795720
4
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/458
Pagina verder
GR Yaris
Owner’s Manual
Toyota Motor Europe NV/SA Address: Avenue du bourget
60 –1140 Brussels, Belgium
2015 TOYOTA MOTOR CORPORATION All rights
reserved. This material may not be reproduced or copied, in
whole or in part, without the written permission of Toyota
Motor Corportation
1
6
5
4
3
2
7
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht Zoeken op afbeelding
Veiligheid en
beveiliging Zorg ervoor dat u dit leest
(Belangrijkste onderwerpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Voertuigstatus-
informatie en
controlelampjes
Lezen van rijgerelateerde informatie
(Belangrijkste onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Voordat u gaat
rijden
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór het rijden
(Belangrijkste onderwerpen: sleutels, portieren, stoelen, elek-
trisch bedienbare ruiten)
Rijden Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden
opgevolgd
(Belangrijkste onderwerpen: starten van de motor, tanken)
Voorzieningen in
het interieur
Gebruik van de voorzieningen in het interieur
(Belangrijkste onderwerpen: airconditioning, opbergmogelijk-
heden)
Onderhoud en
verzorging De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
(Belangrijkste onderwerpen: interieur en exterieur, lampen)
Bij problemen Informatie over wat u moet doen bij een storing en noodgeval
(Belangrijkste onderwerpen: ontladen accu, lekke band)
Voertuig-
specificaties
Voertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
(Belangrijkste onderwerpen: brandstof, olie, bandenspanning)
Index Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ49X-52L09-NL
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 1 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
INHOUDSOPGAVE
Ter informatie.......................................... 6
Over deze handleiding............................ 9
Zoekmethoden......................................10
Overzicht ..............................................12
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden...................28
Veilig rijden..................................29
Veiligheidsgordels.......................31
Airbags........................................34
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen .......41
1-2. Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag ...........43
Rijden met kinderen in de auto...44
Baby- en kinderzitjes...................45
1-3. Noodoproep
eCall............................................62
1-4. Antidiefstalsysteem
Startblokkering............................72
Supervergrendeling.....................73
Alarm...........................................74
2-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes ........................80
Meters en tellers .........................83
Multi-informatiedisplay ................86
Head-up display..........................92
Informatie over
brandstofverbruik......................96
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels .................................... 100
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen
van de portieren
Portieren................................... 103
Achterklep ................................ 106
Smart entry-systeem
met startknop......................... 109
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen .............................. 114
Achterstoelen ........................... 116
Hoofdsteunen........................... 117
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel .................................. 120
Binnenspiegel........................... 121
Buitenspiegels.......................... 122
3-5. Openen en sluiten
van de ruiten
Elektrisch bedienbare ruiten..... 124
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto................... 128
Lading en bagage .................... 134
Rijden met een
aanhangwagen ...................... 135
4-2. Rijprocedures
Startknop.................................. 136
Handgeschakelde
transmissie............................. 139
Richtingaanwijzerschakelaar.... 142
Parkeerrem .............................. 143
1Veiligheid en beveiliging
2Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes
3Voordat u gaat rijden
4Rijden
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 2 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
INHOUDSOPGAVE
1
6
5
4
3
2
8
7
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar........................ 144
Automatic High Beam-
systeem ................................. 147
Schakelaar mistlampen............ 150
Ruitenwissers en -sproeiers..... 150
4-4. Tanken
Openen van de tankdop........... 153
4-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense................ 155
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)................................ 160
LTA (Lane Tracing Assist) ........ 171
Dynamic Radar Cruise
Control................................... 181
RSA (Road Sign Assist) ........... 191
Stop & Start-systeem............... 196
BSM (Blind Spot Monitor) ........ 200
Toyota Parking Assist-sensor... 206
RCTA (Rear Crossing
Traffic Alert) ........................... 213
Rijmodusselectieschakelaar
AWD ...................................... 218
GPF-systeem
(benzineroetfilter)................... 219
Ondersteunende systemen...... 220
4-6. Rijtips
Rijden in de winter ................... 226
5-1. Gebruik van de airconditioning en
de achterruitverwarming
Automatische airconditioning... 230
Stuurwielverwarming/
stoelverwarming..................... 235
5-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting.... 237
5-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ............ 240
Voorzieningen in
de bagageruimte.................... 242
5-4. Overige voorzieningen
in het interieur
Overige voorzieningen
in het interieur........................ 244
6-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van
het exterieur van uw auto ...... 248
Reinigen en beschermen van
het interieur van uw auto ....... 251
6-2. Handleiding onderhoud
matte lak (indien aanwezig)
Basiskennis m.b.t.
matte blanke lak..................... 254
Wassen van uw auto................ 258
Veelgestelde vragen................. 261
6-3. Onderhoud
Onderhoud en reparatie........... 265
5Voorzieningen in het interieur
6Onderhoud en verzorging
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 3 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
INHOUDSOPGAVE
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
bij zelf uit te voeren
onderhoud ............................. 267
Motorkap.................................. 268
Plaatsen van een garagekrik ... 270
Motorruimte.............................. 271
Accu......................................... 275
Banden..................................... 277
Vervangen van een band......... 287
Bandenspanning...................... 290
Velgen...................................... 292
Interieurfilter............................. 293
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel.............. 295
Controleren en vervangen
van zekeringen...................... 297
Lampen.................................... 301
7-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten ................. 306
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht................................. 306
Als de auto vastzit in stijgend
water...................................... 307
7-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept ................................. 309
Als u denkt dat er iets mis is .... 312
Uitschakelsysteem
brandstofpomp....................... 313
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer klinkt. 314
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven ............... 323
Als uw auto een lekke band
heeft....................................... 325
Als de motor niet wil aanslaan . 336
Als u uw sleutels verliest.......... 338
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ...................... 338
Als de accu ontladen is ............ 340
Als de motor oververhit raakt ... 345
Als de auto vast
komt te zitten ......................... 347
8-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.) ....... 350
Informatie over brandstof ......... 358
8-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen............. 360
8-3. Initialisatie
Te initialiseren onderdelen ....... 369
8-4. Verklaringen
Verklaringen ............................. 370
7Bij problemen
8Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 4 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
5
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
INHOUDSOPGAVE
1
6
5
4
3
2
8
7
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ........... 440
Alfabetische index.................... 443
Index
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 5 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Deze handleiding is bestemd voor alle
uitvoeringen van dit type auto; alle
mogelijke opties zijn in deze handlei-
ding opgenomen. Er zullen dan ook
ongetwijfeld onderwerpen worden
beschreven die niet op uw auto van
toepassing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding
waren actueel ten tijde van de druk.
Toyota streeft er doorlopend naar haar
producten te perfectioneren en wij
behouden ons dan ook het recht voor
tussentijdse wijzigingen in specificatie
en uitvoering door te voeren zonder
voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de
in de afbeeldingen getoonde auto afwij-
ken van uw auto voor wat betreft de uit-
rusting.
Er is een grote hoeveelheid originele en
niet-originele onderdelen en accessoi-
res voor uw Toyota te verkrijgen. Als
een origineel onderdeel of accessoire
uit uw Toyota moet worden vervangen,
raadt Toyota u aan om originele Toyota-
onderdelen en -accessoires te gebrui-
ken. U kunt ook andere onderdelen of
accessoires van gelijkwaardige kwali-
teit gebruiken. Toyota kan geen garan-
tie geven of betrouwbaarheid
garanderen voor onderdelen en acces-
soires die geen origineel Toyota-
product zijn en ook niet voor het ver-
vangen door of monteren van dergelijke
onderdelen. Bovendien is het mogelijk
dat schade aan of slechte prestaties
van niet-originele Toyota-onderdelen of
-accessoires niet onder de garantie val-
len.
Het op dergelijke wijze aanpassen is
van invloed op de geavanceerde veilig-
heidsvoorzieningen, zoals Toyota
Safety Sense. Het gevaar bestaat dat
deze systemen niet goed zullen werken
of juist in werking zullen treden wan-
neer dit niet de bedoeling is.
De inbouw van een zend-/ontvangin-
stallatie in uw auto kan elektronische
systemen beïnvloeden, zoals:
(Sequentieel) multipoint brandstofin-
spuitsysteem
Toyota Safety Sense (indien aanwe-
zig)
Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig)
Antiblokkeersysteem
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Neem voor voorzorgsmaatregelen of
speciale voorschriften met betrekking
tot de inbouw van een zend-/ontvangin-
stallatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot
frequenties, vermogens, antenneposi-
ties en montagevoorwaarden voor
zend-/ontvanginstallaties is op verzoek
Ter informatie
Handleiding
Accessoires, onderdelen en
veranderingen aan uw Toyota
Inbouw van een zend-/
ontvanginstallatie
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 6 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
beschikbaar bij een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
De auto is uitgerust met geavanceerde
computers die bepaalde informatie
opslaan, zoals:
Motortoerental/toerental elektromo-
tor (toerental tractiemotor)
Status gaspedaal
Status rempedaal
Rijsnelheid
Bedrijfsstatus van de ondersteu-
nende systemen
Beelden van de camera's
Uw auto is uitgerust met camera's. Neem
voor de locatie van registrerende camera's
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De opgeslagen informatie is afhankelijk
van de uitvoering en de aanwezige
opties van de auto, en van de bestem-
ming.
Deze computers slaan geen gesprek-
ken of geluiden op en ze slaan alleen in
bepaalde situaties beelden van buiten
de auto op.
Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze com-
puter worden opgeslagen, gebruiken om
storingen vast te stellen, onderzoek te doen
en de kwaliteit van haar producten te verbe-
teren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgesla-
gen niet beschikbaar aan derden, behalve:
Met toestemming van de eigenaar van de
auto of, wanneer het een leaseauto
betreft, van de leaserijder van de auto
Op officieel verzoek van de politie, de
rechtbank of een ander overheidsorgaan
Voor gebruik door Toyota in een rechts-
zaak
Voor onderzoek waarbij de gegevens niet
worden gekoppeld aan een bepaalde auto
of eigenaar
Vastgelegde beeldinformatie kan
door een Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige worden gewist
De beeldopnamefunctie kan worden uitge-
schakeld. Maar als de functie wordt uitge-
schakeld, zijn er geen gegevens over de
werking van het systeem beschikbaar.
De airbags en de gordelspanners in uw
Toyota bevatten explosieve chemica-
liën. Wanneer uw auto wordt vernietigd
terwijl de airbags en/of de gordelspan-
ners nog intact zijn, kan tijdens de ver-
nietiging een ontploffing plaatsvinden
en brand ontstaan. Laat daarom het air-
bagsysteem en de gordelspanners
eerst verwijderen en afvoeren door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Opslaan voertuiginformatie
Vernietigen van uw Toyota
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 7 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue
du Bourget 60 - 1140 Brussel, België
www.toyota-europe.com
WAARSCHUWING
Algemene voorzorgsmaatregelen tij-
dens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met
uw auto als u alcohol of drugs gebruikt
hebt, omdat deze middelen invloed kun-
nen hebben op de rijvaardigheid. Alcohol
en bepaalde drugs vergroten de reactie-
tijd, beïnvloeden het beoordelingsvermo-
gen en hebben een negatieve invloed op
de coördinatie, waardoor aanrijdingen
kunnen ontstaan met ernstig letsel als
gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anti-
cipeer op fouten die andere bestuurders of
voetgangers zouden kunnen maken
omdat u hierdoor wellicht een ongeluk
kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd
uw volledige aandacht bij het verkeer.
Alles wat de aandacht van de bestuurder
kan afleiden, zoals het veranderen van
instellingen, telefoneren of lezen, kan lei-
den tot een aanrijding waarbij u, de andere
inzittenden van de auto of anderen ernstig
letsel kunnen oplopen.
Algemene voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot veiligheid van kin-
deren
Laat kinderen nooit alleen in de auto ach-
ter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto
te starten of de neutraalstand in te schake-
len. Daarnaast kunnen kinderen zich
bezeren als ze met de ruiten of andere
systemen in de auto spelen. Verder kan de
temperatuur in de auto zo hoog oplopen of
zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan
worden.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 8 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
9
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Over deze handleiding
Geeft uitleg over de symbolen die
in deze handleiding worden
gebruikt.
Symbolen in deze handleiding
Symbolen Betekenis
WAARSCHUWING:
Geeft uitleg over iets dat
kan resulteren in ernstig
letsel wanneer de voor-
zorgsmaatregelen niet in
acht worden genomen.
OPMERKING:
Geeft uitleg over iets dat
kan resulteren in schade
of storingen aan de auto
of de uitrusting wanneer
de voorzorgsmaatregelen
niet in acht worden geno-
men.
Geeft bedienings- of wer-
kingsprocedures aan.
Volg de stappen in de
aangegeven volgorde.
Symbolen in afbeeldingen
Symbolen Betekenis
Geeft de handeling aan
voor het bedienen van
schakelaars en dergelijke
(drukken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van
een handeling aan (er
wordt bijvoorbeeld een
klep geopend).
Symbolen Betekenis
Geeft het onderdeel of de
positie aan waarover uit-
leg wordt gegeven.
Dit betekent dat er iets
niet mag worden gedaan
of mag gebeuren.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 9 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
10
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Zoeken op naam
Alfabetische index: Blz. 443
Zoeken op montagepositie
Overzicht: Blz. 12
Zoeken op symptoom of geluid
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen): Blz. 440
Zoeken op titel
Inhoudsopgave: Blz. 2
Zoekmethoden
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 10 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
11
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 11 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
12
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Overzicht
Exterieur
Portieren...................................................................................................Blz. 103
Vergrendelen/ontgrendelen....................................................................... Blz. 103
Openen/sluiten van de zijruiten................................................................. Blz. 124
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel ......................... Blz. 339
Achterklep................................................................................................ Blz. 106
Vergrendelen/ontgrendelen....................................................................... Blz. 107
Buitenspiegels.........................................................................................Blz. 122
Verstellen van de spiegelhoek................................................................... Blz. 122
Inklappen van de buitenspiegels............................................................... Blz. 123
Ontwasemen van de spiegels ................................................................... Blz. 232
Ruitenwissers voor .................................................................................Blz. 150
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter ............................................ Blz. 226
Voorzorgsmaatregelen voor de wasstraat................................................. Blz. 249
Tankdopklep ............................................................................................Blz. 153
Tanken....................................................................................................... Blz. 154
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 12 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
13
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank ........................................................ Blz. 352
Banden ..................................................................................................... Blz. 277
Bandenmaat/bandenspanning .................................................................. Blz. 356
Winterbanden/sneeuwkettingen................................................................ Blz. 226
Controleren/wisselen/bandenspanningswaarschuwingssysteem ............. Blz. 277
In geval van een lekke band...................................................................... Blz. 325
Motorkap .................................................................................................. Blz. 268
Openen...................................................................................................... Blz. 268
Motorolie.................................................................................................... Blz. 352
In geval van oververhitting ........................................................................ Blz. 345
Koplampen/parkeerlichten voor/dagrijverlichting/
richtingaanwijzers...........................................................................Blz. 142, 144
Mistlampen voor......................................................................................Blz. 150
Achterlichten/richtingaanwijzers...................................................Blz. 142, 144
remlichten
Richtingaanwijzers opzij......................................................................... Blz. 142
Kentekenplaatverlichting........................................................................ Blz. 144
Mistachterlicht.........................................................................................Blz. 150
Achteruitrijlicht
De selectiehendel in stand R zetten.......................................................... Blz. 139
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(vervangingsmethode: Blz. 301, wattage: Blz. 357)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 13 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
14
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Dashboard (auto's met linkse besturing)
Contactslot............................................................................................... Blz. 136
Starten van de motor/wijzigen van de stand van het contact.................... Blz. 136
Noodstop van de motor............................................................................. Blz. 306
Wanneer de motor niet wil aanslaan ......................................................... Blz. 336
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 323
Selectiehendel .........................................................................................Blz. 139
Wijzigen van de schakelstand................................................................... Blz. 139
Voorzorgsmaatregelen bij slepen.............................................................. Blz. 309
Tellers.........................................................................................................Blz. 83
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel............................................................................... Blz. 83
Waarschuwingslampjes/controlelampjes..................................................... Blz. 80
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden................................... Blz. 314
Multi-informatiedisplay.............................................................................Blz. 86
Weergave.................................................................................................... Blz. 86
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 14 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
15
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 323
Parkeerrem...............................................................................................Blz. 143
Activeren/deactiveren................................................................................ Blz. 143
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter ............................................ Blz. 227
Waarschuwingszoemer/-melding ...................................................... Blz. 143, 323
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 142
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 144
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/dagrijverlichting ................. Blz. 144
Mistlampen voor/mistachterlicht................................................................ Blz. 150
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................Blz. 150
Gebruik...................................................................................................... Blz. 150
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof.......................................................... Blz. 275
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................Blz. 306
Ontgrendelingshendel motorkap...........................................................Blz. 268
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 120
Audiosysteem*
Airconditioning........................................................................................Blz. 230
Gebruik...................................................................................................... Blz. 230
Achterruitverwarming ................................................................................ Blz. 232
Tankdopklepontgrendeling .................................................................... Blz. 154
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het naviga-
tie- en multimediasysteem.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 15 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
16
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Schakelaars (auto's met linkse besturing)
Schakelaars buitenspiegels ................................................................... Blz. 122
Blokkeerschakelaar ruitbediening.........................................................Blz. 126
Schakelaars centrale vergrendeling......................................................Blz. 105
Schakelaars ruitbediening...................................................................... Blz. 124
Draaiknop koplampverstelling...............................................................Blz. 146
Automatic High Beam-schakelaar*........................................................ Blz. 147
Schakelaar stuurwielverwarming*.........................................................Blz. 235
iMT-schakelaar (Intelligent Manual Transmission) .............................. Blz. 141
Schakelaar VSC OFF............................................................................... Blz. 221
Uitschakeltoets Stop & Start-systeem ..................................................Blz. 196
Schakelaars stoelverwarming*...............................................................Blz. 235
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 16 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
17
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Rijmodusselectieschakelaar AWD......................................................... Blz. 218
*: Indien aanwezig
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel.................................................Blz. 87
Telefoontoets*1 ........................................................................................ Blz. 245
Afstandsschakelaar*2..............................................................................Blz. 186
Toets LTA (Lane Tracing Assist)*2..........................................................Blz. 171
Cruise control-schakelaars*2
Dynamic Radar Cruise Control*2 ............................................................... Blz. 181
Afstandsbediening audiosysteem*1 ......................................................Blz. 245
Spraaktoets*1 ...........................................................................................Blz. 245
*1: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het navi-
gatie- en multimediasysteem.
*2: Indien aanwezig
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 17 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
18
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Interieur (auto's met linkse besturing)
Airbags.......................................................................................................Blz. 34
Vloermatten................................................................................................Blz. 28
Voorstoelen.............................................................................................. Blz. 114
Achterstoelen .......................................................................................... Blz. 116
Hoofdsteunen .......................................................................................... Blz. 117
Veiligheidsgordels.....................................................................................Blz. 31
Vergrendelknoppen binnenzijde portier................................................ Blz. 105
Bekerhouders .......................................................................................... Blz. 241
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 18 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
19
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Dak (auto's met linkse besturing)
Binnenspiegel..........................................................................................Blz. 121
Zonnekleppen*1 .......................................................................................Blz. 245
Make-upspiegels .....................................................................................Blz. 245
Pasjeshouders......................................................................................... Blz. 241
Interieurverlichting/leeslampjes ............................................................Blz. 237
Handgrepen .............................................................................................Blz. 245
Toets SOS*2................................................................................................ Blz. 62
*1: Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel met
een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen
als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 47)
*2: Indien aanwezig
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 19 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
20
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Contactslot............................................................................................... Blz. 136
Starten van de motor/wijzigen van de stand van het contact.................... Blz. 136
Noodstop van de motor............................................................................. Blz. 306
Wanneer de motor niet wil aanslaan ......................................................... Blz. 336
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 323
Selectiehendel .........................................................................................Blz. 139
Wijzigen van de schakelstand................................................................... Blz. 139
Voorzorgsmaatregelen bij slepen.............................................................. Blz. 309
Tellers.........................................................................................................Blz. 83
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel............................................................................... Blz. 83
Waarschuwingslampjes/controlelampjes..................................................... Blz. 80
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden................................... Blz. 314
Multi-informatiedisplay.............................................................................Blz. 86
Weergave.................................................................................................... Blz. 86
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 20 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
21
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 323
Parkeerrem...............................................................................................Blz. 143
Activeren/deactiveren................................................................................ Blz. 143
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter ............................................ Blz. 227
Waarschuwingszoemer/-melding ...................................................... Blz. 143, 323
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................Blz. 150
Gebruik...................................................................................................... Blz. 150
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof.......................................................... Blz. 275
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 142
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 144
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/dagrijverlichting ................. Blz. 144
Mistlampen voor/mistachterlicht................................................................ Blz. 150
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................Blz. 306
Ontgrendelingshendel motorkap...........................................................Blz. 268
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 120
Airconditioning........................................................................................Blz. 230
Gebruik...................................................................................................... Blz. 230
Achterruitverwarming ................................................................................ Blz. 232
Audiosysteem*
Tankdopklepontgrendeling .................................................................... Blz. 154
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 21 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
22
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
Schakelaars buitenspiegels ................................................................... Blz. 122
Blokkeerschakelaar ruitbediening.........................................................Blz. 126
Schakelaars centrale vergrendeling......................................................Blz. 105
Schakelaars ruitbediening...................................................................... Blz. 124
Draaiknop koplampverstelling...............................................................Blz. 146
Schakelaar uitschakelen sensor antidiefstalsysteem ...........................Blz. 75
Automatic High Beam-schakelaar*........................................................ Blz. 147
Schakelaar stuurwielverwarming*.........................................................Blz. 235
iMT-schakelaar (Intelligent Manual Transmission) .............................. Blz. 141
Schakelaar VSC OFF............................................................................... Blz. 221
Uitschakeltoets Stop & Start-systeem ..................................................Blz. 196
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 22 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
23
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Rijmodusselectieschakelaar AWD......................................................... Blz. 218
*: Indien aanwezig
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel.................................................Blz. 87
Telefoontoets*1
Afstandsschakelaar*2..............................................................................Blz. 186
Toets LTA (Lane Tracing Assist)*2..........................................................Blz. 171
Cruise control-schakelaars*2
Dynamic Radar Cruise Control*2 ............................................................... Blz. 181
Afstandsbediening audiosysteem*1
Spraaktoets*1
*1: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
*2: Indien aanwezig
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 23 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
24
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Interieur (auto's met rechtse besturing)
Airbags.......................................................................................................Blz. 34
Vloermatten................................................................................................Blz. 28
Voorstoelen.............................................................................................. Blz. 114
Achterstoelen .......................................................................................... Blz. 116
Hoofdsteunen .......................................................................................... Blz. 117
Veiligheidsgordels.....................................................................................Blz. 31
Vergrendelknoppen binnenzijde portier................................................ Blz. 105
Bekerhouders .......................................................................................... Blz. 241
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 24 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
25
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
Dak (auto's met rechtse besturing)
Binnenspiegel..........................................................................................Blz. 121
Zonnekleppen*.........................................................................................Blz. 245
Make-upspiegels .....................................................................................Blz. 245
Pasjeshouders......................................................................................... Blz. 241
Interieurverlichting/leeslampjes ............................................................Blz. 237
Handgrepen .............................................................................................Blz. 245
Toets SOS .................................................................................................. Blz. 62
*: Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel met
een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen
als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 47)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 25 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
26
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 26 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
1
27
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1
Veiligheid en beveiliging
Veiligheid en beveiliging
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ................28
Veilig rijden ...............................29
Veiligheidsgordels.....................31
Airbags .....................................34
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen.....41
1-2. Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag.........43
Rijden met kinderen
in de auto ...............................44
Baby- en kinderzitjes................45
1-3. Noodoproep
eCall .........................................62
1-4. Antidiefstalsysteem
Startblokkering..........................72
Supervergrendeling ..................73
Alarm ........................................74
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 27 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
28
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
1-1.Voor een veilig gebruik
Gebruik alleen vloermatten die speciaal
zijn ontworpen voor auto's van het-
zelfde model en modeljaar als uw auto.
Bevestig ze op de juiste wijze op de
vloerbedekking.
1Steek de klemhaken (clips) in de
ringen in de vloermat.
2Draai het bovenste hendeltje van de
klemhaken (clips) om de vloermat-
ten te bevestigen.
Breng de merktekens altijd in lijn ( ).
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt
mogelijk af van wat is aangegeven in de
afbeelding.
Voordat u gaat rijden
Neem de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht alvorens weg
te rijden om veilig rijden te kunnen
garanderen.
Vloermat
WAARSCHUWING
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen.
Als u dat niet doet, kan de vloermat van de
bestuurder gaan schuiven, wat de bedie-
ning van de pedalen tijdens het rijden kan
hinderen. Hierdoor kan de snelheid plotse-
ling toenemen of kan mogelijk niet geremd
worden. Dit kan leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Wanneer u de vloermat van de
bestuurder plaatst
Gebruik geen vloermatten die zijn ont-
worpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als het
gaat om originele Toyota-vloermatten.
Gebruik alleen vloermatten die zijn ont-
worpen voor de bestuurderszijde.
Zet de vloermat altijd vast met behulp
van de meegeleverde klemhaken
(clips).
Leg nooit twee of meer vloermatten
boven op elkaar.
Bevestig de vloermat niet met de onder-
zijde naar boven of in de verkeerde rich-
ting.
Voordat u gaat rijden
Controleer of de vloermat stevig op de
juiste plaats is bevestigd met alle mee-
geleverde klemhaken (clips). Voer deze
controle altijd uit nadat de vloer van de
auto is gereinigd.
Zet de motor uit, zet de selectiehendel
in stand N en trap elk pedaal volledig in
om te controleren of de bediening ervan
niet wordt gehinderd door de vloermat.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 28 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
29
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Pas de hoek van de rugleuning zo
aan dat u rechtop zit en niet voor-
over hoeft te leunen om te kunnen
sturen. (Blz. 114)
Pas de zitting zo aan dat u de peda-
len helemaal kunt intrappen en dat
uw armen licht gebogen zijn bij de
ellebogen wanneer u het stuurwiel
vasthoudt. (Blz. 114)
Vergrendel de hoofdsteun met het
midden zo dicht mogelijk bij de
bovenkant van uw oren.
(Blz. 117)
Draag de veiligheidsgordel op de
juiste wijze. (Blz. 31)
Veilig rijden
Om veilig te kunnen rijden, moet u
vooraf de stoel in de juiste positie
zetten en de spiegels afstellen.
De juiste houding achter het
stuur
WAARSCHUWING
Veilig rijden
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens
het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle
over de auto verliezen.
Plaats geen kussen tussen de bestuur-
der of voorpassagier en de rugleuning.
Gebruik van een kussen kan ertoe lei-
den dat de zithouding niet correct is,
waardoor het effect van de veiligheids-
gordel en de hoofdsteun in negatieve
zin kan worden beïnvloed.
Plaats geen voorwerpen onder de voor-
stoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kun-
nen klem komen te zitten in de stoels-
lede, waardoor de stoelen wellicht niet
goed worden vergrendeld. Dit kan lei-
den tot een ongeval en ook kan het stel-
mechanisme beschadigd raken.
Houd u altijd aan de wettelijke maxi-
mumsnelheid wanneer u op de open-
bare weg rijdt.
Neem wanneer u lange afstanden rijdt
geregeld een pauze voordat u zich moe
begint te voelen.
Als u zich tijdens het rijden moe of sla-
perig voelt, moet u zichzelf niet dwingen
om verder te rijden, maar direct een
pauze nemen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 29 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
30
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Controleer voordat u wegrijdt eerst of
alle inzittenden de veiligheidsgordel
dragen. (Blz. 31)
Gebruik een passend baby- of kinder-
zitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de
juiste wijze te dragen. (Blz. 45)
Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt
kijken door de binnenspiegel en de bui-
tenspiegels goed af te stellen.
(Blz. 121, 122)
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels Afstellen van de spiegels
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 30 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
31
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt
eerst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorschriften in acht
om de kans op letsel bij plotseling remmen
of uitwijken of bij een aanrijding te beper-
ken.
Als u de voorschriften niet in acht neemt,
kan dat ernstig letsel tot gevolg hebben.
Dragen van een veiligheidsgordel
Zorg ervoor dat alle inzittenden de vei-
ligheidsgordel dragen.
Draag de veiligheidsgordel altijd op de
juiste manier.
Elke veiligheidsgordel mag maar door
één persoon worden gebruikt. Gebruik
een veiligheidsgordel niet voor twee
personen tegelijk, ook niet als de
tweede persoon een kind is.
Toyota beveelt aan dat kinderen op de
achterstoel plaatsnemen en altijd op de
juiste manier gebruikmaken van de vei-
ligheidsgordels en/of het baby- of kin-
derzitje.
Laat om de juiste zitpositie in te stellen
de rugleuning niet verder achterover
hellen dan nodig is. De veiligheidsgor-
dels werken het best wanneer de inzit-
tenden geheel rechtop en goed tegen
de rugleuning zitten.
Draag het schouderdeel van uw gordel
nooit onder uw arm.
Draag de veiligheidsgordel altijd laag en
goed aansluitend over uw heupen.
Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier.
(Blz. 32)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op
dezelfde manier dragen als de andere
inzittenden, zo laag mogelijk over het bek-
ken, de schoudergordel helemaal uittrek-
ken over de schouder en ervoor zorgen
dat de gordel niet over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig letsel oplopen bij plotse-
ling remmen of een aanrijding.
Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier.
(Blz. 32)
Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
Blz. 59
Beschadiging en slijtage van veilig-
heidsgordels
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
niet beschadigd raken doordat de riem,
de gesp of de gordelsluiting bekneld
raakt tussen het portier en de carrosse-
rie.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 31 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
32
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Trek de schoudergordel zo ver naar
buiten dat de gordel goed tegen de
schouder aan ligt en niet van de
schouder af glijdt of tegen de nek
aan ligt.
Plaats het heupgedeelte van de gor-
del zo laag mogelijk over de heupen.
Stel de rugleuning af. Ga zo rechtop
mogelijk in de stoel zitten met uw rug
stevig tegen de leuning.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel
niet gedraaid zit.
Gebruik van veiligheidsgordels door
kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in
principe ontworpen voor gebruik door vol-
wassenen.
Gebruik een passend baby- of kinderzitje
tot het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel van de auto op de juiste wijze
te dragen. (Blz. 45)
Als het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel op een juiste manier te dra-
gen, volg dan de instructies met betrekking
tot het gebruik van de veiligheidsgordel op.
(Blz. 31)
Wetgeving met betrekking tot veilig-
heidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn
voor veiligheidsgordels, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
voor het vervangen of plaatsen van veilig-
heidsgordels.
WAARSCHUWING
Controleer het veiligheidsgordelsysteem
regelmatig. Let op beschadigingen,
zoals scheuren en rafels, en op losse
onderdelen. Gebruik een beschadigde
veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo
snel mogelijk vervangen. Een bescha-
digde veiligheidsgordel kan de veilig-
heid van de desbetreffende inzittende
niet waarborgen.
Controleer of de gordel en de gesp ver-
grendeld zijn en of de gordel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de veiligheidsgordel niet
goed werkt.
Laat de stoelen, inclusief de veiligheids-
gordels, vervangen als de auto betrok-
ken is geweest bij een ernstig ongeval,
ook al is er geen zichtbare schade.
Probeer de veiligheidsgordels niet zelf
te plaatsen, verwijderen, wijzigen,
demonteren of af te voeren. Laat even-
tueel noodzakelijke reparaties uitvoe-
ren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Als de veiligheidsgordels
niet op de juiste wijze worden gebruikt,
werken ze mogelijk niet meer naar
behoren.
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 32 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
33
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
1Maak de veiligheidsgordel vast door
de gesp in de gordelsluiting te druk-
ken totdat u een klik hoort.
2De veiligheidsgordel kan worden
losgemaakt door de ontgrendelknop
in te drukken.
Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als
u zeer krachtig remt of betrokken raakt bij
een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook
in werking treden als u te snel vooroverbuigt.
Wanneer de veiligheidsgordel blokkeert, trek
dan stevig aan de gordel en laat hem vervol-
gens los. Vervolgens kan de gordel verder
worden uitgetrokken door er kort en voorzich-
tig aan te trekken.
De gordelspanners helpen bij het op
hun plaats houden van de inzittenden
doordat ze de gordels snel strak tegen
het lichaam aan trekken bij bepaalde
soorten zware frontale aanrijdingen en
aanrijdingen van opzij.
De gordelspanners worden niet geactiveerd
bij lichtere frontale aanrijdingen of aanrijdin-
gen van opzij, bij aanrijdingen van achteren
of wanneer de auto over de kop slaat.
Vervangen van de veiligheidsgordel als
de gordelspanner geactiveerd is
geweest
Als de auto betrokken is bij meerdere aanrij-
dingen, wordt de gordelspanner geactiveerd
voor de eerste aanrijding, maar niet voor de
tweede of voor volgende aanrijdingen.
Aan het PCS gekoppelde regeling voor
de gordelspanners (auto's met Toyota
Safety Sense)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) oor-
deelt dat een aanrijding met een voertuig
waarschijnlijk is, worden de gordelspanners
voorbereid om in werking te treden.
Vast- en losmaken van de
veiligheidsgordel
Gordelspanners (voorstoelen)
WAARSCHUWING
Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat bran-
den als een gordelspanner is geactiveerd.
De veiligheidsgordel kan in dit geval niet
meer worden gebruikt en moet worden
vervangen door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 33 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
34
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Plaats van de airbags
Airbags voor
Bestuurdersairbag/voorpassagiersairbag
Helpen het hoofd en de borst van de bestuurder en de voorpassagier te beschermen tegen
contact met onderdelen van het interieur
Side airbags en curtain airbags
Side airbags voor
Helpen het bovenlichaam van de voorste inzittenden te beschermen
Curtain airbags
Helpen het hoofd van de passagiers op de buitenste zitplaatsen voor en achter te beschermen
Airbags
De airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt bij bepaalde
soorten zware aanrijdingen, die zouden kunnen leiden tot ernstig letsel voor
de inzittenden. Ze werken samen met de veiligheidsgordels om de kans op
ernstig letsel te beperken.
SRS-airbagsysteem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 34 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
35
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Onderdelen SRS-airbagsysteem
Sensoren frontale aanrijding
Aan/uit-schakelaar airbag
Voorpassagiersairbag
Sensoren aanrijding opzij (portier)
Sensoren aanrijding opzij (voor)
Side airbags
Gordelspanners en spankrachtbegrenzers
Curtain airbags
Bestuurdersairbag
Waarschuwingslampje SRS
Controlelampje AIR BAG ON en AIR BAG OFF
Airbag-ECU
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierboven afgebeeld.
Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbag-ECU. Bij het activeren
van de airbags zorgt een chemische reactie in de ontstekingsmechanismen ervoor
dat de airbags snel gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzit-
tenden te helpen beperken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 35 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
36
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Als de airbags worden geactiveerd
U kunt lichte schaafplekken, brandwonden,
kneuzingen, e.d. oplopen als gevolg van
de zeer hoge snelheid waarmee de air-
bags worden geactiveerd door hete gas-
sen.
Er is een luide knal hoorbaar en er komt
wit poeder vrij.
Gedurende enkele minuten na het active-
ren van de airbags kunnen de onderdelen
van de airbagmodule (stuurwielnaaf,
afdekkap airbag en ontstekingsmecha-
nisme) evenals de voorstoelen, delen van
de voor- en achterstijlen en de daklijstbe-
kleding nog heet zijn. De airbag zelf kan
ook heet zijn.
De voorruit kan barsten.
Het remsysteem en de remlichten worden
automatisch aangestuurd. (Blz. 220)
De interieurverlichting gaat automatisch
branden. (Blz. 238)
De alarmknipperlichten worden automa-
tisch ingeschakeld. (Blz. 306)
De brandstoftoevoer naar de motor wordt
gestopt. (Blz. 313)
Auto's met eCall: Als een van de volgende
situaties zich voordoet, verstuurt het sys-
teem automatisch een noodoproep* naar
het eCall-controlecentrum. De locatie van
de auto wordt doorgegeven (zonder dat de
toets SOS hoeft te worden ingedrukt) en
een medewerker zal proberen om met de
inzittenden te praten om de ernst van de
situatie vast te stellen en te bepalen of hulp
nodig is. Als de inzittenden niet in staat zijn
om te communiceren, behandelt de mede-
werker de oproep automatisch als een
noodgeval en schakelt hij of zij de noodza-
kelijke hulpdiensten in. (Blz. 62)
Een airbag is geactiveerd.
Een gordelspanner is geactiveerd.
De auto is betrokken bij een ernstige aan-
rijding van achteren.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. (Blz. 64)
Voorwaarden voor activering van de air-
bags (airbags voor)
De airbags voor worden geactiveerd als
een bepaalde drempelwaarde wordt over-
schreden (vergelijkbaar met een frontale
aanrijding met een snelheid van ongeveer
20 - 30 km/h tegen een muur die niet kan
bewegen of vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende
situaties echter veel hoger liggen:
Wanneer de auto iets raakt dat kan bewe-
gen en/of vervormen, zoals een gepar-
keerde auto of lantaarnpaal
Wanneer de auto betrokken raakt bij een
ongeval waarbij de neus van de auto onder
een vrachtwagen terechtkomt
Afhankelijk van het type aanrijding worden
mogelijk alleen de gordelspanners geacti-
veerd.
Voorwaarden voor activering van de air-
bags (side airbags en curtain airbags)
De side airbags en curtain airbags worden
geactiveerd als een bepaalde drempel-
waarde wordt overschreden (vergelijkbaar
met ter plaatse van het passagierscompar-
timent aangereden worden met een snel-
heid van ongeveer 20 - 30 km/h door een
ongeveer 1.500 kg wegend voertuig,
komend vanuit een richting die haaks staat
op de positie van de auto).
Beide curtain airbags worden mogelijk ook
geactiveerd bij een zware frontale aanrij-
ding.
Omstandigheden waarbij de airbags
geactiveerd kunnen worden, anders
dan bij een aanrijding
De airbags voor, de side airbags en de cur-
tain airbags kunnen ook geactiveerd worden
bij zware stoten tegen de onderkant van de
auto. Zie de afbeelding voor een aantal voor-
beelden.
Raken van een stoeprand of een ander
hard voorwerp
In of over een diepe kuil rijden
Hard neerkomen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 36 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
37
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Soorten aanrijdingen waarbij de airbags
soms niet geactiveerd worden (airbags
voor)
De airbags voor worden over het algemeen
niet geactiveerd bij aanrijdingen van opzij of
van achteren, als de auto over de kop slaat of
bij een frontale aanrijding op lage snelheid.
Maar wanneer een aanrijding voldoende
voorwaartse deceleratie veroorzaakt, wor-
den de airbags voor mogelijk geactiveerd.
Aanrijding van opzij
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
Soorten aanrijdingen waarbij de side
airbags en de curtain airbags mogelijk
niet worden geactiveerd
De side airbags en curtain airbags treden
mogelijk niet in werking bij aanrijdingen van
opzij onder een bepaalde hoek of bij aanrij-
dingen van opzij waarbij het passagierscom-
partiment niet wordt geraakt.
Aanrijding van opzij waarbij het passa-
gierscompartiment niet wordt geraakt
Aanrijding van opzij onder een hoek
De side airbags treden over het algemeen
niet in werking bij aanrijdingen van voren of
van achteren, als de auto over de kop slaat of
bij een aanrijding van opzij op lage snelheid.
Aanrijding van voren
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
De curtain airbags treden over het algemeen
niet in werking bij aanrijdingen van achteren,
als de auto over de kop slaat of bij een aanrij-
ding van opzij of bij een frontale aanrijding op
lage snelheid.
Aanrijding van achteren
Over de kop slaan
Wanneer moet u contact opnemen met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige
In de volgende gevallen zal controle en/of
reparatie van de auto nodig zijn. Neem zo
snel mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Nadat een of meer airbags zijn geacti-
veerd.
De voorzijde van de auto is beschadigd of
vervormd of de auto was betrokken bij een
ongeval dat niet van zodanige aard was
dat de airbags vóór werden geactiveerd.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 37 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
38
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omliggende
gebied, wanneer er een gat in is gemaakt
of bij een ongeval dat niet van zodanige
aard was dat de side airbags en curtain air-
bags werden geactiveerd.
Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen in het middelste deel van het stuur-
wiel of het dashboard bij de
voorpassagiersairbag.
Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen aan de zijkant van de leuning van
een voorstoel met een side airbag.
Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen in het deel van de voor- en achter-
stijl en de daklijstbekleding met de curtain
airbags.
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem de onderstaande voorschriften in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorschrif-
ten kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Alle inzittenden dienen hun veiligheids-
gordels op de juiste manier te dragen.
De airbags vormen een aanvullend vei-
ligheidssysteem, dat gebruikt moet wor-
den in combinatie met de
veiligheidsgordels.
De bestuurdersairbag wordt met een
aanzienlijke kracht geactiveerd, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan, vooral
wanneer de bestuurder zich erg dicht bij
de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de
airbag zijn de eerste 50 - 75 mm; door een
afstand van minimaal 250 mm tot het
stuurwiel aan te houden, hanteert u een
veilige marge. Dit is de afstand gemeten
vanaf het midden van het stuurwiel tot aan
uw borstbeen. Als u nu minder dan 250
mm van de airbag zit, kunt u uw zitpositie
op verschillende manieren wijzigen:
Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar
achteren terwijl de pedalen nog goed
kunnen worden bediend.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 38 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
39
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Zet de rugleuning van de stoel iets ver-
der naar achteren.
Hoewel auto's verschillen, verkrijgen
veel bestuurders, zelfs met de bestuur-
dersstoel helemaal naar voren, de
afstand van 250 mm door simpelweg de
rugleuning iets achterover te zetten. Als
u door het achterover zetten van uw
stoel de weg niet goed meer kunt zien,
kunt u een stevig, niet-glad kussen
gebruiken om hoger te zitten, of uw
stoel hoger zetten wanneer uw auto
deze mogelijkheid biedt.
Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel
het dan naar beneden. Hierdoor wijst de
airbag naar uw borst in plaats van naar
uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals
hierboven aanbevolen, terwijl de pedalen
en het stuurwiel nog steeds goed bediend
kunnen worden en u het instrumentenpa-
neel nog goed kunt zien.
De voorpassagiersairbag wordt ook met
een aanzienlijke kracht geactiveerd
waardoor ernstig letsel kan ontstaan,
vooral wanneer de voorpassagier zich
erg dicht bij de airbag bevindt. De voor-
passagiersstoel dient zo ver mogelijk
van de airbag af te staan, met de rug-
leuning rechtop.
Kinderen die niet goed op de stoel zitten
en/of niet goed vastzitten, kunnen ern-
stig letsel oplopen door een geacti-
veerde airbag. Gebruik de
veiligheidsgordels nooit voor baby's of
kleine kinderen, maar zet hen goed vast
in een baby- of kinderzitje. Toyota
beveelt ten zeerste aan dat alle kinde-
ren op de achterstoelen plaatsnemen en
op de juiste wijze vastzitten. Achterin
zitten kinderen veiliger dan op de voor-
passagiersstoel. (Blz. 45)
Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassagier
op schoot zitten.
Sta niet toe dat voorpassagiers voorwer-
pen op hun knieën vasthouden.
Leun niet tegen het portier, de dakzijrail
en de voor-, midden- en achterstijl.
Laat niemand knielen op de passagiers-
stoel in de richting van het portier of
hoofd en handen buiten de auto steken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 39 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
40
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen componenten als het dashboard
of het stuurwielkussen.
Alles wat op deze componenten beves-
tigd is of er tegenaan rust, kan als een
projectiel worden gelanceerd als de air-
bag voor de bestuurder, de airbag voor
de voorpassagier en de knie-airbag wor-
den geactiveerd.
Bevestig niets aan het portier, de voor-
ruit, de zijruit, de voor- en achterstijl, de
dakzijrail of de handgreep. (Behalve het
label voor de snelheidsbeperking
Blz. 329)
Gebruik geen accessoires op de stoelen
die het gedeelte van de stoel waarin de
side airbags aanwezig zijn afdekken
omdat dat een negatieve invloed kan
hebben op een juiste werking van de
side airbags. Dergelijke accessoires
kunnen tot resultaat hebben dat de side
airbags niet op de juiste wijze geacti-
veerd worden, helemaal niet geacti-
veerd worden of per ongeluk
geactiveerd worden, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
Oefen geen overmatige kracht uit op
delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn of op de por-
tieren.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen
aan de airbags ontstaan.
Raak onderdelen van het airbagsys-
teem niet aan direct nadat de airbags
geactiveerd zijn, omdat deze heet kun-
nen zijn.
Als u na het activeren van de airbags
moeilijkheden met de ademhaling
ondervindt, open dan een portier of
zijruit om frisse lucht binnen te laten of
verlaat de auto als u dat op een veilige
manier kunt doen. Als er poederdeeltjes
op uw huid zijn terechtgekomen, was
deze er dan zo snel mogelijk af om huid-
irritatie te voorkomen.
Als de delen van de auto waarin airbags
ondergebracht zijn, zoals het stuurwiel-
kussen en de bekleding van de voor- en
achterstijlen, beschadigd of gescheurd
zijn, laat deze dan vervangen door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Wijzigingen aan en afvoeren van
onderdelen van het airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van
onderstaande veranderingen uit zonder
eerst een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige te raadplegen. De airbags
kunnen defect raken of per ongeluk wor-
den geactiveerd (opgeblazen), waardoor
ernstig letsel kan ontstaan.
Plaatsen, verwijderen, demonteren en
repareren van de airbags
Reparaties, wijzigingen, verwijderen of
vervangen van stuurwiel, instrumenten-
paneel, dashboard, stoelen of stoelbe-
kleding, voor-, midden- en achterstijlen,
dakzijrails, portierpanelen, portierbekle-
ding of luidsprekers in de portieren
Wijzigingen aan het portierpaneel (bij-
voorbeeld een gat erin maken)
Reparaties of wijzigingen aan het voor-
spatbord, de voorbumper of de zijkant
van het passagierscompartiment
Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg
of lier
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 40 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
41
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Wijzigingen aan de wielophanging van
de auto
Plaatsen van elektronische apparatuur
als een mobiele tweewegradio (zend-
/ontvanginstallatie) of CD-speler
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die
schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke
koolmonoxide (CO). Dit is een kleurloos
en reukloos gas. Neem de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in
acht neemt, kunnen er uitlaatgassen in de
auto terechtkomen waardoor de bestuur-
der duizelig kan worden en een ongeval
kan veroorzaken, of waardoor de gezond-
heid van de inzittenden ernstig kan wor-
den geschaad.
Belangrijke punten tijdens het rijden
Zorg ervoor dat de achterklep gesloten
is.
Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs
als de achterklep gesloten is, moet u de
ruiten openzetten en de auto zo snel
mogelijk laten nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Tijdens het parkeren
Als de auto zich in een slecht geventi-
leerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet
u de motor uitschakelen.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto
dan op een open plek en zorg ervoor
dat er geen uitlaatgassen in het interieur
terecht kunnen komen.
Laat de motor niet draaien op een plaats
waar sneeuw de afvoer van de uitlaat-
gassen zou kunnen hinderen. Als zich
sneeuw rond de auto ophoopt terwijl de
motor draait, kunnen uitlaatgassen zich
verzamelen en in de auto terechtkomen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 41 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
42
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
Uitlaatpijp
Het uitlaatsysteem dient regelmatig te wor-
den gecontroleerd. Laat uw auto nakijken
en repareren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige bij gaten of scheu-
ren als gevolg van corrosie of beschadi-
gingen aan verbindingsstukken, of bij een
abnormaal geluid aan het uitlaatsysteem.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 42 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
43
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
1-2.Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Controlelampje PASSENGER
AIR BAG
De controlelampjes PASSENGER AIR BAG
en ON gaan branden als het airbagsysteem
is ingeschakeld en gaan na ongeveer 60
seconden uit. (Alleen als het contact AAN
staat.)
Aan/uit-schakelaar airbag
Steek de mechanische sleutel in de
slotcilinder en zet de slotcilinder in
stand OFF.
Het controlelampje OFF gaat branden
(alleen als het contact AAN staat).
Informatie over controlelampje
PASSENGER AIR BAG
Als een van de onderstaande problemen
optreedt, is er mogelijk een storing in het sys-
teem aanwezig. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Het controlelampje OFF gaat niet branden
als de aan/uit-schakelaar van de airbag in
stand OFF wordt gezet.
Het controlelampje reageert niet wanneer
de aan/uit-schakelaar van de airbag van
ON naar OFF wordt gezet.
Aan/uit-schakelaar airbag
Met dit systeem kan de voorpassa-
giersairbag worden uitgeschakeld.
Schakel de airbag alleen uit als er
een baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel wordt
gebruikt.
Systeemonderdelen
Uitschakelen van de
voorpassagiersairbag
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 43 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
44
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het
baby- of kinderzitje altijd op een achter-
stoel. In het geval dat de achterstoelen
niet gebruikt kunnen worden, mag er een
baby- of kinderzitje op de voorstoel wor-
den geplaatst, zolang de voorpassagiers-
airbag handmatig is uitgeschakeld.
Als de airbag niet handmatig is uitgescha-
keld, kan de kracht die met het activeren
(opblazen) van de airbag gepaard gaat,
ernstig letsel veroorzaken.
Als er geen baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel is geplaatst
Controleer of het airbagsysteem voor de
passagier is ingeschakeld.
Als het systeem uitgeschakeld blijft, zullen
de airbags in geval van een aanrijding niet
worden geactiveerd, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan.
Rijden met kinderen in de
auto
Neem de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht als er kinde-
ren in de auto aanwezig zijn.
Gebruik een passend baby- of kin-
derzitje tot het kind groot genoeg
is om de veiligheidsgordel van de
auto op de juiste wijze te dragen.
U wordt aangeraden om kinderen
op de achterstoelen te vervoeren
om te voorkomen dat ze per onge-
luk tegen onderdelen aankomen,
zoals de selectiehendel, de ruiten-
wisserschakelaar, enz.
Gebruik de blokkeerschakelaar
van de ruitbediening om te voor-
komen dat kinderen het portier
openen tijdens het rijden of per
ongeluk de elektrisch bedienbare
ruit bedienen. (Blz. 126)
Laat kleine kinderen geen onder-
delen bedienen waarbij lichaams-
delen vast kunnen komen te zitten
of bekneld kunnen raken, zoals de
elektrisch bedienbare ruiten, de
motorkap, de achterklep en de
stoelen.
WAARSCHUWING
Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
Laat kinderen nooit alleen in de auto ach-
ter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto
te starten of de neutraalstand in te schake-
len. Daarnaast kunnen kinderen zich
bezeren als ze met de ruiten of andere
systemen in de auto spelen. Verder kan de
temperatuur in de auto zo hoog oplopen of
zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan
worden.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 44 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
45
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Punten om rekening mee te houden:
Blz. 45
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje:
Blz. 46
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie: Blz. 49
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje:
Blz. 57
Vastgezet met een veiligheidsgordel:
Blz. 58
Vastgezet met een onderste ISOfix-
bevestigingspunt: Blz. 59
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel: Blz. 60
Geef prioriteit aan de waarschuwin-
gen en neem deze in acht. Houd u
daarnaast ook aan de wetgeving en
voorschriften met betrekking tot
baby- en kinderzitjes.
Gebruik een baby- of kinderzitje tot
het kind groot genoeg is om de stan-
daard gemonteerde veiligheidsgor-
del op de juiste wijze te gebruiken.
Kies een baby- of kinderzitje dat past
bij de leeftijd en de lengte van het
kind.
Let erop dat niet alle baby- of kinder-
zitjes in alle auto's kunnen worden
gemonteerd.
Controleer, voordat u een baby- of
kinderzitje koopt of gebruikt, of het
zitje geschikt is voor de stoelposi-
ties. (Blz. 49)
Baby- en kinderzitjes
Voordat u een baby- of kinderzitje
in de auto plaatst, zijn er voor-
zorgsmaatregelen die u in acht
moet nemen, verschillende soor-
ten baby- en kinderzitjes en ver-
schillende plaatsingsmethoden,
enz. Deze staan beschreven in
deze handleiding.
Gebruik een baby- of kinderzitje
wanneer er een klein kind in de
auto meerijdt dat nog niet op de
juiste wijze gebruik kan maken
van een veiligheidsgordel. Plaats
voor de veiligheid van het kind het
baby- of kinderzitje op een achter-
stoel. Zorg ervoor dat u de plaat-
singsmethode opvolgt die in de
handleiding van het baby- of kin-
derzitje staat.
Wij raden het gebruik van een ori-
gineel baby- of kinderzitje van
Toyota aan, aangezien dit in het
gebruik veiliger is in deze auto. De
originele baby- of kinderzitjes van
Toyota zijn speciaal gemaakt voor
auto's van Toyota. U kunt ze
kopen bij een Toyota-dealer.
Inhoudsopgave
Punten om rekening mee te
houden
WAARSCHUWING
Wanneer er een kind in de auto mee-
rijdt
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 45 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
46
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Als er een baby- of kinderzitje
wordt geplaatst op de voorpassa-
giersstoel
Plaats voor de veiligheid van het kind
een baby- of kinderzitje op een achter-
stoel. Als het plaatsen van een zitje op
de voorpassagiersstoel onvermijdelijk
is, stel dan de stoel als volgt af en
plaats het baby- of kinderzitje:
Schuif de voorstoel helemaal naar
achteren.
Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop.
Indien er bij het plaatsen van een in de rij-
richting geplaatst kinderzitje een opening
aanwezig is tussen het kinderzitje en de rug-
leuning, stel de rugleuning dan af totdat het
zitje en de rugleuning goed contact maken.
WAARSCHUWING
Voor de meest effectieve bescherming
van een kind tijdens een ongeval of bij
hard remmen moet een kind goed vast-
zitten, met een veiligheidsgordel of een
baby- of kinderzitje dat op de juiste
wijze is geplaatst. Raadpleeg voor infor-
matie over het plaatsen de bij het baby-
of kinderzitje bijgesloten handleiding. In
deze handleiding vindt u algemene aan-
wijzingen met betrekking tot het plaat-
sen.
Toyota adviseert met klem gebruik te
maken van een geschikt zitje dat past bij
het gewicht en de lengte van het kind en
dat op de achterstoel is geplaatst. In
ongevallenstatistieken is aangetoond
dat kinderen minder verwondingen oplo-
pen als zij op de achterstoelen op de
juiste wijze vastzitten dan als zij op de
voorstoel zitten.
Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een
baby- of kinderzitje. Bij een ongeval kan
een kind dan de voorruit raken of klem
komen te zitten tussen degene die het
kind vasthoudt en delen van het interi-
eur.
Behandelen van baby- en kinderzitjes
Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt
vastgezet, kan het kind of een andere pas-
sagier bij plotseling remmen, een uitwijk-
manoeuvre of een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
Als de auto een hevige impact te verdu-
ren krijgt, bijvoorbeeld als gevolg van
een ongeval, kan er schade ontstaan
aan het baby- of kinderzitje die niet
direct zichtbaar is. Gebruik het baby- of
kinderzitje in dergelijke gevallen niet
meer.
Afhankelijk van het baby- of kinderzitje
kan het zijn dat dit moeilijk of onmogelijk
kan worden geplaatst. Controleer in der-
gelijke gevallen of het baby- of kinder-
zitje geschikt is voor plaatsing in de
auto. (Blz. 49) Houdt u zich bij het
plaatsen en gebruik aan de voorschrif-
ten voor het vastzetten van het zitje in
deze handleiding en de handleiding van
het baby- of kinderzitje. Lees deze voor-
schriften zorgvuldig.
Laat het zitje goed vastzitten op de
stoel, zelfs als het niet wordt gebruikt.
Plaats het baby- of kinderzitje niet los in
het passagierscompartiment.
Als het zitje moet worden losgemaakt,
verwijder het dan uit de auto of berg het
veilig op in de bagageruimte.
Bij gebruik van een baby- of
kinderzitje
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 46 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
47
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van een baby- of kinder-
zitje
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat. (Blz. 43) Bij een ongeval kan
het kind ernstig letsel oplopen door de
kracht waarmee de voorpassagiersair-
bag wordt geactiveerd.
Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen.
Details van het label worden in onder-
staande afbeelding weergegeven.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 47 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
48
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Plaats een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje alleen op de voor-
stoel als het niet anders kan. Als er een
zitje waarin het kind met het gezicht in
de rijrichting zit op de voorpassagiers-
stoel wordt geplaatst, moet de stoel zo
ver mogelijk naar achteren worden
geschoven. Als dat niet gedaan wordt,
kan er ernstig letsel ontstaan als de air-
bags geactiveerd worden.
Laat een kind niet met het hoofd of een
ander lichaamsdeel tegen het portier
leunen of tegen dat deel van de stoel,
de voor- of achterstijlen of de dakzijrails
leunen waarin de side airbags of de cur-
tain airbags zijn ondergebracht, ook niet
als het kind in een baby- of kinderzitje
zit. Anders kan het kind ernstig letsel
oplopen als bij een aanrijding de side
airbags of de curtain airbags worden
geactiveerd.
Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van
het kind loopt. De gordel mag niet langs
de nek van het kind lopen, maar mag
ook niet van de schouder van het kind
vallen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 48 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
49
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Geschiktheid baby- en kinderzit-
jes voor elke zitpositie
De geschiktheid voor elke zitpositie bij
een baby- of kinderzitje (Blz. 50)
geeft met symbolen aan welke typen
baby- of kinderzitjes kunnen worden
gebruikt en de mogelijke zitposities bij
het plaatsen.
Ook kunt u het aanbevolen baby- of
kinderzitje dat geschikt is voor uw kind
selecteren.
Controleer anders [Tabel m.b.t.
geschiktheid en aanbevolen baby- en
kinderzitjes] voor de aanbevolen baby-
of kinderzitjes. (Blz. 54)
Controleer het geselecteerde baby- of
kinderzitje en het volgende [Voordat u
de geschiktheid van elke zitpositie bij
een baby- of kinderzitje controleert].
Voordat u de geschiktheid van
elke zitpositie bij een baby- of kin-
derzitje controleert
1Controleren van de normen voor
baby- en kinderzitjes.
Gebruik een baby- of kinderzitje dat
voldoet aan de VN ECE R44*1-
norm.
Het onderstaande keurmerk staat
op de erkende baby- en kinderzit-
jes.
Controleer of het baby- of kinder-
zitje is voorzien van het juiste keur-
merk.
Voorbeeld van het weergegeven nummer
van het voorschrift
Typegoedkeuringsmerk VN ECE R44*2
De gewichtsklasse van kinderen die in aan-
merking komen voor een zitje met het type-
goedkeuringsmerk VN ECE R44 wordt
weergegeven.
2Controleren van de categorie van
het baby- of kinderzitje.
Controleer het typegoedkeurings-
merk van het baby- of kinderzitje
om te zien voor welke van de onder-
staande categorieën het zitje
geschikt is.
WAARSCHUWING
Gebruik een baby- of kinderzitje dat
past bij de leeftijd en de grootte van het
kind en plaats dit op de achterstoel.
Als het kinderzitje niet goed gemonteerd
kan worden omdat de bestuurdersstoel
in de weg zit, moet het kinderzitje rechts
achterin (auto's met linkse besturing) of
links achterin (auto's met rechtse bestu-
ring) worden gemonteerd. (Blz. 54)
Geschiktheid baby- en
kinderzitjes voor elke zitpositie
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 49 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
50
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Indien u twijfelt, controleer dan de
gebruikershandleiding van het
baby- of kinderzitje of neem contact
op met de verkoper van het zitje.
“universeel
“semi-universeel”
“beperkt”
“voertuigspecifiek”
*1: VN ECE R44 is een voorschrift van de
VN voor baby- en kinderzitjes.
*2: Het weergegeven keurmerk kan per pro-
duct verschillend zijn.
Geschiktheid van elke zitpositie
bij een baby- of kinderzitje
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 50 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
51
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
*1: Schuif de voorstoel helemaal naar achte-
ren. Als de hoogte van de passagiers-
stoel kan worden versteld, dan moet
deze in de hoogste positie staan.
*2: Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichting geplaatst kinderzitje
een opening aanwezig is tussen het kin-
derzitje en de rugleuning, stel de rugleu-
ning dan af totdat het zitje en de
rugleuning goed contact maken.
*3: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de werking van het baby- of
kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de hoogste
stand.
*4: Inschakelen van voorpassa-
giersairbag
*5: Uitschakelen van voorpassa-
giersairbag Gebruik nooit een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje
op de voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat.
Geschikt voor een “universeel”
baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.
Geschikt voor een in de rijrichting
geplaatst “universeel” baby- of kin-
derzitje vastgezet met een veilig-
heidsgordel.
Geschikt voor een baby- of kinder-
zitje dat is vermeld in de tabel m.b.t.
geschiktheid en aanbevolen baby-
en kinderzitjes (Blz. 54).
Geschikt voor ISOfix-baby- of kin-
derzitje.
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 51 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
52
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”.
Het baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de boven-
staande tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de volgende tabel voor de
verklaring van de soort “bevestiging”
Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de informa-
tie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van
het baby- of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de ver-
koper van uw kinderzitje.
Zitpositie
Stoelpositienummer Aan/uit-schakelaar airbag
ON OFF
Zitpositie geschikt voor universeel
zitje vastgezet met gordel
(Ja/Nee)
Ja
Alleen in de
rijrichting
Ja Ja Ja
Zitpositie i-Size (Ja/Nee) Nee Nee Nee Nee
Zitpositie geschikt voor zijwaarts
geplaatst zitje (L1/L2/Nee) Nee Nee Nee Nee
Geschikte bevestiging voor tegen
de rijrichting in geplaatst zitje
(R1/R2X/R2/R3/Nee)
Nee Nee R2X R2X
Geschikte bevestiging voor in de
rijrichting geplaatst zitje
(F2X/F2/F3/Nee)
Nee Nee F2X, F2 F2X, F2
Geschikte bevestiging voor zitkus-
sen (B2/B3/Nee) Nee Nee B2, B3 B2, B3
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 52 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
53
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Ge-
wichts-
groepen
Gewicht kind Grootte-
klasse Bevestiging Beschrijving
0minder dan 10 kg
ER1 Tegen de rijrichting in geplaatst
babyzitje
FL1 Naar links gericht babyzitje (reiswieg)
GL2 Naar rechts gericht babyzitje
(reiswieg)
0+ minder dan 13 kg
CR3 Tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje, volledig formaat
DR2 Tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje, kleiner formaat
R2X Tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje, kleiner formaat
ER1 Tegen de rijrichting in geplaatst
babyzitje
I9 - 18 kg
AF3 In de rijrichting geplaatst baby- of kin-
derzitje, volledige hoogte
BF2 In de rijrichting geplaatst baby- of
kinderzitje, verlaagd
B1 F2X In de rijrichting geplaatst baby- of
kinderzitje, verlaagd
CR3 Tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje, volledig formaat
DR2 Tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje, kleiner formaat
II 15 - 25 kg B2, B3 Zitkussen
III 22 - 36 kg
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 53 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
54
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Tabel m.b.t. geschiktheid en aanbevolen baby- en kinderzitjes
Aanbevolen baby- of kinderzitje vastgezet met een veiligheidsgordel
*1: Sportstoel (Blz. 114)
*2: Premium sportstoel (Blz. 114)
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
U: Geschikte positie voor aanbevolen “universeel” baby- of kinderzitje
UF: Geschikte positie voor aanbevolen “universeel” in de rijrichting geplaatst baby-
of kinderzitje
X: Geen geschikte positie
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten
de EU.
Aanbevolen baby- of
kinderzitje Gewichtsgroepen
Zitpositie
Aan/uit-schakelaar
airbag
ON OFF
G0+, BABY SAFE PLUS 0, 0+
Minder dan 13 kg X U X X
DUO PLUS I
9 - 18 kg UF UF UF UF
KIDFIX XP SICT
II, III
15 - 36 kg
U*1 U*1
X X
X*2 X*2
MAXI PLUS U*1 U*1
U U
X*2 X*2
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 54 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
55
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Baby- of kinderzitje vastgezet met een onderste ISOfix-bevestigingspunt
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
IUF: Geschikte positie voor aanbevolen “universeel” in de rijrichting geplaatst
ISOfix-baby- of kinderzitje
IL: Geschikte positie voor aanbevolen “semi-universeel” in de rijrichting geplaatst
ISOfix-baby- of kinderzitje
X: Geen geschikte positie voor aanbevolen in de rijrichting geplaatst ISOfix-baby- of
kinderzitje
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten
de EU.
Aanbevolen baby- of
kinderzitje
Gewichtsgroe-
pen
Zitpositie
Aan/uit-schakelaar
airbag
ON OFF
G0+, BABY SAFE PLUS 0, 0+
Minder dan 13 kg X X X X
DUO PLUS I
9 - 18 kg X X IUF IUF
MAXI PLUS II, III
15 - 36 kg X X IL IL
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 55 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
56
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Verstel bij het plaatsen van een
baby- of kinderzitje op de achter-
stoelen de voorstoel zodanig dat
deze niet in aanraking komt met het
kind of het baby- of kinderzitje.
Indien bij het plaatsen van een kin-
derzitje met steunvoet de rugleu-
ning in de weg zit wanneer u het zitje
op de steunvoet wilt bevestigen, zet
dan de rugleuning naar achteren tot
er voldoende ruimte is.
Als het schouderbevestigingspunt
van de veiligheidsgordel zich vóór
de gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
Indien bij het plaatsen van een zit-
kussen het kind in het baby- of kin-
derzitje erg rechtop zit, zet u de
rugleuning in een comfortabelere
stand. En als het schouderbevesti-
gingspunt van de veiligheidsgordel
zich vóór de gordelgeleider van het
kinderzitje bevindt, verplaatst u de
zitting naar voren.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 56 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
57
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Controleer aan de hand van de bij het baby- of kinderzitje bijgesloten handleiding de
plaatsing van het zitje.
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
Plaatsingsmethode Bladzijde
Bevestiging met veiligheids-
gordel Blz. 58
Bevestiging onderste ISOfix-
bevestigingspunt Blz. 59
Bevestiging bevestigingspunt
bovenste gordel Blz. 60
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 57 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
58
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Een baby- of kinderzitje plaatsen
met behulp van een veiligheids-
gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de
“voertuiglijst” van de fabrikant van het
baby- of kinderzitje voor de diverse
mogelijke montageposities of doe
navraag naar de compatibiliteit bij de
verkoper van het zitje. (Blz. 49, 50)
1Als het plaatsen van een baby- of
kinderzitje op de voorpassagiers-
stoel onvermijdelijk is, raadpleeg
dan Blz. 46 voor het afstellen van
de voorpassagiersstoel.
2Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand. (Blz. 118)
3Voer de veiligheidsgordel door het
baby- of kinderzitje en steek de
gesp in de gordelsluiting. Controleer
of de gordel niet gedraaid is. Maak
de veiligheidsgordel goed vast aan
het baby- of kinderzitje aan de hand
van de bijgesloten handleiding.
4Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel, zet
het zitje dan vast met een blokkeer-
clip.
5Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. (Blz. 59)
Verwijderen van een baby- of kin-
derzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordel-
sluiting in en laat de gordel helemaal
oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt
het baby- of kinderzitje mogelijk een stukje
omhoog als gevolg van de terugwerking van
de zitting. Maak de gordelsluiting los terwijl u
het baby- en kinderzitje tegenhoudt.
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een veiligheidsgordel
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 58 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
59
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
De veiligheidsgordel rolt automatisch op.
Houd de gordel vast, zodat het oprollen rus-
tig gebeurt.
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje mogelijk
gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby-
of kinderzitje. Als uw zitje niet over een blok-
keerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige:
blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
Onderste ISOfix-bevestigingspun-
ten (ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de zitplaatsen achter zijn onderste
bevestigingspunten aanwezig. (Merkte-
kens geven aan waar de bevestigings-
punten zich in de stoelen bevinden.)
Plaatsing met onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de
“voertuiglijst” van de fabrikant van het
baby- of kinderzitje voor de diverse
mogelijke montageposities of doe
navraag naar de compatibiliteit bij de
verkoper van het zitje. (Blz. 49, 50)
1Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand. (Blz. 118)
2Controleer de posities van de speci-
ale stangen en plaats het zitje op de
stoel.
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Laat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als de veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het
kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet
kan worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
Controleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de veilig-
heidsgordel niet gedraaid is.
Beweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het
goed is geplaatst.
Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van
het kind loopt. De gordel mag niet langs
de nek van het kind lopen, maar mag
ook niet van de schouder van het kind
vallen.
Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een onderste ISOfix-
bevestigingspunt
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 59 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
60
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
De stangen bevinden zich in de tussen-
ruimte van de rugleuning.
3Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. (Blz. 59)
Bevestigingspunten bovenste
gordel
Voor de zitplaatsen achter zijn bevesti-
gingspunten voor de bovenste gordel
aanwezig.
Gebruik de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel bij het vastmaken van
de bovenste gordel.
Bevestigingspunten bovenste gor-
del
Bovenste gordel
Bovenste gordel vastmaken aan
het bevestigingspunt voor de
bovenste gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
1Auto's met bagageafdekking: Ver-
wijder de bagageafdekking.
