603715
35
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/54
Pagina verder
1
Type Aanduiding
RS serie bestaat uit diverse modellen.
De types zijn in het typeplaatje als volgt aangeduid.
MODEL/MODELE(MODEL NAAM) SERIES/SERIE
RS SERIES/SERIE
RS2000 SERIES/SERIE
RS2000A SERIES/SERIE
RS2000B SERIES/SERIE
Modelplaatje
Indien u opbelt voor service, noteer dan het MODEL en de SERIE die op de achterkant van uw
machine staat vermeld.
MODEL NAAM SERIE NAAM
2
CONTENTS
I. Voor gebruik ........................................................................................... 3
1. Belangrijke veiligheidsinstructies................................................................... 3
2. Benaming onderdelen ................................................................................... 5
II. Voorbereiding voor het naaien............................................................... 9
1. Netsnoer aansluiten....................................................................................... 9
2. Spoel uitnemen............................................................................................ 11
3. Onderdraad opwinden ................................................................................. 12
4. Onderdraad inrijgen..................................................................................... 14
5. Bovendraad inrijgen..................................................................................... 15
6. Onderdraad ophalen.................................................................................... 17
7. Belangrijkste patroonsteken ........................................................................ 18
8. Toepassing patroonsteken .......................................................................... 19
9. Decoratieve steek........................................................................................ 20
10. Naald verwisselen........................................................................................ 22
11. Samenwerking tussen de naald, het garen en de stof, instellen van
de naaimachine............................................................................................ 23
III. Naaien ................................................................................................ 24
1. Rechte steken en achteruitnaaien ............................................................... 24
2. Zigzagsteken naaien ................................................................................... 28
3. Draadspanning aanpassen.......................................................................... 29
4. Overhands naaien ....................................................................................... 30
5. Blindzoomsteek ........................................................................................... 31
6. Knoopsgat ................................................................................................... 33
7. Ritsen inzetten............................................................................................. 36
8. Smokwerk.................................................................................................... 38
9. Borduurwerk ................................................................................................ 39
IV. Speciale technische gegevens........................................................... 41
1. Het gebruik van de naaldinrijger.................................................................. 41
2. Gebruik persvoetdruk regelaar .................................................................... 43
3. Gebruik van de transporteur........................................................................ 44
V. Onderhoud .......................................................................................... 45
1. Onderhoud transporteur en grijper .............................................................. 45
2. Installatie grijper .......................................................................................... 47
3. Lampje vervangen ....................................................................................... 48
4. Fouten opsporen ......................................................................................... 49
5. Het onderhouden van dubbel-geïsoleerde producten. (230 V - 240 V)....... 50
VI. Andere................................................................................................ 51
1. Specificaties ................................................................................................ 51
2. Hergebruik ................................................................................................... 51
3
Voor gebruik
I. Voor gebruik
Lees dit hoofdstuk voor gebruik
1. Belangrijke veiligheidsinstructies
Deze veiligheidsinstructies zijn ter voorkoming van enig risico of schade door onjuist gebruik van de
machine. Lees ze zorgvuldig en volg de instructies op!
Verklaring van " " en " "
Verklaring van de symbolen
Onjuist gebruik kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
Onjuist gebruik kan leiden tot letsel of schade aan de machine.
Niet aanraken.
Verboden acties
Vereiste acties
Trek de stekker uit het stopcontact.
Gebruik de juiste spanning: 220 tot 230 V wisselspanning.
Anders kunt u een elektrische schok oplopen of brand veroorzaken.
220 tot 230 V
Zorg dat u het elektriciteitssnoer niet beschadigt, wijzigt of
al te sterk buigt. Trek er niet aan, verdraai het snoer ook niet.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Als het elektriciteitssnoer beschadigd is, moet hij door speciale,
bij de fabrikant of diens servicedienst verkrijgbare snoer
vervangen worden.
Werk niet in een ruimte waar aerosol (nevel) produkten of zuurstof wordt gebruikt.
