8
Start vanuit de Hartslag functie.
1. De SET toets drukken en vasthouden
om de Doel-Zone te kunnen instellen.
2. Instellen van de Leeftijd (Age) (knip-
pert) met de RESET of de ALARM toets
(het bereik is 7 - 99, de normaalinstelling
is 30). Druk de SET toets voor de vol-
gende instelling. (Als u de ingebouwde EZ-
instelling van 65-85% van uw maximum wilt
gebruiken, alleen uw
leeftijd ingeven en de stappen 3, 4 en 5
overslaan door de SET toets drie keer te
drukken.)
3. Het Alarmsignaal van de Doel-Zone
(knippert) aan- of uitzetten (ON/OFF) met
de RESET of de ALARM toets. Druk de SET
toets voor de volgende instelling.
4. Doel-Zone Hoog (TZ) (knippert)
instellen met de RESET of de ALARM toets
(de automatische instelling is gebaseerd
op de leeftijd; de instelling van de boven-
grens kan naar wens gewijzigd worden).
Druk de SET toets voor de volgende
instelling.
5. Doel-Zone Laag (TZ) (knippert)
instellen met de RESET or ALARM toets
(de automatische instelling isgebaseerd
op de leeftijd; de instelling van de
ondergrens kan naar wens gewijzigd
worden).
HET INSTELLEN VAN UW DOEL-ZONE
Let op: Alle gegevens die niet worden ingesteld worden
automatisch op de standaard waarden gezet. De grenzen van
de Doel-Zone worden automatisch op 65-85% van uw
maximum ingesteld op basis van uw leeftijd (waarbij het
maximum = 220 - leeftijd) (iedere keer als de instelling van de
leeftijd wordt veranderd). Deze Monitor geeft u de
mogelijkheid uw boven- en ondergrenzen met een onderling
verschil van minimaal 1 hartslag te programmeren. U kunt ook
iedere grens uitschakelen ("off" positie), u kunt echter de
ondergrens niet hoger dan de bovengrens zetten of de
bovengrens lager dan de ondergrens.