(Blz. 243)
2Zet de hoofdsteun in de hoogste
stand.
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de plaatsing van het baby- of
kinderzitje of de bovenste gordel hindert.
(Blz. 118)
3Zet de haak vast aan het bevesti-
gingspunt voor de bovenste gordel
en trek de bovenste gordel aan.
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
Controleer bij het gebruik van de onder-
ste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevesti-
gingspunten aanwezig zijn en of de gor-
del niet klem zit achter het zitje.
Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Met een bevestigingspunt voor
de bovenste gordel
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 60 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
61
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Controleer of de bovenste gordel goed vast-
zit. (Blz. 59)
Wanneer u het baby- of kinderzitje plaatst
terwijl de hoofdsteun omhoog staat, zorg er
dan voor dat de bovenste gordel onder de
hoofdsteun door loopt.
Haak
Bovenste gordel
4Auto's met bagageafdekking: Plaats
de bagageafdekking weer terug.
WAARSCHUWING
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Bevestig de bovenste gordel stevig en
controleer of de gordel niet gedraaid is.
Bevestig de bovenste gordel uitsluitend
aan het bevestigingspunt voor de
bovenste gordel.
Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Wanneer u het baby- of kinderzitje
plaatst terwijl de hoofdsteun omhoog
staat, nadat de hoofdsteun omhoog is
gezet en het bevestigingspunt voor de
bovenste gordel vervolgens is vastge-
maakt, zet de hoofdsteun dan niet in
een lagere stand.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 61 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
62
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-3. Noodoproep
1-3.Noodoproep
*1: Indien aanwezig
*2: Werkt binnen het eCall-dekkingsgebied.
De systeemnaam kan per land verschil-
lend zijn.
Type A
Type B
Microfoon
Toets SOS*
Controlelampjes
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor communicatie
met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige syste-
men van een auto hebben geen betrek-
king op het apparaat en zijn niet bestemd
voor communicatie met de eCall-mede-
werker.
Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt
het systeem automatisch het eCall-con-
trolecentrum.* De medewerker van het
controlecentrum ontvangt de locatie
van de auto, het tijdstip waarop het
ongeval plaatsvond en het VIN van de
auto, en probeert de inzittenden van de
auto te spreken om de ernst van de
situatie te beoordelen. Als de inzitten-
den niet in staat zijn om te communice-
ren, behandelt de medewerker de
eCall*1, 2
eCall is een telematicadienst die
gebruikmaakt van gegevens van
het Global Navigation Satellite
System (GNSS) en ingebouwde
cellulaire technologie, waardoor
de volgende noodoproepen moge-
lijk zijn: automatische noodoproe-
pen (automatische melding van
een aanrijding) en handmatige
noodoproepen (door het indruk-
ken van de toets SOS). Deze
dienst is door regelgeving van de
Europese Unie verplicht gesteld.
Systeemonderdelen
Noodoproepdiensten
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 62 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
63
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
oproep als een noodgeval, neemt hij of
zij contact op met de dichtstbijzijnde
hulpdiensten (112, enz.) en verzoekt hij
of zij om assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. (Blz. 64)
Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets
SOS om het eCall-controlecentrum te
bellen.* De medewerker van het contro-
lecentrum zal de locatie van uw auto
bepalen, de situatie beoordelen en de
benodigde hulpdiensten sturen.
Open de afdekking voordat u op de
toets SOS drukt.
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker dat
er geen sprake is van een noodgeval.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep
worden verzonden. (Blz. 64)
Wanneer het contact AAN wordt gezet,
gaat het rode controlelampje gedu-
rende 10 seconden branden en gaat
vervolgens het groene controlelampje
branden om aan te geven dat het sys-
teem is ingeschakeld. De controlelamp-
jes geven het volgende aan:
Als het groene controlelampje gaat
branden en blijft branden, is het sys-
teem ingeschakeld.
Als het groene controlelampje twee-
maal per seconde knippert, wordt er
een automatische of handmatige
noodoproep gedaan.
Als het rode controlelampje brandt
op een ander moment dan direct na
het AAN zetten van het contact, is er
mogelijk een storing in het systeem
aanwezig of is de back-upbatterij
mogelijk leeg.
Als het rode controlelampje gedu-
rende ongeveer 30 seconden knip-
pert tijdens een noodoproep, is de
verbinding verbroken of is het sig-
naal van het mobiele netwerk te
zwak.
De levensduur van de back-upbatterij is
hooguit 3 jaar.
Vrije software en opensourcesoftware
Dit product bevat vrije software/opensource-
software (FOSS).
Licentie-informatie en/of de broncode van
FOSS is beschikbaar op de volgende URL:
http://www.opensourceautomotive.com/
dcm/toyota/
Controlelampjes
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 63 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
64
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-3. Noodoproep
WAARSCHUWING
Wanneer er mogelijk geen
noodoproep wordt verstuurd
In de volgende situaties kunnen moge-
lijk geen noodoproepen worden gedaan.
Neem in dergelijke gevallen op een
andere wijze contact op met hulpdien-
sten (112, enz.).
Zelfs als de auto zich in het dekkingsge-
bied van het mobiele-telefoonnetwerk
bevindt, kan het moeilijk zijn om contact
te leggen met het eCall-controlecentrum
als de ontvangst slecht is of de lijn bezet
is. In dergelijke gevallen krijgt u mogelijk
geen contact met het eCall-controlecen-
trum en kunt u dus geen noodoproepen
doen en kunnen hulpdiensten niet wor-
den ingeschakeld, ook al probeert het
systeem verbinding te maken met het
eCall-controlecentrum.
Wanneer de auto zich buiten het dek-
kingsgebied van het mobiele-telefoon-
netwerk bevindt, kunnen er geen
noodoproepen worden verzonden.
Wanneer er een storing aanwezig is in
de bijbehorende apparatuur (zoals het
paneel van de toets SOS, de controle-
lampjes, microfoon, luidspreker, DCM,
antenne of op de apparatuur aange-
sloten bedrading) of deze beschadigd of
kapot is, kan er geen noodoproep wor-
den geplaatst.
Tijdens een noodoproep doet het sys-
teem herhaaldelijk een poging om con-
tact op te nemen met het eCall-
controlecentrum. Als er echter als
gevolg van een slechte ontvangst geen
contact kan worden gelegd met het
eCall-controlecentrum, kan het sys-
teem mogelijk geen contact maken met
het mobiele netwerk en wordt de
noodoproep beëindigd zonder dat er
verbinding is gemaakt. Het rode contro-
lelampje knippert gedurende ongeveer
30 seconden om aan te geven dat de
verbinding is verbroken.
Als de spanning van de accu afneemt of
als de accu is losgenomen, kan het sys-
teem mogelijk geen verbinding maken
met het eCall-controlecentrum.
Het noodoproepsysteem werkt mogelijk
niet buiten de EU. Dit hangt af van de
beschikbare infrastructuur in het land.
Als het noodoproepsysteem wordt
vervangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden
geregistreerd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Voor uw veiligheid
Rijd voorzichtig.
De functie van dit systeem is om u te
helpen bij het versturen van een
noodoproep bij ongevallen, zoals een
verkeersongeval of een plotseling
medisch noodgeval. Het systeem biedt
de bestuurder en de passagiers op
geen enkele wijze bescherming. Rijd
voorzichtig en doe voor uw veiligheid
altijd uw veiligheidsgordel om.
Geef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
Wanneer u een branderige lucht of
anderszins een vreemde lucht ruikt, ver-
laat dan de auto en zoek onmiddellijk
een veilige plek op.
Als de airbags worden geactiveerd ter-
wijl het systeem normaal werkt, ver-
zendt het systeem een noodoproep. Het
systeem verzendt ook een noodoproep
als de auto van achteren wordt aange-
reden of als de auto over de kop slaat,
zelfs als de airbags niet worden geacti-
veerd.
Verstuur om veiligheidsredenen geen
noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan
het zijn dat u het stuurwiel niet goed
kunt bedienen, waardoor er een onge-
val kan ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en controleer
of de omgeving veilig is alvorens een
noodoproep te versturen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 64 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
65
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
Gegevensverwerkingsschema
Server
Opslag
WAARSCHUWING
Vervang zekeringen altijd door de voor-
geschreven zekeringen. Als u andere
zekeringen gebruikt, kan er kortsluiting
in het circuit optreden en kan er brand
ontstaan.
Wanneer u het systeem gebruikt terwijl
er rook is of sprake is van een onge-
wone geur, kan er brand ontstaan. Stop
onmiddellijk met het gebruik van het
systeem en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel van
de toets SOS, enz. komt en sla er niet
tegenaan.
In geval van een storing in het paneel
van de toets SOS, de luidspreker of
de microfoon tijdens een
noodoproep of een handmatige
onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om
noodoproepen te doen, de systeemstatus
te bevestigen of te communiceren met de
medewerker van het eCall-controlecen-
trum. Als de apparatuur beschadigd is,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Overzicht systeem van toegevoegde diensten
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 65 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
66
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-3. Noodoproep
Verwerking
DCM
1Activering van gegevensuitwisseling gebeurt middels het inschakelen van een
dienst in de app “MyT by Toyota” of door een dienst aan te schaffen waarvoor
gegevens moeten worden verzameld.
2De server activeert de dienst in de DCM en bepaalt welke voertuiggegevens
worden verzameld.
3De desbetreffende voertuiggegevens worden verzameld door de DCM.
4De gegevens worden gedeeld met de server.
5De gegevens worden opgeslagen op de server.
6De gegevens worden verwerkt op de server om de dienst te kunnen leveren.
7De verwerkte gegevens worden aan de klant gepresenteerd.
Ga naar de Toyota-website of neem contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor een
overzicht van de beschikbare diensten in uw regio.
Uitvoeren van de regelgeving
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3 Conformiteit
1. BESCHRIJVING IN VOERTUIG GEÏNTEGREERD ECALL-SYSTEEM
1.1.
Overzicht, werking en functionaliteiten van het in het
voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-sys-
teem
O
1.2. De op 112 gebaseerde eCall-dienst is een publieke
dienst van algemeen nut die gratis beschikbaar is. O
1.3.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem is standaard ingeschakeld. Bij een ern-
stige aanrijding wordt het systeem automatisch geacti-
veerd door signalen van sensoren in het voertuig. Het
wordt ook automatisch geactiveerd als de auto is voor-
zien van een TPS-systeem dat niet werkt bij een ern-
stige aanrijding.
O
1.4.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem kan indien nodig ook handmatig worden
geactiveerd. Instructies voor het handmatig activeren
van het systeem
O
1.5.
Als door een ernstige systeemstoring het in het voer-
tuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem
wordt uitgeschakeld, krijgen de inzittenden van het
voertuig de volgende waarschuwing
O
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 66 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
67
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
2. INFORMATIE OVER GEGEVENSVERWERKING
2.1.
Elke verwerking van persoonsgegevens die via het in
het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-
systeem zijn verzameld, moet voldoen aan de regelge-
ving met betrekking tot persoonsgegevens zoals vast-
gelegd in richtlijn 95/46/EG en 2002/58/EG, en moet
met name zijn gebaseerd op de noodzaak om de vitale
belangen van personen te beschermen, conform artikel
7(d) van richtlijn 95/46/EG.
O
2.2.
De verwerking van dergelijke gegevens dient strikt
beperkt te blijven tot het doel van het behandelen van
de eCall-noodoproep naar het Europese alarmnummer
112.
O
2.3. Soorten gegevens en hun ontvangers
2.3.1.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem kan alleen de volgende gegevens ver-
zamelen en verwerken: voertuigidentificatienummer,
type voertuig (personenauto of lichte bestelwagen),
type brandstof/aandrijving van het voertuig (ben-
zine/diesel/aardgas/LPG/elektriciteit/waterstof), laatste
drie locaties en rijrichting van het voertuig, logbestand
van de automatische activering van het systeem inclu-
sief tijdstip van activering, eventuele aanvullende
gegevens (indien van toepassing)
O
2.3.2.
De ontvangers van de door het in het voertuig geïnte-
greerde op 112 gebaseerde eCall-systeem verwerkte
gegevens zijn de relevante openbare alarmcentrales
die zijn aangewezen door de overheidsinstanties van
het land waarin deze centrales zijn gevestigd om als
eerste eCall-oproepen naar het Europese alarmnum-
mer 112 te ontvangen en te verwerken. Aanvullende
informatie (indien beschikbaar):
O
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3 Conformiteit
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 67 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
68
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-3. Noodoproep
2.4. Maatregelen m.b.t. de gegevensverwerking
2.4.1.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem is zo ontworpen dat de gegevens in het
geheugen van het systeem niet toegankelijk zijn voor-
dat een eCall wordt verzonden. (Eventuele) aanvul-
lende opmerkingen:
O
2.4.2.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem is zo ontworpen dat het niet te traceren
is en niet constant kan worden getraceerd tijdens de
normale werkingsstatus van het systeem. (Eventuele)
aanvullende opmerkingen:
O
2.4.3.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem is zo ontworpen dat de gegevens in het
interne geheugen van het systeem automatisch en per-
manent worden gewist.
O
2.4.3.1.
De gegevens over de locatie van het voertuig worden
op zo'n manier permanent overschreven in het interne
geheugen van het systeem dat altijd maximaal de drie
laatste actuele locaties van het voertuig bewaard blij-
ven. Deze locaties zijn nodig voor de normale werking
van het systeem.
O
2.4.3.2.
Het logbestand van de activiteitengegevens in het in
het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-
systeem wordt niet langer bewaard dan nodig is voor
het doel van de verwerking van de eCall-noodoproep
en in elk geval niet langer dan 13 uur gerekend vanaf
het moment dat de eCall-noodoproep was verzonden.
O
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3 Conformiteit
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 68 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
69
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
2.5. Voorwaarden voor uitoefenen van rechten door betrokkenen
2.5.1.
De betrokkene (de eigenaar van het voertuig) heeft het
recht op inzage in de gegevens en, in voorkomende
gevallen, het recht op rectificatie, wissen of blokkeren
van gegevens over hem of haar als de verwerking van
de gegevens niet overeenkomt met de bepalingen in
richtlijn 95/46/EG. Derden die de gegevens hebben
ontvangen moeten worden geïnformeerd over de recti-
ficatie, het wissen of het blokkeren van deze gegevens,
uitgevoerd conform deze richtlijn, behalve als kan wor-
den bewezen dat dit onmogelijk is of onevenredig veel
inspanning vereist.
O
2.5.2.
De betrokkene heeft het recht een klacht in te dienen
bij de bevoegde gegevensbeschermingsautoriteit als
hij of zij van mening is dat zijn of haar rechten zijn
geschonden door de verwerking van zijn of haar per-
soonsgegevens.
O
2.5.3.
Klantenservice die verantwoordelijk is voor het behan-
delen van verzoeken om inzage (indien van toepas-
sing):
Blz. 71
O
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3 Conformiteit
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 69 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
70
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-3. Noodoproep
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3 Conformiteit
3. INFORMATIE OVER DIENSTEN VAN DERDEN EN ANDERE DIENSTEN MET TOEGE-
VOEGDE WAARDE (INDIEN VAN TOEPASSING)
3.1. Beschrijving van de werking en de functionaliteiten van
het TPS-systeem/dienst met toegevoegde waarde Blz. 65
3.2.
Elke verwerking van persoonsgegevens die via het
TPS-systeem/een andere dienst met toegevoegde
waarde zijn verzameld, moet voldoen aan de regelge-
ving met betrekking tot persoonsgegevens zoals vast-
gelegd in richtlijn 95/46/EG en 2002/58/EG.
O
3.2.1.
Wettelijke basis voor het gebruik van het TPS-systeem
en/of de diensten met toegevoegde waarde, en voor
het verwerken van gegevens die via dit systeem/deze
diensten zijn verzameld
De Europese
Algemene
Verordening
Gegevens-
bescherming
3.3.
Alleen op basis van de uitdrukkelijke toestemming van
de betrokkene (de eigenaar(s) van het voertuig) mogen
persoonsgegevens worden verwerkt door het TPS-sys-
teem en/of andere diensten met toegevoegde waarde.
O
3.4.
Voorwaarden voor het verwerken van gegevens via het
TPS-systeem en/of andere diensten met toegevoegde
waarde, inclusief de noodzakelijke aanvullende infor-
matie over de traceerbaarheid, het traceren en het ver-
werken van persoonsgegevens
Blz. 65
3.5.
De eigenaar van een auto met een TPS eCall-systeem
en/of een andere dienst met toegevoegde waarde die
tevens beschikt over het in het voertuig geïntegreerde
op 112 gebaseerde eCall-systeem heeft het recht te
kiezen voor het in het voertuig geïntegreerde op 112
gebaseerde eCall-systeem in plaats van voor het TPS
eCall-systeem en andere diensten met toegevoegde
waarde.
O
3.5.1. Contactgegevens voor het behandelen van verzoeken
om uitschakeling van het TPS eCall-systeem N.b.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 70 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
71
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
Klantenservice die verantwoordelijk is voor het behandelen van verzoeken om inzage
Verklaring voor eCall
Blz. 370
Land Contactgegevens
België/Luxemburg privacy@toyota.be
Denemarken toyota@toyota.dk
Duitsland Toyota.Datenschutz@toyota.de
Estland privacy@toyota.ee
Finland tietosuoja@toyota.fi
Frankrijk delegue.protectiondonnees@toyota-europe.com
Griekenland customer@toyota.gr
Groot-Brittannië privacy@tgb.toyota.co.uk
Ierland customerservice@toyota.ie
IJsland personuvernd@toyota.is
Italië tmi.dpo@toyota-europe.com
Kroatië dpcp@toyota.hr
Nederland www.toyota.nl/klantenservice
Noorwegen personvern@toyota.no
Oostenrijk datenschutz@toyota-frey.at
Polen klient@toyota.pl
Portugal gestaodadospessoais@toyotacaetano.pt
Roemenië relatii.clienti@toyota.ro
Slovenië dpcp@toyota.si
Spanje clientes@toyota.es/dpo@toyota.es
Tsjechië/Hongarije/
Slowakije adatvedelem@toyota-ce.com
Zweden integritet@toyota.se
Zwitserland info@toyota.ch
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 71 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
72
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
1-4.Antidiefstalsysteem
Het controlelampje knippert nadat het
contact UIT is gezet om aan te geven
dat het systeem in werking is.
Het controlelampje houdt op met knip-
peren als het contact in stand ACC of
AAN is gezet om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld.
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije
startblokkering.
Omstandigheden waardoor het systeem
mogelijk niet goed werkt
Als de greep van de sleutel tegen een
metalen voorwerp wordt gehouden
Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel
met ingebouwde transponderchip van een
andere auto wordt gehouden
Verklaring voor de startblokkering
Blz. 371
Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitge-
rust met ingebouwde transponder-
chips die voorkomen dat de motor
gestart kan worden met een sleu-
tel die niet in een eerder stadium
geregistreerd is in de boordcom-
puter van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto
achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om
autodiefstal te voorkomen, maar
absolute beveiliging tegen elke
vorm van diefstal kan niet worden
gegarandeerd.
Bedienen van het systeem
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 72 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
73
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
*: Indien aanwezig
Inschakelen
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden
de auto verlaten en controleer of alle
portieren gesloten zijn.
Bij gebruik van de instapfunctie: Raak
binnen 5 seconden tweemaal het sen-
sorgebied van de buitenportiergreep
aan.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Druk tweemaal binnen 5 seconden op
.
Uitschakelen
Bij gebruik van de instapfunctie: Houd
de buitenportiergreep vast.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Druk op .
Supervergrendeling*
Toegang door onbevoegden wordt
voorkomen door het ontgrendelen
van de portieren zowel van bui-
tenaf als van binnenuit onmogelijk
te maken.
Auto's die met dit systeem zijn uit-
gerust, zijn voorzien van labels op
de ruiten van beide portieren.
Inschakelen/uitschakelen van
de supervergrendeling
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen voor de
supervergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in als
er zich nog personen in de auto bevinden,
omdat de portieren dan niet van binnenuit
kunnen worden geopend.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 73 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
74
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
*: Indien aanwezig
Zaken die gecontroleerd moeten
worden alvorens de auto te ver-
grendelen
Controleer onderstaande zaken om
ongewild activeren van het alarm en
diefstal te voorkomen:
Er is niemand in de auto.
De ruiten zijn gesloten voordat het
alarm wordt ingeschakeld.
Er zijn geen waardevolle spullen of
persoonlijke zaken in de auto achter-
gebleven.
Inschakelen
Sluit het portier en de achterklep en
vergrendel alle portieren met de instap-
functie of de afstandsbediening. Na 30
seconden wordt het systeem automa-
tisch ingeschakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra het con-
trolelampje niet meer constant brandt maar
knippert.
Uitschakelen of uitzetten
Voer een van de onderstaande hande-
lingen uit om het alarm te deactiveren
of uit te schakelen:
Ontgrendel de portieren met de
instapfunctie of de afstandsbedie-
ning.
Start de motor. (Het alarm wordt na
enkele seconden gedeactiveerd of
uitgeschakeld.)
Instellen van de wekker
Het alarm kan worden ingeschakeld als alle
portieren zijn gesloten, zelfs wanneer de
motorkap open is.
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij
alarmsysteem.
Activeren van het alarm
Het alarm wordt in de volgende gevallen
mogelijk geactiveerd:
(Door het alarm te stoppen wordt het alarm-
systeem uitgeschakeld.)
Alarm*
Met licht en geluid worden alarm-
signalen gegeven wanneer er een
inbraakpoging wordt gedetec-
teerd.
Wanneer het alarmsysteem is
ingeschakeld, wordt het alarm
onder de volgende omstandighe-
den geactiveerd:
Als een vergrendeld portier wordt
ontgrendeld of geopend zonder
gebruik te maken van de instap-
functie of de afstandsbediening.
(De portieren zullen automatisch
opnieuw worden vergrendeld.)
De motorkap wordt geopend.
De inbraaksensor (indien aanwe-
zig) signaleert een beweging in de
auto. (Voorbeeld: een indringer
breekt een ruit en dringt de auto
binnen.)
Inschakelen/uitschakelen/uitzet
ten van het alarmsysteem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 74 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
75
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
De portieren worden ontgrendeld met de
sleutel of de mechanische sleutel.
Iemand in de auto opent een portier, de
achterklep of de motorkap of ontgrendelt
de auto.
De accu wordt opgeladen of vervangen
terwijl de auto is vergrendeld. (Blz. 342)
Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk
van de situatie, de portieren automatisch ver-
grendeld om potentiële indringers buiten de
auto te houden:
Wanneer een in de auto achtergebleven
persoon het portier ontgrendelt en het
alarm wordt geactiveerd.
Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgren-
delt een in de auto achtergebleven per-
soon het portier.
Bij het bijladen of vervangen van de accu
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 360)
Signalering inbraaksensor
De inbraaksensor signaleert indringers
of een beweging in de auto.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale beveili-
ging tegen elke vorm van inbraak kan
niet worden gegarandeerd.
Inschakelen van de inbraaksensor
Als het alarm wordt ingeschakeld,
wordt de inbraaksensor automatisch
ingesteld. (Blz. 74)
Uitschakelen van de inbraaksen-
sor
Als u huisdieren of bewegende voor-
werpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor
uitschakelt voordat u het alarm instelt,
omdat deze sensor reageert op bewe-
gingen binnen in de auto.
1Zet het contact UIT.
2Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor.
Druk opnieuw op de toets om de inbraak-
sensor weer in te schakelen.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
Inbraaksensor (indien
aanwezig)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 75 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
76
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
Telkens wanneer de inbraaksensor wordt
uitgeschakeld/ingeschakeld, wordt er een
melding weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Uitschakelen en automatisch opnieuw
inschakelen van de inbraaksensor
Het alarm kan zelfs worden ingeschakeld
wanneer de inbraaksensor is uitgescha-
keld.
Druk op de startknop of ontgrendel de por-
tieren met de instapfunctie of de afstands-
bediening om de inbraaksensor opnieuw in
te schakelen.
De inbraaksensor wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld wanneer het alarm-
systeem opnieuw wordt ingeschakeld.
Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen
mogelijk het alarm:
Er bevinden zich nog personen of huisdie-
ren in de auto.
Er is een zijruit geopend.
In dit geval registreert de sensor mogelijk het
volgende:
Wind of beweging van voorwerpen, zoals
bladeren en insecten, in de auto
Ultrasoongolven van apparaten, zoals de
inbraaksensoren van andere auto's
Het bewegen van mensen buiten de auto
Er bevinden zich onstabiele voorwerpen,
zoals loshangende accessoires of kleding
aan kledinghaakjes, in de auto.
De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden,
zoals in een parkeergarage.
Er wordt ijs of sneeuw van de auto verwij-
derd, waardoor de auto herhaaldelijk wordt
blootgesteld aan schokken of trillingen.
De auto staat in een wasstraat of een
hogedruk-wasinstallatie.
De auto is blootgesteld aan schokken die
het gevolg zijn van hagel, onweer of
andere van buitenaf komende herhaalde
schokken of trillingen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 76 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
77
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
OPMERKING
Ervoor zorgen dat de sensor goed
werkt
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
Spuit geen luchtverfrisser of andere pro-
ducten rechtstreeks in de openingen
van de sensoren.
Als u andere accessoires installeert dan
originele Toyota-onderdelen of wanneer
u voorwerpen achterlaat tussen de
bestuurdersstoel en de stoel van de
voorpassagier, werkt de inbraaksensor
mogelijk minder goed.
De werking van de inbraaksensor wordt
mogelijk gestopt wanneer de elektroni-
sche sleutel zich in de buurt van de auto
bevindt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 77 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
78
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 78 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
2
79
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Voertuigstatusinformatie
en controlelampjes
2-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
en controlelampjes.................80
Meters en tellers.......................83
Multi-informatiedisplay..............86
Head-up display........................92
Informatie over
brandstofverbruik ...................96
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 79 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
80
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
2-1.Instrumentenpaneel
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende afbeelding alle
waarschuwingslampjes en controlelampjes brandend afgebeeld.
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de aange-
geven systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes en controlelampjes
De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instrumentenpaneel,
het middenpaneel en de buitenspiegels informeren de bestuurder over de
status van de diverse systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes en controlelampjes die op het
instrumentenpaneel worden weergegeven
Waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampje
remsysteem*1 (Blz. 314)
Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur*2
(Blz. 314)
Laadstroomcontrolelampje*2
(Blz. 314)
Waarschuwingslampje
lage oliedruk*2 (Blz. 315)
Motorcontrolelampje*1
(Blz. 315)
Waarschuwingslampje SRS*1
(Blz. 315)
Waarschuwingslampje ABS*1
(Blz. 315)
Waarschuwingslampje Brake
Override-systeem*2 (Blz. 316)
(Rood)
Waarschuwingslampje
elektrische stuurbekrachtiging*1
(Blz. 316)
(Geel)
Waarschuwingslampje
elektrische stuurbekrachtiging*1
(Blz. 316)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 80 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
81
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*1: Als het contact AAN is gezet, gaan deze
lampjes branden om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd.
Ze doven nadat de motor is aangeslagen
of nadat er enkele seconden verstreken
zijn. Er kan een storing in een systeem
aanwezig zijn als een lampje niet gaat
branden of niet uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display.
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende systemen van de auto.
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau (Blz. 316)
Controlelampje bestuurders- en
voorpassagiersgordel
(Blz. 317)
Controlelampjes
achterpassagiersgordels*2
(Blz. 317)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning*1 (Blz. 318)
(Oranje)
Controlelampje LTA*2
(indien aanwezig) (Blz. 318)
(Knippert)
Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem*1
(Blz. 318)
(Knippert)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF*1
(indien aanwezig) (Blz. 319)
(Knippert)
Controlelampje RCTA OFF*1
(indien aanwezig) (Blz. 319)
(Knippert of
brandt)
Waarschuwingslampje PCS*1
(indien aanwezig) (Blz. 320)
Controlelampje
Traction Control*1 (Blz. 320)
WAARSCHUWING
Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaan branden als u
de motor start, kan dat betekenen dat
deze systemen niet beschikbaar zijn om u
te beschermen in geval van een ongeval,
waardoor ernstig letsel zou kunnen ont-
staan. Laat, als dit gebeurt, de auto onmid-
dellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richting-
aanwijzers (Blz. 142)
Controlelampje achterlicht
(Blz. 144)
Controlelampje grootlicht
(Blz. 145)
Controlelampje Automatic
High Beam-systeem
(indien aanwezig) (Blz. 147)
Controlelampje mistlampen voor
(Blz. 150)
Controlelampje mistachterlicht
(Blz. 150)
Waarschuwingslampje PCS*1, 2
(indien aanwezig) (Blz. 164)
Controlelampje cruise control*3
(indien aanwezig) (Blz. 181)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control*3
(indien aanwezig) (Blz. 181)
Controlelampje cruise control
SET*3 (indien aanwezig)
(Blz. 181)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 81 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
82
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
*1: Als het contact AAN is gezet, gaan deze
lampjes branden om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd.
Ze doven nadat de motor is aangeslagen
of nadat er enkele seconden verstreken
zijn. Er kan een storing in een systeem
aanwezig zijn als een lampje niet gaat
branden of niet uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje gaat branden wanneer het
systeem wordt uitgeschakeld.
*3: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display.
*4: Afhankelijk van de bedrijfsconditie wijzi-
gen de kleur en de manier waarop het
controlelampje brandt/knippert.
*5: Dit lampje gaat branden in de buitenspie-
gels.
*6: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer
3°C of lager is, gaat dit controlelampje
gedurende ongeveer 10 seconden knip-
peren en blijft daarna branden.
*7: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
*4
Controlelampje LTA*3
(indien aanwezig) (Blz. 177)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels*1, 5 (indien aanwezig)
(Blz. 201, 213)
Controlelampje BSM OFF*2
(indien aanwezig) (Blz. 201)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF*1, 2
(indien aanwezig) (Blz. 207)
Controlelampje RCTA OFF*1, 2
(indien aanwezig) (Blz. 213)
Controlelampje Stop & Start-
systeem*1 (Blz. 196)
Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem*1, 2
(Blz. 196)
(Knippert)
Controlelampje Traction
Control*1 (Blz. 221)
Controlelampje TRC OFF*2
(Blz. 221)
Controlelampje VSC OFF*1, 2
(Blz. 221)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknop*3
(Blz. 136)
Schakeladviesindicator
(Blz. 141)
Waarschuwingslampje
parkeerrem (Blz. 143)
Controlelampje lage buiten-
temperatuur*3, 6 (Blz. 83)
Controlelampje antidiefstal-
systeem (Blz. 72, 74)
Controlelampje
PASSENGER AIR BAG*1,
7 (Blz. 43)
Controlelampje iMT*3
(Blz. 141)
Controlelampje SPORT-modus*3
(Blz. 218)
Controlelampje TRACK-modus*3
(Blz. 218)
Controlelampje EXPERT-
modus*3 (Blz. 221)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 82 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
83
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Plaats van meters en tellers
De meeteenheden kunnen verschillen, afhankelijk van de bestemming van de auto.
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in omwentelingen per minuut
Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan binnen het bereik -40°C tot 60°C.
Klok (Blz. 85)
Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in de tank aanwezig is
Multi-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens met betrekking tot de auto (Blz. 86)
Geeft waarschuwingsmeldingen weer als er zich een storing voordoet (Blz. 323)
Weergave kilometerteller en dagteller (Blz. 84)
Schakeladviesindicator (Blz. 141)
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur weer
Knop wijzigen weergave (Blz. 84)
Meters en tellers
De meters geven allerlei informatie over het rijden.
Weergave instrumentenpaneel
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 83 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
84
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Weergave buitentemperatuur
Onder de volgende omstandigheden wordt
mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat
de weergave wordt gewijzigd:
Wanneer de auto stilstaat of met lage snel-
heid rijdt (lager dan 25 km/h)
Wanneer de buitentemperatuur plotseling
verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uitrij-
den van een garage of tunnel)
Wanneer -- wordt weergegeven, zit er
mogelijk een storing in het systeem. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
LCD-scherm
Blz. 87
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De meters en tellers kunnen worden aange-
past aan de persoonlijke voorkeur via op
het multi-informatiedisplay. (Blz. 360)
Wijzigen van de weergave
Druk op de knop voor het wijzigen van
de weergave tot het gewenste item
weergegeven wordt.
Onderwerpen die worden weerge-
geven
Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met de auto
gereden is.
Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto gere-
den is sinds de teller de laatste keer op nul is
gezet. Dagteller A en B kunnen onafhanke-
lijk van elkaar worden gebruikt en verschil-
lende afstanden weergeven.
WAARSCHUWING
Informatiedisplay bij lage temperatu-
ren
Laat het interieur van de auto op tempera-
tuur komen alvorens het informatiedisplay
te gebruiken. Bij extreem lage temperatu-
ren kan het informatiedisplay trager reage-
ren en worden wijzigingen mogelijk met
enige vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ont-
staan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de inge-
schakelde versnelling op het display. Deze
vertraging kan de bestuurder doen beslui-
ten nogmaals terug te schakelen, waar-
door er snel en te sterk op de motor wordt
afgeremd en er een aanrijding kan ont-
staan, mogelijk met ernstig letsel tot
gevolg.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de motor
en onderdelen ervan
Laat de naald van de toerenteller niet in
het rode gebied komen dat het maxi-
mumtoerental aangeeft.
Als de naald van de koelvloeistoftempe-
ratuurmeter in het rode gebied (H) staat,
kan de motor oververhit zijn. Breng in
dat geval de auto zo snel mogelijk op
een veilige plaats tot stilstand en contro-
leer de motor nadat deze volledig is
afgekoeld. (Blz. 345)
Weergave kilometerteller en
dagteller
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 84 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
85
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Geef om een dagteller te resetten de
gewenste dagteller weer en houd vervol-
gens de knop voor het wijzigen van de weer-
gave ingedrukt.
De minuten instellen op “00”
1Druk op of om van het
multi-informatiedisplay te selecte-
ren.
2Druk op of om “Clock : 00”
(klok : 00) te selecteren.
Druk op om de klok in te stellen op
het begin van het dichtstbijzijnde uur.
bijv.
1:00 - 1:29 1:00
1:30 - 1:59 2:00
Wijzigen van de klok
1Druk op of om van het
multi-informatiedisplay te selecte-
ren.
2Druk op of om “Clock : 00”
(klok : 00) te selecteren.
3Houd ingedrukt.
4Druk op of om het item te
selecteren dat gewijzigd moet wor-
den.
5Druk op of om de instelling
te wijzigen.
De volgende functies kunnen worden
gewijzigd:
12-uurs/24-uurs weergave
Uur
Minuut
De klokken van onderstaande onderde-
len kunnen worden ingesteld via het
scherm van het audiosysteem.
Multi-informatiedisplay
Scherm audiosysteem
Raadpleeg de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem voor
meer informatie.
Scherm klokinstellingen (auto's met
navigatie-/multimediasysteem)
Als “Clock : 00” (klok : 00) wordt weergege-
ven wanneer wordt geselecteerd op het
multi-informatiedisplay, is er mogelijk een sto-
ring aanwezig in het systeem. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De helderheid van de dashboardver-
lichting kan worden ingesteld door
te selecteren op het multi-informatiedis-
play.
De helderheid van de dashboardverlichting
kan apart worden ingesteld voor wel en niet
brandende achterlichten.
Instellen van de klok (auto's
zonder navigatie-
/multimediasysteem) Instellen van de klok (auto's
met navigatie-
/multimediasysteem)
Dimmer dashboardverlichting
regelen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 85 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
86
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
1Druk op of om van het
multi-informatiedisplay te selecte-
ren.
2Druk op of om te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
3Druk op of om de helder-
heid aan te passen.
Afstellen helderheid instrumentenpa-
neel
De helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel kan afzonderlijk worden
aangepast wanneer de achterlichten branden
en wanneer de achterlichten uit zijn. Wan-
neer de omgeving echter licht is (bijvoorbeeld
overdag), wordt de helderheid van de verlich-
ting van het instrumentenpaneel niet aange-
past wanneer de achterlichten worden
ingeschakeld.
Display
Displayzone status ondersteunend
systeem
Geeft een afbeelding weer wanneer de
onderstaande systemen in werking zijn en
een ander menu-icoon dan wordt gese-
lecteerd:
LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwe-
zig) (Blz. 171)
Dynamic Radar Cruise Control (indien
aanwezig) (Blz. 181)
RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
(Blz. 191)
Displayzone inhoud
Door menu-iconen te selecteren op het
multi-informatiedisplay kunnen verschil-
lende soorten rijgerelateerde informatie wor-
Multi-informatiedisplay
Het multi-informatiedisplay wordt
gebruikt om informatie met betrek-
king tot het brandstofverbruik en
verschillende soorten rijgerela-
teerde informatie weer te geven.
Het multi-informatiedisplay kan
ook worden gebruikt voor het wij-
zigen van de display-instellingen
en andere instellingen.
Weergave en menu-iconen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 86 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
87
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
den weergegeven. Het multi-
informatiedisplay kan ook worden gebruikt
voor het wijzigen van de display-instellingen
en andere voertuiginstellingen.
Daarnaast worden in bepaalde situaties
pop-updisplays met waarschuwingen of tips
weergegeven.
Menu-iconen
De menu-iconen worden weergegeven
door op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel te drukken.
Bij het wijzigen van de rijmodus
De kleur van het multi-informatiedisplay wij-
zigt overeenkomstig de geselecteerde rijmo-
dus. (Blz. 218)
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte
puntjes verschijnen. Dit verschijnsel is ken-
merkend voor LCD-schermen en u kunt het
scherm zonder problemen blijven gebruiken.
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
/ : Selecteer menu-iconen
/ : Wijzigen van de weerge-
geven informatie, omhoog/omlaag
door het scherm scrollen en de
cursor omhoog/omlaag bewegen
Indrukken: Invoeren/instellen
Ingedrukt houden: Resetten/weer-
geven van de aan de persoonlijke
voorkeur aanpasbaar items
Terugkeren naar het vorige scherm
Weergeven van verzonden/ontvan-
gen oproepen en oproepge-
schiedenis
Wanneer het handsfree-systeem is aange-
sloten, worden de verzonden en ontvangen
oproepen weergegeven. Raadpleeg de
handleiding voor het navigatie- en multime-
Weergave rij-informatie
(Blz. 88)
Weergave informatie ondersteu-
nend systeem (indien aanwezig)
(Blz. 89)
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
(Blz. 89)
Weergave voertuiginformatie
(Blz. 89)
Weergave instellingen
(Blz. 90)
Weergave waarschuwingsmel-
ding (Blz. 323)
WAARSCHUWING
Waarschuwingen voor het gebruik tij-
dens het rijden
Wanneer u het multi-informatiedisplay
tijdens het rijden bedient, let dan extra
goed op de veiligheid rondom de auto.
Kijk tijdens het rijden niet voortdurend
op het multi-informatiedisplay, aange-
zien u anders voetgangers, objecten op
de weg enzovoort over het hoofd kunt
zien.
Informatiedisplay bij lage temperatu-
ren
Blz. 84
Wijzigen van de weergave van
het instrumentenpaneel
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 87 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
88
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
diasysteem voor meer informatie over het
handsfree-systeem.
Onderwerpen die worden weerge-
geven
Weergave snelheidsmeter/actiera-
dius
Brandstofverbruik
Weergave snelheidsmeter/actiera-
dius
Weergave snelheidsmeter
Actieradius
Geeft de actieradius weer met de resterende
hoeveelheid brandstof. Gebruik de weerge-
geven waarden slechts ter referentie.
Deze afstand wordt berekend op basis van
het gemiddelde brandstofverbruik. Hierdoor
kan de werkelijke afstand die nog kan wor-
den gereden, afwijken van de weergegeven
afstand.
Als er een kleine hoeveelheid brandstof
wordt getankt, wordt de weergave mogelijk
niet bijgewerkt.
Zet bij het tanken het contact UIT. Als brand-
stof wordt getankt terwijl het contact niet UIT
staat, wordt het display mogelijk niet bijge-
werkt.
Brandstofverbruik
Gebruik de weergegeven waarden slechts
ter referentie.
Actieradius
Geeft de actieradius weer met de resterende
hoeveelheid brandstof.
Deze afstand wordt berekend op basis van
het gemiddelde brandstofverbruik. Hierdoor
kan de werkelijke afstand die nog kan wor-
den gereden, afwijken van de weergegeven
afstand.
Als er een kleine hoeveelheid brandstof
wordt getankt, wordt de weergave mogelijk
niet bijgewerkt.
Zet bij het tanken het contact UIT. Als brand-
stof wordt getankt terwijl het contact niet UIT
staat, wordt het display mogelijk niet bijge-
werkt.
Actueel brandstofverbruik
Geeft het actuele brandstofverbruik weer.
Gemiddeld brandstofverbruik (sinds
resetten)
Houd van de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel ingedrukt om de
weergave van het gemiddelde brandstofver-
bruik te resetten.
De weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik kan worden gereset
in . (Blz. 90)
Gemiddeld brandstofverbruik (sinds
starten)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
sinds het starten van de motor weer.
Gemiddeld brandstofverbruik (sinds
tanken)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
weer sinds het tanken.
Soort rij-informatie
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 88 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
89
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Informatie ondersteunend sys-
teem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden weergege-
ven:
LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (Blz. 171)
Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig) (Blz. 181)
Aan navigatiesysteem gekop-
pelde weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het navi-
gatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven:
Routebegeleiding naar bestemming
Kompasdisplay (weergave rijrichting
boven)
Weergave routebegeleiding naar
bestemming
Wanneer de weergave van de routebegelei-
ding naar de bestemming is ingeschakeld op
het head-up display, wordt deze niet op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
(Blz. 92)
Hiermee kunt u een audiobron of num-
mer selecteren op het instrumentenpa-
neel met behulp van de
bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel.
Het wel of niet weergeven van dit menu-
icoon kan worden ingesteld in .
Rij-informatie
2 items die worden geselecteerd met
behulp van de instelling van de “Drive
Info Items” (rij-informatie-items) (gemid-
delde rijsnelheid, afstand en totale tijd)
kunnen verticaal worden weergegeven.
De weergegeven informatie wijzigt
overeenkomstig de instelling van “Drive
Info Type” (rij-informatietype) (sinds het
starten van het systeem of tussen
resets). (Blz. 90)
Gebruik de weergegeven informatie slechts
ter referentie.
De volgende items worden weergegeven.
“Trip” (rit)
“Average Speed” (gemiddelde rijsnelheid):
Geeft de gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van de motor weer*
“Distance” (afstand): Geeft de gereden
afstand sinds het starten van de motor
weer*
“Total Time” (totale tijd): Geeft de verstre-
ken tijd sinds het starten van de motor
weer*
*: Deze items worden telkens wanneer de
motor wordt uitgeschakeld gereset.
“Total” (totaal)
“Average Speed” (gemiddelde rijsnelheid):
Geeft de gemiddelde rijsnelheid sinds het
resetten van de weergave weer*
“Distance” (afstand): Geeft de afgelegde
afstand sinds het resetten van het display
weer*
“Total Time” (totale tijd): Geeft de verstre-
ken tijd sinds het resetten van het display
weer*
Weergave informatie
ondersteunend systeem
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Weergave voertuiginformatie
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 89 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
90
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
*: Geef om te resetten het gewenste item
weer en houd van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
ingedrukt.
Bandenspanning
Geeft de spanning van iedere band
weer.
Weergave koppelverdeling
Geeft d.m.v. een meterschaal het kop-
pelvermogen weer dat op elk wiel wordt
geplaatst.
Hoe hoger het koppelvermogen, hoe
hoger de weergegeven meterschaal.
Laadmeter/olietemperatuurme-
ter/oliedrukmeter
Laadmeter:
Geeft de laaddruk weer. Het display wij-
zigt van kleur wanneer de voorgeschre-
ven druk wordt overschreden.
Olietemperatuurmeter:
Geeft de motorolietemperatuur weer.
De weergave knippert wanneer de
motorolietemperatuur hoger wordt dan
140°C.
Oliedrukmeter:
Geeft de oliedruk weer voor de binnen-
zijde van de motor. Er klinkt een zoe-
mer en er wordt een
waarschuwingsmelding weergegeven
wanneer de oliedruk te laag wordt.
(Blz. 324)
De werkelijke omstandigheden van de auto
verschillen mogelijk van die op het display,
afhankelijk van de wegomstandigheden,
temperatuur, rijsnelheid, enz.
Gebruik de weergave op het scherm ter
referentie.
Instellingen voor de weergave van
het instrumentenpaneel die u kunt
wijzigen
Taal
Hiermee kan de weergegeven taal worden
gewijzigd.
Eenheden
Hiermee kunnen de weergegeven meeteen-
heden worden gewijzigd.
Weergave brandstofverbruik
Hiermee kunt u de weergave van het gemid-
delde brandstofverbruik sinds starten/sinds
resetten/sinds tanken wijzigen. (Blz. 88)
(indien aanwezig)
Hiermee kunt u het audiosysteemgekop-
pelde display wel of niet laten weergeven.
Hiermee kunt u de weergegeven inhoud van
het volgende wijzigen:
Type rij-informatie
Hiermee kunt u de weergave van het rij-
informatietype wijzigen na starten/na reset-
ten.
Rij-informatie-items
Hiermee kunt u het eerste en tweede item
van de weergave van de rij-informatie instel-
len op een van de volgende onderwerpen:
gemiddelde rijsnelheid/afstand/verstreken
tijd.
Pop-updisplay
Hiermee kunt u pop-updisplays voor elk rele-
vant systeem in- of uitschakelen.
Multi-informatiedisplay UIT
Hiermee kunt u het multi-informatiedisplay
uitzetten.
Weergave instellingen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 90 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
91
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Druk op een van de volgende bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
/ / / / / om het multi-
informatiedisplay weer aan te zetten.
Standaardinstelling
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel wor-
den gereset naar de standaardinstelling.
Voertuigfuncties en instellingen
die u kunt wijzigen
Blz. 360
Onderbreking van de weergave van de
instellingen
Bepaalde instellingen kunnen niet gewij-
zigd worden tijdens het rijden. Breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand
voordat u instellingen wijzigt.
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, kan het instelscherm tijdelijk
niet worden bediend.
Werkingsduur Stop & Start-systeem
(sinds starten)/melding status
Geeft de actuele totale tijd aan dat de motor
is gestopt door de werking van het Stop &
Start-systeem.
Toont tevens de status van het Stop & Start-
systeem met een pop-updisplay.
(Blz. 198)
Instellingen Stop & Start-systeem
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditioning is ingeschakeld
met de toets A/C kan op 2 verschillende
niveaus worden ingesteld via op het
multi-informatiedisplay. (Blz. 198)
WAARSCHUWING
Waarschuwing bij het instellen van
het display
Als de motor draait tijdens het wijzigen van
de display-instellingen, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met vol-
doende ventilatie. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaat-
gassen die het schadelijke koolmonoxide
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn
voor de gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Om te voorkomen dat de accu leeg raakt,
dient de motor te draaien terwijl de dis-
playinstellingen worden aangepast.
Informatie Stop & Start-
systeem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 91 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
92
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
*: Indien aanwezig
De afbeeldingen die hier worden gebruikt, dienen slechts als voorbeeld en verschillen mogelijk
van de daadwerkelijk door het head-up display weergegeven afbeelding.
Status ondersteunend systeem (indien aanwezig)/aan navigatiesysteem gekop-
pelde displayzone (indien aanwezig) (Blz. 94)
Displayzone schakeladviesindicator/RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
(Blz. 141, 191)
Weergave rijsnelheid
Displayzone toerenteller/buitentemperatuur (Blz. 95)
Head-up display*
Het head-up display projecteert allerlei rijgerelateerde informatie en de
bedrijfsstatus van de ondersteunende systemen op de voorruit.
Systeemonderdelen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 92 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
93
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Het head-up display werkt wanneer
Het contact AAN staat.
Bij gebruik van het head-up display
Met een (gepolariseerde) zonnebril op is het
head-up display soms moeilijk afleesbaar.
Pas de helderheid van het head-up display
aan of zet uw zonnebril af.
Weergave straatnaam (auto's met navi-
gatiesysteem)
Alleen in de kaartgegevens geregistreerde
straatnamen worden weergegeven.
Selecteer op het multi-informatie-
display (Blz. 360) en vervolgens
“HUD Main”.
Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Druk op van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel om het
head-up display in of uit te schakelen.
Wijzigen van de instellingen van
het head-up display
Houd van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel ingedrukt
om de volgende instellingen te wijzigen:
Helderheid en verticale positie van
het head-up display
Hiermee kunnen de helderheid en de verti-
cale positie van het head-up display worden
ingesteld.
Informatie op het display
Hiermee kunt u de weergave wijzigen tussen
de onderwerpen:
Geen inhoud
Toerenteller
WAARSCHUWING
Bij gebruik van het head-up display
Controleer of de positie en de helder-
heid van het head-up display geen
belemmering vormen voor veilig rijden.
Als de positie of de helderheid van het
display niet goed is afgesteld, kan het
zicht van de bestuurder worden belem-
merd, waardoor een ongeval en ernstig
letsel kunnen ontstaan.
Kijk tijdens het rijden niet voortdurend
op het head-up display, aangezien u
anders voetgangers, objecten op de
weg, enz. over het hoofd kunt zien.
OPMERKING
Projector head-up display
Plaats geen bekers of blikjes drinken in
de buurt van de projector van het head-
up display. Als de projector nat wordt,
kunnen er elektrische storingen ont-
staan.
Plaats geen voorwerpen op de projector
van het head-up display en plak er ook
geen stickers op.
Als u dat toch doet, worden er mogelijk
geen meldingen meer op het head-up
display weergegeven.
Raak de binnenzijde van de projector
van het head-up display niet aan en
steek ook geen scherpe voorwerpen in
de projector.
Als u dat wel doet, kan dat tot mechani-
sche defecten leiden.
Gebruik van het head-up
display
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 93 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
94
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Hiermee kan de weergave van de
volgende onderwerpen worden in- of
uitgeschakeld:
Routebegeleiding naar bestemming
(indien aanwezig)
Weergave ondersteunend systeem
(indien aanwezig)
Kompas (weergave met rijrichting boven)
(indien aanwezig)
Status bediening audiosysteem (indien
aanwezig)
Hoek display
Hiermee kan de hoek van het head-up dis-
play worden ingesteld.
Inschakelen/uitschakelen van het head-
up display
Als het head-up display is uitgeschakeld, blijft
het uitgeschakeld als het contact UIT en ver-
volgens weer AAN wordt gezet.
Helderheid display
De helderheid van het head-up display kan
worden ingesteld via op het multi-infor-
matiedisplay. Bovendien wordt de helderheid
automatisch aangepast aan de lichtsterkte
van de omgeving.
Weergave status ondersteunend
systeem
Hiermee wordt de status van de vol-
gende systemen weergegeven:
Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig) (Blz. 181)
LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (Blz. 171)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
Aan navigatiesysteem gekop-
pelde displayzone (indien aanwe-
zig)
De volgende gegevens van het naviga-
tiesysteem worden weergegeven:
Straatnaam
Routebegeleiding naar bestemming
Kompas (weergave rijrichting boven)
Pop-updisplays voor de onderstaande
systemen worden indien nodig weerge-
geven:
Ondersteunende systemen
Geeft een waarschuwing/melding/tip of
de bedrijfsstatus van een relevant sys-
teem weer.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) (Blz. 160)
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot het
instellen van het head-up display
Als de motor draait tijdens het wijzigen van
de display-instellingen, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met vol-
doende ventilatie. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaat-
gassen die het schadelijke koolmonoxide
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn
voor de gezondheid.
OPMERKING
Bij het wijzigen van de instellingen
van het head-up display
Zorg ervoor dat de motor tijdens het instel-
len van het head-up display draait, om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Status ondersteunend
systeem/aan navigatiesysteem
gekoppelde displayzone
Pop-updisplay
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 94 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
95
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (Blz. 171)
Brake Override-systeem
(Blz. 128)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
Icoon
Wordt weergegeven als op het multi-
informatiedisplay een waarschuwings-
melding wordt weergegeven.
(Blz. 323)
Waarschuwingsmelding
Sommige waarschuwingsmeldingen
worden indien nodig weergegeven,
overeenkomstig bepaalde voorwaar-
den.
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display.
Status bediening audiosysteem
(indien aanwezig)
Wordt weergegeven wanneer de bedie-
ningstoetsen voor het audiosysteem op
het stuurwiel worden bediend.
Status handsfree-systeem (indien
aanwezig)
Wordt weergegeven als het handsfree-
systeem wordt bediend.
Wanneer er een pop-updisplay wordt
weergegeven
Wanneer er een pop-updisplay wordt weer-
gegeven, wordt het actuele display mogelijk
niet langer weergegeven. In dat geval keert
het display terug zodra het pop-updisplay is
verdwenen.
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in
omwentelingen per minuut.
Weergave buitentemperatuur
Weergegeven als het contact AAN
staat of als het controlelampje lage bui-
tentemperatuur knippert.
Weergave buitentemperatuur
Wanneer de omgevingstemperatuur onge-
veer 3°C of lager is, gaat het controle-
lampje lage buitentemperatuur gedurende
ongeveer 10 seconden knipperen en dooft
de weergave van de buitentemperatuur. In
dit geval wordt het display opnieuw weer-
gegeven wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 5°C of hoger wordt.
Onder de volgende omstandigheden wordt
mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat
de weergave wordt gewijzigd:
Wanneer de auto stilstaat of met lage snel-
heid rijdt (lager dan 25 km/h)
Wanneer de buitentemperatuur plotseling
verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uitrij-
den van een garage of tunnel)
Wanneer -- of E wordt weergegeven, zit er
mogelijk een storing in het systeem. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Weergave toerenteller/
buitentemperatuur
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 95 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
96
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
*: Indien aanwezig
Ritinformatie
1Druk op de toets MENU.
2Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
Als een ander scherm dan “Ritinformatie”
wordt weergegeven, selecteert u “Ritinfor-
matie”.
Het brandstofverbruik gedurende de
laatste 15 minuten
Actueel brandstofverbruik
Resetten van de verbruiksgegevens
De gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van de motor.
De verstreken tijd sinds het starten
van de motor.
Actieradius
Het gemiddelde brandstofverbruik over
de laatste 15 minuten wordt door het
gebruik van kleuren verdeeld in vorige
gemiddelden en gemiddelden sinds de
laatste keer dat het contact AAN is
gezet. Het weergegeven gemiddelde
brandstofverbruik is een globale
waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
Geschiedenis
1Druk op de toets MENU.
2Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
Als een ander scherm dan “Geschiedenis”
wordt weergegeven, selecteert u “Geschie-
denis”.
Het laagste gemeten brandstofver-
bruik
Recent brandstofverbruik
Het vorige gemeten brandstofver-
bruik
Het recente brandstofverbruik bij-
werken
Informatie over
brandstofverbruik*
De informatie over het brandstof-
verbruik kan worden weergegeven
op het scherm van het audiosys-
teem.
Verbruik
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 96 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
97
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
De gegevens uit de geschiedenis
resetten
De geschiedenis van het gemiddelde
brandstofverbruik is door middel van
kleuren verdeeld in vorige gemiddelden
en het gemiddelde brandstofverbruik
sinds de gegevens de laatste keer zijn
bijgewerkt. Het weergegeven gemid-
delde brandstofverbruik is een globale
waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
De gegevens uit de geschiedenis bij-
werken
Werk het recente brandstofverbruik bij door
“Knipsel” te selecteren om het actuele brand-
stofverbruik opnieuw te meten.
De gegevens resetten
De verbruiksgegevens kunnen worden
gewist door “Wissen” te selecteren.
Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan die
nog met de in de tank aanwezige brandstof
kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis van
het gemiddelde brandstofverbruik.
Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog
kan worden gereden, afwijken van de weer-
gegeven afstand.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 97 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
98
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 98 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
3
99
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3
Voordat u gaat rijden
Voordat u gaat rijden
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels.................................. 100
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van
de portieren
Portieren................................ 103
Achterklep.............................. 106
Smart entry-systeem
met startknop ...................... 109
3-3. Verstellen van de stoelen
Voorstoelen............................ 114
Achterstoelen......................... 116
Hoofdsteunen ........................ 117
3-4. Verstellen van het stuurwiel
en de spiegels
Stuurwiel................................ 120
Binnenspiegel........................ 121
Buitenspiegels ....................... 122
3-5. Openen en sluiten
van de ruiten
Elektrisch bedienbare ruiten.. 124
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 99 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
100
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-1. Informatie over sleutels
3-1.Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleu-
tels geleverd.
Elektronische sleutels
Bedienen van het Smart entry-systeem
met startknop (Blz. 109)
Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie
(Blz. 101)
Mechanische sleutels
Plaatje met sleutelnummer
Aan boord van een vliegtuig
Druk aan boord van een vliegtuig nooit op de
toetsen van de sleutel met afstandsbedie-
ning. Zorg dat de toetsen niet per ongeluk
kunnen worden ingedrukt als de sleutel zich
bijvoorbeeld in uw tas bevindt. Als op de toet-
sen van de sleutel wordt gedrukt, kunnen er
radiogolven worden uitgezonden die de wer-
king van de vliegtuigsystemen kunnen ver-
storen.
Leegraken batterij elektronische sleutel
De standaard levensduur van de batterij is
1 - 2 jaar.
Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto en wordt er
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay als de motor wordt uitge-
schakeld.
Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om te voorkomen
dat de batterij van de elektronische sleutel
leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. (Blz. 110)
Omdat de elektronische sleutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ont-
laden wanneer de elektronische sleutel
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de elek-
tronische sleutel mogelijk ontladen is.
Vervang de batterij indien nodig.
(Blz. 295)
Het Smart entry-systeem met startknop of
de afstandsbediening werkt niet.
Het detectiegebied wordt kleiner.
Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat
niet branden.
Houd, om de levensduur van de batterij
niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m
van de volgende elektrische apparaten
met een magnetisch veld:
Televisietoestellen
Computers
Mobiele telefoons, draadloze telefoons en
batterijladers
Oplaadapparatuur voor draadloze en
mobiele telefoons
Tafellampen
Inductiekookplaten
Als de elektronische sleutel zich langer
dan noodzakelijk is in de buurt van de auto
bevindt, kan, zelfs als het Smart entry-sys-
teem met startknop niet bediend wordt, de
sleutelbatterij sneller dan normaal ontladen
raken.
Batterij vervangen
Blz. 295
Als Er is een nieuwe sleutel geregis-
treerd. Neem voor meer informatie con-
tact op met uw dealer wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay
Deze melding wordt weergegeven elke keer
dat het bestuurdersportier wordt geopend als
de portieren van buitenaf worden ontgren-
deld gedurende ongeveer 10 dagen nadat er
een nieuwe elektronische sleutel is geregis-
treerd.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als deze melding wordt weerge-
geven, maar u geen nieuwe elektronische
sleutel hebt geregistreerd, om te controleren
of er een onbekende elektronische sleutel
(anders dan de sleutels die u in uw bezit
hebt) is geregistreerd.
Sleutels
De sleutels
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 100 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
101
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien. De sleutels zijn voorzien van de vol-
gende afstandsbediening:
Vergrendelen van de portieren
(Blz. 103)
Sluiten van de ruiten* (Blz. 103)
Ontgrendelen van de portieren
(Blz. 103)
Openen van de ruiten* (Blz. 103)
*: Deze instelling moet aan de persoonlijke
voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Omstandigheden die de werking van
het Smart entry-systeem met startknop
en de afstandsbediening beïnvloeden
Blz. 110
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
Stel de sleutels niet langdurig bloot aan
hoge temperaturen.
Voorkom dat de sleutels nat worden en
reinig ze niet in een ultrasoon reini-
gingsbad of iets dergelijks.
Bevestig geen metaalhoudende of mag-
netische voorwerpen aan de sleutels en
houd de sleutels uit de buurt van derge-
lijke voorwerpen.
Haal de sleutels niet uit elkaar.
Bevestig geen stickers en dergelijke op
de sleutel.
Houd de sleutels uit de buurt van appa-
raten die magnetische velden opwekken
(bijvoorbeeld televisietoestellen, audio-
systemen, inductiekookplaten en medi-
sche apparatuur, zoals laagfrequente
therapeutische uitrusting).
De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten
minste 10 cm uit de buurt van ingescha-
kelde elektrische apparaten. Radiogolven
die worden uitgezonden door elektrische
apparaten die zich minder dan 10 cm van
de elektronische sleutel vandaan bevin-
den, kunnen de correcte werking van de
sleutel hinderen.
In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Blz. 338
Wanneer u een elektronische sleutel
verliest
Blz. 338
Afstandsbediening
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 101 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
102
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-1. Informatie over sleutels
Schuif het ontgrendelknopje opzij
om de mechanische sleutel uit de elek-
tronische sleutel te verwijderen.
De mechanische sleutel kan maar in
één richting ingestoken worden, aange-
zien slechts één zijde van de sleutel
van een groef is voorzien. Als u de
sleutel niet in de slotcilinder kunt ste-
ken, draait u de sleutel om en probeert
u het opnieuw.
Bewaar de mechanische sleutel na
gebruik in de elektronische sleutel.
Zorg dat u de mechanische sleutel en
de elektronische sleutel bij u hebt. Als
de batterij van de elektronische sleutel
leeg is of de instapfunctie niet goed
werkt, bent u op de mechanische sleu-
tel aangewezen. (Blz. 338)
Als u uw mechanische sleutels verliest
Blz. 338
Gebruik van de mechanische
sleutel
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 102 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
103
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
3-2.Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Met de instapfunctie
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
1Pak de portiergreep vast om alle
portieren te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan de achter-
zijde van de portiergreep aanraakt.
De portieren en de achterklep kunnen gedu-
rende 3 seconden na het vergrendelen niet
worden ontgrendeld.
2Raak de vergrendelsensor (de uit-
holling aan de zijkant van de portier-
greep) aan om alle portieren te
vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld
is.
Afstandsbediening
1Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed vergrendeld
is.
Houd deze toets ingedrukt om de ruiten te
sluiten.*
2Ontgrendelen van alle portieren
Houd deze toets ingedrukt om de ruiten te
openen.*
*: Deze instelling moet aan de persoonlijke
voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Sleutel
De portieren kunnen worden vergren-
deld en ontgrendeld met de mechani-
sche sleutel. (Blz. 339)
Functie openen/sluiten van zijruiten
gekoppeld aan portieren
Als een portier wordt geopend, wordt ook de
ruit van het portier iets geopend. Als een por-
tier wordt gesloten, wordt de ruit van het por-
tier volledig gesloten.
Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te
geven dat de portieren zijn vergrendeld/ont-
grendeld met behulp van de instapfunctie of
de afstandsbediening. (Vergrendeld: een-
maal; ontgrendeld: tweemaal)
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de
ruiten bediend worden.
Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na
het ontgrendelen van de auto met de instap-
functie of de afstandsbediening een portier
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch wordt
vergrendeld.
Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsensor
op het oppervlak van de portiergreep
Wanneer de portieren niet kunnen worden
vergrendeld als u de vergrendelsensor op het
oppervlak van de portiergreep met uw vinger
aanraakt, raak dan de vergrendelsensor aan
met uw handpalm.
Portieren
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 103 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
104
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Als u handschoenen draagt, doe deze dan
uit.
Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te ver-
grendelen met de instapfunctie of de
afstandsbediening wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5
seconden een zoemer. Sluit het portier volle-
dig om de zoemer uit te schakelen en ver-
grendel de portieren opnieuw.
Alarm (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld,
wordt het alarmsysteem ingeschakeld.
(Blz. 74)
Omstandigheden die de werking van
het Smart entry-systeem met startknop
en de afstandsbediening beïnvloeden
Blz. 110
Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening niet
goed werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de por-
tieren te vergrendelen en ontgrendelen.
(Blz. 339)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
(Blz. 295)
Als de accu ontladen is
De portieren kunnen niet worden vergrendeld
en ontgrendeld met de instapfunctie of de
afstandsbediening. Vergrendel of ontgrendel
de portieren met de mechanische sleutel.
(Blz. 339)
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 360)
WAARSCHUWING
Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de vol-
gende voorschriften in acht.
Het niet in acht nemen van deze voor-
schriften kan ertoe leiden dat er per onge-
luk een portier wordt geopend en dat er
iemand uit de auto valt, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
Controleer of alle portieren volledig
gesloten en vergrendeld zijn.
Trek tijdens het rijden niet aan de bin-
nenportiergreep.
De portieren kunnen zelfs worden
geopend als de vergrendelknoppen aan
de binnenzijde in de stand vergrendeld
staan.
Als een portier wordt geopend of
gesloten
Controleer de omgeving van de auto; let er
bijvoorbeeld op of de auto op een helling
staat, of er voldoende ruimte is om het
portier te openen en of het hard waait.
Houd bij het openen of sluiten van het por-
tier de portiergreep goed vast, zodat u
bent voorbereid op eventuele onverwachte
bewegingen.
Functie openen/sluiten van zijruiten
gekoppeld aan portieren
Houd de bovenrand van de zijruit niet vast
wanneer u het portier sluit. Anders kunnen
uw vingers of kan uw hand bekneld raken
tussen de ruit.
Bij het gebruik van de afstandsbedie-
ning en het bedienen van de elek-
trisch bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruiten
nadat u hebt gecontroleerd of er geen
risico is dat een passagier met een
lichaamsdeel bekneld kan raken tussen de
ruiten. Laat tevens de afstandsbediening
niet bedienen door kinderen. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt te
zitten door het bedienen van de elektrisch
bedienbare ruiten.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 104 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
105
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Schakelaars centrale vergrende-
ling (ontgrendelen/vergrendelen)
1Vergrendelen van alle portieren
2Ontgrendelen van alle portieren
Vergrendelknoppen binnenzijde
portier
1Vergrendelen van het portier
2Ontgrendelen van het portier
De portieren kunnen worden geopend door
aan de portiergrepen aan de binnenzijde te
trekken, ook al staan de vergrendelknoppen
in de stand vergrendeld.
Vergrendelen van de portieren van bui-
tenaf zonder gebruik te maken van een
sleutel
1Zet de vergrendelknop aan de binnen-
zijde in de vergrendelde stand.
2Sluit het portier met de portiergreep uit-
getrokken.
Het portier kan niet worden vergrendeld als
het contact in stand ACC of AAN staat, of als
de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt.
De sleutel wordt mogelijk niet juist gesigna-
leerd waardoor het portier wellicht vergren-
deld wordt.
Waarschuwingszoemer open por-
tier/achterklep
Als een portier of de achterklep niet goed
gesloten is, klinkt er vanaf een rijsnelheid van
5 km/h een zoemer.
Het geopende portier of de openstaande ach-
terklep wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 105 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
106
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Achterklep
De achterklep kan als volgt wor-
den vergrendeld/ontgrendeld en
geopend/gesloten.
WAARSCHUWING
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zorg ervoor dat de achterklep tijdens
het rijden gesloten is. Als de achterklep
open blijft, kan deze tijdens het rijden
voorwerpen raken of kan er bagage uit
de bagageruimte vallen, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
Bovendien kunnen uitlaatgassen in de
auto terechtkomen, hetgeen zeer scha-
delijk is voor de gezondheid. Controleer
voordat u wegrijdt of de achterklep is
gesloten.
Zorg er voordat u wegrijdt voor dat de
achterklep volledig gesloten is. Als de
achterklep niet volledig gesloten is, kan
deze tijdens het rijden opengaan, waar-
door een ongeval kan ontstaan.
Sta nooit toe dat er personen in de
bagageruimte meerijden. In het geval
van plotseling remmen of een aanrijding
kunnen ze ernstig letsel oplopen.
Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
Laat kinderen nooit in de bagageruimte
spelen.
Als een kind in de bagageruimte opge-
sloten raakt, kan het bevangen worden
door de hitte of verwondingen oplopen.
Laat kinderen de achterklep nooit ope-
nen of sluiten.
Als dat wel gebeurt, kan de achterklep
onverwacht in beweging komen en kan
het kind met de handen, het hoofd of de
nek bekneld raken door de sluitende
achterklep.
Bedienen van de achterklep
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Verwijder sneeuw en ijs van de achter-
klep voordat u deze opent. Als u dat niet
doet, kan de achterklep na het openen
plotseling weer dichtvallen.
Controleer voordat u de achterklep
opent of sluit zorgvuldig of de omgeving
veilig is.
Zorg er als er iemand dichtbij staat voor
dat deze persoon veilig is en meld dat u
de achterklep gaat openen of sluiten.
Wees voorzichtig bij het openen en slui-
ten van de achterklep bij sterke wind,
aangezien de achterklep als gevolg van
sterke wind plotseling kan bewegen.
Als de achterklep niet helemaal wordt
geopend, kan deze plotseling dichtval-
len. Op een helling is het moeilijker om
de achterklep te openen of te sluiten
dan op een horizontale ondergrond. Let
dus op dat de achterklep niet plotseling
vanzelf open- of dichtgaat. Controleer
voordat u de bagageruimte gebruikt of
de achterklep volledig geopend en veilig
is.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 106 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
107
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Met de instapfunctie
1Ontgrendelen van alle portieren
Het portier kan gedurende 3 seconden na
het vergrendelen niet worden ontgrendeld.
2Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed vergrendeld
is.
