
beveiliging worden geschakeld.
Externe toestellen of toestellen (maximaal zes is moge-
lijk) die trapsgewijs worden aangestuurd, kunnen elk via
een buskoppeling VR 31 aangesloten worden.
28 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
5 Elektrische installatie
5.3 Bedrading
De thermostaat herkent de voelers automatisch. De aan-
gesloten warmteopwekkers worden automatisch gecon-
figureerd.
Aangesloten CV-circuits moet u overeenkomstig de
installatiecombinatie handmatig configureren.
Voer de aansluitbedrading van de componenten ove-
reenkomstig het bijbehorende bedradingsschema uit.
i
Mogelijk comfortverlies.
Het is mogelijk dat de gewenste kamertempe-
ratuur niet wordt bereikt.
Sluit de voeler VF1 voor detectie van de gemeen-
schappelijke aanvoertemperatuur aan.
Sluit bij cascade-installaties altijd de voeler VF1 aan.
5.3.1 Een mengcircuit aansluiten als
boileropwarmcircuit
2
3
1
Afb. 5.3 Een mengcircuit aansluiten als boileropwarmcircuit
Legenda
1 Boilerlaadpomp
2 Circulatiepomp
3 Boilervoeler
Elk mengcircuit in het systeem kan als alternatief als
boileropwarmcircuit worden gebruikt.
Voer de aansluitbedrading volgens afb. 5.3 uit.
>
>
>
>
5.3.2 Bijzonderheden aansluiting circulatiepomp
De thermostaat beschikt over een aparte aansluiting
voor een circulatiepomp. Deze circulatiepomp is toege-
wezen aan het niet omgeconfigureerde boileropwarm-
circuit. Voor deze circulatiepomp kan een tijdpro-
gramma worden gebruikt dat door het boileropwarm-
programma onafhankelijk kan worden ingesteld.
Als een circulatiepomp in een als boileropwarmcircuit
omgeconfigureerd mengcircuit wordt aangesloten, dan
heeft de circulatiepomp altijd hetzelfde tijdprogramma
als het omgeconfigureerde mengcircuit.
Boileropwarmcircuits en aangesloten circulatiepompen
hebben altijd dezelfde bedrijfsfunctie. Dat wil zeggen, de
bedrijfsfunctie die voor het boileropwarmcircuit wordt
ingesteld, geldt in het algemeen ook voor de circulatie-
pomp.
In combinatie met een VIH-RL moeten de VIH-RL-aans-
luitklemmen van de circulatiepomp worden gebruikt,
omdat de VIH-RL verantwoordelijk is voor de complete
warmwaterfuncties.
29Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Elektrische installatie 5
5.3.3 Ingangen bij speciale functies
De thermostaat beschikt over speciale ingangen
(¬ afb. 4.4) die indien nodig voor speciale functies kun-
nen worden gebruikt.
Ingang circulatiepomp 1xZP
U kunt op de ingang 1xZP een potentiaalvrije toets
aansluiten.
Als de toets kort wordt bediend, dan wordt de circulatie-
pomp gedurende een vaste tijdsduur van 5 minuten
gestart, onafhankelijk van het ingestelde tijdprogramma.
Ingang TEL
Op deze ingang kunt u een potentiaalvrij contact (scha-
kelaar) aansluiten.
Als de schakelaar wordt bediend, dan wordt, afhankelijk
van de instelling in het menu C9, de bedrijfsfunctie van
de aangesloten CV-circuits, warmwaterboilercircuits en
de circulatiepomp gewijzigd.
Als u op deze ingang teleSWITCH (toebehoren) aansluit,
dan kan, afhankelijk van de instelling in het menu C9,
via het telefoonnet vanaf afstand de bedrijfsfunctie van
de aangesloten CV-circuits, warmwaterboilercircuits en
de circulatiepomp worden gewijzigd.
30 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
5 Elektrische installatie
5.3.4 Stekkerbezetting
Netaansluiting 230 V~
uitgang
Netaansluiting 230 V~
ingang
Boilerlaadpomp/
Omschakelklep Aanvoervoeler verdelertemperatuur
Aanvoervoeler CV-circuit 2
Aanvoervoeler CV-circuit 3
Circulatiepomp
Pomp brandercircuit
Temperatuurvoeler
(alleen bij scheidingsschakeling met
schakelende CV-toestellen)
Mengklep CV-circuit 2 Boilervoeler
Pomp CV-circuit 2
Mengklep CV-circuit 3
Schakelcontact
circulatiecircuit
Aansluiting telefoon-afstandscontact
teleSWITCH
Aansluiting eBus
Pomp CV-circuit 3
Buitenvoeler VRC DCF
Aansluiting schakelende
ketel trap 1 Vrijgave boilerlading
(alleen bij vervanging MF-TEC)
Aansluiting schakelende
ketel trap 2 Aansluiting modulerend
CV-toestel 1
Omschakelklep
Aansluiting modulerend
CV-toestel 2
Afb. 5.4 Stekkerbezetting
31Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Elektrische installatie 5
5.3.5 Bijzonderheden bij aansluiting
warmwaterboiler
Voorbeeld 1
Als een warmwaterboiler direct op het CV-toestel is aan-
gesloten, let dan op het volgende:
In de installatieassistent menu A5 moet:
– bij een CV-toestel de parameter Voorrang of
– bij een cascade de parameter Scheidingsschakeling
altijd op Ja worden gezet. Alleen zo kan een correct
functioneren gewaarborgd worden.
Dat is niet van toepassing voor extra omgeconfi-
gureerde warmwatercircuits die na de open verdeler zijn
geïntegreerd.
Uitrusting van de CV-installatie:
1 warmteopwekker
(bijv. gaswandketel, aansluiting via eBus)
1 warmwaterboiler
1 ongeregeld CV-circuit
(brandercircuit, regeling via afstandsbediening)
2 geregelde CV-circuits
(2 vloerverwarmingscircuits, regeling via afstandsbe-
dieningen)
32 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
5 Elektrische installatie
WW KW
VF1
HK1-P HK2-P HK3-P
HK2 HK3
VF2 VF3
SP
ZIR
Afb. 5.5 Wandketel met VRC 630
Legenda
WW warmwaterboiler
ZIR circulatiepomp
SP boilervoeler
KW koud water
VF 1 aanvoervoeler 1
VF 2 aanvoervoeler 2
VF 3 aanvoervoeler 3
HK 1-P CV-pomp 1
HK 2-P CV-pomp 2
HK 3-P CV-pomp 3
HK 2 menger
HK 3 menger
i
Let op principetekening!
Dit installatieschema bevat niet alle afsluit-
en veiligheidsvoorzieningen die nodig zijn
voor een deskundige montage. Een installa-
tiespecifieke planning is noodzakelijk !
33Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Elektrische installatie 5
Voorbeeld 2
Als de warmwaterboiler achter de open verdeler
geïnstalleerd is, dan moet u de parameter Scheidings-
schakeling in de installatieassistent menu A5 op Nee
zetten.
Trek bij CV-toestellen met ingebouwde driewegklep
voor de warmwaterbereiding de stekker naar de
driewegklep af.
WW
KW
VF1
HK1-P HK2-P HK3-P
LP/UV1
HK2 HK3
HKa-P
HKa
HKb-P
HKb
VF2
VR 32
2
BUS BUS BUS BUS
222
VR 32 VR 32
VR 60
VF3 VFa VFb
SP
ZIR
Afb. 5.6 Wandketels met VRC 630 VIH achter open verdeler
>
Uitrusting van de CV-installatie:
- 4 warmteopwekkers
(bijv. 4 gaswandketels, aansluiting via eBus)
- 1 warmwaterboiler
(aangesloten achter open verdeler)
- 1 ongeregeld CV-circuit
(brandercircuit, regeling via afstandsbediening)
- 4 geregelde CV-circuits (4 vloerverwarmings-
circuits, regeling via afstandsbedieningen)
34 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
5 Elektrische installatie
Legenda
VR 32 buskoppeling VR 32
VR 60 mengmodule VR 60
BUS eBus
WW warmwaterboiler
ZIR circulatiepomp
SP boilervoeler
KW koud water
VF 1 aanvoertemperatuurvoeler
VF 2 aanvoertemperatuurvoeler CV-circuit 2
VF 3 aanvoertemperatuurvoeler CV-circuit 3
VFa aanvoertemperatuurvoeler mengcircuit a
VFb aanvoertemperatuurvoeler mengcircuit b
HK 1-P pomp brandercircuit
HK 2-P pomp CV-circuit 2
HK 3-P pomp CV-circuit 3
HKa-P CV-pomp mengcircuit
HKb-P CV-pomp mengcircuit
HK 2 menger CV-circuit 2
HK 3 menger CV-circuit 3
HK a menger mengcircuit a
HK b menger mengcircuit b
LP/UV1 boilerlaadpomp/omschakelklep
i
Let op principetekening!
Dit installatieschema bevat niet alle afsluit-
en veiligheidsvoorzieningen die nodig zijn
voor een deskundige montage. Een installa-
tiespecifieke planning is noodzakelijk !
U kunt het eerste CV-toestel direct met de eBus van de
thermostaat verbinden. Let daarbij op de poolaanslui-
ting!
Vanaf het tweede CV-toestel is een buskoppeling nodig.
230V~
NL 9
RT 24V= BUS Anl.-
Therm.
87 + -5
RT 230V~
43
12
Afb. 5.7 E-box voor de aansluiting van de buskoppeling VR 32
Legenda
1 eBus-interface naar buskoppeling VR 32
2 eBus (alleen gebruiken voor het eerste CV-toestel zonder VR
32)
Neem goed nota van de handleiding van de buskop-
peling VR 32.
>
35Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Elektrische installatie 5
Voorbeeld 3
Uitrusting van de CV-installatie:
- 1 warmteopwekker (bijv. 2 vloerketels icoVIT,
aansluiting via eBus)
- 1 warmwaterboiler
- 1 ongeregeld CV-circuit (brandercircuit, regeling via
afstandsbediening)
- 2 geregelde CV-circuits (2 radiatorcircuits, regeling
via afstandsbedieningen)
WW
KW
VF1
HK1-P HK2-P HK3-P
LP/UV1
HK2 HK3
VF2 VF3
SP
ZIR
Afb. 5.8 calorMATIC 630 met 1 vloerketel
36 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
5 Elektrische installatie
Legenda
WW warmwaterboiler
ZIR circulatiepomp
SP boilervoeler
KW koud water
VF 1 aanvoertemperatuurvoeler
VF 2 aanvoertemperatuurvoeler CV-circuit 2
VF 3 aanvoertemperatuurvoeler CV-circuit 3
HK 1-P pomp brandercircuit
HK 2-P pomp CV-circuit 2
HK 3-P pomp CV-circuit 3
HK 2 menger CV-circuit 2
HK 3 menger CV-circuit 3
LP/UV1 boilerlaadpomp/omschakelklep
i
Let op principetekening!
Dit installatieschema bevat niet alle afsluit-
en veiligheidsvoorzieningen die nodig zijn
voor een deskundige montage. Een installa-
tiespecifieke planning is noodzakelijk !
37Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Elektrische installatie 5
Voorbeeld 4
Uitrusting van de CV-installatie:
- 1 warmteopwekker
(bijv. 1 vloerketel ecoCRAFT)
- 1 warmwaterboiler
- 1 ongeregeld CV-circuit (brandercircuit, regeling via
afstandsbediening)
- 1 geregeld CV-circuit (1 radiatorcircuit, regeling via
afstandsbediening)
WW
KW
VF1
HK1-P HK2-P HK3-P
LP/UV1
HK2 HK3
VF2 VF3
SP
ZIR
Afb. 5.9 calorMATIC 630 met een ecoCRAFT
38 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
5 Elektrische installatie
Legenda
WW warmwaterboiler
ZIR circulatiepomp
SP boilervoeler
KW koud water
VF 1 aanvoertemperatuurvoeler
VF 2 aanvoertemperatuurvoeler CV-circuit 2
VF 3 aanvoertemperatuurvoeler CV-circuit 3
HK 1-P pomp brandercircuit
HK 2-P pomp CV-circuit 2
HK 3-P pomp CV-circuit 3
HK 2 menger CV-circuit 2
HK 3 menger CV-circuit 3
LP/UV1 boilerlaadpomp/omschakelklep
i
Let op principetekening!
Dit installatieschema bevat niet alle afsluit-
en veiligheidsvoorzieningen die nodig zijn
voor een deskundige montage. Een installa-
tiespecifieke planning is noodzakelijk !
39Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Elektrische installatie 5
Voorbeeld 5
Uitrusting van de CV-installatie:
- 2 warmteopwekkers (bijv. ecoCRAFT)
- 1 mengcircuitmodule VR 60
- 1 warmwaterboiler
- 1 ongeregeld CV-circuit (brandercircuit, regeling via
afstandsbediening)
- 2 geregelde CV-circuits (1 vloerverwarmingscircuit,
1 radiatorcircuit, regeling via afstandsbedieningen)
WW
KW
VF1
HK1-P HK2-P HK3-P
LP/UV1
HK2 HK3
HKa-P
HKa
HKb-P
HKb
VF2
BUS BUS
22
VR 32
VR 60
VF3 VFa VFb
SP
5
ZIR
Afb. 5.10 calorMATIC 630 met twee ecoCRAFT
40 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
5 Elektrische installatie
Legenda
VR 32 buskoppeling VR 32
VR 60 mengmodule VR 60
BUS eBus
WW warmwaterboiler
ZIR circulatiepomp
SP boilervoeler
KW koud water
VF 1 aanvoertemperatuurvoeler
VF 2 aanvoertemperatuurvoeler CV-circuit 2
VF 3 aanvoertemperatuurvoeler CV-circuit 3
VFa aanvoertemperatuurvoeler mengcircuit a
VFb aanvoertemperatuurvoeler mengcircuit b
HK 1-P pomp brandercircuit
HK 2-P pomp CV-circuit 2
HK 3-P pomp CV-circuit 3
HKa-P CV-pomp mengcircuit
HKb-P CV-pomp mengcircuit
HK 2 menger CV-circuit 2
HK 3 menger CV-circuit 3
HK a menger mengcircuit a
HK b menger mengcircuit b
LP/UV1 boilerlaadpomp/omschakelklep
i
Let op principetekening!
Dit installatieschema bevat niet alle afsluit-
en veiligheidsvoorzieningen die nodig zijn
voor een deskundige montage. Een installa-
tiespecifieke planning is noodzakelijk !
5.4 DCF-ontvanger aansluiten
b
Attentie!
Defect door ondeskundige
installatie!
Een op het CV-toestel aangesloten buitenvoe-
ler wordt genegeerd.
Sluit de buitenvoeler op de thermostaat
aan.
Afb. 5.11 DCF-ontvanger aansluiten
links: met meegeleverde buitenvoeler (VRC DCF),
rechts: speciale oplossing met buitenvoeler VRC 693
Als op de installatieplaats van de buitenvoeler geen
radiosignaal kan worden ontvangen, dan is een oplos-
sing met de buitenvoeler VRC 693 noodzakelijk.
Sluit de buitenvoeler op de thermostaat aan.
Bedraad de DCF-ontvanger overeenkomstig afb. 5.11.
Als u de buitenvoeler VRC DCF heeft gemonteerd, let
dan op het volgende:
De synchronisatietijd voor de draadloze ontvangst
bedraagt gewoonlijk ca. 5 minuten en kan afhanke-
lijk van plaatselijke en bouwkundige omstandighe-
den evenals het weer max. 20 minuten duren.
>
>
>
41Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Elektrische installatie 5
5.5 Toebehoren aansluiten
De volgende toebehoren kunnen aangesloten worden:
maximaal acht afstandsbedieningen voor de regeling
van eerste 8 CV-circuits
maximaal 6 mengmodules voor de uitbreiding van de
installatie met twaalf installatiecircuits (in de fabriek
ingesteld als mengcircuits)
5.5.1 Afstandsbedieningen aansluiten
De afstandsbedieningen communiceren via de eBus met
de CV-thermostaat. De aansluiting geschiedt op een wil-
lekeurige interface in het systeem. Er moet alleen voor
worden gezorgd dat de businterfaces uiteindelijk een
verbinding met de centrale thermostaat hebben.
Het Vaillant systeem is zodanig opgebouwd dat u de
eBus van component naar component (¬ afb. 5.8) kunt
leiden. Daarbij is verwisselen van de leidingen mogelijk,
zonder dat dit resulteert in belemmeringen in de com-
municatie.
eBUS
Afb. 5.12 Afstandsbedieningen aansluiten
Alle aansluitstekkers zijn zo uitgevoerd dat u ten minste
2 x 0,75 mm
2
bedrading per aansluitklem kunt verbin-
den. Er wordt daarom aangeraden 2 x 0,75 mm
2
als
eBus-leiding te gebruiken.
5.5.2 Andere mengcircuits aansluiten
eBUS
Afb. 5.13 Andere mengcircuits aansluiten
Ook de communicatie van de mengmodules geschiedt
alleen via de eBus. De systeemopbouw is weergegeven
in afb. 5.13.
Neem bij de installatie dezelfde procedure als bij de
aansluiting van afstandsbedieningen in acht.
5.6 Meerdere CV-toestellen (cascade) aansluiten
Het regelsysteem maakt het mogelijk om maximaal:
8 CV-toestellen via buskoppeling VR 30 of VR 32
of
6 CV-toestellen via buskoppeling VR 31
binnen het systeem in cascade aan te sluiten.
>
42 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
5 Elektrische installatie
5.6.1 Modulerende warmteopwekkers zonder eBus
aansluiten
Afb. 5.14 Cascade van twee CV-toestellen aansluiten
Als drie of meer CV-toestellen moeten worden aangeslo-
ten, dan is de toepassing van modulerende buskoppelin-
gen VR 30 noodzakelijk.
