6
1.2 DRAADLOZE PASSIEVE INFRAROODDETECTOR
1. PIR-SENSOR
Detecteert iedere beweging binnen het beveiligde gebied.
2. SELECTIEKNOP TEST/ON-MODUS
Zet deze knop in de TEST-stand als u het detectiebereik van de PIR-detector gaat testen.
Laat deze schakelaar anders in de ON-stand staan.
3. LED
In de testmodus knippert de binnen-LED om aan te geven dat beweging is gedetecteerd.
1.3 DRAADLOZE MAGNETISCHE DEUR-/RAAMDETECTOR
1. NOODKNOP
Druk in noodgevallen op de NOOD-knop. Het alarm van de hoofdunit gaat dan af.
2. MAGNEETCONTACT
Het contact bevat een magnetische strip, waarmee het openen of sluiten van de deur of het
raam wordt gedetecteerd.
3. LED
Deze licht op als een inbraaksignaal naar de hoofdunit wordt gestuurd (de gebruiker kan
de deur of het raam openen of sluiten om vast te stellen of het signaal goed wordt
doorgestuurd).
1.4 AFSTANDSBEDIENING
1. NOODKNOP (of weergegeven via een pictogram ‘Maakt contact’)
Druk op deze knop om de sirene van het buitenalarm of het alarm van de hoofdunit
binnenshuis in werking te stellen. Druk op de knop DISARM om het geluidsalarm op
ieder gewenst moment uit te schakelen.
2. Knop FULLY ARM (of weergegeven via het pictogram ‘Huis’)
Druk op deze knop om alle detectoren te activeren. Als u nogmaals op deze knop drukt,
worden alle detectoren gedeactiveerd. Gebruik deze instelling als niemand zich binnen
het beveiligd gebied of het huis bevindt.
Nadat u op de knop ARM hebt gedrukt, licht de LED van de hoofdunit en de
afstandsbediening op. Vervolgens hoort u een pieptoon op de hoofdunit en knippert de
LED gedurende 30 seconden. Ten slotte houden de pieptonen op, terwijl de LED blijft
branden om aan te geven dat het volledige systeem is geactiveerd. De gebruiker kan de
instelling tijdens deze 30 seconden annuleren door op de knop ARM en vervolgens op de
knop DISARM te drukken.
3. Knop DISARM (of weergegeven via een pictogram: ‘Sleutel’)
Met deze knop kan het toetsenblok van de hoofdunit worden vergrendeld, waardoor
niemand deze vergrendeling kan opheffen of het systeem via de toetsen kan bedienen. Het
toetsenblok wordt vergrendeld als u de knop ingedrukt houdt tot er 10 pieptonen zijn te
horen. Als u de knop nogmaals ingedrukt houdt tot er 10 pieptonen zijn te horen, wordt de
vergrendeling van het toetsenblok opgeheven.
4. LED
Deze brandt telkens als er een signaal naar de hoofdunit wordt gezonden.