Afstandsbediening
Blz. 103
Sleutel
Blz. 103
Feedbacksignalen
Blz. 103
Schakelaars centrale vergrende-
ling
Blz. 105
WAARSCHUWING
Let bij het sluiten van de achterklep
goed op dat er geen vingers, enz.
bekneld raken.
Controleer na het sluiten van de achter-
klep altijd of deze goed gesloten is door
er even op te drukken. Als de achter-
klepgreep wordt gebruikt om de achter-
klep volledig te sluiten, kunnen uw
handen of armen bekneld raken.
Trek nooit aan de steun van de achter-
klepgasdemper (Blz. 108) om de ach-
terklep te sluiten en hang niets aan de
steun van de gasdemper. Als dat wel
gebeurt, kunnen uw handen bekneld
raken of kan de steun van de achter-
klepgasdemper afbreken, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
Als er op de achterklep een fietsendra-
ger of een vergelijkbaar zwaar onder-
deel gemonteerd is, kan de achterklep
na het openen plotseling dichtvallen
waardoor lichaamsdelen bekneld kun-
nen raken en letsel kan optreden. Wij
raden u aan om originele Toyota-onder-
delen te gebruiken wanneer u accessoi-
res op de achterklep wilt monteren.
Van buitenaf vergrendelen en
ontgrendelen van de
achterklep
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 107 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
108
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Openen
Trek de achterklep omhoog terwijl u de
schakelaar achterklep openen inge-
drukt houdt.
De achterklep kan niet direct nadat de scha-
kelaar achterklep openen is ingedrukt, wor-
den gesloten.
Sluiten
Laat de achterklep zakken met behulp
van de achterklepgreep en druk de
achterklep van buitenaf naar beneden
om deze te sluiten.
Let op dat de achterklep bij het sluiten
ervan met de handgreep niet opzij
wordt getrokken.
Waarschuwingszoemer open por-
tier/achterklep
Blz. 105
Openen/sluiten van de
achterklep
OPMERKING
Steunen achterklepgasdempers
De achterklep is voorzien van gasdemper-
steunen, die de achterklep op zijn plaats
houden.
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan de gasdempersteunen
beschadigen en ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
gasdemper.
Raak de binnenpoot van de gasdemper
nooit aan met handschoenen of andere
stoffen voorwerpen.
Bevestig alleen originele Toyota-acces-
soires aan de achterklep.
Plaats nooit uw handen op de gasdem-
per en oefen er geen zijdelingse krach-
ten op uit.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 108 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
109
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Plaats van antenne
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne buiten de bagageruimte
Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)
Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen ongeveer
0,7 m van een van de buitenportiergrepen of
de schakelaar achterklep openen bevindt.
(Alleen de portieren die de sleutel signaleren,
kunnen worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor of het in een
andere stand zetten van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Een combinatie van in en buiten de auto
hoorbare zoemers en waarschuwingsmel-
dingen op het multi-informatiedisplay zorgen
ervoor dat diefstal van de auto en ongelukken
door een onjuiste bediening worden voorko-
men. Neem de juiste maatregelen op basis
van de weergegeven melding. (Blz. 323)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
De buiten de auto hoorbare zoemer klinkt
eenmaal gedurende 5 seconden
Smart entry-systeem met
startknop
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd als u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, bij-
voorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische
sleutel altijd bij zich hebben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren (Blz. 103)
Vergrendelen en ontgrendelen
van de achterklep (Blz. 107)
Starten van de motor (Blz. 136)
Situatie Correctie-
procedure
Er is geprobeerd de auto
te vergrendelen terwijl er
nog een portier geopend
was.
Sluit alle portie-
ren en vergren-
del ze opnieuw.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 109 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
110
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
De zoemer in het interieur klinkt onafge-
broken
Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu leeg raken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
De elektronische sleutel bevindt zich gedu-
rende 2 minuten of langer binnen een
afstand van 3,5 m van de auto.
Het Smart entry-systeem met startknop is
gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet is
gebruikt, kunnen de portieren alleen via
het bestuurdersportier worden ontgren-
deld. Houd in dat geval de greep van het
bestuurdersportier vast of gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te ontgrendelen.
Energiebesparende functie voor de bat-
terij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken. (Oplossingen: Blz. 338)
Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
Kaarten met aluminiumfolie
Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
Metalen portemonnees of tassen
Muntgeld
Metalen handwarmers
Media zoals CD's en DVD's
Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de
buurt gebruikt worden
Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
Situatie Correctie-
procedure
Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier werd
geopend terwijl het contact
in stand ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het
bestuurderspor-
tier.
Het contact stond UIT ter-
wijl het bestuurdersportier
geopend was.
Sluit het
bestuurderspor-
tier.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 110 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
111
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
De elektronische sleutel of een afstands-
bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
Computers of pda's
Digitale audioapparatuur
Draagbare spelcomputers
Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de portiergrepen en activeer de instap-
functie.
Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden.
(Blz. 339)
Raadpleeg Blz. 339 als de motor niet kan
worden gestart met het Smart entry-systeem
met startknop.
Aanwijzing voor de instapfunctie
Zelfs als de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
De elektronische sleutel bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
De elektronische sleutel ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
Zolang de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
Plaats de elektronische sleutel op een
afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. (Blz. 110)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 111 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
112
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de
ontgrendelsensor van het portier aan en
controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portier-
greep trekt.
Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(Blz. 360)
Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektronische sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. (Blz. 110)
Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd de
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto
als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem wellicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
wellicht niet.)
Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Blz. 339
Starten van de motor: Blz. 339
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 360)
Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. (Blz. 103, 339)
Starten van de motor en wijzigen van de
standen van het contact: Blz. 339
Uitzetten van de motor: Blz. 138
Verklaring voor het Smart entry-sys-
teem met startknop
Blz. 371
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 112 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
113
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische appa-
ratuur
Mensen met geïmplanteerde pacema-
kers, CRT-pacemakers of geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren moeten
voldoende afstand bewaren tot de
antennes van het Smart entry-systeem
met startknop. (Blz. 109)
Radiogolven kunnen de werking van
dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Indien nodig kan de instapfunctie wor-
den uitgeschakeld. Neem voor meer
informatie over bijvoorbeeld de frequen-
tie van de radiogolven en de momenten
waarop deze worden uitgezonden, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. Raadpleeg vervol-
gens uw arts om na te gaan of de
instapfunctie moet worden uitgescha-
keld.
Gebruikers van elektrische medische
apparatuur anders dan geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers en
geïmplanteerde hartdefibrillatoren moe-
ten contact opnemen met de fabrikant
van deze producten om te informeren of
radiosignalen invloed uitoefenen op de
werking van deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effec-
ten hebben op de werking van derge-
lijke medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor meer informa-
tie over het uitschakelen van de instap-
functie.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 113 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
114
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
3-3.Verstellen van de stoelen
Sportstoel
Premium sportstoel
Stoelpositieverstelling
Ontgrendeling rugleuningverstel-
ling en rugleuningverstelling
Ontgrendeling rugleuningverstel-
ling (alleen passagiersstoel)
Hoogteverstelling (alleen bestuur-
dersstoel)
Instappen naar de achterstoelen
of uitstappen vanuit de achter-
stoelen
Bestuurdersstoel
1Trek de hendel voor de ontgrende-
ling rugleuningverstelling en rugleu-
ningverstelling omhoog.
2Trek aan de hendel voor de stoelpo-
sitieverstelling en schuif de stoel zo
ver mogelijk naar voren.
Passagiersstoel
1Bedien de hendel voor de ontgren-
deling rugleuningverstelling en rug-
leuningverstelling of de hendel voor
de ontgrendeling van de rugleuning-
verstelling.
Voorstoelen
Procedure voor het verstellen
Instappen naar de
achterstoelen en uitstappen
vanuit de achterstoelen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 114 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
115
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
2Schuif de stoel zo ver mogelijk naar
voren door tegen het bovenste
gedeelte van de rugleuning te
duwen.
Na instappen naar de achterstoe-
len of uitstappen vanuit de achter-
stoelen
Klap de rugleuning rechtop totdat de
stoel wordt vergrendeld.
Alleen voorpassagiersstoel: De stoel wordt
vergrendeld zodra de rugleuning rechtop
staat.
WAARSCHUWING
Stoel afstellen
Let er bij het verstellen van de positie
van de stoel op dat de stoel de overige
inzittenden van de auto niet raakt,
omdat deze hierdoor wellicht letsel zou-
den kunnen oplopen.
Houd uw handen niet onder de stoel of
in de buurt van bewegende onderdelen,
om letsel te vermijden.
Uw vingers of handen zouden bekneld
kunnen raken in het stoelmechanisme.
Zorg ervoor voor dat er voldoende
ruimte overblijft voor de voeten, zodat
ze niet vast komen te zitten.
Houd de rugleuning tegen bij het ver-
stellen wanneer u deze rechtop wil zet-
ten.
Zet de rugleuning niet verder achterover
dan noodzakelijk, om te voorkomen dat
u in het geval van een aanrijding onder
het heupgedeelte van de veiligheidsgor-
del door schiet.
Als de rugleuning te ver achterover
staat, kan bij een aanrijding het heupge-
deelte over uw heupen heen schuiven,
waardoor er te veel kracht op uw buik
wordt uitgeoefend, of kan het schouder-
gedeelte van de gordel in contact
komen met uw nek, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
Verstel de stoel niet tijdens het rijden,
aangezien de stoel dan onverwachts
kan bewegen. Daardoor kan de
bestuurder de controle over de auto ver-
liezen.
Controleer na het verstellen of de stoel
goed is vergrendeld.
Instappen naar de achterstoelen en
uitstappen vanuit de achterstoelen
Zorg er bij het in- en uitstappen voor dat
uw handen, benen enz. niet bekneld
raken tussen onderdelen die kunnen
bewegen of een verbinding vormen.
Ga bij het in- en uitstappen niet op de
stoelslede staan.
Zorg er na het in- en uitstappen voor dat
de voorstoel goed is vergrendeld.
Als de voorstoel wordt bediend vanaf
de achterstoel
Controleer of er niemand op de voorstoel
zit.
OPMERKING
Wanneer een voorstoel wordt ver-
steld
Let er bij het verstellen van een voorstoel
op dat de hoofdsteun de hemelbekleding
niet raakt. Anders kunnen de hoofdsteun
en de hemelbekleding beschadigd raken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 115 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
116
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
Rugleuningen achter neerklappen
1Schuif de voorstoelen naar voren.
(Blz. 114)
2Steek de gespen in de gesphouders
om te voorkomen dat de gordels in
de weg zitten.
3Zet de hoofdsteunen in de laagste
stand. (Blz. 118)
4Trek de ontgrendelingshendel van
de rugleuning naar u toe en klap de
rugleuning neer.
De delen van de rugleuning kunnen afzon-
derlijk worden neergeklapt.
De rugleuningen achter terugzet-
ten in de oorspronkelijke positie
1Klap de rugleuning achter omhoog
tot deze vergrendelt.
2Haal de veiligheidsgordels uit de
gordelgeleiders en plaats de veilig-
heidsgordels in hun oorspronkelijke
positie.
Achterstoelen
De rugleuningen van de achter-
stoelen kunnen worden neerge-
klapt.
De rugleuningen achter
neerklappen en weer
terugzetten in de
oorspronkelijke positie
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
Bij het neerklappen van de rugleu-
ningen van de achterstoelen
Klap de rugleuningen niet neer tijdens
het rijden.
Parkeer de auto op een vlakke onder-
grond, activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in stand N.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 116 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
117
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
Voorstoelen
1Omhoog
Trek de hoofdsteun omhoog.
2Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd daarbij
de ontgrendelknop ingedrukt.
WAARSCHUWING
Laat geen personen op de neergeklapte
rugleuning of in de bagageruimte zitten
tijdens het rijden.
Laat kinderen niet in de bagageruimte
komen.
Laat niemand op de middelste achter-
stoel zitten als de achterstoel rechts is
neergeklapt, omdat de gordelsluiting
van de middelste achterstoel dan onder
de neergeklapte rugleuning zit en niet
kan worden gebruikt.
Zorg ervoor dat uw hand niet klem komt
te zitten bij het neerklappen van de rug-
leuningen van de achterstoelen.
Verplaats de voorstoelen alvorens de
rugleuningen van de achterstoelen neer
te klappen, zodat de voorstoelen niet in
de weg zitten.
Nadat de rugleuning van de achter-
stoel rechtop is gezet
Controleer of de rugleuning goed ver-
grendeld is door de rugleuning voorzich-
tig naar voren en naar achteren te
drukken.
Als de rugleuning niet goed vergrendeld is,
is de rode markering zichtbaar op de ont-
grendelingshendel van de rugleuningver-
stelling. Zorg dat de rode markering niet
zichtbaar is.
Hoofdsteunen
Alle zitplaatsen zijn voorzien van
een hoofdsteun.
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van de hoofdsteunen
Neem met betrekking tot de hoofdsteunen
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Plaats de hoofdsteunen altijd op de bij-
behorende stoel.
Stel de hoofdsteunen altijd goed af.
Druk de hoofdsteunen na het plaatsen
naar beneden om te controleren of ze
goed vergrendeld zijn.
Rijd nooit zonder hoofdsteunen.
Afstellen van een hoofdsteun
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 117 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
118
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
Achterstoelen
1Omhoog
Trek de hoofdsteun omhoog.
2Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd daarbij
de ontgrendelknop ingedrukt.
Afstellen van de hoogte van de hoofd-
steunen (voorstoelen)
Stel de hoofdsteunen zo in dat het midden
van de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk bij
de bovenzijde van uw oren bevindt.
Afstellen van de hoogte van de hoofd-
steunen van de achterstoelen
Stel de hoofdsteunen voor gebruik altijd mini-
maal in op de op een na laagste stand.
Voorstoelen
Trek de hoofdsteun omhoog en houd
daarbij de ontgrendelknop inge-
drukt.
Wanneer de hoofdsteun het dak raakt waar-
door het verwijderen ervan wordt bemoei-
lijkt, wijzig dan de stoelhoogte of de -hoek.
(Blz. 114)
Achterstoelen
1Zet de hoofdsteunen in de laagste
stand.(Blz. 118)
2Trek aan de ontgrendelingshendel
van de rugleuningverstelling en
klap de rugleuning omlaag tot de
positie waarin de hoofdsteunen ver-
wijderd kunnen worden.
Verwijderen van de
hoofdsteunen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 118 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
119
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
3Trek de hoofdsteun omhoog en
houd daarbij de ontgrendelknop
ingedrukt.
Voorstoelen
Breng de hoofdsteun in lijn met de
bevestigingsgaten en schuif hem
omlaag tot hij in de vergrendeling klikt.
Houd de ontgrendelknop ingedrukt wan-
neer u de hoofdsteun laat zakken.
Achterstoelen
1Trek aan de ontgrendelingshendel
van de rugleuningverstelling en
klap de rugleuning omlaag tot de
positie waarin de hoofdsteunen
geplaatst kunnen worden.
2Breng de hoofdsteun in lijn met de
bevestigingsgaten en schuif hem
omlaag tot hij in de vergrendeling
klikt. Houd de ontgrendelknop
ingedrukt wanneer u de hoofdsteun
plaatst.
Plaatsen van de hoofdsteunen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 119 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
120
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3-4.Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
1Houd het stuurwiel vast en druk de
hendel omlaag.
2Zet het stuurwiel in de ideale positie
door het in horizontale en verticale
richting te bewegen.
Trek na de verstelling de hendel omhoog om
het stuurwiel te borgen.
Druk op of vlak bij het symbool
om te claxonneren.
Stuurwiel
Procedure voor het verstellen
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel het stuurwiel niet tijdens het rijden.
Anders kunt u de macht over het stuur ver-
liezen, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
Na het afstellen van het stuurwiel
Controleer of het stuurwiel goed is ver-
grendeld.
Anders kan het stuurwiel plotseling bewe-
gen, wat kan leiden tot ongevallen en ern-
stig letsel. Ook klinkt de claxon wellicht
niet als het stuurwiel niet goed is vergren-
deld.
Claxon
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 120 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
121
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
De hoogte van de binnenspiegel kan
worden afgestemd op uw houding ach-
ter het stuur.
Stel de hoogte van de binnenspiegel af
door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.
De hoeveelheid gereflecteerd licht
wordt automatisch gereduceerd op
basis van de helderheid van de kop-
lampen van achteropkomend verkeer.
Modus automatische antiverblindings-
stand in-/uitschakelen
Wanneer de automatische antiverblindings-
stand is ingeschakeld, brandt het controle-
lampje . De functie wordt ingeschakeld
telkens wanneer het contact AAN wordt
gezet.
Druk op de toets om de functie uit te schake-
len. (Het controlelampje gaat ook uit.)
Voorkomen van een onjuiste werking
van de sensoren
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sen-
soren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
Binnenspiegel
De positie van de binnenspiegel
kan worden afgesteld zodat de
bestuurder voldoende zicht naar
achteren heeft.
Afstellen van de hoogte van de
binnenspiegel
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
Antiverblindingsstand
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 121 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
122
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
1Draai de schakelaar om een buiten-
spiegel te selecteren.
Links
Rechts
2Bedien de schakelaar om de spie-
gel te verstellen.
Omhoog
Rechts
Omlaag
Links
De spiegelhoek kan worden versteld
wanneer
Het contact staat in stand ACC of AAN.
Als de spiegels beslagen zijn
De buitenspiegels kunnen worden ontwas-
emd met de spiegelverwarming. Door de
achterruitverwarming in te schakelen wordt
de buitenspiegelverwarming ingeschakeld.
(Blz. 232)
Buitenspiegels
De positie van de binnenspiegel
kan worden afgesteld zodat de
bestuurder voldoende zicht naar
achteren heeft.
WAARSCHUWING
Belangrijke punten tijdens het rijden
Neem tijdens het rijden de volgende voor-
schriften in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen en een ongeval veroor-
zaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
Verstel de spiegels niet tijdens het rij-
den.
Rijd niet met de auto als de spiegels zijn
ingeklapt.
Beide buitenspiegels dienen in de nor-
male stand te staan en goed te zijn
ingesteld alvorens met de auto wordt
gereden.
Procedure voor het verstellen
WAARSCHUWING
Als de spiegelverwarming is inge-
schakeld
Raak het oppervlak van de spiegels niet
aan, omdat dit heet kan worden en brand-
wonden kan veroorzaken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 122 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
123
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
1Inklappen van de spiegels
2Uitklappen van de spiegels
Als de schakelaar van de inklapbare buiten-
spiegels in de middenstand staat, wordt de
automatische stand ingeschakeld.
De automatische stand maakt het mogelijk
om het inklappen of uitklappen van de spie-
gels te koppelen aan het vergrendelen/ont-
grendelen van de portieren bij gebruik van
de instapfunctie of afstandsbediening.
Gebruik van de automatische stand bij
koud weer
Wanneer de automatische stand wordt
gebruikt bij koud weer, kan de buitenspiegel
bevriezen en wordt de spiegel mogelijk niet
automatisch in- en uitgeklapt. Verwijder in dit
geval sneeuw en ijs van de spiegel en bedien
de spiegel vervolgens met de handmatige
modus of beweeg de spiegel met de hand.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 360)
Inklappen en uitklappen van de
spiegels
WAARSCHUWING
Wanneer een spiegel wordt versteld
Zorg ervoor dat uw hand niet bekneld
raakt tussen de bewegende spiegel en het
spiegelhuis om letsel en storingen te voor-
komen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 123 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
124
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
3-5.Openen en sluiten van de ruiten
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met
behulp van de schakelaars.
Door de schakelaar te bedienen
beweegt de ruit als volgt:
1Sluiten
2One-touch sluiten*
3Openen
4One-touch openen*
*: De ruit stopt in een tussenstand door de
schakelaar in de andere richting te bewe-
gen.
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
bediend worden als
Het contact AAN staat.
Bedienen van de elektrisch bedienbare
ruiten nadat het contact UIT is gezet
Nadat het contact in stand ACC of UIT is
gezet, kunnen de elektrisch bedienbare rui-
ten nog gedurende ongeveer 45 seconden
worden bediend. Ze kunnen echter niet meer
worden bediend als een van de portieren
wordt geopend.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten van de ruit een object
bekneld raakt tussen de ruit en het ruitframe,
stopt de beweging van de ruit en wordt de ruit
weer iets geopend.
Knelbeveiliging
Als tijdens het openen van de ruit een object
bekneld raakt tussen het portier en de ruit,
stopt de beweging van de ruit.
Als de ruit niet kan worden geopend of
gesloten
Wanneer de klembeveiliging of de knelbevei-
liging niet goed werkt en de zijruit niet kan
worden geopend of gesloten, voer dan de
onderstaande handelingen uit met de scha-
kelaar van de ruitbediening van dat portier.
Breng de auto tot stilstand en sluit alle por-
tieren. Zorg ervoor dat het contact AAN
staat en bedien de schakelaar van de ruit-
bediening continu in de one-touch sluitpo-
sitie of de one-touch openpositie binnen 4
seconden nadat de klembeveiliging of
knelbeveiliging werd geactiveerd, zodat de
zijruit kan worden geopend en gesloten.
Als de zijruit ook na het uitvoeren van
bovenstaande handelingen niet kan wor-
den geopend of gesloten, voer dan de
onderstaande procedure uit voor initialisa-
tie van de functie.
1Sluit alle portieren en zet het contact
AAN.
2Houd de schakelaar voor de ruitbedie-
ning omhoog getrokken in de one-touch
sluitpositie en sluit de zijruit volledig.
3Laat de schakelaar voor de ruitbediening
even los en houd vervolgens de schake-
laar gedurende ten minste ongeveer 6
seconden in de one-touch sluitpositie.
4Houd de schakelaar van de ruitbediening
ingedrukt in de one-touch openpositie.
Blijf de schakelaar, nadat de zijruit volle-
dig is geopend, nog eens ten minste 1
seconde in die positie vasthouden.
5Laat de schakelaar voor de ruitbediening
even los en houd vervolgens de schake-
laar gedurende ten minste ongeveer 4
seconden in de one-touch openpositie.
6Houd de schakelaar voor de ruitbedie-
ning nogmaals omhoog getrokken in de
one-touch sluitpositie. Blijf de schakelaar,
nadat de zijruit volledig is gesloten, nog
eens ten minste 1 seconde in die positie
vasthouden.
Elektrisch bedienbare
ruiten
Openen en sluiten van de
elektrisch bedienbare ruiten
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 124 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
125
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
Voordat u gaat rijden
Herhaal de procedure vanaf het begin als u
de schakelaar hebt losgelaten terwijl de ruit
nog in beweging was.
Als de ruit in de tegengestelde richting
beweegt en niet volledig kan worden geslo-
ten of geopend, laat dan de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Aan portierslot gekoppelde werking rui-
ten
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met behulp
van de mechanische sleutel.* (Blz. 339)
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met behulp
van de afstandsbediening.* (Blz. 339)
*: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 360)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
Sluiten van de ruiten
De bestuurder is verantwoordelijk voor
de bediening van de elektrisch bedien-
bare ruiten, ook voor die van de passa-
giers. Laat, om onbedoelde bediening,
met name door kinderen, te voorkomen,
de elektrisch bedienbare ruiten niet door
kinderen bedienen. Het kan gebeuren
dat een lichaamsdeel van een kind of
een andere passagier klem komt te zit-
ten tussen de elektrisch bedienbare ruit.
Wanneer er een kind in de auto zit, ver-
dient het aanbeveling om de blokkeer-
schakelaar voor de ruitbediening te
gebruiken. (Blz. 126)
Controleer of geen van de inzittenden
een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als de ruiten
bediend worden.
Wanneer de elektrisch bedienbare rui-
ten worden bediend met de afstandsbe-
diening of mechanische sleutel, bedien
dan de elektrisch bedienbare ruit nadat
u hebt gecontroleerd of er geen risico is
dat een passagier met een lichaams-
deel bekneld kan raken tussen de ruit.
Laat kinderen de ruit niet bedienen via
de afstandsbediening of mechanische
sleutel. Het kan gebeuren dat een
lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten
door het bedienen van de elektrisch
bedienbare ruit.
Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het
contact UIT en neem de sleutel en het
kind met u mee. Anders kan het kind de
auto mogelijk onbedoeld, uit katten-
kwaad, enz. bedienen, wat tot een
ongeval kan leiden.
Klembeveiliging
Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te activeren.
De klembeveiliging werkt mogelijk niet
als iets klem komt te zitten als de ruit
bijna volledig gesloten is. Zorg ervoor
dat er geen lichaamsdelen klem komen
te zitten tussen de ruit.
Knelbeveiliging
Steek geen lichaamsdelen of kleding-
stukken in de opening om te proberen of
de knelbeveiliging werkt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 125 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
126
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
Deze functie kan worden gebruikt om te
voorkomen dat kinderen per ongeluk de
ruit van het passagiersportier openen of
sluiten.
Druk op de schakelaar.
Het controlelampje gaat branden en de
ruit van het passagiersportier wordt geblok-
keerd.
De ruiten van de passagiersportieren kun-
nen nog wel met de schakelaar van het
bestuurdersportier worden geopend en
gesloten wanneer de vergrendelschakelaar
is ingeschakeld.
De blokkeerschakelaar ruitbediening
kan worden gebruikt als
Het contact AAN staat.
Als de accu is losgenomen
De blokkeerschakelaar voor de ruitbediening
wordt uitgeschakeld. Druk indien nodig na
het aansluiten van de accu op de blokkeer-
schakelaar ruitbediening.
WAARSCHUWING
De knelbeveiliging werkt mogelijk niet
als iets bekneld raakt op het moment
dat de ruit bijna volledig geopend is.
Zorg ervoor dat er geen lichaamsdelen
of kledingstukken klem komen te zitten
tussen de ruit.
Voorkomen van onbedoelde
bediening (blokkeerschakelaar
ruitbediening)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 126 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
4
127
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ................ 128
Lading en bagage.................. 134
Rijden met een
aanhangwagen.................... 135
4-2. Rijprocedures
Startknop ............................... 136
Handgeschakelde
transmissie.......................... 139
Richtingaanwijzer-
schakelaar........................... 142
Parkeerrem............................ 143
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 144
Automatic High Beam-
systeem............................... 147
Schakelaar mistlampen ......... 150
Ruitenwissers en -sproeiers .. 150
4-4. Tanken
Openen van de tankdop........ 153
4-5. Gebruik van de
ondersteunende
systemen
Toyota Safety Sense ..............155
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem) ..............................160
LTA (Lane Tracing Assist).......171
Dynamic Radar Cruise
Control .................................181
RSA (Road Sign Assist) .........191
Stop & Start-systeem .............196
BSM (Blind Spot Monitor).......200
Toyota Parking Assist-
sensor..................................206
RCTA (Rear Crossing
Traffic Alert)..........................213
Rijmodusselectieschakelaar
AWD ....................................218
GPF-systeem
(benzineroetfilter).................219
Ondersteunende systemen....220
4-6. Rijtips
Rijden in de winter..................226
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 127 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
128
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
Starten van de motor
Blz. 136
Rijden
1Zet met ingetrapt koppelingspedaal
de selectiehendel in de 1e versnel-
ling. (Blz. 139)
2Deactiveer de parkeerrem.
(Blz. 143)
3Laat het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen. Trap tegelijkertijd het
gaspedaal langzaam in om de auto
in beweging te brengen.
Tot stilstand brengen van de auto
1Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat,
zet dan de selectiehendel in stand N.
(Blz. 139)
Als het Stop & Start-systeem is ingescha-
keld, wordt de motor uitgeschakeld als de
selectiehendel in stand N wordt gezet en het
koppelingspedaal wordt losgelaten.
(Blz. 196)
Parkeren van de auto
1Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2Activeer de parkeerrem.
(Blz. 143)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand N.
(Blz. 139)
Zet de auto bij het parkeren op een helling in
de 1e versnelling of de achteruit en plaats
indien nodig wielblokken.
4Zet het contact UIT om de motor uit
te zetten.
5Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
6Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Wegrijden op een steile helling
omhoog
1Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in de 1e versnelling.
2Trap het gaspedaal een beetje in en
laat tegelijkertijd het koppelingspe-
daal geleidelijk opkomen.
3Deactiveer de parkeerrem.
Rijden in de regen
Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
Beperken van het motorvermogen
(Brake Override-systeem)
Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het
motorvermogen mogelijk beperkt.
Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay en
het head-up display (indien aanwezig) ter-
wijl het systeem in werking is.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 128 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
129
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
De eerste 1.000 km:
Rijd niet met extreem hoge snelheden.
Vermijd plotseling sterk accelereren.
Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
Rijd niet langdurig met een constante snel-
heid.
Remblokken en -schijven
De remblokken en -schijven zijn ontworpen
voor gebruik onder zware belasting. Daar-
door zijn er mogelijk remgeluiden te horen,
afhankelijk van de rijsnelheid, remkracht
en omgeving (temperatuur, vochtigheid,
enz.).
Als vaak in een stoffige omgeving wordt
gereden, kunnen de remblokken sneller
slijten.
De remblokken blijven mogelijk aan de
remschijven plakken.
De remkracht neemt mogelijk af als gevolg
van lage temperaturen, sneeuw en water.
Remsysteem met in remschijf geïnte-
greerde parkeerremtrommel
Uw auto is uitgerust met een remsysteem
met in de remschijf geïntegreerde parkeer-
remtrommel. Deze trommelremmen moeten
regelmatig worden bijgesteld. Bij het vervan-
gen van onderdelen van de parkeerrem, die-
nen ze te worden afgesteld. Laat het
bijstellen uitvoeren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. (Blz. 352)
Stationair draaien vóór uitzetten van de
motor
Laat de motor na een rit waarbij de motor
zwaar is belast stationair draaien om schade
aan de turbo te voorkomen.
Rijomstandigheden Stationair
draaien
Normaal stadsgebruik of
rijden met hoge snelheid
(op de snelweg, met de
maximumsnelheid of
adviessnelheid)
Niet nodig
Oprijden van een steile
helling of langdurig belas-
ten van de motor (rijden
op een circuit enz.)
Ongeveer 1
minuut
WAARSCHUWING
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Tijdens het rijden
Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
Als u per ongeluk in plaats van het rem-
pedaal het gaspedaal intrapt, zal de
auto onverwacht accelereren, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
Bij het achteruitrijden draait u wellicht
uw lichaam, waardoor het bedienen van
de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de
pedalen altijd goed kunt bedienen.
Zorg dat u altijd in de juiste houding
achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem-
en gaspedaal goed bedienen.
Trap het rempedaal met uw rechtervoet
in. Wanneer u het rempedaal met uw
linkervoet intrapt, kan in een noodgeval
uw reactie vertraagd worden, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 129 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
130
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
Rijd niet met de auto over licht ontvlam-
bare materialen en parkeer de auto ook
niet in de buurt van dergelijke materia-
len.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen
kunnen extreem heet zijn. Deze hete
onderdelen kunnen brand veroorzaken
als er licht ontvlambaar materiaal aan-
wezig is.
Zet de motor niet uit tijdens het rijden.
Door de motor tijdens het rijden uit te
zetten, verliest u niet de controle over
het stuurwiel of de remmen, maar werkt
de bekrachtiging van deze systemen
niet meer. Hierdoor zullen het remmen
en sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
In geval van nood echter, bijvoorbeeld
als de auto onmogelijk op de normale
manier tot stilstand kan worden
gebracht: Blz. 306
Rem bij het afdalen van een helling af
op de motor (door terug te schakelen)
om de snelheid te verlagen.
Het continu gebruiken van het remsys-
teem kan leiden tot oververhitting en
een verminderde remwerking.
(Blz. 139)
Verstel het stuurwiel, de stoel en de bin-
nen- of buitenspiegel niet tijdens het rij-
den.
Anders kunt u de macht over het stuur
verliezen.
Controleer altijd of alle passagiers hun
armen, hoofd en andere lichaamsdelen
binnen de auto houden.
Ga niet terreinrijden met deze auto.
Dit is geen vierwielaangedreven auto
die is ontworpen voor terreinrijden.
Neem de nodige zorgvuldigheid in acht
als off-road rijden onvermijdelijk is.
Rijd niet door diep water.
Dit kan kortsluiting veroorzaken in elek-
trische/elektronische onderdelen, de
motor beschadigen of andere ernstige
schade aan de auto veroorzaken.
Rijden op glad wegdek
Door plotseling remmen, accelereren en
sturen kunnen de banden hun grip ver-
liezen, met controleverlies tot gevolg.
Door plotseling accelereren, afremmen
op de motor als gevolg van schakelen,
of wijzigingen in het motortoerental kan
de auto in een slip raken.
Trap, nadat u door een plas bent gere-
den, het rempedaal lichtjes in om ervoor
te zorgen dat de remmen goed werken.
Door natte remblokken kan de remwer-
king afnemen. Remmen die aan één
kant van de auto nat zijn en niet goed
werken, kunnen de besturing bemoeilij-
ken.
Bedienen van de selectiehendel
Zet de selectiehendel tijdens het voor-
uitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan en kunt u de
macht over het stuur verliezen.
Zet de selectiehendel tijdens het achter-
uitrijden niet in een vooruitversnelling.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan en kunt u de
macht over het stuur verliezen.
Zet de selectiehendel tijdens het rijden
niet in stand N. Als u dat wel doet, wordt
de verbinding tussen de motor en de
transmissie verbroken. Als de selectie-
hendel in stand N staat, is afremmen op
de motor niet mogelijk.
Als u een piepend of krassend geluid
hoort (remblokslijtage-indicatoren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakij-
ken en indien nodig vervangen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd raken
als de remblokken niet op tijd worden ver-
vangen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 130 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
131
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
Alleen voorremmen: Een beperkte mate
van slijtage van de remblokken en rem-
schijven maakt een grotere remkracht vóór
mogelijk. Daardoor kunnen de remschij-
ven iets sneller slijten dan de remschijven
bij een conventioneel remsysteem. Toyota
adviseert daarom bij het vervangen van de
remblokken tevens de dikte van de rem-
schijven op te meten. Het rijden met een
auto waarvan de remblokken en/of de
remschijven de slijtagelimiet hebben over-
schreden, is gevaarlijk.
Bij stilstaande auto
Laat de motor niet met een hoog toeren-
tal draaien.
Als de transmissie in een andere stand
dan N staat, kan de auto onverwacht in
beweging komen, waardoor er een aan-
rijding kan ontstaan.
Voorkom voor- of achteruitrollen van de
auto bij stoppen op een helling, waar-
door een ongeval kan ontstaan: trap
altijd het rempedaal in en activeer de
parkeerrem indien nodig.
Voorkom dat de motor met een te hoog
toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental
draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, het-
geen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
Als de auto geparkeerd is
Laat geen brillen, aanstekers, spuitbus-
sen of blikken frisdrank in de auto liggen
als deze in de zon geparkeerd staat.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot het
volgende:
Een aansteker of spuitbus kan gas gaan
lekken, waardoor brand kan ontstaan.
De temperatuur in de auto kan zo hoog
oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen
of barsten.
Blikjes frisdrank kunnen openbarsten,
waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof
kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
Laat geen aanstekers achter in de auto.
Als een aansteker in het dashboard-
kastje of op de vloer ligt, kan deze per
ongeluk gaan branden als er bagage
wordt geplaatst of een stoel wordt afge-
steld en brand veroorzaken.
Plak geen parkeerschijven op de voor-
ruit of andere ruiten. Plaats geen reser-
voirs zoals luchtverfrissers op het
instrumentenpaneel of dashboard. Deze
parkeerschijven of reservoirs kunnen
als een lens werken en brand veroorza-
ken in de auto.
Laat geen portier of ruit open als het
gebogen glas van naastliggende gebou-
wen voorzien is van een gemetalli-
seerde film, bijvoorbeeld een
zilverkleurige folie. Weerkaatst zonlicht
kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
Activeer altijd de parkeerrem, schakel
de motor uit en sluit de auto af.
Laat de auto niet zonder toezicht achter
als de motor draait.
Raak de uitlaatpijpen niet aan als de
motor draait en ook niet net na het uit-
zetten van de motor.
Dit kan brandwonden veroorzaken.
Als u even gaat slapen in de auto
Zet de motor altijd uit. Anders zou u per
ongeluk de selectiehendel kunnen ver-
plaatsen of het gaspedaal in kunnen trap-
pen, waardoor een ongeval zou kunnen
ontstaan of de motor oververhit zou kun-
nen raken en brand kan ontstaan. Verder
kunnen uitlaatgassen in een slecht geven-
tileerde omgeving in de auto terechtko-
men, hetgeen zeer schadelijk is voor de
gezondheid.
Bij het remmen
Wanneer de remmen nat zijn, rijd dan
voorzichtiger.
De remweg is langer als de remmen nat
zijn en bovendien kan het vocht ertoe
leiden dat de ene zijde van de auto ster-
ker afgeremd wordt dan de andere
zijde. Ook de werking van de parkeer-
rem kan door vocht in negatieve zin
beïnvloed worden.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 131 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
132
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
Rijd niet te dicht achter een andere auto
en vermijd afdalingen en scherpe boch-
ten die krachtig afremmen noodzakelijk
maken als de rembekrachtiger niet
werkt.
In dit geval kan de auto nog wel worden
afgeremd, maar moet er een grotere
kracht op het rempedaal worden uitge-
oefend dan normaal. De remweg zal
ook langer zijn. Laat uw remmen onmid-
dellijk repareren.
Rem niet “pompend” als de motor is
afgeslagen.
Elke keer dat het rempedaal wordt inge-
trapt, wordt er weer een gedeelte van de
reserveremdruk verbruikt.
Het remsysteem bestaat uit twee afzon-
derlijke hydraulische systemen: als een
van de beide systemen uitvalt, werkt het
andere systeem nog wel. In dat geval
moet het rempedaal krachtiger worden
ingetrapt dan gewoonlijk en neemt ook
de remweg toe. Laat uw remmen
onmiddellijk repareren.
Als de auto vast komt te zitten
Laat de wielen niet overmatig doorslippen
als een aangedreven wiel los van de grond
komt of als de auto vastzit in bijvoorbeeld
zand of modder. Anders kunnen de onder-
delen van het aandrijfsysteem beschadigd
raken en kan de auto plotseling naar voren
of achteren schieten en een ongeval ver-
oorzaken.
OPMERKING
Tijdens het rijden
Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd
het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het motorvermogen
mogelijk af.
Schakel alleen een andere versnelling
in als het koppelingspedaal helemaal is
ingetrapt. Laat na het schakelen het
koppelingspedaal geleidelijk opkomen.
Anders kunnen de koppeling, de trans-
missie en de versnellingen beschadigd
raken.
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Anders kan overmatige en voortijdige
slijtage optreden of de koppeling
beschadigd raken, waardoor het accele-
reren en vanuit stilstand wegrijden
moeilijk zullen gaan. Laat de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Laat uw voet niet op het koppelingspe-
daal rusten en trap het pedaal niet in
wanneer u niet schakelt.
Anders kunnen problemen met de kop-
peling ontstaan.
Gebruik voor het wegrijden alleen de 1e
versnelling.
Anders kan de koppeling beschadigd
raken.
Gebruik het koppelingspedaal niet om
de rijsnelheid aan te passen. Zorg er,
wanneer u de auto tot stilstand brengt
terwijl de selectiehendel in een andere
stand dan de neutraalstand staat, voor
dat u het koppelingspedaal volledig
intrapt en de auto tot stilstand brengt
met behulp van de remmen.
Anders kan de koppeling beschadigd
raken.
Zorg er, wanneer u de auto tot stilstand
brengt terwijl de selectiehendel in een
andere stand dan de neutraalstand
staat, voor dat u het koppelingspedaal
volledig intrapt en de auto tot stilstand
brengt met behulp van de remmen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 132 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
133
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
OPMERKING
Zet de selectiehendel niet in stand R
voordat de auto volledig tot stilstand is
gekomen.
Anders kunnen de koppeling, de trans-
missie en de versnellingen beschadigd
raken.
Vermijd schade aan onderdelen van
de auto
Draai het stuurwiel niet gedurende lan-
gere tijd in een van beide richtingen
tegen de aanslag aan.
Anders kan schade aan de stuurbe-
krachtigingsmotor ontstaan.
Rijd zo langzaam mogelijk over oneffen-
heden in de weg om schade aan de wie-
len, de onderzijde van de auto, enz. te
vermijden.
Laat na het rijden onder zware belasting
de motor stationair draaien. Zet de
motor pas af als de turbo is afgekoeld.
Anders kan de turbo beschadigd raken.
Als u tijdens het rijden een lekke
band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden
tot de onderstaande situaties. Houd het
stuurwiel stevig vast en trap het rempe-
daal geleidelijk in om de auto tot stilstand
te brengen.
Het kan moeilijk zijn om de auto onder
controle te houden.
De auto kan abnormale geluiden maken
of trillen.
De auto kan abnormaal gaan overhel-
len.
Informatie over wat u moet doen in het
geval van een lekke band (Blz. 325)
Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval
e.d. zijn overstroomd. Indien u dat toch
doet, kan de auto hierdoor ernstig worden
beschadigd.
Motor slaat af
Kortsluiting in elektrische componenten
Motorschade door onderdompeling in
water
Na het rijden op een overstroomde weg of
als de auto vast is komen te zitten in mod-
der of zand, moet het volgende worden
nagekeken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige:
Remwerking
Veranderingen in de kwaliteit en de hoe-
veelheid van olie en vloeistoffen die
gebruikt worden in de motor, de trans-
missie, de tussenbak, het differentieel,
enz.
Smering van cardanas, lagers en kogel-
gewrichten van de wielophanging
(indien mogelijk) en de werking van alle
koppelingen, lagers, enz.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 133 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
134 4-1. Voordat u gaat rijden
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie
over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig
door:
WAARSCHUWING
Zaken die niet in de bagageruimte
vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroor-
zaken als ze in de bagageruimte vervoerd
worden:
Jerrycans met benzine
Spuitbussen
Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ervoor zorgen dat de
pedalen niet goed kunnen worden inge-
trapt, het zicht van de bestuurder wordt
gehinderd of voorwerpen de bestuurder of
passagiers raken, wat kan leiden tot een
ongeval.
Vervoer lading en bagage indien moge-
lijk altijd in de bagageruimte.
Stapel bagage in de bagageruimte nooit
hoger dan de rugleuningen.
Plaats als u de achterstoelen neerklapt
geen lange voorwerpen direct achter de
voorstoelen.
Leg geen lading of bagage op de vol-
gende plaatsen:
In de voetenruimte bij de bestuurder
Op de voorpassagiersstoel of de achter-
stoelen (als er goederen op elkaar
gestapeld worden)
Op de bagageafdekking
Op het instrumentenpaneel
Op het dashboard
Zorg dat alle voorwerpen die zich in het
passagierscompartiment bevinden, zijn
opgeborgen of vastgezet.
Sta nooit toe dat er personen in de
bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen te
vervoeren. Personen dienen plaats te
nemen op een zitplaats en een gordel
op de juiste manier om te doen.
Lading en gewichtsverdeling
Overlaad uw auto niet.
Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing
en de remwerking in negatieve zin beïn-
vloeden, waardoor een ongeval met
ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
OPMERKING
Koolstofvezellaag (indien aanwezig)
Bevestig geen dakdrager op de koolstof-
vezellaag. Anders kan de laag beschadigd
raken.
135
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Rijden met een
aanhangwagen
Toyota adviseert u niet met een
aanhangwagen te rijden.
Toyota adviseert u bovendien
geen trekhaak te laten monteren
voor het gebruik van bijvoorbeeld
een fietsendrager. Uw auto is niet
ontworpen voor het rijden met een
aanhangwagen of het gebruik van
op de trekhaak bevestigde fietsen-
dragers en dergelijke.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 135 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
136
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-2. Rijprocedures
4-2.Rijprocedures
1Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2Controleer of de selectiehendel in
stand N staat.
3Trap het koppelingspedaal stevig in.
en een melding worden weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Als dit niet wordt weergegeven, kan de
motor niet worden gestart.
4Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
De motor wordt gestart totdat hij aanslaat,
waarbij elke startpoging maximaal 30 secon-
den duurt.
Houd het koppelingspedaal ingetrapt tot de
motor draait.
De motor kan in elke stand van het contact
worden gestart.
Verlichting startknop
In de volgende situaties is de startknop ver-
licht:
Wanneer het bestuurders- of passagiers-
portier wordt geopend.
Wanneer het contact in stand ACC of AAN
staat.
Wanneer het contact vanuit stand ACC of
AAN UIT wordt gezet.
In de volgende situaties knippert de start-
knop:
Wanneer het koppelingspedaal wordt inge-
trapt terwijl u de elektronische sleutel bij u
hebt.
Als de motor niet aanslaat
De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. (Blz. 72)
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
Als de accu ontladen is
De motor kan niet worden gestart met het
Smart entry-systeem met startknop. Raad-
pleeg Blz. 340 om de motor opnieuw te star-
ten.
Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz. 100
Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Blz. 110
Aanwijzingen voor de instapfunctie
Blz. 111
Stuurslotfunctie
Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel geblokkeerd door de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push Engine Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai het
stuurwiel in een willekeurige richting) weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Startknop
Als u de volgende handelingen uit-
voert terwijl u een elektronische
sleutel bij u hebt, wordt de motor
gestart of de stand van het contact
veranderd.
Starten van de motor
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 136 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
137
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-2. Rijprocedures
Rijden
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan het voor-
komen dat de werking van de elektromotor
wordt onderbroken als de motor in korte
tijd herhaaldelijk wordt gestart en uitgezet.
Wacht in dat geval met het bedienen van
de startknop. Na ongeveer 10 seconden
zal de elektromotor van het stuurslot weer
functioneren.
Batterij elektronische sleutel
Blz. 295
Bediening van de startknop
Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt de motor niet gestart.
Als u probeert de motor te herstarten direct
nadat het contact UIT is gezet, dan start de
motor in sommige gevallen niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet een
paar seconden voordat u de motor her-
start.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 338 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voorkeursinstellingen.
WAARSCHUWING
Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuur-
dersstoel zit. Trap het gaspedaal nooit in
tijdens het starten.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als zich een storing voordoet in de motor
terwijl de auto rijdt, vergrendel of open de
portieren dan niet totdat de auto veilig en
volledig tot stilstand is gekomen. Als onder
deze omstandigheden het stuurslot wordt
geactiveerd, kan dit leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
Bij het starten van de motor
Jaag een nog koude motor nooit op toe-
ren.
Indien de motor moeilijk aanslaat of
vaak afslaat, laat uw auto dan onmiddel-
lijk controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Symptomen die kunnen duiden op
een probleem met de startknop
Wanneer u merkt dat de bediening van de
startknop niet helemaal gaat zoals u
gewend bent, bijvoorbeeld als de start-
knop bij het indrukken iets blijft hangen,
kan dit duiden op een defect. Neem
onmiddellijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 137 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
138
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-2. Rijprocedures
1Breng de auto volledig tot stilstand.
2Activeer de parkeerrem.
(Blz. 143)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand N.
(Blz. 139)
4Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken als het koppe-
lingspedaal niet is ingetrapt. (De stand
verandert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)
ACCESSORY (stand ACC)
IGNITION ON (contact AAN)
1UIT
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Uitzetten van de motor
WAARSCHUWING
Uitzetten van de motor in noodgeval-
len
Als u in noodgevallen de motor tijdens
het rijden af wilt zetten, houd dan de
startknop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt of druk hem ten
minste driemaal achter elkaar kort in.
(Blz. 306)
Bedien de startknop tijdens het rijden
echter uitsluitend in noodgevallen. Door
de motor tijdens het rijden uit te zetten,
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen, maar werkt de
bekrachtiging van deze systemen niet
meer. Hierdoor zullen het remmen en
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
Trap om de motor opnieuw te starten
nadat deze ten gevolge van een noodsi-
tuatie tijdens het rijden is uitgeschakeld
het koppelingspedaal in en druk de
startknop in.
Wijzigen van de stand van het
contact
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 138 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
139
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-2. Rijprocedures
Rijden
Auto power off-functie
Als het contact gedurende meer dan 20
minuten in stand ACC of AAN staat (zonder
dat de motor draait), schakelt het systeem
het contact automatisch UIT. Deze functie
kan echter niet geheel uitsluiten dat de accu
ontladen kan raken. Laat het contact niet
gedurende langere tijd in stand ACC of AAN
staan zonder dat de motor draait.
Bedienen van de selectiehendel
1Trap het koppelingspedaal stevig in.
2Zet vervolgens de selectiehendel in
de gewenste versnelling.
Schakel alleen sequentieel.
3Laat het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen.
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat het contact niet gedurende langere
tijd in stand ACC of AAN staan wanneer
de motor niet draait.
Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is
het contact niet UIT. Verlaat de auto
nadat u het contact UIT hebt gezet.
Handgeschakelde
transmissie
Bedieningsinstructies
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 139 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
140
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-2. Rijprocedures
De selectiehendel in stand R zet-
ten
Trek om de selectiehendel in de achter-
uit te zetten de ring onder de selectie-
hendelknop omhoog.
Maximaal toegestane snelheden
Houd u bij maximaal accelereren aan de
onderstaande maximaal toegestane snelhe-
den in elke versnelling.
Schakelstand Maximale snelheid
km/h (mph)
158 (36)
292 (57)
3135 (84)
4178 (111)
5225 (140)
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen aan
de auto
Neem bij het schakelen de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht. Anders kunnen
de motor, de handgeschakelde transmis-
sie en/of de koppeling beschadigd raken.
Zet de selectiehendel niet in stand R
zonder eerst het koppelingspedaal in te
trappen.
Trek de ring onder de pookknop alleen
omhoog om de achteruitversnelling in te
schakelen.
Zet de selectiehendel alleen in stand R
als de auto stilstaat.
Laat uw hand niet op de selectiehendel
rusten en houd hem ook niet vast als u
niet schakelt.
Schakel alleen sequentieel, om te voor-
komen dat het motortoerental te hoog
wordt.
Laat het koppelingspedaal niet plotse-
ling opkomen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 140 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
141
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-2. Rijprocedures
Rijden
De iMT regelt het motortoerental opti-
maal op basis van het bedienen van het
koppelingspedaal en de selectiehendel
door de bestuurder om de bestuurder
te helpen soepeler te schakelen. Verder
zorgt de iMT ervoor dat de schakel-
schok vermindert als het koppelingspe-
daal wordt ingetrapt, waardoor het
schakelen lichter gaat bij het rijden op
een bochtige weg of helling.
Druk op de iMT-schakelaar.
Het controlelampje iMT gaat groen branden.
Druk de schakelaar nogmaals in om de iMT
uit te schakelen.
De iMT werkt mogelijk niet als
In de volgende situaties werkt de iMT moge-
lijk niet.
Dit duidt echter niet op een storing.
Het koppelingspedaal wordt niet volledig
ingetrapt.
Het koppelingspedaal wordt niet volledig
losgelaten omdat de bestuurder zijn voet
laat rusten op het koppelingspedaal.
Er wordt geschakeld nadat de auto uitge-
rold is met de selectiehendel in de neu-
traalstand.
Nadat het koppelingspedaal is ingetrapt,
wordt de selectiehendel gedurende een
lange periode niet bediend.
Als u na het verplaatsen van de selectiehen-
del uw voet niet helemaal van het koppe-
lingspedaal haalt, werkt de iMT mogelijk niet
en kan het motortoerental niet optimaal wor-
den geregeld voor de volgende schakelpro-
cedure. Laat, om de iMT te activeren, het
koppelingspedaal compleet opkomen en trap
het weer in voordat u de selectiehendel
bedient.
Als het controlelampje iMT geel brandt
De iMT is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of
er is een storing aanwezig. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De schakeladviesindicator dient om het
brandstofverbruik en de uitlaatgasemis-
sie te verlagen binnen de grenzen van
het motorvermogen.
Opschakeladviesindicator
Terugschakeladviesindicator
iMT (Intelligent Manual
Transmission)
WAARSCHUWING
Beperkingen van de iMT
De iMT is geen systeem dat een ver-
keerde bediening van de selectiehendel of
het met een te hoog toerental draaien van
de motor voorkomt. Afhankelijk van de
situatie werkt de iMT mogelijk niet normaal
en is het wellicht niet mogelijk om de
selectiehendel soepel in een andere stand
te zetten. Wanneer u te veel op de iMT
vertrouwt, kan dit leiden tot een ongeval.
Schakeladviesindicator
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 141 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
142
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-2. Rijprocedures
Display schakeladviesindicator
De schakeladviesindicator wordt mogelijk
niet weergegeven wanneer uw voet op het
koppelingspedaal rust.
1Rechts afslaan
2Rijstrookwisseling naar rechts
(beweeg de hendel iets in de rich-
ting van de pijl en laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de rechterzijde
zullen drie keer knipperen.
3Rijstrookwisseling naar links
(beweeg de hendel iets in de rich-
ting van de pijl en laat hem los)
De richtingaanwijzers aan de linkerzijde zul-
len drie keer knipperen.
4Links afslaan
De richtingaanwijzers kunnen bediend
worden als
Het contact AAN staat.
Als het controlelampje sneller knippert
dan normaal
Controleer of er een lamp van de richtingaan-
wijzer voor of achter is doorgebrand.
WAARSCHUWING
Display schakeladviesindicator
Uit veiligheidsoverwegingen dient de
bestuurder niet uitsluitend op het display
te kijken. Raadpleeg het display alleen
wanneer dit veilig kan en rekening hou-
dend met de wegcondities en de verkeers-
omstandigheden.
Anders kan zich een ongeval voordoen.
Richtingaanwijzer-
schakelaar
Bedieningsinstructies
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 142 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
143
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-2. Rijprocedures
Rijden
1Activeren van de parkeerrem
Activeer de parkeerrem volledig terwijl u het
rempedaal ingetrapt houdt.
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem gaat branden.
2Deactiveren van de parkeerrem
Trek de hendel iets omhoog en beweeg hem
helemaal omlaag terwijl u de knop ingedrukt
houdt.
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem dooft.
Parkeren van de auto
Blz. 128
Waarschuwingszoemer geactiveerde
parkeerrem
De zoemer klinkt als er met de auto wordt
gereden terwijl de parkeerrem is geactiveerd.
“Release Parking Brake” (deactiveer parkeer-
rem) wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay. (terwijl een rijsnelheid van 5
km/h is bereikt)
Gebruik in de winter
Blz. 227
Parkeerrem
Bedieningsinstructies
OPMERKING
Bij het parkeren
Zet de selectiehendel in de neutraalstand
en activeer de parkeerrem voordat u de
auto verlaat en controleer of de auto niet
beweegt. (Blz. 128)
Voordat u gaat rijden
Deactiveer de parkeerrem.
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is
geactiveerd, kunnen de onderdelen van
het remsysteem oververhit raken, waar-
door de remprestaties in negatieve zin
kunnen worden beïnvloed en de onderde-
len van het remsysteem sneller slijten.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 143 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
144
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar om de
verlichting als volgt in te schakelen:
1 De koplampen, de dagrijver-
lichting (Blz. 144) en alle verlich-
ting die hieronder genoemd is,
worden automatisch in- en uitge-
schakeld.
2 De parkeerlichten voor, achter-
lichten, kentekenplaat- en dash-
boardverlichting gaan branden.
3 De koplampen en alle hierbo-
ven genoemde lichten gaan bran-
den.
De AUTO-modus kan worden gebruikt
als
Het contact AAN staat.
Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers, wordt de
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart en de parkeerrem
wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar
in de stand . (Brandt helderder dan de
parkeerlichten voor.) Dagrijverlichting is niet
ontworpen voor gebruik in het donker.
Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in negatieve
zin beïnvloed worden als er iets over de sen-
sor heen geplaatst wordt of als er iets op de
ruit wordt aangebracht waardoor de sensor
wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht signa-
leren, waardoor het automatische koplamp-
systeem mogelijk onjuist functioneert.
Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting
Wanneer de lichtschakelaar in de stand
of staat: De koplampen en mist-
lampen voor worden automatisch uitge-
schakeld als het contact in stand ACC of
UIT wordt gezet.
Wanneer de lichtschakelaar in stand
staat: De koplampen en alle verlichting
worden automatisch uitgeschakeld als het
contact in stand ACC of UIT wordt gezet.
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig
of automatisch worden bediend.
Bedieningsinstructies
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 144 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
145
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Zet, om de verlichting weer in te schakelen,
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand en daarna terug in stand
of .
Zoemer verlichting
Er klinkt een zoemer als het contact UIT of in
stand ACC wordt gezet en het bestuurders-
portier wordt geopend terwijl de verlichting is
ingeschakeld.
Bij het ontgrendelen van de portieren
(verlichting Welcome Light-systeem)
Wanneer de portieren worden ontgrendeld
met de instapfunctie of de afstandsbediening,
gaan de parkeerlichten voor automatisch
branden.
Wanneer de lichtschakelaar in de stand
AUTO staat en de omgeving donker is, treedt
deze functie in werking.
Energiebesparende functie
Om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt wanneer de lichtschakelaar in
de stand of staat terwijl het contact
UIT wordt gezet, schakelt de energiebespa-
rende functie van de accu alle verlichting na
ongeveer 20 minuten automatisch uit. Wan-
neer het contact AAN wordt gezet, wordt de
energiebesparende functie uitgeschakeld.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu
eenmaal uitgeschakeld en vervolgens weer
geactiveerd. Alle verlichting gaat 20 minuten
nadat de energiebesparende functie van de
accu weer is geactiveerd automatisch uit:
Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 360)
1Druk bij ingeschakelde koplampen
de hendel van u af om het grootlicht
in te schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand te
zetten, wordt het grootlicht weer uitgescha-
keld.
2Trek de hendel naar u toe en laat
deze meteen weer los om één keer
met het grootlicht te knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de koplam-
pen in- of uitgeschakeld.
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de verlichting niet langer branden dan
noodzakelijk is als de motor niet draait.
Inschakelen van het grootlicht
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 145 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
146
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Dankzij dit systeem kunnen de koplam-
pen gedurende 30 seconden worden
ingeschakeld wanneer het contact UIT
staat.
Trek, nadat u het contact UIT hebt
gezet, de hendel naar u toe en laat hem
los terwijl de lichtschakelaar in de stand
staat.
De lichten doven onder de volgende
omstandigheden:
Het contact wordt AAN gezet.
De lichtschakelaar wordt ingescha-
keld.
U trekt de lichtschakelaar naar u toe
en laat hem los.
De koplamphoogte kan worden afge-
stemd op het aantal passagiers in de
auto en de mate van belading.
1Verhogen van de koplamphoogte
2Verlagen van de koplamphoogte
Aanwijzing voor instellen van de
koplamphoogte
Extended Headlight Lighting Draaiknop koplampverstelling
Aantal inzittenden en hoe-
veelheid bagage Stand knop
Inzittenden Hoeveelheid
bagage
Bestuurder Geen 0
Bestuurder
en voorpas-
sagier
Geen 0,5
Alle zitplaat-
sen bezet Geen 1,0
Alle zitplaat-
sen bezet
Maximale
belading 1,5
Bestuurder Maximale
belading 2,5
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 146 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
147
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
*: Indien aanwezig
1Druk de Automatic High Beam-
schakelaar in.
2Zet de lichtschakelaar in de stand
of .
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem gaat branden als het sys-
teem werkt.
Voorwaarden voor het automatisch in-
en uitschakelen van het grootlicht
Als aan alle onderstaande voorwaarden
wordt voldaan, wordt het grootlicht auto-
matisch ingeschakeld (na ongeveer 1
seconde):
De rijsnelheid is ongeveer 30 km/h of
hoger.
Het gebied voor de auto is niet verlicht.
Er zijn geen tegenliggers of voorliggers
met ingeschakelde koplampen of achter-
lichten.
Er bevinden zich weinig straatlantaarns op
de weg voor u.
Als aan een van onderstaande voorwaar-
den wordt voldaan, wordt het grootlicht
automatisch uitgeschakeld:
De rijsnelheid is lager dan ongeveer 25
km/h.
Het gebied voor de auto is verlicht.
Tegenliggers of voorliggers hebben de
koplampen of achterlichten ingeschakeld.
Er bevinden zich veel straatlantaarns op
de weg voor u.
Detectie-informatie camera voor
In de volgende situaties wordt het groot-
licht mogelijk niet automatisch uitgescha-
keld:
Als plotseling een tegenligger uit een bocht
opdoemt
Als plotseling een andere auto voor de
eigen auto invoegt
Als tegenliggers of voorliggers niet kunnen
worden gesignaleerd als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of
bomen langs de weg
Wanneer tegenliggers opdoemen in de
rechter tegemoetkomende rijstrook op een
brede weg
Automatic High Beam-
systeem*
Het Automatic High Beam-
systeem gebruikt een camera aan
de bovenzijde van de voorruit om
de helderheid van de verlichting
van tegenliggers en voorliggers,
straatverlichting, enz. te beoorde-
len en schakelt, indien nodig, het
grootlicht automatisch in en uit.
WAARSCHUWING
Beperkingen van het Automatic High
Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Automatic
High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig
en houd hierbij de omgeving in de gaten
en schakel indien nodig handmatig het
grootlicht in of uit.
Voorkomen van onjuiste werking van
het Automatic High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van het Automatic
High Beam-systeem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 147 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
148
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Wanneer de verlichting van tegenliggers of
voorliggers niet is ingeschakeld
Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld
als een tegenligger wordt gesignaleerd die
zijn mistlampen aan heeft terwijl de kop-
lampen uit zijn.
Door de aanwezigheid van huisverlichting,
straatverlichting, verkeerslichten of ver-
lichte billboards en andere reflecterende
objecten wordt mogelijk geschakeld van
grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht
mogelijk ingeschakeld.
De volgende factoren kunnen van invloed
zijn op de reactietijd voor het in- of uitscha-
kelen van het grootlicht:
De helderheid van koplampen, mistlampen
en achterlichten van tegenliggers en voor-
liggers
De beweging en richting van tegenliggers
en voorliggers
Als de verlichting van een tegenligger of
voorligger slechts aan één kant werkt
Als een tegenligger of voorligger een voer-
tuig op twee wielen betreft
De toestand van de weg (stijgingspercen-
tage, bochten, toestand van het wegdek,
enz.)
Het aantal inzittenden en de hoeveelheid
bagage in de auto
Het grootlicht wordt mogelijk onverwacht
in- of uitgeschakeld.
Fietsen of vergelijkbare voertuigen worden
mogelijk niet gesignaleerd.
In de volgende situaties kan het systeem
de helderheid van het omgevingslicht
mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blij-
ven de dimlichten mogelijk branden of gaat
het grootlicht knipperen of worden voet-
gangers, tegenliggers of voorliggers ver-
blind. Als dat het geval is, moet handmatig
geschakeld worden tussen grootlicht en
dimlicht.
Bij rijden in slecht weer (zware regenval,
mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
Als het zicht door de voorruit wordt belem-
merd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
Als de voorruit gebarsten of beschadigd is
Als de camera voor vervormd of vuil is
Als de temperatuur van de camera voor
extreem hoog is
Als de helderheid van het omgevingslicht
overeenkomt met die van koplampen, ach-
terlichten of mistlampen
Als de koplampen of achterlichten van
tegenliggers of voorliggers zijn uitgescha-
keld, vuil zijn, een andere kleur hebben of
niet correct zijn afgesteld
Als de auto wordt geraakt door water,
sneeuw, stof, enz. van een voorligger
In gebieden waar lichte en donkere stuk-
ken elkaar afwisselen.
Als geregeld en herhaaldelijk over stij-
gende en dalende wegen wordt gereden,
of over wegen met een slecht of oneffen
wegdek (zoals klinkerwegen, grindwegen,
enz.)
Als geregeld en herhaaldelijk over boch-
tige wegen wordt gereden.
Als er zich een sterk spiegelend voorwerp,
zoals een verkeersbord of spiegel, voor de
auto bevindt
Als de achterzijde van een voorligger sterk
spiegelend is, zoals een container op een
truck
Als de koplampen van de auto beschadigd
of vuil zijn, of niet correct zijn afgesteld
Als de auto naar één kant overhelt door bij-
voorbeeld een lekke band, of aan de ach-
terzijde wat lager ligt doordat een
aanhangwagen is aangekoppeld, enz.
Als herhaaldelijk op een abnormale manier
wordt geschakeld tussen grootlicht en dim-
licht
Als de bestuurder meent dat het grootlicht
mogelijk knippert of voetgangers of andere
bestuurders verblindt
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 148 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
149
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Grootlicht inschakelen
Duw de hendel van u af.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft en het controlelampje
van het grootlicht gaat branden.
Trek de hendel in de oorspronkelijke stand
om het Automatic High Beam-systeem weer
te activeren.
Dimlicht inschakelen
Druk de Automatic High Beam-schake-
laar in.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft.
Druk de schakelaar in om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schakelen.
Tijdelijk inschakelen van het dim-
licht
Trek de hendel naar u toe en zet hem
vervolgens terug in de oorspronkelijke
stand.
Het grootlicht blijft ingeschakeld terwijl de
hendel naar u toe is getrokken. Nadat de
hendel echter weer in de oorspronkelijke
stand is gezet, blijft het dimlicht gedurende
enige tijd branden. Vervolgens wordt de
Automatic High Beam weer ingeschakeld.
Tijdelijk inschakelen van het dimlicht
Het verdient aanbeveling om het dimlicht in
te schakelen wanneer het grootlicht andere
bestuurders of voetgangers in de buurt hin-
dert.
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlicht
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 149 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
150
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
1 Schakelt de mistlampen voor
uit
2 Schakelt de mistlampen voor in
3 Schakelt de mistlampen voor
en het mistachterlicht in
Als de schakelaarring wordt losgelaten,
keert de ring terug naar de stand .
Door de schakelaarring nogmaals te
draaien, wordt alleen het mistachterlicht uit-
geschakeld.
Mistlampen kunnen worden gebruikt als
De koplampen of mistlampen voor zijn inge-
schakeld.
Door de hendel te bedienen
werken de ruitenwissers en -sproeiers
als volgt.
1 Stand AUTO
2 Lage snelheid ruitenwissers
3 Hoge snelheid ruitenwissers
4 Enkele slag
Schakelaar mistlampen
De mistlampen zorgen voor uitste-
kend zicht bij ongunstige rijom-
standigheden, zoals bij regen of
mist.
Bedieningsinstructies
Ruitenwissers en
-sproeiers
Met de hendel kunnen de ruiten-
wissers en de ruitensproeiers wor-
den bediend.
OPMERKING
Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voor-
ruit droog is omdat hierdoor de voorruit
beschadigd kan worden.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 150 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
151
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
In de stand AUTO werken de ruitenwissers
automatisch wanneer de sensor signaleert
dat het regent. De wissnelheid wordt auto-
matisch afgestemd op de hoeveelheid neer-
slag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de gevoeligheid
van de sensor als volgt worden inge-
steld door de schakelaarring te draaien.
5Verhoogt de gevoeligheid van de
ruitenwisser met regensensor
6Verlaagt de gevoeligheid van de rui-
tenwisser met regensensor
7 Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de rui-
tenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers maken automatisch een
aantal wisbewegingen nadat de sproeier in
werking treedt.
De ruitenwissers en ruitensproeiers
kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
Effecten van de rijsnelheid op de ruiten-
wisserwerking
De rijsnelheid heeft invloed op de interval-
werking.
Regensensor
De regensensor registreert de hoeveelheid
neerslag.
De auto is voorzien van een optische sen-
sor. Deze werkt mogelijk niet goed als zon-
licht van de opkomende of ondergaande
zon af en toe op de voorruit valt of als er
insecten o.i.d. op de voorruit zitten.
Als de ruitenwisser in de AUTO-modus
wordt gezet terwijl het contact AAN staat,
maken de ruitenwissers één wisslag om
aan te geven dat de AUTO-modus is inge-
schakeld.
Als de temperatuur van de regensensor
85°C of hoger is, of -15°C of lager, werkt
de automatische functie mogelijk niet. Zet
de ruitenwisserschakelaar in dat geval in
een andere modus dan AUTO.
Als er geen vloeistof uit de ruitensproei-
ers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer als dat
het geval is of de sproeierkoppen niet ver-
stopt zijn.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 151 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
152
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
WAARSCHUWING
Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van de ruitenwissers in de
AUTO-modus
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht
in werking treden als de sensor wordt aan-
geraakt of als de voorruit aan trillingen
wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers
in de stand AUTO staan. Let erop dat er
niets bekneld raakt als de ruitenwissers in
werking treden.
Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeier-
vloeistof pas wanneer de voorruit warm is.
De vloeistof kan anders op de voorruit
bevriezen en zo het zicht belemmeren. Dit
kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
OPMERKING
Als er geen ruitensproeiervloeistof
uit de sproeierkoppen komt
Als u de hendel gedurende langere tijd
naar u toe getrokken houdt, kan de sproei-
erpomp beschadigd raken.
Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dat geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan
de sproeierkop beschadigd raken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 152 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
153
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-4. Tanken
Rijden
4-4.Tanken
Zet het contact UIT en controleer of
de portieren en ruiten gesloten zijn.
Controleer de brandstofsoort.
Brandstofsoorten
Blz. 358
Vulopening brandstoftank voor lood-
vrije benzine
Om vergissingen bij tankstations te voorko-
men, is uw auto uitgerust met een kleinere
vulopening speciaal voor loodvrije benzine.
