24
Volg,wanneerudebovenstaandetabelheeftingevuld,devolgendestappenomeen
frequentieinhetgeheugenopteslaanoftewijzigen:
1. DrukopE/PGMomnaardeprogrammeringmodustegaan.Opdescanner
verschijnthetPGM‐icoontje.
2. Wanneeruniethethuidigekanaalwiltprogrammeren,
voerdanhet
geheugennummerinendrukopHOLD.
3. Voerdefreq uentiein,inclusiefdedecimalepunt.DrukvervolgensopE/PGM.
4. Wiltuhetvorigeofvolgendegeheugenvullen,gebruikdanSofTen
herhaalstap3.
Wiltueenanderegeheugenvullen,herhaaldanvanaf
stap2.
5. Wiltudeprogrammeringmodusbeëindigen,drukdanopHOLDofSCANom
vanmodusteveranderen.
Opmerkingen:
‐ Iederefrequentiedieuprogrammeertvervangtdevorigeopgeslagenfrequentie.
‐ Wanneerueenfrequentieinvoertdieualheeftopgeslagenineenander
geheugeninstap3,klinkt
eenpiepjeenwordthetkanaalweergegevenwaaru
defrequentieeerderheeftopgeslagen.Alsudefrequentietochwiltopslaan,
drukdaninstap3nogmaalsopE/PGM.
‐ Wiltudeinhoudvaneengeheugenwissen,voerdaninstap3“0”in.
‐ Kanalendieuprogrammeert
wordenautomatischontsloten(Zie“Geheugensin‐
enuitsluiten”).Devertragingwordtingeschakeld(Zie“Kanaalvertraging
instellen”).
Eengeheugenselecteren
Omeenenkelgeheugenteselecteren,druktuopHOLD.Ophetdisplaywordtdanhet
HOLD‐icoontjeweergegeven.SelecteervervolgenseengeheugendooropSofTte
drukkenomnaardescannertegaanofhetgeheugennummerintetoetsen.Druk
daarnaopHOLD.
Geheugenbankenscannen
Omdegeprogrammeerdegeheugenstescannen,druktuopSCAN.Descannerscant
alleingeslotengeprogrammeerdegeheugensindeingesteldegeheugenbankenen
stoptbijeengeheugenwaarhetactiviteitontdek t.Wiltugeheugenbanken in‐of