Nederlands
9
2 Bediening
UWATEC
®
Smart dive computers
II
2.3 Het display inschakelen
• automatisch wanneer de computer wordt ondergedompeld in water of wan
-
neer een aanpassing aan veranderde omgevingsdruk nodig is.
• wanneer handmatig watercontacten B en E op de behuizing worden over
-
brugd.
•
COM wanneer de kraan van de fles geopend wordt en de flesdruk > 8 bar
bedraagt.
• Wanneer de Smart in de ruststand staat, wordt er geen
informatie op het display getoond. De computer meet
regelmatig de atmosferische druk. Wanneer na meting van
de
atmosferische druk een nieuw hoogtegebied wordt gese-
lecteerd, zal de Smart zich gedurende 3 minuten inschakelen
-> 21.
• De Sm
art kan geactiveerd worden door watercontacten B en
E te overbruggen. Om u de gelegenheid te geven om het
display op een volledige weergave te controleren, zullen 5
seconden lang alle segmenten oplichten.
Daarna wordt het ingestelde
O
2
-percentage, de tempera-
tuur en in
sommige gevallen de hoogte-instelling getoond
(->21). De Smart COM zal u ook de flesdruk laten zien.
Als u reststikstof in uw lichaam heeft van een eerdere duik
of als gevolg van een verandering in hoogte, zal de Smart
het <do not fly> symbool tonen tesamen met de tijd van
het vliegverbod, de huidige hoogtesectie en het verboden
hoogtebereik (->20).
2.4 De batterijcapaciteit controleren
Nadat u de Smart heeft ingeschakeld kunt u met het E contact de resterende
batterijcapaciteit bekijken. De batterijspanning wordt 3 seconden lang als een
percentage van het maximum getoond. Wanneer deze waarde 0% bereikt zal
de batterijspanningswaarschuwing aangaan (zie pagina 13) als teken dat u de
batterij moet laten vervangen door een geautoriseerd SCUBAPRO UWATEC
dealer.
Gedurende een 7-daagse duikvakantie gebruikt de Smart tussen 2 en 5%
van zijn batterijcapaciteit.
2.5 Keuze en activering van functies
Met de B en + of B en – contacten kunt u de duikplanner en
de logboekfunctie activeren, alsook het zuurstofpercentage
en het MB-niveau instellen.
Na het kiezen van de gewenste functie kunt
u met contact B en E uw keuze bevestigen en
later de functie verlaten.
Nadere bijzonderheden over deze vier functies
vindt u op de genoemde pagina’s.
Ingave microbelletjesniveau (->24)
Ingave zuurstofpercentage (->14)
Logboekfunctie (->31)
Duikplanner (->29)
Met behulp van de software kunt u de volgende gegevens bekijken:
• Het totaal aantal duiken gemaakt
met de computer
• Totaal aantal uren gedoken met de
computer
• Atmosferische druk
• Duikprofielen
• Logboek
• Temperatuurcurve
• COM Curve van inspanningsniveau
• Waarschuwingen en
aandachtsignalen