De volgende onderdelen worden met de e-STUDIO555/655/755/855 multifunctionele digitale systemen meegeleverd.
Controleer of er geen onderdelen ontbreken.
Met het product meegeleverde onderdelen
Snelstartgids (deze handleiding)
Veiligheidsvoorschriften
Cd-rom met client-utilities
Cd-rom met gebruikersdocumentatie
Ruggeleiding tabbladen
Baktussenstuk van automatisch
documentinvoersysteem
Installatierapport
Opbergvak voor bedieningshandleiding
Schoonmaakdoekje
Opmerkingen
Zie de volgende pagina voor meer informatie over de handleidingen: P.2 “Overzicht van onze handleidingen
Zie de volgende pagina voor meer informatie over de cd-roms: P.11 “Cd-rom
•
•
Met dit product meegeleverde onderdelen
De met dit product meegeleverde onderdelen staan hieronder vermeld.
1
2
3
4
5
Cd-rom
Cd-rom
De software op de cd-rom met client-utilities staat hieronder vermeld.
11
Op de cd-rom met client-utilities staan de volgende clientsoftware-programma's.
Clientsoftware
Voor WindowsClientsoftware-installatieprogramma
PCL6-printerstuurprogramma
PS3-printerstuurprogramma
XPS-printerstuurprogramma
TWAIN-stuurprogramma
Bestandsdownloader
Netwerk-faxstuurprogramma
Adresboekviewer
Remote Scan-stuurprogramma
WIA-stuurprogramma
TOSHIBA NDPS-gateway
Hulpprogramma Back-up maken/terugzetten voor e-Filing
Voor Macintosh
PPD-bestand voor Mac OS X 10.2.4 t/m Mac OS X 10.5.x
Voor UNIX/LinuxUNIX/Linux-lter (Solaris, HP-U, AIX, Linux, SCO)
CUPS
O
p
merkin
g
Zie de navolgende pagina voor meer informatie over clientsoftware: P.12 “Clientsoftware
Zie voor meer informatie de Software-installatiehandleiding.
Hoofdstuk 1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN
Clientsoftware
Dit product voorziet u van clientsoftware voor functies voor afdrukken, scannen, e-Filing, netwerkbeheer en netwerkfax.
12
Zie de Software-installatiehandleiding en Printhandleiding voor meer informatie.
Clientsoftware voor de afdrukfuncties
PCL6-
printerstuurprogramma
Met dit printerstuurprogramma kunnen gebruikers kleuren- of zwart-witdocumenten met het
TrueType-lettertype afdrukken vanaf Windows-computers.
PS3-
printerstuurprogramma
Met dit printerstuurprogramma kunnen gebruikers documenten met het PostScript-lettertype of
afbeeldingen afdrukken vanaf Windows-computers. Dit printerstuurprogramma wordt normaliter
gebruikt.
XPS-
printerstuurprogramma
De XML Paper Specication (XPS) is een door Microsoft ontwikkelde paginabeschrijvingstaal. Met dit
printerstuurprogramma kunnen gebruikers documenten vanuit de voor Windows Vista gemaakte
WPF-toepassingen afdrukken.
TOSHIBA NDPS-gatewayMet TOSHIBA NDPS Gateway kunnen de NDPS-objecten worden gecongureerd in servers die
NetWare 5.1 draaien met service pack Support Pack 7 of hoger, of NetWare 6.0/6.5.
PPD-bestand voor
Macintosh
Met dit printerstuurprogramma kunnen gebruikers documenten afdrukken vanaf Macintosh-
computers (Mac OS X10.2.4 t/m Mac OS X 10.5.x).
UNIX/Linux-lterMet UNIX/Linux-lters kunnen gebruikers documenten afdrukken vanaf het UNIX/Linux-werkstation
via een TCP/IP-netwerk.
CUPSMet CUPS-bestanden kunnen gebruikers het CUPS-afdruksysteem installeren vanaf UNIX/Linux-
werkstations.
Zie voor meer informatie de Software-installatiehandleiding, het Bedieningsvoorschrift voor TWAIN-
stuurprogramma/Bestandsdownloader, de Handleiding voor elektronische archivering en het
Bedieningsvoorschrift voor het hulpprogramma Back-up maken/terugzetten.
Zie voor meer informatie de Software-installatiehandleiding,
het Bedieningsvoorschrift voor het Remote Scan-stuurprogramma en de Scanhandleiding.
Clientsoftware voor de scanfuncties
Remote Scan-
stuurprogramma
Met dit stuurprogramma kunt u gescande gegevens verkrijgen als afbeelding in toepassingen die
TWAIN ondersteunen, op Windows-computers via een TCP/IP-netwerk, door middel van het op
afstand scannen van de documenten.
WIA-stuurprogrammaMet dit stuurprogramma kunt u gescande gegevens verkrijgen als afbeelding in toepassingen die
het WIA (Windows Imaging Acquisition) scanstuurprogramma ondersteunen, op Windows-
computers.
Clientsoftware voor de e-Filing-functies
TWAIN-stuurprogrammaMet dit stuurprogramma kunt u in e-Filing opgeslagen documenten als afbeelding verkrijgen in
toepassingen die TWAIN ondersteunen, op Windows-computers via een TCP/IP-netwerk.
BestandsdownloaderMet Bestandsdownloader kunt u in e-Filing opgeslagen documenten als afbeelding verkrijgen op
Windows-computers via een TCP/IP-netwerk.
Via het web toegankelijk
hulpprogramma voor e-
Filing
Met dit hulpprogramma kunt u boxen en mappen maken, documenten verplaatsen en verwijderen
en e-Filing beheren met behulp van een browser op de computer. Ook kunt u hiermee een back-up
maken van de gegevens en de gegevens in e-Filing terugzetten.
Hulpprogramma Back-up
maken/terugzetten voor e-
Filing
Met dit hulpprogramma kunt u een back-up maken van de gegevens en de gegevens in e-Filing
terugzetten.
1
2
3
4
5
Clientsoftware
13
Clientsoftware voor het netwerkbeheer
TopAccessMet TopAccess kunt u met behulp van een browser vanaf uw computers de apparaatgegevens
weergeven, taken controleren, templates maken en het adresboek beheren. Het apparaat kan met
behulp van een browser vanaf uw computers geïnstalleerd en onderhouden worden met de
beheerdersfunctie.
Software voor de netwerkfaxfuncties
Netwerk-
faxstuurprogramma
Met het netwerk-faxstuurprogramma kunt u elektronische documenten als fax of internetfax
verzenden vanaf uw computers naar een of meer contactpersonen of groepen via dit
multifunctionele systeem.
AdresboekviewerMet de Adresboekviewer kunt u faxnummers en internetfax-adressen van de contactpersonen
beheren en het adresboek vanaf computers naar dit multifunctionele systeem uploaden.
De door de Adresboekviewer beheerde contactpersonen kunnen worden gebruikt voor het
verzenden van faxen en internetfaxen via de netwerkfax.
Zie de Handleiding voor TopAccess voor meer informatie.
Zie de Software-installatiehandleiding, Netwerkfaxhandleiding en het
Bedieningsvoorschrift voor de Adresboekviewer voor meer informatie.