Openen van de tankdop
Voer de volgende stappen uit om
de tankdop te openen:
Voor het tanken
WAARSCHUWING
Bij het tanken
Neem bij het tanken de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht
nemen van de voorzorgsmaatregelen kan
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Raak na het verlaten van de auto en
voor het openen van de tankdopklep
een ongeverfd metalen oppervlak aan
om eventuele statische elektriciteit af te
voeren. Het is belangrijk om statische
elektriciteit af te voeren voordat u gaat
tanken, omdat vonken als gevolg van
statische elektriciteit brandstofdampen
tot ontbranding kunnen brengen.
Pak de tankdop bij de greep vast en
draai hem langzaam los.
Tijdens het losdraaien van de tankdop
kan er een sissend geluid hoorbaar zijn.
Wacht tot het geluid verdwenen is alvo-
rens de tankdop te verwijderen. Bij hoge
buitentemperaturen kan er brandstof uit
de vulpijp spuiten en letsel veroorzaken.
Zorg ervoor dat er niemand die de even-
tueel aanwezige statische elektriciteit
van zijn lichaam niet heeft afgevoerd, in
de buurt van een niet afgesloten brand-
stoftank komt.
Adem de brandstofdampen niet in.
Brandstof bevat stoffen die schadelijk
zijn als ze worden ingeademd.
Rook niet tijdens het tanken.
Als u dat wel doet, kan er brand ont-
staan.
Keer niet naar de auto terug als u sta-
tisch geladen bent.
Statische elektriciteit kan vonkvorming
en daarmee brand veroorzaken.
Bij het tanken
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om te voorkomen dat de brandstof-
tank overstroomt:
Plaats het vulpistool nauwkeurig in de
vulpijp.
Stop met het vullen van de tank wan-
neer het vulpistool automatisch uit klikt.
Vul de brandstoftank niet tot de rand.
OPMERKING
Tanken
Mors geen brandstof bij het tanken.
Hierdoor kan de auto beschadigd raken.
De emissieregeling kan abnormaal gaan
werken, de onderdelen van het brandstof-
systeem kunnen beschadigd raken en de
lak van de auto kan worden aangetast.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 153 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
154
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-4. Tanken
1Trek de ontgrendeling van de
tankdopklep omhoog om de
tankdopklep te openen.
2Draai de tankdop langzaam open
en verwijder hem. Plaats hem ver-
volgens in de houder op de
tankdopklep.
Draai na het tanken van brandstof de
tankdop tot u een klik hoort. Als u de
dop loslaat, zal hij iets in de andere
richting draaien.
Openen van de tankdop Sluiten van de tankdop
WAARSCHUWING
Vervangen van de tankdop
Gebruik alleen de originele Toyota-
tankdop voor uw auto. Anders kan er
brand ontstaan of kunnen zich andere
ongevallen voordoen, wat kan leiden tot
ernstig letsel.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 154 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
155
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
4-5.Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Blz. 160
LTA (Lane Tracing Assist)
Blz. 171
AHB (Automatic High Beam)
Blz. 147
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig)
Blz. 191
Dynamic Radar Cruise Control
Blz. 181
Twee soorten sensoren, die zich achter
de grille en de voorruit bevinden, signa-
leren informatie die nodig is voor de
werking van de ondersteunende syste-
men.
Radarsensor
Camera voor
Toyota Safety Sense*
Toyota Safety Sense bestaat uit de
volgende ondersteunende syste-
men en draagt bij aan een veilige
en comfortabele rijervaring:
Ondersteunend systeem
WAARSCHUWING
Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om te
werken met als uitgangspunt dat de
bestuurder voorzichtig rijdt om te helpen
de gevolgen van een aanrijding voor de
inzittenden en de auto te beperken of de
bestuurder te assisteren onder normale
rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
Sensoren
WAARSCHUWING
Voorkomen van storingen in de
radarsensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 155 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
156
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
Houd de radarsensor en de afdekking
van de radarsensor altijd schoon.
Radarsensor
Afdekking radarsensor
Reinig de voorzijde van de radarsensor of
de voor- of achterzijde van afdekking van
de radarsensor als ze vuil zijn of als er
waterdruppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
Reinig de radarsensor en de kap van de
radarsensor met een zachte doek om te
voorkomen dat er beschadigingen ont-
staan.
Bevestig geen accessoires, (doorzich-
tige) stickers of andere zaken op de
radarsensor, de afdekking van de radar-
sensor of het omliggende gebied.
Stel de radarsensor en de omgeving
van de sensor niet bloot aan krachtige
schokken.
Laat de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de radarsensor, de grille
of de voorbumper is blootgesteld aan
een krachtige schok.
Haal de radarsensor niet uit elkaar.
Wijzig of spuit de radarsensor of de kap
van de radarsensor niet.
In de volgende gevallen moet de radar-
sensor opnieuw worden gekalibreerd.
Neem voor meer informatie contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als de radarsensor of de grille is verwij-
derd en geplaatst of vervangen
Als de voorbumper is vervangen
Storingen in de camera voor voorko-
men
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, werkt de camera voor
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
Houd de voorruit te allen tijde schoon.
Reinig de voorruit als deze vuil is of als
er een dun olielaagje, waterdruppels,
sneeuw, enz. op zit(ten).
Als er een ruitencoating op de voorruit is
aangebracht, moeten waterdruppels
e.d. nog steeds met de ruitenwissers
voor worden verwijderd van het
gedeelte van de voorruit vóór de
camera voor.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
binnenzijde van de voorruit waar de
camera voor is geplaatst vuil is.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 156 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
157
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
Bevestig geen voorwerpen, zoals (door-
zichtige) stickers e.d. op de buitenzijde
van de voorruit vóór de camera voor
(het grijze gebied in de afbeelding).
Vanaf de bovenzijde van de voorruit
tot ongeveer 1 cm onder de onderzijde
van de camera voor
Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm
naar links en rechts vanuit het midden
van de camera voor)
Als de voorruit vóór de camera voor is
beslagen of wanneer er condens of ijs
op de voorruit zit, gebruik dan de voor-
ruitverwarming om de condens van de
voorruit te verwijderen of de voorruit te
ontdooien. (Blz. 231)
Vervang het ruitenwisserrubber of het
ruitenwisserblad als de ruitenwissers
vóór de waterdruppels niet goed kunnen
verwijderen van het gedeelte van de
voorruit vóór de camera vóór.
Plak geen ruitfolie op de voorruit.
Vervang de voorruit als deze bescha-
digd is of als er een barst in zit.
Na vervanging van de voorruit moet de
camera voor opnieuw worden gekali-
breerd. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen op
de camera voor terechtkomen.
Voorkom dat er fel licht op de camera
voor schijnt.
Zorg ervoor dat de camera voor niet vuil
wordt of beschadigd raakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnen-
zijde van de voorruit voor dat er geen
glasreiniger op de lens van de camera
voor terechtkomt. Raak de lens ook niet
aan.
Neem, als de lens vuil of beschadigd is,
contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Stel de camera voor niet bloot aan
sterke schokken.
Wijzig de montagepositie of -richting
van de camera voor niet en verwijder de
camera niet.
Haal de camera voor niet uit elkaar.
Wijzig geen onderdelen van de auto
rond de camera voor (binnenspiegel,
enz.) of het dak.
Bevestig geen accessoires die de
camera voor kunnen hinderen op de
motorkap, de grille of de voorbumper.
Neem voor meer informatie contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Zorg er als een surfplank of een ander
lang voorwerp op het dak moet worden
geplaatst voor dat de camera voor er
niet door wordt gehinderd.
Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen of andere lichten aan.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 157 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
158
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Verklaringen voor Toyota Safety Sense
Blz. 411
Als een waarschuwingsmelding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
Een van de systemen is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er is mogelijk sprake van een sto-
ring in het betreffende systeem.
Voer in de volgende situaties de in de tabel aangegeven acties uit. Als wordt gesignaleerd
dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt de melding en
werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als in de volgende situaties de situatie is gewijzigd (of enige tijd met de auto is gereden) en
wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt
de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Situatie Handelingen
Als het gedeelte rondom een camera bedekt
is met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of andere
verontreinigingen
Verwijder het vuil e.d. met behulp van de rui-
tenwissers en de airco. (Blz. 231).
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld door-
dat de auto in de zon heeft gestaan, maak dan
gebruik van de airconditioning om het
gedeelte rondom de camera voor af te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnescherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt gere-
flecteerd de temperatuur van de camera voor
extreem hoog oplopen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omgeving
heeft gestaan, maak dan gebruik van het air-
conditioningsysteem om het gedeelte rondom
te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt afge-
dekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap is
geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera voor
is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker, enz.,
zodat de camera voor niet meer wordt afge-
dekt.
Wanneer “Pre-Collision System Radar In Self
Calibration Unavailable See Owner’s Manual”
(Zelfkalibratie radar Pre-Crash Safety-sys-
teem niet beschikbaar, zie handleiding) wordt
weergegeven.
Controleer of er materialen op de radarsensor
of de afdekking van de radarsensor zijn
bevestigd en verwijder deze zo nodig.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 158 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
159
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staat
Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een
onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of als er fel licht in de camera voor schijnt
Afhankelijk van de omstandigheden in de omgeving van de auto oordeelt de radar mogelijk
dat de omgeving niet goed kan worden herkend. In dat geval wordt “Pre-Collision System
Unavailable See Owner’s Manual” (Pre-Crash Safety-systeem niet beschikbaar, zie handlei-
ding) weergegeven.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 159 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
160
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Het systeem kan de volgende zaken signaleren (de waarneembare zaken verschil-
len afhankelijk van de functie):
De landen en regio's in het overzicht zijn van toepassing vanaf augustus 2020.
Afhankelijk van wanneer de auto is verkocht kunnen de landen en regio's echter
verschillen. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt gebruik van een radarsensor en een
camera voor om objecten (Blz. 160) vóór de auto te signaleren. Wanneer
het systeem oordeelt dat de kans op een frontale aanrijding met een object
groot is, wordt een waarschuwing geactiveerd om de bestuurder aan te
sporen om uit te wijken en wordt de potentiële remdruk verhoogd om de
bestuurder te helpen een aanrijding te voorkomen. Wanneer het systeem
oordeelt dat de kans op een frontale aanrijding met een object zeer groot is,
worden de remmen automatisch bekrachtigd om te helpen een aanrijding te
voorkomen of om de impact van een aanrijding te helpen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden in-/uitgeschakeld en het waar-
schuwingstijdstip kan worden gewijzigd. (Blz. 164)
Signaleerbare objecten en beschikbaarheid functie
Regio's Signaleer-
bare objecten Beschikbaarheid functie Landen/gebieden
A
Voertuigen
•Fietsers
Voetgan-
gers
De Pre-Crash-waarschu-
wing, Pre-Crash Brake
Assist, Pre-Crash Brake-
functie, Emergency Stee-
ring Assist en assistentie
bij het rechts/links afslaan
op een kruispunt zijn
beschikbaar
IJsland, Ierland, Albanië, Andorra, het
Verenigd Koninkrijk, Italië, Estland,
Oostenrijk, Nederland, Cyprus, Grie-
kenland, Kroatië, Gibraltar, Zwitser-
land, Zweden, Spanje, Slowakije,
Slovenië, Tsjechië, Denemarken, Duits-
land, Noorwegen, Hongarije, Finland,
Frankrijk, Bulgarije, België, Bosnië en
Herzegovina, Polen, Portugal, Mace-
donië, Malta, Monaco, Servië, Monte-
negro, Letland, Litouwen, Roemenië,
Luxemburg, Israël, Turkije en de Cana-
rische Eilanden
BVoertuigen
De Pre-Crash-waarschu-
wing, Pre-Crash Brake
Assist en Pre-Crash
Brake-functie zijn beschik-
baar
Frans-Guyana
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 160 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
161
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer het systeem oordeelt dat een
frontale aanrijding waarschijnlijk is,
klinkt er een zoemer en wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven
op het multi-informatiedisplay om de
bestuurder aan te sporen om uit te wij-
ken.
BRAKE! (REMMEN!)
Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde waarschijn-
lijk is, past het een grotere remkracht
toe in relatie tot de kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt.
Pre-Crash Brake-functie
Wanneer het systeem oordeelt dat de
kans op een frontale aanrijding zeer
groot is, worden de remmen automa-
tisch bekrachtigd om te helpen een
aanrijding te voorkomen of de snelheid
van de aanrijding te verlagen.
Emergency Steering Assist
(regio A)
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding met een voetganger zeer
waarschijnlijk is, de auto voldoende
ruimte heeft op zijn rijstrook en de
bestuurder bezig is een uitwijk- of
stuurmanoeuvre uit te voeren, helpt de
Emergency Steering Assist bij het stu-
ren. Op die manier wordt gezorgd voor
een betere voertuigstabiliteit en wordt
er voorkomen dat de rijstrook wordt ver-
laten.
Assistentie bij het rechts/links
afslaan op een kruispunt (regio A)
Wanneer het systeem in de onder-
staande situaties oordeelt dat een aan-
rijding zeer waarschijnlijk is, geeft het
een Pre-Crash-waarschuwing en wordt
indien nodig de Pre-Crash Brake-func-
tie uitgevoerd.
Afhankelijk van hoe het kruispunt eruit
ziet, is assistentie wellicht niet mogelijk.
Wanneer u rechts/links afslaat op
een kruispunt en het pad van een
tegenligger kruist
Systeemfuncties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 161 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
162
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer u rechts/links afslaat, er
vóór u een voetganger wordt gesig-
naleerd en het systeem inschat dat
deze uw pad zal kruisen (fietsers
worden niet gesignaleerd).
WAARSCHUWING
Beperkingen van het Pre-Crash
Safety-systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig
en houd rekening met de omgeving.
Gebruik het Pre-Crash Safety-systeem
nooit in plaats van normaal remmen. Dit
systeem voorkomt niet in alle gevallen
een aanrijding en vermindert ook niet
altijd de schade of het letsel bij de aan-
rijding. Vertrouw niet uitsluitend op dit
systeem. Als u dat wel doet, kan dat lei-
den tot een ongeval, met ernstig letsel
tot gevolg.
Hoewel dit systeem is ontworpen om
aanrijdingen te helpen voorkomen of de
impact van een aanrijding te helpen ver-
minderen, is het effect afhankelijk van
allerlei omstandigheden. Hierdoor
bereikt het systeem mogelijk niet altijd
hetzelfde prestatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is: Blz. 167
Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk niet juist werkt:
Blz. 168
Probeer niet zelf de werking van het
Pre-Crash Safety-systeem te testen.
Afhankelijk van de objecten die voor het
testen worden gebruikt (dummy's, kar-
tonnen imitaties van signaleerbare
objecten, enz.) werkt het systeem
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden
tot een ongeval.
Pre-Crash Brake-systeem
Als de Pre-Crash Brake-functie in wer-
king is, wordt er veel remkracht toege-
past.
Als de auto wordt stilgezet door de wer-
king van de Pre-Crash Brake-functie,
wordt de werking van de functie na
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld.
Trap indien nodig het rempedaal in.
De Pre-Crash Brake-functie werkt
mogelijk niet, afhankelijk van de bedie-
ning van de auto door de bestuurder.
Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt
of het stuurwiel wordt gedraaid, oordeelt
het systeem mogelijk dat de bestuurder
een uitwijkactie uitvoert en werkt het
Pre-Crash Brake-systeem mogelijk niet.
Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is
ingeschakeld, wordt in sommige geval-
len de werking ervan mogelijk uitge-
schakeld, wanneer het gaspedaal diep
wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt
gedraaid en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert.
Als het rempedaal wordt ingetrapt, oor-
deelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en
stelt het mogelijk het werkingstijdstip
van de Pre-Crash Brake-functie uit.
Emergency Steering Assist (regio A)
De werking van de Emergency Steering
Assist wordt uitgeschakeld wanneer het
systeem vaststelt dat is voorkomen dat
de rijstrook is verlaten.
In de volgende gevallen werkt Emer-
gency Steering Assist mogelijk niet of
wordt het mogelijk uitgeschakeld, aan-
gezien het systeem mogelijk vaststelt
dat de bestuurder handelend optreedt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 162 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
163
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt,
er een ruk aan het stuurwiel wordt gege-
ven, het rempedaal wordt ingetrapt of
de richtingaanwijzerschakelaar wordt
bediend. In dit geval stelt het systeem
mogelijk vast dat de bestuurder een uit-
wijkmanoeuvre uitvoert en werkt de
Emergency Steering Assist mogelijk
niet.
Terwijl de Emergency Steering Assist in
werking is, wordt in sommige gevallen
de werking ervan mogelijk uitgescha-
keld wanneer het gaspedaal diep wordt
ingetrapt, er een ruk aan het stuurwiel
wordt gegeven of het rempedaal wordt
ingetrapt en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkmanoeuvre uit-
voert.
Wanneer de Emergency Steering Assist
in werking is en het stuurwiel stevig
wordt vastgehouden of de andere kant
op wordt gedraaid dan die waarin het
systeem koppel genereert, wordt de
functie mogelijk uitgeschakeld.
Wanneer moet het Pre-Crash Safety-
systeem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het sys-
teem uit, omdat het mogelijk niet juist
werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan:
Als de auto wordt gesleept
Bij het slepen van een andere auto
Bij het vervoeren van de auto op een
vrachtwagen, boot, trein of vergelijkbaar
transportmiddel
Wanneer de auto wordt opgetakeld ter-
wijl de motor aan staat en de wielen vrij
kunnen draaien
Bij het controleren van de auto op een
rollenbank, bijvoorbeeld een vermo-
gensbank of een snelheidsmetertester,
of bij het balanceren van de wielen op
de auto
Als er veel kracht wordt uitgeoefend op
de voorbumper of de grille door een
aanrijding of een andere oorzaak
Als niet op een stabiele wijze kan wor-
den gereden met de auto, bijvoorbeeld
als hij betrokken is geweest bij een
ongeval of als er storingen zijn
Als met een sportieve rijstijl of in het ter-
rein wordt gereden
Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
Als de banden zeer versleten zijn
Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
Als er sneeuwkettingen zijn aange-
bracht
Wanneer er een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg,
enz.) die de radarsensor of de camera
voor kan hinderen op de auto is
geplaatst
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 163 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
164
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In-/uitschakelen van het Pre-
Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
(Blz. 360) van het multi-informa-
tiedisplay.
Het systeem wordt iedere keer wanneer het
contact AAN wordt gezet automatisch inge-
schakeld.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
gaat het waarschuwingslampje PCS
branden en wordt er een melding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
“Pre-Collision System OFF” (Pre-
Crash Safety-systeem uit)
Wijzigen van de timing van de
Pre-Crash-waarschuwing
De timing van de Pre-Crash-waarschu-
wing kan worden gewijzigd via
(Blz. 360) van het multi-informatiedis-
play.
De instelling van de timing van de waarschu-
wing blijft behouden als het contact UIT
wordt gezet. Als het Pre-Crash Safety-sys-
teem echter is uitgeschakeld en weer is
ingeschakeld, wordt de timing weer inge-
steld op de standaardinstelling (gemiddeld).
Regio A: Als de timing van de Pre-
Crash-waarschuwing wordt gewijzigd,
wordt dienovereenkomstig ook de
timing van de Emergency Steering
Assist gewijzigd.
Wanneer laat is geselecteerd, werkt de
Emergency Steering Assist niet in een
noodgeval.
1Vroeg
2Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
3Laat
Wijzigen van instellingen van
het Pre-Crash Safety-systeem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 164 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
165
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Werkingsvoorwaarden voor elke Pre-Crash Safety-functie
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en het systeem oordeelt dat de kans op een
frontale aanrijding met een obstakel groot is.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten en er vervolgens gedurende een
bepaalde tijd niet met de auto is gereden
Als de selectiehendel in stand R staat
Als het controlelampje VSC OFF brandt (alleen de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie werkt)
Hieronder staan de snelheden vermeld waarbij elke functie werkt en de omstandigheden waar-
onder de werking wordt geannuleerd.
Pre-Crash-waarschuwing
Pre-Crash Brake Assist
Pre-Crash Brake-systeem
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl het Pre-Crash Brake-systeem in werking
is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling gedraaid.
Signaleerbare objecten Rijsnelheid Snelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voertuigen Ongeveer 10 - 180 km/h Ongeveer 10 - 180 km/h
Regio A: Fietsers en voetgan-
gers Ongeveer 10 - 80 km/h Ongeveer 10 - 80 km/h
Signaleerbare objecten Rijsnelheid Snelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voertuigen Ongeveer 30 - 180 km/h Ongeveer 30 - 180 km/h
Regio A: Fietsers en voetgan-
gers Ongeveer 30 - 80 km/h Ongeveer 30 - 80 km/h
Signaleerbare objecten Rijsnelheid Snelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voertuigen Ongeveer 10 - 180 km/h Ongeveer 10 - 180 km/h
Regio A: Fietsers en voetgan-
gers Ongeveer 10 - 80 km/h Ongeveer 10 - 80 km/h
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 165 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
166
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Emergency Steering Assist (regio A)
Wanneer de richtingaanwijzers knipperen, werkt de Emergency Steering Assist niet in een
noodgeval.
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl de Emergency Steering Assist in wer-
king is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling gedraaid.
Het rempedaal is ingetrapt.
Assistentie bij het rechts/links afslaan op een kruispunt (Pre-Crash-waarschuwing) (regio A)
Wanneer de richtingaanwijzers niet knipperen, werkt de assistentie bij het rechts/links afslaan
op een kruispunt gericht op tegenliggers niet.
Assistentie bij het rechts/links afslaan op een kruispunt (Pre-Crash Brake-functie) (regio A)
Wanneer de richtingaanwijzers niet knipperen, werkt de assistentie bij het rechts/links afslaan
op een kruispunt gericht op tegenliggers niet.
Signaleerbare objecten Rijsnelheid Snelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voetgangers Ongeveer 40 - 80 km/h Ongeveer 40 - 80 km/h
Signaleer-
bare objecten Rijsnelheid Snelheid tegenligger Snelheidsverschil tussen
uw auto en het object
Voertuigen Ongeveer 10 - 25 km/h Ongeveer 30 - 55 km/h Ongeveer 40 - 80 km/h
Voetgangers Ongeveer 10 - 25 km/h -Ongeveer 10 - 25 km/h
Signaleer-
bare objecten Rijsnelheid Snelheid tegenligger Snelheidsverschil tussen
uw auto en het object
Voertuigen Ongeveer 15 - 25 km/h Ongeveer 30 - 45 km/h Ongeveer 45 - 70 km/h
Voetgangers Ongeveer 10 - 25 km/h -Ongeveer 10 - 25 km/h
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 166 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
167
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Objectdetectiefunctie
Het systeem signaleert obstakels op basis
van hun formaat, vorm, beweging, enz.
Afhankelijk van de helderheid van het omge-
vingslicht en de beweging, het postuur en de
hoek van het gesignaleerde object wordt een
object mogelijk niet gesignaleerd, waardoor
het systeem niet goed werkt. (Blz. 168)
De afbeelding geeft aan hoe de gesigna-
leerde objecten worden weergegeven.
Regio A
Regio B
Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
In bepaalde situaties, zoals de onder-
staande, oordeelt het systeem mogelijk dat
een aanrijding aan de voorzijde waar-
schijnlijk is en treedt het in werking.
Wanneer een signaleerbaar object wordt
gepasseerd
Bij het veranderen van rijstrook om een
signaleerbaar object in te halen
Wanneer het signaleerbare object dat
wordt genaderd zich op een naastliggende
rijstrook of langs de weg bevindt, bijvoor-
beeld bij het veranderen van koers of bij
het rijden op een bochtige weg
Wanneer u een signaleerbaar object snel
nadert
Bij het naderen van objecten in de berm,
zoals signaleerbare objecten, vangrails,
telefoonpalen, bomen of muren
Als er een signaleerbaar object of ander
object langs de weg staat aan het begin
van een bocht
Als er (geverfde) patronen vóór uw auto
aanwezig zijn die ten onrechte aangezien
kunnen worden voor een signaleerbaar
object
Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt
door water, sneeuw, stof, enz.
Bij het inhalen van een signaleerbaar
object dat van rijstrook verandert of een
bocht naar rechts/links maakt
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 167 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
168
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Bij het passeren van een signaleerbaar
object dat stilstaat op de rijstrook voor het
tegemoetkomend verkeer om rechtsaf of
linksaf te slaan
Als een signaleerbaar object uw auto zeer
dicht nadert en vervolgens stopt voordat
het zich in de rijrichting van uw auto
bevindt
Als de voorzijde van uw auto omhoog of
omlaag gaat, bijvoorbeeld op een oneffen
of golvend wegdek
Bij het rijden op een weg omringd door een
constructie, zoals een tunnel of een stalen
brug
Als er zich metalen objecten (putdeksel,
staalplaat, enz.), opstaande randen of uit-
stekende delen voor uw auto bevinden
Wanneer onder een object (verkeersbord,
billboard, enz.) door wordt gereden
Bij het naderen van een slagboom van een
elektronische tolpoort, slagboom bij een
parkeerterrein of andere afscheiding die
open en dicht gaat
Wassen in een autowasstraat
Bij het rijden door of onder objecten die in
contact kunnen komen met uw auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek
Bij het rijden door stoom of rook
Wanneer dicht bij een object wordt gere-
den dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
Als wordt gereden in de buurt van een tele-
visiezendmast, radiozender, elektriciteits-
centrale, met radar uitgeruste auto's of
andere locatie waar mogelijk sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aan-
wezig zijn
Wanneer er allerlei zaken zijn die de radio-
golven van de radar in de buurt kunnen
reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen,
onverharde wegen, besneeuwde wegen
met sporen, enz.)
Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links
afslaan een tegenligger of overstekende
voetganger het pad van uw auto al heeft
verlaten
Regio A: Wanneer u vlak voor een tegen-
ligger of overstekende voetganger
rechts/links afslaat.
Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links
afslaan een tegenligger of overstekende
voetganger stopt voordat deze het pad van
uw auto kruist
Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links
afslaan een tegenligger voor uw auto
rechts/links afslaat
Regio A: Wanneer u in de richting van
tegenliggend verkeer stuurt
Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
In sommige situaties, zoals onderstaande,
wordt een object mogelijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera
voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
Wanneer een signaleerbaar object uw auto
nadert
Wanneer uw auto of een signaleerbaar
object een schommelende beweging
maakt
Als een signaleerbaar object een abrupte
beweging maakt (zoals een uitwijkma-
noeuvre, plotseling versnellen of afrem-
men)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 168 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
169
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer uw auto een signaleerbaar object
snel nadert
Wanneer een signaleerbaar object zich
niet direct voor uw auto bevindt
Wanneer een signaleerbaar object zich
vlak bij bijvoorbeeld een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat
bevindt
Wanneer een signaleerbaar object zich
onder een constructie bevindt
Wanneer een signaleerbaar object gedeel-
telijk verborgen is achter een object zoals
een groot stuk bagage, een paraplu of een
vangrail
Wanneer er allerlei zaken zijn die de radio-
golven van de radar in de buurt kunnen
reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen,
onverharde wegen, besneeuwde wegen
met sporen, enz.)
Wanneer de radiogolven van de radar in
een andere auto uw auto beïnvloeden
Wanneer zich meerdere signaleerbare
objecten dicht bij elkaar bevinden
Als de zon of ander licht rechtstreeks op
een signaleerbaar object schijnt
Wanneer een signaleerbaar object wit is
en er extreem licht uitziet
Wanneer een signaleerbaar object bijna
dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn
omgeving
Wanneer een signaleerbaar object uw auto
afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt
door water, sneeuw, stof, enz.
Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de
zon of de koplampen van tegemoetko-
mend verkeer, rechtstreeks in de camera
voor schijnt
Bij het naderen van de zijkant of voorkant
van een voorligger
Als de voorligger een motorfiets is
Als de voorligger smal is, zoals een scoot-
mobiel
Als een voorligger een smalle achterzijde
heeft, zoals een onbeladen vrachtwagen
Als een voorligger een lage achterzijde
heeft, zoals een oprijwagen
Als een voorligger een extreem grote
bodemvrijheid heeft
Als een voorligger een lading vervoert die
uitsteekt voorbij de achterbumper
Als een voorligger een onregelmatige vorm
heeft, zoals een tractor of een zijspan
Regio A: Als de voorligger een kinderfiets,
een fiets met bepakking, een fiets met
iemand achterop of een fiets met een bij-
zondere vorm (fiets met een kinderzitje,
tandem, enz.) is
Regio A: Als een voetganger of de rij-
hoogte van een fietser korter is dan onge-
veer 1 m of langer is dan ongeveer 2 m
Regio A: Als een voetganger of fietser
breed vallende kleding (regenjas, lange
rok, enz.) draagt, waardoor zijn of haar sil-
houet onduidelijk wordt
Regio A: Als een voetganger vooroverbuigt
of gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt
Regio A: Als een voetganger of fietser zich
snel voortbeweegt
Regio A: Als een voetgangers een wandel-
wagentje, rolstoel, fiets of ander voertuig
voortduwt
Bij slecht weer zoals bij hevige regen, mist,
sneeuw of een zandstorm
Bij het rijden door stoom of rook
Als er weinig omgevingslicht is, zoals tij-
dens de schemering, of 's nachts of in een
tunnel, waardoor een signaleerbaar object
bijna dezelfde kleur lijkt te hebben als zijn
omgeving
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 169 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
170
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer er wordt gereden op een plek
waar de helderheid van het omgevingslicht
plotseling verandert, zoals bij het in- of uit-
rijden van een tunnel
Nadat de motor gestart is, is er gedurende
een bepaalde tijd niet met de auto gereden
Bij het afslaan naar links/rechts en gedu-
rende een paar seconden na het afslaan
naar links/rechts
Bij het rijden in een bocht en een paar
seconden na het rijden in een bocht
Wanneer uw auto slipt
Wanneer de voorzijde van de auto is ver-
hoogd of verlaagd
Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
Als een ruitenwisserblad de camera voor
blokkeert
Er wordt met extreem hoge snelheden
gereden
Als op een helling wordt gereden
Wanneer de radarsensor of de camera
voor niet goed is uitgelijnd
Regio A: Wanneer u op een rijstrook rijdt
en rechts/links afslaat terwijl er ten minste
1 rijstrook verderop tegenliggers rijden
Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links
afslaan tegenliggers een eind bij u van-
daan zijn
Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links
afslaan een voetganger uw auto van ach-
teren of opzij nadert
Regio A: In aanvulling op het boven-
staande werkt de Emergency Steering
Assist in sommige situaties, zoals de
onderstaande, mogelijk niet.
Regio A: Wanneer de witte (gele) rijstrook-
markeringen niet goed zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer deze vaag zijn of
splitsen/samenkomen of wanneer er een
schaduw over valt
Regio A: Wanneer de rijstrook breder of
smaller is dan gebruikelijk
Regio A: Wanneer er een licht en donker
patroon op het wegdek aanwezig is, bij-
voorbeeld als gevolg van wegwerkzaam-
heden
Regio A: Wanneer er een voetganger
wordt gesignaleerd in de buurt van de hart-
lijn van de auto
Regio A: Wanneer het doel te dichtbij is
Regio A: Wanneer er onvoldoende ruimte
is waar de auto veilig en onbelemmerd in
kan rijden
Regio A: Wanneer er tegenliggers zijn
Regio A: Wanneer de VSC-functie in wer-
king is
In bepaalde situaties, zoals onderstaande,
wordt er mogelijk onvoldoende remkracht
of stuurkracht (regio A) gegenereerd,
waardoor het systeem niet goed werkt:
Als de remmen niet op volle sterkte kun-
nen werken, bijvoorbeeld wanneer de
onderdelen van het remsysteem extreem
koud, extreem heet of nat zijn
Als de auto niet goed wordt onderhouden
(extreem versleten remdelen of banden,
onjuiste bandenspanning, enz.)
Als er met de auto gereden wordt op grind
of een andere gladde ondergrond
Bij diepe spoorvorming in het wegdek
Als op een helling wordt gereden
Bij het rijden over wegen met hellingen
links of rechts
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 170 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
171
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als de VSC wordt uitgeschakeld
Als de VSC wordt uitgeschakeld
(Blz. 221), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash
Brake-functie uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned OFF Pre-Collision
Brake System Unavailable” (VSC uitge-
schakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
*: Indien aanwezig
Als wordt gereden op een weg met dui-
delijke witte (gele) rijstrookmarkerin-
gen, waarschuwt het LTA-systeem de
bestuurder wanneer de auto de huidige
rijstrook of koers dreigt te verlaten*. Het
systeem kan ook het stuurwiel enigs-
zins bedienen om te helpen voorkomen
dat de rijstrook of koers wordt verlaten*.
Wanneer de Dynamic Radar Cruise
Control is ingeschakeld, bedient dit sys-
teem het stuurwiel ook om de auto
goed op de rijstrook te houden.
Het LTA-systeem herkent witte (gele)
rijstrookmarkeringen of de rijbaan* met
behulp van de camera voor. Het detec-
teert ook voorliggers met behulp van de
camera voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
LTA (Lane Tracing Assist)*
Overzicht van functies
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 171 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
172
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
Voordat u het LTA-systeem gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het LTA-sys-
teem. Het LTA-systeem is geen systeem
dat de auto automatisch bestuurt of de
hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied vóór de auto
beperkt. De bestuurder dient altijd volle-
dige verantwoordelijkheid te nemen
voor een veilig rijgedrag door de omge-
ving steeds goed in de gaten te houden
en het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
Als u niet op de juiste manier rijdt en niet
goed oplet, kunt u een ongeval veroor-
zaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LTA om het systeem uit te schakelen. Als u
dat wel doet, kan dat leiden tot een onge-
val, met ernstig letsel tot gevolg.
Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
Er wordt gereden in een tijdelijke rij-
strook of een smalle rijstrook door weg-
werkzaamheden.
Er wordt gereden in een gebied met
wegwerkzaamheden.
Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval
Voorkomen van storingen in het LTA-
systeem en onbedoeld uitgevoerde
handelingen
Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan. Als onderdelen van
de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 177) en de voorligger van rij-
strook wisselt. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en wisselt ook van rij-
strook.)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 172 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
173
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 177) en de voorligger slingert.
(Mogelijk gaat uw auto dienovereen-
komstig ook slingeren en verlaat moge-
lijk de rijstrook.)
Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 177) en de voorligger zijn rij-
strook verlaat. (Uw auto volgt mogelijk
de voorligger en verlaat mogelijk de rij-
strook.)
Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(Blz. 177) en de voorligger zeer dicht
op de rijstrookmarkering links/rechts
rijdt. (Uw auto volgt mogelijk de voorlig-
ger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
Er wordt gereden in een scherpe bocht.
Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lijnen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.
Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen, enz. op de weg.
Er zijn schaduwen op de weg die paral-
lel lopen aan de witte (gele) lijnen of
deze bedekken.
Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of
op een kruising.
De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen
of stenen aanwezig.
De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk
te zien door zand, enz.
Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plassen,
enz.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 173 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
174
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze
mogelijk moeilijker te herkennen zijn
dan witte lijnen).
De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
Als de rand van de weg niet duidelijk of
niet recht is.
Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen van
tunnels.
Licht van de koplampen van een tegen-
ligger, de zon, enz. dringt de camera
binnen.
Er wordt gereden op een helling.
Er wordt gereden op een weg die naar
links of rechts helt of op een bochtige
weg.
Er wordt gereden op een onverharde of
ongelijkmatige weg.
De rijstrook is zeer smal of breed.
De auto helt sterk over door het vervoe-
ren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
De afstand tot de voorligger is extreem
kort.
De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden
in het wegdek).
Wanneer u met uitgeschakelde koplam-
pen in een tunnel of in het donker rijdt of
wanneer een koplamp gedimd wordt
doordat het lampglas vuil of niet goed
uitgelijnd is.
De auto heeft last van zijwind.
De auto krijgt een windstoot door een
passerend voertuig op een naastgele-
gen rijstrook.
De auto is net van rijstrook gewisseld of
een kruising overgestoken.
Er worden banden gebruikt met ver-
schillende structuren of profielen of van
verschillende fabrikanten of merken.
Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
Er zijn winterbanden, enz. gemonteerd.
Er wordt gereden met extreem hoge
snelheden
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 174 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
175
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Lane Departure Alert-functie
Wanneer het systeem vaststelt dat de
auto de rijstrook of de rijbaan* dreigt te
verlaten, wordt er een waarschuwing
weergegeven op het multi-informatie-
display en klinkt er een waarschuwings-
zoemer om de bestuurder te
waarschuwen.
Wanneer de waarschuwingszoemer klinkt,
controleer dan het gebied rondom uw auto
en stuur de auto voorzichtig terug naar het
midden van de rijstrook.
Auto met BSM: Wanneer het systeem vast-
stelt dat de auto de rijstrook dreigt te verla-
ten en dat de kans op een aanrijding met
een inhalende auto in de naastgelegen rij-
strook groot is, treedt de Lane Departure
Alert in werking, zelfs wanneer de richting-
aanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Stuurassistentiefunctie
Wanneer het systeem vaststelt dat de
auto de rijstrook of de rijbaan* dreigt te
verlaten, helpt het systeem voor zover
nodig om de auto in de rijstrook te hou-
den door kortstondig het stuurwiel licht
te bedienen.
Auto met BSM: Wanneer het systeem vast-
stelt dat de auto de rijstrook dreigt te verla-
ten en dat de kans op een aanrijding met
een inhalende auto in de naastgelegen rij-
strook groot is, treedt de stuurassistentie-
functie in werking, zelfs wanneer de
richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Functies die zijn opgenomen in
het LTA-systeem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 175 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
176
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Waarschuwingsfunctie slingeren
auto
Wanneer de auto in een rijstrook slin-
gert, klinkt er een zoemer en wordt er
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay om de bestuurder te
waarschuwen.
Lane Centering-functie
Deze functie is gekoppeld aan het
Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem en levert de benodigde assisten-
tie door het stuurwiel te bedienen om
de auto op zijn huidige rijstrook te hou-
den.
De Lane Centering-functie werkt niet als het
Dynamic Radar Cruise Control-systeem niet
is ingeschakeld.
In gevallen waarin de witte (gele) rijstrook-
markeringen niet (goed) zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer u in een file staat, treedt
deze functie in werking om te helpen een
voorligger te volgen door de positie van die
voorligger in de gaten te houden.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 176 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
177
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De Lane Centering-functie
aan-/uitzetten
Druk op de toets LTA.
De Lane Centering-functie wordt telkens
wanneer de toets wordt ingedrukt aan/uit
gezet.
De actuele instelling wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Lane Centering-functie aan
“LTA Steering Assist Active Lane
Centering Active” (Active Lane Cen-
tering-functie van de LTA-stuuras-
sistentie ingeschakeld)
Lane Centering-functie uit
“LTA Steering Assist Active” (LTA-
stuurassistentie ingeschakeld)
LTA-systeem uitschakelen
Houd de toets LTA ingedrukt.
Het controlelampje LTA dooft wanneer de
LTA wordt uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets om het systeem
weer in te schakelen.
De LTA wordt ingeschakeld telkens wanneer
het contact AAN wordt gezet.
De Lane Centering-functie blijft echter de
status (AAN/UIT) houden die de functie had
voordat het contact UIT werd gezet.
Controlelampje LTA
Aan de hand van de verlichtingsstatus van
de indicator wordt de bestuurder geïnfor-
meerd over de bedrijfsstatus van het sys-
teem.
Brandt wit: LTA-systeem is in werking.
Brandt groen: De stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure Alert-func-
tie is in werking.
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook worden
weergegeven: Geeft aan dat de stuurwielas-
sistentie van de Lane Centering-functie in
werking is.
Eén buitenkant van de rijstrook wordt weer-
gegeven: Geeft aan dat de stuurwielassis-
tentie van de stuurassistentiefunctie in
werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook knippe-
ren: Waarschuwt de bestuurder dat hij in
actie moet komen om in het midden van de
rijstrook te blijven (Lane Centering-functie).
Instellingen LTA-systeem Meldingen op het multi-
informatiedisplay
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 177 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
178
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Display rijden met de volgregeling
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
Lane Centering-functie in werking is door de
positie van de voorligger in de gaten te hou-
den.
Wanneer het display voor rijden met de volg-
regeling wordt weergegeven en de voorlig-
ger in beweging is, beweegt uw auto zich
mogelijk op dezelfde wijze. Houd uw omge-
ving altijd goed in de gaten te houden en
bedien indien nodig het stuurwiel om de rij-
richting van de auto te corrigeren en de vei-
ligheid te garanderen.
Display Lane Departure Alert-func-
tie
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Binnenzijde van de weergegeven lij-
nen is wit
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan* herkent. Als
de auto de rijstrook verlaat, knippert de
witte lijn die wordt weergegeven aan de
zijde waar de auto de strook verlaat
oranje.
Binnenzijde van de weergegeven lij-
nen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan* niet kan her-
kennen of tijdelijk is uitgeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Voorwaarden voor werking van de func-
ties
Lane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
LTA is ingeschakeld.
De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of
hoger.*1
Het systeem herkent witte (gele) rijstrook-
markeringen of een rijbaan*2. (Wanneer
slechts aan één zijde een witte [gele] mar-
kering of een rijbaan*2 wordt herkend,
werkt het systeem uitsluitend voor de her-
kende zijde.)
De breedte van de rijstrook is ten minste
ongeveer 3 m.
De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet
bediend.
(Auto's met BSM: Behalve wanneer een
ander voertuig zich op de rijstrook bevindt
aan de zijde van de bediende richtingaanwij-
zer)
Er wordt niet gereden in een scherpe
bocht.
Er worden geen systeemstoringen gesig-
naleerd. (Blz. 180)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid
lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 178 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
179
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
Er wordt niet in een vastgestelde mate of
sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
Het stuurwiel wordt niet bediend met een
stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS
werken niet.
De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
De waarschuwing handen van het stuur-
wiel wordt niet weergegeven. (Blz. 180)
Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in van het
multi-informatiedisplay is ON (aan).
(Blz. 360)
De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of
hoger.
De breedte van de rijstrook is ten minste
ongeveer 3 m.
Er worden geen systeemstoringen gesig-
naleerd. (Blz. 180)
Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
LTA is ingeschakeld.
De instelling voor “Lane Center” (midden
rijstrook) in van het multi-informatie-
display is ON (aan) (Blz. 360).
Deze functie herkent witte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals
een motorfiets).
Het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem werkt in de afstandsregelmodus.
De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 -
4 m.
De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet
bediend.
Er wordt niet gereden in een scherpe
bocht.
Er worden geen systeemstoringen gesig-
naleerd. (Blz. 180)
Er wordt niet in een vastgestelde mate of
sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
Het stuurwiel wordt niet bediend met een
stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS
werken niet.
De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
De waarschuwing handen van het stuur-
wiel wordt niet weergegeven. (Blz. 180)
De auto rijdt in het midden van een rij-
strook.
Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
Tijdelijk uitschakelen van functies
Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld. Als echter
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt
voldaan, wordt de werking van de functie
automatisch hervat. (Blz. 178)
Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den (Blz. 178) wordt voldaan terwijl de
Lane Centering-functie in werking is, klinkt
er mogelijk een zoemer om aan te geven
dat de functie tijdelijk is uitgeschakeld.
Stuurassistentiefunctie/Lane Centering-
functie
Afhankelijk van de rijsnelheid, de situatie
rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de
bestuurder mogelijk niet dat de functie in
werking is of werkt de functie mogelijk
helemaal niet.
De bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
Probeer niet zelf de werking van de
stuurassistentiefunctie te testen.
Lane Departure Alert-functie
De waarschuwingszoemer is mogelijk
slecht te horen door geluiden van buiten,
afspelen van muziek, enz.
Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of
niet recht is, werkt de Lane Departure
Alert-functie mogelijk niet.
Auto's met BSM: Het systeem kan mogelijk
niet vaststellen of er een gevaar bestaat
voor een aanrijding met een voertuig op
een aangrenzende rijstrook.
Probeer niet zelf de werking van de Lane
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 179 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
180
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Waarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het multi-
informatiedisplay een waarschuwingsmelding
weergegeven om de bestuurder aan te spo-
ren het stuurwiel vast te houden. Tevens
wordt het in de afbeelding weergegeven sym-
bool op het multi-informatiedisplay weerge-
geven. De waarschuwing stopt wanneer het
systeem signaleert dat de bestuurder het
stuurwiel vasthoudt. Houd uw handen altijd
aan het stuurwiel wanneer u dit systeem
gebruikt, ongeacht eventuele waarschuwin-
gen.
Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de
bestuurder gewaarschuwd en wordt de func-
tie tijdelijk uitgeschakeld. Deze waarschu-
wing werkt op dezelfde wijze als de
bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthou-
den.
Wanneer bij het nemen van een bocht het
systeem vaststelt dat de auto de rijstrook
dreigt te verlaten terwijl de Lane Centering-
functie in werking is.
Afhankelijk van de voertuigconditie en de
conditie van de weg, wordt er mogelijk geen
waarschuwing gegeven. Bovendien wordt,
als het systeem signaleert dat de auto in een
bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaar-
schuwd dan bij het rijden op een rechte weg.
Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl de stuurassistentie in wer-
king is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden en de stuurwielassistentie in
werking is, klinkt de zoemer en wordt de
bestuurder gewaarschuwd. Elke keer dat de
zoemer klinkt, houdt het geluid hiervan langer
aan.
Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert
terwijl de waarschuwingsfunctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het
in de afbeelding weergegeven symbool op
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing
gegeven.
Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LTA oranje
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het
scherm worden weergegeven als er een
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
“LTA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als
gevolg van een storing in een andere sensor
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het
LTA-systeem weer in.
“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van
het LTA-systeem. Rijd langzamer.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 180 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
181
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden
gewijzigd. (Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 360) *: Indien aanwezig
Wanneer de afstandsregelmodus is
ingeschakeld, accelereert en decele-
reert de auto automatisch overeenkom-
stig de veranderingen in snelheid van
de voorligger, zelfs wanneer het gaspe-
daal niet wordt ingetrapt. In de con-
stante-snelheidsregelmodus rijdt de
auto met een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise
Control op autowegen en snelwegen.
Afstandsregelmodus (Blz. 184)
Constante-snelheidsregelmodus
(Blz. 187)
Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Dynamic Radar Cruise
Control*
Overzicht van functies
Systeemonderdelen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 181 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
182
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Bedieningsschakelaars
Afstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Uitschakeltoets
Schakelaar -SET
Cruise control-hoofdschakelaar
WAARSCHUWING
Voor het gebruik van de Dynamic
Radar Cruise Control
Voor veilig rijden is alleen de bestuurder
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen
op het systeem en rijd voorzichtig door
altijd goed op de omgeving te letten.
Het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem biedt ondersteuning bij het rijden
om de bestuurder te ontlasten. Er zijn
echter grenzen aan de geboden onder-
steuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blindelings
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
Omstandigheden waarin de sensor
voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert: Blz. 190
Omstandigheden waaronder de
afstandsregelmodus mogelijk niet goed
werkt: Blz. 191
Stel de geschikte snelheid in op basis
van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersom-
standigheden, enz. De bestuurder is
verantwoordelijk voor het controleren
van de ingestelde snelheid.
Zelfs als het systeem normaal werkt,
kan de door het systeem gesignaleerde
status van de voorligger afwijken van de
door de bestuurder waargenomen sta-
tus. Daarom moet de bestuurder altijd
alert blijven, het gevaar van elke situatie
inschatten en veilig rijden. Volledig ver-
trouwen op het systeem of aannemen
dat het systeem de veiligheid garan-
deert tijdens het rijden kan leiden tot
een ongeval met ernstig letsel als
gevolg.
Schakel de Dynamic Radar Cruise Con-
trol uit met de cruise control-hoofdscha-
kelaar als deze niet wordt gebruikt.
Waarschuwingen met betrekking tot
de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht, aangezien er grenzen zijn aan de
door het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval ver-
oorzaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
De bestuurder helpen bij het meten van
de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control dient
alleen ter ondersteuning van de bestuur-
der bij het bepalen van de volgafstand tus-
sen de eigen auto en een bepaalde
voorligger. Het systeem is niet bedoeld om
zorgeloos of roekeloos rijgedrag te recht-
vaardigen en kan de bestuurder ook niet
helpen tijdens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder
zelf de omgeving van de auto goed in de
gaten houdt.
De bestuurder helpen bij het bepalen
van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control bepaalt
of de volgafstand tussen de eigen auto en
een bepaalde voorligger binnen een vast-
gelegd bereik ligt. Het systeem kan geen
andere beoordelingen maken. Het is
daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert
blijft en inschat of een situatie mogelijk
gevaarlijk is.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 182 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
183
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
De bestuurder helpen bij het bedienen
van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control heeft
geen functies om aanrijdingen met een
voorligger te voorkomen of vermijden.
Daarom dient u wanneer er gevaar dreigt
direct de controle over de auto te nemen
en juist te handelen om de veiligheid van
alle betrokkenen te garanderen.
Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van de Dynamic Radar
Cruise Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control
niet in de volgende situaties. Als u dat wel
doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed
geregeld, waardoor een ongeval met ern-
stig letsel kan ontstaan.
Op wegen met voetgangers, fietsers,
enz.
In druk verkeer
Op wegen met scherpe bochten
Op slingerende wegen
Op wegen die door regen, ijs of sneeuw
glad zijn
Op steile hellingen bergafwaarts of op
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan
de rijsnelheid de ingestelde snelheid over-
schrijden.
Op invoegstroken van autowegen en
snelwegen
Als de weersomstandigheden zo slecht
zijn dat ze een juiste signalering door de
sensoren onmogelijk zouden kunnen
maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware
regenval, enz.)
Als er regen, sneeuw, enz. op de voor-
zijde van de radar of de camera voor zit
In verkeersomstandigheden waarbij her-
haaldelijk accelereren en decelereren
noodzakelijk is
Tijdens het slepen in een noodgeval
Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 183 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
184
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In deze modus registreert een radar of er binnen ongeveer 100 meter voor u een
voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om de afstand tussen uw auto en
de voorligger te berekenen en een geschikte afstand tussen uw auto en de voorlig-
ger te handhaven. De gewenste tussenafstand kan tevens met de afstandsschake-
laar worden ingesteld.
Bij het afdalen van een helling kan de tussenafstand korter worden.
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld.
Voorbeeld van deceleratie en rijden met de volgregeling
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid.
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snelheid van
uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd, schakelt het systeem het rem-
systeem in (de remlichten gaan dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo
dat de afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voorligger gehandhaafd blijft. Als het
systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige afstand tot de voorligger te cre-
ëren, klinkt er een naderingswaarschuwing.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een rijsnelheid van 80 km/h of hoger een rijstrook
opschuift om in te halen, zal de auto accelereren zodat een voertuig op de andere rijstrook
sneller kan worden ingehaald.
Het oordeel van het systeem met betrekking tot wat een rijstrook voor inhalen is, is mogelijk
alleen gebaseerd op de positie van het stuurwiel in de auto (bestuurder links of rechts) Als de
auto rijdt in een regio waar de rijstrook voor inhalen zich aan de andere kant bevindt dan waar
de auto normaal rijdt, accelereert de auto mogelijk wanneer de richtingaanwijzerschakelaar
wordt bediend in de tegengestelde richting van de rijstrook voor inhalen (bijv. als de bestuur-
der normaal rijdt in een regio waar de rijstrook voor inhalen zich rechts bevindt, maar de
bestuurder rijdt nu in een regio waar de rijstrook voor inhalen zich links bevindt, accelereert de
auto mogelijk als de richtingaanwijzer rechts wordt ingeschakeld).
Rijden in de afstandsregelmodus
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 184 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
185
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde snel-
heid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het systeem
schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
1Druk op de cruise control-hoofd-
schakelaar om de cruise control in
te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic Radar
Cruise Control gaat branden en er wordt een
melding weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. Druk nogmaals op de schakelaar
om de cruise control uit te schakelen.
Als de cruise control-hoofdschakelaar gedu-
rende ten minste 1,5 seconden ingedrukt
wordt gehouden, schakelt het systeem over
op de constante-snelheidsregelmodus.
(Blz. 187)
“Radar Ready” (radar gereed)
2Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (ongeveer 30
km/h of hoger) en druk op de scha-
kelaar -SET om de snelheid op te
slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt losgelaten, wordt de ingestelde
snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snel-
heid met de schakelaar
Druk, om de ingestelde snelheid te wij-
zigen, op de schakelaar +RES of -SET
totdat de gewenste snelheid wordt
weergegeven.
1Verhogen van de snelheid
2Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Druk op de schakelaar.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar inge-
drukt om de snelheid te wijzigen en laat hem
los als de gewenste snelheid is bereikt.
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 185 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
186
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als de afstandsregelmodus is inge-
schakeld, wordt de ingestelde snelheid
als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2 telkens als
de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Wordt in stappen van 5
km/h*1 of 5 mph*2 verhoogd of verlaagd
zolang de schakelaar ingedrukt wordt
gehouden
In de constante-snelheidsregelmodus
(Blz. 187) wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2 telkens als
de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Zolang de schakelaar inge-
drukt wordt gehouden, wordt de snelheid
gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt
getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond
wordt in “MPH”
Wijzigen van de ingestelde snel-
heid met het gaspedaal
1Accelereer met behulp van het gas-
pedaal naar de gewenste rijsnel-
heid.
2Druk op de schakelaar -SET.
Door de schakelaar in te drukken wordt
de afstand tot de voorligger als volgt
gewijzigd:
1Lang
2Gemiddeld
3Kort
Als er een auto voor u rijdt, wordt het sym-
bool voor een voorligger ook weergege-
ven.
Selecteer een afstand in de onder-
staande tabel. Houd er rekening mee
dat de aangegeven afstanden overeen-
komen met een rijsnelheid van 80
km/h. De tussenafstand is afhankelijk
van de rijsnelheid.
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)
Afstandsopties Tussenafstand
Lang Ongeveer 50 m
Gemiddeld Ongeveer 40 m
Kort Ongeveer 30 m (100 ft.)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 186 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
187
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1Als u op de uitschakeltoets drukt,
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens uitge-
schakeld als het rempedaal wordt ingetrapt.
2Als u op de schakelaar +RES drukt,
wordt de cruise control hervat en
wordt de ingestelde rijsnelheid her-
vat.
De cruise control wordt echter niet hervat
wanneer de rijsnelheid ongeveer 25 km/h of
lager is.
Wanneer uw auto een voorligger te
dicht nadert en automatisch decelere-
ren door middel van de cruise control
niet mogelijk is, zal het scherm gaan
knipperen en een zoemer klinken om
de bestuurder te waarschuwen. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren als een andere
bestuurder vóór u invoegt terwijl u een
voorligger volgt. Trap het rempedaal in
om voldoende afstand tot uw voorligger
te houden.
Mogelijk worden geen waarschu-
wingen gegeven
In de volgende gevallen worden moge-
lijk geen waarschuwingen gegeven als
de tussenafstand klein is.
Als de snelheid van de voorligger
gelijk is aan of hoger is dan de snel-
heid van uw eigen auto
Als de voorligger extreem langzaam
rijdt
Direct nadat de snelheid van de
cruise control is ingesteld
Bij het intrappen van het gaspedaal
Wanneer de constante-snelheidsregel-
modus is geselecteerd, blijft de auto
met een ingestelde snelheid rijden,
zonder de tussenafstand te regelen.
Selecteer deze modus alleen wanneer
de afstandsregelmodus niet goed werkt
als gevolg van een vuile radar.
1Houd bij uitgeschakelde cruise con-
trol de cruise control-hoofdschake-
laar gedurende ten minste 1,5
seconden ingedrukt.
Direct nadat op de schakelaar is gedrukt,
gaat het controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control branden. Vervolgens gaat het
controlelampje cruise control branden.
Uitschakelen en hervatten van
de snelheidsregeling
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 187 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
188
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Overschakelen naar de constante-snel-
heidsregelmodus is alleen mogelijk als de
schakelaar wordt bediend terwijl de cruise
control uit staat.
2Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (ongeveer 30
km/h of hoger) en druk op de scha-
kelaar -SET om de snelheid op te
slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt losgelaten, wordt de ingestelde
snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid:
Blz. 185
Uitschakelen en hervatten van de ingestelde
snelheid: Blz. 187
Wanneer deze functie is ingeschakeld
en het systeem in de afstandsregelmo-
dus (Blz. 184) werkt en een verkeers-
bord met een snelheidslimiet wordt
gesignaleerd, wordt de herkende snel-
heidslimiet weergegeven met een pijl
omhoog/omlaag. De ingestelde snel-
heid kan tot de herkende snelheidsli-
miet worden verhoogd/verlaagd door
de schakelaar +RES/-SET ingedrukt te
houden.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid lager is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar +RES ingedrukt.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid hoger is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 188 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
189
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via op het multi-
informatiedisplay. (Blz. 360)
Wanneer de Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign Assist in wer-
king is en u bergaf rijdt, overschrijdt de
rijsnelheid mogelijk de ingestelde snel-
heid.
In dit geval wordt de weergegeven
ingestelde rijsnelheid verlicht en klinkt
er een zoemer om de bestuurder te
waarschuwen.
De Dynamic Radar Cruise Control kan
worden gebruikt als
De selectiehendel staat in het 2e bereik of
hoger.
Afhankelijk van de regelmodus kan dit item
op de volgende snelheden worden inge-
steld:
Afstandsregelmodus: Ongeveer 30 km/h of
hoger
Constante-snelheidsregelmodus: Onge-
veer 30 km/h of hoger
Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na
het accelereren gaat de auto weer rijden met
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid
echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger
gehandhaafd blijft.
Selectie schakelstand
Selecteert een schakelstand die past bij de
rijsnelheid. Als het motortoerental te hoog of
te laag is, kan de regeling automatisch wor-
den uitgeschakeld.
Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties.
Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
25 km/h.
De VSC is geactiveerd.
De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
De sensor kan niet goed signaleren omdat
hij ergens door bedekt is.
Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
De parkeerrem is geactiveerd.
Als de afstandsregelmodus om een andere
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt
automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
30 km/h.
De VSC is geactiveerd.
De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
De parkeerrem is geactiveerd.
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 189 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
190
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als de constante-snelheidsregelmodus om
een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt,
kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
De Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist werkt mogelijk niet
goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt
of niet goed signaleert (Blz. 194). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelijk niet gewijzigd in de
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt
houden van de schakelaar +RES/-SET:
Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
Wanneer de herkende snelheidslimiet
gelijk is aan de ingestelde snelheid
Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem ligt
Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
Waarschuwingsmeldingen en zoemers
voor Dynamic Radar Cruise Control
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat
hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op. (Blz. 158, 323)
Omstandigheden waarin de sensor
voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhanke-
lijk van de omstandigheden het rempedaal
wanneer het systeem onvoldoende decele-
reert of bedien het gaspedaal wanneer moet
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht
niet op de juiste manier signaleert, wordt er
mogelijk geen naderingswaarschuwing
(Blz. 187) gegeven.
Auto's die plotseling voor u invoegen
Auto's die met lage snelheden rijden
Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
Voertuigen met een relatief kleine achter-
zijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
Als door omringend verkeer opgeworpen
water of sneeuw de signalering door de
sensor hindert
Als de achterzijde van de auto ver ingezakt
is (omdat er zware lading in de bagage-
ruimte vervoerd wordt, enz.)
De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 190 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
191
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Omstandigheden waaronder de
afstandsregelmodus mogelijk niet goed
werkt
Bedien indien nodig in onderstaande geval-
len het rempedaal (of, afhankelijk van de situ-
atie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet
op de juiste manier signaleert, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed.
Als de weg erg bochtig is of de rijstroken
erg smal zijn
Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uit-
voeren of frequent van rijstrook wisselt
Als uw voorligger plotseling decelereert
Als u op een weg rijdt die wordt omgeven
door een constructie, zoals in een tunnel of
op een ijzeren brug
Als de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde
snelheid na acceleratie van de auto door
intrappen van het gaspedaal.
*: Indien aanwezig
Het RSA-systeem herkent bepaalde
verkeersborden door gebruik te maken
van de camera voor en/of het navigatie-
systeem (als er informatie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is) en voorziet
de bestuurder via het display van infor-
matie.
Als het systeem vaststelt dat de snel-
heidslimiet wordt overschreden of wan-
neer er bijvoorbeeld verboden acties
ten opzichte van de herkende verkeers-
borden worden uitgevoerd, wordt de
bestuurder gewaarschuwd door middel
van een waarschuwingsdisplay en
waarschuwingszoemer.
RSA (Road Sign Assist)*
Overzicht van de functie
WAARSCHUWING
Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-sys-
teem. De RSA is een systeem dat de
bestuurder ondersteunt middels het bie-
den van informatie, maar het is geen ver-
vanging van het eigen inzicht en de
oplettendheid van de bestuurder. Rijd
voorzichtig door altijd goed op de ver-
keersregels te letten.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 191 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
192
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer de camera voor een verkeers-
bord herkent en/of er informatie over
een verkeersbord beschikbaar is via
het navigatiesysteem, wordt het bord
weergegeven op het multi-informatie-
display.
Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maximaal 3
verkeersborden worden weergege-
ven. (Blz. 86)
Wanneer een ander tabblad dan dat
van het ondersteunende systeem is
geselecteerd, worden alleen de vol-
gende typen verkeersborden weer-
gegeven. (Blz. 86)
Verkeersbord begin/einde snelheidslimiet
Verkeersbord met aan snelheidslimiet
gerelateerde informatie (autoweg, snel-
weg, bebouwde kom, woonerf)
Verkeersbord einde verboden
Verkeersbord verboden in te rijden*
(indien een melding nodig is)
Verkeersbord maximaal toegestane snel-
heid met aanvullend bord (alleen op- en
afritten)
*: Auto's met navigatiesysteem
Als er andere verkeersborden dan die met
de maximaal toegestane snelheid worden
herkend, worden deze trapsgewijs weerge-
geven onder het verkeersbord met de maxi-
maal toegestane snelheid.
De volgende soorten verkeersborden,
inclusief elektronische verkeersborden
en knipperende verkeersborden, wor-
den herkend.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van
Wenen voldoende) of recentelijk geïntrodu-
ceerde verkeersborden worden mogelijk niet
herkend.
Verkeersborden snelheidslimiet
Weergave op het multi-
informatiedisplay
Ondersteunde soorten
verkeersborden
Snelheidslimiet begint/zone
maximumsnelheid begint
Snelheidslimiet eindigt/zone
maximumsnelheid eindigt
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 192 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
193
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Aan snelheidslimiet gerelateerde
informatie*
*: Wordt weergegeven wanneer een ver-
keersbord wordt herkend maar de infor-
matie over de snelheidslimiet voor de weg
niet beschikbaar is in het navigatiesys-
teem
Verkeersborden inhaalverbod
Andere verkeersborden
*: Auto's met navigatiesysteem
Maximaal toegestane snelheid met
aanvullend teken*1
*1: Gelijktijdig met snelheidslimiet weergege-
ven
*2: Inhoud niet herkend.
*3: Als de richtingaanwijzers bij het wisselen
van rijstrook niet worden bediend, wordt
het teken niet weergegeven.
Begin autoweg
Einde autoweg
Oprit snelweg
Afrit snelweg
Begin bebouwde kom
Einde bebouwde kom
Begin bebouwde kom
Einde bebouwde kom
Begin erf
Einde erf
Begin inhaalverbod
Einde inhaalverbod
Verboden in te rijden*
Einde verboden
Stop
Nat
Regen
IJs
Aanvullend teken aanwe-
zig*2
Afrit rechts*3
Afrit links*3
Tijd
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 193 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
194
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In de volgende situaties waarschuwt
het RSA-systeem de bestuurder.
Wanneer de rijsnelheid de drempel-
waarde voor de snelheidswaarschu-
wing van het weergegeven
verkeersbord met de maximaal toe-
gestane snelheid overschrijdt, wordt
het verkeersbord duidelijker zicht-
baar gemaakt en klinkt er een zoe-
mer.
Als het RSA-systeem een verkeers-
bord voor verboden in te rijden her-
kent en signaleert dat de bestuurder
het inrijverbod negeert op basis van
de kaartinformatie van het navigatie-
systeem, knippert het verkeersbord
voor verboden in te rijden en klinkt er
een zoemer. (Auto's met navigatie-
systeem)
Als wordt gesignaleerd dat uw auto
een ander voertuig inhaalt terwijl er
een verkeersbord voor een inhaal-
verbod wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, gaat het ver-
keersbord knipperen en klinkt er een
zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de ver-
keerssituatie (richting en snelheid van
het verkeer en hoeveelheid verkeer)
mogelijk niet goed gesignaleerd en
werkt de waarschuwingsfunctie moge-
lijk niet goed.
Instellen
1Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
en selecteer .
2Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer en druk vervolgens
op .
Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer
verkeersborden automatisch uitgeschakeld.
Er wordt over een bepaalde afstand geen
verkeersbord herkend.
De weg verandert als gevolg van een
afslag naar links of rechts, enz.
Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt of niet goed
signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet
normaal en worden verkeersborden mogelijk
niet herkend, worden onjuiste verkeersbor-
den weergegeven, enz. Dit duidt echter niet
op een storing.
De camera voor is niet goed uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan
hevige schokken.
Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op
de voorruit in de buurt van de camera voor.
Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
Licht van een tegenligger, de zon, enz.
dringt de camera voor binnen.
Het verkeersbord is vuil of vervaagd, staat
scheef of is krom.
Het elektronische verkeersbord heeft wei-
nig contrast.
Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel-
telijk verscholen achter boombladeren, een
paal, o.i.d.
Het verkeersbord is alleen korte tijd zicht-
baar voor de camera voor.
De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
Waarschuwingsfunctie
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 194 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
195
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer een verkeersbord niet van toe-
passing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, maar dit bord
wel direct na een vertakking van de snel-
weg staat of bij een aangrenzende rijstrook
net voordat rijstroken samenkomen.
Er zitten stickers op de achterzijde van de
voorligger.
Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt
op een verkeersbord dat compatibel is met
het systeem.
Mogelijk worden verkeersborden met de
snelheidslimiet voor parallelwegen gesig-
naleerd en weergegeven (wanneer deze in
het zicht van de camera voor staan) terwijl
de auto op de hoofdweg rijdt.
Mogelijk worden verkeersborden met de
maximaal toegestane snelheid voor afsla-
gen van rotondes gesignaleerd en weerge-
geven (wanneer deze in het zicht van de
camera voor staan) terwijl de auto op de
rotonde rijdt.
De voorzijde van de auto staat omhoog of
omlaag door de belading van de auto.
De helderheid van het omgevingslicht is
niet voldoende of verandert plotseling.
Wanneer een verkeersbord voor vrachtwa-
gens, enz. wordt herkend.
Er wordt met de auto in een land gereden
waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
De kaartgegevens van het navigatiesys-
teem zijn niet meer up-to-date.
Het navigatiesysteem werkt niet.
De snelheidsinformatie die op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven ver-
schilt mogelijk van de informatie die wordt
weergegeven op het navigatiesysteem als
gevolg van de gebruikte kaartgegevens
van het navigatiesysteem.
Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd
gezet terwijl er een verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid op het multi-
informatiedisplay werd weergegeven, wordt
datzelfde verkeersbord weer weergegeven
wanneer het contact AAN wordt gezet.
Als “RSA Malfunction Visit Your Dealer”
(Storing in RSA. Ga naar uw dealer)
wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursin-
stellingen: Blz. 360)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 195 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
196
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Uitzetten van de motor
1Trap het koppelingspedaal geheel
in en trap het rempedaal in om de
auto tot stilstand te brengen.
2Zet de selectiehendel in de neu-
traalstand en laat het koppelingspe-
daal los. De motor wordt
automatisch uitgezet.
Wanneer de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem, gaat het controle-
lampje van het Stop & Start-systeem bran-
den.
Opnieuw starten van de motor
Trap, terwijl de selectiehendel in de
neutraalstand staat, het koppelingspe-
daal in. De motor wordt automatisch
weer gestart.
Als de motor start, gaat het controlelampje
van het Stop & Start-systeem uit.
Druk op de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem om het Stop & Start-
systeem uit te schakelen.
Het controlelampje uitgeschakeld Stop
& Start-systeem gaat branden.
Als nogmaals op de toets wordt gedrukt,
wordt het Stop & Start-systeem weer inge-
schakeld en gaat het controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-systeem uit.
Automatisch inschakelen van het Stop
& Start-systeem
Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld
met de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem, zal het systeem automatisch weer
worden ingeschakeld als de motor weer
wordt gestart nadat het contact UIT is gezet.
Punten bij het gebruik
Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de startknop wordt inge-
drukt, kan de motor niet worden herstart
door de automatische motorstartfunctie.
Start in dat geval de motor volgens de nor-
male startprocedure. (Blz. 136)
Wanneer de motor wordt herstart door het
Stop & Start-systeem, zijn de accessoire-
aansluitingen mogelijk tijdelijk niet bruik-
baar. Dit duidt echter niet op een storing.
Stop & Start-systeem
Het Stop & Start-systeem schakelt
de motor uit en start deze weer
overeenkomstig de bediening van
het koppelingspedaal of de selec-
tiehendel als de auto tot stilstand
wordt gebracht, bijvoorbeeld bij
een verkeerslicht of kruispunt, om
het brandstofverbruik te verlagen
en geluid en vervuiling door een
stationair draaiende motor te
voorkomen.