Dit kan brand veroorzaken.
Gebruik de machine niet buiten.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
4
Voor gebruik
Wanneer de machine niet in gebruik is, moet u deze veilig opbergen, niet op de vloer.
De uitstekende delen kunnen letsel veroorzaken als iemand op de machine valt.
Anders kunt u letsel oplopen.
Gebruik het toestel met gesloten spoelhuisklep.
Anders kunt u letsel oplopen.
Alvorens de naald of persvoet te vervangen, of de boven- of onderdraad in te rijgen,
haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Houd uw aandacht bij het naaien wanneer u met de
naaimachine werkt.
Als de naald breekt, kunt u letsel oplopen.
Raak bewegende delen zoals de naald, de draadhefboom of het
handwiel niet aan.
Anders kunt u letsel oplopen.
Kinderen mogen de machine alleen gebruiken onder toezicht van een
ouder of een voogd.
Anders kunnen ze letsel oplopen.
Gebruik de machine niet als er kleine kinderen in de buurt zijn.
Ze zouden de naald kunnen aanraken en letsel oplopen.
Alvorens u de naaimachine na gebruik onbeheerd achterlaat, trekt u de stekker uit
het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Alvorens de machine te gebruiken, zorgt u dat de schroef van de persvoet, de
naaldklemschroef en de naaldplaatschroeven goed zijn vastgeschroefd en dat de
persvoet goed in de persvoethouder zit.
Anders kunt u letsel oplopen.
Voer de volgende acties niet uit.
Anders kunt u letsel oplopen.
Naaien zonder de persvoet omlaag te zetten.
Naaien terwijl de naald niet juist is geplaatst.
Werken met een verbogen naald.
Trekken aan de stof terwijl u naait.
Steekkeuzeknop verdraaien tijdens het naaien.
Werk niet op een onstabiele oppervlakte zoals een bank of een bed.
Als de naaimachine valt, kan het een verwonding of schade aan de machine veroorzaken.
Laat geen vreemde voorwerpen vallen of steek geen vreemde voorwerpen in geen
enkele opening zoals de open ruimte, wanneer u het lampenkapje verwijderd en/of
de ruimte voor het verwisselen van het spoelhuis.
Dit kan een verwonding of schade aan de machine veroorzaken.
Herstel, demonteer of wijzig niets, behalve datgene wat in de handleiding wordt
vermeld.
Dit kan een elektrische schok, een brand of een verwonding veroorzaken.
5
Voor gebruik
2. Benaming onderdelen
Sommige onderdelen passen niet op Uw machine.
Het model en serienr. staan op een sticker aan de achterkant van de naaimachine.
使使
Steekkeuzeknop vooraan
使使
Benaming onderdelen Toepassing
Regelknop voor bovendraadspanning Zie P.29 [Draadspanning aanpassen]
Klospen Zie P.12 [Onderdraad opwinden]
Achteruitnaaihendel Zie P.25 [ Achteruitnaaien ]
6
Voor gebruik
Benaming onderdelen Toepassing
Ontkoppelknop Zie P.13[Onderdraad opwinden] 4)
Knoopsgatafstelschroef Zie P.35 [ Knoopsgatbalans instellen ]
Persvoethendel Zie P.15 [Bovendraad inrijgen]
7
Voor gebruik
Sommige onderdelen passen niet op Uw machine.
Het model en serienr. staan op een sticker aan de achterkant van de naaimachine.
使使
Steekkeuzeknop zijkant
使使
Benaming onderdelen Toepassing
Regelknop voor bovendraadspanning Zie P.29 [Draadspanning aanpassen]
Klospen Zie P.12 [Onderdraad opwinden]
Achteruitnaaihendel Zie P.25 [ Achteruitnaaien ]
8
Voor gebruik
Benaming onderdelen Toepassing
Ontkoppelknop Zie P.13[Onderdraad opwinden] 4)
Knoopsgatafstelschroef Zie P.35 [ Knoopsgatbalans instellen ]
Persvoethendel Zie P.15 [Bovendraad inrijgen]
9
Voorbereiding voor het naaien
II. Voorbereiding voor het naaien
1. Netsnoer aansluiten
使使
Machines met een aan/uit schakelaar
使使
Zet de aan/uit schakelaar uit wanneer u de stekker in het stopcontact steekt.