Hoofdstuk 1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN
14
Voorzijde / rechterzijde
9
10
7
8
6
2
1
3
4
5
11
12
1.Automatisch documentinvoersysteem
De stapel originelen wordt vel voor vel gescand. Beide
zijden van het origineel kunnen worden gescand. Er
kunnen maximaal 100 originelen (80 g/m
2
of 20 lb. Bond)
(of stapelhoogte 16 mm of 0.62”) in één keer geplaatst
worden. (Het maximale aantal losse vellen dat kan worden
ingesteld, kan variëren, afhankelijk van het soort
origineel.)
2.Opbergvak voor bedieningshandleiding
(achterzijde)
Bewaar de handleiding in dit vak.
3.Handinvoerbak
Gebruik deze bak als u op speciale papiersoorten, zoals
overhead transparanten e.d. wilt afdrukken.
4.Klep handinvoer
Open deze klep wanneer er zich een papierstoring
voordoet.
5.Papierinvoerdeur
Open deze deur voor het opheen van een papierstoring
in de omgeving van de ladetoevoer.
6.Indicator papierformaat
7.Papierlade
Er kan maximaal 550 vel (64 g/m
2
of 17 lb. Bond) of 500 vel
(80 g/m
2
of 20 lb. Bond) normaal papier in één keer
worden geplaatst.
8.Dubbel, extra groot papierinvoermagazijn
Er kan maximaal 3000 vel (64 g/m
2
, 17 lb. Bond) of 2500
vel (80 g/m
2
, 20 lb. Bond) normaal papier in één keer
worden geplaatst.
9.Klep voorzijde
Open deze klep wanneer er zich een papierstoring
voordoet in de transporteenheid.
10.Tonerdeur
Open deze deur wanneer de tonercartridge vervangen
moet worden.
11.Netwerkinterface-aansluiting
Met deze aansluiting kan het multifunctionele systeem
met een netwerk worden verbonden.
12.USB-aansluiting (4-pens)
Met deze aansluiting kan het multifunctionele systeem
met een PC worden verbonden via een in de handel
verkrijgbare USB-kabel.
Beschrijving van elk onderdeel
In deze sectie worden de benamingen en werking van de onderdelen en opties beschreven.
1
2
3
4
5
Beschrijving van elk onderdeel
15
Linker- / binnenzijde
1.Witte plaat
P.62 “Geregeld onderhoud
2.Glasplaat voor originelen
Gebruik deze glasplaat voor het kopiëren van 3-D
originelen, boeken en speciaal papier zoals overhead
transparanten of calqueerpapier alsmede normaal papier.
3.Aanraakscherm
Op dit scherm kunt u diverse functies, zoals kopiëren en
faxen, instellen en bedienen.
P.20 “Aanraakscherm
4.Bedieningspaneel
Op dit paneel kunt u diverse functies, zoals kopiëren en
faxen, instellen en bedienen.
P.18 “Bedieningspaneel
5.USB-poort
Gebruik deze aansluiting voor het afdrukken van op een
USB-apparaat opgeslagen bestanden of voor het opslaan
van gescande gegevens op het USB-apparaat.
6.Tonercartridgehouder
7.Transporteenheid
Open deze eenheid wanneer er zich een papierstoring
voordoet.
8.Uitvoerdeksel
Open dit deksel voor het voor het opheen van een
papierstoring in de omgeving van de papieruitvoer.
9.Tonercartridge
P.46 “Tonercartridge vervangen
10.Hoofdschakelaar
Schakel de stroomvoorziening met deze schakelaar IN of
UIT.
P.23 “Stroomvoorziening inschakelen
11.Scangebied
De gegevens van vanuit het automatisch
documentinvoersysteem getransporteerde originelen
worden hier gescand.
P.62 “Geregeld onderhoud”
12.Aanleglijst originelen
Controleer m.b.v. deze aanleglijst het formaat van een
origineel dat op de glasplaat voor originelen is gelegd.
10
12
11
9
8
7
6
4
3
2
1
5
Hoofdstuk 1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN
16
Conguratie van opties
1.Finisher (MJ-1027)
Met deze nisher kunnen documenten gesorteerd/
gegroepeerd en aan elkaar geniet worden. De perforatie-
unit (optie, MJ-6003) en de inserter (optie, MJ-7001)
kunnen in deze nisher worden geïnstalleerd.
2.Finisher voor rughechten (MJ-1028)
Met deze nisher kunt u documenten, naast sorteren/
groeperen en nieten, ook rughechten. Er kan maximaal 50
vel normaal papier van 80 g/m
2
of 20 lb. Bond in één keer
worden geniet. De perforatie-unit (optie, MJ-6003) en de
inserter (optie, MJ-7001) kunnen in deze nisher worden
geïnstalleerd.
3.Finisher voor rughechten (MJ-1029)
Met deze nisher kunt u documenten, naast sorteren/
groeperen en nieten, ook rughechten. Er kan maximaal
100 vel normaal papier van 80 g/m
2
of 20 lb. Bond in één
keer worden geniet. De perforatie-unit (optie, MJ-6003) en
de inserter (optie, MJ-7001) kunnen in deze nisher
worden geïnstalleerd.
4.Perforatie-unit (MJ-6003)
Met deze unit kunt u afgedrukte pagina's van een
perforatie voorzien.
5.Inserter (MJ-7001)
Met deze unit kunt u een vel papier invoegen dat niet
gekopieerd hoeft te worden. Er kan niet alleen een al
gekopieerd vel, maar ook een onbedrukt vel, ingevoegd
worden. Deze inserter is ook handig voor enkelvoudig
afwerken zonder kopiëren, zoals nieten of perforeren.
6.Extern extra groot papierinvoermagazijn (MP-
4004)
Als dit toevoermagazijn is geïnstalleerd, kunt u tot max.
4000 vel (80 g/m
2
of 20 lb. Bond) A4 of LT-papier
toevoeren. Dit toevoermagazijn kan ook
ingesteld worden voor dik papier (tot max. 209g/m
2
of 110
lb. Index).
23
1
1
2
3
4
5
Beschrijving van elk onderdeel
17
De overige beschikbare opties staan hieronder beschreven. Neem voor meer informatie contact op met de serviceorganisatie of uw
leverancier van Toshiba-producten.
Fax-unit (GD-1250)
Met behulp van deze unit kan het multifunctionele systeem als
faxapparaat gebruikt worden.
Deze wordt binnenin het multifunctionele systeem
geïnstalleerd.
2e lijn voor fax-unit (GD-1260)
Met deze unit kunt u de fax met een lijn uitbreiden, zodat er een
2e lijn beschikbaar komt.
Deze wordt binnenin het multifunctionele systeem
geïnstalleerd.
Hiervoor is de fax-unit (optie, GD-1250) vereist.
Printerset (GM-1180)
Met deze set activeert u de afdrukfunctie.
Printer-/scannerset (GM-2180)
Met deze set activeert u de afdruk- en scanfunctie.
Scannerset (GM-4180)
Met deze set activeert u de scanfunctie.
Draadloze LAN-module (GN-1050)
Met deze module kan het multifunctionele systeem in een
draadloze LAN-omgeving gebruikt worden.
Deze wordt binnenin het multifunctionele systeem
geïnstalleerd.
De antenne (optie, GN-3010) is vereist.
Het multifunctionele systeem kan niet tegelijkertijd met zowel
het draadloze als het bedrade LAN verbonden worden.