Werking Stop & Start-systeem
Uitschakelen van het Stop &
Start-systeem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 196 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
197
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Het plaatsen en verwijderen van elektri-
sche onderdelen en draadloze apparaten
is mogelijk van invloed op het Stop & Start-
systeem. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Zet het contact UIT en zet de motor volle-
dig uit wanneer de auto voor langere tijd
wordt stilgezet.
Als de motor wordt herstart door het Stop
& Start-systeem, kan de besturing van de
auto zwaarder aanvoelen.
Voorwaarden voor werking
Het Stop & Start-systeem werkt als aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
Er is gedurende een bepaalde tijd met de
auto gereden.
Het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt.
De selectiehendel staat in stand N.
De veiligheidsgordel van de bestuurder is
vastgemaakt.
Het bestuurdersportier is gesloten.
De geselecteerde rijmodi zijn de normale
modus en de track-modus.
De voorruitverwarming is uitgeschakeld.
De motor is op bedrijfstemperatuur.
De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
De motorkap en achterklep zijn gesloten.
(Blz. 197)
Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk niet uitgeschakeld door
het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op
een storing van het Stop & Start-systeem.
Als de airconditioning wordt gebruikt.
Als de accu periodiek wordt opgeladen.
Als de accu niet voldoende is opgeladen,
bijvoorbeeld als de auto gedurende lange
tijd heeft stilgestaan en de ladingstoestand
is afgenomen, als de elektrische belasting
hoog is, als de temperatuur van de accu-
vloeistof extreem laag is of als de accu ver-
ouderd is.
Als het vacuüm van de rembekrachtiger te
laag is.
Als de verstreken tijd sinds het starten van
de motor kort is.
Als de auto frequent tot stilstand wordt
gebracht, bijvoorbeeld in een file.
Als de temperatuur van de koelvloeistof of
van de transmissievloeistof extreem laag
of hoog is.
Als het stuurwiel wordt bediend.
Als de auto op grote hoogte rijdt.
Als de temperatuur van de accuvloeistof
extreem laag of hoog is.
Enige tijd nadat de accupolen zijn losgeno-
men en weer aangesloten.
De motor wordt automatisch herstart wan-
neer deze is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem als aan een van de vol-
gende voorwaarden voldaan is:
(Rijd met de auto om ervoor te zorgen dat de
motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
De airconditioning wordt ingeschakeld.
De voorruitverwarming wordt ingescha-
keld.
De veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt.
Het bestuurdersportier wordt geopend.
De rijmodus wordt gewijzigd van de nor-
male modus en track-modus in een andere
modus.
De uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem wordt ingedrukt.
Het stuurwiel wordt bediend.
De auto begint te rollen op een helling.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem: (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Start-systeem wordt uitge-
schakeld.)
Als het rempedaal pompend of diep wordt
ingetrapt.
Als de airconditioning wordt gebruikt.
Als een schakelaar van het airconditio-
ningsysteem wordt bediend (schakelaar
achterruitverwarming, enz.).
Als de accu bijna leeg is.
Als de motorkap wordt geopend
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem en de motorkap wordt geopend,
slaat de motor af en kan de motor niet wor-
den gestart door de automatische motorstart-
functie. Start in dat geval de motor volgens
de normale startprocedure. (Blz. 136)
Als de motorkap of achterklep wordt
gesloten
Nadat de motor is gestart terwijl de motorkap
of achterklep was geopend, werkt het Stop &
Start-systeem niet. Sluit de motorkap en de
achterklep, zet het contact UIT, wacht ten
minste 30 seconden en start vervolgens de
motor.
M52L09toeuenvhch04.fm Page 197 Tuesday, December 15, 2020 11:02 AM
198
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Airconditioning terwijl de motor door
het Stop & Start-systeem is uitgescha-
keld
Auto's met een automatische airconditioning:
Als de airconditioning in de automatische
modus staat en de motor is uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem, kan de venti-
lator met een lage snelheid gaan draaien om
te voorkomen dat de temperatuur in het inte-
rieur hoger of lager wordt, of kan hij worden
uitgeschakeld.
Schakel het Stop & Start-systeem uit door de
uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem
in te drukken om de prestaties van de aircon-
ditioning voorrang te geven als de auto stil-
staat.
Als de voorruit beslagen is
Schakel de voorruitverwarming in.
(Blz. 231)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uit-
schakeltoets van het Stop & Start-systeem
om het Stop & Start-systeem uit te schakelen.
Als het airconditioningsysteem een onaan-
gename geur verspreidt
Druk op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-systeem
uit te schakelen.
Wijzigen van de tijd voor uitschakeling
bij stilstand bij ingeschakelde aircondi-
tioning
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditioning is ingeschakeld,
kan via van het multi-informatiedisplay
(Blz. 86) worden gewijzigd. (De werkings-
duur van het Stop & Start-systeem als de air-
conditioning is uitgeschakeld, kan niet
worden gewijzigd.)
Weergeven van de status van het Stop
& Start-systeem
Blz. 91
Meldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen en een
melding worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
Wanneer de motor niet kan worden uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem
“Non-Dedicated Battery” (niet-specifieke
batterij)
Er is een accu geplaatst die niet is ontwor-
pen voor gebruik met een Stop & Start-sys-
teem.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Battery Charging” (accu aan het opla-
den)
De accu is mogelijk bijna leeg.
Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan het
laden van de accu. Nadat de motor gedu-
rende een bepaalde periode heeft gedraaid,
wordt het systeem weer geactiveerd.
Mogelijk wordt een onderhoudslaadproce-
dure uitgevoerd
Wanneer de onderhoudslaadprocedure
van maximaal een uur is voltooid, kan het
systeem worden bediend.
Indien continu weergegeven gedurende
een langere tijd (meer dan een uur)
De accu kan verouderd zijn. Neem voor
meer informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Stop & Start Unavailable” (Stop & Start-
systeem niet beschikbaar)
Het Stop & Start-systeem is tijdelijk uitge-
schakeld.
Laat de motor gedurende enige tijd
draaien.
De motor is mogelijk herstart terwijl de
motorkap was geopend.
Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor.
“In Preparation” (in voorbereiding)
De auto rijdt op grote hoogte.
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
De airconditioning wordt gebruikt wanneer
de omgevingstemperatuur hoog of laag is.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 198 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
199
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Het systeem treedt in werking wanneer het
verschil tussen de ingestelde temperatuur en
de temperatuur in het interieur te klein wordt.
De voorruitverwarming is ingeschakeld.
Wanneer de motor automatisch wordt her-
start terwijl hij was uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
De airconditioning wordt ingeschakeld of
gebruikt.
De voorruitverwarming is ingeschakeld.
“Battery Charging” (accu aan het opla-
den)
De accu is mogelijk bijna leeg.
De motor wordt herstart om voorrang te
geven aan het laden van de accu. Nadat de
motor gedurende een bepaalde periode heeft
gedraaid, wordt het systeem weer geacti-
veerd.
Wanneer de motor niet weer kan worden
gestart door het Stop & Start-systeem
“Shift to N and Press Clutch to Restart”
(Schakel naar N en trap koppeling in om
opnieuw te starten)
Terwijl de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem, wordt de selectiehen-
del in een andere stand dan de neutraalstand
gezet zonder dat het koppelingspedaal is
ingetrapt.
Wanneer de zoemer klinkt
Als de selectiehendel in een andere stand
dan N wordt gezet terwijl het koppelingspe-
daal niet is ingetrapt wanneer de motor wordt
uitgezet, klinkt er een zoemer en gaat het
controlelampje van het Stop & Start-systeem
knipperen. Zet de selectiehendel in stand N
om de zoemer te stoppen. Ook in dit geval
start de motor als het koppelingspedaal wordt
ingetrapt.
Beveiligingsfunctie van het Stop &
Start-systeem
Als het volume van het audiosysteem hoog
staat, wordt het geluid van het audiosys-
teem mogelijk plotseling uitgeschakeld om
het stroomverbruik te beperken. Stel het
volume van het audiosysteem op een
gematigd niveau in om te voorkomen dat
het audiosysteem wordt uitgeschakeld.
Zet, als het audiosysteem wordt uitgescha-
keld, het contact UIT, wacht gedurende ten
minste 3 seconden en zet vervolgens het
contact in stand ACC of AAN om het
audiosysteem weer in te schakelen.
Het audiosysteem wordt mogelijk niet inge-
schakeld wanneer de accukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit
gebeurt het contact UIT en herhaal de
onderstaande procedure tweemaal om het
audiosysteem normaal in te schakelen.
Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
Batterij vervangen
Blz. 342
Als het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem continu knippert
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Als het Stop & Start-systeem is inge-
schakeld
Zorg ervoor dat het Stop & Start-systeem
uitgeschakeld is als de auto zich in een
slecht geventileerde ruimte bevindt.
Anders kan de motor onverwacht worden
gestart, waardoor er uitlaatgassen in de
auto terecht kunnen komen die zeer scha-
delijk kunnen zijn voor de gezondheid.
Verlaat de auto niet als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem
(zolang het controlelampje van het Stop
& Start-systeem brandt). Anders kan
door de automatische motorstartfunctie
een ongeval ontstaan.
Trap het rempedaal in en activeer indien
nodig de parkeerrem als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem
(het controlelampje van het Stop &
Start-systeem brandt).
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 199 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
200
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop &
Start-systeem mogelijk niet goed. Laat uw
auto controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Het waarschuwingslampje van de veilig-
heidsgordel van de bestuurder en voor-
passagier knippert, terwijl de
veiligheidsgordel van de bestuurder is
vastgemaakt.
Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van
de bestuurder niet is vastgemaakt, gaat
het waarschuwingslampje van de veilig-
heidsgordel van de bestuurder en voor-
passagier niet branden.
Zelfs wanneer het bestuurdersportier is
gesloten, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep branden
of gaat de interieurverlichting branden
wanneer de schakelaar van de interieur-
verlichting in de stand DOOR staat.
Zelfs wanneer het bestuurdersportier is
geopend, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep niet
branden of gaat de interieurverlichting
niet branden wanneer de schakelaar
van de interieurverlichting de schake-
laar van de interieurverlichting in de
stand DOOR staat.
Als de motor afslaat
Als de werking van het Stop & Start-sys-
teem is toegestaan en het koppelingspe-
daal snel wordt ingetrapt, kan de motor
herstart worden.
BSM (Blind Spot Monitor)*
De Blind Spot Monitor is een sys-
teem dat radarsensoren aan de lin-
ker en rechter binnenzijde van de
achterbumper gebruikt om de
bestuurder te helpen de veiligheid
te controleren bij het wisselen van
rijstrook.
WAARSCHUWING
Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor is een aanvullende
functie die de bestuurder er attent op
maakt dat er zich een auto in de dode
hoek van de buitenspiegels bevindt of snel
van achteren nadert richting de dode
hoek. Vertrouw niet blindelings op de Blind
Spot Monitor. De functie kan niet beoorde-
len of u veilig van rijstrook kunt wisselen.
Wanneer u alleen op de functie vertrouwt,
kan dit leiden tot een ongeval met ernstig
letsel tot gevolg.
Aangezien het systeem onder bepaalde
omstandigheden mogelijk niet goed werkt,
dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid
te controleren.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 200 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
201
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel
In-/uitschakelen van de Blind Spot Monitor.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de
dode hoek van de buitenspiegels of van ach-
teren snel de dode hoek nadert, gaat de
indicator in de buitenspiegel aan die zijde
branden. Als de richtingaanwijzerschake-
laar wordt bediend in de richting van de zijde
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de
indicator in de buitenspiegel knipperen.
Controlelampje BSM OFF
Gaat branden wanneer de Blind Spot Moni-
tor wordt uitgeschakeld.
Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble See Owner’s Manual” (Blind Spot
Monitor niet beschikbaar, zie handlei-
ding) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, modder, enz. rond
de sensoren in de achterbumper. (Blz. 201)
Na het verwijderen van het ijs, de sneeuw, de
modder, enz. van de achterbumper moet het
systeem weer normaal gaan werken. Ook
werken de sensoren mogelijk niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
Wanneer “Blind Spot Monitor Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Blind
Spot Monitor. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 360)
Verklaringen bij de Blind Spot Monitor
Blz. 421
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Er zijn Blind Spot Monitor-sensoren
geplaatst in respectievelijk de linker- en
rechterzijde van de achterbumper. Houd u
aan het volgende om ervoor te zorgen dat
de Blind Spot Monitor goed werkt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 201 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
202
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de functie in/uit
te schakelen.
1Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
2Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en druk
vervolgens op .
WAARSCHUWING
Houd de sensoren en de omgeving
ervan op de achterbumper te allen tijde
schoon.
Als een sensor of de omgeving ervan op
de achterbumper vuil is of bedekt is met
sneeuw, werkt de Blind Spot Monitor
mogelijk niet en wordt er een waarschu-
wingsmelding (Blz. 201) weergegeven.
Veeg in dat geval het vuil of de sneeuw
weg en rijd gedurende ongeveer 10 minu-
ten met de auto terwijl aan de bedrijfscon-
dities voor de BSM-functie (Blz. 205)
wordt voldaan. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
wanneer de waarschuwingsmelding niet
verdwijnt.
Bevestig geen accessoires, (doorzich-
tige) stickers, aluminium tape, enz. op
een sensor of het omliggende gebied op
de achterbumper.
Stel de sensor en de omgeving ervan op
de achterbumper niet bloot aan krach-
tige schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt ver-
plaatst, werkt het systeem mogelijk niet
goed meer en worden auto's mogelijk
niet meer correct gesignaleerd.
Laat uw auto in de volgende situaties
controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Een sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan krachtige schokken.
Als er krassen op of deuken in de omge-
ving van de sensor aanwezig zijn of als
een deel van de sensoren is losgeko-
men.
Neem de sensor niet uit elkaar.
Breng geen wijzigingen aan de sensor
of de omgeving ervan op de achterbum-
per aan.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als
een sensor of de achterbumper moet
worden verwijderd/geplaatst of vervan-
gen.
Breng geen andere kleur lak dan een
officiële Toyota-kleur aan op de achter-
bumper.
In-/uitschakelen van de Blind
Spot Monitor
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 202 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
203
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Auto's die kunnen worden gesignaleerd door de Blind Spot Monitor
De Blind Spot Monitor maakt gebruik van radarsensoren opzij achter om de vol-
gende soorten auto's te signaleren die in een aangrenzende rijstrook rijden en
brengt de bestuurder hiervan op de hoogte via de indicatoren in de buitenspiegels.
Auto's die in het gebied rijden dat niet in de buitenspiegels te zien in (de dode
hoek)
Auto's die snel van achteren naderen in het gebied dat niet in de buitenspiegels
te zien in (de dode hoek)
Werking Blind Spot Monitor
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 203 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
204
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Detectiegebieden Blind Spot Monitor
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen worden gesigna-
leerd.
Het detectiegebied reikt tot:
Ongeveer 0,5 m - 3,5 m vanaf de zijkanten van de auto*1
Ongeveer 1 m vóór de achterbumper
Ongeveer 3 m achter de achterbumper
Ongeveer 3 m - 60 m achter de achterbumper*2
*1: Het gebied tussen de zijkanten van de auto en 0,5 m vanaf de zijkant van de auto kan niet
worden gesignaleerd.
*2: Hoe groter het snelheidsverschil is tussen uw auto en de gesignaleerde auto, hoe verder
weg de auto wordt gesignaleerd, waardoor de indicator in de buitenspiegel gaat branden of
knipperen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 204 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
205
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De Blind Spot Monitor werkt wanneer
De Blind Spot Monitor werkt wanneer aan
alle onderstaande voorwaarden wordt vol-
daan:
De Blind Spot Monitor is ingeschakeld.
De selectiehendel staat in een andere
stand dan R.
De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 16
km/h.
De Blind Spot Monitor signaleert een
auto wanneer
De Blind Spot Monitor signaleert in de vol-
gende situaties een auto in het detectiege-
bied:
Een auto in een aangrenzende rijstrook uw
auto inhaalt.
U haalt een auto in een aangrenzende rij-
strook langzaam in.
Een andere auto binnen het detectiege-
bied komt wanneer deze van rijstrook wis-
selt.
Situaties waarin het systeem geen auto
signaleert
De Blind Spot Monitor is niet ontworpen om
de volgende typen voertuigen en/of objecten
te signaleren:
Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
Tegemoetkomende auto's
Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten*
Auto's achter u die op dezelfde rijstrook rij-
den*
Auto's die 2 rijstroken van uw auto verwij-
derd zijn*
Auto's die snel door uw auto worden inge-
haald*
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt
er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden sig-
naleert de Blind Spot Monitor auto's moge-
lijk niet correct:
Als de sensor niet goed is uitgelijnd door-
dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
Wanneer de sensor of de omgeving ervan
op de achterbumper is bedekt door mod-
der, sneeuw of ijs of wanneer er een stic-
ker op is geplakt
Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg
van slecht weer, zoals zware regenval,
sneeuw, of mist
Wanneer meerdere auto's naderen met
slechts weinig ruimte tussen elke auto
Wanneer er slechts weinig ruimte zit tus-
sen uw auto en een auto achter u
Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen
uw auto en de auto die binnen het detectie-
gebied komt
Wanneer het snelheidsverschil tussen uw
auto en een andere auto verandert
Wanneer een auto het detectiegebied bin-
nenkomt met ongeveer dezelfde snelheid
als uw auto
Wanneer uw auto vanuit stilstand wegrijdt,
blijft een auto in het detectiegebied
Bij het op- en afrijden van opeenvolgende
steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
Bij het rijden op wegen met scherpe boch-
ten, opeenvolgende bochten of oneffenhe-
den
Wanneer de rijstroken breed zijn of wan-
neer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en de auto op een aangrenzende
rijstrook ver van uw auto vandaan is
Bij het rijden met een aanhangwagen
Wanneer een accessoire (zoals een fiet-
sendrager) op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen
uw auto en de auto die binnen het detectie-
gebied komt
Direct nadat de Blind Spot Monitor is inge-
schakeld
Onder de volgende omstandigheden is de
kans dat de Blind Spot Monitor onnodig
een auto en/of object signaleert groter:
Als de sensor niet goed is uitgelijnd door-
dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
Wanneer de afstand tussen uw auto en
een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 205 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
206
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Bij het op- en afrijden van opeenvolgende
steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
Wanneer de rijstroken smal zijn of wan-
neer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en een auto die op een andere
dan de aangrenzende rijstroken rijdt het
detectiegebied binnenkomt
Bij het rijden op wegen met scherpe boch-
ten, opeenvolgende bochten of oneffenhe-
den
Als de banden slippen of spinnen
Wanneer er slechts weinig ruimte zit tus-
sen uw auto en een auto achter u
Wanneer een accessoire (zoals een fiet-
sendrager) op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
*: Indien aanwezig
Soorten sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
Display
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaleren, wordt er een
afbeelding weergegeven op het multi-
informatiedisplay overeenkomstig de
positie van en de afstand tot het object.
Toyota Parking Assist-
sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage
wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het multi-
informatiedisplay en een zoemer.
Controleer bij gebruik van dit sys-
teem ook altijd zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 206 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
207
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Signalering hoeksensoren voor
Signalering binnenste sensor voor
Signalering hoeksensoren achter
Signalering binnenste sensor achter
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Toyota Par-
king Assist-sensor in of uit te schake-
len. (Blz. 87)
1Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
2Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en druk
vervolgens op .
Wanneer de Toyota Parking Assist-sen-
sor wordt uitgeschakeld, gaat het con-
trolelampje Toyota Parking Assist-
sensor OFF (Blz. 81) branden.
Als het systeem is uitgeschakeld en u
het weer wilt inschakelen, selecteer
dan op het multi-informatiedisplay,
selecteer en vervolgens “On” (aan).
Als het systeem door middel van deze
methode is uitgeschakeld, wordt het
niet automatisch weer ingeschakeld
nadat het contact UIT en weer AAN is
gezet.
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen
WAARSCHUWING
Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
Beschadig de sensoren niet en houd ze
altijd schoon.
Plaats geen stickers of elektronische
onderdelen zoals een kentekenplaat
met achtergrondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een
spatbordantenne of een draadloze
antenne in de buurt van een radarsen-
sor.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 207 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
208
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Het systeem kan worden geactiveerd
wanneer
Het contact AAN staat.
De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10
km/h.
Het stuurwiel wordt ongeveer 90° of meer
gedraaid (zijsensoren voor, zijsensoren
achter) (indien aanwezig)
De parkeerrem wordt gedeactiveerd.
Als “Clean Parking Assist Sensor” (rei-
nig Parking Assist-sensor) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld waterdruppels, ijs, sneeuw of
vuil. Verwijder dit van de sensor om te zorgen
dat het systeem weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogelijk geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
Detectie-informatie sensoren
Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende
situaties voordoen:
De sensoren signaleren mogelijk alleen
objecten die zich dicht bij de voor- of ach-
terbumper bevinden.
Afhankelijk van de vorm van het object en
andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
Obstakels worden mogelijk niet gesigna-
leerd als ze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
Tussen het signaleren van een object en
de weergave zit een kleine vertraging. Ook
als er met lage snelheid wordt gereden,
bestaat de mogelijkheid dat het object bin-
nen het detectiegebied van de sensoren
komt voordat het display wordt weergege-
ven en het waarschuwingssignaal hoor-
baar is.
Het kan moeilijk zijn om de zoemer te
horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculatie van de airconditioning
veel geluid produceert.
De zoemer is mogelijk moeilijk te horen
doordat zoemers van andere systemen
klinken.
WAARSCHUWING
Stel de radarsensor en de omgeving
van de sensor niet bloot aan krachtige
schokken. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de radarsensor, de grille
of de voorbumper is blootgesteld aan
krachtige schokken. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als een sensor of de achter-
bumper moet worden verwij-
derd/geplaatst of vervangen.
Wijzig, demonteer of spuit de sensoren
niet.
Bevestig geen afdekking op de kente-
kenplaat.
Houd de bandenspanning op de juiste
waarde.
Wanneer moet de functie uitgescha-
keld worden
Schakel in de volgende situaties de functie
uit, omdat deze anders mogelijk zelfs
werkt als er geen kans op een aanrijding
is.
Het niet in acht nemen van boven-
staande waarschuwingen.
Als een niet-originele Toyota-wielop-
hanging (bijvoorbeeld verlaagde wielop-
hanging) is gemonteerd.
Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 208 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
209
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd door het systeem
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
Kabels, hekken, touwen, enz.
Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
Zeer hoekige objecten
Lage objecten
Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
De sensor is bedekt met vuil, sneeuw,
waterdruppels of ijs. (Het reinigen van de
sensoren zal het probleem oplossen.)
De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
Wanneer in de omgeving van de auto ultra-
soongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motor-
fietsmotoren, luchtremmen van vrachtwa-
gens, sonarsystemen van andere auto's of
andere bronnen.
Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
Voetgangers die moeilijk ultrasone golven
kunnen weerkaatsen (bijv. door rokken met
plooien of volants).
Wanneer objecten die niet loodrecht op de
grond staan, objecten die niet in een
rechte hoek ten opzichte van de rijrichting
van de auto staan of ongelijkmatige of gol-
vende objecten zich binnen het detectiebe-
reik bevinden.
Bij sterke wind
Bij het rijden onder barre weersomstandig-
heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
Wanneer zich tussen de auto en een
gesignaleerd obstakel een object bevindt
dat niet kan worden gesignaleerd
Als een object zoals een auto, motorfiets,
fiets of voetganger voor de auto langs
komt of plotseling van opzij opduikt.
Als de stand van een sensor is gewijzigd
door een aanrijding o.i.d.
Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
Als niet op een stabiele wijze kan worden
gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bij een ongeval of als
er storingen zijn
Wanneer er sneeuwkettingen worden
gebruikt, een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset is
gebruikt
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 209 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
210
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt het systeem mogelijk
zelfs als er geen kans op een aanrijding is.
Wanneer op een smalle weg wordt gere-
den
Wanneer richting een spandoek of vlag,
een laaghangende tak of een slagboom
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergan-
gen, tolpoortjes en parkeerplaatsen) wordt
gereden
Bij een groef of gat in het wegdek
Wanneer de auto over een metalen afdek-
king (rooster) rijdt, zoals gebruikt boven
afvoergoten
Bij het omhoog of omlaag rijden op een
steile helling
Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg
De sensor is bedekt met vuil, sneeuw,
waterdruppels of ijs. (Het reinigen van de
sensoren zal het probleem oplossen.)
Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval
Bij het rijden onder barre weersomstandig-
heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
Wanneer het stevig waait
Wanneer in de omgeving van de auto ultra-
soongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motor-
fietsmotoren, luchtremmen van vrachtwa-
gens, sonarsystemen van andere auto's of
andere bronnen.
Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
Als de stand van een sensor is gewijzigd
door een aanrijding o.i.d.
De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand
Wanneer vlak langs pilaren (H-vormige
stalen balken, enz.) in parkeergarages, op
bouwplaatsen, enz. wordt gereden
Als niet op een stabiele wijze kan worden
gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bij een ongeval of als
er storingen zijn
De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras
Wanneer er sneeuwkettingen worden
gebruikt, een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset is
gebruikt
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 210 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
211
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Detectiebereik van de sensoren
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 60 cm
Het schema toont het detectiebereik van de
sensoren. Houd er rekening mee dat de sen-
soren geen objecten kunnen signaleren die
zich extreem dicht bij de auto bevinden.
Het bereik van de sensoren kan verschillend
zijn, afhankelijk van bijvoorbeeld de vorm
van het object.
Afstand en zoemer
*: Functie automatisch dempen zoemer is ingeschakeld. (Blz. 212)
Weergave sensorsignalering,
afstand tot object
Globale afstand tot obstakel Zoemer
Sensor voor:
100 cm - 60 cm*
Sensor achter:
150 cm - 60 cm*
Langzaam
60 cm - 45 cm*Gemiddeld
45 cm - 30 cm*Snel
30 cm - 15 cm Continu
Minder dan 15 cm
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 211 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
212
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Werking zoemer en afstand tot
een object
Een zoemer klinkt als de sensoren in
werking zijn.
De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de auto dichter
bij het object komt. Als de auto het
obstakel genaderd is tot ongeveer
30cm, klinkt de zoemer continu.
Als er gelijktijdig 2 of meer objecten
worden gesignaleerd, klinkt de zoe-
mer voor het dichtstbijzijnde object.
Zelfs als de sensoren in werking zijn,
kan het geluid van de zoemer in
sommige gevallen worden gedempt.
(functie automatisch dempen zoe-
mer)
Aanpassen van het zoemervo-
lume
Het zoemervolume kan worden aange-
past op het multi-informatiedisplay.
Wijzig de instellingen met behulp van
de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel. (Blz. 87)
1Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
2Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en houd
vervolgens ingedrukt.
3Selecteer het volume en druk ver-
volgens op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wij-
zigt het volume tussen 1, 2 en 3.
Dempen van het geluid van een
zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt
een toets MUTE weergegeven wanneer
een object wordt gesignaleerd. Druk op
om het geluid van de zoemer te
dempen.
Het volume van de zoemers voor de
Toyota Parking Assist-sensor en de
RCTA (indien aanwezig) wordt gelijktij-
dig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dem-
pen automatisch geannuleerd:
Als de stand van de selectiehendel
wordt gewijzigd.
Als de rijsnelheid hoger wordt dan
een bepaalde snelheid.
Als er een storing in een sensor aan-
wezig is of het systeem tijdelijk niet
kan worden gebruikt.
Als de actieve functie handmatig
wordt uitgeschakeld.
Als het contact UIT wordt gezet.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 212 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
213
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel
Inschakelen/uitschakelen van de RCTA.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, gaan de
indicatoren in beide buitenspiegels knippe-
ren.
RCTA-zoemer
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, klinkt er
een zoemer.
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de functie in/uit
te schakelen. (Blz. 87)
1Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
2Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer RCTA en druk
vervolgens op .
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF
(Blz. 81) branden. (Telkens wanneer het
contact UIT en weer AAN wordt gezet, wordt
de RCTA automatisch ingeschakeld.)
Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het
volume van het audiosysteem hoog staat.
Wanneer “Rear Cross Traffic Alert
Unavailable See Owner’s Manual” (Rear
Cross Traffic Alert niet beschikbaar, zie
handleiding) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
De sensorspanning is niet in orde of water,
sneeuw, modder, enz. hopen zich mogelijk op
RCTA (Rear Crossing
Traffic Alert)*
De RCTA gebruikt de radarsenso-
ren opzij achter van de BSM in de
achterbumper. Deze functie is
bedoeld om de bestuurder te hel-
pen gebieden te controleren die
bij het achteruitrijden niet goed
zichtbaar zijn.
WAARSCHUWING
Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden. (Blz. 200)
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Blz. 201
Systeemonderdelen
Inschakelen/uitschakelen van
de RCTA
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 213 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
214
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
in de buurt rondom de sensor boven de ach-
terbumper. (Blz. 201)
Wanneer het water, de sneeuw, de modder,
enz. rondom de sensor worden verwijderd,
moet het systeem weer normaal gaan wer-
ken. Ook werkt mogelijk de sensor niet nor-
maal bij extreem warm of koud weer.
Wanneer “Rear Cross Traffic Alert
Malfunction Visit Your Dealer” (Storing
in Blind Spot Monitor. Ga naar uw dea-
ler) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Radarsensoren opzij achter
Blz. 201
Werking van de RCTA
De RCTA maakt gebruik van radarsen-
soren achter om auto's die van rechts
of links achter naderen te signaleren en
waarschuwt de bestuurder voor de aan-
wezigheid van dergelijke auto's door de
indicatoren in de buitenspiegels te laten
knipperen en een zoemer te laten klin-
ken.
Naderende auto's
Detectiegebieden voor naderende
auto's
Detectiegebieden RCTA
Hieronder staan de gebieden aange-
geven waarin auto's kunnen worden
gesignaleerd.
De zoemer kan de bestuurder waar-
schuwen voor snellere auto's die van
verder weg naderen.
Bijvoorbeeld:
De RCTA werkt wanneer:
De RCTA werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan:
Het contact staat AAN.
De RCTA is ingeschakeld.
De selectiehendel staat in stand R.
De rijsnelheid is lager dan ongeveer 8
km/h.
De rijsnelheid van de naderende auto ligt
tussen ongeveer 8 km/h en 28 km/h.
Aanpassen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aangepast op
het multi-informatiedisplay.
Wijzig de instellingen met behulp van de
bedieningstoetsen van het instrumentenpa-
neel. (Blz. 87)
RCTA
Snelheid naderende
auto
Afstand waar-
schuwing (bij bena-
dering)
28 km/h (snel) 20 m
8 km/h (langzaam) 5,5 m
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 214 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
215
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
en selecteer .
2Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer RCTA en houd
vervolgens ingedrukt.
3Selecteer het volume en druk vervolgens
op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wijzigt
het volume tussen 1, 2 en 3.
Tijdelijk dempen van het geluid van een
zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt een
toets MUTE weergegeven wanneer een voer-
tuig of object wordt gesignaleerd. Druk op
om het geluid van de zoemer te dem-
pen.
Het volume van de zoemers voor de Toyota
Parking Assist-sensor en de RCTA wordt
gelijktijdig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dempen
automatisch geannuleerd:
Als de stand van de selectiehendel wordt
gewijzigd.
Als de rijsnelheid hoger wordt dan een
bepaalde snelheid.
Als er een storing in een sensor aanwezig
is of het systeem tijdelijk niet kan worden
gebruikt.
Als de actieve functie handmatig wordt uit-
geschakeld.
Als het contact UIT wordt gezet.
Situaties waarin het systeem geen auto
signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de volgende
typen voertuigen en/of objecten te signale-
ren:
Voertuigen die van direct achter de auto
naderen
Voertuigen die achteruit inparkeren in een
parkeerruimte naast uw auto
Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van
obstakels
Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten*
Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
Voertuigen die van de auto af bewegen
Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
De afstand tussen de sensor en de nade-
rende auto wordt te klein
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt
er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden signa-
leert de RCTA auto's mogelijk niet correct:
Als de sensor niet goed is uitgelijnd door-
dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
Wanneer de sensor of de omgeving ervan
op bovenstaande positie op de achterbum-
per is bedekt door modder, sneeuw of ijs of
wanneer er een sticker op is geplakt
Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg
van slecht weer, zoals zware regenval,
sneeuw, of mist
Wanneer meerdere auto's naderen met
slechts weinig ruimte tussen elke auto
Wanneer een auto met hoge snelheid
nadert
Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 215 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
216
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Bij het achteruitrijden op een helling met
een grote verandering in het hellingsper-
centage
Bij het onder een scherpe hoek achteruit
uitrijden van een parkeerplaats
Bij het rijden met een aanhangwagen
Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen
uw auto en de auto die binnen het detectie-
gebied komt
Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
Als de wielophanging is gewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
Wanneer u achteruitrijdend een bocht
maakt
Wanneer een voertuig een bocht maakt in
het detectiegebied
Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
Onder de volgende omstandigheden is de
kans dat de RCTA onnodig een voertuig en/of
object signaleert groter:
Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 216 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
217
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerd voer-
tuig, die mogelijk elektrische golven rich-
ting de achterzijde van de auto reflecteren,
kort is
Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
In geval van bewegende objecten (vlag-
gen, uitlaatgassen, grote regendruppels of
sneeuwvlokken, plassen op het wegdek,
enz.)
Wanneer de afstand tussen uw auto en
een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
Roosters en goten
Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
Als de wielophanging is gewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 217 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
218
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
1NORMAL-modus
Biedt een optimale balans van dynamische
prestaties. Geschikt voor rijden in de stad.
Druk op de schakelaar om de rijmodus te
wijzigen in de Normal-modus als deze
modus nog niet is geactiveerd.
2SPORT-modus
Verdeelt de aandrijfkracht meer naar de ach-
terwielen, waardoor de auto krachtiger rea-
geert op de stuurwielbediening.
3TRACK-modus
Verdeelt de aandrijfkracht evenredig over de
4 wielen, wat zorgt voor optimale prestaties
van het Active Torque Split AWD-systeem.
Geschikt voor het rijden op circuits.
Automatisch uitschakelen van de
SPORT-modus en de TRACK-modus.
Als het contact UIT wordt gezet nadat is
gereden in de SPORT-modus of de TRACK-
modus, wijzigt de rijmodus in de NORMAL-
modus.
EXPERT-modus
Blz. 221
Rijmodusselectie-
schakelaar AWD
De volgende modi kunnen worden
geselecteerd overeenkomstig de
rij- en wegomstandigheden door
de aandrijfkracht naar de voor- en
achterwielen te regelen.
Selecteren van de rijmodus
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 218 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
219
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Als “Exhaust Filter Full See Owner’s
Manual” (Uitlaatgasfiltersysteem vol,
zie handleiding) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
Deze melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer de auto tijdens het rijden zwaar
wordt belast terwijl roetdeeltjes zich opho-
pen.
Het motorvermogen (motortoerental) wordt
beperkt bij een bepaalde hoeveelheid roet-
deeltjes. Er kan echter nog met de auto
worden gereden, tenzij het motorcontrole-
lampje gaat branden.
Roetdeeltjes hopen zich sneller op wan-
neer er regelmatig korte ritten worden
gereden met de auto, wanneer er met lage
snelheden wordt gereden of als de motor
regelmatig wordt gestart in een extreem
koude omgeving. Overmatige ophoping
van roetdeeltjes kan worden voorkomen
door periodiek lange afstanden te rijden
waarbij het gaspedaal af en toe wordt los-
gelaten, zoals bij het rijden op autowegen
en snelwegen.
Als het motorcontrolelampje gaat bran-
den of “Engine Maintenance Required
Visit Your Dealer” (Motor moet worden
onderhouden, ga naar uw dealer) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display
De hoeveelheid opgehoopte roetdeeltjes
heeft een bepaald niveau overschreden. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
GPF-systeem
(benzineroetfilter)*
Het benzineroetfiltersysteem ver-
zamelt met behulp van een uitlaat-
gasfilter roetdeeltjes in de
uitlaatgassen.
Het systeem werkt om het filter
automatisch te regenereren,
afhankelijk van de voertuigcondi-
ties.
OPMERKING
Voorkomen dat het benzineroetfilter-
systeem niet goed werkt
Gebruik geen andere brandstof dan het
voorgeschreven type brandstof
Breng geen wijzigingen aan de uitlaat-
pijp aan
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 219 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
220
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is ingetrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS, TRC,
VSC en EPS.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door het stuurge-
drag aan te passen.
TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
Active Torque Split AWD-systeem
Schakelt afhankelijk van de rijomstan-
digheden automatisch van voorwiel-
aandrijving naar permanente
vierwielaandrijving (AWD), wat bij-
draagt aan betrouwbaar rijgedrag en
stabiliteit. Voorbeelden van omstandig-
heden waaronder het systeem over-
schakelt op AWD zijn het nemen van
bochten, heuvelopwaarts rijden, wegrij-
den of accelereren en als het wegop-
pervlak glad is ten gevolge van
sneeuw, regen, enz.
Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er
echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op
deze systemen als u de auto
bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 220 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
221
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer het TRC-/VSC-systeem in werking
is.
Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van de motor naar de wie-
len beperken. Als u op drukt om het
systeem uit te schakelen, kunt u de auto
waarschijnlijk gemakkelijker los krijgen door
te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
Het controlelampje TRC OFF gaat branden.
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt
terwijl de auto stilstaat om de TRC en VSC uit
te schakelen.
De controlelampjes TRC OFF en VSC OFF
gaan branden.*
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is
beschikbaar) Het waarschuwingslampje
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. (Blz. 171)
EXPERT-modus
Als de expertmodus wordt geselecteerd, kan
op een sportievere manier worden gereden
dan in andere rijmodi. In de expertmodus
worden het TRC- en VSC-systeem uitge-
schakeld. De motor en remmen worden
mogelijk echter wel geregeld, afhankelijk van
het gedrag van de auto.
Druk op wanneer de SPORT-modus of
de TRACK-modus is ingeschakeld om de
EXPERT-modus te selecteren.
Het controlelampje EXPERT gaat branden,
evenals de controlelampjes TRC OFF en
VSC OFF.
Druk op om de EXPERT-modus uit te
schakelen of gebruik de AWD-rijmodusselec-
tieschakelaar om de NORMAL-modus te
selecteren.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 221 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
222
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Hieronder staat de status van de TRC,
VSC en de EXPERT-modus wanneer op
wordt gedrukt in elke rijmodus:
Wanneer het controlelampje TRC OFF
zelfs gaat branden als niet is inge-
drukt
TRC is tijdelijk uitgeschakeld. Neem als het
controlelampje blijft branden contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Voorwaarden voor werking Hill Start
Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt
voldaan, werkt de Hill Start Assist Control:
De selectiehendel staat in een andere
stand dan de achteruit wanneer vooruit
bergop wordt weggereden of in de achter-
uit wanneer achteruit bergop wordt wegge-
reden.
De auto staat stil
Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
De parkeerrem is niet geactiveerd
Het contact wordt AAN gezet
Automatisch uitschakelen van Hill Start
Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de vol-
gende situaties uitgeschakeld:
De selectiehendel wordt in de achteruit
gezet wanneer vooruit bergop wordt weg-
gereden of in een andere stand dan de
achteruit gezet wanneer achteruit bergop
wordt weggereden.
Het gaspedaal wordt ingetrapt
De parkeerrem wordt geactiveerd
Er zijn maximaal 2 seconden verstreken
nadat het rempedaal is losgelaten.
Het contact wordt UIT gezet
Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt
worden door de ABS-, BA-, VSC-, TRC-
en Hill Start Assist Control-systemen
Het is mogelijk dat u tijdens het starten van
de motor of bij het wegrijden een geluid in
de motorruimte hoort wanneer het rempe-
daal herhaaldelijk wordt ingetrapt. Dit duidt
niet op een storing in een van deze syste-
men.
De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen als bovenstaande systemen in
werking zijn. Geen van deze verschijnse-
len duidt op een storing.
Er kunnen trillingen gevoeld worden in de
carrosserie en de stuurinrichting.
Nadat de auto tot stilstand is gekomen,
kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
Er kan een lichte trilling in het rempedaal
voelbaar zijn als het antiblokkeersysteem
geactiveerd is.
Het rempedaal kan iets verder naar bene-
den bewegen als het antiblokkeersysteem
geactiveerd is.
Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
Automatisch opnieuw inschakelen van
de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitge-
schakeld, worden deze automatisch opnieuw
ingeschakeld in de volgende situaties:
Als het contact UIT wordt gezet
Als alleen het TRC-systeem is uitgescha-
keld, wordt de TRC weer ingeschakeld
zodra de rijsnelheid toeneemt.
Rijmodus
NORMAL-
modus
SPORT-modus of
TRACK-modus
TRC UIT UIT
VSC Bedien-
bare status UIT
EXPERT-
modus UIT AAN
Controle-
lampjes
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 222 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
223
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
Gereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem
tegen oververhitting te beschermen als er
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Draai, als dat het
geval is, niet overmatig aan het stuur of
breng de auto tot stilstand en schakel de
motor uit. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
De alarmknipperlichten zijn uit
De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55
km/h
Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat.
Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet onder de vol-
gende omstandigheden:
De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
Er zijn componenten beschadigd
Automatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10
km/h
Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 223 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
224
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als er een melding over de AWD verschijnt op het multi-informatiedisplay
Voer de volgende handelingen uit.
*: Zet na het tot stilstand brengen van de auto de motor niet uit zolang de melding nog weerge-
geven wordt.
Melding Details/handelingen
“AWD System
Overheated
Switching to 2WD
Mode” (AWD-sys-
teem oververhit,
overschakelen
naar 2WD-
modus)
AWD-systeem wordt te heet.
Voer de volgende handelingen uit.
Parkeer de auto op een veilige plaats en laat de motor stationair
draaien.*
Als de melding niet langer weergegeven wordt op het multi-informatiedis-
play, kan er weer verder gereden worden.
Laat uw auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de melding niet verdwijnt.
“AWD System
Overheated 2WD
Mode Engaged”
(AWD-systeem
oververhit. 2WD-
modus ingescha-
keld)
De auto schakelt van vierwielaandrijving (AWD) over naar voorwielaandrij-
ving als gevolg van oververhitting.
Voer de volgende handelingen uit.
Parkeer de auto op een veilige plaats en laat de motor stationair
draaien.*
Als de melding niet langer weergegeven wordt op het multi-informatiedis-
play, werkt het AWD-systeem weer normaal.
Laat uw auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de melding niet verdwijnt.
“AWD System
Malfunction 2WD
Mode Engaged
Visit Your Dealer”
(Storing AWD-
systeem, 2WD-
modus ingescha-
keld. Ga naar uw
dealer)
Er is een storing opgetreden in het AWD-systeem.
Laat uw auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Het ABS werkt niet effectief als
De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 224 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
225
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
Als wordt gereden met sneeuwkettingen
Als wordt gereden op slechte wegen
Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
In tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
Als de TRC/VSC is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
Als het TRC/VSC-systeem is uitge-
schakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan.
Schakel de TRC en de VSC alleen in
geval van nood uit, aangezien deze syste-
men zorgdragen voor de voertuigstabiliteit
en het aandrijfvermogen.
Voorzorgsmaatregelen EXPERT-
modus
Gebruik deze modus niet op de open-
bare weg.
Gebruik de modus alleen wanneer de
wegomstandigheden dit toelaten en er
geen gevaar voor de omgeving bestaat.
Een juist gebruik van de EXPERT-
modus vraagt om professionele rijvaar-
digheden. Controleer bij het gebruik van
de EXPERT-modus altijd de wegom-
standigheden en de omgeving en rij nog
voorzichtiger dan gebruikelijk.
Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben, van hetzelfde merk zijn en het-
zelfde profiel en draagvermogen hebben.
Controleer verder of alle banden de aan-
bevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken
niet goed als er verschillende banden
onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor meer informa-
tie over het vervangen van de wielen of
banden.
Omgaan met banden en wielop-
hanging
Problemen met de banden of wijzigingen
aan de wielophanging hebben een nega-
tief effect op de ondersteunende systemen
en kunnen een storing veroorzaken.
Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Vertrouw niet uitsluitend op de Secondary
Collision Brake. Dit systeem is ontworpen
om te helpen de kans op verdere schade
ten gevolge van een tweede aanrijding te
verkleinen, maar het effect is afhankelijk
van diverse omstandigheden. Te veel ver-
trouwen op het systeem kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
Active Torque Split AWD-systeem
Het Active Torque Split AWD-systeem is
ontworpen voor rijstabiliteit op normale
wegen en niet voor terreinrijden. Stel het
systeem niet bloot aan extreme rijom-
standigheden.
Rijd voorzichtig op een glad wegdek.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 225 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
226
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-6. Rijtips
4-6.Rijtips
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn
voor winterse omstandigheden.
Motorolie
Koelvloeistof
Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de accu con-
troleren door een monteur.
Laat vier winterbanden onder uw
auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen
aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn
voor de bandenmaat van uw auto.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde con-
troles uit. Pas uw rijgedrag altijd
aan de actuele weersomstandighe-
den aan.
Voorbereidingen voor de winter
WAARSCHUWING
Rijden met winterbanden
Neem, om de kans op ongevallen te
beperken, de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
Gebruik banden met de voorgeschreven
maat.
Zorg ervoor dat de bandenspanning aan
de specificatie voldoet.
Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet
die geldt voor de gebruikte winterban-
den.
Monteer winterbanden op alle wielen.
Rijden met sneeuwkettingen
Neem, om de kans op ongevallen te
beperken, de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50
km/h, afhankelijk van welke snelheid de
laagste is.
Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
Minder uw snelheid alvorens een bocht
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing
Assist) niet. (indien aanwezig)
OPMERKING
Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 226 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
227
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-6. Rijtips
Rijden
Voer, afhankelijk van de omstandighe-
den, de volgende handelingen uit:
Probeer een vastgevroren ruit niet
met kracht te openen en zet de rui-
tenwissers niet aan als deze vastge-
vroren zijn. Giet warm water over het
bevroren gedeelte om het ijs te laten
smelten. Veeg het water direct weg
om te voorkomen dat het bevriest.
Verwijder de eventueel aanwezige
sneeuw van de luchtinlaten voor de
voorruit om zeker te kunnen zijn van
een juiste werking van de aanjager
van het airconditioningsysteem.
Controleer of er sprake is van ijs- of
sneeuwophopingen op de verlichting
aan de buitenzijde, op het dak, op
het chassis, rond de banden of op
de remmen, en verwijder deze
indien dat het geval is.
Verwijder sneeuw en modder van de
onderzijde van uw schoenen voordat
u in de auto stapt.
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd
een veilige afstand tussen u en uw
voorligger en pas de snelheid aan aan
de conditie van de weg.
Parkeer de auto en zet de selectie-
hendel in de 1e versnelling of stand
R, maar activeer de parkeerrem niet.
De parkeerrem kan vastvriezen en
bij het deactiveren niet vrij komen.
Blokkeer bij het parkeren van de
auto de wielen zonder de parkeer-
rem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan
gevaarlijk zijn omdat de auto onver-
wacht in beweging kan komen, het-
geen kan leiden tot een ongeval.
Gebruik de juiste maat sneeuwkettin-
gen.
De maat van de sneeuwkettingen is
afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting:
diameter 3 mm
breedte 10 mm
lengte 30 mm
Dwarsketting:
diameter 4 mm
breedte 14 mm
lengte 25 mm
Voordat u met de auto gaat
rijden
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
Kiezen van sneeuwkettingen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 227 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
228
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-6. Rijtips
De wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen verschilt
per land en per soort weg. Stel u op de
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
Monteer en verwijder de sneeuwkettingen
op een veilige locatie.
Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op
de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.
Plaats de sneeuwkettingen zo strak moge-
lijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1 km opnieuw vast.
Monteer de sneeuwkettingen volgens de
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Wetgeving met betrekking tot
het gebruik van
sneeuwkettingen
OPMERKING
Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 228 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
5
229
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5
Voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in
het interieur
5-1. Gebruik van de airconditioning
en de achterruitverwarming
Automatische
airconditioning..................... 230
Stuurwielverwarming/
stoelverwarming.................. 235
5-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting............... 237
5-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden.......... 240
Voorzieningen in
de bagageruimte................. 242
5-4. Overige voorzieningen
in het interieur
Overige voorzieningen
in het interieur ..................... 244
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 229 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
230
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
5-1.Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Draaiknop temperatuurregeling bestuurderszijde
Draaiknop temperatuurregeling passagierszijde
DUAL-schakelaar
Aircoschakelaar
Schakelaar buitenluchtmodus
Schakelaar recirculatiemodus
Schakelaar luchtcirculatieregeling
Schakelaar verhogen aanjagersnelheid
Schakelaar verlagen aanjagersnelheid
Schakelaar FAST/ECO
Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming
Schakelaar voorruitverwarming
Schakelaar OFF
Schakelaar automatische modus
Automatische airconditioning
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt, worden automatisch gese-
lecteerd en de aanjagersnelheid wordt automatisch geregeld op basis van
de gekozen temperatuur.
Deze afbeeldingen hebben betrekking op een auto met linkse besturing.
De positie en vorm van toetsen kunnen iets afwijken bij auto's met rechtse
besturing.
Verder zijn de positie van het display en de knoppen per systeem verschil-
lend.
Bedieningspaneel airconditioning
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 230 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
231
5
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
Wijzigen van de ingestelde tempe-
ratuur
Draai de draaiknop voor de tempera-
tuurregeling rechtsom (warm) of
linksom (koel) om de temperatuurinstel-
ling aan te passen.
Als de toets A/C niet is ingedrukt, blaast het
systeem lucht met de omgevingstempera-
tuur of verwarmde lucht in het interieur.
Instellen van de aanjagersnelheid
Bedien de toets voor het verhogen van
de aanjagersnelheid om de aanjager-
snelheid te verhogen en de toets voor
het verlagen van de aanjagersnelheid
om de aanjagersnelheid te verlagen.
Druk op de schakelaar OFF om de aan-
jager uit te schakelen.
Wijzigen van de luchtcirculatie-
modus
Druk op de toets voor de luchtcirculatie-
regeling.
De luchtcirculatiemodus verandert telkens
wanneer de schakelaar wordt ingedrukt als
volgt:
1Bovenlichaam
2Bovenlichaam en voeten
3Voeten
4Voeten en voorruitontwaseming
Schakelen tussen buitenluchtmo-
dus en recirculatiemodus
Druk op de toets recirculatiemodus
om de recirculatiemodus in te scha-
kelen.
Het controlelampje op de toets recirculatie-
modus brandt.
Druk op de toets buitenluchtmodus
om de buitenluchtmodus in te scha-
kelen.
Het controlelampje op de toets buitenlucht-
modus brandt.
In-/uitschakelen van de koel- en
ontvochtigingsfunctie
Druk op de toets A/C.
Wanneer de functie is ingeschakeld, brandt
het controlelampje op de toets A/C.
Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om
de voorruit en de zijruiten voor te ont-
wasemen.
Druk op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming.
Zet, als de recirculatiemodus is ingescha-
keld, de toets voor de buitenlucht-/recircula-
tiemodus in de buitenluchtmodus. (Mogelijk
gaat dit automatisch.)
Verhoog de aanjagersnelheid en de tempe-
ratuur om de voorruit en zijruiten snel te ont-
wasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd
nogmaals op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming om terug te keren naar de
vorige modus.
Als de voorruitverwarming is ingeschakeld,
brandt het controlelampje op de schakelaar
voorruitontwaseming.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 231 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
232
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Ontwasemen van de achterruit en
buitenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming worden gebruikt om de achterruit
te ontwasemen en om regendruppels,
dauw en ijs van de buitenspiegels te
verwijderen.
Druk op de toets voor de achterruit- en
buitenspiegelverwarming.
De achterruit- en buitenspiegelverwarming
wordt na een tijdje automatisch uitgescha-
keld.
Als de toets achterruit- en buitenspiegelver-
warming is ingeschakeld, brandt het contro-
lelampje op de toets achterruit- en
buitenspiegelverwarming.
Gebruik van de Climate Prefe-
rence (klimaatvoorkeur)
1Druk op de schakelaar voor de
automatische modus.
2Druk op de toets FAST/ECO.
Elke keer als op de toets FAST/ECO
wordt gedrukt, verandert de instellings-
modus voor de aanjagersnelheid als
volgt:
Normal (normaal) ECO FAST
(snel) Normal (normaal)
Wanneer ECO wordt weergegeven op
het airconditioningscherm, wordt de air-
conditioning zo bediend dat er prioriteit
wordt gegeven aan een laag brandstof-
verbruik door de aanjagersnelheid te
verlagen, enz.
Wanneer FAST op het scherm wordt
weergegeven, neemt de aanjagersnel-
heid toe.
Beslaan van de ruiten
Wanneer de luchtvochtigheid in de auto
hoog is, zullen de ruiten gemakkelijk
beslaan. Als u A/C inschakelt, wordt de
lucht die via de uitstroomopeningen
stroomt, ontvochtigd en wordt de voorruit
efficiënt ontwasemd.
Als u A/C uitschakelt, zullen de ruiten
mogelijk sneller beslaan.
De ruiten zullen mogelijk beslaan als de
recirculatiemodus is ingeschakeld.
Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, zet
dan de luchttoevoerregeling in de buiten-
luchtmodus en schakel de aanjager in.
Buitenlucht-/recirculatiemodus
Het wordt aangeraden om de recirculatie-
modus tijdelijk in te schakelen om te voor-
komen dat er vuile lucht wordt aangevoerd
en om de auto te helpen koelen wanneer
het buiten warm is.
Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recir-
culatiemodus automatisch ingeschakeld
afhankelijk van de ingestelde temperatuur
of de temperatuur in de auto.
Wanneer de buitentemperatuur tot bijna
0°C daalt
De ontvochtigingsfunctie werkt mogelijk niet,
zelfs niet wanneer de toets A/C wordt inge-
drukt.
Geuren ventilatie en airconditioning
Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
Tijdens het gebruik kunnen verschillende
geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit
de uitstroomopeningen komt niet lekker
ruikt.
Het voorkomen van mogelijke geuren:
We raden u aan het airconditioningsys-
teem in de buitenluchtmodus te zetten
voordat u de motor uitschakelt.
Mogelijk wordt het inschakelen van de
aanjager direct nadat de airconditioning in
de automatische modus wordt ingescha-
keld even vertraagd.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 232 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
233
5
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
Bij het parkeren schakelt het systeem
automatisch de buitenluchtmodus in voor
een betere luchtcirculatie in de auto, wat
helpt om geuren bij het starten van de auto
te verminderen.
Interieurfilter
Blz. 293
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 360)
1Druk op de schakelaar voor de
automatische modus.
2Wijzig de ingestelde temperatuur.
3Druk op de schakelaar OFF om de
procedure te beëindigen.
Als de instelling van de aanjagersnel-
heid of de luchtcirculatiemodi worden
bediend, dooft het controlelampje van
de automatische modus. De automati-
sche modus blijft echter ingeschakeld
voor de andere functies dan die worden
bediend.
Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch
geregeld op basis van de gekozen tempera-
tuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van de schakelaar
voor de automatische modus kan de aanja-
ger even worden uitgeschakeld tot er vol-
doende warme of koude lucht voorhanden is.
Voer een van de volgende procedures
uit om de DUAL-modus in te schakelen:
Druk op de toets DUAL.
Wijzig de ingestelde temperatuur
aan voorpassagierszijde.
Als de DUAL-modus is ingeschakeld, gaat
het controlelampje op de toets DUAL bran-
den.
Wanneer u op de toets DUAL drukt terwijl de
DUAL-modus is ingeschakeld, wordt de
DUAL-modus uitgeschakeld en wordt de
temperatuurinstelling voor de voorpassa-
gierszijde gekoppeld aan de bestuurders-
zijde.
WAARSCHUWING
Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele
lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil
tussen de buitentemperatuur en de tempe-
ratuur van de voorruit zorgt ervoor dat de
buitenkant van de voorruit beslaat, waar-
door het zicht wordt belemmerd.
Als de buitenspiegelverwarming
ingeschakeld is
Raak het oppervlak van de buitenspiegels
niet aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de airconditioning niet langer inge-
schakeld dan noodzakelijk is als de motor
niet draait.
Gebruik van de automatische
modus
Afzonderlijk instellen van de
temperatuur voor de
bestuurder en voor de
voorpassagier
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 233 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
234
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoe-
veelheid veranderen overeenkomstig
de geselecteerde luchtcirculatiemodus.
Afstellen van de stand en de mate
van opening van de uitstroomope-
ningen
Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
Middelste uitstroomopeningen: Draai de
knop geheel naar links om de uitstroomope-
ning te sluiten.
Uitstroomopeningen opzij: Draai de knop
geheel naar de buitenzijde om de uitstroom-
opening te sluiten.
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen
WAARSCHUWING
Voorkomen van onjuiste werking van
de voorruitverwarming
Plaats geen voorwerpen op het dashboard
die de uitstroomopeningen kunnen bedek-
ken. Anders raakt de luchtstroom mogelijk
geblokkeerd, waardoor de voorruitverwar-
ming de voorruit niet kan ontwasemen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 234 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
235
5
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
*: Indien aanwezig
Stuurwielverwarming
Schakelt de stuurwielverwarming in/uit
Wanneer de stuurwielverwarming is inge-
schakeld, gaat het controlelampje op de
schakelaar stuurwielverwarming branden.
Stoelverwarming
Schakelt de stoelverwarming in/uit
1Hoge temperatuur
2Lage temperatuur
Wanneer de stoelverwarming is ingescha-
keld, brandt het controlelampje op de stoel-
verwarmingsschakelaar.
Zet de schakelaar in de neutrale stand wan-
neer de stoelverwarming niet wordt gebruikt.
Het controlelampje dooft.
De stuurwielverwarming en stoelver-
warming kunnen worden gebruikt wan-
neer
Het contact AAN staat.
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*
Stuurwielverwarming
Verwarmt het stuurwiel
Stoelverwarming
Verwarmt de stoelbekleding
WAARSCHUWING
Voorkomen van lichte brandwonden
Wees voorzichtig wanneer iemand uit
onderstaande categorieën in contact komt
met het stuurwiel of de stoelen wanneer
de stuurwiel- of stoelverwarming is inge-
schakeld:
Baby's, kleine kinderen, oudere perso-
nen, zieken en gehandicapten
Personen met een gevoelige huid
Personen die oververmoeid zijn
Personen die alcohol hebben gedron-
ken of personen die rustgevende medi-
cijnen (slaapmiddel, middel tegen
verkoudheid, enz.) hebben gebruikt
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de stoel-
verwarming
Plaats geen zware voorwerpen met een
ongelijkmatig oppervlak op de stoel en leg
geen scherpe voorwerpen (naalden,
punaises, enz.) op de stoel.
Voorkomen van ontlading van de
accu
Gebruik de functies niet wanneer de motor
uitgeschakeld is.
Bedieningsinstructies
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 235 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
236
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
WAARSCHUWING
Voorkomen van oververhitting en
lichte brandwonden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht bij het gebruik van de stoelverwar-
ming:
Bedek de stoel niet met een kleed of
kussen als de stoelverwarming in
gebruik is.
Gebruik de stoelverwarming niet langer
dan noodzakelijk is.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 236 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
237
5
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-2. Gebruik van de interieurverlichting
Voorzieningen in het interieur
5-2.Gebruik van de interieurverlichting
Interieurverlichting achter (Blz. 238)
Verlichting portierbekleding (indien aanwezig)
Interieurverlichting voor/leeslampjes (Blz. 238, 238)
Overzicht interieurverlichting
Plaats van de interieurverlichting
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 237 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
238
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-2. Gebruik van de interieurverlichting
Voor
Schakelt de stand DOOR in/uit
Wanneer een portier wordt geopend terwijl
de stand DOOR is ingeschakeld, gaan de
lampjes branden.
Achter
1Schakelt de verlichting uit
2Schakelt de stand DOOR in
3Schakelt de verlichting in
Schakelt de verlichting in/uit
Instapverlichting
De verlichting wordt automatisch in-/uitge-
schakeld afhankelijk van de stand van het
contact, de aanwezigheid van de elektroni-
sche sleutel, het vergrendeld/ontgrendeld zijn
van de portieren en het geopend/gesloten
zijn van de portieren.
Voorkomen dat de accu te ver ontladen
raakt
Als de interieurverlichting aan wordt gelaten
wanneer het contact UIT wordt gezet, gaat de
verlichting na 20 minuten automatisch uit.
De interieurverlichting kan automatisch
gaan branden als
Als een van de airbags wordt geactiveerd of
bij een harde aanrijding van achteren wordt
de interieurverlichting automatisch ingescha-
keld.
De interieurverlichting wordt na ongeveer 20
minuten automatisch uitgeschakeld.
De interieurverlichting kan handmatig worden
uitgeschakeld. Om verdere aanrijdingen te
voorkomen verdient het echter aanbeveling
de verlichting te laten branden totdat de vei-
ligheid gegarandeerd is.
(De interieurverlichting worden mogelijk niet
automatisch ingeschakeld, afhankelijk van de
kracht en de omstandigheden van de aanrij-
ding.)
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 360)
Bedienen van de
interieurverlichting Bedienen van de leeslampjes
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 238 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
239
5
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-2. Gebruik van de interieurverlichting
Voorzieningen in het interieur
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de verlichting niet langer branden dan
noodzakelijk is als de motor niet draait.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 239 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
240
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
5-3.Gebruik van de opbergmogelijkheden
Dashboardkastje (Blz. 241)
Pasjeshouders (Blz. 241)
Fleshouders (Blz. 241)
Bekerhouders (Blz. 241)
Overzicht van opbergmogelijkheden
Plaats van de opbergmogelijkheden
WAARSCHUWING
Zaken die niet in de opbergvakken
moeten worden achtergelaten
Laat geen brillen, aanstekers of spuitbus-
sen in de opbergvakken liggen. Als u dat
wel doet, kan dat bij hoge temperaturen
leiden tot het volgende:
Brillen kunnen vervormen als de tempe-
ratuur in de auto te hoog oploopt of bar-
sten als ze in contact komen met andere
voorwerpen.
Aanstekers en spuitbussen kunnen
exploderen. Als ze in contact komen
met andere voorwerpen, kunnen aan-
stekers vlam vatten en kunnen spuit-
bussen gas gaan lekken, waardoor
brand kan ontstaan.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 240 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
241
5
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Voorzieningen in het interieur
Trek de hendel omhoog om het dash-
boardkastje te openen. Fleshouders
Sluit de kap als er een fles wordt opgebor-
gen.
De fles kan mogelijk niet worden opgebor-
gen als gevolg van de grootte of vorm
ervan.
Klap de zonneklep omlaag.
Dashboardkastje
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd het dashboardkastje gesloten. Bij
plotseling remmen of uitwijken kan letsel
ontstaan doordat een inzittende wordt
geraakt door het open dashboardkastje of
door items in het dashboardkastje.
Bekerhouders
WAARSCHUWING
Voorwerpen die niet in de bekerhou-
der mogen worden geplaatst
Plaats niets anders dan bekers of blikjes in
de bekerhouders.
Andere voorwerpen kunnen bij een onge-
val of plotseling remmen uit de houder
worden geslingerd en letsel veroorzaken.
Dek indien mogelijk warme dranken af om
verbranding te voorkomen.
Fleshouders
WAARSCHUWING
Voorwerpen die niet in de fleshou-
ders mogen worden geplaatst
Zet alleen flessen in de fleshouders.
Andere voorwerpen kunnen bij een onge-
val of plotseling remmen uit de houders
worden geslingerd en letsel veroorzaken.
Pasjeshouders
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 241 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
242
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Openen van de afdekplaat
Open de afdekplaat.
De afdekplaat kan omhoog worden gezet,
zoals aangegeven in de afbeelding.
Verwijderen van de afdekplaat
1Vouw de afdekplaat op.
2Verwijder de afdekplaat diagonaal.
Plaatsen van de afdekplaat
1Vouw de afdekplaat op.
2Plaats de afdekplaat diagonaal.
3Vouw de afdekplaat uit.
Voorzieningen in de
bagageruimte
Afdekplaat
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 242 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
243
5
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Voorzieningen in het interieur
Verwijderen van de bagageafdek-
king
1Neem de koordjes los.
2Maak de lussen los van de haken.
Bagageafdekking
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen bagageafdek-
king
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Plaats geen voorwerpen op de bagage-
afdekking. Bij plotseling remmen of het
maken van een bocht vliegt het voor-
werp mogelijk rond en kan het een inzit-
tende raken.
Laat kinderen niet op de bagageafdek-
king klimmen. Dit kan leiden tot bescha-
diging van de bagageafdekking.
Maak de koorden goed vast om te voor-
komen dat de bagageafdekking los-
raakt.
OPMERKING
Voorkomen dat de bagageafdekking
beschadigd raakt
Vouw de bagageafdekking niet. De baga-
geafdekking kan anders beschadigd
raken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 243 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
244
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-4. Overige voorzieningen in het interieur
5-4.Overige voorzieningen in het interieur
Op de accessoireaansluiting kunnen
12V-accessoires worden aangesloten
die minder dan 10 A verbruiken.
Open het klepje.
Type A
Type B
De accessoireaansluiting kan worden
gebruikt als
Het contact staat in stand ACC of AAN.
Als het contact UIT wordt gezet
Koppel aangesloten elektrische apparaten
met een oplaadfunctie, zoals een powerbank,
los.
Als dergelijke apparaten niet worden losge-
koppeld, kan het contact mogelijk niet op de
normale manier UIT worden gezet.
1Klap de zonneklep omlaag om deze
in de vooruitgerichte stand te zet-
ten.
2Klap de zonneklep omlaag, maak
de klep los en draai deze naar de
zijkant om de zonneklep in de zijde-
lingse stand te zetten.
Overige voorzieningen in
het interieur
Accessoireaansluiting
OPMERKING
Voorkomen dat de zekering door-
brandt
Sluit geen accessoires aan die meer dan
12 V/10 A verbruiken.
Voorkomen van schade aan de
accessoireaansluiting
Sluit de accessoireaansluiting af met het
kapje als de aansluiting niet in gebruik is.
Vreemde voorwerpen of vloeistoffen die in
de accessoireaansluiting terechtkomen,
kunnen kortsluiting veroorzaken.
Voorkomen dat de accu te ver ontla-
den raakt
Gebruik de accessoireaansluiting niet lan-
ger dan noodzakelijk is als de motor niet
draait.
Zonnekleppen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 244 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
245
5
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-4. Overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
Verschuif het klepje om de spiegel te
openen.
Sommige functies van het audiosys-
teem kunnen worden bediend met
behulp van de toetsen op het stuurwiel.
De werking kan verschillen afhankelijk
van het type audio- of navigatiesys-
teem. Raadpleeg de handleiding van
het audio- of navigatiesysteem voor
meer informatie.
Een handgreep aan het dak kan ter
ondersteuning van uw lichaam worden
gebruikt wanneer u zit.
Make-upspiegels
Gebruik van de toetsen op het
stuurwiel
Handgrepen
WAARSCHUWING
Handgreep
Gebruik de handgreep niet bij het in- of uit-
stappen of bij het opstaan vanaf uw zit-
plaats.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
handgreep
Hang geen zware voorwerpen aan de
handgreep en belast de greep niet over-
matig.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 245 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
246
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-4. Overige voorzieningen in het interieur
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 246 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
6
247
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6
Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
6-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur van
uw auto................................ 248
Reinigen en beschermen
van het interieur van
uw auto................................ 251
6-2. Handleiding onderhoud
matte lak (indien aanwezig)
Basiskennis m.b.t.
matte blanke lak.................. 254
Wassen van uw auto ............. 258
Veelgestelde vragen.............. 261
6-3. Onderhoud
Onderhoud en reparatie ........ 265
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf
uit te voeren onderhoud...... 267
Motorkap................................ 268
Plaatsen van een
garagekrik ........................... 270
Motorruimte ........................... 271
Accu....................................... 275
Banden .................................. 277
Vervangen van een band....... 287
Bandenspanning.................... 290
Velgen.................................... 292
Interieurfilter........................... 293
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel............ 295
Controleren en vervangen
van zekeringen.................... 297
Lampen.................................. 301
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 247 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
248
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-1. Onderhoud en verzorging
6-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar bene-
den af met veel water en verwijder
zo vuil en stof van de carrosserie, uit
de wielkasten en van de onderkant
van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak blijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosse-
rie is afgekoeld.
Wassen in de wasstraat
Voordat u de wasstraat inrijdt:
Klap de spiegels weg.
Begin met wassen vanaf de voorzijde van de
auto. Klap de spiegels weer uit voordat u
gaat rijden.
Sommige borstels in wasstraten kunnen
krassen veroorzaken op de carrosserie en
andere onderdelen (velgen, enz.), waar-
door de lak van uw auto wordt beschadigd.
In bepaalde automatische wasstraten kan
de werking van de wasstraat nadelig wor-
den beïnvloed door de achterspoiler. Hier-
door kan het gebeuren dat de auto niet
goed wordt gewassen of de achterspoiler
beschadigd raakt.
Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de
portieren of de ruiten en blijf er niet langdurig
op spuiten, omdat er anders water in het inte-
rieur terecht kan komen.
Bij gebruik van een wasstraat
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elek-
tronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk
worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in
dat geval de correctieprocedure hieronder bij
het wassen van de auto:
Leg de sleutel op een afstand van ten min-
ste 2 m van de auto als u de auto wast.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen
wordt.)
Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. (Blz. 110)
Velgen en wieldoppen
Verwijder vuil onmiddellijk met een neu-
traal reinigingsmiddel.
Spoel het reinigingsmiddel direct na het
gebruik weg met water.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
Gebruik geen zuurhoudende of alkalische
middelen of schuurmiddelen
Gebruik geen harde borstels
Reinig de velgen niet met reinigingsmidde-
len als de velgen, bijvoorbeeld na het rij-
den of stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn
Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
Waterafstotende laag zijruiten voor
(indien aanwezig)
De volgende voorzorgsmaatregelen kun-
nen de effectiviteit van de waterafstotende
laag vergroten:
Verwijder regelmatig vuil e.d. van de zijrui-
ten voor.
Zorg ervoor dat vuil en stof zich niet gedu-
rende langere periodes op de ruiten kun-
nen verzamelen. Reinig de ruiten zo snel
mogelijk met een zachte, vochtige doek.
Gebruik voor het reinigen van de ruiten
geen was of ruitenreinigers met schuur-
middelen.
Gebruik geen metaalhoudende voorwer-
pen om condens te verwijderen.
Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materia-
len op de daarvoor juiste wijze.
Reinigingsinstructies
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 248 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
249
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Wanneer de waterafstotende werking niet
meer voldoende is, kan de laag worden
gerepareerd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Verchroomde delen
Als het vuil niet kan worden verwijderd, reinig
de onderdelen dan als volgt:
Gebruik een zachte doek en sop met
ongeveer 5% neutraal reinigingsmiddel om
het vuil te verwijderen.
Veeg daarna het resterende vocht van het
leder af met een droge, schone doek.
Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes
o.i.d. om olieresten te verwijderen.
Koolstofvezellaag (indien aanwezig)
Bevestig geen dakdrager op de koolstofve-
zellaag. Anders kan de laag beschadigd
raken.
Gebruik alleen water van lage tempera-
tuur, 50°C of lager, wanneer u gebruik-
maakt van een automatische wasstraat en
hogedrukreiniger.
Gebruik de hogedrukreiniger niet op de rand
van de laag, om te voorkomen dat de laag
loslaat.
Gebruik geen water met een temperatuur
van meer dan 90°C rechtstreeks op de
laag. Anders kan de laag gemakkelijk los-
laten.
Gebruik uitsluitend een neutraal reinigings-
middel dat is goedgekeurd voor het was-
sen van de auto en water.
Breng geen was of coating aan op de laag,
om het uiterlijk te behouden.
Verwijder vogelpoep of olie direct met een
neutraal reinigingsmiddel.
Remsysteem
Gekleurde remklauwen
Gebruik alleen neutrale reinigingsmidde-
len. Gebruik geen harde borstels of
schuurmiddelen, omdat deze de lak
beschadigen.
Reinig de remklauwen niet met reinigings-
middelen als ze warm zijn.
Spoel het reinigingsmiddel direct na het
gebruik af.
Als de auto geparkeerd wordt met vochtige
remblokken of remschijven, kan er roest
ontstaan waardoor de remblokken of rem-
schijven vast kunnen komen te zitten.
(Alvorens de auto na een wasbeurt te par-
keren is het raadzaam langzaam te rijden
en het rempedaal een aantal keren in te
trappen om de onderdelen te drogen.)
WAARSCHUWING
Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte
komt. Anders kunnen de elektrische com-
ponenten, enz. vlam vatten.
Bij het wassen van de voorruit
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in de
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in de volgende gevallen onverwacht
in werking treden. Hierdoor kunnen uw
handen bekneld raken en kunt u ernstig
letsel oplopen, en hierdoor kunnen de rui-
tenwisserbladen beschadigd raken.
Uit
AUTO
Wanneer het bovenste deel van de
voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
Wanneer een natte doek of iets derge-
lijks in de buurt van de regensensor
wordt gehouden
Als iets tegen de voorruit stoot
Als u het regensensorhuis aanraakt of
als iets in aanraking komt met de regen-
sensor
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 249 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
250
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-1. Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaat-
pijp heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaat-
pijp niet aan totdat deze voldoende is
afgekoeld, aangezien het aanraken van
een hete uitlaatpijp brandwonden kan ver-
oorzaken.
Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de achterbumper met de
Blind Spot Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is geschil-
ferd of bekrast, kan een storing optreden
in het systeem. Neem, als dit gebeurt, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
Aantasting van de lak en corrosie
van de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorko-
men
Was de auto zo spoedig mogelijk:
Na het rijden in een kustgebied
Na het rijden over gepekelde wegen
Als er zich teer of boomsappen op de
lak bevinden
Als er zich dode insecten, insecten- of
vogelpoep op de lak bevinden
Na het rijden in gebieden waar sprake is
van veel rook, stof, ijzerdeeltjes of che-
mische stoffen
Als de auto erg vuil is geworden van stof
of modder
Als er brandstof op de lak is gemorst
Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
Verwijder vuil van de velgen en berg ze
op een droge plaats op om te voorko-
men dat de velgen tijdens de opslag
gaan corroderen.
Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
Was deze met de nodige voorzichtig-
heid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met
een harde borstel.
Anders kan het oppervlak van de lam-
pen beschadigd raken.
Breng geen was aan op het oppervlak
van de lampen.
Was kan het lampglas beschadigen.
Voorkomen van beschadiging van de
ruitenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de
bestuurderszijde omhoog en daarna die
aan de passagierszijde. Begin, als u de
ruitenwisserarmen weer in hun oorspron-
kelijke stand terugzet, aan de passagiers-
zijde.
Wassen in een autowasstraat
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in werking treden waardoor de ruiten-
wisserbladen beschadigd kunnen raken.
Reinigen met een hogedrukreiniger
Auto's met Rear View Monitor-systeem:
Stel de camera of de omgeving ervan tij-
dens het wassen van de auto niet bloot
aan sterke waterstralen uit een hoge-
drukreiniger. Door de kracht van de
waterstralen werkt het apparaat moge-
lijk niet goed meer.
Auto's met Toyota Safety Sense: Spuit
geen water rechtstreeks op de radar die
achter het embleem is aangebracht.
Anders kan het systeem beschadigd
raken.
Houd de sproeierkop uit de buurt van
hoezen (rubberen of kunststof afdekkin-
gen), stekkers of de volgende onderde-
len. Wanneer onderdelen in aanraking
komen met sterke waterstralen, kunnen
ze beschadigd raken.
Aan tractie gerelateerde onderdelen
Onderdelen stuurinrichting
Onderdelen wielophanging
Onderdelen remsysteem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 250 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
251
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger. Veeg vuile oppervlakken
schoon met een in lauw water
gedompelde doek.
Als het vuil niet kan worden verwij-
derd, verwijder het dan met een
zachte doek met water met onge-
veer 1% reinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel en water grondig met
een schone, vochtige doek.
Schoonmaken van de vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen op
schuimbasis in de handel verkrijgbaar.
Gebruik een spons of een borstel om het
schuim aan te brengen. Wrijf met elkaar over-
lappende cirkels. Gebruik geen water. Veeg
vuile oppervlakken schoon en laat ze drogen.
Het beste resultaat wordt verkregen als de
vloerbedekking zo droog mogelijk wordt
gehouden.
Omgaan met de veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met een
mild sop, lauw water en een doek of spons.
Controleer ook de gordels regelmatig op
overmatige slijtage, rafels en scheuren.
OPMERKING
Houd de sproeierkop op ten minste 30
cm van de carrosserie. Anders kunnen
kunststof delen, zoals lijsten en bum-
pers, vervormd of beschadigd raken.
Houd de sproeierkop ook niet de hele
tijd op dezelfde plek.
Spuit niet continu met water op het
onderste gedeelte van de voorruit. Daar
bevindt zich de luchtinlaatopening voor
de airconditioning en als daar water
doorheen komt, werkt de airconditioning
mogelijk niet goed.
Reinig de onderzijde van de auto niet
met een hogedrukreiniger.
Reinigen en beschermen
van het interieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materia-
len op de daarvoor juiste wijze.
Beschermen van het interieur
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 251 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
252
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-1. Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Water in de auto
Mors geen vloeistof in het interieur van
de auto.
Dit kan brand of storingen in de elektri-
sche componenten, enz. veroorzaken.
Voorkom dat onderdelen of de bedra-
ding van het airbagsysteem in het interi-
eur nat worden. (Blz. 34)
Een elektrische storing kan ervoor zor-
gen dat de airbags worden geactiveerd
of niet op de juiste wijze werken, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
Reinigen van het interieur (met name
het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het
dashboard kan in de voorruit worden
weerkaatst; hierdoor kan het gezichtsveld
van de bestuurder worden belemmerd wat
een ernstig ongeval tot gevolg kan heb-
ben.
OPMERKING
Reinigingsmiddelen
Gebruik de volgende reinigingsmidde-
len niet, omdat ze verkleuring van het
interieur of strepen en beschadigingen
van gelakte oppervlakken kunnen ver-
oorzaken:
Behalve de stoelen: Organische reini-
gingsmiddelen zoals wasbenzine en ter-
pentine, alkalische of zuurhoudende
middelen, textielverf en bleekmiddel
Stoelen: Alkalische en zuurhoudende
middelen, zoals thinner, wasbenzine en
alcohol
Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard of andere gelakte delen
van het interieur kunnen beschadigd
raken.
Voorkomen van beschadiging van
lederen bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om beschadiging en vroegtijdige
slijtage van lederen bekleding te voorko-
men:
Verwijder stof en vuil onmiddellijk van
de bekleding.
Stel de auto niet langdurig bloot aan
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
Leg geen vinyl of plastic voorwerpen of
artikelen die was bevatten op de bekle-
ding, aangezien ze bij hoge temperatu-
ren in het interieur mogelijk aan het leer
vast blijven kleven.
Water op de vloerbedekking
Spoel de vloerbedekking van de auto niet
af met water.
Water dat in contact komt met elektrische
onderdelen boven of onder de vloerbedek-
king, kan schade aan de verschillende
systemen van de auto veroorzaken, bij-
voorbeeld aan het audiosysteem. Water
kan bovendien roest aan de carrosserie
veroorzaken.
Bij het reinigen van de binnenzijde
van de voorruit (auto's met Toyota
Safety Sense)
Zorg ervoor dat er geen glasreiniger op de
lens terechtkomt. Raak de lens ook niet
aan. (Blz. 155)
Voorkom beschadiging van de verwar-
mingsdraden en de antenne.
Schoonmaken van de binnenzijde
van de achterruit
Gebruik geen ruitenreiniger om de ach-
terruit schoon te maken. Hierdoor kun-
nen de verwarmingsdraden en antenne
beschadigd raken. Veeg de ruit voor-
zichtig schoon met een doek en lauw
water. Veeg de ruit schoon in dezelfde
richting als de verwarmingsdraden en
antenne.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 252 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
253
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil met een vochtige,
zachte doek of synthetische zeem.
Veeg daarna het resterende vocht
van het leder af met een droge,
schone doek.
Schoonmaken van de metaalaccenten
met satijnglans
De metalen delen hebben een oppervlak van
echt metaal. Deze moeten regelmatig worden
schoongemaakt. Als de vuile delen gedu-
rende langere tijd niet worden schoonge-
maakt, zal het schoonmaken moeilijker gaan.
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger.
Veeg overtollig vuil en stof weg met
een zachte doek die is bevochtigd
met een verdund reinigingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5% wolreini-
gingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel grondig met een
schone, vochtige doek.
Veeg daarna het resterende vocht
van het leder af met een droge,
schone doek. Laat de lederen bekle-
ding drogen in een geventileerde
ruimte in de schaduw.
Onderhoud van lederen bekleding
Om het interieur in een goede conditie te
houden, raadt Toyota u aan het ten minste
twee keer per jaar schoon te maken.
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger.
Verwijder het met een zachte voch-
tige doek met ongeveer 1% reini-
gingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel en water grondig met
een schone, vochtige doek.
Schoonmaken van de
metaalaccenten met
satijnglans
Schoonmaken van lederen
bekleding
Schoonmaken van kunstleder
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 253 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
254
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
6-2.Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Normale blanke lak
Dwarsdoorsnede
Licht
Blank
Basis
Uitvergroot oppervlak
Matte blanke lak
Dwarsdoorsnede
Licht
Matteringsmiddel
Blank
Basis
Uitvergroot oppervlak
De afbeeldingen in deze handleiding
zijn vereenvoudigd omwille van de dui-
delijkheid en zijn mogelijk geen weer-
Basiskennis m.b.t.
matte blanke lak
De carrosserie van de auto is
voorzien van verschillende coa-
tinglagen voor een langere levens-
duur en een fraaier uiterlijk. De
bovenste laag is een zogeheten
blanke lak.
In tegenstelling tot een normale
blanke lak, die het glanzende uiter-
lijk van de basislak verhoogt, geeft
de matte blanke lak de basislak
een niet-glanzende afwerking met
een unieke textuur.
Om de levensduur van de matte
blanke lak en de textuur ervan te
garanderen, moet u extra voor-
zichtig zijn bij het reinigen en stal-
len van de auto.
Verschil tussen algemene
blanke lak en matte blanke lak
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 254 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
255
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Onderhoud en verzorging
gave van de daadwerkelijke auto.
De glans van een oppervlak wordt door
het menselijke oog waargenomen door
een verschil in de hoeveelheid licht die
van het oppervlak reflecteert.
Een oppervlak dat is gelakt met een
normale blanke lak is vlak en glad.
Doordat de hoeveelheid licht die van
het oppervlak reflecteert groot is, lijkt
de carrosserie glanzend.
Een oppervlak dat is gelakt met een
matte blanke lak is enigszins oneffen
als gevolg van het toegevoegde matte-
ringsmiddel. Doordat het licht dat op
een oneffen oppervlak schijnt aanzien-
lijk wordt verspreid, is de hoeveelheid
gereflecteerd licht klein, waardoor de
carrosserie er niet-glanzend uitziet en
een unieke textuur heeft.
Als de gelakte oppervlakken van de
auto vuil zijn, was de auto dan direct.
(Wassen van uw auto Blz. 258)
Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 255 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
256
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Vuil
Door de kleine oneffenheden blijft er in ver-
gelijking met een normale blanke lak sneller
vuil en andere verontreinigingen op de matte
blanke lak zitten.
Wanneer vuil of verontreinigingen op de
auto achterblijven, kunnen deze zich in het
getextureerde oppervlak van de matte
blanke lak nestelen, waardoor deze lastiger
te verwijderen zullen zijn. Bovendien, door-
dat het oppervlak van de matte blanke lak
vlakker wordt als het vuil is, zal de carrosse-
rie er glanzend uit gaan zien, waardoor de
getextureerde afwerking wordt verpest.
Reinig daarom de auto regelmatig en voor-
kom dat vuil gedurende langere periodes op
de auto achterblijft.
Als vuil of verontreinigingen zich kunnen
nestelen en niet kunnen worden verwijderd
door de auto op normale wijze te reinigen,
moet het vuil samen met de bovenste laag
van de getextureerde afwerking worden ver-
wijderd en vervolgens het gehele stuk van
een nieuwe laklaag worden voorzien.
Neem voor meer informatie contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Zaken die mogelijk moeilijk te verwijde-
ren zullen zijn
De onderstaande zaken kunnen zich in de
carrosserie nestelen en dienen onmiddellijk
te worden verwijderd:
Regenwater, zeewater en andere vloeistof-
fen die watervlekken kunnen veroorzaken
Zand, pollen, vulkaanas en overige roet-
deeltjes
Dode insecten, vogelpoep, enz.
Boomsappen, bladeren, bloemen, enz.
Modder, sneeuw, antivriesmiddelen en
wegenvuil
Benzine, motorolie, asfalt en olieachtige
stoffen
Zet de auto niet in de was en breng
geen coating aan
Zet de auto niet in de was en breng geen
coating aan op de carrosserie, omdat deze
een film vormt over de gelakte oppervlakken
en het oppervlak van de matte blanke lak
wordt opgevuld, waardoor dit vlakker wordt.
Hierdoor wordt de lak glanzender en verliest
hij mogelijk definitief zijn matte uiterlijk.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 256 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
257
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Onderhoud en verzorging
Voorkom dat de gelakte oppervlakken
beschadigd raken.
Wanneer een auto met een normale
blanke lak een kleine beschadiging
oploopt, kan deze worden gerepareerd
door de auto te poetsen of door een
lakstift te gebruiken. Een matte blanke
lak kan daarentegen niet op die manier
worden gerepareerd.
Als deze methodes worden toegepast,
wordt de oneffenheid van de matte
blanke lak verwijderd of opgevuld. In
beide gevallen wordt het oppervlak
vlakker, waardoor het glanzender lijkt
en het matte uiterlijk mogelijk definitief
verdwijnt.
Om de matte afwerking bij de reparatie
van de schade te behouden, moet het
hele stuk opnieuw worden gelakt.
De lak van de auto kan slechter wor-
den als gevolg van ultraviolette stra-
ling, regen en andere natuurlijke
oorzaken. Om de levensduur van de
lak te garanderen verdient het aan-
beveling om de auto in een garage
te stallen, zodat de lak wordt
beschermd tegen direct zonlicht,
regen, wind en grondvocht.
Indien u een autohoes wilt gebrui-
ken, gebruik er dan een met een
fleece, niet-geweven, enz. binnen-
zijde, omdat de lak dan minder snel
beschadigd zal raken. Ook bij het
gebruik van een autohoes wordt het
stallen van de auto in een garage
aanbevolen.
Reparatie van lakschade Dagelijks stallen van de auto
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 257 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
258
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Gebruik van een autohoes
Gebruik voor uw auto een autohoes met
het juiste formaat. Neem voor meer infor-
matie contact op met de fabrikant van de
autohoes.
Gebruik een autohoes die geschikt is voor
de omgeving waarin de auto wordt gestald.
Neem voor meer informatie contact op met
de fabrikant van de autohoes.
Het juiste gebruik van een autohoes is
afhankelijk van de weersomstandigheden
en de omstandigheden van de auto. Als
een autohoes onjuist wordt gebruikt, kan
de lak of de carrosserie beschadigd raken.
Volg de bij de autohoes geleverde instruc-
ties en gebruik de autohoes op de juiste
wijze.
1Spuit een grote hoeveelheid water
op de carrosserie, van boven naar
beneden, om zand en stof te verwij-
deren.
Als de banden of onderdelen van het chas-
sis zeer vuil zijn, was deze dan eerst, anders
komt het vuil op de gewassen carrosserie
terecht.
Als vuil niet gemakkelijk kan worden verwij-
derd, breng dan de slang of sproeierkop
dichter bij de carrosserie voor een iets
hogere waterdruk.
2Veeg voorzichtig met een zachte
zeem over de carrosserie terwijl u
er voldoende water op spuit.
Wassen van uw auto
Het wordt aanbevolen om de auto
met de hand en met uitsluitend
water te wassen om schade aan de
lak te voorkomen.
Wassen van uw auto
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 258 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
259
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Onderhoud en verzorging
Veeg de carrosserie van boven naar bene-
den schoon.
Als er vuil blijft zitten (Blz. 259)
3Gebruik een andere zachte zeem
om de auto te drogen. Voorkom dat
u over de carrosserie wrijft.
Verwijder eventueel aanwezige waterdrup-
pels voordat deze verdampen.
Gebruik een andere zeem dan die die werd
gebruikt om de auto te wassen (stap 2)
Wanneer vuil niet met alleen water kan
worden verwijderd
Watervlekken
Wanneer vloeistof, zoals regenwater of
kraanwater, op de lak verdampt, blijven vuil
en mineralen uit de vloeistof mogelijk achter.
Wanneer deze niet worden verwijderd, kun-
nen de verontreinigingen zich in het getextu-
reerde oppervlak van de matte blanke lak
gaan nestelen, waardoor deze lastig te ver-
wijderen zullen zijn met alleen water.
Verontreiniging
Citroenzuur
Gebruik in zo'n geval verdund citroenzuur
om de verontreinigingen te verwijderen.
Los citroenzuurpoeder in de onderstaande
verhouding op in gedestilleerd water:
Citroenzuurpoeder: 5 - 10 g (1 - 2 theelepels)
Gedestilleerd water: 0,2 l
Doordrenk een zachte zeem met het citroen-
zuur en plaats de zeem op het vuile gedeelte.
Wacht tot de verontreinigingen zijn opgelost
door het zuur. Veeg vervolgens met de zeem
voorzichtig meerdere keren over het gebied.
Voorkom dat u over de carrosserie wrijft.
Spuit vervolgens flink wat water op het
gebied om de verontreinigingen en het zuur
af te spoelen.
Dode insecten, vogelpoep en olievlekken
Wanneer deze zaken niet worden verwijderd,
kunnen de verontreinigingen, zoals proteïnen
en olie, zich in het getextureerde oppervlak
van de matte blanke lak gaan nestelen, waar-
door deze lastig te verwijderen zullen zijn.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 259 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
260
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Verontreiniging
Neutraal reinigingsmiddel
Gebruik de oplossing om een dikke schuim
te maken.
Doordrenk een zachte zeem met de oplos-
sing van het neutrale reinigingsmiddel, zorg
dat er veel schuim op zit en plaats de zeem
over het vuile gedeelte. Wacht tot de veront-
reinigingen zijn opgelost door de oplossing.
Veeg vervolgens met de zeem voorzichtig
meerdere keren over het gebied. Voorkom
dat u over de carrosserie wrijft. Spuit vervol-
gens flink wat water op het gebied om het vuil
en de oplossing van het reinigingsmiddel af
te spoelen.
OPMERKING
Schade aan de lak voorkomen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan de lak van uw auto bescha-
digd raken en definitief zijn matte uiterlijk
verliezen.
Was de auto niet met een borstel.
Gebruik geen wrijf- of poetsmiddelen
(zoals krasverwijderaar).
Wrijf niet over de carrosserie.
Was de auto niet met alkalische (inclu-
sief zwak basische) reinigingsmiddelen.
Bevestig geen stickers of folie op de
carrosserie.
Zorg er, voordat u een magneet (bord,
enz.) aan de carrosserie bevestigt, voor
dat u het gedeelte van de carrosserie
waar u de magneet op wilt bevestigen
wast en goed droogt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 260 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
261
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Onderhoud en verzorging
Algemene tips voor het wassen (Blz. 258)
Veelgestelde vragen
Hieronder staan veelgestelde vragen m.b.t. de matte blanke lak en hun ant-
woorden.
Wassen van de auto
Vraag Antwoord
Mag de auto worden gewas-
sen? Ja. De auto dient direct te worden gewassen wanneer deze
vuil is.
Mag de auto regelmatig wor-
den gewassen?
Wat is de juiste methode voor
het wassen van de auto?
De auto dient met de hand te worden gewassen. Gebruik
hierbij uitsluitend water en een zeem.
Zijn er nog zaken waar ik extra
op moet letten bij het wassen
van de auto?
Spoel de auto eerst met flink wat water van boven naar onder
helemaal af.
Mag ik de auto wassen in een
wasstraat?
Nee
Mag ik een hogedrukspuit
gebruiken om de auto te was-
sen?
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 261 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
262
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Wanneer de carrosserie vuil is (Blz. 255)
Vraag: Wat moet ik doen indien een van de volgende zaken op de auto zit?
Voorwerp Antwoord
Bladeren, bloemen, takken,
enz.
Direct verwijderen.
Ze kunnen krassen veroorzaken op de matte blanke lak en
indien ze op de auto blijven zitten, kan vuil zich in de matte
blanke lak nestelen, waardoor deze vlakker wordt. Hierdoor
wordt de lak glanzender en verliest hij mogelijk definitief zijn
matte uiterlijk.
Dode insecten, vogelpoep,
enz.
Direct verwijderen.
Ze kunnen krassen veroorzaken op de matte blanke lak en
indien ze op de auto blijven zitten, kan vuil zich in de matte
blanke lak nestelen, waardoor deze vlakker wordt. Hierdoor
wordt de lak glanzender en verliest hij mogelijk definitief zijn
matte uiterlijk.
Zand, pollen en roetdeeltjes Direct met water afspoelen.
Als de verontreinigingen niet met uitsluitend water kunnen
worden verwijderd, gebruik dan een oplossing van een neu-
traal reinigingsmiddel. Als de verontreinigingen op de auto
blijven zitten, kunnen ze zich in de matte blanke lak nestelen,
waardoor deze vlakker wordt. Hierdoor wordt de lak glanzen-
der en verliest hij mogelijk definitief zijn matte uiterlijk.
Olievlekken
Asfalt (teer)
Watervlekken Gebruik verdund citroenzuur (citroenzuurpoeder opgelost in
gedestilleerd water) om de watervlekken te verwijderen.
Waterafstotende glascoating
Direct verwijderen.
Zelfs wanneer de verontreiniging is verwijderd, kan de matte
blanke lak beschadigd raken en mogelijk definitief zijn matte
uiterlijk verliezen. Dit is afhankelijk van het type verontreini-
ging.
Glasreiniger
Bandenreiniger
Benzine
Olie
Ruitensproeiervloeistof
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 262 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
263
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Onderhoud en verzorging
Autoreinigingsmiddelen (Blz. 258)
Vraag Antwoord
Mag ik autoshampoo/autozeep
gebruiken?
Gebruik uitsluitend een neutraal reinigingsmiddel dat is goed-
gekeurd voor het wassen van de auto en water. Spoel de auto
met flink wat water nadat u een reinigingsmiddel hebt
gebruikt.
Gebruik geen alkalische (inclusief zwak basische) reinigings-
middelen; deze kunnen de matte blanke lak beschadigen.
Mag ik een algemeen neutraal
reinigingsmiddel voor huishou-
delijk gebruik gebruiken?
Gebruik uitsluitend een neutraal reinigingsmiddel dat is goed-
gekeurd voor het wassen van de auto en water. Spoel de auto
met flink wat water nadat u een reinigingsmiddel hebt
gebruikt.
Wat moet ik gebruiken om vuil
weg te vegen? Gebruik een zachte zeem.
Wat moet ik gebruiken om de
auto te drogen?
Mag ik een watervlekkenver-
wijderaar gebruiken?
Toyota raadt het gebruik van watervlekkenverwijderaars af,
aangezien deze de matte blanke lak kunnen beschadigen.
Gebruik geen alkalische reinigingsmiddelen of producten die
schuurmiddelen bevatten.
Mag de auto in de was worden
gezet? Nee. Zet de auto niet in de was en breng geen coating aan op
de carrosserie; de was of coating kan ervoor zorgen dat de
matte blanke lak zijn matte textuur verliest.
Mag een coating worden aan-
gebracht op de carrosserie?
Mag ik een ijzerverwijderaar
gebruiken?
Nee, aangezien deze ervoor kan zorgen dat de matte blanke
lak zijn matte textuur verliest.
Mag ik een teer- en vlekverwij-
deraar gebruiken?
Nee, aangezien deze de matte blanke lak kunnen beschadi-
gen.
Mag ik een cleaner/was voor
matte lak gebruiken?
Toyota raadt het gebruik van cleaners/was voor matte lak af,
aangezien deze ervoor kunnen zorgen dat de matte blanke
lak zijn matte textuur verliest.
Zijn er originele autoreinigings-
producten van Toyota verkrijg-
baar voor matte lak?
Nee. Gebruik een zachte zeem voor het reinigen van de car-
rosserie. Gebruik een neutraal reinigingsmiddel dat is goed-
gekeurd voor het wassen van de auto of verdun indien nodig
citroenzuur.
Zijn er merken autoreinigings-
producten die worden aanbe-
volen door Toyota?
Nee. Gebruik een zachte zeem voor het reinigen van de car-
rosserie. Gebruik een neutraal reinigingsmiddel dat is goed-
gekeurd voor het wassen van de auto of verdun indien nodig
citroenzuur.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 263 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
264
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Carrosseriecoatings
Repareren van de carrosserie (Blz. 257)
Accessoires of andere voorwerpen op de auto bevestigen
Vraag Antwoord
Mag een bij een erkende
Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige
beschikbare carrosseriecoa-
ting worden gebruikt?
Nee, aangezien deze ervoor kan zorgen dat de matte blanke
lak zijn matte textuur verliest.
Mag een aftermarket carrosse-
riecoating worden gebruikt?
Toyota raadt het aanbrengen van een coating op de carrosse-
rie af, aangezien deze ervoor kan zorgen dat de matte blanke
lak zijn matte textuur verliest.
Mag een aftermarket carrosse-
riecoating voor matte lak wor-
den gebruikt?
Toyota raadt het aanbrengen van een coating op de carrosse-
rie af, aangezien deze ervoor kan zorgen dat de matte blanke
lak zijn matte textuur verliest.
Vraag Antwoord
Kan schade aan de lak worden
gerepareerd?
Om de matte afwerking bij de reparatie van lakschade te
behouden, moet het hele stuk opnieuw worden gelakt. Neem
voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Mag ik wrijf- of poetsmiddelen
(zoals krasverwijderaar)
gebruiken?
Nee. Het gebruik van wrijf- of poetsmiddelen of een lakstift
kan de matte blanke lak beschadigen. Om de matte afwerking
bij de reparatie van lakschade te behouden, moet het hele
stuk opnieuw worden gelakt. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Mag ik een lakstift gebruiken?
Vraag Antwoord
Mogen er stickers of mag er
folie op de carrosserie worden
bevestigd?
Nee. Deze kunnen de matte blanke lak beschadigen wanneer
ze worden geplaatst en kunnen er bij verwijdering ervan voor
zorgen dat de matte blanke lak zijn matte textuur verliest.
Mag een magneet op de car-
rosserie worden bevestigd?
Ja. Zorg ervoor dat u het gedeelte van de carrosserie waar u
de magneet op wilt bevestigen wast en goed droogt voordat u
de magneet bevestigt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 264 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
265
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-3. Onderhoud
Onderhoud en verzorging
6-3.Onderhoud
Waar naartoe voor goed onderhoud?
Om uw auto in de best mogelijke staat te
houden, raadt Toyota u aan om alle onder-
houdswerkzaamheden, inspecties en repara-
ties te laten uitvoeren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige. Laat door de garantie
gedekte reparaties en servicewerkzaamhe-
den uitvoeren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur, die originele
Toyota-onderdelen gebruikt bij het oplossen
van eventuele problemen met uw auto. Er
kunnen ook voordelen aan zitten om niet
door de garantie gedekte reparaties en ser-
vicewerkzaamheden te laten uitvoeren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur, omdat die u met zijn expertise kan hel-
pen eventuele problemen met uw auto op te
lossen.
Uw Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voert alle onderhouds-
werkzaamheden aan uw auto betrouwbaar
en tegen zo laag mogelijke kosten uit, dankzij
zijn ervaring met Toyota's.
Laat het periodiek onderhoud aan uw
auto uitvoeren volgens het onder-
houdsschema.
Zie het onderhoudsboekje en garantie-
boekje voor het onderhoudsschema.
Hoe zit het met zelf uit te voeren onder-
houd?
Als u een beetje technisch inzicht en wat
eenvoudig gereedschap hebt, zijn veel
onderhoudswerkzaamheden zelf uit te voe-
ren.
Houd er echter rekening mee dat voor
bepaalde werkzaamheden speciaal gereed-
schap en kennis benodigd zijn. Dit soort
werkzaamheden kunt u beter overlaten aan
een deskundig monteur. Zelfs als u een
ervaren doe-het-zelfmonteur bent, raden wij
u aan om reparaties en onderhoud door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige uit te laten
voeren. Een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur houdt de onderhoudshisto-
rie van uw Toyota bij, wat handig kan zijn als
u ooit werkzaamheden moet laten uitvoeren
die onder de garantie vallen. Indien u de ser-
vice- of onderhoudswerkzaamheden door
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige dan een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur laat
uitvoeren, raden wij u aan te vragen of de
onderhoudshistorie kan worden bijgehou-
den.
Onderhoud en reparatie
Om veilig en zuinig te kunnen rij-
den is het van essentieel belang
dat uw auto goed verzorgd en
onderhouden wordt. Toyota raadt
het onderstaande onderhoud aan.
WAARSCHUWING
Wanneer uw auto niet volgens de
voorschriften is onderhouden
Onjuist onderhoud kan ernstige schade
aan de auto en ernstig letsel veroorzaken.
Omgaan met de accu
Accupolen, aansluitingen en bijbehorende
onderdelen bevatten lood. Een loodvergif-
tiging kan een hersenbeschadiging veroor-
zaken. Was daarom na werkzaamheden
altijd uw handen. (Blz. 275)
Periodiek onderhoud
Zelf uit te voeren onderhoud
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 265 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
266
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-3. Onderhoud
Wanneer moet uw auto worden gerepa-
reerd?
Wees attent op veranderingen in de presta-
ties en geluiden en op zichtbare tekenen die
erop wijzen dat onderhoud noodzakelijk is.
Een paar belangrijke aanwijzingen zijn:
De motor hapert (slaat over), stottert of
pingelt
Een merkbaar verlies aan trekkracht
Vreemde motorgeluiden
Sporen van lekkage onder de auto (na
gebruik van de airconditioning is water-
lekkage echter normaal)
Verandering in het uitlaatgeluid (dit kan wij-
zen op een zeer gevaarlijk koolmonoxide-
lek. Rijd met alle ruiten open en laat het
uitlaatsysteem onmiddellijk controleren).
Abnormaal zachte banden, ongewoon veel
bandengepiep bij het nemen van bochten
of ongelijkmatige bandenslijtage
De auto trekt naar één kant, terwijl u recht-
uitrijdt op een vlakke weg
Vreemde geluiden die kennelijk in verband
staan met de bewegingen van de wielop-
hanging
Verlies van remkracht; sponzig aanvoelend
rempedaal of koppelingspedaal (auto's
met handgeschakelde transmissie); het
pedaal kan bijna tot op de vloer worden
ingetrapt; scheeftrekken van de auto bij
remmen.
Koelvloeistoftemperatuur voortdurend
hoger dan normaal (Blz. 83, 86)
Als u een van deze zaken merkt, laat dan uw
auto zo snel mogelijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Mogelijk
moet uw auto afgesteld of gerepareerd wor-
den.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 266 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
267
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
6-4.Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren
onderhoud
Als u controles en onderhouds-
werkzaamheden uitvoert, dient u
dit precies te doen zoals in dit
hoofdstuk wordt beschreven.
Onderhoud
Onderwerp Benodigdheden
Controle van
de accu
(Blz. 275)
•Warm water
Zuiveringszout
•Vet
Universele sleutel (voor
de bouten van de accu-
kabels)
Koelvloeistof-
niveau
(Blz. 274)
Toyota Super Long Life
Coolant of een gelijk-
waardige hoogwaardige
koelvloeistof op basis van
ethyleenglycol en organi-
sche zuren, zonder sili-
cone, amine, nitraat en
boraat.
Toyota Super Long Life
koelvloeistof is voorge-
mixt met 50% koelvloei-
stof en 50% gedestilleerd
water.
Trechter (uitsluitend voor
het bijvullen van koel-
vloeistof)
Motoroliepeil
(Blz. 272)
Originele Toyota-motor-
olie of gelijkwaardig
Doek of poetspapier
Trechter (uitsluitend voor
het bijvullen van motor-
olie)
Zekeringen
(Blz. 297)
Zekering met dezelfde
stroomsterkte als de oor-
spronkelijke zekering
Lampen
(Blz. 301)
Lamp met hetzelfde num-
mer en vermogen als het
oorspronkelijke exem-
plaar
Sleufkopschroeven-
draaier
Sleutel
Radiateur,
condensor
(Blz. 274)
Bandenspan-
ning
(Blz. 290)
Bandenspanningsmeter
Compressor
Ruitensproei-
ervloeistof
(Blz. 275)
Water of ruitensproeier-
vloeistof met antivries
(voor gebruik onder win-
terse omstandigheden)
Trechter (uitsluitend voor
het bijvullen van ruiten-
sproeiervloeistof)
WAARSCHUWING
In de motorruimte bevinden zich allerlei
mechanismen en vloeistoffen die plotse-
ling in beweging kunnen komen, heet kun-
nen worden of elektrisch geladen kunnen
worden. Neem onderstaande voorzorgs-
maatregelen in acht om ernstig letsel te
voorkomen.
Tijdens werkzaamheden in de motor-
ruimte
Houd handen, kleding en gereedschap
uit de buurt van de draaiende ventilator
en de aandrijfriem.
Raak de motor, de radiateur, het uitlaat-
spruitstuk en dergelijke niet aan als de
motor heet is. De olie en andere vloei-
stoffen kunnen ook heet zijn.
Laat geen brandbare voorwerpen, zoals
een stuk papier of een doek, achter in
de motorruimte.
Onderwerp Benodigdheden
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 267 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
268
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
1Trek de ontgrendelingshendel van
de motorkap naar u toe.
De motorkap zal iets omhoog springen.
2Druk de veiligheidshaak naar links
en open de motorkap.
WAARSCHUWING
Rook niet, veroorzaak geen vonken en
voorkom open vuur in de buurt van
brandstof of de accu. De brandstof- en
accudampen zijn licht ontvlambaar.
Wees uiterst voorzichtig als u aan de
accu werkt. De accu bevat namelijk het
giftige en corrosieve zwavelzuur.
Wees voorzichtig, want remvloeistof is
gevaarlijk voor uw handen en ogen en
kan gelakte oppervlakken beschadigen.
Als u zulke vloeistof op uw handen of in
uw ogen krijgt, spoel ze dan onmiddellijk
met schoon water.
Raadpleeg een arts als u last blijft hou-
den.
Werkzaamheden bij de elektrische
koelventilator of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Met het contact AAN kan de ventilator
automatisch worden ingeschakeld als de
airconditioning wordt ingeschakeld en/of
als de motortemperatuur te hoog wordt.
(Blz. 274)
Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te
beschermen tegen rondvliegend of vallend
materiaal, een straal vloeistof, enz.
OPMERKING
Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot
overmatige motorslijtage door vuil in de
inlaatlucht.
Als het vloeistofniveau te laag of te
hoog is
Het is normaal dat het remvloeistofniveau
iets lager wordt door slijtage van de rem-
blokken of door een hoog vloeistofniveau
in de accumulator.
Als het reservoir regelmatig moet worden
bijgevuld, kan dit duiden op een serieus
probleem.
Motorkap
Openen van de motorkap
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 268 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
269
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
3De motorkap kan worden openge-
houden door de steun in de uitspa-
ring van de kap te zetten.
WAARSCHUWING
Controle voor het rijden
Controleer of de motorkap goed dicht en
vergrendeld is.
Als de motorkap niet goed vergrendeld is,
kan hij tijdens het rijden onverwacht open-
gaan, waardoor een ongeval kan ontstaan
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Voorkomen van letsel
De steun kan heet zijn na het rijden. Wan-
neer u een hete steun aanraakt, kunt u
brandwonden en ander ernstig letsel oplo-
pen.
Na plaatsing van de steun in de ope-
ning
Zorg ervoor dat de steun goed in de ope-
ning zit als de motorkap openstaat, om te
voorkomen dat de motorkap op uw hoofd
of lichaam valt.
OPMERKING
Bij het sluiten van de motorkap
Let erop de steun in het klemmetje te druk-
ken alvorens de motorkap te sluiten. Als
de motorkap wordt gesloten terwijl de
steun niet in het klemmetje is geplaatst,
kan deze verbogen raken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 269 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
270
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Voor
Achter
Plaatsen van een
garagekrik
Volg bij het gebruik van een gara-
gekrik altijd de bij de krik gele-
verde handleiding en wees
voorzichtig.
Krik de auto uitsluitend op met de
garagekrik onder een van de aan-
gegeven kriksteunpunten. Als de
auto wordt opgekrikt terwijl de krik
niet goed is geplaatst, kan de auto
beschadigd raken of van de krik
vallen en ernstig letsel veroorza-
ken.
Plaats van het kriksteunpunt
OPMERKING
Bij het opkrikken van uw auto
Krik de auto niet op bij de wielophanging.
De wielophanging kan beschadigd raken.
Voor
Wielophanging
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 270 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
271
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Sproeierreservoir (Blz. 275)
Koelvloeistofreservoir (Blz. 274)
Motorolievuldop (Blz. 273)
Oliepeilstok (Blz. 272)
Zekeringenkasten (Blz. 297)
Radiateur (Blz. 274)
Condensor (Blz. 274)
Elektrische koelventilator
Intercooler
Accu
Blz. 275
Motorruimte
Onderdelen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 271 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
272
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Controleer het oliepeil met behulp van
de peilstok bij bedrijfswarme, afgezette
motor.
Controle van motorolie
1Plaats de auto op een horizontale
ondergrond. Wacht, nadat de motor
op bedrijfstemperatuur is gekomen
en is afgezet, minstens 8 minuten
om de olie de gelegenheid te geven
naar het carter terug te stromen.
2Trek de peilstok uit de motor terwijl
u een doek onder het uiteinde
houdt.
3Veeg de peilstok met een schone
doek af.
4Steek de peilstok weer volledig in
de motor.
5Trek de peilstok uit de motor en
controleer het oliepeil terwijl u een
doek onder het uiteinde houdt.
Laag
Normaal
Te hoog
De vorm van de peilstok is afhankelijk van
de uitvoering van de auto en het motortype.
6Veeg de peilstok af en steek deze
helemaal terug in de houder.
Oliesoort controleren en beno-
digdheden klaarleggen
Controleer welke kwaliteit motorolie
wordt voorgeschreven en leg de beno-
digdheden voor het bijvullen klaar.
Keuze motorolie
Blz. 352
Oliehoeveelheid (minimaal maxi-
maal)
1,0 l (1,1 qt., 0,9 Imp. qt.)
Benodigd
Schone trechter
Controleren en bijvullen van
motorolie
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 272 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
273
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste
merkteken of er net boven ligt, moet u
olie bijvullen van het type zoals hierna
is vermeld, of van hetzelfde type als
waarmee de motor eerder werd gevuld.
1Verwijder de olievuldop door deze
linksom te draaien.
2Giet beetje voor beetje motorolie in
de vulopening en controleer onder-
tussen het oliepeil steeds door mid-
del van de peilstok.
3Plaats de olievuldop door deze
rechtsom te draaien.
Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoe-
veelheid motorolie verbruikt. In de volgende
situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe
en moet er mogelijk tussen de onderhoudsin-
tervallen motorolie worden bijgevuld.
Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld
direct na aanschaf van de auto of nadat de
motor is vervangen
Als een lagere kwaliteit motorolie of motor-
olie met een verkeerde viscositeit wordt
gebruikt
Bij het rijden met hoge motortoerentallen,
met een zwaar beladen auto, met een aan-
hangwagen (auto's met trekhaakpakket) of
bij veelvuldig optrekken en afremmen.
Als de motor langdurig stationair draait, of
bij veelvuldig rijden in druk verkeer
WAARSCHUWING
Afgewerkte motorolie
Afgewerkte motorolie bevat schadelijke
stoffen die huidaandoeningen zoals ont-
steking of huidkanker kunnen veroorza-
ken. Wees daarom voorzichtig en
vermijd langdurig en herhaaldelijk con-
tact met de huid. Verwijder afgewerkte
motorolie door goed met water en zeep
te wassen.
Voer afgewerkte motorolie en gebruikte
oliefilters op een veilige en acceptabele
manier af. Gooi afgewerkte motorolie en
gebruikte oliefilters nooit weg in de vuil-
nisbak, in het riool of zomaar ergens.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige, tank-
station of een automaterialenzaak voor
meer informatie over recycling of afvoe-
ren.
Houd motorolie buiten het bereik van
kinderen.
OPMERKING
Voorkomen van ernstige schade aan
de motor
Controleer regelmatig het oliepeil.
Bij het olie verversen of bijvullen
Let erop dat er geen motorolie op
onderdelen van de auto terechtkomt.
Vul nooit te veel olie bij, anders kan de
motor beschadigd raken.
Controleer na het olie verversen altijd
het oliepeil met de peilstok.
Controleer of de olievuldop goed is vast-
gedraaid.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 273 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
274
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich tussen de streepjes MAX en
MIN bevindt als de motor koud is.
Dop reservoir
Bovenste streepje
Onderste streepje
Als het niveau zich op of onder het onderste
streepje (MIN) bevindt, moet koelvloeistof
worden bijgevuld tot aan het bovenste
streepje (MAX). (Blz. 345)
Selectie van koelvloeistof
Gebruik alleen Toyota Super Long Life Cool-
ant of een gelijkwaardig product.
Toyota Super Long Life Coolant is een meng-
sel van 50% koelvloeistof en 50% gedemine-
raliseerd water. (Minimumtemperatuur: -
35°C)
Neem voor meer informatie over koelvloeistof
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Als het koelvloeistofniveau korte tijd na
het bijvullen weer is gezakt
Controleer de radiateur, de slangen, de dop-
pen van de koelvloeistofreservoirs, de aftap-
kraan en de waterpomp.
Als u geen lek kunt vinden, laat dan een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige de druk op
de dop nakijken en controleren op lekkages
in het koelsysteem.
Controleer de radiateur, condensor en
intercooler en verwijder eventueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen
erg vuil is of als u niet zeker bent van
de staat ervan, laat dan uw auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Koelvloeistof controleren
WAARSCHUWING
Als de motor oververhit is
Draai de dop van het koelvloeistofreservoir
niet los.
Als het koelsysteem nog onder druk staat,
kan hete koelvloeistof uit de vulopening
spuiten als de dop wordt verwijderd en
brandwonden of ander ernstig letsel ver-
oorzaken.
OPMERKING
Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of
alleen water. Een goede mengverhouding
van water en antivries zorgt voor een
goede smering, corrosiebescherming en
koeling. Lees altijd de informatie op het eti-
ket van de antivries of koelvloeistof.
Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel water
om te voorkomen dat het de lak of onder-
delen aantast.
Controle van radiateur,
condensor en intercooler
WAARSCHUWING
Als de motor oververhit is
Raak om brandwonden te voorkomen de
radiateur, de condensor en de intercooler
niet aan, aangezien deze heet kunnen
zijn.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 274 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
275
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Als het sproeierreservoir op 1/2 staat,
vul dan ruitensproeiervloeistof bij. De accu bevindt zich in het midden van
de bagageruimte.
Voorzorgsmaatregelen voor het opla-
den van de accu
Tijdens het opladen van de accu ontstaat het
licht ontvlambare en explosieve waterstof.
Houd u daarom voor het opladen aan de vol-
gende voorzorgsmaatregelen:
Als de accu in de auto is gemonteerd,
moet voorafgaand aan het opladen de
massakabel worden losgenomen.
Controleer of de acculader tijdens het aan-
sluiten en losnemen van de accuklemmen
is uitgeschakeld.
Na het opladen/aansluiten van de accu
Nadat de accu losgenomen is geweest, is
het wellicht niet meteen mogelijk om de
portieren met het Smart entry-systeem met
startknop te ontgrendelen. Gebruik in dat
geval de afstandsbediening of de mechani-
sche sleutel om de portieren te vergrende-
len of ontgrendelen.
Start de motor met het contact in stand
ACC. De auto kan mogelijk niet worden
gestart als het contact UIT staat. De motor
werkt vanaf de tweede poging echter nor-
maal.
De stand van het contact wordt door de
auto opgeslagen. Als de accu weer wordt
aangesloten, keert het contact terug naar
de stand die was geselecteerd voordat de
accu werd losgenomen. Schakel het con-
tact UIT voordat u de accu losneemt. Wees
extra voorzichtig als niet bekend is wat de
stand van het contact was voordat de accu
werd losgenomen.
Bijvullen van
ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de
motor draait of nog niet is afgekoeld. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan
vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig
met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
Accu
Plaats
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 275 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
276
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Neem, als het systeem na meerdere pogin-
gen nog niet start, contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Chemicaliën in de accu
Accuzuur is giftig en bijtend en kan het
ontstaan van het licht ontvlambare en
explosieve waterstof veroorzaken. Neem
bij werkzaamheden bij of aan de accu de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht
om ernstig letsel te voorkomen:
Veroorzaak geen vonken met gereed-
schap.
Rook nooit en steek nooit een lucifer of
een aansteker aan bij de accu.
Voorkom dat ogen, huid of kleren in
contact komen met de elektrolyt.
Adem of slik nooit elektrolyt in.
Gebruik een veiligheidsbril als u bij de
accu bezig bent.
Houd kinderen uit de buurt van de accu.
Een veilige plaats voor het opladen
van de accu
Laad de accu altijd op in een open ruimte.
Laad de accu niet op in een garage of in
een afgesloten ruimte waar onvoldoende
ventilatie is.
Noodmaatregelen met betrekking tot
elektrolyt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met
schoon water als er elektrolyt in komt en
schakel direct medische hulp in.
Blijf zo mogelijk water met een spons of
doek op de ogen deppen, terwijl u naar
een arts of het ziekenhuis gaat.
Als u elektrolyt op de huid krijgt, dient u
de desbetreffende plaats zeer grondig
te wassen.
Als het pijn doet of brandt, roept u
meteen medische hulp in.
Als u elektrolyt op uw kleding krijgt, kan
deze erdoorheen op de huid komen.
Trek onmiddellijk de kleding uit en volg,
indien nodig, de procedure zoals hierbo-
ven beschreven.
Als u per ongeluk elektrolyt inslikt, moet
u veel water of melk drinken.
Schakel zo snel mogelijk medische
hulp in.
Bij het vervangen van de accu
Gebruik alleen een voor deze auto ontwor-
pen accu. Anders kan er gas (waterstof) in
het passagierscompartiment komen, waar-
door brand of een explosie kan ontstaan.
Neem voor de vervanging van de accu
contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Bij het omgaan met de accu
Blz. 343
Accukabels van de accu losnemen
Neem de negatieve (-) accupool niet zoals
aangegeven los van de carrosseriezijde.
De losgenomen negatieve (-) accupool
kan in contact komen met de positieve (+)
accupool, waardoor ernstig letsel als
gevolg van een kortsluiting kan ontstaan.
OPMERKING
Bij het opladen van de accu
Probeer de accu nooit op te laden bij
draaiende motor. Controleer ook of alle
accessoires zijn uitgeschakeld.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 276 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
277
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Controleer de accu op gecorrodeerde
en loszittende klemmen, scheuren en
een loszittende bevestigingsbeugel.
Accupolen
Klembeugel
Controleer of de slijtage-indicatoren op
de banden te zien zijn. Controleer de
banden tevens op ongelijkmatige slij-
tage, zoals overmatige slijtage aan een
zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspan-
ning van het reservewiel ook als het
niet gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
Exterieur Banden
Vervang of verwissel banden
afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 277 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
278
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt
aangegeven met de tekst TWI of de indicatie
op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren
te zien zijn.
Wanneer moeten banden worden ver-
vangen
Banden moeten worden vervangen als:
De slijtage-indicatoren zijn te zien op een
band.
De banden beschadigingen vertonen,
zoals insnijdingen, scheuren of barsten die
zo diep zijn dat het binnenmateriaal zicht-
baar wordt en bulten die duiden op een
interne beschadiging
Een band vaak leegloopt of niet goed kan
worden gerepareerd vanwege de grootte
of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als u er niet zeker van bent.
Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten
altijd door gekwalificeerd werkplaatsperso-
neel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of
nauwelijks met de banden is gereden en de
banden niet beschadigd lijken te zijn.
Brede banden
In het algemeen slijten brede banden eerder
en kan de grip op besneeuwde en/of gladde
wegen beperkt zijn in vergelijking met stan-
daard banden. Gebruik daarom winterban-
den op besneeuwde en/of gladde wegen en
rijd voorzichtig waarbij u uw snelheid aanpast
aan de toestand van de weg en de weersom-
standigheden.
Als de profieldiepte van winterbanden
minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de
winterbanden verloren.
Controle van de ventielen
Controleer bij het vervangen van de banden
de ventielen op vervorming, scheuren of
andere beschadigingen.
WAARSCHUWING
Bij het controleren of vervangen van
de banden
Neem, om ongevallen te voorkomen, de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van deze voor-
zorgsmaatregelen kan schade aan de
aandrijflijn en gevaarlijke rijeigenschappen
veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
Gebruik geen banden van verschil-
lende merken of bandenmaten, of met
verschillende profielen door elkaar.
Gebruik ook geen banden met verschil-
lende slijtagepatronen door elkaar.
Gebruik uitsluitend de door Toyota voor-
geschreven bandenmaat.
Gebruik geen verschillende soorten
banden (radiaalbanden, gordelbanden
met diagonaalkarkas en diagonaalban-
den) door elkaar.
Gebruik geen zomer-, all-season- en
winterbanden door elkaar.
Gebruik nooit banden onder uw auto die
zijn gebruikt onder een andere auto.
Door het gebruik van banden waarvan
het verleden onbekend is, loopt u extra
risico.
OPMERKING
Brede banden
Het gebruik van brede banden kan leiden
tot meer schade aan de velg bij het rijden
op een slecht wegdek. Let daarom goed
op de volgende punten:
Zorg ervoor dat de banden de juiste
spanning hebben. Bij een te lage ban-
denspanning zullen de banden sneller
beschadigd raken.
Rijd niet door diepe gaten of tegen hoge
of scherpe voorwerpen aan of erover-
heen. Anders kunnen de banden en vel-
gen ernstig beschadigd raken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 278 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
279
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wissel de banden zoals aangegeven in
de afbeelding.
Voor
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer
elke 10.000 km van plaats te wisselen om
een gelijkmatig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te verkrij-
gen.
Vergeet bij het wisselen van voor- en achter-
banden met een verschillende bandenspan-
ning niet om na het wisselen het
bandenspanningswaarschuwingssysteem te
initialiseren.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt.
Het bandenspanningswaarschuwings-
systeem van deze auto kent 2 verschil-
lende soorten waarschuwingen.
Wanneer “Adjust Pressure” (breng
banden op spanning) wordt weerge-
geven (normale waarschuwing)
Er wordt een waarschuwing gegeven mid-
dels het waarschuwingslampje lage banden-
spanning en een waarschuwingszoemer
wanneer de bandenspanning mogelijk te
laag is als gevolg van het natuurlijk weglek-
ken van lucht alsmede bij wijzigingen in de
bandenspanning overeenkomstig de buiten-
temperatuur. (Oplossingen: Blz. 321, 356)
Wanneer “Immediately Check tire
when Safe” (controleer de band
onmiddellijk wanneer dit veilig kan)
wordt weergegeven (noodwaarschu-
wing)
Er wordt een waarschuwing gegeven mid-
dels het waarschuwingslampje lage banden-
spanning en een waarschuwingszoemer
wanneer de bandenspanning plotseling te
laag is. (Oplossingen: Blz. 325)
Het systeem kan echter mogelijk geen plot-
selinge klapband e.d. signaleren.
De door het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem gesignaleerde ban-
denspanning kan op het multi-
informatiedisplay worden weergege-
ven.
De eenheid kan worden gewijzigd.
OPMERKING
Als tijdens het rijden in elke band een
te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te
laag is, anders kunnen de banden en/of
velgen ernstig beschadigd raken.
Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben moge-
lijk een verlaging van de bandenspanning
tot gevolg, waardoor de verende werking
van de banden vermindert. Bovendien
kunnen de banden zelf en de velgen en
carrosserie beschadigd raken bij het rijden
over onverharde wegen.
Wisselen van banden
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 279 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
280
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Wijzigen van de eenheid
1Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
De eenheid kan niet worden gewijzigd wan-
neer de auto rijdt.
2Zet het contact AAN.
3Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
4Druk op / om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens
ingedrukt.
5Druk op / om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren
en druk vervolgens op .
6Druk op / om “Setting Unit”
(eenheid instellen) te selecteren.
7Druk op / om de gewenste
eenheid te selecteren en druk ver-
volgens op .
Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
Bandenspanning
Nadat met de startknop stand AAN gese-
lecteerd is, kan het enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven. Het kan ook enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven nadat de banden op spanning zijn
gebracht.
De bandenspanning verandert met de tem-
peratuur. De weergegeven waarden kun-
nen verschillen van de waarden die met
andere bandenspanningmeters worden
gemeten.
Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
Als er niet-originele Toyota-velgen zijn
gemonteerd.
Er is een band vervangen door een exem-
plaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
Er is een band vervangen door een exem-
plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
Er is een run-flat band met ondersteu-
nende ring gemonteerd.
Als de ruiten zijn voorzien van een coating
die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs,
vooral bij de wielen of de wielkasten.
Als de bandenspanning aanzienlijk hoger
is dan de voorgeschreven waarde.
Als er banden zonder bandenspannings-
sensoren en -zenders worden gebruikt.
Als de identificatiecode op de banden-
spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 280 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
281
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn.
Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u
draagt.
Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de rijomstandigheden. Daarom laat
het systeem mogelijk zelfs een waarschu-
wing zien wanneer de bandenspanning niet
laag genoeg is of wanneer de druk hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het ini-
tialiseren van het systeem.
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
worden geïnitialiseerd. Laat de identifi-
catiecodes van de bandenspannings-
sensoren en -zenders registreren door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. (Blz. 283)
Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
Plaatsen van
bandenspanningssensoren en
-zenders
OPMERKING
Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren, -
zenders en ventieldopjes
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, kan er water
in de bandenspanningssensoren
terechtkomen, waardoor deze kunnen
gaan roesten. Hierdoor kunnen ze vast
gaan zitten en kan er lucht uit de ban-
den lopen.
Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje. De
dop kan anders vast gaan zitten.
Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het vervangen
van de band de bandenspanningssensor
en -zender. (Blz. 281)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 281 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
282
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Verwisselen van voor- en achterwie-
len met een verschillende banden-
spanning.
Als de bandenmaat wordt aange-
past.
Als de bandenspanning wordt gewij-
zigd (bijvoorbeeld wanneer de rij-
snelheid of de belading verandert).
Wisselen tussen twee sets geregis-
treerde wielen.
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1Parkeer de auto op een veilige
plaats, zet de motor uit, wacht
gedurende ten minste ongeveer 15
minuten en voer de procedure uit.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. (Blz. 356)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
4Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
5Druk op / om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens
ingedrukt.
6Druk op / om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren
en druk vervolgens op .
7Druk op / om “Setting Pres-
sure” (druk instellen) te selecteren.
Houd vervolgens ingedrukt tot
het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning 3 keer knippert.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay. “--” wordt
op het multi-informatiedisplay weergegeven
voor de bandenspanning van elke band ter-
wijl de initialisatie wordt uitgevoerd.
8Rijd rechtuit (met zo min mogelijk
bochten naar links en rechts) met
een snelheid van ten minste onge-
veer 40 km/h gedurende ongeveer
10 tot 30 minuten.
Initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwings-
systeem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 282 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
283
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de
initialisatie worden voltooid als er gedurende
langere tijde met de auto wordt gereden.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 15 minuten als de initialisa-
tie na 1 uur of langer rijden niet is voltooid en
rijd vervolgens nogmaals met de auto met
het contact AAN. (Blz. 285)
Initialisatieprocedure
Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het op
spanning brengen van de banden.
Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de resettoets in te drukken,
omdat de initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de volgende
keer AAN wordt gezet.
Als u per ongeluk de resettoets indrukt
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer opnieuw de initi-
alisatie uit.
Als tijdens het bepalen van de positie van
elke band, waarbij de bandenspanningen
niet worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay, de spanning in een band
daalt, gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning branden.
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem niet goed is geïnitiali-
seerd
In de onderstaande situaties duurt het vol-
tooien van de initialisatie mogelijk langer
dan gebruikelijk of is initialisatie niet moge-
lijk. (Normaal gesproken moet er gedu-
rende ongeveer 10 tot 30 minuten met de
auto worden gereden om de initialisatie te
voltooien.) Rijd nog een poosje door als de
initialisatie na ongeveer 30 minuten nog
niet is voltooid.
Het voltooien van de initialisatie duurt
mogelijk langer als er met de auto over een
onverharde weg wordt gereden.
Als er tijdens de initialisatie achteruit wordt
gereden, worden de tijdens de initialisatie
verzamelde gegevens gewist en duurt het
langer dan gebruikelijk voordat de initiali-
satie is voltooid.
Als er met de auto in druk verkeer wordt
gereden of in een andere situatie waarbij
andere auto's vlakbij u rijden, duurt het
mogelijk een poosje voordat het systeem
de bandenspanningssensoren en -zenders
van uw auto herkent.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ten minste 15 minuten als de initialisa-
tie na ongeveer 1 uur rijden niet is voltooid en
rijd vervolgens nogmaals met de auto.
In de volgende situaties wordt de initialisa-
tie niet gestart of is de initialisatie niet goed
voltooid en werkt het systeem niet goed.
Voer de initialisatieprocedure nogmaals uit.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning niet 3 keer knippert wanneer
wordt geprobeerd om de initialisatie te
starten.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de initialisatie gedu-
rende ongeveer 20 minuten met de auto is
gereden.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de initialisatie
niet kan worden voltooid na het uitvoeren
van de bovenstaande procedure.
De bandenspanningssensoren en -zen-
ders zijn voorzien van een unieke iden-
tificatiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren.
WAARSCHUWING
Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet zonder eerst de
banden op de voorgeschreven spanning te
brengen. Anders kan het voorkomen dat
het waarschuwingslampje voor de lage
bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
Registreren van
identificatiecodes
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 283 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
284
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
De identificatiecodes kunnen worden
geregistreerd via van het multi-
informatiedisplay.
1Parkeer de auto op een veilige
plaats, zet de motor uit, wacht
gedurende ten minste ongeveer 15
minuten en voer de procedure uit.
2Zet het contact AAN.
Het registreren van de identificatiecodes kan
niet worden uitgevoerd wanneer de auto
rijdt.
3Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
4Druk op / om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens
ingedrukt.
5Druk op / om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren
en druk vervolgens op .
6Druk op / om “Identifying
Each Wheel & Position” (elk wiel en
elke positie vaststellen) te selecte-
ren. Houd vervolgens inge-
drukt tot het waarschuwingslampje
lage bandenspanning 3 keer lang-
zaam knippert.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
Als de registratie wordt uitgevoerd, gaat het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gedurende ongeveer 1 minuut knippe-
ren en blijft het vervolgens branden. -- wordt
op het multi-informatiedisplay weergegeven
voor de bandenspanning van elke band.
7Rijd rechtuit (met zo min mogelijk
bochten naar links en rechts) met
een snelheid van ten minste onge-
veer 40 km/h gedurende ongeveer
10 tot 30 minuten.
De registratie is voltooid wanneer het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning
dooft en de bandenspanning van elke band
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display.
De registratie duurt in bepaalde gevallen
mogelijk langer dan ongeveer 1 uur, bijvoor-
beeld wanneer de auto gedurende langere
tijd heeft stilgestaan voor verkeerslichten,
enz. (Blz. 285)
8Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem.
(Blz. 282)
Bij het registreren van identificatieco-
des
Controleer voordat u de identificatiecode-
registratie uitvoert of er zich geen velgen
met bandenspanningssensoren en -zen-
ders in de buurt van de auto bevinden.
Initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem nadat u de identificatieco-
des hebt geregistreerd. Als het systeem is
geïnitialiseerd voordat de identificatieco-
des zijn geregistreerd, zijn de geïnitiali-
seerde waarden ongeldig.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 284 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
285
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
De banden zijn na het voltooien van de
registratie warm. Laat daarom de banden
afkoelen voordat u de initialisatie uitvoert.
Annuleren van de identificatiecodere-
gistratie
Bedien het multi-informatiedisplay nog-
maals en selecteer “Identifying Each
Wheel & Position” (elk wiel en elke positie
vaststellen) om de identificatiecoderegis-
tratie na het starten te annuleren.
(Blz. 283)
Als de identificatiecoderegistratie is gean-
nuleerd, knippert het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning gedurende
ongeveer 1 minuut wanneer het contact
AAN wordt gezet en blijft vervolgens bran-
den. Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem werkt wanneer het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning dooft.
Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, is de identifi-
catiecoderegistratie mogelijk niet goed
geannuleerd. Start de identificatiecodere-
gistratieprocedure nogmaals om de regis-
tratie te annuleren en zet het contact vóór
het rijden UIT.
Als identificatiecodes niet goed zijn
geregistreerd
In de onderstaande situaties duurt de iden-
tificatiecoderegistratie mogelijk langer dan
gebruikelijk of is registratie niet mogelijk.
(Normaal gesproken moet er gedurende
ongeveer 10 tot 30 minuten met de auto
worden gereden om de identificatiecodere-
gistratie te voltooien.)
Rijd nog een poosje door als de identifica-
tiecoderegistratie na ongeveer 30 minuten
rijden nog niet is voltooid.
Het voltooien van de registratie duurt
mogelijk langer dan gebruikelijk als er met
de auto over een onverharde weg wordt
gereden.
Als er tijdens de registratie achteruit wordt
gereden, worden de tijdens de registratie
verzamelde gegevens gewist en duurt het
langer dan gebruikelijk voordat de registra-
tie is voltooid.
Als er met de auto in druk verkeer wordt
gereden of in een andere situatie waarbij
andere auto's vlakbij u rijden, duurt het
mogelijk een poosje voordat het systeem
de bandenspanningssensoren en -zenders
van uw auto herkent.
Als er zich in of vlakbij de auto een velg
met een gemonteerde bandenspannings-
sensor en -zender bevindt, is de registratie
van de identificatiecodes voor de gemon-
teerde velgen wellicht niet mogelijk.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 20 minuten als de identifica-
tiecoderegistratie na ongeveer 1 uur rijden
niet is voltooid en voer vervolgens de identifi-
catiecoderegistratieprocedure nogmaals uit.
In de volgende situaties wordt de identifi-
catiecoderegistratie niet gestart of is de
registratie niet goed voltooid en werkt het
systeem niet goed. Voer de identificatieco-
deregistratieprocedure nogmaals uit.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning niet 3 keer langzaam knip-
pert wanneer wordt geprobeerd om de
identificatiecoderegistratie te starten.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de identificatiecodere-
gistratie gedurende ongeveer 10 minuten
met de auto is gereden.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de identificatie-
coderegistratie niet kan worden voltooid na
het uitvoeren van de bovenstaande proce-
dure.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem
waarmee door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige identificatie-
codes kunnen worden geregistreerd
voor een tweede wielenset, bijvoor-
beeld een set winterbanden.
Na registratie van de tweede wielenset
kan een van deze twee sets worden
geselecteerd voor gebruik met het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem.
Wielenset selecteren
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 285 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
286
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Bedrijfscondities voor de functie
Deze functie voert de wijzigen van
de wielenset alleen uit als een
tweede wielenset is geregistreerd.
Als er geen tweede wielenset is
geregistreerd, kan de ID niet worden
gewijzigd als “Identifying Each
Wheel & Position” (elk wiel en elke
positie vaststellen) op het multi-infor-
matiedisplay wordt geselecteerd en
er 2 minuten is gewacht.
Alleen een wijziging tussen beide
geregistreerde wielensets is moge-
lijk. De wielensets kunnen niet wor-
den gemengd.
Wijzigen van wielenset
1Laat de gewenste wielenset onder
de auto monteren.
2Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
3Druk op / om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens
ingedrukt.
4Druk op / om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren
en druk vervolgens op .
5Druk op / om “Identifying
Each Wheel & Position” (elk wiel en
elke positie vaststellen) te selecte-
ren. Houd vervolgens inge-
drukt tot het waarschuwingslampje
lage bandenspanning 3 keer lang-
zaam knippert. Gaat branden nadat
het 1 minuut heeft geknipperd.
Na 2 minuten wordt de registratie van de
tweede wielenset uitgevoerd en dooft het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning.
6Initialiseer het bandenspannings-
waarschuwingssysteem.
(Blz. 282)
Wanneer de instellingen van de banden-
spanning van de gemonteerde band wijzi-
gen, moet de initialisatie worden uitgevoerd.
Bij een zelfde bandenspanning is initialisatie
niet nodig.
7Rijd rechtuit (met zo min mogelijk
bochten naar links en rechts) met
een snelheid van ten minste onge-
veer 40 km/h gedurende ongeveer
10 tot 30 minuten.
De registratie van de tweede wielenset is
voltooid wanneer het waarschuwingslampje
lage bandenspanning dooft en de banden-
spanning van elke band wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 286 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
287
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Breng de auto tot stilstand op een
stevige, vlakke ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand R.
Zet de motor uit.
Schakel de alarmknipperlichten in.
(Blz. 306)
1Plaats wielblokken*.
Vervangen van een band
Krik de auto uitsluitend op met de
krik onder een van de aangegeven
kriksteunpunten. Als de auto
wordt opgekrikt terwijl de krik niet
goed is geplaatst, kan de auto
beschadigd raken of van de krik
vallen en ernstig letsel veroorza-
ken.
U kunt een krik, wielmoersleutel
en wielblokken aanschaffen bij
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige als het vervangen van de
band moeilijk gaat.
Voor het opkrikken van de auto
WAARSCHUWING
Gebruik van de krik
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Onjuist gebruik van de krik kan ertoe lei-
den dat de auto van de krik valt, wat tot
ernstig letsel kan leiden.
Gebruik de krik uitsluitend voor het ver-
wisselen van een wiel of de montage en
het verwijderen van sneeuwkettingen.
Gebruik voor het verwisselen van een
wiel uitsluitend de met de auto meegele-
verde krik. Gebruik de krik niet voor het
verwisselen van wielen van andere
auto's en gebruik ook geen krik van een
andere auto.