Sluit een cascade van twee CV-toestellen direct op de
wandbehuizing aan (¬ afb. 5.14).
eBUS
VR 30
Afb. 5.15 Cascade van meer dan 2 CV-toestellen aansluiten
>
Als meer dan 2 CV-toestellen in cascade moeten worden
geschakeld, dan is voor elk CV-toestel een modulerende
buskoppeling VR 30 (toebehoren) nodig.
Bouw de buskoppeling (volgens de handleiding bij de
buskoppeling) direct in het CV-toestel in.
5.6.2 Meerdere modulerende warmteopwekkers met
eBus aansluiten
eBUS
VR
32
Afb. 5.16 Cascade van meer dan twee CV-toestellen aansluiten
Sluit het eerste CV-toestel direct via eBus aan.
Let op de correcte poolaansluiting.
Gebruik vanaf het tweede CV-toestel met eBus tel-
kens een modulerende buskoppeling VR 32 voor de
aansluiting.
i
De buskoppelingen VR 31, VR 32 en VR 30
kunnen niet door elkaar worden gebruikt.
Gebruik doorlopend ofwel de buskoppeling VR 31 of
VR 32 of VR 30.
Let erop dat de klemmen 7/8/9 op de thermostaat
niet worden bezet.
>
>
>
>
>
43Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Elektrische installatie 5
5.6.3 1- en 2-traps warmteopwekkers
Als meer dan één 1- of 2-traps warmteopwekkers wor-
den aangesloten, dan moeten schakelende buskoppelin-
gen VR 31 worden gebruikt. Voor elk aan te sluiten toe-
stel is een buskoppeling nodig.
Bouw de buskoppeling in de ketelschakellijst in.
Als dat niet mogelijk is:
Installeer wandopbouwdoos.
De wandopbouwdoos moet op de montageplaats
beschikbaar zijn.
Monteer de buskoppeling in de wandopbouwdoos.
Er kunnen maximaal zes VR 31 modules worden gebru-
ikt.
5.7 Elektrische installatie bij de thermostaat
voltooien
Leg leidingen die laagspanning voeren
(bijv. voelerleidingen) achter de wandbehuizing door
de bovenste kabeldoorvoer (¬ afb. 4.3, (6)).
Leg leidingen die netspanning (230 V) voeren door de
onderste kabelopening (¬ afb. 4.3, (4)).
Beveilig alle leidingen met de meegeleverde bevesti-
gingsklemmen (¬ afb. 4.3, (5)).
Monteer het behuizingsdeksel
(¬ afb. 4.2, (2)).
Sluit de thermostaat op de stroomvoorziening aan.
>
>
>
>
>
>
>
>
44 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
5 Elektrische installatie
6 Inbedrijfstelling
i
Neem voor de inbedrijfstelling goed nota van
de handleidingen van de CV-toestellen.
Let er bij de inbedrijfstelling op dat de thermostaat
als eerste een automatische systeemconfiguratie uit-
voert. Alle aangesloten installatiecomponenten eve-
nals warmteopwekkers worden achtereenvolgens
aangesproken en automatisch herkend.
Voorbereidende stappen
Om ervoor te zorgen dat de thermostaat alle aangeslo-
ten installatiecomponenten en warmteopwekkers kan
herkennen en een volledige systeemconfiguratie kan
uitvoeren, moet u de volgende stappen uitvoeren:
Stel de warmteopwekker(s) evenals alle systeemcom-
ponenten (bijv. mengmodules VR 60) in werking.
Geldt niet in combinatie met atmoVIT, atmoCRAFT,
iroVIT, ecoVIT:
Zet bij CV-toestellen met ingebouwde pomp de
opwarmpompnaloop op de maximale waarde door het
diagnosepunt d.1 op het CV-toestel op
“ te zetten.
Geldt alleen voor cascade-installaties en niet in com-
binatie met atmoVIT, atmoCRAFT, iroVIT, ecoVIT:
Stel de maximale branderwachttijd in door het dia-
gnosepunt d.2 op het CV-toestel op 5 minuten te zet-
ten.
Als het diagnosepunt d.14 aanwezig is (afhankelijk
van de CV-toestelvariant):
Kies in het diagnosepunt d.14 op het CV-toestel een
ongeregelde pompkarakteristiek die overeenkomt
met de CV-installatie.
>
>
>
>
>
6.1 Thermostaat inschakelen
b
Attentie!
Materiële schade door bevriezing!
De vorstbeveiligingsfunctie is alleen actief,
wanneer de thermostaat ingeschakeld is.
Schakel de thermostaat nooit uit bij bevrie-
zingsgevaar.
Zet de aan/uit-schakelaar van de thermo-
staat in stand „I”.
i
Als de buitenvoeler van de CV-installatie geen
DCF-signaal kan ontvangen, dan moet u na
het inschakelen van de thermostaat de tijd en
datum handmatig instellen.
Let erop dat de basisgegevens juist ingesteld zijn,
zodat de ingestelde tijdprogramma's en het vakantie-
programma correct werken en de volgende onder-
houdsdatum in de gaten kan worden gehouden.
calor
1
Afb. 6.1 Thermostaat in–/uitschakelen
Legenda
1 Tuimelschakelaar
Druk op de tuimelschakelaar (1), om de thermostaat
in of uit te schakelen.
>
>
>
>
45Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Inbedrijfstelling 6
6.2 Automatische eerste inbedrijfstelling
Als de thermostaat wordt ingeschakeld, dan start auto-
matisch de installatieassistent, analyseert de systeem-
configuratie en verschijnt het menu A1 voor de taal-
keuze (¬ hfdst. 7.4.1).
Controleer en wijzig eventueel de taalinstelling in het
menu A1 (¬ hfdst. 7.4.1).
Configuratie van de CV-installatie
Controleer en wijzig eventueel de systeemconfigura-
tie in het menu A4 (¬ hfdst. 7.4.2).
Aantal en type van CV-toestellen instellen
(¬ hfdst. 7.4.2)
Installatieassistent A4
Systeemconfiguratie
Aantal cv-ketels
f
1
Branderprincipe modul
Cv-ketel aan 7-8-9
> uitkiezen
Instelbare
Parameter
Opmerking Instelbereik
Aantal cv-ketels (alleen wanneer geen
buskoppeling werd
herkend)
1 of 2
Branderprincipe (alleen indien VR 31
herkend)
1-traps of 2-traps
Cv-ketel aan Trap 1-2 of 7, 8, 9
Tabel 6.1 CV-toestelconfiguratie
Draai aan de linker instelknop ,
tot het menu A4
verschijnt.
Als de automatische systeemconfiguratie de aan-
gesloten warmteopwekkers en het aantal trappen bij
een cascade-installatie niet automatisch herkent, dan
stelt u de parameters handmatig in.
>
>
>
>
Voorrang instellen
Controleer en wijzig eventueel de systeemconfigura-
tie in het menu A5 (¬ hfdst. 7.4.3).
Installatieassistent A5
Systeemconfiguratie
Voorrang
f
NEE
> uitkiezen
Draai aan de linker instelknop
,
tot het menu A5
verschijnt.
Voer alle noodzakelijke instellingen uit.
Gebruiksfunctie van de CV-circuits vastleggen
(¬ hfdst. 7.4.4)
Controleer en wijzig eventueel de gebruiksfunctie van
de CV-circuits in het menu A6 (¬ hfdst. 7.4.4).
Installatieassistent A6
Systeemconfiguratie
HK1
f
Brandercircuit
HK2 Mengcircuit
HK3 Mengcircuit
Boiler
Boileropwarmcir-
cuit
> uitkiezen
Instelbare
Parameter
Opmerking Instelbereik
HK1 brandercircuit, gedeac-
tiveerd
HK1 wordt herkend
door de automa-
tische systeemcon-
figuratie,
instelling kan wor-
den gewijzigd
brandercircuit of meng-
circuit/vaste waarde/
retourverhoging/boi-
leropwarmcircuit/
gedeactiveerd
Boiler boileropwarmcircuit,
gedeactiveerd
Tabel 6.2 Gebruiksfunctie
Draai aan de linker instelknop , tot het menu A6
verschijnt.
Deactiveer alle circuits die niet worden gebruikt.
Stel voor de aangesloten CV-circuits de circuitfunctie
in.
Afhankelijk van deze instelling per CV-circuit worden in
alle menu's alleen nog de waarden en parameters weer-
gegeven die van belang zijn voor de gekozen circuit-
functie.
>
>
>
>
>
>
>
46 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
6 Inbedrijfstelling
Controleer in het menu A7 (¬ hfdst. 7.4.4) of alle
actoren en sensoren juist aangesloten zijn en correct
werken.
Installatieassistent A7
Component
f VRC 630
Actoren UIT
Sensoren VF1 60°C
Warmtebronkeuze UIT
> kiezen
Draai aan de linker instelknop ,
tot het menu A7
verschijnt.
Kies onder Component achtereenvolgens alle aan-
gesloten modules die een actor-/sensor test toestaan.
Onder Actoren stuurt u de actoren direct aan. U
kunt bijv.:
een mengklep in de richting OPEN laten lopen en
controleren of de mengklep op de goede manier
aangesloten is of
een pomp aansturen en controleren of de pomp
aanspringt.
Alleen de aangestuurde actor is actief, alle andere
actoren zijn gedurende deze tijd „uitgeschakeld“.
Onder Sensoren leest u de meetwaarde van afzon-
derlijke componenten uit en controleert of de sen-
sor de verwachte waarde (temperatuur, druk,
doorstroming ...) levert.
Onder Warmtebronkeuze stelt u de afzonderlijke CV-
toestellen in de cascade in werking en controleert of
de bedrading van de componenten functioneert.
Als alle CV-circuits en boilers volledig aanwezig zijn
en hiervoor de juiste parameters ingesteld zijn, dan
bevestigt u in het menu A8 de parameter Installatie
gereed? met Ja.
i
Het menu A8 verschijnt alleen bij de eerste
inbedrijfstelling.
Als andere instellingen voor de systeemconfiguraties
noodzakelijk zijn, dan doet u het volgende:
Draai aan de linker instelknop , tot het menu
8
verschijnt.
Voer in het menu 8 de toegangscode in, om het
installateurniveau vrij te schakelen.
>
>
>
>
>
>
>
Als u nu andere parameters wilt controleren, instellen of
optimaliseren, let dan op het volgende:
Informatie over bedieningselementen, bedieningscon-
cept, menutypes enz. vindt u in hoofdstuk 3.
Welke parameters u in het gebruikersniveau kunt
instellen en optimaliseren is beschreven in hoofdstuk
7.1. Een overzicht van deze parameters vindt u in de
bijlage (¬ tabel 13.5).
Welke parameters u in het installateurniveau kunt
instellen en optimaliseren is beschreven in hoofdstuk
7.3. Een overzicht van deze parameters vindt u in de
bijlage (¬ tabel 13.4).
6.3 Installateurniveau beveiligen tegen toegang
door onbevoegden
b
Attentie!
Materiële schade door ondeskundige
veranderingen!
Verkeerd ingestelde parameters kunnen lei-
den tot materiële schade aan de CV-installa-
tie.
Alleen erkende installateurs mogen de para-
meters in het installateurniveau instellen.
Stel na de eerste installatie een toegangs-
code in die het installateurniveau beveiligt
tegen vrijgave door onbevoegden.
Code niveau
8
vrijgeven
Codenummer:
0 0 0 0
Standaardcode:
1 0 0 0
> Cijfer instellen
Het menu 8 sluit het gebruikersniveau af.
i
Als de standaardcode wordt weergegeven,
dan kan de gebruiker na invoer van de stan-
daardcode 1000 het installateurniveau vrijge-
ven en de installatiespecifieke parameters
wijzigen.
Stel na de eerste installatie in het menu C11 een
nieuwe toegangscode in zodat de standaardcode niet
meer actief is.
Noteer de nieuwe toegangscode, voordat u deze ops-
laat.
Als de toegangscode in het menu C11 werd opgeslagen,
dan wordt de standaardcode in het menu 8 niet meer
weergegeven. Het installateurniveau is permanent
beveiligd tegen toegang door onbevoegden.
>
>
>
47Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Inbedrijfstelling 6
48 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
6 Inbedrijfstelling
6.4 Gegevensoverdracht
Er vindt alleen een gegevensoverdracht plaats, wanneer
de CV-installatie is uitgerust met de buitenvoeler VRC
DCF
(¬ tabel 1.1, artikelnr. ).
Naargelang plaatselijke omstandigheden kan het tot 15
minuten duren voordat alle gegevens (buitentempera-
tuur, DCF, toestelstatus enz.) geactualiseerd zijn.
49Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
7 Bediening van de thermostaat
7.1 Basisprincipes van de bediening
7.1.1 Thermostaat bedienen
Met de beide instelknoppen
en kunt u de thermo-
staat bedienen:
Als u aan de instelknoppen (¬ afb. 3.5, pos. 2, 3) draait,
dan klikken deze voelbaar vast in de volgende positie.
Met een klikstand gaat u in het menu afhankelijk van de
draairichting een positie vooruit of achteruit. In het inst-
elbereik van de parameters wordt de waarde (afhanke-
lijk van de stappengrootte, het waardebereik en de
draairichting) verhoogd of verlaagd.
Over het algemeen zijn de volgende bedieningsstappen
noodzakelijk voor de menu's
1 tot 7:
menu kiezen (¬ hfdst. 7.1.2)
parameter kiezen en markeren (¬ hfdst. 7.1.3)
parameter instellen en opslaan (¬ hfdst. 7.1.4)
Aangezien speciale functies alleen vanuit het basis-
scherm kunnen worden opgeroepen,
is er een speciaal
bedieningsverloop
(¬ hfdst. 7.7).
7.1.2 Menu kiezen
Een overzicht van alle menu's vindt u in afb. 3.6 en 3.7.
Alle menu's zijn lineair gerangschikt en worden in deze
volgorde beschreven.
i
Het basisscherm is de standaardweergave
van de thermostaat. Op de thermostaat ver-
schijnt automatisch na een periode zonder
bediening (min. 15 minuten) het basisscherm.
Draai aan de linker in-
stelknop tot het gewenste
menu verschijnt.
>
7.1.3 Parameter kiezen en markeren
Draai aan de rechter instelknop
tot de cursor
op de parame-
ter staat die u wilt wijzigen.
>
Druk op de rechter instelknop
.
De parameter is gemarkeerd en
kan ingesteld worden.
>
7.1.4 Parameterwaarden instellen
i
U kunt alleen een gemarkeerde parameter
instellen (¬ hfdst. 7.1.3).
Draai aan de rechter instelknop
om de waarde van de geko-
zen parameter te wijzigen.
>
Druk op de rechter instelknop
om de gewijzigde waarde op te
slaan.
>
Hoe u bepaalde parameters instelt, is beschreven vanaf
hoofdstuk 7.2 (¬ hfdst. 7.2 tot 7.4).
7.1.5 Speciale functies oproepen
Aangezien speciale functies alleen vanuit het basis-
scherm kunnen worden opgeroepen, is er een speciaal
bedieningsverloop (¬ hfdst. 7.7).
50 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
7.2 Parameters in het gebruikersniveau instellen
en optimaliseren
7.2.1 Bedrijfsfunctie en gewenste
kamertemperatuur instellen
a
Gevaar!
Verbrandingsgevaar door heet water!
Bij de tappunten voor warm water bestaat bij
temperaturen van meer dan 60 °C gevaar
voor verbranding. Kleine kinderen en oudere
mensen lopen zelfs bij lagere temperaturen al
risico's.
Kies de temperatuur zo, dat niemand in
gevaar wordt gebracht.
Het basisscherm is de standaardweergave van de ther-
mostaat. Na een periode zonder bediening verschijnt op
het display automatisch weer het basisscherm. In het
basisscherm kunt u de bedrijfsfuncties en de gewenste
kamertemperatuur individueel instellen.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Kamertemperatuur 22 °C
HK1
f
Verwarmen 22 °C
HK2 Eco
20 °C
HK3 Auto 22 °C
Boiler Auto 60°C
VRC 630
De basisgegevens dag van de week, datum, tijd kunt u in
het menu 1 instellen. De buitentemperatuur wordt
door de buitenvoeler gemeten en overgebracht naar de
thermostaat. Als de binnencompensatie geactiveerd is,
dan wordt de gemeten kamertemperatuur in de tweede
displayregel weergegeven.
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieks-
instelling
HK1, HK2, HK3 Bedrijfsfunctie voor de CV-circuits (¬ hfdst. 3.3).
g
eeft Vakantie aan, wanneer de vakantiefunctie actief is
Auto, Eco, Verlagen,
Verwarmen, Uit
Auto
Boiler Bedrijfsfunctie voor de warmwaterboiler (¬ hfdst. 3.3).
g
eeft Vakantie aan, wanneer de vakantiefunctie actief is
Auto, Aan, Uit Auto
Gewenste
kamer-
temperatuur
Kies de gewenste kamertemperatuur zodanig dat deze net voldoet
aan de gewenste warmte. Zo kan de gebruiker energie en kosten
besparen.
De CV-installatie wordt in alle tijdvensters geregeld naar de
nieuwe gewenste kamertemperatuur:
direct, als u de gewenste waarde binnen een tijdvenster heeft
gewijzigd
bij begin van het volgende tijdvenster, als u de gewenste
waarde buiten een tijdvenster heeft gewijzigd
5 °C ... 30 °C 20 °C
Gewenste
temperatuur
Gewenste temperatuur van de warmwaterboiler 35 °C ... 70 °C 60°C
Tabel 7.1 Bedrijfsfuncties en gewenste temperaturen
>
51Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
7.2.2 Menu 1: Basisgegevens instellen
i
Als de buitenvoeler van uw CV-installatie
geen DCF-signaal kan ontvangen, dan moet u
indien nodig de basisgegevens handmatig
instellen.