Bluetooth-module (GN-2010)
Deze module stelt u in staat om documenten af te drukken via
Bluetooth.
Deze wordt binnenin het multifunctionele systeem
geïnstalleerd.
De antenne (optie, GN-3010) is vereist.
•
•
•
•
•
•
•
•
Antenne (GN-3010)
De antenne wordt gebruikt wanneer de draadloze LAN-module
of de Bluetooth-module is geïnstalleerd.
e-BRIDGE ID-gate (KP-2004, KP-2005)
U kunt zich eenvoudigweg bij het multifunctionele systeem
aanmelden en het systeem gebruiken door een IC-kaart boven
de e-BRIDGE ID-gate te houden.
Deze wordt aan de rechterkant van het multifunctionele
systeem geïnstalleerd.
Functie voor overschrijven van gegevens (GP-1070)
Dit is een functie om de gegevens die tijdens het kopiëren,
afdrukken, scannen, faxen, internetfaxen of netwerkfaxen
tijdelijk opgeslagen worden, te wissen. Tijdelijk opgeslagen
gegevens worden overschreven met willekeurige gegevens.
Inschakelfunctie voor IPSec (GP-1080)
Hiermee wordt de IPsec-functie op dit multifunctionele systeem
ingeschakeld.
Inschakelfunctie voor Meta Scan (GS-1010)
Hiermee wordt de Meta Scan-functie op dit multifunctionele
systeem ingeschakeld.
Inschakelfunctie voor externe interface (GS-1020)
Hiermee wordt de EWB-functie op dit multifunctionele systeem
ingeschakeld.
Geleiderail nisher (KN-1017)
Deze unit wordt gebruikt wanneer het multifunctionele systeem
op een zacht vloeroppervlak wordt geïnstalleerd. Hiermee kunt
u een optioneel sorteermechanisme gemakkelijk losmaken van/
bevestigen aan het multifunctionele systeem.
•
Hoofdstuk 1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN
18
Bedieningspaneel
Gebruik de toetsen op het bedieningspaneel voor diverse bewerkingen en instellingen op het multifunctionele systeem.
1.[MENU] toets
Met deze toets kunt u vaak gebruikte templates
weergeven.
2.[KOPIE] toets
Met deze toets kunt u de kopieerfunctie gebruiken.
3.[e-FILING] toets
Met deze toets krijgt u toegang tot opgeslagen
beeldinformatie.
4.[SCAN] toets
Met deze toets kunt u de scanfunctie gebruiken.
5.[PRINT] toets
Met deze toets kunt u de afdrukfuncties, zoals afdrukken
voor persoonlijk gebruik, op het multifunctionele systeem
gebruiken.
6.[FAX] toets
Met deze toets kunt u de fax-/internetfaxfunctie
gebruiken.
7.GEHEUGEN ONTV. / LIJN LED's
Deze LED's geven de status van de ontvangst van
faxgegevens en van de faxcommunicatie weer. Ook
wanneer deze LED's branden, kan het multifunctionele
systeem gebruikt worden.
8.[GEBR.FUNCTIES] toets
Met deze toets kunnen het papierformaat of de
papiersoort voor laden en het vastleggen van de kopie-,
scan- en faxinstellingen, met inbegrip van een wijziging
van de standaardinstelling, ingesteld worden. Raadpleeg
de Handleiding voor MFP-beheer voor de functies die
met deze toets ingeschakeld worden.
9.[INTERRUPT] toets
Met deze toets kunt u de afdrukverwerking onderbreken
en een kopieeropdracht uitvoeren. U kunt de
onderbroken opdracht vervolgen door opnieuw op deze
toets te drukken.
10.[TELLER] toets
Met deze toets geeft u de teller weer.
11.[SPAARSTAND] toets
Met deze toets zet u het multifunctionele systeem in de
energiebesparingsstand.
12.HOOFDSCHAK. LED
Deze LED brandt wanneer de stroomvoorziening van dit
multifunctionele systeem is ingeschakeld met de
hoofdschakelaar.
13.AAN/UIT-LED
Deze LED brandt wanneer de stroomvoorziening van dit
multifunctionele systeem is ingeschakeld.
14.[POWER] toets
Met deze toets schakelt u de stroomvoorziening van het
multifunctionele systeem uit.
15.[FUNCTIE WISSEN] toets
Wanneer u op deze toets drukt, worden alle geselecteerde
functies gewist en teruggezet naar de
standaardinstellingen. Als de standaardinstelling op het
bedieningspaneel wordt gewijzigd, en er vervolgens
gekopieerd, gescand, gefaxt e.d. wordt, dan knippert deze
toets.
16.[STOP] toets
Met deze toets kunt u een lopend scan- of kopieerproces
stoppen.
17.[START] toets
Met deze toets kunt u een scan-, kopieer- of faxproces
starten.
18.[WISSEN] toets
Met deze toets kunt u de ingetoetste aantallen, zoals het
aantal afdruksets, corrigeren.
19.ALARM LED
Deze LED gaat branden wanneer er een fout is
opgetreden in het multifunctionele systeem, die
opgeheven moet worden.
23
891013111214
19172076161821152254
321
1
2
3
4
5
Beschrijving van elk onderdeel
19
20.PRINT DATA LED
Deze LED brandt tijdens de ontvangst van gegevens zoals
afdrukgegevens.
21.[TOEGANG] toets
Gebruik deze toets wanneer de afdelingscode of
gebruikersinformatie is ingesteld. Als op deze toets wordt
gedrukt na het kopiëren enz., dan kan de volgende
gebruiker alleen functies zoals kopiëren gebruiken als hij
of zij eerst de afdelingscode of gebruikersgegevens
intoetst. Raadpleeg voor het afdelings- en
gebruikersbeheer de Handleiding voor MFP-beheer.
22.Numerieke toetsen
Met deze toetsen kunt u getallen, bijv. het aantal
afdrukken, telefoonnummers of wachtwoorden, instellen.
23.Aanraakscherm
Op dit scherm kunt u diverse kopieer-, scan- en faxfuncties
instellen. Op dit scherm wordt ook de status van het
multifunctionele systeem weergegeven, zoals bijv.
wanneer het papier opraakt of wanneer er een
papierstoring is.
Hoofdstuk 1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN
20
Aanraakscherm
Wanneer de stroomvoorziening wordt ingeschakeld, verschijnt het standaardmenu voor de kopieerfunctie op dit
aanraakscherm. De status van het multifunctionele systeem wordt ook weergegeven op het aanraakscherm in de vorm
van meldingen en afbeeldingen.
Het menu dat na het inschakelen van de stroomvoorziening wordt weergegeven, kan gewijzigd worden in een menu
voor andere functies dan kopiëren, bijvoorbeeld, de faxfunctie. Neem contact op met de serviceorganisatie voor meer
informatie.
1.Functieweergave
De in gebruik zijnde functie, zoals kopiëren of faxen,
wordt weergegeven.
2.Gebied voor meldingen
Hier worden de door u uitgevoerde handelingen of wordt
de huidige status van dit multifunctionele systeem in
berichtvorm weergegeven.
3.Gebied voor waarschuwingsmeldingen
Hier verschijnen waarschuwingsmeldingen zoals wanneer
het tijd is om de tonercartridges te vervangen.
