8 atmoVIT8
4 Bediening
4.4 Instellingen voor de warmwaterbereiding
Afb. 4.5 Warmwaterbereiding (alleen bij aangesloten
warmwaterreservoir)
Voor de bereiding van warm water met een atmoVIT-
ketel moet een warmwaterreservoir aan het
verwarmingsapparaat zijn aangesloten.
•Stel de draaiknop (1) voor de instelling van de
reservoirtemperatuur in op de gewenste temperatuur.
Daarbij betekent:
- linker aanslag (vorstbescherming) 15 °C
- rechter aanslag (max.) 70 °C
- laagste warmwatertemperatuur (min.) 40 °C
Bij het instellen van de gewenste temperatuur wordt
tegelijkertijd de bijhorende gewenste waarde van het
warm water getoond in het display van het DIA-systeem.
Na ca. 5 seconden verdwijnt deze indicatie en verschijnt
weer de standaardindicatie (huidige verwarmings-
toevoertemperatuur, b.v. 45 °C).
De huidige temperatuur van het reservoir kunt u aflezen
door de "+"-toets in te drukken.
Reservoirbedrijf uitschakelen
Bij atmoVIT-ketels met aangesloten warmwaterreservoir
kunt u de reservoirlading uitschakelen, maar de
verwarming verder laten werken.
•Draai hiervoor de draaiknop (1) voor de instelling van
de warmwatertemperatuur naar de linker aanslag.
Er blijft alleen een vorstbeschermingsfunctie voor het
reservoir actief.
4.5 Instellingen voor het verwarmingsbedrijf
Overeenkomstig de verordening over de energie-
besparende warmte-isolatie en energiebesparende
installatietechniek bij gebouwen moet uw verwarmings-
installatie met een weersafhankelijke regeling of met
een ruimtetemperatuurregelaar zijn uitgerust.
Indien uw verwarmingsinstallatie van een weersaf-
hankelijke regeling of van een analoge regelaar voor de
ruimtetemperatuur voorzien is, dan stelt u de
toevoertemperatuur in volgens hoofdstuk 4.5.1.
Als er geen extern regelapparaat voorhanden is of als er
een ruimtetemperatuurregelaar in tweepuntsbedrijf is
aangesloten, dan stelt u de toevoertemperatuur in
volgens hoofdstuk 4.5.2.
Aanwijzing!
Informatie over de in uw verwarmingsinstallatie
gebruikte regeling krijgt u van uw vakman.
4.5.1 Instelling van de toevoertemperatuur via het
regelapparaat
Afb. 4.6 Instelling van de toevoertemperatuur door een
regelapparaat
De toevoertemperatuur wordt automatisch door het
regelapparaat vastgelegd (informatie hierover vindt u in
de gebruiksaanwijzing van het regelapparaat).
•Zet de draaiknop (1) voor het instellen van de
verwarmings-toevoertemperatuur in de rechter
aanslag.