Let erop dat de basisgegevens juist ingesteld zijn,
zodat de ingestelde tijdprogramma's en het vakantie-
programma correct werken en de onderhoudsdatum
in de gaten wordt gehouden.
i
Deze instellingen zijn van invloed op alle aan-
gesloten systeemcomponenten.
Basisgegevens
1
Datum
f
02 . 12. 09
Dag Wo
Uur 14 : 08
Zomer/Wintertijd Uit
> Dag instellen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
Datum de actuele datum;
belangrijk, omdat zo bijv. het vakantieprogramma en de
onderhoudsdatum bewaakt wordt
is samengesteld uit de parameters Dag, Maand en Jaar
Voer eerst de maand in, omdat het instelbereik voor de
dag afhankelijk is van de maand.
>
01.01.00 ... 31.12.99 01.01.07
Dag de actuele dag van de week ma ... zo Ma
Uur de actuele tijd
Als de buitenvoeler VRC DCF-signaal werd gemonteerd,
wordt de tijd automatisch ingesteld.
belangrijk, omdat zo de tijdprogramma's bewaakt worden
de tijd bestaat uit 2 parameters (hh:mm)
Als geen DCF-ontvangst mogelijk is, dan stelt u beide
parameters in.
>
00:00 ... 23:59
Zomer/Wintertijd Als de CV-installatie uitgerust is met de buitenvoeler VRC
DCF (¬ tabel 1.1), dan hoeft u geen omschakeling tussen
zomertijd en wintertijd te activeren. Het wisselen tussen
zomertijd en wintertijd geschiedt dan automatisch.
Als u de parameter Zomer/Wintertijd = Auto instelt, kan
de thermostaat automatisch omschakelen tussen zomer-
en wintertijd, ook al heeft de buitenvoeler geen DCF-ont-
vanger.
Auto, uit Uit
Tabel 7.2 Basisgegevens
>
52 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
7.2.3 Menu 3: Tijdvenster instellen
In het menu
3 Tijdprogramma kunt u tijdvensters
voor de CV-circuits, de warmwaterboilers en de circula-
tiepompen instellen.
U kunt per dag of blok (bijv. ma–vr) maximaal drie tijd-
vensters (Starttijd tot Eindtijd) instellen.
Fabrieksinstelling voor de tijdprogramma's:
ma – vr 5:30 – 22:00 uur
Sa. 7:00 - 23:30 Uhr
Zo. 7:00 - 23:30 uur
Binnen een tijdvenster wordt verwarmd. De regeling
geschiedt op basis van de gewenste kamertemperatuur.
Buiten de tijdvensters laat de CV-installatie de kamer-
temperatuur dalen naar de verlagingstemperatuur (¬
menu 5).
Voor de tijdprogramma's zijn er een hele serie scher-
men die op het display rechtsboven zijn voorzien van
3. In de 1e displayregel wordt weergegeven waarvoor
het tijdprogramma geldt (bijv. HK1, Warm water, Circula-
tiepomp). In de 2e displayregel staat altijd Tijdpro-
gramma.
HK1
3
Tijdprogramma
fma-vr
1 6:00 9:30
2 16:30 21:30
3 : :
> Dag/blok kiezen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik Fabrieksinstelling
1 eerste ti
j
dvenster (vroe
g
ste be
g
in: 00:00) 00:00 – 24:00 afhankelijk van circuit (CV/warm water)
en dag van de week:
Ma – Vr 5:30 – 22:00 uur
Za. 7:00 – 23:30 uur
Zo. 7:00 – 23:30 uur
2 tweede ti
j
dvenster
3 derde tijdvenster (laatste einde: 24:00)
Tabel 7.3 Tijdvensters
HK1
3
Tijdprogramma
fma-vr
1
––:–– ––:––
2 16:30 21:30
3 : :
> Dag/blok kiezen
Als voor een dag (bijv. wo) binnen een blok (bijv. ma-vr)
een afwijkend tijdvenster werd geprogrammeerd, dan
wordt voor het blok ma-vr --:-- weergegeven. In dit
geval moet u tijdvensters voor elke dag afzonderlijk
instellen.
53Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
7.2.4 Menu 4: Vakantie programmeren
In het menu
4 kunt u voor de thermostaat en alle
daarop aangesloten systeemcomponenten instellen:
twee vakantieperiodes met start- en einddatum
de gewenste verlagingstemperatuur, d.w.z. de waarde
waarnaar de CV-installatie tijdens de afwezigheid
moet worden geregeld, onafhankelijk van het inge-
stelde tijdprogramma
Het vakantieprogramma start automatisch, wanneer een
ingestelde vakantieperiode begint. Na afloop van de
vakantieperiode eindigt het vakantieprogramma auto-
matisch. De CV-installatie wordt weer geregeld volgens
de daarvoor ingestelde parameters en de gekozen
bedrijfsfunctie.
i
De activering van het vakantieprogramma is
alleen mogelijk in de bedrijfsfuncties Auto en
Eco.
Aangesloten boileropwarmcircuits of circula-
tiepompcircuits schakelen automatisch tij-
dens het vakantietijdprogramma naar de
bedrijfsfunctie Uit.
Vakantie programmeren
4
voor totaalsysteem
Tijdvenster
1
f30. 02. 09 – 20 . 03. 09
2 05 . 05 . 09 – 22 . 05 . 09
Gewenste temperatuur
15 °C
> Startdag instellen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
1 1. Periode van een langere afwezigheid (bijv. vakantie)
2. Periode van een langere afwezigheid (bijv. vakantie)
Elke datum bestaat uit 3 parameters (Dag, Maand, Jaar)
Stel eerst de maand in, aangezien het instelbereik Dag afhankelijk
is van de maand.
Stel daarna de dag en het jaar in.
Stel de start- en einddatum in.
Als de actuele datum de ingestelde periode bereikt, is het vakantie-
programma actief. In het basisscherm verschijnt Vakantie in plaats
van de bedrijfsfunctie voor de ingestelde periode.
>
>
>
01.01.00 ...
31.12.99
01.01.07 ...
01.01.072
Gewenste tempe-
ratuur
Tijdens de ingestelde periodes wordt de kamertemperatuur auto-
matisch verlaagd naar de ingestelde gewenste temperatuur.
Stel de gewenste temperatuur in, waarnaar tijdens de periodes
van afwezigheid moet worden verwarmd.
Houd u aan de aanwijzingen voor vorstbeveiliging (¬ hfdst. 3.4)
>
>
5 °C ... 30
°C
15 °C
Tabel 7.4 Vakantieprogramma
54 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
7.2.5 Menu 5: verlagingstemperatuur, stooklijn en
warmwatertemperatuur ( gewenste
boilertemperatuur) instellen
In het menu
5 stelt u de verlagingstemperatuur, de
stooklijn en de warmwatertemperatuur in.
Verlagingstemperatuur en stooklijn instellen
HK1
5
Parameter
Verlagingstemp.
f
15 °C
Stooklijn 1,2
> Gewenste kamertemp.kiezen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Verlagingstemp. Temperatuur waarnaar de CV in de minimale-temperatuurtijd
(bijv. 's nachts) wordt geregeld
kan voor elk CV-circuit apart worden ingesteld
5 °C ... 30 °C 15 °C
Stooklijn Stooklijn geeft de verhouding tussen de buitentemperatuur en
aanvoertemperatuur weer.
Aanvoertemperatuur
Buitentemperatuur in °C
in °C
90
80
70
60
50
40
30
20
20 15 10 5 0 -5 -10 -15 -20
1.5
4.0 3.5 3.0 2.5 2.0
Stooklijnen
1.2
1.0
0.6
0.2
(¬ hfdst. 3.4).
Instelling geschiedt voor elk CV-circuit apart
Het kamerklimaat van de CV-installatie is in belangrijke mate
afhankelijk van de keuze van de juiste stooklijn. Een te hoog
gekozen stooklijn betekent te hoge temperaturen in de CV-instal-
latie en daaruit resulterend een hoger energieverbruik.
Als de stooklijn te laag is gekozen, dan wordt het gewenste tem-
peratuurniveau soms pas na lange tijd of nooit bereikt.
0,1 ... 4,0 1,2
Tabel 7.5 Verlagingstemperatuur en stooklijn
Informeer de gebruiker over de optimale instellingen.>
55Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
Boilertemp. gewenst ( warmwatertemperatuur)
instellen
De gewenste waarde voor de warmwatertemperatuur
kunt u instellen:
in het basisscherm de temperatuur voor boiler
(¬ hfdst. 7.2.5) of
in het menu 5 de parameter Boilertemp. gewenst
instellen
a
Gevaar!
Verbrandingsgevaar door heet water!
Bij de tappunten voor warm water bestaat bij
temperaturen van meer dan 60 °C gevaar
voor verbranding. Kleine kinderen en oudere
mensen lopen zelfs bij lagere temperaturen al
risico's.
Kies de temperatuur zo, dat niemand in
gevaar wordt gebracht.
Warm water
5
Parameter
Boilertemp. gewenst
f
60°C
> Gewenste temp. kiezen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
Boilertemp. gewenst Warmwatertemperatuur
Kies de gewenste boilertemperatuur voor het warme water
zodanig dat deze net voldoet aan de behoefte aan warmte
van de gebruiker. Daardoor kan de gebruiker energie en
kosten besparen.
>
35 °C ... 70 °C 60°C
Tabel 7.6 Gewenste boilertemperatuur
>
56 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
7.2.6 Menu 7: namen wijzigen
De thermostaat geeft bij de inbedrijfstelling alleen de in
de fabriek ingestelde namen voor de CV-circuits en de
warmwaterboiler weer.
In het menu
7 kunt u de in de fabriek vastgelegde
namen van de CV-circuits wijzigen, zodat de gebruiker
een beter overzicht van de CV-installatie krijgt.
Naam
7
wijzigen
HK1
:
fHK1
HK2
:
HK2
HK3 HK3
> kiezen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
HK1 naam van het CV-circuit max. 10 tekens
A ... Z, 0 ... 9
spatie
HK1
HK2 ... HK15
Tabel 7.7 Namen wijzigen
i
Gewijzigde namen worden automatisch over-
genomen en in de desbetreffende menu's
weergegeven.
i
U kunt telkens maar 1 teken wijzigen.
Als u de volledige naam wilt wijzigen, dan moet u elk
teken afzonderlijk wijzigen en eventueel tekens toe-
voegen.
Als u aan het einde van de naam tekens wilt wissen,
dan moet u de overtollige tekens overschrijven met
spaties.
De thermostaat slaat de nieuwe naam op en geeft deze
vanaf nu in alle menu's weer.
Na een langere periode zonder bediening verschijnt
automatisch weer het basisscherm.
Het resultaat zou er zo uit kunnen zien:
Naam
7
wijzigen
HK1
:
fEtage1
HK2
:
Badkamer
HK3 HK3
> kiezen
>
>
57Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
7.2.7 Menu 7: installateurniveau vrijgeven
Toegangscode voor het installateurniveau
Het installateurniveau is beveiligd tegen toegang
door onbevoegden en wordt pas na invoer van de jui-
ste code gedurende 60 minuten vrijgegeven.
Code niveau
8
vrijgeven
Codenummer:
0 0 0 0
Standaardcode:
1 0 0 0
> Cijfer instellen
De toegangscode moet bij de inbedrijfstelling worden
gewijzigd (¬ hfdst. 6.3). Daarna kan de toegangscode
opnieuw in het menu C11 worden gewijzigd.
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieks-
instelling
Code-nummer De toegangscode bestaat uit vier cijfers die onafhankelijk van
elkaar worden ingesteld.
Als geen codenummer wordt ingevoerd, dan kunnen geen
parameters in het installateurniveau worden ingesteld.
Stel de toegangscode indien mogelijk bij de inbedrijfstelling in
het menu C11 in, om de installatiespecifieke parameters te
beveiligen tegen wijziging door onbevoegden.
>
0000 ... 9999 0000
Standaardcode:
niet instelbaar
Met de standaardcode kunt u zolang het installateurniveau
activeren tot de toegangscode werd gewijzigd
(¬ menu C11).
Na invoer van een nieuwe toegangcode verschijnt de
standaardcode niet meer in het menu 8.
1000
Tabel 7.8 Gewenste boilertemperatuur
58 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
7.3 Parameters in het installateurniveau instellen
en optimaliseren
De installatieparameters stelt u op het installateurni-
veau in. Hier kunt u ook verschillende installatiewaarden
oproepen. Het installateurniveau is beveiligd tegen toe-
gang door onbevoegden via een toegangscode en wordt
gedurende 60 minuten vrijgegeven na invoer van de
juiste toegangscode.
U bereikt het installateurniveau door zolang aan de lin-
ker instelknop
te draaien tot het menu C1 bereikt is.
Voer de toegangscode in die in de toekomst het recht
geeft om de installatiespecifieke parameters te
veranderen.
Als u geen toegangscode invoert, dan worden de para-
meters in de volgenden menu's na één keer indrukken
van instelknop
alleen weergegeven, maar kunnen niet
worden veranderd.
Standaard is de toegangscode 1 0 0 0 opgeslagen, in
menu C1 kunt u de toegangscode individueel instellen.
De bediening van het installateurniveau geschiedt op
dezelfde manier als die van het gebruikersniveau. De
parameters worden eveneens gekozen door draaien en
indrukken van de instelknop
. Alle toegankelijke menu's
en hun parameters kunt u vinden in de tabellen „Instel-
lingen in het installateurniveau“ en „Instellingen in de
installatieassistent“ in de bijlage.
Verder kunt u op het installateurniveau via het handbe-
drijf alle voelers, pompen en mengkleppen controleren
op hun functioneren.
In de volgende tabellen staan alle in het installateurni-
veau te bereiken menu's vermeld en zijn de parameters
of weergavewaarden weergegeven.
>
59Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
7.3.1 Menu C2: parameters voor CV-circuits HK1...
HK15 instellen
b
Attentie!
Materiële schade door hoge aanvoertempe-
ratuur bij vloerverwarming!
Aanvoertemperaturen boven 40 °C kunnen
bij een vloerverwarming leiden tot materiële
schade.
Stel de aanvoertemperatuur bij vloerver-
warming niet hoger dan 40 °C in.
In het menu C2 stelt u de parameters voor elk CV-cir-
cuit in.
Voor de CV-installatie kunnen maximaal 15 CV-circuits
worden geconfigureerd.
In de installatieassistent (¬ menu A6) kunt u alle aan-
gesloten CV-circuits overeenkomstig hun gebruik confi-
gureren. Door de configuratie verschijnen in de displays
alleen nog de waarden en parameters die van belang
zijn voor de gekozen gebruikswijze van het CV-circuit.
Gebruikswijzes voor:
HK1
brandercircuit/gedeactiveerd
Mengcircuits
brander-/mengcircuit (vloerverwarmings– of radiator-
circuit als mengcircuit)
vaste waarde (d.w.z. het mengcircuit wordt naar een
vaste waarde geregeld)
retourverhoging (bij conventionele warmteopwekkers
en installaties met grote waterinhoud ter beveiliging
tegen corrosie in het CV-toestel door langere onder-
schrijding van het dauwpunt)
Boileropwarmcircuit
gedeactiveerd, wanneer een CV-circuit niet nodig is
zodat:
de parameters in de weergave worden verborgen
geen gewenste aanvoertemperatuur voor het cir-
cuit wordt berekend
Boiler
boileropwarmcircuit/gedeactiveerd
>
Voorbeelden voor menu C2
HK1 C2
Parameter
Soort: Brandercircuit
Verlagingstemp.
f
15 °C
Stooklijn 1,2
BT-uitschak.grens 21 °C
> Gewenste kamertemp.kiezen
HK2 ... HK15 C2
Parameter
Soort: Vaste waarde
Vaste dagtemp.
f
65°C
Vaste nachttemp. 65°C
BT-uitschak.grens 20°C
> Gewenste kamertemp.kiezen
HK2 ... HK15 C2
Parameter
Soort: Mengcircuit
Verlagingstemp.
f
15 °C
Stooklijn 0,90
BT-uitschak.grens 20°C
> Gewenste kamertemp.kiezen
HK2 ... HK15 C2
Parameter
Soort: Boileropwarmcircuit
Boilertemp. actueel 56°C
Boilerpompstatus UIT
HK2 ... HK15 C2
Parameter
Soort: Retourverhoging
Retourtemperatuur
f
30
°C
Retourtemp. actueel
25
°C
> Retourtemperatuur kiezen
In het menu C2 zijn vele parameters opgeslagen. Deze
kunnen niet in een enkel display worden weergegeven.
Draai aan de linker instelknop om verdere parameters
weer te geven.
>
60 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
Verlagings-
temperatuur
Temperatuur waarnaar de CV moet worden verlaagd tijdens
periodes van geringe warmtevraag (bijv. 's nachts).
5 ... 30 °C 15 °C
Stooklijn De basisinstelling bij de stooklijn geschiedt al bij de installatie
van de CV-installatie.
Als de uitgevoerde instelling van de stooklijn niet voldoende is
om het binnenklimaat naar wens van de gebruiker te regelen,
dan kunt u de stooklijn aanpassen.
0,1 ... 4 1,2
BT-uitschak.grens Waarde van de buitentemperatuur vanaf welke de vraagafhan-
kelijke CV-uitschakeling (automatische zomeruitschakeling)
actief is.
Per CV-circuit apart instelbaar.