4.Datum en tijd
5.[TAAKSTATUS] toets
Deze toets is voor het bevestigen van de
verwerkingsstatus van kopieer-, fax-, scan- of afdruktaken,
en ook voor het bekijken van de geschiedenis van de
resultaten ervan.
6.[Help] toets
Deze toets is voor het weergeven van de uitleg bij elke
functie of de toetsen op het aanraakscherm.
LCD-scherm
De volgende informatie wordt op het aanraakscherm weergegeven:
Status van het multifunctionele systeem, bedieningsinstructies, waarschuwingsberichten, reproductiefactoren, aantal
afdruksets, papierformaat van een geselecteerde papierlade, hoeveelheid papier die er nog in een geselecteerde
papierlade zit en datum en tijd.
3
2
1
6
5
4
1
2
3
4
5
Beschrijving van elk onderdeel
21
Aanraaktoetsen
Druk lichtjes op deze toetsen op het aanraakscherm om de diverse functies in te stellen.
Geselecteerde functies wissen
Wanneer u op de geselecteerde toets drukt, wordt de functie die is geselecteerd, gewist. Of de geselecteerde instelling
wordt automatisch gewist door de automatische wis-functie* nadat het multifunctionele systeem gedurende een
bepaalde tijd inactief is geweest.
*Automatische wis-functie:
Deze functie treedt in werking wanneer een bepaalde tijd is verstreken sinds de laatste keer dat er papier is uitgevoerd of er op een toets is gedrukt. Bij
gebruik van deze functie worden alle functie-instellingen op de standaardwaarde gezet; het is niet nodig op de toets [FUNCTIE WISSEN] te drukken.
Wanneer de afdelings- of gebruikersbeheerfunctie wordt gebruikt, keert het display terug naar het invoermenu voor de afdelingscode of
gebruikersgegevens. Als deze functies niet in gebruik zijn, keert het display terug naar het standaardmenu van de kopieerfunctie.
De tijdsduur voor de automatische wis-functie wordt tijdens de installatie van het multifunctionele systeem standaard
ingesteld op 45 seconden. Raadpleeg de Handleiding voor MFP-beheer voor het wijzigen van deze instelling.
Het contrast van het aanraakscherm regelen
U kunt het contrast van het aanraakscherm in het menu GEBR.FUNCTIES instellen door op de [GEBR.FUNCTIES] toets op
het bedieningspaneel te drukken. Zie de Handleiding voor MFP-beheer voor meer informatie.
Hoofdstuk 1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN
22
Het volgende menu verschijnt wanneer er een letter moet worden ingevoerd voor bewerkingen bij scannen, e-FILING,
template en internetfax.
Met de toetsen op het aanraakscherm kunt u letters invoeren en met de numerieke toetsen op het bedieningspaneel
kunt u cijfers invoeren.
Voer de letters in en druk vervolgens op [OK]. Het menu wordt nu gewijzigd.
Er kunnen letters ingevoerd worden met de onderstaande toetsen.
[STANDAARD]:Druk hierop om toegang te krijgen tot de standaardtoetsen.
[ANDERS]:Druk hierop om toegang te krijgen tot de speciale toetsen.
[Caps Lock]:Druk op deze toets om te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters.
[Shift]:Druk op deze toets om hoofdletters in te voeren.
[Spatie]:Druk hierop om een spatie in te voeren.
[Back Space]:Druk hierop om de letter vóór de cursor te wissen.
[
] [ ]:Druk op een van deze toetsen om de cursor te verplaatsen.
[Wissen]:Druk hierop om alle ingevoerde letters te wissen.
[ANNULEREN]:Druk hierop om het invoeren van letters te annuleren.
[OK]:Druk hierop om alle ingevoerde letters op te slaan.
Karakters invoeren
1
2
3
4
5
Stroomvoorziening in-/uitschakelen
In deze sectie wordt het in- en uitschakelen van de stroomvoorziening beschreven.
De stroomvoorziening inschakelen
Als de HOOFDSCHAK. LED niet brandt, open het klepje van de hoofdschakelaar dan en schakel de stroomvoorziening in
met de hoofdschakelaar.
Als de HOOFDSCHAK. LED brandt, druk dan op de [POWER] toets totdat de AAN/UIT-LED gaat branden.
Het multifunctionele systeem gaat zich nu opwarmen. De melding
“Even wachten s.v.p. - Opwarmfase” verschijnt tijdens het
opwarmen.
Terwijl het multifunctionele systeem aan het opwarmen is, kunt u
de automatische startfunctie gebruiken. Zie de
Kopieerhandleiding voor meer informatie.
•
•
Het multifunctionele systeem is na circa 130 seconden gereed om te kopiëren, waarna de melding “BEDRIJFSKLAAR”
verschijnt.
Wanneer u de stroomvoorziening van het multifunctionele systeem wilt uitschakelen, doe dat dan door op de [POWER]
toets op het bedieningspaneel te drukken. (P.24 “De stroomvoorziening uitschakelen (Uitschakelprocedure)) Schakel
de stroomvoorziening niet uit door alleen de hoofdschakelaar in de uit-stand te zetten.
Wanneer de melding “GEGEVENS WORDEN GEWIST” verschijnt
Deze melding verschijnt wanneer de functie voor overschrijven van gegevens (optie) geïnstalleerd is. De melding
verschijnt meteen nadat de stroomvoorziening is ingeschakeld of nadat het multifunctionele systeem is gebruikt. U kunt
het multifunctionele systeem gebruiken zelfs al wordt de melding weergegeven.
Stroomvoorziening in-/uitschakelen
23
Wanneer het gebruik van het multifunctionele systeem wordt beheerd met de afdelingsbeheer- of gebruikersbeheerfunctie, moet u de
afdelingscode of gebruikersgegevens invoeren voordat u een kopie kunt maken. Zie de volgende pagina voor meer informatie:
P.26 “Gebruik van Afdelings- of gebruikersbeheer
Hoofdstuk 1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN
24
De stroomvoorziening uitschakelen (uitschakelprocedure)
Wanneer u de stroomvoorziening van het multifunctionele systeem wilt uitschakelen, doe dat dan volgens de hieronder
aangegeven werkwijze. Controleer de volgende drie punten alvorens het multifunctionele systeem uit te schakelen.
De lijst met afdruktaken mag geen taken meer bevatten.
Geen van de PRINT DATA, GEHEUGEN ONTV. en LIJN LED's mogen knipperen.
(Als het multifunctionele systeem wordt uitgeschakeld terwijl een van bovengenoemde LED's knippert, dan worden
lopende taken, zoals het ontvangen van faxen, afgebroken.)
Er mag geen PC zijn die toegang tot het multifunctionele systeem probeert te krijgen via het netwerk.
•
•
•
Opmerking
Schakel de stroomvoorziening uit met de [POWER] toets op het bedieningspaneel. Doe dit niet door alleen op de hoofdschakelaar te
drukken, anders kunnen de opgeslagen gegevens verloren gaan of kan de vaste schijf beschadigd raken.
Als er een taak wordt verwerkt op het moment dat er op de [POWER] toets op het bedieningspaneel wordt gedrukt, verschijnt de
melding “De lopende taak zal worden verwijderd. Weet u zeker dat u wilt stoppen?” Drukt u op [JA], dan wordt de lopende taak
verwijderd en wordt het multifunctionele systeem uitgeschakeld. Wilt u het systeem niet uitschakelen, druk dan op [NEE].
