1.3 Nitrox informatie (O
2
-informatie)
Voor duiken met perslucht is stikstof het gas dat de noodzaak tot decompressie bepaalt. Wanneer u met
Nitrox duikt kan echter uw zuurstofblootstelling, als functie van het percentage zuurstof en de diepte, uw
maximum diepte en duikduur gaan beperken. De Smart maakt deze berekeningen voor u en toont u de
benodigde informatie:
<O
2
% MIX> Het ingestelde zuurstofpercentage. Bij open ademsystemen moet het percen-
tage zuurstof handmatig ingesteld worden tussen 21% (perslucht) en 100% in
stappen van 1%. Op deze waarde worden alle berekeningen gebaseerd.
ppO
2 max.
De maximaal toelaatbare partiële zuurstofdruk: hoe groter het zuurstofper-
centage in uw ademgas, hoe ondieper u de maximum partiële zuurstofdruk
(ppO
2
max) bereikt. De diepte waarop u uw ppO
2
max bereikt, noemt met de
Maximum Operating Depth (MOD) ofwel de maximale bedrijfsdiepte. De stan
-
daard instelling is 1,4 bar maar met behulp van de het SmartTRAK programma
kunt u deze waarde instellen tussen 1,0 en 1,95 bar. Wanneer u de parameters
van een bepaald gasmengsel wijzigt, zal de Smart de maximale ppO
2
en de
overeenkomstige maximale diepte (MOD) weergeven. De Smart geeft visuele
en akoestische waarschuwingen wanneer u de maximum diepte overschrijdt.
De CNS O
2
% waarden en waarschuwingen worden niet beïnvloed door de
ingestelde maximale ppO
2
.
CNS O
2
% Zuurstofvergiftiging: bij een hoger
zuurstofpercentage wordt de hoe
-
veelheid zuurstof in de weefsels,
met name het centrale zenuwstel,
steeds belangrijker. Als de partiële
zuurstofdruk boven 0,5 bar komt
zal de CNS O
2
% waarde toenemen.
Pas beneden 0,5 bar neemt deze
waarde weer af. Hoe dichter de CNS
O
2
% waarde bij de 100% komt, hoe
groter de kans op symptomen van
zuurstofvergiftiging ->17.
Duiken met Nitrox is voorbehouden aan ervaren duikers die hiervoor gebrevet-
teerd zijn door een erkende opleidingsorganisatie.
12
1 Terminologie en Symbolen
UWATEC
®
Smart dive computers