Anders kunt u letsel oplopen.
Trek niet aan het snoer maar aan de stekker, als u deze uit het stopcontact wilt halen.
Anders beschadigt u mogelijk het snoer, met elektrische schok, brand of letsel als gevolg.
Raak de stekker niet aan met vochtige handen.
Anders kunt u een elektrische schok krijgen.
Plaats het voetpedaal op de grond.
Steek de machinestekker in de stekkeringang.
Steek de netstekker in het stopcontact.
Zet de aan/uit schakelaar op [I] (Aan).
De machine is ingeschakeld.
10
Voorbereiding voor het naaien
使使
Machine zonder aan/uit schakelaar
使使
Alleen RS2000 A/B series.
Trek niet aan het snoer maar aan de stekker, als u deze uit het stopcontact wilt halen.
Anders beschadigt u mogelijk het snoer, met elektrische schok, brand of letsel als gevolg.
Raak de stekker niet aan met vochtige handen.
Anders kunt u een elektrische schok krijgen.
Plaats het voetpedaal op de grond.
Steek de machinestekker in de stekkeringang.
Steek de netstekker in het stopcontact.
De machine is ingeschakeld.
Hoe u het voetpedaal bedient
Trap het voetpedaal in om de naaimachine te
bedienen.
Hoe dieper u het voetpedaal intrapt, des te sneller
loopt de machine.
Laat het voetpedaal los om de machine te stoppen.
11
Voorbereiding voor het naaien
2. Spoel uitnemen
Verwijder de stekker uit het stopcontact, wanneer U het spoelhuis erin zet of eruit haald.
Anders kunt u letsel oplopen.
1. Draai aan het handwiel om de naald naar
de hoogste stand te verplaatsen. Draai het
handwiel altijd naar u toe.
(in de richting van de pijl)
2. Houd de linkerhoek van de verlengtafel vast
en trek deze naar links.
(in de richting van de pijl)
Open de spoelhuisklep.
(Open in de richting van de pijl)
Trek de grendel van het spoelhuis naar U toe,
en gebruik deze om het spoelhuis eruit te nemen.
Neem de spoel uit het spoelhuis.
12
Voorbereiding voor het naaien
3. Onderdraad opwinden
Verwijder de stekker uit het stopcontact, wanneer U het spoelhuis erin zet of eruit haald.
Anders kunt u letsel oplopen.
Raak de spoelopwinder voor de onderdraad niet aan, terwijl u de onderdraad opwindt.
Anders kunt u letsel oplopen.
Opgepast
Gebruik uitsluitend originele TOYOTA spoeltjes.
Verwijder de sticker en
trek de klospen uit de
naaimachine.
1. Draai de pen een halve
slag en steek hem terug
in de machine.
2. Plaats het klosje garen.
Ondersteun de draad met
één hand op de naaimachine
en gebruik de andere hand
om de draad rond de
draadgeleider te leiden zoals
weergegeven op de tekening.
13
Voorbereiding voor het naaien
1. Verplaats de
ontkoppelknop in de
richting.
(in de richting van de pijl)
(Hierdoor zorgt u ervoor
dat de naald niet meer kan
bewegen.)
2. Haal de draad van
binnenuit door het spoelgat.
3. Zet de spoel op de
spoelopwinder en verplaats
de as naar rechts.
(in de richting van de pijl)
1. Terwijl u het einde van de
draad vasthoudt, drukt u
op het voetpedaal om het
garen op te winden.
2. Na het garen een beetje
te hebben opgewonden,
brengt u de naaimachine
tot stilstand en knipt u de
draad, die uit het spoelgat
steekt, af. Ga vervolgens
door met het opwinden.