De stroomvoorziening van dit multifunctionele systeem wordt automatisch ingeschakeld wanneer er afdrukgegevens of faxgegevens
worden ontvangen of wanneer het voor “Geplande afdruktaak” ingestelde tijdstip wordt bereikt tijdens de super slaap-stand.
•
•
•
Druk op de [POWER] toets totdat het
geluidssignaal klinkt.
De melding “Wordt uitgeschakeld” verschijnt op het display.
Na enige ogenblikken wordt de stroomvoorziening van het
multifunctionele systeem uitgeschakeld.
Als u het multifunctionele systeem langere tijd niet gaat gebruiken, druk dan op de [POWER] toets op het
bedieningspaneel om het systeem uit te schakelen. Controleer of de AAN/UIT-LED uit is en schakel de stroomvoorziening
vervolgens uit met de hoofdschakelaar.
Wanneer de stroomvoorziening met de
hoofdschakelaar wordt uitgeschakeld, dan gaat
de LED van de hoofdschakelaar uit.
1
2
3
4
5
Stroomvoorziening in-/uitschakelen
25
Energie besparen wanneer het multifunctionele systeem niet
wordt gebruikt – energiebesparingsstanden -
Dit multifunctionele systeem ondersteunt drie energiebesparingsstanden: de automatische energiebesparingsstand, de
slaapstand en de super slaap-stand. In onderstaande tabel staan de procedures om handmatig tussen de standen te
schakelen en de voorwaarden waaronder het multifunctionele systeem in of uit elke stand gaat.
Raadpleeg de Handleiding voor MFP-beheer voor het wijzigen van bovengenoemde standaardinstellingen.
Energiebesparingsstanden
Procedure om tussen
spaarstanden te
schakelen
Voorwaarden om in
de spaarstand te
komen
Status van het
systeem
Voorwaarden om uit de
spaarstand te gaan
Automatische
energiebesparingsstand
Wanneer er een
bepaalde tijd
*1
is
verstreken sinds het
systeem voor het laatst
gebruikt werd.
–
De melding "Energie
besparen - druk op
toets START" verschijnt
op het aanraakscherm.
Wanneer er op een toets
op het bedieningspaneel
*5
wordt gedrukt of
wanneer er
afdrukgegevens of
faxgegevens worden
ontvangen.
Slaapstand
Wanneer er op de [SPAARSTAND] toets
*7 wordt gedrukt of wanneer er een
bepaalde tijd *2 is verstreken sinds het
systeem voor het laatst gebruikt werd.
Wanneer er een
bepaalde optie
*3
is
geïnstalleerd of
wanneer er een
bepaald protocol
*4
is
geactiveerd.
De melding "Energie
besparen - druk op
toets START" verdwijnt
en de [SPAARSTAND]
toets licht groen op.
Zelfde als de
automatische
energiebesparingsstand.
Super slaap-stand
Wanneer er op de
[SPAARSTAND] toets
*7
of op de [POWER] toets
*6
wordt gedrukt of
wanneer er een
bepaalde tijd
*2
is
verstreken sinds het
systeem voor het laatst
gebruikt werd.
Wanneer er een
bepaalde optie
*3
niet
is geïnstalleerd en ook
wanneer er een
bepaald protocol
*4
is
gedeactiveerd.
Alleen de
HOOFDSCHAK. LED
brandt.
Wanneer de [POWER]
toets zolang ingedrukt
wordt gehouden totdat
de AAN/UIT-LED gaat
branden, wanneer er
afdrukgegevens of
faxgegevens worden
ontvangen via een
bedraad LAN of wanneer
het voor “Geplande
afdruktaak” ingestelde
tijdstip wordt bereikt.
*1De bij verzending vanuit de fabriek ingestelde standaardwaarde is 3 minuten voor de e-STUDIO555 en 5 minuten voor de e-STUDIO655/755/855.
*2De bij verzending vanuit de fabriek ingestelde standaardwaarde is 3 minuten voor de e-STUDIO555 en 10 minuten voor de e-STUDIO655/755/855.
*3Elke draadloze LAN-module, Bluetooth-module, Functie voor overschrijven van gegevens en e-BRIDGE ID-gate.
*4Elk IPX-, AppleTalk-protocol en andere protocollen. Wanneer de IPsec-functie is ingeschakeld, gaat het multifunctionele systeem over in de slaapstand.
Zie de Handleiding voor TopAccess voor meer informatie.
*5Elk van de [START], [SPAARSTAND], [KOPIE], [e-FILING], [SCAN], [PRINT] of [FAX] toetsen.
*6Zelfs al drukt u op de [POWER] toets, dan kan het zijn dat het multifunctionele systeem niet naar de super slaap-stand overschakelt en dat de
stroomvoorziening wordt uitgeschakeld, afhankelijk van de status van het multifunctionele systeem. Raadpleeg de Handleiding voor TopAccess voor
de voorwaarden waaronder het multifunctionele systeem naar de super slaap-stand gaat.
*7 [SPAARSTAND] toets op het hieronder weergegeven bedieningspaneel.
Hoofdstuk 1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN
Gebruik van Afdelings- of gebruikersbeheer
Wanneer het multifunctionele systeem met de afdelingsbeheer- of gebruikersbeheerfunctie wordt beheerd, moeten
gebruikers de afdelingscode of gebruikersgegevens invoeren voordat hij of zij een afdruk enz. kan maken.
Afdelingsbeheer
U kunt gebruikers beperkingen opleggen of door een afzonderlijke groep of afdeling binnen uw bedrijf gemaakte
kopievolumes beheren met behulp van de afdelingscodes. Wanneer het kopievolume met de afdelingscode wordt
beheerd, voer dan de code in na het inschakelen van de stroomvoorziening. Raadpleeg de Handleiding voor MFP-
beheer voor het instellen en vastleggen van de afdelingscodes.
Wanneer de stroomvoorziening van het multifunctionele systeem wordt ingeschakeld, verschijnt het volgende menu.
Dit menu verschijnt ook wanneer er op de [TOEGANG] toets op het bedieningspaneel wordt gedrukt of wanneer de
automatische wis-functie in werking is getreden.
Toets een eerder vastgelegde afdelingscode in (5 cijfers) en druk op [OK] op het aanraakscherm. Het menu schakelt om,
waarna het multifunctionele systeem gereed is voor gebruik.
Als er een verkeerde afdelingscode is ingetoetst, dan schakelt het menu niet om. Toets de juiste code in.
Na de bewerking
Druk zodra u alle bewerkingen voltooid hebt, op de [TOEGANG] toets op het bedieningspaneel ter voorkoming van
ongeoorloofd gebruik van het multifunctionele systeem. Het display keert terug naar het invoermenu van de
afdelingscode.
26
Wanneer de ingestelde periode voor het overschakelen op de automatische energiebesparingsstand en die voor de
slaapstand of de super slaap-stand hetzelfde zijn, dan komt het systeem na de ingestelde periode in de slaapstand of de
super slaap-stand te staan.
O
pmer
ki
ng
Voor de Europese uitvoering
Neem contact met uw leverancier op als u de genoemde standaardinstellingen op vorige pagina wilt wijzigen.
Opmerkingen
•Op de Toshiba TEC website (www.toshibatec.nl) staat een instructie document voor instellen en beheer van afdelingscodes.