Als de gewenste kamertemperatuur in het basisscherm wordt
veranderd, dan moet de BT–uitschakelgrens eventueel ook
worden veranderd (min. 1 °C hoger dan gewenste kamertem-
peratuur).
5 ... 50 °C 21 °C
Min. cv tempera-
tuur
Min. aanvoertemperatuur 15 ... 90 °C 15 °C
Max. cv tempera-
tuur
Max. aanvoertemperatuur 15 ... 90 °C 90 °C voor
brandercir-
cuit
anders 75
°C
Max. voorop-
warming
Hiermee kunt u de CV-circuits vóór het eerste tijdvenster
activeren, zodat de gewenste kamertemperatuur al bij begin
van het eerste tijdvenster bereikt is.
Alleen mogelijk voor het eerste tijdvenster van de dag.
De aanvang van de opwarming wordt afhankelijk van de bui-
tentemperatuur BT vastgelegd:
BT –20 °C : ingestelde duur van de vooropwarmtijd
BT +20 °C : geen vooropwarmtijd
Tussen deze beide waarden vindt een lineaire berekening van
de duur voor de vooropwarmtijd plaats.
Als de vooropwarming werd gestart, dan wordt deze pas bij
begin van het eerste tijdvenster beëindigd (geen beëindiging,
wanneer intussen de buitentemperatuur stijgt).
0 ... 300 min 0
Tabel 7.9 Instelbare parameters in het menu C2
61Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieks-
instelling
Binnen-
compensatie
Voorwaarde: de thermostaat is op de muur gemonteerd of de afstands-
bediening VR 90 is aangesloten.
Legt vast of u de ingebouwde temperatuurvoeler in de thermostaat of in
de afstandsbediening gebruikt.
geen
Temperatuurvoeler wordt niet voor de regeling gebruikt.
Compensatie
De ingebouwde temperatuurvoeler meet de actuele kamertempera-
tuur in de referentiekamer. Deze waarde wordt vergeleken met de
gewenste kamertemperatuur en leidt bij een verschil tot aanpassing
van de CV-aanvoertemperatuur door de zogenoemde „Werkzame
gewenste kamertemperatuur“.
Werkzame gewenste kamertemp. = ingestelde gewenste kamertemp.
+ (ingest. gewenste kamertemp. - gemeten actuele kamertemp.)
In plaats van de ingestelde gewenste kamertemperatuur wordt dan
de werkzame gewenste kamertemperatuur voor de regeling gebruikt.
Thermostaat
Net als Compensatie, maar bovendien wordt het CV-circuit uitgescha-
keld wanneer de gemeten gewenste kamertemperatuur hoger is dan
de ingestelde gewenste kamertemperatuur + 3/16°C
Als de kamertemperatuur weer 4/16°C onder de ingestelde gewenste
kamertemperatuur daalt, dan wordt het CV-circuit weer ingeschakeld.
Het gebruik van de binnencompensatie leidt in combinatie met een
zorgvuldig gekozen stooklijn tot een optimale regeling van de CV-
installatie.
geen/
compensa-
tie/
ther-
mostaat
geen
Afstandbed. Geeft aan of een afstandsbediening geconfigureerd is
niet instelbaar
Ja/nee
Aanvoertemp.
gewenst
Geeft de aanvoertemperatuur van het CV-circuit aan die door de ther-
mostaat op basis van de vastgelegde parameters berekend is.
––
Aanvoertemp.
actueel
Geeft de daadwerkelijke aanvoertemperatuur van het CV-circuit aan. ––
Vaste dagtemp. Mengcircuit wordt geregeld naar de vaste waarde Dag. 5 ... 90 °C 65 °C
Vaste nacht-
temp.
Mengcircuit wordt geregeld naar de vaste waarde Nacht. 5 ... 90 °C 65 °C
Pompblokkeer
tijd
Elke 15 minuten wordt voor elk circuit gecontroleerd of de gemeten aan-
voertemperatuur 2K boven de berekende gewenste waarde ligt. Als dit
drie keer achter elkaar het geval is, dan wordt de pomp van het betref-
fende circuit gedurende de ingestelde tijd uitgeschakeld. De mengklep
blijft in zijn actuele positie.
0 ... 30 min 0 min
Boilertemp.
actueel
Geeft de actuele boilertemperatuur (warmwatertemperatuur) aan; (niet
instelbaar)
Boilerpomp-
status
Status van de boilerpomp (niet instelbaar) Aan/Uit
Retour-
temperatuur
Gewenste temperatuur voor het mengcircuit als retourtemperatuurrege-
ling.
15 ... 60 °C 30 °C
Retourtemp.
actueel
Gemeten retourtemperatuur
Tabel 7.9 Instelbare parameters in het menu C2 (vervolg)
62 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
Voor elk CV-circuit laat de thermostaat ter afsluiting
een informatiedisplay zien waarin de gewenste en
actuele waarden van de aanvoertemperatuur en de
status van elke pomp worden weergegeven.
Voorbeeld informatiedisplay voor HK1:
HK1 C2
Informatie
Aanvoertemp. gewenst 90 °C
Aanvoertemp. actueel 50 °C
Pompstatus AAN
AUF
Informatie Beschrijving
Aanvoertemp. gewenst geeft de ingestelde gewenste aanvoertemperatuur aan
Aanvoertemp. actueel geeft de actueel gemeten aanvoertemperatuur aan
Pompstatus geeft aan of de pomp in-/uitgeschakeld (AAN/UIT) is
Mengklepstatus geeft aan of en in welke richting de mengklep net wordt bewogen (UIT/OPEN/DICHT)
Tabel 7.10 Weergegeven informatie voor HK1
7.3.2 Menu C3
Het menu C3 is een informatiemenu en geeft de actuele
boilertemperatuur en de status van de boiler- en
circulatie pomp weer.
U kunt geen instellingen uitvoeren.
Warm water C3
Informatie
Boilertemp. actueel 56 °C
Boilerpompstatus UIT
Circulatiepomp AAN
Informatie Beschrijving
Boilertemp. actueel geeft de actueel gemeten boilertemperatuur aan
Boilerpompstatus geeft aan of de boilerpomp in-/uitgeschakeld (AAN/UIT) is
Circulatiepomp geeft aan of de circulatiepomp in-/uitgeschakeld (AAN/UIT) is
Tabel 7.11 Weergegeven informatie voor warmwaterboiler
63Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
7.3.3 Menu C4: parameters voor
boileropwarmcircuit instellen
a
Gevaar!
Verbrandingsgevaar door heet water!
Bij de tappunten voor warm water bestaat bij
temperaturen van meer dan 60 °C gevaar
voor verbranding. Kleine kinderen en oudere
mensen lopen zelfs bij lagere temperaturen al
risico's. Als de functie Legionellabeveiliging
geactiveerd is, dan wordt de warmwaterboiler
ten minste één uur lang tot meer dan 65 °C
opgewarmd.
Wijs de gebruiker erop dat de legionellabe-
veiliging actief is.
Boileropwarmcircuit C4
Parameter
Opwarmpompnaloop
f
5 min
Parallel opwarmen UIT
> Tijdsduur instellen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
Opwarmpompna-
loop
(opwarmpompna-
loop niet in combi-
natie met VIH-RL)
De hoge aanvoertemperaturen die nodig zijn voor de boilerlading,
krijgt de boiler door de opwarmpompnaloop nog in verregaande
mate toegevoerd, voordat de CV-circuits, met name het brander-
circuit, weer worden vrijgegeven.
Als de boilerlading beëindigd is (warmwatertemperatuur bereikt),
dan schakelt het CV-toestel uit. De opwarmpompnaloop begint en
wordt automatisch na de ingestelde tijd weer uitgeschakeld.
0 ... 15 min 5 min
Parallel opwarmen Parallel opwarmen geldt voor alle aangesloten mengcircuits.
Als Parallel opwarmen geactiveerd is, dan blijft gedurende de tijd
dat de boiler wordt opgewarmd, de voorziening van de mengcir-
cuits doorgaan. Dat wil zeggen: zolang de desbetreffende CV-cir-
cuits behoefte hebben aan warmte, worden de pompen in de
mengcircuits niet uitgeschakeld.
HK1 wordt bij een boilerlading altijd uitgeschakeld.
De gewenste aanvoertemperatuur van het systeem komt overeen
met de hoogste gewenste aanvoertemperatuur over alle circuits.
Als bijv. een circuit met een vaste waarde van 90 °C tijdens de boi-
lerlading actief is, dan is de gewenste aanvoertemperatuur 90 °C.
UIT/AAN UIT
Tabel 7.12 Instelbare parameters menu C4
>
64 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
Legionellabeveilig. De legionellabeveiliging kan slechts globaal voor alle boilerop-
warmcircuits worden geactiveerd.
Als de legionellabeveiliging geactiveerd is, dan worden op het
ingestelde tijdstip de betreffende boiler en de dienovereenkomstig
warmwaterleidingen opgewarmd naar een temperatuur van 70 °C.
Daarvoor wordt de desbetreffende gewenste boilerwaarde auto-
matisch verhoogd naar 70 °C (met 5 K–hysterese). De dienovere-
enkomstige circulatiepomp wordt ingeschakeld.
De functie wordt automatisch beëindigd, wanneer de boilervoeler
langer dan 60 minuten een temperatuur 60 °C vaststelt of
nadat 90 minuten verstreken zijn (om „ophangen“ in deze functie
bij gelijktijdige afname van warm water te vermijden).
Basisinstelling = Uit betekent:
geen legionellabeveiliging (wegens verbrandingsgevaar).
Uit, ma, di,
wo, do, vr,
za, zo, ma-
zo
Uit
Legionella start Als het ingestelde tijdstip wordt bereikt, start de legionellabeveili-
ging automatisch.
Zoek samen met de gebruiker naar een gunstig moment voor de
legionellabeveiliging, om verbrandingen te vermijden.
>
00:00 ...
23:50
4:00
Tabel 7.12 Instelbare parameters menu C4 (vervolg)
65Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
7.3.4 Menu C7: parameters voor het totaalsysteem
instellen
In het menu C7 stelt u globale parameters in die een
optimale werking van de CV-installatie waarborgen.
Totaalsysteem C7
Parameter
Max. Vorabschaltung
f
15 min
Vorstbev.vertrag. 1 uur
Continu verwarmen UIT
Temp.verhoging 0 K
> Max. tijdsduur instellen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
Max. vooruitschak. De Max. vooruitschak. vermijdt onnodig opwarmen van de CV-
installatie direct voor een vastgelegd afkoeltijdstip.
De thermostaat berekent de daadwerkelijke tijdsduur afhankelijk
van de buitentemperatuur.
Stel hier de door de gebruiker gewenste maximale tijdsduur in.
Als de buitentemperatuur bij -20 °C ligt, dan vindt geen
vooruitschakeling plaats.
Als de buitentemperatuur +20 °C bedraagt, dan werkt de inge-
stelde Max. vooruitschak.
Bij buitentemperaturen in het bereik van -20 °C ... +20 °C
berekent de thermostaat een waarde die overeenkomt met een
lineair verloop tussen
-20 °C ... +20 °C.
>
0 ... 120 min 15 min
Vorstbev.vertrag. De vorstbeveiligingsfunctie waarborgt in de bedrijfsfuncties Uit,
Eco (buiten de geprogrammeerde tijdvensters) de vorstbeveiliging
in de CV-installatie globaal voor alle aangesloten CV-circuits.
Als de buitentemperatuur beneden 3 °C komt, dan wordt de
gewenste kamertemperatuur op de ingestelde verlagingstempera-
tuur gezet. De CV-pomp wordt ingeschakeld.
Als u een vertragingstijd instelt, dan wordt de vorstbeveiligings-
functie in deze periode overbrugd
(instelbereik 0 - 23 h).
Als de gemeten kamertemperatuur lager is dan de ingestelde ver-
lagingstemperatuur, dan wordt de vorstbeveiliging eveneens
geactiveerd (onafhankelijk van de gemeten buitentemperatuur).
0 ... 23 h 1 h
Tabel 7.13 Instelbare parameters menu C7
66 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
Continu verwar-
men
Buitentemperatuur vanaf welke buiten de geprogrammeerde tijd-
vensters continu wordt doorverwarmd met de gewenste kamer-
temperatuur/stooklijn die aan het CV-circuit is toegewezen.
Er vindt geen nachtverlaging of totale uitschakeling meer plaats,
wanneer de ingestelde temperatuur wordt bereikt of onderschre-
den.
UIT/
-25 ... 10 °C
UIT
Temp.
verhoging
Globaal voor alle mengcircuits:
maakt het mogelijk dat bij mengcircuits met vaste bijmenging tij-
dens de opwarmfunctie 's morgens de gewenste mengwaarde (ook
wanneer de gewenste temperatuur van de warmteopwekker is
bereikt) kan worden bereikt, hoewel de vaste bijmenging de meng-
circuittemperatuur sterk verlaagt
maakt een optimaal regelbereik mogelijk voor de werking van de
mengklep
(Een stabiele werking is alleen mogelijk, wanneer de mengklep
maar zelden tot de aanslag moet lopen. Daardoor wordt een
hogere regelkwaliteit gewaarborgd.)
Daarom kunt u voor alle mengcircuits samen een keteltemperatu-
urverhoging instellen. De keteltemperatuurverhoging verhoogt de
actuele gewenste temperatuur van het CV-circuit met de inge-
stelde waarde.
0 ... 15 K 0 K
Tabel 7.13 Instelbare parameters menu C7 (vervolg)
67Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
7.3.5 Menu C8: minimale temperatuur instellen
Warmtebronkeuze C8
Parameter
Ketelschakelverschil 8 K
Min. cv temperatuur
f15°C
Startvermogen boiler 1
> Temperatuur kiezen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieks-
instelling
Ketelschakel-
verschil
alleen bij schakelende ketels of cascades (schakelend of modulerend)
De ketel of de cascade wordt:
ingeschakeld wanneer de verdelertemperatuur 1/3 van de hysterese
onder de berekende gewenste aanvoerwaarde ligt
uitgeschakeld wanneer de verdelertemperatuur 2/3 boven de bere-
kende gewenste aanvoerwaarde ligt
Te kleine hystereses kunnen leiden tot een voortdurend pulseren van de CV-
toestellen.
1..20 K 8 K
Min. cv tem-
peratuur
om de ketel te beschermen tegen bijv. corrosie
Corrosie kan worden verwacht wanneer de ketel bijv. vanwege een hoge
waterinhoud permanent in het condensbereik werkt
15 ... 65 °C 15 °C
Startvermo-
gen boiler
alleen bij cascades
Doel van deze functie is het boileropwarmvermogen snel beschikbaar te stel-
len.
Legt het aantal keteltrappen resp. warmteopwekkers vast waarmee de boi-
lerlading wordt gestart
1 ... Aantal
cv-ketels
1
Tabel 7.14 Instelbare parameters menu C8
Warmtebronkeuze C8
Kaskadeparameter
Inschakelvertrag.
f5 min
Uitschakelvertrag. 5 min
> Vertragingstijd instellen
Informatie Beschrijving Instel bereik
Fabrieks-
instelling
Inschakelvertrag.
Uitschakelver-
trag.
Alleen bij cascades
Bij inschakelvertraging: wachttijd na het inschakelen van een trap of een
toestel tot de volgende trap wordt ingeschakeld
Bij uitschakelvertraging: wachttijd na het uitschakelen van een trap tot
de volgende trap wordt uitgeschakeld
Langere wachttijden geven het systeem meer tijd zich te stabiliseren
Als de wachttijd te ??? is, dan leidt dat ertoe dat de aanvoertempera-
tuur boven of onder de gewenste waarde uitschiet en tot voortdurend
pulseren van de toestellen in de cascade.
1 ... 90 min 5 min
Tabel 7.14 Instelbare parameters menu C8 (vervolg)
68 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
Warmtebronkeuze C8
Informatie
Gewenste inst.temp. 90 °C
Verdelertemp. actueel 30 °C
Status cv-bedrijf
Ketelvolg. 1 2 3 4
Informatie Beschrijving
Gewenste inst.
temp.
geeft de actuele gewenste installatietemperatuur aan
Verdelertemp.
actueel
toont de temperatuur van de sensor VF1 (in de open verdeler)
Status geeft aan in welke status de CV-installatie zich net bevindt (bijv. Status cv-bedrijf)
Ketelvolg. alleen bij cascades
geeft de actuele volgorde aan waarin de CV-toestellen worden ingeschakeld
Tabel 7.14 Instelbare parameters menu C8 (vervolg)
69Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
7.3.6 Menu C9: speciale functies instellen
7.3.6.1 Speciale functie teleSWITCH
Als op de CV-installatie een telefoon-afstandscontact
teleSWITCH (potentiaalvrije contact-ingang) is aangeslo-
ten, dan kan via de telefoon-afstandsschakelaar tele-
SWITCH (toebehoren) de bedrijfsfunctie van de aan-
gesloten CV-circuits, warmwatercircuits en de circulatie-
pomp vanaf willekeurige locaties per telefoon worden
omgeschakeld.
Speciale functie C9
teleSWITCH
HK1
:fVerlagen
HK2
: Verlagen
HK3
: Verlagen
Boiler :
Uit
> Uitwerking kiezen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
teleSWITCH Bedrijfsfunctie voor de telefoon-afstandsschakelaar tele-
SWITCH
voor HK1 ... HK15
Geen, Verwar-
men, Uit, Auto,
Eco, Verla
g
en
Verlagen
teleSWITCH voor
boiler
Bedrijfsfunctie voor de telefoon-afstandsschakelaar tele-
SWITCH voor boiler
Geen, Aan, Uit,
Auto
UIT
Tabel 7.15 Instelbare parameters menu C9
Bedrijfsfunctie Werking van de telefoon-
afstandsschakeling
geen Telefooncontact heeft geen wer-
king
Verwarmen, Auto,
Eco, Verlagen,
Aan, Uit
Bij gesloten telefooncontact scha-
kelt de telefoon-afstandsschake-
ling van de actieve bedrijfsfunctie
naar de hier ingestelde bedrijfs-
functie om.