Wanneer u klaar bent met
opwinden, verplaatst u de
spoelopwinder naar links.
(in de richting van de pijl)
1. Verwijder de spoel en knip de draad af.
2. Verplaats de ontkoppelknop in de richting.
(in de richting van de pijl)
N.B.: Als de ontkoppelknop niet wordt
teruggeplaatst in de oorspronkelijke
stand, kan de naaimachine niet werken
en zal u niet kunnen naaien.
14
Voorbereiding voor het naaien
4. Onderdraad inrijgen
Verwijder de stekker uit het stopcontact, wanneer U het spoelhuis erin plaatst.
Anders kunt u letsel oplopen.
Opgepast
Gebruik uitsluitend originele TOYOTA spoeltjes.
Neem het spoelhuis eruit.
(Zie P.11 [Spoel uitnemen])
De draad moet uit de spoel komen in de richting
van de pijl. Plaats vervolgens de spoel in het
spoelhuis.
Houd het uiteinde van de draad in uw rechterhand
en haal deze door de groef in het spoelhuis.
(Leid de draad van 1 naar 2)
Druk de spoel met de vinger van uw linkerhand
omlaag en breng de draad door de spanveer
zoals voorgesteld op de tekening.
(Trek eraan tot u een klikgeluid hoort.)
Draai aan het handwiel om de naald naar de
hoogste stand te verplaatsen.
Draai het handwiel altijd naar u toe.
Houd de grendel van het spoelhuis vast en
plaats het spoelhuis op de grijperas.
De vinger van het spoelhuis moet zich
vergrendelen in de groef.
15
Voorbereiding voor het naaien
5. Bovendraad inrijgen
Alvorens de bovendraad op te winden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Zet de persvoethendel omhoog.
N.B.: Als de persvoethendel niet omhoog staat,
kunt u de bovendraad niet correct inrijgen.
Trek de klospen uit de naaimachine.
1. Draai de klospen een halve slag en plaats
deze terug op de machine.
2. Plaats het klosje garen.
16
Voorbereiding voor het naaien
Ondersteun de draad met één hand op de
naaimachine en gebruik de andere hand om
de draad rond de draadgeleider te leiden zoals
weergegeven op de tekening.
Leid de draad tussen de draadgeleidingsplaat
en de spanningsplaat.
Leid de draad langs de groef van de
draadgeleidingsplaat.
Draai het handwiel naar u toe, tot de
aantrekhefboom zichtbaar is.
Leid de draad door de aantrekhefboom.
Plaats de draad aan de linkerzijde van de
naalddraadgeleider.
Controleer of de draad goed werd geplaatst.
Zet de persvoet omhoog en trek de bovendraad
naar u toe. De draad zou gemakkelijk moeten
loskomen.
Zet de persvoet omlaag en trek de bovendraad
naar u toe. Dit zou moeilijk moeten zijn en
weerstand moeten bieden.
Haal de draad langs de voorzijde door het oog
van de naald.
17
Voorbereiding voor het naaien
6. Onderdraad ophalen
Houd het uiteinde van de draad vast, draai het
handwiel een volledige slag naar u toe en stop
wanneer de naald in de hoogste stand staat.
N.B.1 : Draai het handwiel altijd naar u toe.
(in de richtingvan de pijl) Als u in de
tegenovergestelde richting draait, kan
de draad in de war raken.
N.B.2 : Als de draad strak staat, zal de onderdraad
er niet uitkomen. Houd dus de draad losjes
vast.
Haal de bovendraad omhoog. De lus van de
onderdraad komt omhoog.
Trek deze onderdraad eruit.
Trek de boven- en onderdraad gelijk en trek
beide draden door de opening van de persvoet.
Trek ze ongeveer 15 cm naar achteren.