•Zie de MFP beheerhandleiding* vanaf pag. 180 voor meer informatie mbt. codes. *Deze staat op de gebruikershandleidingen cd-rom.
1
2
3
4
5
Gebruikersbeheer
Het aantal gebruikers van het multifunctionele systeem kan begrensd worden en de beschikbare functies en een
historisch overzicht van elke gebruiker kunnen met behulp van de gebruikersbeheerfunctie worden beheerd. Wanneer
het multifunctionele systeem met deze functie wordt beheerd, moet u de stroomvoorziening inschakelen en de vereiste
informatie invoeren (bijv. gebruikersnaam, wachtwoord). Het menu voor het invoeren van gebruikersgegevens verschijnt
ook wanneer u op de [TOEGANG] toets op het bedieningspaneel drukt of wanneer de automatische wis-functie in
werking is getreden. Voer de gegevens in volgens de hieronder aangegeven werkwijze.
Gebruik van Afdelings- of gebruikersbeheer
Lokale MFP-vericatie, LDAP-vericatie
Vericatie Windows-domein
27
Als Gastgebruiker wordt ingeschakeld in Gebruikersbeheer, dan wordt de toets [GAST] op het aanraakscherm weergegeven. Druk op
[GAST] om u aan te melden als gastgebruiker. Neem contact op met de beheerder voor de typen functies die beschikbaar zijn.
Hoofdstuk 1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN
Lokale MFP-vericatie, LDAP-vericatie
Vericatie Windows-domein
De eerder door de netwerkbeheerder ingestelde domeinnaam wordt in [DOMEIN] weergegeven.
Het menu voor gebruikersvericatie verschijnt.
28
Als de tot uw organisatie behorende domeinnaam niet wordt weergegeven, druk dan op [DOMEIN] en selecteer de naam.
1
2
3
4
5
Druk op [GEBRUIKERSNAAM].
Voer de gebruikersnaam in (maximaal 128 letters) en druk vervolgens op [OK].
Druk op [WACHTWOORD].
Gebruik van Afdelings- of gebruikersbeheer
29
Hoofdstuk 1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN
Voer het wachtwoord in (maximaal 64 letters) en druk vervolgens op [OK].
Druk op [OK].
30
1
2
3
4
5
Papier plaatsen
In deze sectie wordt beschreven hoe u de papierladen van het multifunctionele systeem moet instellen voor het te gebruiken
papier.
Papier plaatsen
31
2
1
5
Vergrendel de geleiders en schuif de papierlade er
weer in.
2
1
1
Trek de papierlade eruit en maak de vergrendeling
los.
2
1
2
Stel de diepte-instelling zo in dat die is aangepast
aan het papierformaat.
3
Leg het papier in de lade.
2
1
4
Stel de papiergeleiders zo in dat ze zijn aangepast
aan het papierformaat.
Zie de volgende pagina voor papier dat geschikt is voor dit
multifunctionele systeem: P.63 “Specicaties van het
multifunctionele systeem
Zie de Kopieerhandleiding voor meer informatie.
Hoofdstuk 1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN
Papierformaat vastleggen
Wanneer u voor het eerst papier plaatst of het papier door een ander formaat vervangt, dient u het formaat in dit
multifunctionele systeem vast te leggen.
2
Druk op het tabblad [GEBRUIKER] op het aanraakscherm om het instellingenmenu op
te roepen en druk vervolgens op [PAPIERLADE].
3
Selecteer het papierformaat op het aanraakscherm.
1)Selecteer depapierlade waarin het papier is geplaatst.
2)Selecteer het papierformaat.
4
Druk op de [GEBR.FUNCTIES] of [KOPIE] toets op het bedieningspaneel.
Het menu keert terug naar het basismenu.
1
Druk op de [USER FUNCTIONS] toets op het
bedieningspaneel.
32
Hoofdstuk2
BASISHANDELINGEN
Basishandelingen voor kopiëren.................................34
Basishandelingen voor faxen ....................................36
Basishandelingen voor scannen.................................38
Basishandelingen voor e-Filing ..................................40
Basishandelingen voor afdrukken...............................42
Basishandelingen voor menubediening.........................44
Hoofdstuk 2 BASISHANDELINGEN
34
De basiswerkwijze voor kopiëren is als volgt. Druk op de [KOPIE] toets als u de kopieerfuncties wilt gebruiken.
Glasplaat voor originelen
Plaats de originelen.
Automatisch documentinvoersysteem
Zie de Kopieerhandleiding voor meer informatie.
Toets het gewenste aantal afdruksets in en druk vervolgens op de [START] toets.
12
Basishandelingen voor kopiëren
2
3
1
4
5
35
In dit geval
Basishandelingen voor kopiëren
Om het kopieerproces te stoppen
Druk op de [STOP] toets op het bedieningspaneel en op
[GEHEUGENOPSLAG WISSEN] op het aanraakscherm. Zie
“Hoofdstuk 2 HET MAKEN VAN KOPIEËN” in de
Kopieerhandleiding
voor meer informatie.
Om te kopiëren met onderbreking
Druk op de [INTERRUPT] toets op het bedieningspaneel.
Zie “Hoofdstuk 2 HET MAKEN VAN KOPIEËN” in de
Kopieerhandleiding
voor meer informatie.
Om het aantal afdruksets te wissen
Druk op de [WISSEN] toets op het bedieningspaneel.
Om naar de standaardinstelling terug te
keren
Druk op de [FUNCTIE WISSEN] toets op het
bedieningspaneel.
Om de densiteit van het origineel aan te passen
Druk op of op het aanraakscherm. Zie “Hoofdstuk 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES” in de
Kopieerhandleiding voor meer informatie.
Om een proefkopie te maken
Druk op [PROEFKOPIE] op het aanraakscherm. Zie “Hoofdstuk 2 HET MAKEN VAN KOPIEËN” in de
Kopieerhandleiding voor meer informatie.
Om bewerken-functies te gebruiken
Druk op het tabblad [BEWERKEN] op het aanraakscherm om bewerken-functies zoals Beeld verplaatsen te
stellen. Zie “Hoofdstuk 4 BEWERKEN-FUNCTIES” in de Kopieerhandleiding voor meer informatie.
Om gekopieerde beelden aan te passen
Druk op het tabblad [BEELD] op het aanraakscherm om de afdrukkwaliteit, zoals de achtergrond van een
origineel, aan te passen. Zie “Hoofdstuk 5: BEELDCORRECTIE” in de Kopieerhandleiding voor meer
informatie.
Hoofdstuk 2 BASISHANDELINGEN
36
Glasplaat voor originelen
Plaats de originelen.
Automatisch documentinvoersysteem
Zie het Bedieningsvoorschrift voor de fax-unit GD-1250/GD-1260/GD-1270 voor meer informatie.
Geef het faxnummer op m.b.v. de numerieke toetsen of geef het op in het adresboek, en
druk vervolgens op [VERZENDEN] op het aanraakscherm.
De basiswerkwijze voor het verzenden van een fax is als volgt (de fax-unit is optioneel). Druk op de [FAX] toets als u de
faxfuncties wilt gebruiken.