Tabel 7.16 Werking van de ingestelde bedrijfsfunctie
70 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
7.3.6.2 Speciale functie afwerklaagdroging
Speciale functie C9
Afwerklaagdroging
Dag Temp.
HK2
f 0
0°C
HK3 0 0°C
> Startdag instellen
Activeer de functie Afwerklaagdroging om een vers
gelegde afwerklaag (dekvloer) overeenkomstig de
bouwvoorschriften „droog te stoken“.
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
HK2 ... HK15 Tijdschema van het desbetreffende CV-circuit 0-29 0
Tabel 7.17 Instelbare parameters afwerklaagdroging
Als de afwerklaagdroging geactiveerd is, dan zijn alle
gekozen bedrijfsfuncties onderbroken.
Het CV-toestel regelt de aanvoertemperatuur van het
CV-circuit onafhankelijk van de buitentemperatuur vol-
gens een vooringesteld programma.
Gewenste aanvoertemperatuur op startdag 1: 25 °C
Dagen na start
van de functie
Gewenste aanvoertemperatuur
voor deze dag [°C]
125
230
335
440
545
6-12 45
13 40
14 35
15 30
16 25
17-23
10
(vorstbeveiligingsfunctie, pomp in werking)
24 30
25 35
26 40
27 45
28 35
29 25
Tabel 7.18 Temperatuurprofiel afwerklaagdroging
De thermostaat geeft in het menu C9 de bedrijfsmodus
van de afwerklaagdroging met de actuele dag en de bij-
behorende gewenste aanvoertemperatuur weer.
>
71Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
Zo start u de afwerklaagdroging
Voer voor het desbetreffende CV-circuit de startdag
Dag in om de afwerklaagdroging te starten.
Bij het starten van de functie slaat het CV-toestel het
actuele tijdstip van de start op. De dagwisseling verloopt
precies volgens deze tijd.
De parameter Temp. wordt bepaald door een intern
vastgelegd temperatuurprofiel (¬ tabel 7.18). U kunt de
parameter Temp. niet handmatig instellen.
In het basisscherm van de thermostaat verschijnt voor
het desbetreffende CV-circuit in plaats van de bedrijfs-
functie te tekst Afwerklaagdrog.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1
f
Verwarmen 22.0 °C
HK2 Afwerklaagdrog.
HK3 Eco 18.0 °C
Boiler Auto 60.0 °C
VRC 630
Afwerklaagdroging beëindigen
De functie eindigt:
automatisch wanneer de laatste dag van het tempe-
ratuurprofiel doorlopen is (Dag = 29)
of
wanneer u in het menu C9 voor het desbetreffende
CV-circuit de startdag op 0 zet (Dag = 0).
>
72 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
7.3.7 Menu C11: servicegegevens en toegangscode
instellen
Servicegegevens instellen
Service C11
Telefoon f
:
Service 01 . 10 . 10
Temp.foutherkenning
na Uit
> Nummer instellen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
Telefoon Voer uw telefoonnummer in
Als de datum voor de volgende onderhoudsbeurt bereikt is, ver-
schijnt dit telefoonnummer in de 2e regel van het basisscherm.
U moet elk cijfer van het telefoonnummer apart instellen. Er
zijn max. 17 cijfers mogelijk.
>
>
0 ... 9, –,
spatie
(17 tekens)
Service De CV-installatie moet regelmatig onderhouden worden.
Stel de maand, dag en het jaar voor de volgende onderhouds-
beurt in.
Als de datum voor de volgende onderhoudsbeurt bereikt is, ver-
schijnt Onderhd in de 2e regel van het basisscherm.
>
Dag:
1 ... max. 31
(afhankelijk
van de
maand)
Maand:
1 ... 12
Jaar:
00 ... 99
01.01.01
Temp.foutherkenning
na
Als gedurende de opgegeven periode de aanvoertemperatuur
20% onder de berekende gewenste aanvoertemperatuur blijft,
dan verschijnt een foutmelding voor het betreffende CV-circuit.
Als u een periode instelt, dan activeert u de temperatuurfouther-
kenning.
UIT,
0 ... 12 h
UIT
Tabel 7.19 Instelbare parameters menu C11
73Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
Toegangscode instellen
b
Attentie
Materiële schade door verkeerd ingestelde
installatieparameters!
Na de eerste installatie van de CV-installatie
is de standaardcode 1000 ingesteld. Deze
standaardcode verschijnt in het menu
8 en
is ook toegankelijk voor de gebruiker.
Voer in het menu C11 een toegangscode in
om uit te sluiten dat de gebruiker de instal-
latieparameters verandert.
Noteer de ingestelde toegangscode, omdat
deze in de toekomst nodig is voor de vrij-
gave van het installateurniveau.
Code niveau
C11
vrijgeven
Codenummer:
1 2 3 4
Accepteren
f
NEE
> uitkiezen
Instelbare
parameters
Beschrijving
Instel-
bereik
Fabrieksin-
stelling
Code-nummer Toegangscode voor het installateurniveau
Het installateurniveau is beveiligd tegen toegang door onbevo-
egden en wordt pas na invoer van de juiste code gedurende 60
minuten vrijgegeven.
De toegangscode bestaat uit vier cijfers die onafhankelijk van
elkaar worden ingesteld.
0000 ...
9999
1 0 0 0
Accepteren Vraag of de toegangscode moet worden opgeslagen JA/NEE NEE
Tabel 7.20 Toegangscode
i
Als u het nieuwe codenummer opslaat
(Accepteren = JA), dan kan het
installateurniveau in de toekomst alleen via
deze nieuwe toegangscode worden
vrijgegeven.
Voer een nieuwe toegangscode in.
Noteer de toegangscode.
Zet de parameter Accepteren op JA.
De nieuwe toegangscode wordt opgeslagen.
i
Als u de toegangscode niet weet, dan kunt u:
de standaardcode 1000 weer terugzetten
door
een thermostaatreset of
de toegangscode met vrDIALOG 810
uitlezen.
>
>
>
>
>
74 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
7.3.8 Menu C12: temperatuurcorrectie en
displaycontrast instellen
In het menu C12 optimaliseert u de weergave van tem-
peratuurwaarden en het displaycontrast.
Gereedschap C12
Temp.correctie
Buitentemperatuur
f
0.0 K
Kamertemp. actueel 0.0 K
Displaycontrast 11
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
Buitentemperatuur Correctiewaarde voor de gemeten buitentemperatuur -5.0 ... +5.0 K 0.0 K
Kamertemp. actueel Correctiewaarde voor de gemeten kamertemperatuur -3.0 ... +3.0 K 0.0 K
Displaycontrast Instelbare contraststerkte voor een goede leesbaarheid 0 ... 15 11
Tabel 7.21 Instelbare parameters menu C12
Als vanwege de installatieplaats een constant verschil
bestaat tussen de weergegeven en de daadwerkelijk
gemeten temperatuur, dan kan deze afwijking met
behulp van de correctiewaarde worden gecompenseerd.
Voorbeeld buitentemperatuur:
Weergegeven buitentemperatuur op de thermostaat:
+5°C;
Gemeten buitentemperatuur: + 7°C;
Stel de correctiewaarde +2.0 K in.
Ga bij afwijkingen tussen de daadwerkelijk gemeten
en de weergegeven kamertemperatuur op dezelfde
manier te werk.
7.3.9 Menu C15: softwareversies controleren
Het menu C12 is een informatiemenu waarin de soft-
wareversies voor de I/O-kaart en de gebruikersinterface
worden weergegeven.
Er kan niets worden ingevoerd. De versienummers wor-
den bij de inbedrijfstelling automatisch herkend en
weergegeven.
Softwareversie C15
I/O-kaart 2 4.23
Gebruik.interface 1 4.27
Op het menu C12 volgen de menu's A1 tot A7 van de
installatieassistent.
>
>
75Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
7.4 Parameters in de installatieassistent
De menu's A1 ... A7 van de installatieassistent bevinden
zich in het installateurniveau achter het menu C15 en
kunnen ook na de eerste inbedrijfstelling op elk moment
worden opgeroepen.
Controleer de voorinstellingen in de menu's
A1 ... A7 van de installatieassistent nauwkeurig.
7.4.1 Menu A1: taal instellen
In dit menu stelt u de taal voor de menuteksten in.
Installatieassistent A1
Taalkeuze
Taal
f NL Nederland
> Taal kiezen
Stel de taal in.
7.4.2 Menu A4: CV-toestellen configureren
In het menu A4 configureert u de CV-installatie.
Als de automatische systeemconfiguratie
de aangesloten warmteopwekkers en
het aantal trappen bij een cascade-installatie
niet automatisch herkent, dan stelt u de parameters in
het menu A4 handmatig in.
Installatieassistent A4
Systeemconfiguratie
Aantal cv-ketels
f
1
Branderprincipe modul
Cv-ketel aan 7-8-9
> uitkiezen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
Aantal cv-ketels Aantal cv-ketels (instelbaar wanneer geen buskoppeling of
direct aan
g
esloten CV-toestel met eBus werd herkend)
1 of 2 1
Branderprincipe
Branderprincipe (alleen wanneer CV-toestellen werden her-
kend die trapsgewijs aangestuurd worden: bijv. via een VR 31
of
CV-toestellen met eBus)
1-traps of
2-traps
1-traps
Cv-ketel aan Cv-ketel aan (verschijnt alleen wanneer geen buskoppeling
of direct aangesloten CV-toestel met eBus werd herkend)
Trap 1-2 of
7, 8, 9
7, 8, 9
Tabel 7.22 Instelbare parameters menu A4
>
>
76 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
7.4.3 Menu A5: voorrang en cascadeparameters
instellen
In het menu A5 legt u vast of de warmwaterbereiding of
de CV voorrang moet hebben.
Installatieassistent A5
Systeemconfiguratie
Voorrang
f
NEE
> uitkiezen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Voorrang Voorrang werkt als een scheidingsschakeling voor een enkel CV-
toestel. De boiler is hydraulisch direct verbonden met het CV-toe-
stel.
Bij een enkel CV-toestel kan de boiler eveneens hydraulisch direct
op het CV-toestel aangesloten zijn. De boilerlading heeft voorrang
op de CV-functie, gedurende deze tijd kan niet worden voorzien in
de vraag van de CV-circuits. Tijdens de boilerlading wordt de interne
3-wegklep of de laadpomp van het CV-toestel aangestuurd. Deze
parameter verschijnt alleen, wanneer geen cascade werd herkend.
JA/NEE NEE
Afsluiter Bij ketels met een grote waterinhoud is geen open verdeler nodig.
Bij cascades worden de ketels die niet actief zijn, via een afsluitklep
gescheiden van de actieve ketels. De klep is aangesloten op de
ketelpomp van de ketelelektronica. De klep van de leidende ketel zal
in dit geval altijd aangestuurd zijn, omdat anders de pompen van de
warmteafnemers tegen de kleppen werken.
JA/NEE NEE
Scheidings-
schakeling
Wordt op JA gezet, wanneer in een cascade de boiler hydraulisch
direct is aangesloten op het laatste CV-toestel in de cascade en niet
op de collector achter de open verdeler. Het toestel wordt dan tij-
dens de boilerlading uit de cascade „gescheiden“ en warmt de boiler
op, terwijl de overige toestellen van de cascade verder de CV-cir-
cuits kunnen bedienen. Tijdens de boilerlading wordt de interne 3-
wegklep of de laadpomp van het CV-toestel aangestuurd. Deze para-
meter verschijnt alleen bij een cascade.
JA/NEE NEE
Ketelvolgorde-
omkeer
Als meerdere CV-toestellen van hetzelfde type in cascade worden
geschakeld, dan moet de gebruikstijd van de toestellen via deze
functie gelijkmatig worden verdeeld. De thermostaat telt de tijd op
waarin hij elk CV-toestel heeft aangestuurd (de aanstuururen). Elke
dag om middernacht controleert de thermostaat of het verschil van
de aanstuururen > 100 is en zet in dit geval de volgorde van de CV-
toestellen om.
AAN/UIT UIT
Tabel 7.23 Instelbare parameters menu A5
Stel de parameters overeenkomstig de CV-installatie
in.
>
Bij cascades verschijnen de volgende parameters op het
display:
Installatieassistent A5
Systeemconfiguratie
Afsluiter
f
NEE
Scheidingsschakeling NEE
Ketelvolgordeomkeer UIT
> uitkiezen
77Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
7.4.4 Menu A6: gebruikswijze instellen
In het menu A6 kunt u alle aangesloten CV-circuits ove-
reenkomstig hun gebruik configureren.
Installatieassistent A6
Systeemconfiguratie
HK1
f Brandercircuit
HK2 Mengcircuit
HK3 Mengcircuit
Boiler Boilercircuit
> uitkiezen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Fabrieksin-
stelling
HK1 Gebruikswijze voor HK1 brandercircuit, gedeactiveerd Brandercir-
cuit
HK2 ... HK15 Gebruikswijze
voor HK2 ... HK15
brandercircuit of mengcircuit/
vaste waarde/retourverhoging/
boileropwarmcircuit/gedeactiveerd
Mengcircuit
Boiler Gebruikswijze voor boiler boileropwarmcircuit, gedeactiveerd Boilerop-
warmcircuit
Tabel 7.24 Instelbare parameters menu A6
Afhankelijk van de gebruikswijze van de CV-circuits wor-
den in de menu's alleen nog de waarden en parameters
weergegeven die van belang zijn voor de gekozen cir-
cuitfunctie.
De volgende instellingen zijn mogelijk voor mengcircuits:
Mengcircuit:
vloerverwarmings– of radiatorcircuit als mengcircuit
Vaste waarde:
mengcircuit wordt geregeld naar een vaste waarde
Retourverhoging:
ter beveiliging tegen corrosie in het CV-toestel door
langere onderschrijding van het dauwpunt (bij con-
ventionele warmteopwekkers en installaties met
grote waterinhoud)
Boileropwarmcircuit:
regeling van een extra drinkwaterboiler
gedeactiveerd:
wanneer dit circuit niet wordt gebruikt
verbergt de parameters van het circuit
voor het gedeactiveerde circuit wordt geen gewen-
ste aanvoertemperatuur bepaald
78 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
7.4.5 Menu A7: actoren en sensoren testen
In het menu A7 kunt u voor de gekozen component de
actoren en sensoren testen.
Installatieassistent A7
Component
f VRC 630
Actoren UIT
Sensoren VF1 60°C
Warmtebronkeuze UIT
> kiezen
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik
Component Kies een van de aangesloten componenten, om voor deze
component een actor-/sensortest uit te voeren.
Geeft de gekozen component aan
>
VRC 630, VR 60, VR 31, VIH-RL,
VPM S, VMS, VM W ... (afhankelijk
van aangesloten component)
Actoren Kleppen openen en sluiten
Stuur de actoren van de gekozen component direct aan,
om bijv.:
een mengklep in richting OPEN te laten lopen en te
controleren of de mengklep op de goede manier is
aangesloten
een pomp aan te sturen en te controleren of de pomp
aanspringt...
Alleen de aangestuurde actor is actief, alle andere actoren
zijn gedurende deze tijd „uitgeschakeld“.
>
UIT, LP/UV1, ZP, HK1-P, HK2 AUF,
HK2 ZU, HK2-P, HK3 AUF, HK3 ZU,
HK3-P, KP/AV, C1/C2 ...
(afhankelijk van gekozen compo-
nent)
Sensoren Geeft rechts naast de gekozen sensor de gemeten
waarde aan
Meetwaarden kunnen niet worden ingesteld
Lees voor de gekozen component de meetwaarden van
de sensoren uit en controleer of de sensor de verwachte
waarde (temperatuur, druk, doorstroming ...) levert.
>
VF1, VF2, VF3, TR, SP, AF ...
(afhankelijk van gekozen compo-
nent)
Warmtebron-
keuze
Keuze van de warmteopwekkers
Stel de afzonderlijke CV-toestellen in de cascade in wer-
king en controleer of de bedrading van de componenten
functioneert.
>
UIT, W.bron 1 - 8
Tabel 7.25 Instelbare parameters menu A7
79Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
7.5 Installateurniveau verlaten
Na ca. 60 minuten wordt het installateurniveau automa-
tisch geblokkeerd. U kunt op elk moment weer de instal-
latiespecifieke parameters in het installateurniveau
bekijken.
7.6 Servicefuncties
7.6.1 Bedieningsverloop bij servicefuncties
De servicefuncties zijn voorbehouden aan de installa-
teur.
De servicefuncties kunt u op elk moment vanuit alle dis-
plays oproepen.
Als u de servicefuncties oproept, dan moet u altijd een
lineair bedieningsverloop doorlopen:
Activeer de schoorsteenve-
gerfunctie door de instel-
knoppen
en gelijktijdig 1x
in te drukken
>
Activeer het handbedrijf door
de instelknoppen
en
gelijktijdig 1x in te drukken.
>
Beëindig de servicefuncties
door de instelknoppen
en
gelijktijdig 1x in te drukken.
>
7.6.2 Schoorsteenvegerbedrijf
De schoorsteenvegerfunctie is nodig voor de emissieme-
ting.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Schoorsteenvegerfunctie
aktiviert
Warmtebronkeuze f1
i
De keuze van de warmteopwekkers (grijs
weergegeven) is alleen mogelijk schakelende
CV-toestellen.
i
Hoe u de schoorsteenvegerfunctie activeert
en beëindigt, is beschreven in Bedieningsver-
loop bij servicefuncties.