18
Voorbereiding voor het naaien
7. Belangrijkste patroonsteken
Verschillende patronen zijn niet beschikbaar, dit ligt aan het model naaimachine. (Zie P.19)
19
Voorbereiding voor het naaien
8. Toepassing patroonsteken
Draai het handwiel naar u toe om de naald omhoog te brengen.
Draai aan de steekkeuzeknop om het patroon te kiezen.
Draai niet aan de steekkeuzeknop, wanneer U aan het naaien bent.
Anders kunt u letsel oplopen.
Opgepast
Het aantal patroonsteken kan verschillen van model tot model.
De naam van het model is aangegeven bij "MODEL" op het
modelplaatje op de achterkant van de naaimachine. (MODEL ***)
21 Steken --- MODEL XXX21, XXX17, XXX04, 7140, SA45
18 Steken --- MODEL XXX18, CB02, STF91
16 Steken --- MODEL XXX16, CB01, 7120
Steek Toepassing
Steken
Steek Toepassing
Steken
21 18 16 21 18 16
1/2/3/4
Knoopsgat ȅ ȅ ȅ
15
Blindzoomsteek
stretchstof
ȅ ȅ ȅ
5
Rechte steek
dunne stof
ȅ ȅ ȅ
16
Decoratieve steek
Overhands naaien
ȅ ȅ ȅ
6/7/8
Rechte steek
Rits inzetten
ȅ ȅ ȅ
17
Elastische rechte
steek (veilig naaien)
ȅ ȅ
9/10/11
Appliqueren
Overhands naaien
Zigzag naaien
ȅ ȅ ȅ
18
Fagotteren ȅ ȅ
12
Blindzoomsteek ȅ ȅ ȅ
19
Overhands naaien
Decoratieve steek
ȅ
13
Meervoudige zigzag
Overhandse steek
dunne stof
ȅ ȅ ȅ
20
Smokwerk ȅ
14
Fagotteren/tricot-
steek
Decoratieve steek
ȅ ȅ ȅ
21
Decoratieve steek ȅ
20
Voorbereiding voor het naaien
9. Decoratieve steek
Alvorens de persvoet te verwisselen, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Verwijderen
1. Zet de persvoethendel omhoog.
2. Draai het handwiel naar u toe om de naald
omhoog te brengen.
Druk de persvoethouderhendel in de richting
van de pijl om de persvoet los te maken.
21
Voorbereiding voor het naaien
Plaatsing
Plaats de persvoetpin direct onder de groef in
de persvoethouder.
Zet de persvoethendel omlaag om de persvoet
vast te zetten.
22
Voorbereiding voor het naaien
10. Naald verwisselen
Alvorens de naald te verwisselen, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Gebroken naalden kunnen erg gevaarlijk zijn. Zorg ervoor dat u ze op een veilige
plaats wegbergt, buiten het bereik van kinderen.
Anders kunt u letsel oplopen.
1. Draai het handwiel naar u toe om de punt
van de naald boven de naaldplaat te brengen.
2. Houd de naald in één hand, maak de
naaldklemschroef los met de meegeleverde
naaldplaatschroevendraaier en verwijder de
naald.
N.B. : Verwijder de naaldklemschroef niet.
Maak de naaldklemschroef los om de
naald te verwijderen.
1. Houd de platte kant van de naald naar achteren
en breng de naald in totdat deze in contact komt
met de nok.
2. Draai de naaldklemschroef stevig vast met de
naaldplaatschroevendra aier.
Juiste naaldkeuze
N.B.: Als u een verkeerde naald gebruikt, wordt mogelijk niet alleen
de naaikwaliteit slecht, maar kan de naaldplaat of de grijper
beschadigd raken of kan de draad breken.
* Onjuiste steken of de naald breekt ; vervang de naald.
23
Voorbereiding voor het naaien
11. Samenwerking tussen de naald, het garen en de stof, instellen van de
naaimachine
De kwaliteit van het naaiwerk verbetert, wanneer u de naald en draad afstemt op het soort stof. Volg
de richtlijnen in onderstaande tabel.
