5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Houd het
motortoerental van de tweede auto constant en zet het contact
AAN. Start vervolgens de motor van de auto.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Houd het
motortoerental van de tweede auto constant en zet het contact
AAN. Start vervolgens de motor van de auto.
Verwijder de hulpstartkabels in exact de omgekeerde volgorde
van aansluiten als de motor van uw auto aangeslagen is.
Plaats de afdekkap en haak de groef van de rubberen strip
aan de afdekkap.
Laat, nadat de motor van uw auto aangeslagen is, de auto zo snel
mogelijk nakijken door een Toyota-dealer of erkende reparateur.