Controleer altijd of de krik goed onder
het krikpunt staat.
Zorg ervoor dat er zich geen lichaams-
delen bevinden onder een auto die
alleen door een krik wordt ondersteund.
Bedien het brandstofcelsysteem niet en
ga niet met de auto rijden als deze door
de krik wordt ondersteund.
Krik de auto niet op als er nog iemand in
de auto aanwezig is.
Plaats niets op of onder de krik als de
auto wordt opgekrikt.
Krik de auto niet verder op dan voor het
verwisselen van het wiel noodzakelijk is.
Plaats de auto op bokken als u onder de
auto moet zijn.
Zorg wanneer u de auto laat zakken dat
er niemand onder komt. Breng mensen
in de buurt op de hoogte van het laten
zakken.
Vervangen van een wiel met
een lekke band
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 287 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
288
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
*: U kunt wielblokken aanschaffen bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
2Draai de wielmoeren iets los (één
slag).
3Draai deel van de krik met de
hand aan totdat de uitsparing in de
kop van de krik in contact komt met
het kriksteunpunt.
Wanneer u moeite hebt om de krik te plaat-
sen, plaats hem dan zijdelings.
4Monteer het verlengstuk van de
krikslinger.
5Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van de
grond is.
6Verwijder alle wielmoeren en het
wiel.
Bandpositie Positie wielblok
Voor
Links Achter het rechter
achterwiel
Rechts Achter het linker
achterwiel
Achter
Links Voor het rechter
voorwiel
Rechts Voor het linker voor-
wiel
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 288 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
289
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Leg het wiel met de buitenzijde omhoog op
de grond, om krassen op de velg te voorko-
men. 1Verwijder eventueel aanwezige ver-
ontreinigingen van het contactvlak
van de velg.
Als er verontreinigingen op het contactvlak
aanwezig zijn, kunnen tijdens het rijden de
wielmoeren los lopen, waardoor het wiel los
kan raken.
2Plaats het wiel en draai elke wiel-
moer met de hand ongeveer in
dezelfde mate vast.
Draai de wielmoeren zover vast totdat de
sluitringen contact maken met de velg.
Ring
Velg
WAARSCHUWING
Vervangen van een band
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Anders kan er ernstig letsel ontstaan.
Raak de wielen of het gedeelte rond de
remmen niet aan direct nadat met de auto
is gereden.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wie-
len en het gedeelte rond de remmen
mogelijk zeer heet. Wanneer u deze delen
tijdens het verwisselen van een wiel, enz.
met uw handen, voeten of andere
lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden tot
brandwonden.
Het niet opvolgen van deze voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat de
wielmoeren losraken, waardoor het wiel
van de auto af kan lopen, wat kan leiden
tot ernstig letsel.
Laat zo spoedig mogelijk na het vervan-
gen van een wiel de moeren met een
aanhaalmoment van 103 Nm vastzet-
ten.
Gebruik bij het aanbrengen van een wiel
uitsluitend wielmoeren die speciaal zijn
ontworpen voor het desbetreffende wiel.
Bij gescheurde of vervormde bouten,
schroefdraad van moeren of boutgaten
van het wiel, dient de auto te worden
gecontroleerd door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Plaatsen van het wiel
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 289 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
290
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
3Laat de auto zakken.
4Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeel-
ding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft.lbf)
5Berg de krik en het gereedschap
op.
Na het vervangen van het wiel
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem moet worden gereset. (Blz. 282)
De bandenspanning staat vermeld op
het label op de portiersponning aan
bestuurderszijde, zoals aangegeven.
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
WAARSCHUWING
Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
Bandenspanning
Zorg ervoor dat de banden de
juiste spanning hebben. De ban-
denspanning moet ten minste een-
maal per maand gecontroleerd
worden. Toyota beveelt u echter
aan de bandenspanning eens per
twee weken te controleren.
(Blz. 356)
Informatielabel
bandenspanning
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 290 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
291
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Gevolgen van een onjuiste banden-
spanning
Het rijden met een onjuiste bandenspanning
kan de volgende gevolgen hebben:
Een onveilige auto
Beschadiging van de aandrijflijn
Kortere levensduur van de banden als
gevolg van slijtage
Hoger brandstofverbruik
Verminderd rijcomfort en een slechte
handling
Als een band vaak moet worden opgepompt,
laat deze dan controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Instructies voor het controleren van de
bandenspanning
Let bij het controleren van de bandenspan-
ning op het volgende:
Controleer de bandenspanning alleen als
de banden koud zijn.
Als uw auto ten minste 3 uur heeft stilge-
staan of niet meer dan 1,5 km heeft gere-
den, kunt u de bandenspanning voor
koude banden correct aflezen.
Gebruik altijd een bandenspanningsmeter.
Het is moeilijk te bepalen of een band de
juiste bandenspanning heeft op basis van
alleen het uiterlijk.
Het is normaal dat de spanning van een
band na een rit is opgelopen aangezien
warmte wordt gegenereerd in de band.
Laat na het rijden geen lucht uit de banden
lopen om de spanning te verlagen.
Verdeel de passagiers en het gewicht van
de bagage gelijkmatig over de auto.
WAARSCHUWING
Een goede bandenspanning zorgt
voor een langere levensduur van de
banden
Houd de bandenspanning op de juiste
waarde.
Als de banden niet de juiste spanning heb-
ben, kunnen onderstaande zaken zich
voordoen. Dit kan leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Overmatige slijtage
Ongelijkmatige slijtage
Slecht rijgedrag
Mogelijke klapband door oververhitting
Luchtlekkage tussen de band en velg
Wielvervorming en/of beschadiging van
de band
Groter risico op beschadiging van de
band tijdens het rijden (als gevolg van
voorwerpen op het wegdek, verbin-
dingsstukken of scherpe randen in het
wegdek, enz.)
OPMERKING
Controleren en op de juiste spanning
brengen van de banden
Plaats na controle altijd de ventieldopjes.
Zonder de ventieldopjes kan er vuil en
vocht in het inwendige van de ventielen
doordringen. Hierdoor kan de afdichting in
gevaar komen, wat kan leiden tot een
lagere bandenspanning.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 291 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
292
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Let er bij het vervangen van velgen op
dat deze hetzelfde draagvermogen,
dezelfde diameter, velgbreedte en ET-
waarde* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar
bij een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het volgende niet te
gebruiken:
Velgen van verschillende maten of
types
Gebruikte velgen
Verbogen velgen die hersteld zijn
Vervangen van velgen
De velgen van uw auto zijn uitgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders voor
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem, dat in een vroegtijdig stadium waar-
schuwt als de bandenspanning te laag wordt.
Bij het vervangen van velgen moeten er ban-
denspanningssensoren en -zenders worden
geplaatst. (Blz. 281)
Velgen
Als een velg verbuigingen of
scheuren vertoont of erg gecorro-
deerd is, moet deze vervangen
worden. Anders kan de band van
de velg raken of kan de auto moei-
lijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
WAARSCHUWING
Vervangen van velgen
Gebruik alleen de in deze handleiding
aanbevolen maat velgen en banden.
Een andere maat kan resulteren in een
slechtere controle over de auto.
Gebruik nooit een binnenband bij een
poreuze velg die ontworpen is voor een
tubeless band.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
Plaatsen van wielmoeren
Doe nooit olie of vet op de wielbouten of
wielmoeren.
Door olie en vet worden de wielmoeren te
gemakkelijk met een te hoog aanhaalmo-
ment vastgedraaid, waardoor de bouten of
de velg beschadigd kunnen raken. Daar-
naast kunnen de wielmoeren loslopen en
de wielen losraken, wat kan leiden tot een
ongeval met ernstig letsel als gevolg. Ver-
wijder olie of vet van de wielbouten of wiel-
moeren.
Gebruik van beschadigde velgen niet
toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde
velgen. Als u dat wel doet, kan er tijdens
het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ont-
staan.
OPMERKING
Vervangen van bandenspannings-
sensoren en -zenders
Omdat het repareren of vervangen van
een band invloed kan hebben op de
bandenspanningssensoren en -zen-
ders, adviseren we u deze werkzaam-
heden uit te laten voeren door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf
van bandenspanningssensoren en -zen-
ders naar een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 292 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
293
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Gebruik uitsluitend de wielmoeren
van Toyota en de juiste wielmoer-
sleutel voor uw lichtmetalen velgen.
Controleer de wielmoeren na de eer-
ste 1.600 km telkens als een band is
verwisseld, een band is gerepareerd
of is vervangen.
Pas op dat lichtmetalen velgen niet
beschadigd raken als u sneeuwket-
tingen gebruikt.
Bij het balanceren moet gebruik wor-
den gemaakt van Toyota- of gelijk-
waardige balanceergewichtjes, die
geplaatst dienen te worden met een
kunststof of rubber hamer.
1Zet het contact UIT.
2Open het dashboardkastje. Maak
de demper los.
OPMERKING
Gebruik voor uw auto alleen originele
Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden
gegarandeerd dat de bandenspannings-
sensoren en -zenders goed werken.
Belangrijke aanwijzingen voor
lichtmetalen velgen
Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig
worden vervangen om de optimale
werking van de airconditioning te
behouden.
Verwijderen van het
interieurfilter
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 293 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
294
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
3Duw het dashboardkastje aan de
zijde die zich het dichtst bij het por-
tier bevindt naar binnen om de 2
klauwen los te maken. Trek vervol-
gens het dashboardkastje naar bui-
ten en maak de onderste klauwen
vrij.
4Trek het dashboardkastje naar bui-
ten en maak de onderste klauwen
vrij.
5Ontgrendel de afdekkap van het fil-
ter ( ), haal de afdekkap van het
filter uit de klauwen ( ) en verwij-
der de afdekkap van het filter.
6Verwijder de filterhouder.
7Verwijder het interieurfilter uit de fil-
terhouder en vervang het.
Plaats het filter en de filterhouder met de
aanduiding UP naar boven gericht.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 294 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
295
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter vol-
gens het onderhoudsschema. In gebieden
met veel stof of met veel verkeer moet ver-
vanging vaker plaatsvinden. (Zie het onder-
houdsboekje of het garantieboekje voor het
onderhoudsschema.)
Als er te weinig lucht uit de ventilatie-
roosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het
filter en vervang het indien nodig.
Als de sleutelbatterij ontladen is
De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen:
Het Smart entry-systeem met startknop en
de afstandsbediening zullen niet goed wer-
ken.
Het bereik van de afstandsbediening zal
kleiner worden.
Sleufkopschroevendraaier
Kleine sleufkopschroevendraaier
Lithiumbatterij CR2450
Gebruik een CR2450 lithiumbatterij
Batterijen zijn verkrijgbaar bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige, plaatselijke
elektrozaken of fotospeciaalzaken.
Vervang de batterij alleen door het door de
fabrikant aanbevolen type.
Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in
als KCA.
OPMERKING
Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of er een interieurfilter aanwe-
zig is.
Als de airconditioning zonder filter gebruikt
wordt, kan het systeem beschadigd raken.
Voorkomen van schade aan de afdek-
kap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap
van het filter in de richting van de pijl om
de bevestiging los te nemen, geen over-
matige kracht uit op de klauwen. Anders
kunnen de klauwen beschadigd raken.
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel
Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
Mogelijk raakt de sleutel bescha-
digd als de onderstaande proce-
dure niet goed wordt uitgevoerd.
Het verdient daarom aanbeveling
om de sleutelbatterij te laten ver-
vangen door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
Zaken die u dient klaar te
leggen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 295 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
296
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
1Maak de borging los en verwijder de
mechanische sleutel.
2Verwijder het kapje van de sleutel.
Gebruik het juiste formaat schroevendraaier.
Wanneer u geforceerd wrikt, kan het kapje
beschadigd raken.
Omwikkel het uiteinde van de sleufkop-
schroevendraaier met een doek om schade
aan de sleutel te voorkomen.
3Verwijder de lege batterij met een
kleine sleufkopschroevendraaier.
Bij het verwijderen van het kapje kan de
module van de elektronische sleutel aan het
kapje vastzitten, waardoor de batterij niet
zichtbaar is. Verwijder in dat geval de
module van de elektronische sleutel om de
batterij te kunnen verwijderen.
Gebruik het juiste formaat schroevendraaier
om de batterij te verwijderen.
Plaats een nieuwe batterij met de positieve
aansluiting + naar boven.
4Voer voor het plaatsen van het
kapje van de mechanische sleutel
stap 2 en 1 in omgekeerde volg-
orde uit.
5Druk op de toets of en con-
troleer of de portieren worden ver-
grendeld/ontgrendeld.
Batterij vervangen
WAARSCHUWING
Lege batterijen en andere onderdelen
Kinderen kunnen deze kleine voorwerpen
inslikken en daardoor stikken. Houd deze
voorwerpen buiten bereik van kinderen.
Als u dat niet doet, kan dat leiden tot ern-
stig letsel.
Voorzorgsmaatregelen voor lithium-
batterijen
WAARSCHUWING
ALS DE BATTERIJ DOOR EEN ONJUIST
TYPE BATTERIJ WORDT VERVANGEN,
KAN EEN EXPLOSIE OPTREDEN.
GOOI BATTERIJEN NIET WEG, MAAR
LEVER ZE IN ALS KCA.
OPMERKING
Bij het vervangen van de accu
Gebruik het juiste formaat sleufkopschroe-
vendraaier. Het uitoefenen van overmatige
kracht kan ervoor zorgen dat het klepje
vervormt of beschadigd raakt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 296 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
297
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
1Zet het contact UIT.
2Open het deksel van de zekeringen-
kast.
Motorruimte
Druk de borglippen in en til de klep eraf.
Bagageruimte
Verwijder de afdekplaat. (Blz. 242)
Verwijder het extra opbergvak en vervol-
gens .
OPMERKING
Voor een goede werking na het ver-
vangen van de batterij
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen om ongevallen te voorkomen:
Zorg altijd dat uw handen droog zijn.
Door vocht kan roest ontstaan.
Voorkom dat andere onderdelen in de
afstandsbediening worden aangeraakt
of bewogen.
Verbuig de aansluitingen van de batterij
niet.
Controleren en vervangen
van zekeringen
Als een bepaalde stroomverbrui-
ker niet werkt, kan het zijn dat een
zekering is doorgebrand. Contro-
leer in dat geval de desbetreffende
zekering en vervang deze indien
nodig.
Controleren en vervangen van
zekeringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 297 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
298
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onder het dashboard aan bestuur-
derszijde (auto's met linkse bestu-
ring)
Verwijder de klep.
Druk tijdens het verwijderen/plaatsen van de
klep de klauw in.
Onder het dashboard aan passa-
gierszijde (auto's met rechtse bestu-
ring)
Verwijder het deksel, de stekker (indien aan-
wezig) en vervolgens de klep.
Druk tijdens het verwijderen/plaatsen van de
klep de klauw in.
3Verwijder de zekering met de zeke-
ringtrekker.
Alleen zekering type A kan worden
verwijderd met de zekeringtrekker.
4Controleer of de zekering is doorge-
brand.
Vervang de doorgebrande zekering door
een nieuwe zekering met de juiste stroom-
sterkte. De stroomsterkte staat vermeld op
het deksel van de zekeringenkast.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 298 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
299
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Type A
Goede zekering
Defecte zekering
Type B
Goede zekering
Defecte zekering
Type C
Goede zekering
Defecte zekering
Type D
Goede zekering
Defecte zekering
Type E
Goede zekering
Defecte zekering
Na het vervangen van een zekering
Controleer bij het plaatsen van het deksel
of de borglip goed vastzit.
Als na het vervangen van de zekering de
verlichting nog niet werkt, kan het zijn dat
de lamp moet worden vervangen.
(Blz. 301)
Laat, als de nieuwe zekering direct door-
brandt, de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als de stroomafname van een circuit te
groot is
De zekeringen zullen doorbranden voordat
de bedrading van de auto onherstelbaar
beschadigd raakt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 299 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
300
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Bij het vervangen van lampen
Toyota raadt u aan om originele Toyota-pro-
ducten te gebruiken, die speciaal voor deze
auto ontworpen zijn.
Doordat bepaalde lampen in verbinding staan
met circuits die zijn ontworpen om overbelas-
ting te voorkomen, kunnen niet-originele
onderdelen of onderdelen die niet voor deze
auto ontworpen zijn onbruikbaar zijn.
WAARSCHUWING
Voorkomen van storingen en het ont-
staan van brand
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan resulteren in schade aan
de auto, brand en ernstig letsel.
Monteer nooit een zekering voor een
hogere stroomsterkte dan aangegeven,
of een stukje metaal.
Gebruik altijd een originele Toyota-zeke-
ring of een gelijkwaardige zekering.
Vervang de zekering nooit door een
stukje draad of metaal, ook niet tijdelijk.
Breng geen wijzigingen aan de zekerin-
gen of de zekeringenkasten aan.
OPMERKING
Voordat u een zekering vervangt
Laat de oorzaak van de te grote stroomaf-
name zo snel mogelijk vaststellen en repa-
reren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Bij het plaatsen van het deksel van
de zekeringenkast (motorruimte)
Breng de klauwen in lijn en druk het deksel
van de zekeringenkast op zijn plaats.
Anders kunnen de klauwen beschadigd
raken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 300 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
301
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Controleer het vermogen van de
defecte lamp. (Blz. 357)
Kentekenplaatverlichting
Lampen die vervangen moeten
worden door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Koplampen
Parkeerlichten voor
Mistlampen voor
Dagrijverlichting
Richtingaanwijzers
Achterlichten
Remlichten
Achteruitrijlicht
Mistachterlicht
Derde remlicht
Ledlampen
De verlichting, behalve de kentekenplaatver-
lichting, bestaat uit een aantal leds. Laat een
defecte led vervangen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Condensvorming aan de binnenzijde
van het lampglas
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde van
het koplampglas is normaal. Neem in de vol-
gende gevallen contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige voor meer informatie:
Als er erg veel condens aan de binnenzijde
van het koplampglas zit.
Als de binnenzijde van de koplamp nat is
en blijft.
Bij het vervangen van lampen
Blz. 300
Lampen
U kunt de onderstaande lampen
desgewenst zelf vervangen. Som-
mige lampen zijn eenvoudiger te
vervangen dan andere lampen.
Aangezien de onderdelen bescha-
digd zouden kunnen raken, raden
wij u aan om de vervanging te
laten uitvoeren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Voorbereiden van het
vervangen van een lamp
Plaats lampen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 301 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
302
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Kentekenplaatverlichting
1Open de achterklep tot het punt
waarop de kentekenplaatverlichting
zichtbaar is. (Blz. 106)
2Verwijder het lampglas.
Steek een kleine sleufkopschroe-
vendraaier of iets dergelijks in een
van de gaten links of rechts in het
lampglas.
Kantel de schroevendraaier in de
richting van de pijl, zoals aange-
geven in de afbeelding, om het
bevestigingsgedeelte los te nemen
en verwijder het lampglas.
Omwikkel het uiteinde van de schroeven-
draaier met tape om schade aan de auto te
voorkomen.
Lampglas
Bevestigingsgedeelte
3Verwijder de lamp.
4Plaats een nieuwe lamp.
5Plaats het lampglas.
Plaats het lampglas in het linker of
rechter bevestigingsgedeelte.
Lampen vervangen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 302 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
303
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Druk het lampglas op zijn plaats.
Controleer na het plaatsen of het lampglas
goed geplaatst is door er voorzichtig aan te
trekken.
Bevestigingsgedeelte
WAARSCHUWING
Lampen vervangen
Schakel de verlichting uit. Wacht na het
uitschakelen van de verlichting tot de
lampen zijn afgekoeld. De lampen kun-
nen erg heet worden en brandwonden
veroorzaken.
Raak het glas van de lamp niet aan met
blote handen. Als u het glas van de
lamp toch moet vastpakken, gebruik
daarvoor dan een schone droge doek,
om te voorkomen dat er vocht of olie op
de lamp komt. Als de lamp een kras
heeft of is gevallen, kan deze defect
raken of breken.
Zorg ervoor dat de lamp en de borgclips
goed vastzitten. Anders kan de lamp
door oververhitting beschadigd raken,
kan brand ontstaan of kan water binnen-
dringen in de lichtunit. Hierdoor kan de
lamp beschadigd raken en kan con-
densvorming in het lampglas optreden.
Voorkomen van schade en brand
Controleer of de lampen en borgclips goed
vastzitten.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 303 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
304
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 304 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
7
305
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7
Bij problemen
Bij problemen
7-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten............... 306
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht .............................. 306
Als de auto vastzit in
stijgend water...................... 307
7-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept............................... 309
Als u denkt dat er iets mis is.. 312
Uitschakelsysteem
brandstofpomp .................... 313
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt.................................... 314
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven............. 323
Als uw auto een lekke band
heeft .................................... 325
Als de motor niet
wil aanslaan ........................ 336
Als u uw sleutels verliest ....... 338
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt.................... 338
Als de accu ontladen is.......... 340
Als de motor oververhit
raakt .................................... 345
Als de auto vast
komt te zitten....................... 347
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 305 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
306
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-1. Belangrijke informatie
7-1.Belangrijke informatie
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knipperen.
Druk nogmaals op de schakelaar om ze
weer uit te schakelen.
Alarmknipperlichten
Als de alarmknipperlichten langere tijd
worden gebruikt terwijl de motor niet draait,
kan de accu ontladen raken.
Als een van de airbags wordt geactiveerd
of bij een harde aanrijding van achteren
worden de alarmknipperlichten automa-
tisch ingeschakeld.
De alarmknipperlichten worden na onge-
veer 20 minuten automatisch uitgescha-
keld. Druk twee keer op de schakelaar om
de alarmknipperlichten handmatig uit te
schakelen.
(De alarmknipperlichten worden mogelijk
niet automatisch ingeschakeld, afhankelijk
van de kracht en de omstandigheden van
de aanrijding.)
1Trap het rempedaal met beide voe-
ten stevig in.
Rem niet “pompend”; hierdoor is meer
kracht nodig om de auto tot stilstand te bren-
gen.
2Zet de selectiehendel in stand N.
Als de selectiehendel in stand N
staat
3Zet na het afremmen de auto stil op
een veilige plaats langs de weg.
4Zet de motor uit.
Als de selectiehendel niet in stand N
kan worden gezet
3Blijf het rempedaal met beide voe-
ten intrappen om de rijsnelheid van
de auto zo veel mogelijk af te rem-
men.
Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten worden
gebruikt om andere bestuurders te
waarschuwen wanneer de auto tot
stilstand moet worden gebracht,
bijvoorbeeld bij pech.
Bedieningsinstructies
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand moet
worden gebracht
Breng de auto alleen in noodge-
vallen, bijvoorbeeld wanneer de
auto niet op de normale manier
stilgezet kan worden, als volgt tot
stilstand:
De auto tot stilstand brengen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 306 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
307
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-1. Belangrijke informatie
Bij problemen
4Houd de startknop gedurende ten
minste 2 seconden ingedrukt of
druk hem 3 maal achter elkaar kort
in om de motor uit te schakelen.
5Breng de auto op een veilige plaats
langs de weg tot stilstand.
Doe eerst de veiligheidsgordel af.
Als het portier geopend kan worden,
open het dan en verlaat de auto.
Als het portier niet geopend kan wor-
den, open dan de ruit met de scha-
kelaar voor de ruitbediening en
verlaat de auto via de ruitopening.
Als de ruit niet geopend kan worden
met de schakelaar voor de ruitbedie-
ning, blijf dan kalm en wacht tot het
waterniveau in de auto stijgt tot het
punt waarop de waterdruk in de auto
gelijk is aan de waterdruk buiten de
auto. Open vervolgens het portier en
verlaat de auto.
WAARSCHUWING
Als de motor tijdens het rijden afge-
zet moet worden
De rem- en stuurbekrachtiging zullen niet
meer werken, waardoor het intrappen van
het rempedaal en het verdraaien van het
stuurwiel zwaarder gaan. Minder zo veel
mogelijk vaart voordat u de motor afzet.
Als de auto vastzit in
stijgend water
Als de auto onder water staat, blijf
dan kalm en voer de volgende
handelingen uit.
WAARSCHUWING
Gebruik van een noodhamer* om in
noodgevallen uit de auto te ontsnap-
pen
De zijruiten voor en de achterruit van deze
auto kunnen worden ingeslagen met een
noodhamer* om in noodgevallen uit de
auto te ontsnappen. Met een noodhamer*
kunt u echter niet de voorruit inslaan,
omdat deze van gelaagd glas is.
*: Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over een noodhamer.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 307 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
308
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-1. Belangrijke informatie
WAARSCHUWING
Uit de auto ontsnappen via de ruit-
opening
Er zijn situaties waarin het niet mogelijk is
om uit de auto te ontsnappen via de ruit-
opening ten gevolge van de zitpositie, het
postuur van de inzittende, enz.
Als u gebruikmaakt van de noodhamer,
bekijk dan de plaats van uw stoel en de
grootte van de ruitopening om u ervan te
verzekeren dat de opening groot genoeg
is om erlangs te ontsnappen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 308 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
309
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
7-2.Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept
Als uw auto moet worden
gesleept, adviseren wij u dat te
laten doen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige of professioneel ber-
gingsbedrijf, en daarbij gebruik te
maken van een lepelwagen of een
autoambulance.
Gebruik een stevige sleepkabel en
neem de wettelijke voorschriften
in acht.
Gebruik een dolly bij het slepen
van uw auto met een lepelwagen.
(Blz. 309, 310)
WAARSCHUWING
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Bij het slepen van de auto
Zorg ervoor dat de auto wordt vervoerd
met alle vier de wielen van de grond. Als
de wielen tijdens het slepen de grond
raken, kunnen de aandrijflijn en de bijbe-
horende onderdelen beschadigd raken en
kan de auto losraken van de truck.
Tijdens het slepen
Wanneer u bij het slepen kabels of ket-
tingen gebruikt, vermijd dan plotseling
optrekken, enz. waardoor er extreme
krachten op het sleepoog en de sleep-
kabel of -ketting worden uitgeoefend.
Het sleepoog en de kabel of ketting kun-
nen beschadigd raken en afgebroken
stukken kunnen personen raken en ern-
stige schade veroorzaken.
Zet het contact niet UIT.
De mogelijkheid bestaat dat het stuur-
wiel wordt vergrendeld en niet kan wor-
den bediend.
Plaatsen van de sleepogen op de
auto
Controleer of de sleepogen goed vastzit-
ten.
Als dat niet het geval is, kunnen ze tijdens
het slepen losraken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 309 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
310
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Het volgende kan duiden op een pro-
bleem in de transmissie. Neem vóór het
slepen contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige of een
professioneel bergingsbedrijf.
De motor draait, maar de auto komt
niet in beweging.
De auto maakt een abnormaal
geluid.
Aan de voorzijde
Gebruik een dolly onder de achterwie-
len.
Aan de achterzijde
Gebruik een dolly onder de voorwielen.
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen aan
de auto bij het slepen met een lepel-
wagen
Sleep de auto nooit aan de achterzijde
als het contact UIT staat. Het stuurslot is
niet sterk genoeg om de voorwielen in
de rechtuitstand te houden.
Let erop dat de andere zijde van de auto
dan die op de lepel staat voldoende
bodemvrijheid heeft. Als er onvoldoende
speling aanwezig is, kan de auto tijdens
het slepen beschadigd raken.
Voorkomen van beschadigingen aan
de auto bij het slepen met een takel-
wagen
Sleep de auto niet met een takelwagen,
noch aan de voorzijde, noch aan de ach-
terzijde.
Voorkomen van beschadigingen aan
de auto tijdens slepen in een noodge-
val
Maak de kabel of de ketting niet vast aan
onderdelen van de wielophanging.
Bij het slepen van een auto met Stop
& Start-systeem
Wanneer de auto moet worden gesleept
waarbij alle vier de wielen de grond raken,
voer dan de volgende procedure uit alvo-
rens te slepen om het systeem te bescher-
men. Zet het contact UIT en start
vervolgens de motor of zet het contact
AAN.
Omstandigheden waaronder u
vóór het slepen contact dient
op te nemen met de dealer
Slepen met een lepelwagen
OPMERKING
Slepen met een takelwagen
Sleep de auto niet met een takelwagen,
om beschadiging van de carrosserie te
voorkomen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 310 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
311
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Gebruik bij vervoer van de auto op een
autoambulance bandengordels. Raad-
pleeg de handleiding van de autoambu-
lance om de wielen op de juiste wijze
met de gordels vast te zetten.
Activeer de parkeerrem en zet het con-
tact UIT om tijdens het vervoer bewe-
ging van de auto zoveel mogelijk te
voorkomen.
Als er geen autoambulance beschik-
baar is, mag de auto in geval van nood
tijdelijk worden gesleept door gebruik te
maken van sleepkabels of -kettingen
die u aan de sleepogen vastmaakt. Uw
auto mag op deze manier alleen op een
verharde weg en met lage snelheid
(max. 30 km/h) over een afstand van
maximaal 80 km worden gesleept.
Er moet een bestuurder in de auto zit-
ten om te sturen en te remmen. Ook
dienen de wielen, de assen, de aan-
drijflijn, de stuurinrichting en de rem-
men in een goede conditie te zijn.
Uw auto moet zijn voorzien van het
sleepoog om door een andere auto te
kunnen worden gesleept. Plaats het
sleepoog aan de hand van de onder-
staande procedure.
1Haal het sleepoog tevoorschijn.
(Blz. 287, 327)
2Verwijder het afdekkapje van het
sleepoog met een sleufkopschroe-
vendraaier.
Plaats om de carrosserie te beschermen
een doek tussen de schroevendraaier en de
carrosserie, zoals aangegeven in de afbeel-
ding.
3Plaats het sleepoog in de opening
en draai het zo ver mogelijk met de
hand vast.
4Draai het sleepoog stevig vast met
behulp van een wielmoersleutel* of
een stevige metalen stang.
Vervoeren op een
autoambulance
Slepen in een noodgeval
Procedure bij slepen in een
noodgeval
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 311 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
312
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
*: Deze auto is niet uitgerust met een wiel-
moersleutel. U kunt deze kopen bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
5Maak de kabel of de ketting goed
vast aan het sleepoog.
Pas op dat u de carrosserie niet beschadigt.
6Stap in de weg te slepen auto en
start de motor.
Zet, als de motor niet start, het contact AAN.
7Zet de selectiehendel in stand N en
deactiveer de parkeerrem.
Tijdens het slepen
Als de motor niet draait, werken de rem- en
stuurbekrachtiging niet. Hierdoor zullen het
remmen en sturen veel zwaarder gaan dan
normaal.
Lekkage onder de auto.
(Na gebruik van de airconditioning is
waterlekkage echter normaal.)
Banden die er te zacht uit zien of die
ongelijkmatig versleten zijn
De naald van de koelvloeistoftempe-
ratuurmeter staat voortdurend hoger
dan normaal.
Abnormale uitlaatgeluiden
Overmatig piepende banden bij het
nemen van een bocht
Vreemde geluiden die gerelateerd
zijn aan de wielophanging
Pingelende of andere abnormale
geluiden uit de motorruimte
Als u denkt dat er iets mis
is
Als u een van de volgende ver-
schijnselen opmerkt, moet uw
auto mogelijk worden afgesteld of
gerepareerd. Neem zo snel moge-
lijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Zichtbare symptomen
Hoorbare symptomen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 312 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
313
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
De motor hapert, stottert of draait
onregelmatig
Een merkbaar verlies aan trekkracht
De auto trekt tijdens het remmen
sterk naar één kant
De auto trekt sterk naar één kant,
terwijl u rechtuitrijdt op een vlakke
weg
Teruglopende remwerking, sponzig
gevoel in het rempedaal, een rempe-
daal dat bijna tot op de vloer kan
worden ingetrapt Volg onderstaande procedure om de
motor te herstarten als het systeem
geactiveerd is.
1Zet het contact in stand ACC of UIT.
2Start de motor opnieuw.
Merkbare symptomen Uitschakelsysteem
brandstofpomp
Het uitschakelsysteem van de
brandstofpomp onderbreekt de
brandstoftoevoer naar de motor
om de kans op brandstoflekkage
te verkleinen als de motor afslaat
of als een airbag wordt geacti-
veerd als gevolg van een aanrij-
ding.
Opnieuw starten van de motor
OPMERKING
Vóór het starten
Controleer de grond onder de auto.
Als u ziet dat er brandstof op de grond is
gelekt, is het brandstofsysteem bescha-
digd en moet het worden gerepareerd.
Start de motor niet opnieuw.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 313 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
314
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) remsysteem
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur* (waarschuwings-
zoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Laadstroomcontrolelampje*
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Als een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer klinkt
Voer op rustige wijze onderstaande handelingen uit als een van de waar-
schuwingslampjes gaat branden of knipperen. Als een van de lampjes gaat
branden of knipperen en daarna weer uitgaat, is er niet noodzakelijkerwijs
een defect in het systeem aanwezig. Als deze situatie echter blijft voortdu-
ren, laat dan uw auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Acties behorende bij de waarschuwingslampjes of -zoemers
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Geeft het volgende aan:
Het remvloeistofniveau is te laag; of
Er zit een storing in het remsysteem
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Geeft aan dat de koelvloeistoftemperatuur extreem hoog is
Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand.
Oplossing (Blz. 345)
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsysteem van de auto
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 314 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
315
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Waarschuwingslampje lage oliedruk* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Motorcontrolelampje (waarschuwingszoemer)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) SRS
Waarschuwingslampje ABS
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Geeft aan dat de motoroliedruk extreem laag is
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het elektronische motorregelsysteem; of
De elektronische smoorklepregeling
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
Het gordelspannersysteem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het ABS; of
Het Brake Assist-systeem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 315 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
316
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Waarschuwingslampje Brake Override-systeem* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische stuurbekrachti-
ging
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Override-systeem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Geeft aan dat het gaspedaal en rempedaal gelijktijdig worden ingetrapt en
het Brake Override-systeem in werking is.
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
(Rood)
of
(Geel)
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbekrachtiging (EPS)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer 7,5 liter of
minder is
Vul de brandstoftank.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 316 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
317
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Controlelampje (waarschuwingszoemer) bestuurders- en voorpassagiers-
gordel*
*: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel bestuurder en voorpassagier:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de bestuurder en de voorpassa-
gier eraan de veiligheidsgordel om te doen. Als de veiligheidsgordel wordt losgemaakt klinkt
de zoemer gedurende een bepaalde tijd met tussenpozen wanneer de auto een bepaalde
snelheid heeft bereikt.
Controlelampjes veiligheidsgordel achterpassagiers*1 (waarschuwingszoe-
mer*2)
*1: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
*2: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel achterpassagiers:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de achterpassagiers eraan de
veiligheidsgordel om te doen. Als de veiligheidsgordel wordt losgemaakt klinkt de zoemer
gedurende een bepaalde tijd met tussenpozen wanneer de auto een bepaalde snelheid heeft
bereikt.
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de veiligheidsgordel
vastgemaakt dient te worden.
Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet ook de veilig-
heidsgordel voor de voorpassagier worden vastgemaakt, zodat
het waarschuwingslampje (de waarschuwingszoemer) uitgaat.
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel om te doen
Doe de veiligheidsgordel om.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 317 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
318
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
Controlelampje LTA* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem (waarschuwingszoe-
mer)
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende ongeveer 1 minuut
geknipperd heeft (er klinkt geen zoemer):
Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als het lampje gaat branden (er klinkt een zoemer):
Lage bandenspanning door een natuurlijke oorzaak
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
den. (Blz. 356)
Lage bandenspanning door een lekke band
Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand.
Oplossing (Blz. 325)
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
(Oranje)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LTA (Lane Tracing Assist)
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. (Blz. 180)
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
(Knippert)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is het Stop & Start-systeem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 318 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
319
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Controlelampje (waarschuwingszoemer) Toyota Parking Assist-sensor OFF
Controlelampje (waarschuwingszoemer) RCTA OFF
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Parking Assist-sen-
sor
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, doordat een sen-
sor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. (Blz. 208)
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de RCTA (Rear Crossing Traf-
fic Alert)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de achterbumper rondom de radarsensor vuil is, enz.
(Blz. 201)
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. (Blz. 213)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 319 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
320
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Waarschuwingslampje PCS
Controlelampje Traction Control
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
(Knippert of
brandt)
(indien aanwezig)
Wanneer er gelijktijdig een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-Crash Safety-
systeem).
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) is tijdelijk niet beschikbaar, corrige-
rende maatregelen kunnen noodzakelijk zijn.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. (Blz. 158, 323)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) of de VSC (Vehicle Stability Con-
trol-systeem) wordt uitgeschakeld, gaat het waarschuwingslampje PCS
branden.
Blz. 221
Waarschuwings-
lampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het VSC-systeem;
De TRC; of
De Hill Start Assist Control
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 320 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
321
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Waarschuwingszoemer
In sommige gevallen is de zoemer niet hoor-
baar door omgevingsgeluiden of geluid van
het audiosysteem.
Detectiesensor voorpassagier, contro-
lelampje veiligheidsgordel en waar-
schuwingszoemer
Als er bagage wordt geplaatst op de pas-
sagiersstoel kan de detectiesensor het
controlelampje laten knipperen en de
waarschuwingszoemer laten klinken, ook
al zit er niemand op de passagiersstoel.
Als er op de stoel een kussen wordt
geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwings-
lampje niet goed werkt.
Als het motorcontrolelampje tijdens het
rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcon-
trolelampje branden als de brandstoftank
geheel leeg gereden is. Vul de brandstoftank
onmiddellijk als deze leeg is. Het motorcon-
trolelampje gaat na enkele ritten weer uit.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
Waarschuwingslampje (waarschu-
wingszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de laadtoestand van de accu laag wordt
of de spanning tijdelijk daalt, kan het waar-
schuwingslampje van de elektrische stuurbe-
krachtiging gaan branden en kan er een
waarschuwingszoemer klinken.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de banden om na
te gaan of er een band lek is.
Als een band lek is: Blz. 325
Als geen van de banden lek is:
Zet het contact UIT en vervolgens AAN. Con-
troleer of het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden of knipperen.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den
Er kan een storing aanwezig zijn in het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
1Controleer de bandenspanning voor
iedere band nadat de banden voldoende
zijn afgekoeld en breng de banden op de
voorgeschreven spanning.
2Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, controleer
dan of de bandenspanning voor iedere
band in orde is en voer de initialisatie uit.
(Blz. 282)
Het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gaat mogelijk branden door een natuur-
lijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke
spanningsverlies dat op den duur optreedt of
een veranderde bandenspanning die veroor-
zaakt wordt door temperatuurveranderingen.
In dat geval zal het waarschuwingslampje na
een paar minuten uitgaan als de banden
weer op de juiste spanning gebracht zijn.
Omstandigheden waaronder het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem
mogelijk niet juist werkt
Blz. 280
WAARSCHUWING
Als de waarschuwingslampjes van
het ABS en het remsysteem blijven
branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De auto kan tijdens het remmen extreem
onstabiel worden en het ABS-systeem
treedt mogelijk niet in werking, waardoor
een aanrijding en ernstig letsel kunnen
ontstaan.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 321 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
322
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging gaat bran-
den
Als het lampje geel gaat branden, wordt de
stuurbekrachtiging beperkt. Als het lampje
rood gaat branden, werkt de stuurbekrach-
tiging niet meer en gaat het draaien van
het stuurwiel zeer zwaar.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan
gebruikelijk, houd het dan stevig vast en
oefen meer kracht uit dan anders.
Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats. Breng de banden meteen
op spanning.
Vermijd plotselinge stuurbewegingen en
hard remmen.
De banden kunnen beschadigd raken,
waardoor u de controle over het stuur-
wiel of de remmen kunt verliezen.
Als u een klapband krijgt of als er
plotseling een lek ontstaat
Het kan zijn dat het bandenspannings-
waarschuwingssysteem niet meteen in
werking treedt.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem goed
werkt
Monteer geen banden met verschillende
specificaties of van verschillende merken,
anders werkt het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem mogelijk niet goed.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 322 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
323
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Waarschuwingsmeldingen
De hieronder uitgelegde waarschuwingsmel-
dingen verschillen mogelijk van de werkelijke
meldingen overeenkomstig de bedrijfscondi-
ties en voertuigspecificaties.
Waarschuwingszoemer
Er klinkt mogelijk een zoemer wanneer er
een melding wordt weergegeven.
Mogelijk is de zoemer niet hoorbaar als de
auto zich in een lawaaierige omgeving
bevindt of als het volume van het audiosys-
teem hard staat.
Als “Engine Oil Level Low Add or
Replace” (Motoroliepeil laag. Bijvullen
of verversen) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is laag. Controleer het olie-
peil en vul indien nodig olie bij.
Deze melding kan verschijnen als de auto op
een helling stilstaat. Plaats de auto op een
horizontale ondergrond en controleer of de
melding verdwijnt.
Als “Engine Stopped Steering Power
Low” (Motor uitgeschakeld. Weinig
stuurbekrachtiging.) wordt weergege-
ven
Deze melding wordt weergegeven als de
motor wordt uitgeschakeld tijdens het rijden.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebrui-
kelijk, houd het dan stevig vast en oefen
meer kracht uit dan anders.
Als “Avoid Excessive Acceleration Due
to Temperature” (Vermijd overmatig
accelereren als gevolg van tempera-
tuur) wordt weergegeven
Deze melding wordt mogelijk weergegeven
tijdens het rijden onder de volgende omstan-
digheden:
Tijdens het opwarmen van de motor
Continu rijden bij een hoge belasting
Rijd een tijdje met de auto en voorkom dat u
de auto dan zeer zwaar belast.
Als “Auto Power OFF to Conserve Bat-
tery” (Auto power off-functie ingescha-
keld om accu te sparen) wordt
weergegeven
Het contact is UIT gezet door de automati-
sche power off-functie. Wanneer de motor de
volgende keer wordt gestart, moet het motor-
toerental enigszins worden verhoogd en
gedurende ongeveer 5 minuten op dit niveau
worden gehandhaafd om de accu op te
laden.
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven
Het multi-informatiedisplay waar-
schuwt bij systeemstoringen en
onjuist uitgevoerde handelingen,
of geeft meldingen over noodza-
kelijk onderhoud weer. Voer de
juiste corrigerende maatregelen
uit wanneer er een melding wordt
weergegeven.
Als een waarschuwingsmelding
weer wordt weergegeven na het
uitvoeren van de volgende hande-
lingen, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als tevens een waarschuwings-
lampje gaat branden of knippert
terwijl er een waarschuwingsmel-
ding wordt weergegeven, tref dan
corrigerende maatregelen over-
eenkomstig het waarschuwings-
lampje. (Blz. 314)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 323 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
324
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in de onderstaande
systemen aanwezig. Laat de auto onmiddel-
lijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De led-koplampen
Automatic High Beam-systeem (indien
aanwezig)
Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de camera voor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
(Blz. 158, 314)
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien
aanwezig)
LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwe-
zig)
Automatic High Beam-systeem (indien
aanwezig)
RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
Dynamic Radar Cruise Control (indien
aanwezig)
Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de radarsensor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
(Blz. 158, 314)
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien
aanwezig)
LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwe-
zig)
Dynamic Radar Cruise Control (indien
aanwezig)
Als “Radar Cruise Control Unavailable
See Owner’s Manual” (Dynamic Radar
Cruise Control-systeem niet beschik-
baar, zie handleiding) wordt weergege-
ven (indien aanwezig)
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem
wordt tijdelijk uitgeschakeld of tot het in de
melding aangegeven probleem is opgelost.
(Oorzaken en oplossingen: Blz. 158)
Als “Radar Cruise Control Unavailable”
(Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem niet beschikbaar) wordt weergege-
ven (indien aanwezig)
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem
kan tijdelijk niet worden gebruikt. Gebruik het
systeem wanneer dit weer beschikbaar is.
Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar uw erkende Toyota-dealer
moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is
defect. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als er een melding wordt weergegeven
dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
Volg de bijbehorende instructies als
“Engine Coolant Temp High” (temperatuur
koelvloeistof te hoog) wordt weergegeven.
(Blz. 345)
Volg de bijbehorende instructies als
“Exhaust Filter Full” (uitlaatgasfiltersys-
teem vol) wordt weergegeven. (Blz. 219)
Als een van de onderstaande meldingen
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay, kan dit duiden op een storing.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
“Smart Entry & Start System Malfunction”
(storing Smart entry-systeem met start-
knop)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 324 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
325
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als een van de onderstaande meldingen
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay, kan dit duiden op een storing.
Breng de auto onmiddellijk tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
“Braking Power Low” (lage remkracht)
“12-Volt Battery Charging System Malfunc-
tion” (storing in laadsysteem 12V-accu)
“Oil Pressure Low” (lage oliedruk)
Als uw auto een lekke band
heeft
Uw auto is niet uitgerust met een
reservewiel, maar wel met een
bandenreparatieset.
Een lek dat wordt veroorzaakt
door een spijker of schroef die
door het loopvlak van de band
steekt, kan tijdelijk worden gere-
pareerd met de bandenreparatie-
set. (De set bestaat uit een fles met
bandenreparatievloeistof. De ban-
denreparatievloeistof kan slechts
één keer worden gebruikt voor de
tijdelijke reparatie van één band,
waarbij de spijker of schroef in het
loopvlak moet blijven zitten.)
Afhankelijk van de schade kan
deze set niet worden gebruikt om
de band te repareren. (Blz. 326)
Laat na de noodreparatie met de
bandenreparatieset de band repa-
reren of vervangen door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. Met de banden-
reparatieset kunnen alleen
tijdelijke reparaties worden uitge-
voerd. Laat de band zo snel moge-
lijk repareren of vervangen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 325 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
326
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand N.
Zet de motor uit.
Schakel de alarmknipperlichten in.
(Blz. 306)
Controleer de mate waarin de band
beschadigd is.
Haal de spijker of schroef niet uit de
band. Door het verwijderen ervan kan
het gat groter worden waardoor de
band niet meer tijdelijk gerepareerd kan
worden.
Een lekke band die niet kan worden
gerepareerd met de bandenreparatieset
In de volgende gevallen is reparatie van de
band met behulp van de bandenreparatieset
niet mogelijk. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
De band is beschadigd door rijden met
onvoldoende spanning
Wanneer de scheurtjes of beschadigingen
zich niet in het loopvlak bevinden maar bij-
voorbeeld in de wangen van de band
De band is zichtbaar van de velg afgelo-
pen
Het lek in of de beschadiging van het loop-
vlak is 4 mm of groter
De velg is beschadigd
Twee of meer banden zijn lek
Wanneer een enkele band door meer dan
2 scherpe voorwerpen doorboord is
Wanneer de bandenreparatievloeistof over
de uiterste houdbaarheidsdatum is
WAARSCHUWING
Als uw auto een lekke band heeft
Blijf niet doorrijden als de auto een lekke
band heeft.
Zelfs als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden
dat reparatie niet meer mogelijk is en kan
er een ongeval ontstaan.
Vóór het repareren van de band
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 326 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
327
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Sleepoog
Bandenreparatieset
Plaats van bandenreparatieset en gereedschap
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 327 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
328
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Fles
Sticker
Compressor
Bandenspanningsmeter
Compressorschakelaar
Voedingsstekker
Slang
Ontluchtingsdopje
Aanwijzing voor het controleren van de
bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houdbaar-
heidsdatum van de bandenreparatievloeistof.
Deze staat vermeld op de fles. Gebruik de
bandenreparatievloeistof niet wanneer de
uiterste houdbaarheidsdatum is verstreken.
Anders worden reparaties met de bandenre-
paratieset mogelijk niet goed uitgevoerd.
Bandenreparatieset
De bandenreparatieset is bedoeld om de
autoband met lucht te vullen.
De bandenreparatievloeistof is beperkt
houdbaar. De uiterste houdbaarheidsda-
tum staat vermeld op de fles. De banden-
reparatievloeistof dient voor de uiterste
houdbaarheidsdatum te worden vervan-
gen. Neem voor vervanging contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De vloeistof in de bandenreparatieset kan
slechts eenmalig worden gebruikt om een
enkele band tijdelijk te repareren. Als de
bandenreparatievloeistof is gebruikt en
moet worden vervangen, koop dan een
nieuwe fles bij een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. De compressor kan opnieuw
worden gebruikt.
De bandenreparatievloeistof kan worden
gebruikt bij een buitentemperatuur van -
30°C tot 60°C.
De bandenreparatieset is exclusief
bestemd voor de originele banden die op
uw auto zijn gemonteerd. Gebruik de set
niet voor banden met een afwijkende maat
of voor andere doeleinden.
Als de bandenreparatievloeistof op uw kle-
ren komt, kan deze vlekken veroorzaken.
Eventueel gemorste bandenreparatievloei-
stof moet direct van het wiel of de carros-
serie worden verwijderd. Veeg het
oppervlak onmiddellijk af met een vochtige
doek.
Tijdens de werking van de reparatieset
wordt veel lawaai geproduceerd. Dit is nor-
maal en duidt niet op een storing.
Niet gebruiken om de bandenspanning te
controleren of op de voorgeschreven
waarde te brengen.
Onderdelen van de
bandenreparatieset
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 328 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
329
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
1Open de afdekplaat. (Blz. 242)
2Verwijder de bandenreparatieset.
(Blz. 327)
1Verwijder de slang en de voedings-
stekker van de compressor.
2Sluit de fles aan op de compressor.
Sluit de fles recht aan op de compressor,
zoals aangegeven in de afbeelding en con-
troleer of de klauwen van de fles in de gaten
vallen.
3Sluit de slang aan op de fles.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte.
Anders kunt u in geval van een ongeval
of plotseling remmen letsel oplopen.
De reparatieset is speciaal ontworpen
voor uw auto.
Gebruik de set niet voor andere auto's.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot
een ongeval met ernstig letsel tot
gevolg.
Gebruik de set niet voor banden met
een afwijkende maat of voor andere
doeleinden. Als de banden niet volledig
zijn gerepareerd, kan dit leiden tot een
ongeval met ernstig letsel tot gevolg.
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van de bandenreparatievloei-
stof
Het inslikken van bandenreparatievloei-
stof is schadelijk voor uw gezondheid.
Drink zo veel mogelijk water en raad-
pleeg direct een huisarts wanneer u
bandenreparatievloeistof hebt ingeslikt.
Spoel direct met water wanneer ban-
denreparatievloeistof in uw ogen of op
uw huid is terechtgekomen. Raadpleeg
een huisarts als u zich niet lekker blijft
voelen.
Verwijderen van de
bandenreparatieset
Reparatiemethode in
noodgevallen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 329 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
330
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Controleer of de slang goed aangesloten is
op de fles, zoals aangegeven in de afbeel-
ding.
4Verwijder het ventieldopje van het
wiel met de lekke band.
5Trek de slang naar buiten. Verwijder
het dopje van de slang.
Het ontluchtingsdopje van de slang wordt
nog gebruikt. Berg het dopje daarom veilig
op.
6Sluit de slang aan op het ventiel.
Draai het uiteinde van de slang zo ver moge-
lijk rechtsom.
7Zorg ervoor dat de compressor is
uitgeschakeld.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 330 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
331
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
8Sluit de voedingsstekker aan op de
accessoireaansluiting. (Blz. 244)
9Breng de met de bandenreparatie-
set meegeleverde sticker aan op
een plaats die goed te zien is vanaf
de bestuurdersstoel.
10 Controleer de voorgeschreven ban-
denspanning.
De bandenspanning staat vermeld op het
label op de portiersponning aan bestuur-
derszijde, zoals aangegeven. (Blz. 356)
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
11 Start de motor.
12 Zet de compressor aan om de ban-
denreparatievloeistof in te spuiten
en de band met lucht te vullen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 331 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
332
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
13 Vul de band tot de voorgeschreven
bandenspanning bereikt is.
De bandenreparatievloeistof wordt
ingespoten en de druk loopt op tot
300 kPa (3,0 kg/cm2 of bar, 44 psi)
of 400 kPa (4,0 kg/cm2 of bar, 58
psi) en neemt vervolgens weer af.
De bandenspanningsmeter geeft
ongeveer 1 tot 5 minuten nadat de
schakelaar in stand ON is gezet de
werkelijke bandenspanning aan.
Zet de compressor uit en controleer
de bandenspanning. Zorg dat de
band niet te hard wordt opgepompt
en vul de band met lucht tot de voor-
geschreven bandenspanning is
bereikt.
De band kan gedurende ongeveer
5 tot 20 minuten worden opgepompt
(afhankelijk van de buitentempera-
tuur). Als de bandenspanning na 25
minuten nog steeds lager is dan
voorgeschreven, is de band te veel
beschadigd om nog gerepareerd te
worden. Schakel de compressor uit
en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Laat wat lucht ontsnappen wanneer
de bandenspanning de voorgeschre-
ven waarde overschrijdt.
(Blz. 334, 356)
14 Haal, terwijl de compressor is uitge-
schakeld, de voedingsstekker uit de
accessoireaansluiting en neem
daarna de slang los van het ventiel.
Mogelijk ontsnapt er bij het verwijderen van
de slang wat bandenreparatievloeistof.
15 Plaats het ventieldopje op het ven-
tiel van het gerepareerde wiel.
16 Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk bandenrepa-
ratievloeistof en kan de auto vuil worden.
17 Berg de fles, terwijl deze aan de
compressor is bevestigd, tijdelijk op
in de bagageruimte.
18 Rijd, om de bandenreparatievloei-
stof gelijkmatig over de band te ver-
delen, meteen ongeveer 5 km met
een snelheid van maximaal
80 km/h.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 332 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
333
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
19 Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats met een stevige,
vlakke ondergrond en sluit de repa-
ratieset weer aan.
Verwijder het dopje van de slang voordat u
de slang weer aansluit.
20 Schakel de compressor in, wacht
een paar seconden en schakel deze
dan weer uit. Controleer de banden-
spanning.
Als de bandenspanning lager is dan
130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi):
De band kan niet worden gerepa-
reerd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Als de bandenspanning 130 kPa
(1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi) of hoger
is, maar lager dan de voorgeschre-
ven spanning: Ga verder met stap
21.
Als de bandenspanning juist is
(Blz. 356): Ga verder met stap
22.
21 Zet de compressor aan om de band
op de voorgeschreven spanning te
brengen. Rijd ongeveer 5 km en
voer dan stap 19 uit.
22 Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk bandenrepa-
ratievloeistof en kan de auto vuil worden.
23 Berg de fles, terwijl deze aan de
compressor is bevestigd, op in de
bagageruimte.
24 Voorkom plotseling remmen, plotse-
ling accelereren en scherpe boch-
ten, rijd voorzichtig met een
snelheid van minder dan 80 km/h
naar de dichtstbijzijnde Toyota-dea-
ler op minder dan 100 km rijden
voor het repareren of vervangen
van de band.
Laat wanneer u de band laat repareren of
vervangen, de erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige weten dat er bandenreparatie-
vloeistof is ingespoten.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 333 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
334
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als de band te hard wordt opgepompt
1Neem de slang los van het ventiel.
2Plaats het dopje op het uiteinde van de
slang en duw het uitstekende gedeelte
van het dopje in het ventiel van de band
om wat lucht te laten ontsnappen.
3Neem de slang los van het ventiel, verwij-
der het dopje van de slang en sluit dan
de slang weer aan.
4Zet de compressor aan, wacht enkele
seconden en zet de compressor weer uit.
Controleer of de bandenspanningsmeter
de voorgeschreven spanning aangeeft.
(Blz. 356)
Zet de compressor weer aan als de spanning
onder de voorgeschreven waarde ligt en vul
de band tot de juiste spanning is bereikt.
Het ventiel van een gerepareerde band
Nadat de band met de bandenreparatieset is
gerepareerd, moet het ventiel bij een defini-
tieve reparatie worden vervangen.
Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset
Vervang de bandenspanningssensor en -
zender.
Zelfs als de bandenspanning op het voor-
geschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning branden/knipperen.
WAARSCHUWING
Rijd niet door als de auto een lekke
band heeft
Blijf niet doorrijden als de auto een lekke
band heeft.
Zelfs als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden
dat reparatie niet meer mogelijk is.
Door het rijden met een lekke band kan er
op de wang rondom een groef ontstaan. In
zo'n geval kan de band bij het gebruik van
een reparatieset exploderen.
Bij het repareren van een lekke band
Parkeer de auto op een veilige plaats en
een vlakke ondergrond.
Raak de wielen of het gedeelte rond de
remmen direct nadat met de auto is
gereden niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de
wielen en het gedeelte rond de remmen
mogelijk zeer heet. Wanneer u deze
delen met uw handen, voeten of andere
lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden
tot brandwonden.
Sluit de slang stevig aan op het ventiel
terwijl het wiel aan de auto bevestigd is.
Als de slang niet goed op het ventiel is
aangesloten, kan er lekkage van lucht
optreden waarbij bandenreparatievloei-
stof naar buiten spuit.
Als de slang tijdens het vullen loskomt
van het ventiel, is het mogelijk dat de
slang abrupte bewegingen maakt van-
wege de luchtdruk.
Nadat de band gevuld is, kunnen er
spetters bandenreparatievloeistof naar
buiten komen als de slang wordt losge-
maakt of wanneer u lucht uit de band
laat ontsnappen.
Volg voor het repareren van de band de
volgende procedure. Als u de procedu-
res niet volgt, kan de bandenreparatie-
vloeistof naar buiten spuiten.
Bewaar afstand tot de band wanneer
deze gerepareerd wordt, omdat de band
kan klappen. Zet de schakelaar van de
compressor direct uit als u ziet dat de
band scheurtjes vertoont of vervormt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 334 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
335
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
De reparatieset kan oververhit raken als
deze langere tijd achter elkaar wordt
gebruikt. Gebruik de reparatieset niet
langer dan 40 minuten achter elkaar.
Delen van de reparatieset worden tij-
dens het gebruik heet. Wees voor en na
gebruik voorzichtig met de reparatieset.
Raak het metalen deel rond de verbin-
ding tussen de fles en de compressor
niet aan. Dit is namelijk zeer heet.
Plak de waarschuwingssticker voor de
rijsnelheid alleen op de aangegeven
plaats. Als de sticker wordt aangebracht
op een plaats waar zich een airbag
bevindt, zoals op het stuurwielkussen,
werkt de airbag mogelijk niet goed
meer.
Laat ter voorkoming van beschadiging
of ernstige lekkage de fles niet vallen.
Voer vóór gebruik een visuele controle
van de fles uit. Gebruik uitsluitend onbe-
schadigde en niet-lekkende flessen. In
dergelijke gevallen direct vervangen.
Rijden om de bandenreparatievloei-
stof gelijkmatig te verdelen
Neem, om de kans op ongevallen te
beperken, de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
Rijd langzaam en voorzichtig. Wees
extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
Breng de auto tot stilstand wanneer de
auto niet rechtuit wil rijden of als u voelt
dat er aan het stuurwiel wordt getrokken
en controleer het volgende.
Toestand van de band. De band kan van
de velg zijn afgelopen.
Bandenspanning. Als de bandenspan-
ning 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi)
of lager is, is de band mogelijk ernstig
beschadigd.
OPMERKING
Een noodreparatie uitvoeren
Een band mag alleen tijdelijk worden
gerepareerd indien de beschadiging te
wijten is aan perforatie van het loopvlak
door een scherp voorwerp, zoals een
spijker of schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat gro-
ter worden waardoor de band niet meer
tijdelijk gerepareerd kan worden.
De reparatieset is niet waterbestendig.
Zorg dat de bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld
bij gebruik tijdens regen.
Zet de bandenreparatieset niet op een
stoffige ondergrond, zoals in het zand of
in de berm. Als de reparatieset stof e.d.
opzuigt, kunnen er storingen optreden.
Houd de fles tijdens het gebruik niet
ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor de ban-
denreparatieset
De reparatieset heeft als voeding 12V-
gelijkstroom nodig. Sluit de reparatieset
niet aan op andere voedingsbronnen.
Als er brandstofdruppels op de repara-
tieset terechtkomen, kan de set bescha-
digd raken. Zorg dat de set niet met
brandstof in aanraking kan komen.
Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte, buiten bereik van kinderen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 335 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
336
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
Er is mogelijk onvoldoende brand-
stof aanwezig in de tank. Vul de
brandstoftank.
De motor kan verzopen zijn. Probeer
nogmaals de motor te starten en
volg daarbij de juiste startprocedu-
res. (Blz. 136)
Er kan een storing aanwezig zijn in
de startblokkering. (Blz. 72)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De accu kan te ver ontladen zijn.
(Blz. 340)
De accuklemmen kunnen loszitten of
gecorrodeerd zijn. (Blz. 275)
OPMERKING
Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel onder-
delen als de bandenspanningsmeter
niet bloot aan schokken. Hierdoor kun-
nen storingen optreden.
Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
(Blz. 281)
Als de motor niet wil
aanslaan
Als de motor niet wil aanslaan ter-
wijl wel de juiste startprocedures
zijn gevolgd (Blz. 136), kan dat
de volgende oorzaken hebben:
De motor slaat niet aan terwijl
de startmotor wel normaal
werkt.
De startmotor draait langzaam
rond, de interieurverlichting en
de koplampen gaan zwakker
branden of de claxon maakt
geen of weinig geluid.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 336 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
337
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Het startsysteem van de motor is
mogelijk defect als gevolg van een
elektrische storing, zoals een ontladen
batterij van de elektronische sleutel of
een defecte zekering. Er bestaat echter
een tijdelijke maatregel om de motor te
starten. (Blz. 337)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De accu kan te ver ontladen zijn.
(Blz. 340)
Een of beide accuklemmen zit(ten)
los. (Blz. 275)
Er kan een storing aanwezig zijn in
het stuurslotsysteem.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als het probleem niet verholpen
kan worden of als de reparatieprocedure niet
bekend is.
Als de motor niet start maar de start-
knop normaal werkt, kan de motor aan
de hand van de volgende stappen voor-
lopig worden gestart.
Gebruik deze startprocedure alleen in
noodgevallen.
1Activeer de parkeerrem.
2Controleer of de selectiehendel in
stand N staat.
3Zet het contact in stand ACC.
4Houd de startknop gedurende
ongeveer 15 seconden ingedrukt en
houd het koppelingspedaal stevig
ingetrapt.
Ook als de auto aan de hand van deze stap-
pen kan worden gestart, kan er een storing
in het systeem zijn. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De startmotor draait niet
De startmotor draait niet, de
interieurverlichting en de
koplampen gaan niet aan of de
claxon maakt geen geluid.
Noodstartfunctie
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 337 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
338
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
Controleer of het Smart entry-systeem met
startknop niet is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen. Is de func-
tie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 360)
Controleer of de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld,
schakel hem dan uit. (Blz. 110)
Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kan een
nieuwe originele sleutel maken
met behulp van de andere origi-
nele mechanische sleutel en het
sleutelnummer op uw plaatje met
sleutelnummer.
Bewaar het plaatje met het sleutel-
nummer op een veilige plaats bui-
ten de auto, bijvoorbeeld in uw
portemonnee.
OPMERKING
Wanneer u een elektronische sleutel
verliest
Als de elektronische sleutel zoek blijft,
wordt het risico aanzienlijk groter dat de
auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met
alle overgebleven elektronische sleutels
die bij uw auto zijn geleverd naar een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken (Blz. 110) of de elek-
tronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is,
werken het Smart entry-systeem
met startknop en de afstandsbe-
diening niet. In dat geval kunnen
de portieren worden geopend of
kan de motor worden gestart door
de onderstaande procedure te vol-
gen.
OPMERKING
In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische
sleutels die bij uw auto zijn geleverd, naar
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 338 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
339
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Gebruik de mechanische sleutel
(Blz. 102) om de volgende handelin-
gen uit te voeren:
1Vergrendelen van alle portieren
2Ontgrendelen van alle portieren
Aan de sleutel gekoppelde functies
1Sluiten van de ruiten (draaien en vast-
houden)*
2Openen van de ruiten (draaien en vast-
houden)*
*: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
1Zet de selectiehendel in stand N en
trap het koppelingspedaal in.
2Houd de elektronische sleutel met
de achterzijde van de vergrendel-
toets en ontgrendeltoets tegen de
startknop.
Wanneer de elektronische sleutel wordt
gesignaleerd, klinkt er een zoemer en wordt
het contact AAN gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoonlijke
voorkeursinstellingen, wordt het contact in
stand ACC gezet.
3Trap het koppelingspedaal stevig in
en controleer of wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedis-
play.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren
WAARSCHUWING
Bij het gebruik van de mechanische
sleutel en het bedienen van de elek-
trisch bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruit nadat
u hebt gecontroleerd of er geen risico is
dat een passagier met een lichaamsdeel
bekneld kan raken tussen de ruit.
Laat tevens de mechanische sleutel niet
bedienen door kinderen. Het kan gebeu-
ren dat een lichaamsdeel van een kind of
een andere passagier klem komt te zitten
door het bedienen van de elektrisch
bedienbare ruit.
Starten van de motor
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 339 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
340
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
4Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
motor nog steeds niet kan worden
gestart.
Uitzetten van de motor
Zet de selectiehendel in stand N en druk op
de startknop zoals u normaliter zou doen bij
het afzetten van de motor.
Batterij elektronische sleutel
Omdat deze procedure een noodmaatregel
is, wordt geadviseerd de batterij van de elek-
tronische sleutel zo snel mogelijk te laten ver-
vangen als deze ontladen is. (Blz. 295)
Alarm (indien aanwezig)
Wanneer u de portieren met de mechanische
sleutel vergrendelt, is het alarmsysteem niet
ingeschakeld.
Het alarm kan worden geactiveerd als een
portier met de mechanische sleutel wordt
ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is inge-
steld. (Blz. 74)
Wijzigen van de stand van het contact
Laat het koppelingspedaal los en druk de
startknop in stap 3 hierboven in.
De motor wordt niet gestart en de modus ver-
andert iedere keer dat de knop wordt inge-
drukt. (Blz. 138)
Als u de beschikking hebt over een set
startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten
met behulp van de onderstaande hulp-
startprocedure.
1Auto's met een alarm (Blz. 74):
Controleer of u de sleutel bij u hebt.
Als u de startkabels aansluit, kan het alarm
afgaan of kunnen de portieren worden ver-
grendeld, afhankelijk van de situatie.
(Blz. 75)
2Open de motorkap. (Blz. 268)
Als de accu ontladen is
U kunt de volgende procedures
gebruiken om de motor te starten
als de accu leeg is.
U kunt ook contact opnemen met
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Opnieuw starten van de motor
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 340 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
341
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
3Verwijder de motorafdekplaat.
4Sluit de positieve startkabelklem aan op van uw auto en sluit de klem aan de
andere zijde van de positieve startkabel aan op van de tweede auto. Sluit
vervolgens de negatieve kabelklem aan op van de tweede auto en sluit de
klem aan de andere zijde van de negatieve startkabel aan op .
Pluspool (+) accu (uw auto)
Pluspool (+) accu (tweede auto)
Minpool (-) accu (tweede auto)
Stevig, niet-bewegend, niet-gelakt metalen punt, ver weg van de accu en bewe-
gende delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 341 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
342
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
5Start de motor van de tweede auto.
Verhoog het motortoerental iets en
laat de motor gedurende ongeveer
5 minuten met het verhoogde toe-
rental draaien om de accu van uw
auto op te laden.
6Open en sluit een van de portieren
terwijl het contact UIT staat.
7Houd het motortoerental van de
tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het contact
AAN te zetten.
8Verwijder de startkabels in exact de
omgekeerde volgorde van aanslui-
ten als de motor van uw auto aan-
geslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aan-
geslagen is, de auto zo snel mogelijk
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Starten van de motor als de accu leeg is
De auto kan niet worden aangeduwd.
Voorkomen van ontlading van de accu
Zet de koplampen en het audiosysteem uit
als de motor is uitgeschakeld.
Schakel niet-noodzakelijke elektrische ver-
bruikers uit als er gedurende langere tijd
met lage snelheden gereden wordt, bij-
voorbeeld in een file.
Als de accu verwijderd of ontladen is
De in de ECU opgeslagen informatie wordt
gewist. Laat wanneer de accu volledig is
ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Sommige systemen moeten mogelijk wor-
den geïnitialiseerd. (Blz. 369)
Verwijderen van de accuklemmen
Wanneer de accuklemmen worden verwij-
derd, wordt de in de ECU opgeslagen infor-
matie gewist. Neem voordat u de
accuklemmen losneemt contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs
wanneer de auto niet in gebruik is. Dit wordt
veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het
effect van bepaalde elektrische apparatuur.
Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt,
kan de accu ontladen en kan de auto moge-
lijk niet meer worden gestart. (De accu laadt
automatisch op tijdens het rijden.)
Bij het bijladen of vervangen van de
accu
Wanneer de accu is ontladen, is het in
sommige gevallen niet mogelijk om de por-
tieren te ontgrendelen met het Smart entry-
systeem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te vergrendelen of
te ontgrendelen.
Mogelijk start de motor niet bij de eerste
poging nadat de accu weer is opgeladen,
maar start hij wel normaal na de tweede
poging. Dit duidt niet op een storing.
De stand van het contact wordt door de
auto opgeslagen. Wanneer de accu weer
wordt aangesloten, keert het systeem
terug naar de stand die was geselecteerd
voordat de accu ontladen raakte. Zet het
contact UIT voordat u de accu losmaakt.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten
van de accu wanneer u niet zeker weet in
welke stand het contact stond voordat de
accu ontladen raakte.