Activeer het schoorsteenvegerbedrijf door de
schoorsteenvegerfunctie te activeren.
Volg daarbij het bedieningsverloop voor servicefunc-
ties (¬ hfdst. 7.6.1)
De installatie wordt onafhankelijk van het ingestelde
tijdprogramma en de buitentemperatuur gedurende een
periode van 20 minuten in werking gesteld.
Afhankelijk van de gebruikte warmteopwekker vindt de
aansturing van de CV-toestellen plaats.
Bij modulerende warmteopwekkers worden alle aan-
gesloten CV-toestellen door de thermostaat uitgescha-
keld en moeten direct bij het CV-toestel (via de aanwe-
zige schakelaar voor het schoorsteenvegerbedrijf) in
werking worden gesteld.
Neem goed nota van de handleidingen van de CV-toe-
stellen.
Bij schakelende CV-toestellen kiest u in het menu het
CV-toestel waarvoor de emissiemeting moet worden uit-
gevoerd. Alle overige toestellen worden zolang uit-
geschakeld.
Tijdens het schoorsteenvegerbedrijf stelt de thermo-
staat automatisch de aangesloten CV-circuits in wer-
king. De thermostaat start met het CV-circuit dat de
hoogste ingestelde maximumtemperatuur heeft. Afhan-
kelijk van de warmte-afname wordt nog een CV-circuit
ingeschakeld. Het inschakelcriterium is de aanvoertem-
peratuur.
Als de aanvoertemperatuur bij de collectorvoeler hoger
is dan 80 °C, dan wordt het volgende CV-circuit
ingeschakeld om de warmte-afname te waarborgen.
7.6.3 Handbedrijf
Het handbedrijf is nodig voor de functiecontrole van de
installatie.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Handbedrijf
aktiviert
i
Hoe u het handbedrijf activeert en beëindigt,
is beschreven in Bedieningsverloop bij ser-
vicefuncties.
Bij deze functie worden alle pompen van het systeem en
de CV-toestellen aangestuurd. De mengkleppen blijven
in hun laatste positie staan.
>
>
>
80 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
7 Bediening van de thermostaat
7.7 Speciale functies activeren
Speciale functies roept u op vanuit het basisscherm.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
HK1
f
Verwarmen 22 °C
Etage1 Eco
18 °C
Boiler Auto 60°C
VRC 630
De drie speciale functies Spaarfunctie, Partyfunctie en
1 x opwarmen zijn in opeenvolgende menu's gerang-
schikt.
Druk (een tot drie keer) op de
linker instelknop
tot de
gewenste speciale functie ver-
schijnt.
>
Spaarfunctie:
Als het menu verschijnt, dan is de spaarfunctie geac-
tiveerd.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Besparen geactiveerd
tot
f
18:30
VRC 630
Instelbare
parameters
Beschrijving Instel bereik Fabrieksinstelling
Besparen geac-
tiveerd
Met de spaarfunctie kunt u tot een te vast te leggen tijdstip
de CV-installatie naar de verlagingstemperatuur regelen.
Werkt alleen op de CV- of warmwaterboilercircuits waarvoor
de bedrijfsfunctie Auto of ECO ingesteld is.
––
tot Tijdstip waarop de spaarfunctie moet eindigen
Voer het tijdstip in wanneer de spaarfunctie moet ein-
digen.
>
volgende
volle uur
actuele tijd afge-
rond met 10
minuten
Tabel 7.26 Spaarfunctie
Als het ingestelde tijdstip bereikt is, dan wordt de spaar-
functie automatisch beëindigd en de thermostaat gaat
naar het basisscherm.
Spaarfunctie annuleren
Druk drie keer op de linker instelknop
.
De thermostaat beëindigt de spaarfunctie en gaat naar
het basisscherm.
>
81Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bediening van de thermostaat 7
Partyfunctie:
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Kamertemperatuur 21 °C
Party geactiveerd
VRC 630
Als het menu verschijnt, dan is de partyfunctie geac-
tiveerd.
Geen instellingen mogelijk
De verwarmings- en de warmwatertijden zijn tot na het
volgende uitschakeltijdstip actief tot het volgende ver-
warmingsbegin, d.w.z. de eigenlijke instellingen van de
CV worden kortstondig buiten werking gesteld.
Partyfunctie werkt alleen op de CV-circuits of warm-
waterboilercircuits die in de bedrijfsfunctie Auto of ECO
ingesteld zijn.
Controleer of voor het CV-circuit en de warmwater-
boiler de bedrijfsfunctie Auto of Eco ingesteld is.
Als dat niet het geval is, dan stelt u de bedrijfsfunctie
Auto of Eco in (¬ hfdst. 7.2.1).
Als het laatste CV-circuit weer begint met verwarmen
(wissel van Verlagen naar Verwarmen), dan wordt de
partyfunctie automatisch beëindigd en de thermostaat
gaat naar het basisscherm.
Partyfunctie annuleren
Druk twee keer op de linker instelknop
.
De thermostaat beëindigt de partyfunctie en gaat naar
het basisscherm.
>
>
1x opwarmen
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Kamertemperatuur 21 °C
1x opwarmen
aktiviert
VRC 630
Als het menu verschijnt, dan is 1x opwarmen geac-
tiveerd.
Maakt het mogelijk om de warmwaterboiler onafhan-
kelijk van het actuele tijdprogramma op te warmen
Geen instellingen mogelijk
Als de waterinhoud van de boiler is opgewarmd naar de
ingestelde warmwatertemperatuur, dan wordt de func-
tie automatisch beëindigd en de thermostaat gaat naar
het basisscherm.
i
De warmwatertemperatuur wordt door de
installateur vastgelegd bij de inbedrijfstelling
van de CV-installatie.
1x opwarmen annuleren
Druk een keer op de linker instelknop
.
De thermostaat beëindigt 1x opwarmen en gaat naar
het basisscherm.
>
82 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
8 Overdracht aan de gebruiker
8 Overdracht aan de gebruiker
De gebruiker van de thermostaat moet uitleg krijgen
over het gebruik en de werking van zijn thermostaat.
Overhandig de gebruiker de voor hem bestemde
handleidingen en toestelpapieren, zodat hij ze kan
bewaren.
Neem samen met de gebruiker de gebruiksaanwijzing
door en beantwoord alle vragen.
Wijs de gebruiker vooral op de veiligheidsaanwijzin-
gen die hij in acht moet nemen.
Wijs de gebruiker erop, dat de handleidingen in de
buurt van de thermostaat moeten worden bewaard.
Wijs de gebruiker erop dat in de kamer waarin de
thermostaat is aangebracht, alle radiatorkranen volle-
dig geopend moeten zijn wanneer de binnencompen-
satie geactiveerd is.
Informeer de gebruiker over de maatregelen voor
legionella- en vorstbeveiliging.
>
>
>
>
>
>
83Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Verhelpen van storingen 9
9 Verhelpen van storingen
b
Attentie!
Materiële schade door ondeskundige
veranderingen!
Ondeskundige veranderingen kunnen de ther-
mostaat of de CV-installatie beschadigen.
Veranderingen of reparaties aan de ther-
mostaat of andere delen van de CV-instal-
latie mogen alleen worden uitgevoerd door
een erkende installateur.
9.1 Storingsgeheugen
De laatste 10 storingen worden opgenomen in een sto-
ringsgeheugen.
U kunt het storingsgeheugen uitlezen met vrDIA-
LOG 810.
9.2 Onderhoudsmelding
Een onderhoudsmelding wijst de gebruiker op een
noodzakelijk onderhoud van zijn CV-installatie.
i
Als u op de thermostaat in het menu C11 het
service-telefoonnummer en de volgende
onderhoudsdatum invoert, dan verschijnt bij
een onderhoudsmelding Onderhd en het tele-
foonnummer in de regel voor de menunaam.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Onderhd
HK1
f
Verwarmen 22.0 °C
Etage1 Eco 18.0 °C
Boiler Auto 60.0 °C
VRC 630
>
9.3 Storingsmeldingen
De thermostaat kan bepaalde storingsmeldingen weer-
geven.
Daarbij horen:
meldingen over ontbrekende communicatie met
afzonderlijke componenten in het systeem
onderhoudsaanwijzingen voor de warmteopwekker
voelerdefecten evenals een
melding wanneer de gewenste waarde na een vastge-
legde periode niet wordt bereikt
Storingsmeldingen hebben altijd de hoogste prioriteit.
Als een storing in de CV-installatie optreedt, dan laat de
thermostaat automatisch een dienovereenkomstige sto-
ringsmelding in gewone tekst zien.
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Geen verbinding met ketel
HK1
f
Verwarmen 22.0 °C
Etage1 Eco
18.0 °C
Boiler Auto 60.0 °C
VRC 630
De storingsmelding wordt zolang weergegeven tot de
storing is verholpen.
Neem goed nota van de diagnose-aanwijzingen in de
handleiding voor de warmteopwekker.
Gebruik de software vrDIALOG 810 om de storingshi-
storie te bekijken.
i
Bij meerdere meldingen schakelt de weergave
om de 2 seconden verder naar de volgende
melding.
>
>
84 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
9 Verhelpen van storingen
9.4 Overzicht storingscodes
Voorbeeld voor een storingsmelding:
wo 02.12.09 15:43 -3 °C
Geen verbinding met ketel
HK1
f
Verwarmen 22.0 °C
Etage1 Eco
18.0 °C
Boiler Auto 60.0 °C
VRC 630
Storingstekst Oorzaak storing
VR 60 (4) Geen verbinding
of
Geen verbinding met ketel
Er is geen communicatie met de
mengmodule VR 60 met het inge-
stelde busadres 4.
Het volgende wordt weergegeven:
– de getroffen component
– het adres dat niet kan worden
bereikt
een aanwijzing dat de communi-
catie onderbroken is
de buskabel is niet aangesloten
de spanningsvoorziening is niet
aanwezig
de component is defect
Storing ketel Een CV-toestel meldt via de eBus
een storing
Zie gebruiksaanwijzing van het
CV-toestel
VRC 630 Uitval VF1
VR60 (4) Uitval VFa,
VIH-RL Sensor T1 storing,
VPM W (1) Sensor T1 sto-
ring,
...
De aanvoervoeler VF1 is defect.
Het volgende wordt weergegeven:
de getroffen component
de getroffen sensor met de ben-
aming op de ProE–stekkerstrook
Mogelijke oorzaken:
een onderbreking ???
een kortsluiting van de getroffen
sensor
HK2 Temperatuurfout De gewenste waarde van het CV-
circuit HK2 werd na een gedefinie-
erde tijd nog niet bereikt.
Deze tijd wordt ingesteld in het
menu C11:
Parameter „Temp.foutherkenning
na“;
Instelbereik: Uit, 0 - 12 h
Fabrieksinstelling: UIT
In combinatie met een VIH-RL kunnen de volgende storingen
worden weergegeven:
Storing anode De bewaking van de parasitaire
stroomanode van de VIH-RL heeft
een storing vastgesteld.
VIH-RL verkalking WT De elektronica van de VIH-RL
heeft vastgesteld dat de warmte-
wisselaars moeten worden onder-
houden.
Tabel 9.1: Storingscodes en oorzaken van storingen
Meer storingscodes en de beschrijving van de oorzaken
van storingen en maatregelen vindt u in de gebruiksaan-
wijzingen van de componenten van de CV-installatie.
85Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Buitenbedrijfstelling 10
10 Buitenbedrijfstelling
10.1 Thermostaat tijdelijk buiten werking stellen
calor
1
Afb. 10.1 Thermostaat in–/uitschakelen
Legenda
1 Tuimelschakelaar
Druk de tuimelschakelaar (1) naar de positie 0 om de
thermostaat uit te schakelen.
i
Als de buitenvoeler van de CV-installatie geen
DCF-signaal kan ontvangen, dan moet u na
het inschakelen van de thermostaat de tijd en
datum handmatig instellen.
Let erop dat de basisgegevens juist ingesteld zijn,
zodat de ingestelde tijdprogramma's en het vakantie-
programma correct werken en de volgende onder-
houdsdatum in de gaten kan worden gehouden.
>
>
10.2 Thermostaat buiten werking stellen
e
Gevaar!
Levensgevaar door spanningvoerende aans-
luitingen!
De netschakelaar schakelt de stroomtoevoer
niet helemaal uit.
Schakel de stroomtoevoer uit, voordat u
begint met werkzaamheden aan het toe-
stel.
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
b
Attentie!
Materiële schade door bevriezing!
De vorstbeveiligingsfunctie is alleen actief,
wanneer de thermostaat ingeschakeld is.
Zorg ervoor dat de buitenbedrijfstelling
van de thermostaat geen materiële schade
aan de CV-installatie veroorzaakt.
Voordat u de thermostaat uitschakelt:
i
Als u de CV-installatie buiten werking stelt,
neem hiervoor dan goed nota van de handlei-
dingen van de CV-toestellen en componenten.
Stel de CV-installatie buiten werking.
Schakel de stroomtoevoer naar het CV-toestel uit.
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw inschake-
len.
Thermostaat uitschakelen
Druk de tuimelschakelaar (1) naar de positie 0 om de
thermostaat uit te schakelen (¬ afb. 10.1).
Koppel de thermostaat los van het elektriciteitsnet.
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw inschake-
len.
Het verdere verloop is afhankelijk van de standplaats
van de thermostaat.
>
>
>
>
>
>
>
>
>
86 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
10 Buitenbedrijfstelling
Als de thermostaat op de muur gemonteerd is:
e
Gevaar!
Levensgevaar door spanningvoerende aans-
luitingen!
De netschakelaar schakelt de stroomtoevoer
niet helemaal uit.
Schakel de stroomtoevoer uit, voordat u
begint met werkzaamheden aan het toe-
stel.
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
2
1
Afb. 10.2 Wandbehuizing openen
Legenda
1 Schroef
2 Behuizingsdeksel
Het behuizingsdeksel bestaat uit één deel.
Draai de schroef (1) op de bovenkant van de wandbe-
huizing los.
Klap het behuizingsdeksel (2) omlaag. Haak het behu-
izingsdeksel los en verwijder dit.
Trek de thermostaat (1) van de wandbehuizing (2) af.
Steek hiervoor een schroevendraaier in de beide ver-
grendellippen (¬ afb. 10.2).
Maak de eBus-leiding van de klemmenstrook van de
thermostaat los en verwijder deze.
Maak de kabel van de buitenvoeler los en verwijder
deze.
Schroef de wandbehuizing van de muur.
Maak evt. de gaten in de muur dicht.
>
>
>
>
>
>
>
>
>
Als de thermostaat in de afstandsbediening gemon-
teerd is:
Demonteer het behuizingsdeksel van de afstandsbedi-
ening.
Neem voorzichtig de thermostaat uit de wandsokkel.
Verwijder de aansluitkabels.
Verwijder eventueel de wandsokkel.
Maak evt. de gaten in de muur dicht.
10.3 Thermostaat afvoeren
De thermostaat en alle toebehoren horen niet thuis bij
het huisvuil.
Voer het oude toestel en evt. aanwezige toebehoren
vakkundig af.
>
>
>
>
>
87Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Recycling en afvoer 11
11 Recycling en afvoer
Zowel uw Vaillant thermostaat calorMATIC 630 als de
bijbehorende transportverpakking bestaan voor het
grootste deel uit recyclebaar materiaal.
Thermostaat afvoeren
Uw thermostaat en alle toebehoren horen niet thuis bij
het huisvuil. Zorg ervoor dat het oude toestel en even-
tueel aanwezige toebehoren op een correcte manier
worden afgevoerd.
Verpakking afvoeren
Het afvoeren van de transportverpakking kunt u het
best overlaten aan de installateur die het toestel geïn-
stalleerd heeft.
88 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
12 Garantie en serviceteam
12 Garantie en serviceteam
12.1 Garantie
12.1.1 Fabrieksgarantie (Nederland)
Fabrieksgarantie wordt uitsluitend verleend als de
installatie is uitgevoerd door een door Vaillant BV
erkende installateur conform de installatievoorschriften
van het betreffende product.
De eigenaar van een Vaillant product kan aanspraak
maken op fabrieksgarantie die conform is aan de alge-
mene garantiebepalingen van Vaillant BV. Garantiewerk-
zaamheden worden uitsluitend door de servicedienst
Vaillant BV of door een door Vaillant BV aangewezen
installatiebedrijf uitgevoerd.
Eventuele kosten die gemaakt zijn voor werkzaamheden
aan een Vaillant product gedurende de garantieperiode
komen alleen in aanmerking voor vergoeding indien
vooraf toestemming is verleend aan een door Vaillant
BV aangewezen installatiebedrijf en als het conform de
algemene garantiebepalingen een werkelijk garantiege-
val betreft.
12.1.2 Fabrieksgarantie (België)
De producten van de NV Vaillant zijn gewaarborgd
tegen alle materiaal- en constructiefouten voor een
periode van twee jaar vanaf de datum vermeld op de
aankoopfactuur die u heel nauwkeurig dient bij te hou-
den.
De waarborg geldt alleen onder de volgende voorwaar-
den:
1. Het toestel moet door een erkend gekwalificeerd
vakman geplaatst worden, onder zijn volledige ver-
antwoordelijkheid, en deze dient er op te letten dat
de normen en installatievoorschriften nageleefd
worden.
2. Het is enkel aan de technici van de Vaillant fabriek
toegelaten om herstellingen of wijzigingen aan het
toestel onder garantie uit te voeren, opdat de
waarborg van toepassing blijft. De originele onder-
delen moeten in het Vaillant-toestel gemonteerd
zijn, zo niet wordt de waarborg geannuleerd.
