5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als de motor oververhit raakt:
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en schakel
de airconditioning uit.
Controleer of er stoom onder de motorkap vandaan komt.
Als er stoom te zien is:
Zet de motor uit. Open, nadat de stoom is verdwenen, de
motorkap voorzichtig en start de motor opnieuw.
Als er geen stoom te zien is:
Laat de motor draaien en open voorzichtig de motorkap.
Controleer of de koelventilator draait.
Als de koelventilator draait:
Wacht totdat de koelvloeistoftemperatuur begint te dalen
en schakel de motor uit.
Als de koelventilator niet draait:
Zet onmiddellijk de motor uit en neem contact op met
een Toyota-dealer of erkende reparateur.
Controleer nadat de motor vol-
doende is afgekoeld het koel-
vloeistofniveau en controleer
het radiateurblok (radiateur)
op sporen van lekkage.
Als de afdekkap van de motor
moet worden verwijderd:
Blz. 428