Gebruik een ballpointnaald voor de naaiuitlijning van elastische stoffen.
Koop gerust naalden die niet als toebehoren werden meegeleverd, maar controleer of ze geschikt
zijn voor huishoudnaaimachines.
Zie P.29 [Draadspanning aanpassen] voor de instelling van de draadspanning.
Gebruik hetzelfde soort draad voor zowel boven- en onderdraad.
Hoe hoger het naaldnummer, des te dikker de naald; hoe hoger het draadnummer, des te dunner
de draad.
24
Naaien
III. Naaien
1. Rechte steken en achteruitnaaien
Achteruitnaaien wordt gedaan bij het begin en het einde van een naaiwerk om te vermijden dat de
draad losraakt.
Duw of trek niet te hard aan de stof terwijl u naait.
Anders kan de naald breken en letsel veroorzaken.
Rechte steek
1. Draai het handwiel naar u
toe om de naald omhoog
te brengen.
2. Draai aan de
steekkeuzeknop om het
patroon te kiezen.
Plaats de stof en laat de
persvoet zakken.
Trap het voetpedaal in om
te beginnen met naaien.
Klaar met naaien
Na het naaien draait u het handwiel naar u toe
om de naald in de hoogste stand te zetten.
Zet de persvoet omhoog en trek de stof naar
achteren.
25
Naaien
Draadsnijmesje op de persvoetstang
* De plaats van het draadsnijmesje kan verschillen
per model.
Trek de twee draden gelijk met het draadsnijmesje
op de persvoetstang.
Draadsnijmesje op de lampkap
* De plaats van het draadsnijmesje kan verschillen
per model.
Trek de twee draden gelijk met het draadsnijmesje
op de lampkap vooraan.
Achteruitnaaien
Achteruitnaaien wordt gedaan bij het begin en het
einde van een naaiwerk om te vermijden dat de
draad losraakt.
Achteruitnaaien wordt gedaan door de
achteruitnaaihendel omlaag te duwen.
Stik 1 tot 2 cm van de rand
van stof om het rafelen te
voorkomen als u begint met
naaien.
Naai 3 tot 4 achteruitnaaisteken
aan het eind van het naaistuk.
N.B.: Haal uw vinger weg van
de achteruitnaaihendel om
weer vooruit te naaien.
26
Naaien
Dikke stof naaien
Wanneer u aan de rand van dikke stoffen naait,
staat de persvoet mogelijk zo schuin dat u weinig
tot geen transport hebt.
Plaats stof of dik papier van dezelfde dikte als de
stof die u wenst te naaien onder de persvoet. Nu
kunt u gemakkelijk naaien.
Dunne stof naaien
Naaien gaat gemakkelijker wanneer u onder de
stof een dun papier legt.
27
Naaien
Kokervormige stofnaaien
Trek de verlengtafel (bergvak voor toebehoren)
uit in de richting van de pijl.
Het naaien van kokervormige stoffen zoals
broeken of mouwen.
28
Naaien
2. Zigzagsteken naaien
Er zijn allerlei toepassingen voor zigzagsteken, zoals appliceren en overhands naaien.
Draai het handwiel naar u toe om de naald omhoog
te brengen.
Draai aan de steekkeuzeknop om het patroon te
kiezen.
Plaats de stof en laat de persvoet zakken.
Trap het voetpedaal in om te beginnen met naaien.
29
Naaien
3. Draadspanning aanpassen
Alvorens u start met het afstellen moet u controleren of "P.15 [Bovendraad inrijgen]" goed werd
uitgevoerd.
Instelwijze voor bovendraadspanning
Bovendraad is strak. Bovendraad is los.
Verlaag de
bovendraad-spanning.
Verhoog de
bovendraad-spanning.
N.B. : Als de spanning niet verandert, zelfs niet wanneer u aan
de regelknop voor bovendraadspanning draait, moet u de
bovendraad opnieuw inrijgen.