3. Teneinde de waarborg te laten gelden, moet u ons
de garantiekaart volledig ingevuld, ondertekend en
gefrankeerd terugzenden binnen de veertien
dagen na de installatie!
De waarborg wordt niet toegekend indien de slechte
werking van het toestel het gevolg is van een slechte
regeling, door het gebruik van een niet overeenkomstige
energie, een verkeerde of gebrekkige installatie, de niet-
naleving van de gebruiksaanwijzing die bij het toestel
gevoegd is, door het niet opvolgen van de normen
betreffende de installatievoorschriften, het type van
lokaal of verluchting, verwaarlozing, overbelasting,
bevriezing, elke normale slijtage of elke handeling van
overmacht. In dit geval zullen onze prestaties en de
geleverde onderdelen aangerekend worden. Bij factura-
tie, opgesteld volgens de algemene voorwaarden van de
naverkoop-dienst, wordt deze steeds opgemaakt op de
naam van de persoon die de oproep heeft verricht en/of
de naam van de persoon bij wie het werk is uitgevoerd,
behoudens voorafgaand schriftelijk akkoord van een
derde persoon (bv. huurder, eigenaar, syndic, enz.) die
deze factuur uitdrukkelijk ten zijne laste neemt. Het fac-
tuurbedrag zal contant betaald moeten worden aan de
fabriekstechnicus die het werk heeft uitgevoerd.
Het herstellen of vervangen van onderdelen tijdens de
garantieperiode heeft geen verlenging van de waarborg
tot gevolg. De toekenning van garantie sluit elke beta-
ling van schadevergoeding uit en dit tot voor om het
even welke reden ze ook gevraagd wordt. Voor elk
geschil, zijn enkel de Tribunalen van het district waar de
hoofdzetel van de vennootschap gevestigd is, bevoegd.
Om alle functies van het Vaillant toestel op termijn vast
te stellen en om de toegelaten toestand niet te verande-
ren, mogen bij onderhoud en herstellingen enkel nog
originele Vaillant onderdelen gebruikt worden.
12.2 Serviceteam
12.2.1 Serviceteam (Nederland)
Het Serviceteam dient ter ondersteuning van de instal-
lateur en is tijdens kantooruren te bereiken op nummer
(020) 565 94 40.
12.2.2 Klantendienst (België)
Vaillant NV- SA
Rue Golden Hopestraat 15
B-1620 Drogenbos
Tel: 02 / 334 93 52
89Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Technische gegevens 13
13 Technische gegevens
13.1 Technische gegevens calorMATIC 630
Toestelbenaming Eenheden
Thermo-
staat
Werkspanning V AC/Hz 230 / 50
Opgenomen vermogen thermostaat VA 4
Contactbelasting van de uitgangsrelais
(max.)
A2
Maximale totale stroom A 6,3
Kortste schakelafstand min 10
Gangreserve min 15
Toegestane omgevingstemperatuur max. °C 40
Werkspanning voeler V 5
Minimumdoorsnede
- van de voelerleidingen
mm
2
0,75
- van de 230 V aansluitleidingen
mm
2
1,50
Afmetingen wandbehuizing
– Hoogte mm 292
– Breedte mm 272
– Diepte mm 74
Beschermklasse IP 20
Beschermingscategorie voor thermostaat I
Mate van vervuiling van de omgeving Normaal
Tabel 13.1 Technische gegevens calorMATIC 630
13.2 Voelerwaarden
Voelerwaarden VR 10
(aanvoer-, retour-, boiler- en opbrengstvoeler)
Temperatuur in °C R in kOhm
10 5,363
15 4,238
20 3,372
25 2,700
30 2,176
35 1,764
40 1,439
45 1,180
50 0,973
55 0,806
60 0,671
65 0,562
70 0,473
75 0,399
80 0,339
85 0,288
90 0,247
Tabel 13.2 Voelerwaarden VR 10
Voelerwaarden buitenvoeler
Temperatuur in °C R in kOhm
-25 2,167
-20 2,076
-15 1,976
-10 1,862
-5 1,745
0 1,619
5 1,494
10 1,387
15 1,246
20 1,128
25 1,02
30 0,92
35 0,831
40 0,74
Tabel 13.3 Voelerwaarden buitenvoeler
90 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
13 Technische gegevens
13.3 Fabrieksinstellingen
De fabrieksinstellingen kunnen alleen in het installateur-
niveau ingesteld en indien nodig gereset worden.
Menu Getoonde menutekst Instelbare parameters *) Instelbereik
Fabrieksinstel-
ling
C2 CV-circuit parameters
(¬ hfdst. 7.3.1)
Verlagingstemp.
Stooklijn
BT-uitschakelgrens
Pompblokkeertijd
Min. cv temperatuur
Max. cv temperatuur
Max. vooropwarming
Binnencompensatie
Vaste dagtemp.
Vaste nachttemp.
BT-uitschakelgrens
Retourtemperatuur
5 - 30 °C
0,1 - 4
5 - 50 °C
0 - 30 min
15 - 90 °C
15 - 90 °C
0 - 300 min
geen/compensatie/thermostaat
5 - 90 °C
5 - 90 °C
5 - 50 °C
15 - 60 °C
15 °C
1,2
21 °C
0 min
15 °C
75 °C/ 90 °C
0 min
geen
65 °C
65 °C
21 °C
30 °C
C4 Boileropwarmcircuit parameters
(¬ hfdst. 7.3.3)
Opwarmpompnaloop
Parallel opwarmen
Legionellabeveilig.
Legionella start
0 - 15 min
Uit/Aan
Uit, ma, di, ...zo, ma-zo
00:00 - 24:00
5 min
Uit
Uit
04:00
C7 Totaalsysteem parameters
(¬ hfdst. 7.3.4)
Max. vooruitschak.
Vorstbev.vertrag.
Continu verwarmen
Temp.verhoging
0 - 120 min
0 - 23 h
UIT, -25 ... 10°C
0 - 15 K
15 min
1 h
UIT
0 K
C8 Warmteopwekkers parameters
(¬ hfdst. 7.3.5)
Ketelschakelverschil
Min. cv temperatuur
Startvermogen boiler
1 - 20 K
15 - 90 °C
1 - 8
8 K
15 °C
1
C8 Warmtebron:
Kaskadeparameter
(alleen bij cascade-installatie)
(¬ hfdst. 7.3.5)
Inschakelvertrag.
Uitschakelvertrag.
Ketelvolgordeomkeer
1 - 60 min
1 - 60 min
Uit/Aan
5 min
5 min
Uit
C9 Speciale functie teleSWITCH
(¬ hfdst. 7.3.6.1)
teleSWITCH voor HK1 ... HK15
teleSWITCH voor boiler
geen, Verwarmen, Uit, Auto, Eco, Ver-
lagengeen, Aan, Uit, Auto
Verlagen
UIT
C9 Speciale functie afwerklaagdroging
(¬ hfdst. 7.3.6.2)
Tijdschema HK2 ... HK15 0 - 29 0
C11 Service
(¬ hfdst. 7.3.7)
Telefoonnummer FHW
Onderhoudsdatum
Temp.foutherkenning na
0 - 9 (17 cijfers)
Datum
UIT, 0 - 12 h
1.1.2003
UIT
C11 Code niveau wijzigen
(¬ hfdst. 7.3.7)
Code-nummer 0000 ... 9999
C12 Gereedschap
(¬ hfdst. 7.3.8)
Temp.correctie:
Buitentemperatuur
Kamertemp. actueel
Displaycontrast
-5 ... +5 K
-3 ... +3 K
0 - 16
0 K
0 K
11
A1 Installatieassistent A1
Taalkeuze (¬ hfdst. 7.4.1)
Taal
A4 Installatieassistent
Systeemconfiguratie
(¬ hfdst. 7.4.2
)
Aantal cv-ketels
Branderprincipe
Cv-ketel aan
1 of 2
1-traps of 2-traps
Trap 1-2 of 7, 8, 9
1
1-traps
7, 8, 9
A5 Installatieassistent
Systeemconfiguratie
(¬ hfdst. 7.4.3)
Voorrang
Afsluiter
Scheidingsschakeling
Ketelvolgordeomkeer
JA/NEE
JA/NEE
JA/NEE
UIT/AAN
NEE
NEE
NEE
UIT
A6 Installatieassistent
Systeemconfiguratie
(¬ hfdst. 7.4.4)
HK1
HK2 ... HK15
Boiler
Brandercircuit, gedeactiveerd
Brander- of mengcircuit/Vaste waarde/
Retourverhoging/Boileropwarmcircuit/
gedeactiveerd
Boileropwarmcircuit/, gedeactiveerd
Brandercircuit
Mengcircuit
Boiler
opwarmcircuit
Tabel 13.4 Fabrieksinstellingen
*) Welke parameters daadwerkelijk in het menu verschijnen is
afhankelijk van de aangesloten componenten en de instellingen.
91Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Technische gegevens 13
Overzicht: instelbare parameters in het
gebruikersniveau
Menu Menu-
naam
Instelbare
waarden
Opmerkingen Eenheid Min.
waarde
Max.
waarde
Stappen-
grootte/
Keuzemo-
gelijkheid
Fabrieks-
instelling
Eigen
instelling
1
Basisgegevens
(¬ hfdst.
7.2.2)
Datum
Dag
Tijd
dag, maand, jaar kiezen;
uur, minuten kiezen
Omschakeling
zomer/wintertijd
Auto/Uit Uit
3
Tijd programma
(¬ hfdst.
7.2.1).
Dag/blok Dag/blok van dagen (bijv.
ma-vr) kiezen
1 Start/einde tijd
2
3
Per dag/per blok van dagen
zijn drie tijdvensters
beschikbaar
uren/
minuten
10 min
4
Vakantie pro-
grammeren
voor totaalsys-
teem (¬ hfdst.
7.2.4).
Vakantieperiode begin dag, maand, jaar
instellen;
einde dag, maand, jaar
instellen
Gewenste waarde
in vakantie
Gewenste kamer-
temperatuur voor vakantie-
periode instellen
°C 5 30 1 15
5
HK1
parameter
(¬ hfdst.
7.2.5).
Verlagingstemp. Verlagingstemperatuur
vastleggen voor periodes
tussen de tijdvensters;
bij ingestelde vorstbeveili-
gingsfunctie is verlaging-
stemperatuur automatisch
5 °C;
verlagingstemperatuur
wordt niet weergegeven
°C 5 30 1 15
Stooklijn Aanvoertemperatuur
afhankelijk van buiten-
temperatuur regelen;
er kan worden gekozen uit
verschillende stooklijnen
0,1 4 0,05-0,1 1,2
Warm water-
parameter
(¬ hfdst.
7.2.5).
Gewenste
warmwater-
temperatuur
Gewenste temperatuur voor
de warmwaterbereiding
instellen
°C 35 70 1,0 60
7
Naam
wijzigen (¬
hfdst. 7.2.6)
HK1 willekeurige naam met max.
10 tekens invoeren
HK1
8
Code niveau
vrijgeven
(¬ hfdst.
7.2.7).
Codenummer Codenummer invoeren voor
toegang tot bedieningsni-
veau voor installateur
Tabel 13.5 Instelbare parameters in het gebruikersniveau
92 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Bijlage
Conformiteitsverklaring
Afb. A.1 Conformiteitsverklaring
93Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Uitleg van vakbegrippen
Begrippenlijst
Aanvoertemperatuur
Zie CV-aanvoertemperatuur.
Afwerklaagdroging
De functie voor afwerklaagdroging dient ervoor een pas
gelegde verwarmingsafwerklaag overeenkomstig de
voorschriften „droog te stoken“. Bij geactiveerde func-
tie zijn alle, inclusief de door telefonisch contact geko-
zen bedrijfsfuncties onderbroken. De aanvoertempera-
tuur van het geregelde CV-circuit wordt onafhankelijk
van de buitentemperatuur volgens een vooringesteld
programma geregeld.
Starttemperatuur: 25 °C
In het display wordt de bedrijfsfunctie met de huidige
dag en de gewenste aanvoertemperatuur weergegeven,
de lopende dag kan met de hand worden ingesteld.
Bij het opstarten van de functie wordt het tijdstip van de
start opgeslagen. De dagwisseling verloopt precies
volgens deze tijd.
Na net uit/aan start de afwerklaagdroging met
de laatste actieve dag.
Beschermklasse
De beschermklasse geeft aan of elektrische toestellen
geschikt zijn voor bepaalde omgevingsomstandigheden,
en geeft bovendien aan in welke mate mensen zijn
beschermd tegen potentieel gevaar bij het gebruik van
deze toestellen.
Voorbeeld:
De thermostaat heeft de beschermklasse IP 20. Hierbij
zijn de beide cijfers van belang.
Het eerste cijfer staat voor de bescherming van het
toestel tegen aanraking, bijv. met voorwerpen of
lichaamsdelen die in gevaarlijke zones van het toestel
zouden kunnen binnendringen
(2 = objecten > 12,5 mm Ø).
Het tweede cijfer staat voor de bescherming van het
toestel tegen water (0 = geen bescherming).
Binnencompensatie
De binnencompensatie betrekt de kamertemperatuur bij
de berekening van de aanvoertemperatuur.
Voorwaarden:
In de afstandsbediening of in de thermostaat die op
de wand is gemonteerd, is een temperatuurvoeler
gemonteerd die de kamertemperatuur meet.
De functie Binnencompensatie moet per CV-circuit
door de installateur (menu C2) worden geactiveerd.
Boilerlading
Boilerlading betekent dat de waterinhoud van de boiler
wordt verwarmd naar de gewenste warmwatertempera-
tuur.
Buitentemperatuur(BT)-uitschakelgrens
Onder BT-uitschakelgrens wordt de waarde van de bui-
tentemperatuur verstaan vanaf welke de behoefte-
afhankelijke CV-uitschakeling (automatische zomeruit-
schakeling) actief is.
De BT–uitschakelgrens kan voor elk CV-circuit apart
worden ingesteld in het bereik van 5 ... 50 °C, standaard
levering vindt plaats met de instelwaarde 21 °C. Stan-
daard is de gewenste kamertemperatuur voor elk CV-
circuit ingesteld op 20 °C. Als er een verandering van de
gewenste kamertemperatuur in het basismenu moet
plaatsvinden, dan moet de BT-uitschakelgrens eventueel
ook worden veranderd (min. 1 °C hoger dan gewenste
kamertemperatuur).
Circulatiepomp
Wanneer u de warmwaterkraan opent, kan het – afhan-
kelijk van de lengte van de leidingen – enkele ogenblik-
ken duren tot er warm water uit de kraan stroomt. Een
circulatiepomp pompt het warme water in het circuit
door uw warmwaterleiding. Daardoor is bij het openen
van de waterkraan direct warm water beschikbaar. Voor
de circulatiepomp kunnen tijdvensters worden gepro-
grammeerd.
Continu verwarmen
Buitentemperatuur vanaf welke buiten de geprogram-
meerde tijdvensters continu wordt doorverwarmd met
de gewenste kamertemperatuur/stooklijn die aan het
CV-circuit is toegewezen.
Er vindt geen nachtverlaging of totale uitschakeling
meer plaats, wanneer de ingestelde temperatuur wordt
bereikt of onderschreden.
CV-aanvoertemperatuur
Uw CV-toestel verwarmt water dat daarna door uw CV-
installatie wordt gepompt. De temperatuur van dit
warme water bij het verlaten van het CV-toestel wordt
aanvoertemperatuur genoemd.
CV-circuit
Een CV-circuit is een gesloten kringloopsysteem van lei-
dingen en warmteverbruikers (bijv. radiators). Het ver-
warmde water uit het CV-toestel stroomt het CV-circuit
binnen en komt als afgekoeld water weer in het CV-
toestel aan.
Een CV-installatie beschikt gewoonlijk over minimaal
één CV-circuit. Er kunnen echter extra CV-circuits aan-
gesloten zijn, bijv. voor de voorziening van meerdere
woningen of een extra vloerverwarming.
CV-installatie
De CV-installatie verwarmt de woning en stelt warm
water beschikbaar.
94 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Uitleg van vakbegrippen
CV-pomp
Een CV-pomp in een CV-installatie is een centrifugaal-
pomp die het verwarmde verwarmingswater naar de
radiators en huisaansluitstations transporteert en tege-
lijkertijd van daar het afgekoelde water uit de retourlei-
ding weer terugbrengt, zodat het CV-toestel dit opnieuw
kan verwarmen.
Gebruikersniveau
In het gebruikersniveau ziet u de fundamentele parame-
ters die u zonder speciale voorkennis en tijdens het nor-
male gebruik kunt instellen/wijzigen. U kunt uw CV-
installatie aan uw behoeften aanpassen door de para-
meters dienovereenkomstig in te stellen.
Gewenste kamertemperatuur
De gewenste kamertemperatuur is de temperatuur die
in de woning moet heersen en die u op de thermostaat
invoert. Als de thermostaat in de woonkamer geïnstal-
leerd is, dan geldt de gewenste kamertemperatuur voor
het vertrek waar de thermostaat is geïnstalleerd. Als de
thermostaat in het CV-toestel geïnstalleerd is, dan geldt
de gewenste kamertemperatuur als richtwaarde voor de
regeling van de aanvoertemperatuur volgens de
stooklijn.
Gewenste waarden
Gewenste waarden zijn waarden die worden gewenst
door de gebruiker en die op de thermostaat worden
ingesteld, bijv. de gewenste kamertemperatuur of de
gewenste boilertemperatuur voor de warmwaterberei-
ding.
Handbedrijf
In handbedrijf kunt u elke afzonderlijke voeler, elke
pomp en elke mengklep van de CV-circuits apart aanstu-
ren en op functioneren controleren.
HK1
HK1 is de standaardnaam (fabrieksinstelling) voor het
CV-circuit 1 van uw CV-installatie. De naam HK1 kunt u
wijzigen.