Bij het vervangen van de accu
Gebruik een originele accu die speciaal is
ontworpen voor gebruik met het Stop &
Start-systeem of een accu met gelijkwaar-
dige specificaties. Wanneer een niet-
ondersteunde accu wordt gebruikt, wordt
de werking van het Stop & Start-systeem
mogelijk beperkt om de accu te bescher-
men. Ook nemen de prestaties van de
accu mogelijk af en kan de motor mogelijk
niet worden herstart. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Gebruik een accu die voldoet aan de Euro-
pese wetgeving.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 342 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
343
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Gebruik een accu van hetzelfde formaat
als de vorige, met een gelijkwaardige
capaciteit van 20 uur (20HR) of meer en
een gelijkwaardige startkracht (CCA) of
meer. Controleer het label op de boven-
zijde van de accu voor het formaat en de
specificaties ervan (bijv.: LN3, 65 Ah, 600
A).
Als het formaat verschilt, kan de accu niet
goed worden bevestigd.
Als de capaciteit laag is, zelfs als de auto
korte tijd niet gebruikt is, kan de accu ont-
laden en kan de motor mogelijk niet meer
worden gestart.
Gebruik een geventileerde cadmiumaccu
Bevestig, na vervanging, de volgende
onderdelen stevig aan de uitlaatopening
van de accu.
Gebruik de uitlaatslang die vóór vervan-
ging aan de accu was bevestigd en contro-
leer of deze goed op de opening van de
auto is bevestigd.
Gebruik de plug van de uitlaatopening die
bij de vervangende accu hoort of die van
de vervangen accu. (Afhankelijk van de te
vervangen accu is de uitlaatopening moge-
lijk afgesloten.)
Plug uitlaatopening
Uitlaatopening
Uitlaatslang
Neem voor meer informatie contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Verwijderen van de accuklemmen
Verwijder altijd eerst de minkabel (-). Als
de pluspool (+) bij het verwijderen in con-
tact komt met metalen onderdelen in de
buurt, kunnen er vonken ontstaan waar-
door brand kan ontstaan. Ook kunt u een
elektrische schok krijgen en ernstig letsel
oplopen.
Voorkomen van brand en explosie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om te voorkomen dat het licht ont-
vlambare gas dat uit de accu kan komen,
per ongeluk tot ontbranding komt:
Zorg ervoor dat de startkabel aange-
sloten wordt op de juiste accupool en
niet per ongeluk in aanraking komt met
een ander onderdeel dan de bedoelde
accupool.
Zorg ervoor dat de op de “+”-pool aan-
gesloten startkabel niet in contact komt
met andere onderdelen of metalen
oppervlakken, zoals metalen steunen
en ongelakt metaal.
Laat de “+” en “-” klemmen van de start-
kabels niet in contact komen met elkaar.
Rook niet en gebruik geen lucifers, aan-
stekers en open vuur in de buurt van de
accu.
Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de accu
De accu bevat giftige en corrosieve elek-
trolyt en de onderdelen van de accu bevat-
ten lood en loodhoudende
samenstellingen. Neem bij het omgaan
met de accu de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht:
Draag bij het werken met de accu altijd
een veiligheidsbril en zorg ervoor dat de
vloeistof uit de accu niet in contact komt
met de huid, kleding of de carrosserie
van de auto.
Leun niet over de accu heen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 343 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
344
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
Was accuvloeistof, die op de huid of in
de ogen terecht is gekomen, direct weg
met water en raadpleeg een arts. Bedek
de plaats waar de accuvloeistof op
terechtgekomen is met een natte spons
of doek totdat er medische hulp kan
worden verkregen.
Was altijd uw handen nadat u de accu-
drager, de accupolen en andere accu-
gerelateerde onderdelen hebt aange-
raakt.
Houd kinderen uit de buurt van de accu.
Na het opladen van de accu
Laat de accu zo snel mogelijk controleren
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de accu verouderd raakt en nog wordt
gebruikt, kan een onwelriekend gas wor-
den uitgestoten. Dit kan schadelijk zijn
voor de gezondheid van de passagiers.
Bij het vervangen van de accu
Neem voor meer informatie over het
vervangen van de accu contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Bevestig, na vervanging, de uitlaatslang
en de plug van de uitlaatopening stevig
op de uitlaatopening van de vervan-
gende accu. Wanneer deze niet goed
worden geplaatst, kunnen gassen
(waterstof) in het interieur van de auto
terechtkomen en kan het gas ontbran-
den en ontploffen.
OPMERKING
Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startka-
bels voor dat deze niet verstrikt raken in
de koelventilator of in de aandrijfriem van
de motor.
Voorkomen van beschadiging van de
auto
De speciale hulpstartaansluiting moet wor-
den gebruikt als de accu in een noodgeval
vanuit een andere auto wordt geladen.
Deze kan niet worden gebruikt als hulp-
start voor een andere auto.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 344 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
345
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
1Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand, schakel de airconditio-
ning uit en zet vervolgens de motor
af.
2Als er stoom te zien is: Open, nadat
de stoom is verdwenen, voorzichtig
de motorkap.
Als er geen stoom te zien is: Open
voorzichtig de motorkap.
3Controleer nadat de motor vol-
doende is afgekoeld de slangen en
het radiateurblok (radiateur) op spo-
ren van lekkage.
Koelventilator
Radiateur
Neem bij lekkage van een grote hoeveelheid
koelvloeistof onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
4Het koelvloeistofniveau is correct
als het zich tussen de streepjes
MAX en MIN bevindt.
Reservoir
Bovenste streepje
Onderste streepje
5Vul indien nodig koelvloeistof bij.
Als de motor oververhit
raakt
Het volgende kan erop duiden dat
de auto oververhit raakt.
De koelvloeistoftemperatuurme-
ter (Blz. 83) komt in het rode
gebied of u merkt dat de motor
minder vermogen levert. (De auto
accelereert bijvoorbeeld niet als
het gaspedaal wordt ingetrapt.)
“Engine Coolant Temp High Stop
in a Safe Place See Owner’s
Manual” (Temperatuur koelvloei-
stof te hoog. Breng auto op veilige
plaats tot stilstand. Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Er komt stoom onder de motorkap
uit.
Correctieprocedures
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 345 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
346
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
In noodgevallen mag ook water gebruikt
worden als u geen koelvloeistof bij de hand
hebt.
6Start de motor, schakel de aircondi-
tioning in en controleer of de koel-
ventilator van de radiateur draait en
of er geen koelvloeistof lekt uit de
radiateur of de slangen.
De koelventilator gaat draaien als de aircon-
ditioning wordt ingeschakeld direct na een
koude start. Controleer of de ventilator draait
door ernaar te luisteren en te voelen of er
luchtstroom is. Schakel als u hier niet zeker
van bent de airconditioning nog een aantal
keer in en uit. (De ventilator werkt mogelijk
niet bij temperaturen beneden het vries-
punt.)
7Als de koelventilator niet draait: Zet
de motor onmiddellijk af en neem
contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als de koelventilator draait: Laat de
auto controleren door de dichtstbij-
zijnde erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
Bij controles in de motorruimte van
uw auto
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel,
zoals brandwonden, tot gevolg hebben.
Als er stoom onder de motorkap van-
daan komt, open de motorkap dan niet
voordat de stoom is verdwenen. De
motorruimte kan zeer heet zijn.
Houd uw handen en kleding (met name
stropdassen, sjaals en dassen) uit de
buurt van de ventilator en aandrijfrie-
men. Als u dit niet doet, kunnen uw han-
den of kleding bekneld raken, wat kan
leiden tot ernstig letsel.
Draai de radiateurdop of de dop van het
koelvloeistofreservoir niet los als de
motor en de radiateur heet zijn.
Er kan hete stoom of koelvloeistof uit
spuiten.
OPMERKING
Bij het bijvullen van koelvloeistof
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat de
motor voldoende is afgekoeld. Het te snel
bijvullen van koude koelvloeistof bij een
hete motor kan schade aan de motor ver-
oorzaken.
Voorkomen van beschadigingen aan
het koelsysteem
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen:
Zorg dat de koelvloeistof niet verontrei-
nigd raakt (bijvoorbeeld met zand of
stof)
Gebruik geen koelvloeistofadditief.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 346 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
347
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
1Zet de motor uit. Activeer de par-
keerrem en zet de selectiehendel in
stand N.
2Verwijder modder, sneeuw of zand
rond de voorwielen.
3Leg een stuk hout, stenen of ander
materiaal onder de voorwielen om
de wielen grip te geven.
4Start de motor opnieuw.
5Zet de selectiehendel in de 1e ver-
snelling of in stand R en deactiveer
de parkeerrem. Trap vervolgens
voorzichtig het gaspedaal in.
Wanneer u de auto moeilijk los kunt krij-
gen
Druk op de schakelaar om de TRC uit te
schakelen.
Het controlelampje TRC OFF gaat branden.
Als de auto vast komt te
zitten
Voer de volgende procedures uit
als de banden doorslippen of als
de auto vastzit in modder, sneeuw,
enz.:
Herstelprocedure
WAARSCHUWING
Bij het vrij proberen te krijgen van
een auto die vastzit
Als u de auto in beweging wilt krijgen door
te “schommelen”, controleer dan eerst of
er in de omgeving van de auto geen
andere auto's, objecten of personen aan-
wezig zijn die geraakt zouden kunnen wor-
den als de auto plotseling in beweging
komt. De auto kan ook een plotselinge
beweging maken als de wielen weer grip
krijgen. Neem de grootst mogelijke voor-
zichtigheid in acht.
Bedienen van de selectiehendel
Zet de selectiehendel niet in een andere
stand wanneer u het gaspedaal ingetrapt
hebt.
Anders kan de auto onverwacht snel acce-
lereren, waardoor een aanrijding en ern-
stig letsel kunnen ontstaan.
OPMERKING
Om beschadiging van de transmissie
en andere componenten te voorko-
men
Vermijd dat de voorwielen doorslippen
en dat u het gaspedaal verder dan
noodzakelijk intrapt.
Als de auto na deze pogingen nog
steeds vastzit, moet deze door een
ander voertuig worden losgetrokken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 347 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
348
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 348 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
8
349
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8
Voertuigspecificaties
Voertuigspecificaties
8-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.)..... 350
Informatie over brandstof....... 358
8-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen .......... 360
8-3. Initialisatie
Te initialiseren onderdelen..... 369
8-4. Verklaringen
Verklaringen........................... 370
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 349 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
350
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-1. Specificaties
8-1.Specificaties
*: Ongeladen auto
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer (VIN)
is het wettelijke identificatienummer
van uw auto. Dit is het belangrijkste
identificatienummer van uw Toyota. Het
wordt gebruikt voor het op naam zetten
van de auto.
Dit nummer is aangebracht onder de
rechter voorstoel.
Dit nummer is tevens links boven op
het dashboard ingeslagen.
Dit nummer staat ook op het type-
plaatje.
Onderhoudsgegevens (brandstof, oliepeil, enz.)
Afmetingen en gewichten
Totale lengte 3.995 mm (157,3 in.)
Totale breedte 1.805 mm (71,1 in.)
Totale hoogte*1.445 mm (56,9 in.)
Wielbasis 2.560 mm (100,8 in.)
Spoorbreedte Voor 1.535 mm (60,4 in.)
Achter 1.565 mm (61,6 in.)
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht 1.645 kg (3.627 lb.)
Maximale asbelasting Voor 970 kg (2.138 lb.)
Achter 900 kg (1.984 lb.)
Identificatie van de auto
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 350 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
351
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
Motornummer
Het motornummer is op de aangegeven
plaats ingeslagen in het motorblok.
Motor
Uitvoering G16E-GTS
Type 3-cilinder lijnmotor, 4-takt, benzine
Boring x slag 87,5 89,7 mm (3,44 3,53 in.)
Cilinderinhoud 1.618 cm3 (98,7 cu. in.)
Dynamoriemspanning Automatische afstelling
OPMERKING
Type aandrijfriem
Een aandrijfriem met een hoge sterkte is gebruikt als aandrijfriem aan dynamozijde. Vervang
de aandrijfriem door een originele Toyota aandrijfriem met een hoge sterkte of gelijkwaardig.
Als er geen riem met een hoge sterkte wordt gebruikt, zal de riem eerder slijten. De aandrijf-
riem met een hoge sterkte bevat een aramidekern die sterker is dan gewone riemen met een
PET- of PEN-kern.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 351 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
352
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-1. Specificaties
*: Als er geen loodvrije benzine met een research-octaangetal van 98 beschikbaar is, mag ook
loodvrije benzine met een research-octaangetal van 95 worden gebruikt zonder dat dit ten
koste gaat van de levensduur van de motor of de rijeigenschappen.
Oliehoeveelheid (verversen [bij
benadering*])
*: De aangegeven hoeveelheid motorolie is
een referentiehoeveelheid voor het ver-
versen van de motorolie. Breng de motor
op bedrijfstemperatuur en zet de motor
uit, wacht ten minste 8 minuten en contro-
leer het oliepeil met de peilstok.
Keuze motorolie
Benzinemotor
De motor is af fabriek gevuld met origi-
nele Toyota-motorolie. Toyota beveelt
het gebruik van originele Toyota-motor-
olie aan. Er kan ook andere motorolie
van gelijkwaardige kwaliteit worden
gebruikt.
Oliesoort:
API grade SN PLUS “Resource-Con-
serving” of SP “Resource-Conserving”;
of ILSAC GF-6A multigrade-motorolie
Aanbevolen viscositeit (SAE): SAE 0W-
20
Te verwachten temperatuurbereik
tot de volgende verversing
Brandstof
Brandstofsoort
Als u dit soort labels aantreft bij het tanksta-
tion, gebruik dan alleen brandstof met een van
de onderstaande labels.
EU:
Uitsluitend loodvrije benzine conform de Euro-
pese norm EN228
Behalve EU:
Uitsluitend loodvrije benzine
Research-octaangetal 98 of hoger*
Inhoud brandstoftank
(bij benadering) 50,0 l (13,2 gal., 11,0 Imp. gal.)
Smeersysteem
Met filter 4,3 l (4,5 qt., 3,7 Imp. qt.)
Zonder filter 4,0 l (4,2 qt., 3,5 Imp. qt.)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 352 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
353
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
Viscositeit (als voorbeeld wordt hier
0W-20 gebruikt):
Het gedeelte 0W in 0W-20 geeft aan
dat de olie ervoor zorgt dat de motor
goed start bij koud weer. Olie met
een lage waarde voor de W zorgt dat
de motor goed start bij koud weer.
Het gedeelte 20 in 0W-20 geeft de
viscositeit van de olie weer als de
olie een hoge temperatuur heeft.
Merktekens oliekwaliteit:
Let er bij het aanschaffen van motorolie
op of ten minste één van beide boven-
staande symbolen op de verpakking is
gedrukt.
API-symbool
Bovenste deel: API SERVICE SP geeft de
kwaliteit van de motorolie aan en is vastge-
steld door API (American Petroleum Insti-
tute).
Middelste deel: SAE 0W-20 geeft de viscosi-
teit aan.
Onderste deel: In dit deel staat “Resource-
Conserving”, wat staat voor brandstofbespa-
rende en groene eigenschappen.
ILSAC-symbool
Het ILSAC-symbool (International Lubricant
Standardization and Approval Committee)
staat op de voorzijde van de verpakking.
Koelsysteem
Inhoud (referentiewaarde) 5,2 l (5,5 qt., 4,6 Imp. qt.)
Soort koelvloeistof
Gebruik een van de volgende middelen:
Toyota Super Long Life Coolant
Of een gelijkwaardig product
Gebruik niet uitsluitend kraanwater.
Ontstekingssysteem (bougie)
Merk DILKAR8U7G
Elektrodenafstand 0,7 mm (0,027 in.)
OPMERKING
Bougies met iridium elektroden
Gebruik alleen bougies met iridium elektroden. Wijzig de elektrodenafstand niet.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 353 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
354
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-1. Specificaties
*: Indien originele Toyota-remvloeistof DOT4, CLASS6, FMVSS Nr. 116 DOT4 of SAE
J1704LV niet beschikbaar is, mag originele Toyota-remvloeistof DOT3, FMVSS Nr. 116
DOT3 of SAE J1703 worden gebruikt zonder dat dit ten koste gaat van de duurzaamheid
van de remmen.
Elektrisch systeem (accu)
Klemspanning bij 20°C (68°F):
12,3 V of hoger
Als de desbetreffende spanning lager is dan de stan-
daardwaarde, laad dan de accu op.
(De spanning wordt gemeten 20 minuten nadat de
motor en verlichting zijn uitgeschakeld.)
Laadstroom Max. 5 A
Handgeschakelde transmissie
Inhoud transmissievloeistof (referen-
tiewaarde)
Auto's met een differentieel met beperkte slip
2,0 l (2,1 qt., 1,7 Imp. qt.)
Auto's zonder een differentieel met beperkte slip
2,1 l (2,2 qt., 1,8 Imp. qt.)
Type transmissie-olie Toyota handgeschakelde-transmissievloeistof type LV
GL-4 75W of gelijkwaardig
OPMERKING
Type transmissievloeistof
Houd er rekening mee dat, afhankelijk van de specifieke kenmerken van de transmissie-
vloeistof die is gebruikt of de omstandigheden, het geluid bij het stationair draaien, het
schakelgevoel en/of het brandstofverbruik kunnen afwijken. In het ergste geval kan ver-
keerde transmissievloeistof of verkeerd gebruik schade aan de transmissie veroorzaken.
Toyota raadt voor optimale prestaties het gebruik van originele Toyota transmissievloei-
stof type LV GL-4 75W aan.
Uw auto is af fabriek gevuld met originele Toyota handgeschakelde-transmissievloeistof type
LV GL-4 75W.
Gebruik alleen door Toyota goedgekeurde originele Toyota handgeschakelde-transmissie-
vloeistof type LV GL-4 75W of gelijkwaardig met de hierboven aangegeven specificatie.
Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Koppeling (handgeschakelde transmissie)
Vrije slag pedaal 3 15 mm (0,1 0,6 in.)
Soort vloeistof Originele Toyota-remvloeistof DOT4, CLASS6*,
FMVSS Nr. 116 DOT4 of SAE J1704LV*
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 354 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
355
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
Uw auto is af fabriek gevuld met originele Toyota-differentieelolie.
Gebruik alleen originele Toyota differentieelolie of een gelijkwaardige olie die vol-
doet aan de bovenstaande specificatie. Neem voor meer informatie contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Uw auto is af fabriek gevuld met originele Toyota-differentieelolie.
Gebruik alleen originele Toyota differentieelolie of een gelijkwaardige olie die vol-
doet aan de bovenstaande specificatie. Neem voor meer informatie contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Tussenbak
Inhoud 0,45 l (0,48 qt., 0,40 Imp.qt.)
Oliesoort en viscositeit Originele Toyota-differentieelolie LT 75W-85 GL-5 of
gelijkwaardig
OPMERKING
Voorzorgsmaatregel type tussenbakolie
Gebruik van andere tussenbakolie dan de voorgeschreven olie kan leiden tot abnormale
geluiden en trillingen en schade aanrichten aan de tussenbak van uw auto.
Achterdifferentieel
Inhoud 0,5 l (0,5 qt., 0,4 Imp.qt.)
Oliesoort en viscositeit
Auto's met
een differen-
tieel met
beperkte slip
Originele Toyota-differentieelolie LX 75W-85 GL-
5 of gelijkwaardig
Auto's zon-
der een diffe-
rentieel met
beperkte slip
Originele Toyota-differentieelolie LT 75W-85 GL-5
of gelijkwaardig
OPMERKING
Voorzorgsmaatregel type differentieelolie
Gebruik van andere differentieelolie dan de voorgeschreven olie kan leiden tot abnormale
geluiden en trillingen en schade aanrichten aan het differentieel van uw auto.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 355 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
356
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-1. Specificaties
*1: Minimumafstand van pedaal tot vloer bij een pedaalkracht van 300 N (31,0 kg, 67,4 lbf) met
draaiende motor.
*2: Auto's met rechtse besturing
*3: Auto's met linkse besturing
*4: Slag parkeerremhendel bij een aantrekkracht van 200 N (20,4 kg, 45,0 lbf)
*5: Indien originele Toyota-remvloeistof DOT4, CLASS6, FMVSS Nr. 116 DOT4 of SAE
J1704LV niet beschikbaar is, mag originele Toyota-remvloeistof DOT3, FMVSS Nr. 116
DOT3 of SAE J1703 worden gebruikt zonder dat dit ten koste gaat van de duurzaamheid
van de remmen.
Type A
Remmen
Afstand van pedaal tot vloer*1 Min. 98 mm (3,9 in.)*2
Min. 100 mm (4,0 in.)*3
Vrije slag pedaal 1 6 mm (0,04 0,24 in.)
Slag parkeerremhendel*4 5 8 klikken
Soort vloeistof Originele Toyota-remvloeistof DOT4, CLASS6*5,
FMVSS Nr. 116 DOT4 of SAE J1704LV*5
Stuurinrichting
Vrije slag Minder dan 30 mm (1,2 in.)
Banden en velgen
Bandenmaat 225/40ZR18 (92Y)
Bandenspanning
(Aanbevolen bandenspanning koud)
Voorwiel
kPa (kg/cm2 of bar,
psi)
Achterwiel
kPa (kg/cm2 of bar,
psi)
220 (2,2, 32) 200 (2,0, 29)
Wielmaat 18 8J
Aanhaalmoment wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 356 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
357
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
Type B
Bij het rijden met een aanhangwagen
Verhoog de aanbevolen bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm2 of bar, 3 psi) en rijd langza-
mer dan 100 km/h (62 mph).
A: Glassokkellampen (helder)
B: Buislampjes
Bandenmaat 225/40R18 88W
Bandenspanning
(Aanbevolen banden-
spanning koud)
Rijsnelheid
Voorwiel
kPa (kg/cm2 of bar,
psi)
Achterwiel
kPa (kg/cm2 of bar,
psi)
Voor snelheden boven
200 km/h (124 mph) 250 (2,5, 36) 230 (2,3, 33)
Voor snelheden onder
200 km/h (124 mph) 220 (2,2, 32) 200 (2,0, 29)
Wielmaat 18 8J
Aanhaalmoment wielmoeren 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Lampen
Lampen WType
Exterieur Kentekenplaatverlichting 5 A
Interieur Interieurverlichting achter 8 B
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 357 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
358
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-1. Specificaties
Gebruik van benzine vermengd met
ethanol in een benzinemotor
Toyota staat het gebruik van benzine ver-
mengd met ethanol toe wanneer de hoeveel-
heid ethanol maximaal 10% bedraagt.
Controleer of het octaangetal van de benzine
met ethanol aan bovenstaande voorwaarden
voldoet.
Als de motor pingelt
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Het kan een enkele keer voorkomen dat u
de motor licht hoort pingelen tijdens acce-
lereren of bij het oprijden van een heuvel.
Dit is normaal en is geen reden tot
bezorgdheid.
Informatie over brandstof
Als u dit soort labels aantreft bij
het tankstation, gebruik dan alleen
brandstof met een van de onder-
staande labels.
EU
Gebruik uitsluitend loodvrije ben-
zine conform de Europese norm
EN228.
Gebruik loodvrije benzine met een
research-octaangetal van 98 of
hoger voor optimale prestaties
van uw auto.
Als de juiste brandstof echter niet
is te verkrijgen, mag tijdelijk lood-
vrije benzine met een research-
octaangetal van 95 worden
gebruikt. Door het gebruik van
dergelijke benzine kan de motor
gaan pingelen of kan het motor-
vermogen sterk afnemen, om de
motor tijdens het rijden onder
zware belasting te beschermen.
Voorkom dit door de tank zo snel
mogelijk bij te vullen met euro-
loodvrij.
Behalve EU
Gebruik uitsluitend loodvrije ben-
zine.
Gebruik loodvrije benzine met een
research-octaangetal van 98 of
hoger voor optimale prestaties
van uw auto.
Als de juiste brandstof echter niet
is te verkrijgen, mag tijdelijk lood-
vrije benzine met een research-
octaangetal van 95 worden
gebruikt. Door het gebruik van
dergelijke benzine kan de motor
gaan pingelen of kan het motor-
vermogen sterk afnemen, om de
motor tijdens het rijden onder
zware belasting te beschermen.
Voorkom dit door de tank zo snel
mogelijk bij te vullen met euro-
loodvrij.
OPMERKING
Opmerking over de brandstofkwali-
teit
Gebruik de juiste brandstoffen. De
motor zal beschadigd raken wanneer u
de verkeerde brandstof gebruikt.
Gebruik geen benzine met metaalhou-
dende additieven, zoals mangaan, ijzer
of lood, omdat dit schade aan uw motor
of emissieregelsysteem kan veroorza-
ken.
Voeg geen aftermarket metaalhoudende
brandstofadditieven toe.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 358 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
359
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
OPMERKING
EU: Gebruik geen bio-ethanolbrandstof
die wordt verkocht onder de naam E50
of E85, of brandstof met een hoog
ethanolgehalte. Bij gebruik van deze
brandstoffen wordt het brandstofsys-
teem beschadigd. Neem bij twijfel con-
tact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Buiten EU: Gebruik geen bio-ethanol-
brandstof die wordt verkocht onder de
naam E50 of E85, of brandstof met een
hoog ethanolgehalte. Uw auto is
geschikt voor benzine met maximaal
10% ethanol. Bij het gebruik van brand-
stof met meer dan 10% ethanol (E10)
wordt het brandstofsysteem van de auto
beschadigd. Zorg ervoor dat u brandstof
tankt met de juiste specificaties en de
vereiste kwaliteit. Neem bij twijfel con-
tact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Gebruik geen methanolhoudende ben-
zine, zoals M15, M85 of M100. Door
methanolhoudende benzine te gebrui-
ken kan de motor beschadigd raken of
kunnen er storingen in optreden.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 359 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
360
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
8-2.Persoonlijke voorkeursinstellingen
Wijzigen met behulp van het
scherm van het navigatie-/multi-
mediasysteem (auto's met naviga-
tie-/multimediasysteem)
1Druk op de toets MENU.
2Selecteer “Setup” (instellingen) op
het scherm “Menu”.
3Selecteer “Vehicle” (voertuig) op het
scherm “Setup” (instellingen).
4Selecteer “Vehicle Customization”
(voertuigaanpassingen).
Er kunnen verschillende instellingen worden
gewijzigd. Raadpleeg het overzicht met
instellingen die kunnen worden gewijzigd
voor meer informatie.
Wijzigen met de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel
1Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
2Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om het item te selecteren
dat u aan uw persoonlijke voorkeur
wilt aanpassen.
3Houd ingedrukt of druk erop.
De beschikbare instellingen verschillen
afhankelijk van of wordt ingedrukt of
ingedrukt wordt gehouden. Volg de instruc-
ties op het display.
Systemen met
mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen
Uw auto is voorzien van verschil-
lende elektronische functies die
naargelang uw persoonlijke voor-
keur kunnen worden ingesteld. De
instellingen van deze functies kun-
nen worden gewijzigd met behulp
van het multi-informatiedisplay,
het scherm van het navigatie-/mul-
timediasysteem of bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Functies van de auto
aanpassen aan de persoonlijke
voorkeur
WAARSCHUWING
Tijdens het aanpassen van de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
Aangezien de motor tijdens het aanpassen
moet draaien, dient de auto te worden
geparkeerd op een plaats met voldoende
ventilatie. In een afgesloten ruimte, zoals
een garage, kunnen uitlaatgassen die het
schadelijke koolmonoxide (CO) bevatten,
zich ophopen en in de auto terechtkomen.
Dit kan zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het aanpassen van de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
Om te voorkomen dat de accu leegraakt,
dient de motor te draaien terwijl de per-
soonlijke voorkeursinstellingen worden
aangepast.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 360 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
361
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere func-
ties. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Instellingen die u kunt wijzigen op het scherm van het audiosysteem (indien
aanwezig)
Instellingen die u met de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel kunt
wijzigen
Instellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden
gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, — = niet beschikbaar
Alarm* (Blz. 74)
*: Indien aanwezig
Meters, tellers en multi-informatiedisplay (Blz. 83, 86)
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Schakelt het alarm uit wanneer
de portieren worden ontgren-
deld met de sleutel of de
mechanische sleutel
Uit Aan O
Functie*1 Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Taal*2 Engels *3 O
Eenheden*2 l/100 km km/l O
mijlen (MPG)*4
Weergave brandstofverbruik
Totaal gemiddelde
(gemiddeld brand-
stofverbruik [sinds
resetten])
Ritgemiddelde (gemid-
deld brandstofverbruik
[sinds starten])
O
Gemiddelde per tank-
beurt (gemiddeld brand-
stofverbruik [sinds
tanken])
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 361 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
362
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
*1: Voor meer informatie over elke functie: Blz. 90
*2: De standaardinstelling verschilt per land.
*3: Arabisch, Spaans, Russisch, Frans, Duits, Italiaans, Nederlands, Turks, Pools, Hebreeuws,
Noors, Zweeds, Deens, Oekraïens, Fins, Grieks, Tsjechisch, Portugees, Roemeens, Slo-
waaks, Hongaars, Vlaams
*4: Indien aanwezig
Head-up display* (Blz. 92)
*: Indien aanwezig
Audiosysteemgekoppeld dis-
play*4 Aan Uit O
Type rij-informatie Sinds starten Sinds resetten O
Rij-informatie-items (eerste
item) Afstand Gemiddelde rijsnelheid O
Verstreken tijd
Rij-informatie-items (tweede
item) Verstreken tijd Gemiddelde rijsnelheid O
Afstand
Pop-updisplay Aan Uit O
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Head-up display Aan Uit O
Informatie van instrumenten-
paneel Toerenteller Geen inhoud O
Routebegeleiding naar
bestemming/straatnaam*Aan Uit O
Weergave ondersteunend sys-
teem*Aan Uit O
Kompas*Aan Uit O
Status bediening audiosys-
teem*Aan Uit O
Functie*1 Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 362 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
363
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
Smart entry-systeem met startknop en afstandsbediening (Blz. 103, 109)
Smart entry-systeem met startknop (Blz. 103, 107, 109)
Afstandsbediening (Blz. 101, 103)
Buitenspiegels (Blz. 122)
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Bedieningssignaal (alarmknip-
perlichten) Aan Uit O O
Tijd totdat na het ontgrendelen,
zonder dat een portier wordt
geopend, de portieren automa-
tisch weer worden vergrendeld
30 seconden
60 seconden
O
120 seconden
Waarschuwingszoemer open
portier/achterklep Aan Uit O
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Smart entry-systeem met start-
knop Aan Uit O O
Aantal opeenvolgende portier-
vergrendelingen 2 keer Zo veel als gewenst O
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Afstandsbediening Aan Uit O
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels
Gekoppeld aan
het vergrende-
len/ontgrendelen
van de portieren
Uit
O
Gekoppeld aan bedie-
ning van de startknop
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 363 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
364
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Elektrisch bedienbare ruiten (Blz. 124)
Automatische verlichting (Blz. 144)
Verlichting (Blz. 145)
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* (Blz. 160)
*: Indien aanwezig
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Bediening gekoppeld aan
gebruik van de mechanische
sleutel
Uit Aan O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening Uit Aan O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening (zoemer) Aan Uit O
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensor Standaard -2 - 2 O O
Extended Headlight Lighting
(tijd die verstrijkt voordat de
koplampen automatisch wor-
den uitgeschakeld)
30 seconden
60 seconden
O
90 seconden
120 seconden
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Verlichting Welcome Light-
systeem Aan Uit O
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem) Aan Uit O
Afstellen timing waarschuwing Gemiddeld Vroeg O
Laat
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 364 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
365
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
LTA (Lane Tracing Assist)* (Blz. 171)
*: Indien aanwezig
RSA (Road Sign Assist)*1 (Blz. 191)
*1: Indien aanwezig
*2: De RSA-functie wordt ingeschakeld wanneer het contact AAN wordt gezet.
*3: Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, werkt de waarschuwings-
zoemer niet.
*4: Auto's met navigatiesysteem
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Lane Centering-functie Aan Uit O
Gevoeligheid waarschuwing Vol Standaard O
Waarschuwingsfunctie slinge-
ren auto Aan Uit O
Gevoeligheid waarschuwing
voor slingeren Standaard Vol O
Laag
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
RSA (Road Sign Assist)*2 Aan Uit O
Meldingsmethode snelheids-
overschrijding*3 Alleen weergave Geen melding O
Weergave en zoemer
Meldingsniveau snelheids-
overschrijding 2 km/h (1 mph) 5 km/h (3 mph) O
10 km/h (5 mph)
Meldingswijze inhaalverbod Alleen weergave Geen melding O
Weergave en zoemer
Andere meldingsmethode
(melding verboden in te rij-
den)*4
Alleen weergave
Geen melding
O
Weergave en zoemer
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 365 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
366
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Stop & Start-systeem (Blz. 196)
BSM (Blind Spot Monitor)* (Blz. 200)
*: Indien aanwezig
Toyota Parking Assist-sensor* (Blz. 206)
*: Indien aanwezig
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Wijzig de duur van het Stop &
Start-systeem wanneer de
airco is ingeschakeld
Standaard Verlengd O
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
BSM-functie (Blind Spot Moni-
tor) Aan Uit O
Helderheid indicator in buiten-
spiegel Helder Gedimd O
Timing waarschuwing voor
aanwezigheid van naderende
auto (gevoeligheid)
Gemiddeld
Vroeg
O
Laat
Alleen wanneer een
auto wordt gesigna-
leerd in de dode hoek
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Toyota Parking Assist-sensor Aan Uit O
Zoemervolume Niveau 2 Niveau 1 O
Niveau 3
Detectieafstand van de
binnenste sensor voor Ver weg Dichtbij O
Detectieafstand van de
binnenste sensor achter Ver weg Dichtbij O
Detectieafstand van de
hoeksensor Ver weg Dichtbij O
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 366 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
367
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)* (Blz. 213)
*: Indien aanwezig
Airconditioning (Blz. 230)
Verlichting (Blz. 237)
*: Indien aanwezig
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert) Aan Uit O
Zoemervolume Niveau 2 Niveau 1 O
Niveau 3
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Schakelen tussen buitenlucht-
modus en de aan de schake-
laar AUTO gekoppelde
recirculatiemodus
Aan Uit O O
Functie Standaard-
instelling
Persoonlijke
voorkeursinstelling
Tijd die verstrijkt voordat de
interieurverlichting uitgaat 15 seconden
Uit
O O7,5 seconden
30 seconden
Werking als het contact UIT
wordt gezet Aan Uit O
Werking als de portieren wor-
den ontgrendeld Aan Uit O
Werking wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektroni-
sche sleutel bij u draagt
Aan Uit O
Verlichting portierbekleding*Aan Uit O
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 367 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
368
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Persoonlijke voorkeursinstellingen auto
Als het Smart entry-systeem met startknop is
uitgeschakeld, kan het ontgrendelen van de
portieren met het Smart entry-systeem en
startknop niet worden ingesteld.
In de volgende situaties wordt het
instelscherm waarop de instellingen via
het multi-informatiedisplay kunnen wor-
den gewijzigd, automatisch uitgescha-
keld.
Er verschijnt een waarschuwingsmelding
nadat het instelscherm wordt weergege-
ven.
Het contact wordt UIT gezet.
De auto begint te rijden terwijl het instel-
scherm wordt weergegeven.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 368 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
369
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-3. Initialisatie
Voertuigspecificaties
8-3.Initialisatie
Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de accu of onder-
houd aan de auto, moeten de volgende items worden geïnitialiseerd, zodat
het systeem weer op de juiste manier werkt.
Overzicht van te initialiseren onderdelen
Item Wanneer initialiseren Zie
Bandenspanningswaar-
schuwingssysteem
Verwisselen van voor- en achterwielen
met een verschillende bandenspanning
Als de bandenmaat wordt aangepast
Als de bandenspanning wordt gewijzigd
(bijvoorbeeld wanneer de rijsnelheid of
de belading verandert)
Wisselen tussen twee sets geregis-
treerde wielen.
Na het uitvoeren van de procedure voor
de zenderidentificatiecoderegistratie
Blz. 282
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 369 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
370
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
8-4.Verklaringen
Verklaringen
eCall
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 370 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
371
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
Slimme ontvanger
Smart entry-systeem met startknop
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 371 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
372
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 372 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
373
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 373 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
374
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 374 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
375
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 375 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
376
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 376 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
377
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
Slimme zender
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 377 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
378
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 378 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
379
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 379 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
380
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 380 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
381
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 381 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
382
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 382 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
383
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 383 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
384
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 384 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
385
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 385 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
386
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 386 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
387
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 387 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
388
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 388 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
389
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 389 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
390
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 390 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
391
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 391 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
392
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 392 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
393
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 393 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
394
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 394 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
395
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 395 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
396
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 396 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
397
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 397 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
398
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 398 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
399
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 399 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
400
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voor auto's die in Servië zijn verkocht
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 400 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
401
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
Slimme ECU/antenne
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 401 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
402
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 402 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
403
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 403 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
404
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 404 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
405
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 405 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
406
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 406 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
407
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 407 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
408
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 408 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
409
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 409 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
410
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 410 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
411
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
Toyota Safety Sense
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 411 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
412
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 412 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
413
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 413 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
414
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 414 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
415
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 415 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
416
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 416 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
417
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 417 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
418
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 418 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
419
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 419 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
420
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voor auto's die in Servië zijn verkocht
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 420 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
421
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
Blind Spot Monitor
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 421 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
422
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 422 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
423
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 423 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
424
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 424 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
425
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 425 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
426
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 426 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
427
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 427 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
428
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 428 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
429
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
Voor auto's die in Servië zijn verkocht
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 429 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
430
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 430 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
431
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 431 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
432
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 432 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
433
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 433 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
434
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 434 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
435
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 435 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
436
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 436 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
437
8
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Voertuigspecificaties
Voor auto's die in Servië zijn verkocht
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 437 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
438
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
8-4. Verklaringen
Krik
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 438 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
439
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Index
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)......... 440
Alfabetische index ................. 443
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 439 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
440
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
1-1.Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Als u uw mechanische sleutels ver-
loren bent, kan een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige
nieuwe originele mechanische sleu-
tels leveren. (Blz. 338)
Als u uw elektronische sleutels bent
verloren, neemt de kans dat uw auto
wordt gestolen aanmerkelijk toe.
Neem onmiddellijk contact op met
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. (Blz. 338)
Is de batterij van de elektronische
sleutel zwak of leeg? (Blz. 295)
Staat het contact AAN?
Zorg ervoor dat het contact UIT staat wan-
neer u de portieren vergrendelt. (Blz. 138)
Bevindt de elektronische sleutel zich
in de auto?
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecon-
troleerd of u de elektronische sleutel bij u
hebt.
De functie werkt mogelijk niet goed
als gevolg van de radiogolven.
(Blz. 110)
Hebt u op de startknop gedrukt ter-
wijl u het koppelingspedaal stevig
ingetrapt hield? (Blz. 136)
Kan de elektronische sleutel in de
auto worden gesignaleerd?
(Blz. 109)
Is het stuurslot ontgrendeld?
(Blz. 136)
Is de batterij van de elektronische
sleutel zwak of leeg?
De motor kan in dit geval tijdelijk op een
andere manier worden gestart. (Blz. 339)
Is de accu ontladen? (Blz. 340)
Het wordt automatisch vergrendeld
om diefstal van de auto te voorko-
men. (Blz. 136)
Als u een probleem hebt, contro-
leer dan het volgende voordat u
contact opneemt met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De portieren kunnen niet
worden vergrendeld,
ontgrendeld, geopend of
gesloten
U bent uw sleutels verloren
De portieren kunnen niet wor-
den vergrendeld of ontgrendeld
Als u denkt dat er iets mis is
De motor niet wil aanslaan
Het stuurwiel kan niet worden
gedraaid nadat de motor is uit-
geschakeld
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 440 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
441
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Is de blokkeerschakelaar van de ruit-
bediening ingedrukt?
De elektrisch bedienbare ruiten, behalve die
van het bestuurdersportier, kunnen niet wor-
den bediend als de blokkeerschakelaar van
de ruitbediening wordt ingedrukt.
(Blz. 126)
De auto power off-functie wordt
bediend als het contact gedurende
een bepaalde tijd in stand ACC of
AAN staat (de motor draait niet).
(Blz. 139)
Het controlelampje van de veilig-
heidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de passagiers hun
veiligheidsgordel? (Blz. 317)
Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(Blz. 143)
Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten waarschu-
wingszoemers. (Blz. 314, 323)
Heeft iemand een portier geopend of
bewoog er iets in de auto tijdens het
instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm
klinken. (Blz. 74)
Voer een van de onderstaande hande-
lingen uit om het alarm te deactiveren
of uit te schakelen:
Ontgrendel de portieren met de
instapfunctie of de afstandsbedie-
ning.
Start de motor. (Het alarm wordt na
enkele seconden gedeactiveerd of
uitgeschakeld.)
Bevindt de elektronische sleutel zich
in de auto?
Controleer de melding op het multi-informa-
tiedisplay. (Blz. 323)
Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden of een waarschu-
wingsmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan Blz. 314, 323.
De ruiten kunnen niet worden
geopend of gesloten met de
schakelaars van de ruitbedie-
ning
Het contact wordt automatisch
UIT gezet
Tijdens het rijden klinkt een
waarschuwingszoemer
Er wordt een alarm geactiveerd
en de claxon klinkt (auto's met
alarmsysteem)
Bij het verlaten van de auto
klinkt een waarschuwingszoe-
mer
Er gaat een waarschuwings-
lampje branden of er wordt een
waarschuwingsmelding weerge-
geven
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 441 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
442
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand en repareer de lekke
band met de bandenreparatieset.
(Blz. 325)
Voer de procedure uit voor als de
auto vastzit in modder, vuil of
sneeuw. (Blz. 347)
Wanneer zich een probleem
heeft voorgedaan
Als uw auto een lekke band
heeft
De auto zit vast
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 442 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
443
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
Alfabetische index
A
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave ..............................................89
Aan navigatiesysteem
gekoppelde weergave ...................89, 92
Aan/uit-schakelaar airbag......................43
ABS (antiblokkeersysteem).................220
Waarschuwingslampje ......................315
Accessoireaansluiting .........................244
Accu
Accu controleren ...............................275
Als de accu ontladen is .....................340
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter.......................226
Waarschuwingslampje ......................314
Achterklep.............................................106
Achterlichten
Lampen vervangen ...........................301
Lichtschakelaar .................................144
Achterruitverwarming
Achterruit...........................................232
Buitenspiegels...................................232
Voorruit..............................................231
Achterstoelen .......................................116
Hoofdsteunen....................................117
Achteruitrijlicht
Lampen vervangen ...........................301
Actieradius..............................................88
Active Torque Split AWD-systeem......220
Actueel brandstofverbruik.....................88
Afdekplaat.............................................242
Afmetingen............................................350
Afstand....................................................89
Afstandsbediening...............................101
Batterij vervangen .............................295
Energiebesparende functie ...............110
Vergrendelen/ontgrendelen...............101
Afstandsbediening audiosysteem......245
Airbags....................................................34
Aan/uit-schakelaar airbag ...................43
Airbags ................................................34
Alarm...................................................74
Alarm...................................................74
Algemene voorzorgsmaatregelen
airbags ............................................. 38
De juiste houding achter het stuur ...... 29
Plaats van airbags .............................. 34
Voorwaarden voor activering
curtain airbags.................................. 36
Voorwaarden voor activering
side airbags...................................... 36
Voorwaarden voor activering
van airbags....................................... 36
Voorwaarden voor activering van
de side airbags en curtain airbags ... 36
Voorzorgsmaatregelen airbag
voor kinderen ................................... 38
Voorzorgsmaatregelen
curtain airbags.................................. 38
Voorzorgsmaatregelen side airbags ... 38
Voorzorgsmaatregelen side airbags
en curtain airbags............................. 38
Waarschuwingslampje SRS.............. 315
Waarschuwingszoemer..................... 314
Wijzigingen aan en afvoeren
van airbags....................................... 40
Airco
Automatische airconditioning............ 230
Interieurfilter...................................... 293
Airconditioning
Automatische airconditioning............ 230
Interieurfilter...................................... 293
Alarmknipperlichten ............................ 306
Antennes (Smart entry-systeem
met startknop) ................................... 109
Antiblokkeersysteem (ABS)................ 220
Waarschuwingslampje...................... 315
Antidiefstalsysteem
Alarm .................................................. 74
Inbraaksensor..................................... 75
Startblokkering.................................... 72
Supervergrendeling ............................ 73
Automatic High Beam-systeem.......... 147
Automatische airconditioning ............ 230
Automatische verlichting.................... 144
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 443 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
444
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
B
Baby- en kinderzitjes .............................45
Punten om rekening mee te houden ...45
Rijden met kinderen in de auto ...........44
Bagageafdekking..................................243
Banden ..................................................277
Als uw auto een lekke band heeft .....325
Bandenmaat......................................356
Bandenreparatieset...........................325
Bandenspanning ...............................290
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem ..........................................279
Controle.............................................277
Sneeuwkettingen...............................227
Vervangen .........................................287
Waarschuwingslampje ......................318
Waarschuwingszoemers ...................318
Winterbanden....................................226
Wisselen van banden........................279
Bandenreparatieset..............................325
Bandenspanning ..................................290
Onderhoudsgegevens.......................356
Waarschuwingslampje ......................318
Waarschuwingszoemers ...................318
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem ..............................................279
Functie ..............................................279
Initialisatie .........................................282
Plaatsen van bandenspannings-
sensoren en -zenders.....................281
Registreren van identificatiecodes ....283
Waarschuwingslampje ......................318
Waarschuwingszoemers ...................318
Wielenset selecteren.........................285
Bekerhouders .......................................241
Bevestigingspunten bovenste gordel.. 57
Binnenspiegel ...................................... 121
Blind Spot Monitor (BSM) ................... 200
Inschakelen/uitschakelen
van de Blind Spot Monitor .............. 202
Blokkeerschakelaar ruitbediening ..... 126
Bougie................................................... 353
Brake Assist ......................................... 220
Brandstof.............................................. 153
Brandstofmeter ................................... 83
Informatie.......................................... 358
Inhoud............................................... 352
Tanken .............................................. 153
Type .................................................. 352
Uitschakelsysteem brandstofpomp... 313
Waarschuwingslampje...................... 316
Brandstofmeter ...................................... 83
Brandstofverbruik
Actueel brandstofverbruik ................... 88
Gemiddeld brandstofverbruik.............. 88
Brandstofverbruik.................................. 88
BSM (Blind Spot Monitor) ................... 200
Inschakelen/uitschakelen van
de Blind Spot Monitor..................... 202
Buitenspiegels
BSM (Blind Spot Monitor) ................. 200
Buitenspiegelverwarming.................. 232
Inklappen .......................................... 123
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) ... 213
Verstellen .......................................... 122
Buitentemperatuur........................... 83, 95
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 444 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
445
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
C
Claxon ...................................................120
Condensor ............................................274
Contact (startknop) ..............................136
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht......306
Auto power off-functie .......................139
Wijzigen van de standen
van het contact ...............................138
Contact..................................................136
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht......306
Auto power off-functie .......................139
Wijzigen van de standen
van het contact ...............................138
Controlelampje veiligheidsgordel.......317
Controlelampjes .....................................81
Cruise control
Dynamic Radar Cruise Control..........181
Curtain airbags.......................................34
D
Dagrijverlichting...................................144
Dagtellers................................................84
Dashboardkastje ..................................241
Derde remlicht
Lampen vervangen ...........................301
Differentieel...........................................355
Display
Dynamic Radar Cruise Control..........181
Head-up display ..................................92
LTA (Lane Tracing Assist)..................177
Multi-informatiedisplay ........................86
Toyota Parking Assist-sensor ............206
Waarschuwingsmelding ....................323
Draaiknop koplampverstelling............146
Dynamic Radar Cruise Control ...........181
Road Sign Assist (RSA) ....................188
Waarschuwingsmelding ....................190
Dynamic Radar Cruise Control ...........181
E
eCall ........................................................ 62
Toets SOS........................................... 62
Elektrisch bedienbare ruiten
Aan portierslot gekoppelde
werking ruiten................................. 125
Blokkeerschakelaar ruitbediening..... 126
Klembeveiliging................................. 124
Werking............................................. 124
Elektrische stuurbekrachtiging
(EPS)................................................... 220
Waarschuwingslampje...................... 316
Elektronische sleutel........................... 100
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt............................... 338
Batterij vervangen............................. 295
Energiebesparende functie............... 110
EPS (elektrische
stuurbekrachtiging)........................... 220
Waarschuwingslampje...................... 316
EXPERT-modus.................................... 221
Extended Headlight Lighting .............. 146
F
Fleshouders.......................................... 241
Noodstopsignaal ............................... 220
Parkeerrem....................................... 143
Remsysteem
Vloeistof............................................ 356
Waarschuwingslampje...................... 314
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 445 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
446
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
G
Gemiddeld brandstofverbruik...............88
Gemiddelde rijsnelheid..........................89
Gereedschap.........................................327
Gewicht .................................................350
GPF-systeem (benzineroetfilter).........219
H
Haken
Bevestigingshaken (vloermat).............28
Handgeschakelde transmissie............139
Schakeladviesindicator .....................141
Handgrepen ..........................................245
Handleiding onderhoud
matte lak .............................254, 258, 261
Head-up display......................................92
Aan navigatiesysteem
gekoppelde displayzone ...................94
Displayzone ondersteunend
systeem ............................................94
Displayzone rij-informatie....................92
Instellingen ..........................................93
Pop-updisplay .....................................94
Hendel
Ontgrendelingshendel motorkap .......268
Richtingaanwijzerschakelaar.............142
Ruitenwisserhendel...........................150
Selectiehendel...................................139
Veiligheidshaak .................................268
Hill Start Assist Control.......................220
Hoofdsteunen .......................................117
I
Identificatie
Auto .................................................. 350
Motor................................................. 351
Inbraaksensor ........................................ 75
Initialisatie
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem.......................................... 282
Elektrisch bedienbare ruiten ............. 124
Te initialiseren onderdelen ................ 369
Instapverlichting .................................. 238
Instrumentenpaneel
Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel.......................... 87
Controlelampjes.................................. 81
Dimmer dashboardverlichting ............. 85
Instellingen.......................................... 90
Klok..................................................... 83
Multi-informatiedisplay ........................ 86
Tellers ................................................. 83
Waarschuwingslampjes .................... 314
Waarschuwingsmelding.................... 323
Intercooler ............................................ 274
Interieurfilter......................................... 293
Interieurverlichting .............................. 237
Interieurverlichting achter ................. 237
Interieurverlichting voor .................... 237
Wattage............................................. 357
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 446 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
447
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
K
Kentekenplaatverlichting
Lampen vervangen ...........................302
Lichtschakelaar .................................144
Wattage.............................................357
Kilometerteller ........................................84
Klembeveiliging
Elektrisch bedienbare ruiten..............124
Klok....................................................83, 85
Knop wijzigen weergave........................84
Koelsysteem .........................................274
Oververhitting van de motor..............345
Koelvloeistof.........................................274
Controle.............................................274
Inhoud ...............................................353
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter.......................226
Koelvloeistoftemperatuurmeter............83
Koplampen
Automatic High Beam-systeem.........147
Extended Headlight Lighting .............146
Lampen vervangen ...........................301
Lichtschakelaar .................................144
Krik
Plaatsen van een garagekrik.............270
L
Laadmeter............................................... 90
Lampen
Vervangen......................................... 301
Lane Tracing Assist (LTA) ................... 171
Waarschuwingslampjes .................... 318
Waarschuwingsmeldingen................ 180
Werking............................................. 171
Leeslampjes ......................................... 237
Lekke band ........................................... 325
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem.......................................... 279
LTA (Lane Tracing Assist) ................... 171
Waarschuwingslampjes .................... 318
Waarschuwingsmeldingen................ 180
Werking............................................. 171
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 447 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
448
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
M
Make-upspiegels ..................................245
Menu-iconen ...........................................87
Meters......................................................83
Mistachterlichten
Schakelaar ........................................150
Mistlampen
Lampen vervangen ...........................301
Schakelaar ........................................150
Mistlampen voor
Lampen vervangen ...........................301
Schakelaar ........................................150
Motor .....................................................351
ACC...................................................138
Als de motor niet wil aanslaan ..........336
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht......306
Contact (startknop)............................136
Contact..............................................136
Identificatienummer...........................351
Motorkap ...........................................268
Motorruimte .......................................271
Oververhitting....................................345
Starten van de motor.........................136
Toerenteller ...................................83, 95
Uitschakelsysteem
brandstofpomp................................313
Motorcontrolelampje............................315
Motorkap ...............................................268
Openen .............................................268
Motorolie ...............................................272
Controle.............................................272
Inhoud ...............................................352
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter.......................226
Waarschuwingslampje ......................315
Multi-informatiedisplay.......................... 86
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave.......................................... 89
Aan navigatiesysteem
gekoppelde weergave ...................... 89
Bandenspanning............................... 279
Bandenspanning................................. 90
Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel.......................... 87
Brandstofverbruik................................ 88
Dynamic Radar Cruise Control ......... 181
Informatie Stop & Start-systeem......... 91
Instellingen.......................................... 90
Klok..................................................... 85
LTA (Lane Tracing Assist) ................. 177
Menu-iconen....................................... 87
Toyota Parking Assist-sensor............ 206
Waarschuwingsmelding.................... 323
Weergave informatie ondersteunend
systeem............................................ 89
Weergave rij-informatie....................... 88
Weergave voertuiginformatie.............. 89
N
Naderingswaarschuwing..................... 187
Noodstopsignaal.................................. 220
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 448 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
449
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
O
Olie
Achterdifferentieelolie........................355
Handgeschakelde transmissie ..........354
Motorolie ...........................................352
Tussenbakolie ...................................355
Oliedrukmeter.........................................90
Olietemperatuurmeter............................90
Onderhoud
Exterieur............................................248
Interieur .............................................251
Lichtmetalen velgen ..........................248
Mat lakwerk .......................254, 258, 261
Onderhoud en reparatie ....................265
Onderhoudsgegevens.......................350
Zelf uit te voeren onderhoud .............267
Veiligheidsgordels .............................251
Opbergmogelijkheden .........................240
Openingssysteem
Achterklep .........................................108
Motorkap ...........................................268
Tankdopklep ......................................153
Opslaan voertuiginformatie.....................7
Oververhitting.......................................345
P
Parkeerlichten
Lichtschakelaar................................. 144
Parkeerlichten voor
Lampen vervangen ........................... 301
Parkeerrem ........................................... 143
Waarschuwingszoemer
geactiveerde parkeerrem ............... 143
Werking............................................. 143
Parking Assist-sensoren
(Toyota Parking Assist-sensor)........ 206
Pasjeshouders ..................................... 241
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)........ 160
Functie.............................................. 160
In-/uitschakelen van het
Pre-Crash Safety-systeem ............. 164
Waarschuwingslampje...................... 320
Pech, wat te doen bij
Als de accu ontladen is..................... 340
Als de auto vastzit in stijgend water.. 307
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt............................... 338
Als de motor niet wil aanslaan .......... 336
Als de motor oververhit raakt............ 345
Als een waarschuwingslampje
gaat branden .................................. 314
Als een waarschuwingszoemer
klinkt ............................................... 314
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven........................ 323
Als u denkt dat er iets mis is ............. 312
Als u uw sleutels verliest................... 338
Als uw auto een lekke band heeft..... 325
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht ..... 306
Als uw auto moet worden gesleept... 309
Als uw auto vast komt te zitten ......... 347
Portier
Supervergrendeling ............................ 73
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 449 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
450
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
Portieren
Achterklep .........................................106
Buitenspiegels...................................122
Portieren............................................103
Portierruiten.......................................124
Portierslot ..................................103, 106
Waarschuwingszoemer
open portier/achterklep...........104, 105
Portierslot
Achterklep .........................................106
Afstandsbediening.............................101
Portieren............................................103
Smart entry-systeem met startknop ..109
Pre-Crash Safety-systeem (PCS)........160
Functie ..............................................160
In-/uitschakelen van het
Pre-Crash Safety-systeem..............164
Waarschuwingslampje ......................320
R
Radiateur .............................................. 274
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).....213
Inschakelen/uitschakelen van
de Rear Crossing Traffic Alert ........ 213
Waarschuwingslampjes .................... 319
Rear Crossing Traffic Alert (RCTA) .... 213
Inschakelen/uitschakelen van
de Rear Crossing Traffic Alert ........ 213
Waarschuwingslampjes .................... 319
Regeling helderheid
Dimmer dashboardverlichting ............. 85
Remlichten
Lampen vervangen ........................... 301
Noodstopsignaal ............................... 220
Rij-informatie.......................................... 89
Richtingaanwijzers .............................. 142
Lampen vervangen ........................... 301
Richtingaanwijzerschakelaar ............ 142
Richtingaanwijzers achter................... 142
Lampen vervangen ........................... 301
Richtingaanwijzerschakelaar ............ 142
Richtingaanwijzers opzij ..................... 142
Lampen vervangen ........................... 301
Richtingaanwijzerschakelaar ............ 142
Richtingaanwijzers voor...................... 142
Lampen vervangen ........................... 301
Richtingaanwijzerschakelaar ............ 142
Rijden.................................................... 128
De juiste houding achter het stuur ...... 29
Procedures ....................................... 128
Rijden in de winter ............................ 226
Rijmodusselectieschakelaar AWD .... 218
Tips voor inrijden............................... 129
Rijden in de winter............................... 226
Rijden met een aanhangwagen .......... 135
Road Sign Assist ................................. 191
RSA (Road Sign Assist)....................... 191
Ruiten
Achterruitverwarming........................ 232
Elektrisch bedienbare ruiten ............. 124
Sproeiers .......................................... 150
Ruitenwissers voor.............................. 150
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 450 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
451
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
S
Schakelaars
Aan/uit-schakelaar airbag ...................43
Afstandsbediening audiosysteem .....245
Afstandsschakelaar...........................182
Automatic High Beam-systeem.........147
Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel ..........................87
Blokkeerschakelaar ruitbediening .....126
Contact..............................................136
Knop wijzigen weergave .....................84
Lichtschakelaars ...............................144
Rijmodusselectieschakelaar AWD.....218
Schakelaar achterruit- en
buitenspiegelverwarming................230
Schakelaar alarmknipperlichten ........306
Schakelaar centrale vergrendeling....105
Schakelaar Dynamic Radar
Cruise Control.................................182
Schakelaar ruitenwissers
en -sproeiers...................................150
Schakelaar stuurwielverwarming.......235
Schakelaar VSC OFF........................221
Schakelaars buitenspiegels ..............122
Schakelaars centrale
vergrendeling..................................105
Schakelaars ruitbediening.................124
Startknop...........................................136
Stoelverwarmingsschakelaars ..........235
Toets LTA (Lane Tracing Assist) ........177
Toets SOS ...........................................62
Uitschakeltoets inbraaksensor ............75
Uitschakeltoets
Stop & Start-systeem......................196
Schakeladviesindicator .......................141
Schoonmaken...............................248, 251
Exterieur............................................248
Interieur .............................................251
Lichtmetalen velgen ..........................248
Radarsensor......................................155
Veiligheidsgordels .............................251
Secondary Collision Brake..................220
Selectiehendel
Handgeschakelde transmissie ..........139
Sensor
Automatic High Beam-systeem ........ 147
Automatisch koplampsysteem.......... 144
Binnenspiegel ................................... 121
BSM (Blind Spot Monitor) ................. 200
LTA (Lane Tracing Assist) ................. 171
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) ............. 206
Radarsensor ............................. 155, 201
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) ... 213
Ruitenwissers met regensensor ....... 151
Toyota Parking Assist-sensor............ 206
Side airbags............................................ 34
Slepen/trekken
Rijden met een aanhangwagen ........ 135
Sleepoog........................................... 311
Slepen in een noodgeval .................. 309
Sleutels ................................................. 100
Afstandsbediening ............................ 101
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt............................... 338
Als u uw sleutels verliest................... 338
Batterij vervangen............................. 295
Contact ............................................. 136
Elektronische sleutel......................... 100
Energiebesparende functie............... 110
Mechanische sleutel ......................... 100
Plaatje met sleutelnummer ............... 100
Smart entry-systeem......... 103, 107, 109
Waarschuwingszoemer..................... 109
Smart entry-systeem
Afstandsbediening ............................ 101
Smart entry-systeem met startknop.. 109
Smart entry-systeem met startknop... 109
Instapfuncties............................ 103, 107
Plaats van antenne........................... 109
Starten van de motor ........................ 136
Sneeuwkettingen ................................. 227
Snelheidsmeter ...................................... 83
Specificaties......................................... 350
Spiegels
Binnenspiegel ................................... 121
Buitenspiegels .................................. 122
Buitenspiegelverwarming.................. 232
Make-upspiegels............................... 245
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 451 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
452
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
Sproeiers...............................................150
Controle.............................................275
Schakelaar ........................................150
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter.......................226
Startblokkering.......................................72
Stoelen .......................................... 114, 116
Baby- en kinderzitjes plaatsen ............45
Hoofdsteunen....................................117
Juiste zithouding .................................29
Schoonmaken ...................................251
Stoelverwarming ...............................235
Verstellen ..........................................114
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot verstellen..................115
Stoelverwarming ..................................235
Stop & Start-systeem...........................196
Functie ..............................................196
Waarschuwingslampje ......................318
Weergave systeeminformatie..............91
Stuurbekrachtiging (elektrische
stuurbekrachtiging)...........................220
Waarschuwingslampje ......................316
Stuurslot
Ontgrendeling stuurslot .....................136
Waarschuwingsmelding
stuurslotsysteem.............................136
Stuurwiel
Audiotoetsen .....................................245
Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel ..........................87
Stuurwielverwarming.........................235
Verstellen ..........................................120
Stuurwielverwarming...........................235
Supervergrendeling ...............................73
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen .......................360
T
Taal (multi-informatiedisplay) ............... 90
Tankdopklep ......................................... 153
Tanken .............................................. 153
Tanken................................................... 153
Brandstofsoorten .............................. 352
Inhoud............................................... 352
Openen van de tankdop ................... 153
Tips voor inrijden................................. 129
Toerenteller............................................. 83
Toyota Parking Assist-sensor............. 206
Functie.............................................. 206
Inschakelen/uitschakelen van
de Toyota Parking Assist-sensor .... 207
Waarschuwingslampjes .................... 319
Waarschuwingsmelding.................... 208
Toyota Safety Sense............................ 155
Automatic High Beam-systeem ........ 147
Dynamic Radar Cruise Control ......... 181
LTA (Lane Tracing Assist) ................. 171
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)..... 160
RSA (Road Sign Assist) .................... 191
Traction Control (TRC) ........................ 220
Transmissie
Handgeschakelde transmissie.......... 139
Rijmodusselectieschakelaar AWD .... 218
Schakeladviesindicator ..................... 141
TRC (Traction Control) ........................ 220
Tussenbak ............................................ 355
U
Uitschakelsysteem brandstofpomp ... 313
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 452 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
453
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
V
Vastzitten
Als de auto vast komt te zitten ..........347
Vehicle Stability Control (VSC) ...........220
Vehicle Stability Control+-systeem
(VSC+).................................................220
Veiligheidsgordels..................................31
Baby- en kinderzitjes plaatsen ............45
Blokkeerautomaat (ELR).....................33
Controlelampje en
waarschuwingszoemer
veiligheidsgordel.............................317
Gordelspanners...................................33
Hoe de veiligheidsgordel te dragen.....32
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels door kinderen ......32
Veiligheidsgordels schoonmaken
en onderhouden..............................251
Waarschuwingslampje SRS..............315
Zwangere vrouwen, correct gebruik
van veiligheidsgordel ........................31
Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen.......................................44
Accu, voorzorgsmaatregelen ....276, 343
Baby- en kinderzitjes...........................45
Blokkeerschakelaar ruitbediening .....126
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels door kinderen ......32
Plaatsen van baby- en kinderzitjes .....45
Voorzorgsmaatregelen airbags ...........38
Voorzorgsmaatregelen batterij
elektronische sleutel .......................296
Voorzorgsmaatregelen elektrisch
bedienbare ruiten............................125
Voorzorgsmaatregelen
stuurwielverwarming en
stoelverwarming..............................235
Voorzorgsmaatregelen
veiligheidsgordels .............................44
Velgen....................................................292
Bandenmaat......................................356
Vervangen .........................................292
Verbruiksscherm ....................................96
Verlichting
Automatic High Beam-systeem ........ 147
Extended Headlight Lighting............. 146
Interieurverlichting ............................ 237
Interieurverlichting achter ................. 238
Interieurverlichting voor .................... 238
Lampen vervangen ........................... 301
Leeslampjes...................................... 238
Lichtschakelaar................................. 144
Overzicht interieurverlichting ............ 237
Richtingaanwijzerschakelaar ............ 142
Schakelaar mistlampen .................... 150
Wattage............................................. 357
Verstreken tijd ........................................ 89
Vervangen
Band ................................................. 287
Batterij elektronische sleutel ............. 295
Lampen............................................. 301
Zekeringen........................................ 297
Verwarming
Automatische airconditioning............ 230
Buitenspiegels .................................. 232
Stoelverwarming............................... 235
Stuurwielverwarming ........................ 235
Vloeistof
Koppeling.......................................... 354
Remsysteem..................................... 356
Sproeiers .......................................... 275
Vloermatten ............................................ 28
Voertuigidentificatienummer .............. 350
Voorstoelen .......................................... 114
De juiste houding achter het stuur ...... 29
Hoofdsteunen ................................... 117
Schoonmaken................................... 251
Stoelverwarming............................... 235
Verstellen .......................................... 114
Voorzieningen in de bagageruimte .... 242
VSC (Vehicle Stability Control)........... 220
VSC+ (Vehicle Stability Control+)....... 220
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 453 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
454
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
W
Waarschuwingslampjes.......................314
ABS...................................................315
Bandenspanning ...............................318
Brake Override-systeem ...................316
Controlelampje LTA ...........................318
Controlelampje RCTA OFF................319
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF..........................319
Controlelampje Traction Control........320
Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem......................318
Controlelampje veiligheidsgordel ......317
Elektrische stuurbekrachtiging ..........316
Hoge koelvloeistoftemperatuur .........314
Laadsysteem.....................................314
Laag brandstofniveau........................316
Lage motoroliedruk ...........................315
Motorcontrolelampje..........................315
Pre-Crash Safety-systeem ................320
Remsysteem .....................................314
SRS-airbag........................................315
Waarschuwingsmeldingen ..................323
Waarschuwingszoemers
Bandenspanning ...............................318
Brake Override-systeem ...................316
Elektrische stuurbekrachtiging ..........316
Geopend portier/achterklep.......104, 105
Hoge koelvloeistoftemperatuur .........314
Lage motoroliedruk ...........................315
LTA (Lane Tracing Assist)..........171, 318
Motor .................................................315
Naderingswaarschuwing ...................187
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .....320
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert) .......................................214, 319
Remsysteem .....................................314
SRS-airbag........................................315
Stop & Start-systeem ........................318
Toyota Parking Assist-sensor ....206, 319
Veiligheidsgordel ...............................317
Wassen en in de was zetten ........248, 258
Weergave informatie
ondersteunend systeem .....................89
Weergave informatie
Stop & Start-systeem.......................... 91
Weergave kilometerteller en dagteller
Knop wijzigen weergave ..................... 84
Onderwerpen die worden
weergegeven.................................... 84
Weergave koppelverdeling ................... 90
Weergave rij-informatie......................... 88
Weergave voertuiginformatie ............... 89
Winterbanden....................................... 226
Z
Zekeringen............................................ 297
Zelf uit te voeren onderhoud ..............265
Zijruiten................................................. 124
Zonnekleppen....................................... 244
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 454 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
455
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Alfabetische index
Raadpleeg bij auto's met een
navigatie-/multimediasysteem
de handleiding voor het naviga-
tie- en multimediasysteem voor
meer informatie over de onder-
staande uitrusting.
· Navigatiesysteem
· Audio-/informatiesysteem
· Rear View Monitor-systeem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 455 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
456
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
INFORMATIE VOOR BIJ HET TANKSTATION
Veiligheidshaak (Blz. 268)
Ontgrendelingshendel motorkap (Blz. 268)
Tankdopklep (Blz. 154)
Bandenspanning (Blz. 356)
Tankdopklepontgrendeling (Blz. 154)
Inhoud brandstoftank
(bij benadering) Blz. 352
Brandstofsoort Blz. 352
Blz. 358
Bandenspanning koud Blz. 356
Hoeveelheid motorolie
(aftappen en verversen
bij benadering)
Blz. 352
Soort motorolie Blz. 352
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 456 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
4

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Toyota GR Yaris 2020 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Toyota GR Yaris 2020 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 83.31 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Toyota GR Yaris 2020

Toyota GR Yaris 2020 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 470 pagina's

Toyota GR Yaris 2020 Gebruiksaanwijzing - English - 458 pagina's

Toyota GR Yaris 2020 Gebruiksaanwijzing - Français - 466 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info