N.B. : Als dit niet verandert met de bovendraad, pas dan de
onderdraad aan.
Instelwijze voor onderdraadspanning
Regel door aan de
afstelschroef van het
spoelhuis te draaien
met de meegeleverde
schroevendraaier.
Draai naar rechts
om de spanning te
verhogen
Draai naar links om de
spanning te verlagen
Nadat u de spanning van het
spoelhuis hebt aangepast,
laat de grijper en spoelhuis +
spoeltje samen zweven door
deze samen vast te houden
aan de draad zoals afgebeeld.
(Zie P.45)
N.B.:
Als de spoelhuis spanning goed
is: zal de draad met lichte
weerstand afrollen.
Als de spoelhuis spanning te
strak is: rolt de draad niet af, of
stootsgewijs.
Als de spoelhuis spanning te los
is: rolt de draad gemakkelijk af
zonder enige weerstand.
30
Naaien
4. Overhands naaien
Dit is een naaimethode die rafelen van de stof voorkomt.
Is niet verkrijgbaar als model met 16/18 steken. (Zie P.19 [Toepassing patroonsteken])
Plaats de stof zo dat de naald iets naast de rand
van de stof komt, wanneer de naald naar rechts gaat.
Het is gemakkelijker om nauwkeurig te naaien
wanneer een festonvoet wordt gebruikt.
(Optioneel toebehoren)
31
Naaien
5. Blindzoomsteek
Bij deze naaimethode ziet u de steek niet aan de voorzijde van de stof.
Plooi de stof zo dat het geplooide deel
ongeveer 5 tot 7 mm uitsteekt.
Strijk en rijg de stof met de hand.
Plaats de stof zo dat de naald net in de vouw
valt, wanneer de naald naar links gaat.
Laat de persvoet zakken en begin te naaien.
Het deel van de steek dat in de vouw valt, is
zichtbaar vanaf de voorkant van de stof.
Naai de steek gelijkmatig, zodat het deel van
de steek dat in de vouw valt, niet te groot of te
klein is.
Na het naaien trekt u de rijgsteken uit en opent
u de stof.
32
Naaien
Het is gemakkelijker om nauwkeurig te naaien wanneer een blindzoomvoet wordt gebruikt.
(Optioneel toebehoren)
33
Naaien
6. Knoopsgat
U kunt de maat van knoopsgaten precies afstemmen op de knoop.
Voor stretchstof of dunne stof is een ondersteunende stof (vlieseline) aanbevolen, zodat het
knoopsgat beter wordt afgewerkt.
Alvorens de persvoet te verwisselen, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Wissel de knoopsgatvoet.
(Zie P.20 [Decoratieve steek])
Stel de grootte van het knoopsgat in en markeer
lijnen op de stof.
N.B. : Voor elastische stof of dunne stof, gebruikt
u vlieseline aan de achterzijde voor u begint
te naaien.
34
Naaien
Lijn de dichtbijliggende verdeellijn van de
knoops-gatvoet uit met de geleidelijn en zet de
persvoet omlaag op de startnaailijn op de stof.
Zet de naald in de hoogste stand, zet de
steekkeuzeknop op "1" en naai 5 tot 6 trenssteken.
Zet de naald in de hoogste stand, zet de
steekkeuzeknop op "2", naai de linkerzijde en
stop bij de lijn gemarkeerd op de stof.
Zet de naald in de hoogste stand, zet de
steekkeuzeknop op "3" en naai 5 tot 6 trenssteken.
"1" en "3"op de steekkeuzeknop hebben dezelfde
keuzestand.
Zet de naald in de hoogste stand, zet de
steekkeuzeknop op "4", naai de rechterzijde en
stop bij de lijn gemarkeerd op de stof.
35

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Toyota ESL16 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Toyota ESL16 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,86 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Toyota ESL16

Toyota ESL16 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 54 pagina's

Toyota ESL16 Gebruiksaanwijzing - English - 55 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info