Installateurniveau
In het installateurniveau staan de specifieke parameters
die de installateur kan instellen/wijzigen. Dit bedienings-
niveau is voorbehouden aan de installateur en wordt
daarom beveiligd met een toegangscode.
Kamertemperatuur
De kamertemperatuur is de daadwerkelijk gemeten tem-
peratuur in de woning.
Ketelvolgorde-omkeer (alleen voor cascades)
Doel van de ketelvolgorde-omkeer is een gelijkmatige
werkduur van alle aangesloten warmteopwekkers.
Een wissel van de ketelvolgorde wordt uitgevoerd, wan-
neer:
1. ketelvolgorde-omkeer in het menu vrijgegeven en
2. ketelvolgorde-omkeer in het gekozen hydraulisch
schema mogelijk en
3. verschil in de aansturingsduur tussen eerste en
laatste ketel 100 h bedraagt.
In dit geval wordt volgens aanstuururen in oplo-
pende volgorde gesorteerd.
Er wordt een interne waarde voor de aanstuururen
gebruikt, er worden niet de gebruiksuren van het
CV-toestel uitgelezen.
Opmerkingen:
Bij verschillende warmteopwekkers met verschillende
vermogens is een ketelvolgorde-omkeer niet zinvol.
Basisinstelling: geen ketelvolgorde-omkeer
Legionella
Legionella zijn in het water levende bacteriën die zich
snel kunnen verspreiden en die tot ernstige longaandoe-
ningen kunnen leiden. Zij komen daar voor waar ver-
warmd water zorgt voor optimale omstandigheden voor
de vermeerdering ervan. Kortstondig opwarmen van het
water boven 65 °C doodt legionella.
Maximale vooropwarming (Verwarmen)
Met deze functie wordt de activering van de CV-circuits
vóór het tijdvenster mogelijk gemaakt, met de bedoeling
om bij aanvang van het tijdvenster reeds de gewenste
kamertemperatuur te bereiken.
De functie wordt alleen voor het eerste tijdvenster van
de dag uitgevoerd. De aanvang van de opwarming wordt
afhankelijk van de buitentemperatuur vastgelegd:
Invloed van de buitentemperatuur:
BT –20 °C : ingestelde vooropwarmtijd
BT +20 °C : geen vooropwarmtijd
Omschakeling zomer/wintertijd
In het basisscherm kan worden vastgelegd of de
omschakeling tussen zomer-/wintertijd automatisch
moet plaatsvinden.
Bij de fabrieksinstelling (toestand bij levering) vindt
geen automatische omschakeling plaats.
Als de thermostaat is uitgerust met de buitenvoeler
VRC DCF, vindt de omschakeling zomer-/wintertijd auto-
matisch plaats. Uitschakelen van de automa-
tische omschakeling is in dit geval niet mogelijk.
In het laatste weekeinde van maart wordt de klok een
uur vooruit gezet: van 2:00 naar 3:00 uur.
In het laatste weekeinde van oktober wordt de klok een
uur achteruit gezet: van 3:00 naar 2:00 uur.
95Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Uitleg van vakbegrippen
Speciale bedrijfsfuncties:
Als de bedrijfsfunctie Auto voor het boilercircuit werd
gekozen, dan beïnvloeden de volgende speciale bedrijfs-
functies de bijverwarming:
Party: boilerlading tot de dalende flank van het
volgende tijdvenster
Vakantie: boilerlading gedeactiveerd
1x opwarmen: de boiler wordt eenmalig tot de ingestelde
gewenste temperatuur opgewarmd
Stooklijn
De aanvoertemperatuur in CV-installaties die afhankelijk
van de buitentemperatuur is berekend, wordt stooklijn
genoemd. De aanvoertemperatuur van het CV-circuit
wordt daarbij warmer, naarmate de buitentemperatuur
lager wordt.
teleSWITCH
Vaillant teleSWITCH telefoon-afstandsschakelaar voor
het op afstand regelen van de CV via telefoon.
Temp.foutherkenning
Met deze functie is het mogelijk om fouten met betrek-
king tot instelling resp. configuratie in een CV-circuit te
herkennen.
Als de ingestelde gewenste temperatuur ook na langere
tijd (in te stellen parameters: UIT, tussen 1 en 12 h) niet
wordt bereikt, verschijnt er een storingsmelding voor
het betreffende circuit.
Fabrieksinstelling: UIT
Temp.verhoging
De functie dient er bij mengcircuits voor,
a) te verhinderen dat de mengklep bij gewenste ketel-
temperatuur kort voor opnieuw inschakelen van de
ketel ondanks volledige opening zijn gewenste
waarde niet kan bereiken,
b) te verhinderen dat bij mengcircuits met vaste bij-
menging tijdens de opwarmfunctie 's morgens de
gewenste mengwaarde (ook wanneer de gewenste
temperatuur van de warmteopwekker is bereikt) niet
kan worden bereikt, omdat de vaste bijmenging de
mengcircuittemperatuur te sterk verlaagt,
c) een optimaal regelbereik voor de werking van de
mengklep mogelijk te maken. (Een stabiele werking is
alleen mogelijk, wanneer de mengklep slechts zelden
naar de „Open“ aanslag moet lopen; daardoor wordt
een hogere regelkwaliteit gewaarborgd.)
Daarom kunt u voor alle mengcircuits samen een ketel-
temperatuurverhoging instellen. Deze verhoogt de
actuele gewenste temperatuur van het CV-circuit met
de ingestelde waarde.
Temperatuurcorrectie actuele kamertemperatuur
De weergavewaarde voor de kamertemperatuur kunt u
indien nodig in een bereik van +/-3 °C naar boven of
naar beneden verschuiven.
Temperatuurcorrectie buitentemperatuur
De sensorwaarde van de buitenvoeler, die op de zonne-
systeemthermostaat wordt aangesloten, kan met een
waarde van +/- 5 °C worden verschoven om invloeden
van buitenaf te compenseren.
Dat wil zeggen, de gemeten buitentemperatuur wordt
met de ingestelde waarde veranderd.
Instelbereik: –5 K ... +5 K,
Basisinstelling: 0 K
Tijdvenster
Voor de CV, de warmwaterbereiding en de
circulatiepomp kunnen per dag drie tijdvens-
ters geprogrammeerd worden.
Voorbeeld:
Tijdvenster 1: ma 09.00 - 12.00 uur
Tijdvenster 2: ma 15.00 uur - 18.30 uur
Bij de warmwaterbereiding is voor alle tijdvensters de
gewenste warmwaterwaarde maatgevend.
Bij de circulatiepomp bepalen de tijdvensters de bedri-
jfstijden.
Uitschakelvertraging (alleen voor cascades)
Na afloop van de uitschakelvertragingstijd wordt de
volgende uit te schakelen trap alleen uitgeschakeld,
wanneer de temperatuur zich nog steeds boven de uit-
schakeltemperatuur bevindt.
Veiligheidscategorie
Veiligheidscategorie geeft de indeling en markering van
elektrische toestellen aan met betrekking tot de aanwe-
zige veiligheidsmaatregelen voor het voorkomen van
een elektrische schok.
Verlagingstemperatuur
De verlagingstemperatuur is de temperatuur waarop uw
CV-toestel de kamertemperatuur buiten de geprogram-
meerde tijdvensters instelt.
Voorrang
Voorrang werkt als een scheidingsschakeling voor
slechts een enkel CV-toestel. De boiler is hydraulisch
direct verbonden met het CV-toestel.
Tijdens een boilerlading draaien alle pompen van de CV-
circuits door.
96 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Uitleg van vakbegrippen
Vorstbeveiligingsvertraging / CV-vorstbeveiliging
De functie CV-vorstbeveiliging waarborgt in de bedrijfs-
functies Uit, Eco (buiten de tijdvensters) de vorstbevei-
liging in de installatie en geldt voor alle aangesloten CV-
circuits. Om te vermijden dat de installatie bevriest,
wordt de gewenste kamertemperatuur ingesteld op de
ingestelde gewenste verlagingswaarde en de CV-pomp
ingeschakeld, wanneer de buitentemperatuur beneden
een waarde van 3 °C komt. De vorstbeveiligingsfunctie
kan voor een bepaalde tijdsinterval worden onderdrukt
door instellen van een vertragingstijd (instelbereik 0 -
23 h).
Verder wordt de vorstbeveiliging onafhankelijk van de
gemeten buitentemperatuur geactiveerd, wanneer bij
een aangesloten afstandsbediening wordt vastgesteld
dat de gemeten kamertemperatuur lager is dan de inge-
stelde verlagingstemperatuur.
Warmwaterbereiding
Het water in de warmwaterboiler wordt door uw CV-
toestel tot de gekozen gewenste boilertemperatuur ver-
warmd. Als de temperatuur in de warmwaterboiler met
een bepaalde waarde daalt, dan wordt het water weer
tot de gewenste boilertemperatuur verwarmd. Voor de
opwarming van de boilerinhoud kunt u tijdvensters pro-
grammeren.
Weersafhankelijk
De buitentemperatuur wordt door een gescheiden, in de
buitenlucht aangebrachte voeler gemeten en doorgege-
ven aan de thermostaat. Bij lage buitentemperaturen
zorgt de thermostaat zo voor een verhoogd verwar-
mingsvermogen, bij hogere buitentemperaturen voor
verminderd verwarmingsvermogen.
97Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Trefwoordenregister
Trefwoordenregister
A
Afwerklaagdroging ................................................................ 70
Artikelnummer ..........................................................................4
B
Basisgegevens instellen ........................................................ 51
Bediening ................................................................................. 49
Menu kiezen .......................................................................49
Menustructuur .................................................................... 15
Parameter kiezen en markeren .................................... 49
Speciale functies oproepen ...........................................49
Bedieningselementen ............................................................ 14
Overzicht ............................................................................. 14
Bedieningsniveaus .................................................................. 18
Gebruikersniveau ............................................................... 18
Installateurniveau .............................................................. 18
Bedrijfsfuncties ....................................................................... 10
Buitenbedrijfstelling ..............................................................85
Thermostaat tijdelijk buiten werking stellen .............85
Buitenvoeler ...............................................................................4
DCF-ontvanger monteren ............................................... 24
VRC 693 monteren .......................................................... 25
C
Conformiteitsverklaring ....................................................... 92
CV-circuit ................................................................................. 94
CV-thermostaat calorMATIC 630 monteren .................. 22
E
Elektrische installatie ............................................................27
Aansluiting circulatiepomp ............................................ 29
Aansluiting warmwaterboiler .........................................32
Bedrading ........................................................................... 29
Buitenvoeler ........................................................................ 41
CV-toestel met eBus aansluiten ................................... 28
CV-toestel zonder eBus aansluiten ...............................27
DCF-ontvanger aansluiten ............................................... 41
Mengcircuit aansluiten als boileropwarmcircuit....... 29
Stekkerbezetting ................................................................31
Toebehoren aansluiten ................................................... 42
F
Fabrieksinstellingen .............................................................. 90
Functies ..................................................................................... 10
1x opwarmen ....................................................................... 10
Overzicht ............................................................................. 10
Partyfunctie ........................................................................ 10
Vakantiefunctie .................................................................. 10
Vorstbeveiligingsfunctie ............................................ 10, 13
G
Gebruikersassistentie ............................................................ 14
Gebruikersniveau .................................................................... 18
Menustructuur .................................................................... 15
Overzicht: Instelbare parameters.................................. 91
Parameters in het gebruikersniveau instellen en
optimaliseren .....................................................................50
Gebruikswijze ................................................................... 59, 77
Gebruik volgens de voorschriften ........................................6
Gegevensoverdracht.............................................................48
I
Inbedrijfstelling ...................................................................... 45
Eerste inbedrijfstelling ....................................................46
Thermostaat inschakelen ............................................... 45
Informatiedisplay ................................................................... 62
Installateurniveau ................................................................... 18
beveiligen tegen toegang door onbevoegden .......... 47
Installateurniveau verlaten ............................................ 79
Menustructuur .................................................................... 16
Parameters instellen en optimaliseren ....................... 58
verlaten ............................................................................... 79
vrijgeven ............................................................................. 57
Installatieassistent ................................................................ 75
Actoren ............................................................................... 78
Component ......................................................................... 78
CV-toestellen ..................................................................... 75
Gebruikswijze ......................................................................77
Sensoren ............................................................................. 78
Taal ....................................................................................... 75
Voorrang ............................................................................. 76
Warmtebronkeuze ............................................................ 78
Installatieplaats ........................................................................21
Eisen aan de installatieplaats ..........................................21
L
Legionella ................................................................................ 94
Legionellabeveilig. ....................................................................7
Leveringsomvang .................................................................. 20
M
Menutypes .......................................................................... 18, 19
Basisscherm ................................................................. 19, 50
Menu‘s in verschillende bedieningssituaties .............. 19
Montage ................................................................................... 20
O
Onderhoudsmelding .............................................................. 83
Oorzaken van storingen ......................................................84
opwarmen
1x opwarmen ....................................................................... 10
Overdracht aan de gebruiker ............................................. 82
Overzicht functies .................................................................. 10
98 Installatiehandleiding calorMATIC 630 0020095099_00
Trefwoordenregister
P
Parameter kiezen en markeren ......................................... 49
Parameters in het gebruikersniveau .........................54, 55
Instelbare parameters in het gebruikersniveau
(overzicht) ........................................................................... 91
Parameters instellen......................................................49, 60
Aantal cv-ketels ................................................................ 75
Aanvoertemp. gewenst .................................................... 61
Aanvoertemp. actueel ...................................................... 61
Afstandbed. ......................................................................... 61
Binnencompensatie ........................................................... 61
Boilertemp. actueel ........................................................... 61
Boilertemp. gewenst .................................................54, 55
BT-uitschakelgrens ...........................................................60
Buitentemperatuur ........................................................... 74
Continu verwarmen .........................................................66
Displaycontrast ................................................................. 74
Frostschutzverzögerung ................................................. 65
Gebruikswijze ......................................................................77
Gewenste inst.temp. ........................................................ 68
Kamertemp. actueel ......................................................... 74
Legionellabeveilig. ............................................................ 64
Legionella start .................................................................64
Max.vooropwarming ........................................................60
Max. Vorabschaltung ....................................................... 65
Min. cv temperatuur ........................................................ 60
Opwarmpompnaloop........................................................ 63
Parallel opwarmen ........................................................... 63
Pompblokkeertijd ............................................................... 61
Retourtemp. actueel ......................................................... 61
Retourtemperatuur ........................................................... 61
Service (onderhoudsdatum) ...........................................72
Servicegegevens instellen ...............................................72
Stooklijn .......................................................................54, 60
Telefoonnummer service .................................................72
teleSWITCH ........................................................................ 69
Temp.verhoging ................................................................ 66
Temperatuurfoutherkenning na ....................................72
Toegangscode instellen ...................................................73
Verdelertemp. actueel .....................................................68
Verlagingstemp. .........................................................54, 60
Voorrang ............................................................................. 76
Warmwatertemperatuur ................................................. 55
Partyfunctie ............................................................................. 10
R
Recycling en afvoer .............................................................. 87
Verpakking ......................................................................... 87
S
Servicefuncties....................................................................... 79
Bedieningsverloop bij servicefuncties......................... 79
Handbedrijf ......................................................................... 79
Schoorsteenvegerbedrijf ................................................ 79
Servicegegevens instellen ....................................................72
Spaarfunctie ............................................................................ 10
Speciale functies ........................................................19, 80, 81
1x opwarmen ....................................................................... 81
Spaarfunctie ......................................................................80
Speciale functie teleSWITCH .............................................. 69
Stooklijn ............................................................................. 12, 54
Storingscodes .........................................................................84
Storingsgeheugen ................................................................. 83
Storingsmeldingen ................................................................ 83
Storingscodes en oorzaken van storingen ................84
Symbolen ....................................................................................4
T
Technische gegevens ...........................................................89
Thermostaat afvoeren .........................................................86
Thermostaat bedienen ...................... 49, 51, 52, 53, 54, 56
Bedrijfsfunctie en gewenste kamertemperatuur
instellen ...............................................................................50
Menu kiezen .......................................................................49
Parameters in het gebruikersniveau instellen en
optimaliseren .....................................................................50
Parameters in het installateurniveau instellen en
optimaliseren .....................................................................58
Thermostaat buiten werking stellen .................................85
Tijdvenster .......................................................................... 10, 11
instellen ............................................................................... 52
Toebehoren ............................................................................. 20
Toegangscode instellen ........................................................73
Toestel- en functiebeschrijving .............................................8
Bedrijfsfuncties .................................................................. 10
Opbouw en functie ..............................................................8
Typeoverzicht ............................................................................4
Typeplaatje .................................................................................4
V
Vakantieprogramma .............................................................. 10
Vakantiefunctie .................................................................. 10
Vakantie programmeren................................................. 53
Veiligheidsaanwijzingen/voorschriften ............................... 6
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen ...................6
Verhelpen van storingen ..................................................... 83
Verlagingstemp. .............................................................. 54, 95
Verlagingstemperatuur, stooklijn en
warmwatertemperatuur (gewenste boilertemperatuur)
instellen .................................................................................... 54
Verlagingstemperatuur instellen ....................................... 54
Vorstbeveiligingsfunctie ................................................. 10, 13
VRC 693 ................................................................................... 25
W
Warmwatertemperatuur ............................................... 54, 55
Weersafhankelijke regeling .................................................. 10
0020095099_00 NLBENL 022010 – CWijzigingen voorbehouden
5

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Vaillant VRC 630 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Vaillant VRC 630 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,02 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Vaillant VRC 630

Vaillant VRC 630 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 56 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info