Basishandelingen voor faxen
2
3
1
4
5
37
In dit geval
Als u een vergissing maakt bij het kiezen
van het faxnummer:
Druk op de [WISSEN] toets op het bedieningspaneel om
alle faxnummers te verwijderen die u hebt ingevoerd. Of
druk op [BACK SPACE] op het aanraakscherm om ze een
voor een te verwijderen. Zie “Hoofdstuk 2 EEN FAX
VERZENDEN/ONTVANGEN” in het Bedieningsvoorschrift
voor de fax-unit GD-1250/GD-1260/GD-1270 voor meer
informatie.
Om alle in het adresboek opgegeven faxnummers te verwijderen
Druk op [ALLES WISSEN] op het aanraakscherm.
Om faxnummers op te geven die eerder zijn vastgelegd voor een groep
Druk op het tabblad [GROEP] op het aanraakscherm en selecteer vervolgens de Fax-groep om originelen te
verzenden. Zie “Hoofdstuk 2 EEN FAX VERZENDEN/ONTVANGEN” in het Bedieningsvoorschrift voor de fax-
unit GD-1250/GD-1260/GD-1270
voor meer informatie.
Om op adres te zoeken
Druk op [ZOEKEN] op het aanraakscherm. Zie “Hoofdstuk 2 EEN FAX VERZENDEN/ONTVANGEN” in het
Bedieningsvoorschrift voor de fax-unit GD-1250
/GD-1260/GD-1270
voor meer informatie.
Om de transmissiecondities in te stellen
Druk op [OPTIE] op het aanraakscherm om de transmissiecondities, zoals resolutie en beelddensiteit, in te
stellen. Zie “Hoofdstuk 2 EEN FAX VERZENDEN/ONTVANGEN” in het Bedieningsvoorschrift voor de fax-unit
GD-1250/GD-1260/GD-1270
voor meer informatie.
Om geavanceerde functies in te stellen
Druk op het tabblad [GEAVANCEERD] om geavanceerde functies, zoals Postbuscommunicatie en
Hersteltransmissie, in te stellen. Zie “Hoofdstuk 4 GEAVANCEERDE FUNCTIES” in het Bedieningsvoorschrift
voor de fax-unit GD-1250/GD-1260/GD-1270
voor meer informatie.
Basishandelingen voor faxen
Hoofdstuk 2 BASISHANDELINGEN
38
Basishandelingen voor scannen
Dit zijn de basishandelingen van de optionele scanfunctie. Druk op de [SCAN] toets als u de scanfuncties wilt gebruiken.
Glasplaat voor originelen
Plaats de originelen.
Automatisch documentinvoersysteem
Zie de Scanhandleiding voor meer informatie.
Geef de locatie op waar de gescande gegevens zullen worden opgeslagen, en druk
vervolgens op [SCANNEN] op het aanraakscherm.
2
3
1
4
5
39
Basishandelingen voor scannen
In dit geval
Om de gescande gegevens in e-Filing op te slaan
Druk op [e-FILING] op het aanraakscherm. Zie “Hoofdstuk 2 BASISHANDELINGEN” in de Scanhandleiding en
“Hoofdstuk 2 BEWERKINGEN OP DIT MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM” in de Handleiding voor elektronische
archivering
voor meer informatie.
Om de gescande gegevens in een gedeelde map of op een USB-apparaat op te
slaan
Druk op [BESTAND/USB] op het aanraakscherm. Zie “Hoofdstuk 2 BASISHANDELINGEN” in de
Scanhandleiding voor meer informatie.
Om de gescande gegevens naar het opgegeven e-mailadres te verzenden
Druk op [E-MAIL] op het aanraakscherm. Zie “Hoofdstuk 2 BASISHANDELINGEN” in de Scanhandleiding
voor meer informatie.
Om Web Service Scan uit te voeren
Druk op [WS SCAN] op het aanraakscherm. Zie “Hoofdstuk 2 BASISHANDELINGEN” in de Scanhandleiding
voor meer informatie.
Om de scancondities in te stellen
Druk op [ALGEMENE INSTELLING] op het aanraakscherm. Zie “Hoofdstuk 3 NUTTIGE FUNCTIES” in de
Scanhandleiding voor meer informatie.
Hoofdstuk 2 BASISHANDELINGEN
40
Basishandelingen voor e-Filing
De basiswerkwijze voor e-FILING is als volgt. Druk op de [e-FILING] toets als u de functies voor elektronische archivering (e-
FILING) wilt gebruiken.
Plaats de originelen.
Druk op [OPSLAAN IN E-FILING] op het aanraakscherm om de box te selecteren waarin u
de gegevens wilt opslaan, en druk vervolgens op de [START] toets op het
bedieningspaneel.
De originelen worden gekopieerd maar worden ook opgeslagen als e-Filing-documenten in het multifunctionele
systeem.
Glasplaat voor originelen
U kunt documenten niet alleen opslaan door ze te kopiëren maar ook door ze te scannen, of met behulp van het
printerstuurprogramma. Zie de Scanhandleiding of Printhandleiding voor meer informatie.
Automatisch documentinvoersysteem
Druk op [OPSLAG] op het aanraakscherm in het standaardmenu voor de kopieerfuncties.
2
1
Documenten opslaan
2
3
1
4
5
41
Basishandelingen voor e-Filing
Druk op de toets van de box waarin de documenten zijn opgeslagen.
De werkwijze voor het afdrukken van in e-Filing opgeslagen documenten is als volgt.
Selecteer het document dat u wilt afdrukken, en druk vervolgens op [AFDRUKKEN] op het
aanraakscherm.
Als de box met een wachtwoord is beveiligd, voer dan het wachtwoord in en druk op [OK] op het aanraakscherm.
Als het document in een map is opgeslagen, selecteer dan de map en druk vervolgens op [OPENEN] op het
aanraakscherm.
Zie de Handleiding voor elektronische archivering voor meer informatie.
2
1
Documenten afdrukken
Hoofdstuk 2 BASISHANDELINGEN
42
Basishandelingen voor afdrukken
Dit zijn de basishandelingen bij gebruik van de optionele afdrukfunctie, met inbegrip van de werkwijze voor afdrukken vanuit
Windows-toepassingen met een PS3-printerstuurprogramma.
Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand] van de toepassing.
Stel de afdrukopties in en klik op [OK].
Selecteer het printerstuurprogramma van het multifunctionele systeem, en klik
vervolgens op [Voorkeuren].
Zie de Printhandleiding voor meer informatie.
Klik op [Afdrukken].
2
1
2
3
1
4
5
43
Basishandelingen voor afdrukken
In dit geval
Om het papierformaat of aantal afdruksets op te geven
Klik op het tabblad [Basis] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma. Zie “Hoofdstuk 2 AFDRUKKEN
VANUIT WINDOWS” in de Printhandleiding voor meer informatie.
Om dubbelzijdig afdrukken of N-up afdrukken op te geven
Klik op het tabblad [Finishing] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma. Zie “Hoofdstuk 2
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS” in de Printhandleiding voor meer informatie.
Om Uitvoer of Afdrukken van voorblad op te geven
Klik op het tabblad [Papierverwerking] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma. Zie
“Hoofdstuk 2 AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS” in de Printhandleiding voor meer informatie.
Om de afdrukkwaliteit aan te passen
Klik op het tabblad [Afdrukkwaliteit] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma. Zie “Hoofdstuk 2
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS” in de Printhandleiding voor meer informatie.
