12 Installatiehandleiding ecoVIT exclusiv 0020077397_01
4.3.1 Voorschriften voor de montageplaats
i
Gasgestookte toestellen met een totaal nomi-
naal warmtevermogen boven 50 kW moeten
in aparte ruimtes worden geplaatst die geen
ander doel dienen, d.w.z. die ook geen ver-
blijfsruimtes mogen zijn.
Voor de keuze van de standplaats alsmede voor de
maatregelen van be- en ontluchting van de plaat-
singsruimte moet toestemming van de bevoegde
bouw- en woningtoezicht verkregen worden.
De verbrandingslucht die het toestel krijgt aangevoerd,
moet technisch vrij zijn van chemische stoffen die b.v.
fluor, chloor of zwavel bevatten. Sprays, verf, oplos- en
reinigingsmiddelen en lijm bevatten dergelijke stoffen
die bij gebruik van het toestel in het ongunstigste geval
kunnen leiden tot corrosie, ook in de rookgasinstallatie.
4.3.2 Aanbevolen minimumafstanden voor plaatsing
Het is niet nodig een bepaalde extra afstand ten
opzichte van componenten van brandbaar materiaal
resp. met brandbare bestanddelen in acht te nemen,
omdat de temperatuur aan het behuizingsoppervlak hier
altijd lager is dan de toegestane temperatuur van 85 °C.
Let er echter op dat achter en naast het toestel vol-
doende vrije ruimte blijft om de condensafvoerslang
veilig boven een afvoer te kunnen plaatsen of, indien
nodig, een condenstransportpomp aan te sluiten. Men
moet in de afvoer kunnen kijken.
4.3.3 CV-toestel uitlijnen
Lijn de gasgestookte ketel met behulp van de in
hoogte verstelbare voeten horizontaal uit om het
condenswater uit de condensbak te laten afvoeren.
>
>
>
4 CV-toestel monteren