Om af te drukken met tekenreeksen of grasche voorstellingen op de achtergrond van het
papier
Klik op het tabblad [Eect] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma. Zie “Hoofdstuk 2
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS” in de Printhandleiding voor meer informatie.
Om in te stellen dat er geen lege pagina's afgedrukt worden
Klik op het tabblad [Overige] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma. Zie “Hoofdstuk 2
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS” in de Printhandleiding voor meer informatie.
Hoofdstuk 2 BASISHANDELINGEN
44
Wanneer er op de [MENU] toets op het bedieningspaneel wordt gedrukt, worden er templates weergegeven.
Wanneer het afdelingsbeheer en gebruikersbeheer ingeschakeld zijn, kunt u, als u zich bij het multifunctionele systeem
aanmeldt en op de [MENU] toets op het bedieningspaneel drukt, de laatst in het menu gebruikte templategroep
weergeven. Zie de Kopieerhandleiding en de Handleiding voor TopAccess voor meer informatie.
De eerste pagina van de afbeeldingen in de templategroep die het laatst werd gebruikt door de gebruiker die zich
heeft aangemeld, wordt weergegeven.
Om de template- of tellerinformatie voor de afzonderlijke behoeften van gebruikers weer te geven moet u de functies
afdelingsbeheer en gebruikersbeheer instellen.
•
•
1.Weergavegebied gebruikersnaam
De naam van de gebruiker die zich aanmeldt, wordt
weergegeven.
2.Weergavegebied template
De template die de gebruiker die zich aanmeldt kan
gebruiken, wordt weergegeven.
3.Totaalafdrukteller
De totaalafdrukteller van de gebruiker die zich aanmeldt,
wordt weergegeven.
4.Toets [GROEP SELECTEREN]
De groep van de template wordt gewijzigd.
5.
Deze functie wordt ingeschakeld wanneer de
inschakelfunctie voor externe interface
(GS-1020) wordt geïnstalleerd. Neem voor meer
informatie contact op met de serviceorganisatie of uw
leverancier van Toshiba-producten.
3
2
1
4
5
Opmerking
Wanneer de functies afdelingsbeheer en gebruikersbeheer niet worden gebruikt, dan worden de template in de openbare
templategroep en de totaalafdrukteller in het multifunctionele systeem weergegeven.
Positie van de nietjesAchter, achter diagonaal, voor diagonaal, dubbel
RughechtenNiet beschikbaarBeschikbaar
Tegelijk te rughechten aantal
exemplaren
—
A3, A4-R, B4, LD, LT-R
80 g/m
2
20 lb. Bond
90 g/m
2
24 lb. Bond
105 g/m
2
28 lb. Bond
15 vel10 vel10 vel
StroomvoorzieningWordt geleverd door het multifunctionele systeem
Afmetingen616 (740)
*
mm (B) x 630 mm (D) x 1023 mm (H)
GewichtCa. 43 kg
Ca. 63 kg
Ca. 66 kg
StroomverbruikMax. 83 WMax. 85,5 WMax. 1,5 kW
*De afmetingen tussen haakjes zijn gemeten bij uitgetrokken secundaire bak.
68
Hoofdstuk 5 ONDERHOUD & SPECIFICATIES
Capaciteit van bak van nisher
ModusSorteren uitSorteren/groeperen
Geniet
Papier van gemengd
formaat, niet geladen
Papier van gemengd
formaat, geladen
Bak nr.12121, 21, 2
A5-R, ST-R
140
(1000)
140
(1000)
————
B5-R
140
(1000)
140
(1000)
————
A4, B5, LT
250
(2000)
250
(2000)
250
(2000)
250
(2000)
Welke van 110 mm (4.3”), 750
vel of 100 sets ook het eerst
wordt bereikt
Welke van 74 mm (2.9”), 500
vel of 50 sets ook het eerst
wordt bereikt
A3, A4-R, B4, FOLIO,
LD, LG, LT-R, COMP
140
(1000)
140
(1000)
140
(1000)
140
(1000)
Welke van 74 mm (2.9”), 500
vel of 50 sets ook het eerst
wordt bereikt
Welke van 74 mm (2.9”), 500
vel of 50 sets ook het eerst
wordt bereikt
Als er sets geniet en niet geniet papier in de bak geplaatst worden, dan is de capaciteit van de bak welke van 22 mm (0.86”) dik, 150 vel of 50 sets ook het
*1Voor harde schijven betekent MB 1 miljoen bytes. (De totale bruikbare capaciteit van de harde schijf kan verschillen, afhankelijk van de werkconguratie.)
Zie het Bedieningsvoorschrift voor de fax-unit GD-1250/GD-1260/GD-1270 voor meer informatie over de fax-unit (GD-
1250).
Er is door Toshiba aanbevolen papier gebruikt voor bovenstaande waarden. Specicaties en uiterlijke kenmerken kunnen
in het belang van de productverbetering zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden.
70
5
2
1
3
4
Back-up maken van uw e-STUDIO
Op deze function list vindt u het IP-adres onder Network
Settings, Network, TCP/IP, IP Address. (Zie Figuur 1).
1 – TopAccess Starten
Start Internet Explorer
Voer in de adresbalk het IP-adres in, er maggeen www voor staan.
Druk op Enter. Het adres wordt automatisch aangevuld…
Klik op Administration
Figuur 1
1
2
…TopAccess wordt geopend
Adresboek, templates en departmentcodes backuppen en terugzetten via TopAccess.
Bij de TOSHIBA e-STUDIO serie, worden diverse gegevens opgeslagen op de interne harddisk. Hierbij
deze data regelmatig een back-up te maken.
moet u denken aan: templates, adresboek en afdelingscodes. Net als bij PC’s is het belangrijk van
De nu besproken back-up procedure beschrijft hoe u een Combined Back-up (templates, adresboek
kunt exporteren/importeren.
en evt. mailboxen) back-up/restore maakt en hoe u via de Export/Import functie de afdelingscodes
Wij adviseren u omregelmatig een back-up te maken zoals nu besproken. In geval van evt.
via een zgn. Webbrowser (b.v. Internet Explorer) en het IP-adres van de betreffende Toshiba e-STUDIO.
calamiteiten kunt u een recent ge
maakte back-up terugzetten zodat u geen belangrijke gegevens
mist. De back-up procedure wordt via Toshiba TopAccess uitgevoerd. TopAccess wordt opgeroepen
achterzijde van de machine).
Indien het IP-adres van de betreffende machine niet bekend is, dan kunt u deze normaliter vinden
op de function list welke tijdens installatie door de technicus bij het logboek is gevoegd (aan
en klik op Login (2)
Voer het Password in (1 2 3 4 5 6)
Back-up / restore uitvoeren
71
Hoofdstuk 5 ONDERHOUD & SPECIFICATIES
2 – All Data Backup maken
Start TopAccess, ga naar Administration, login met Admin 123456 (zie pagina 1 voor meer info).
Klik op Maintenance (1)
Klik op Backup (2)
Ga vervolgens naar de onderzijde van de
pagina naar Combined Backup en klik
op Create New File (3)
U dient een password voor de te maken back-up file op te geven, bijvoorbeeld 123456
Deze melding verschijnt even, zodra melding verdwijnt ga
dan weer naar beneden naar Combined Backup
Als de file is aangemaakt verschijnt een
scherm als hiernaast
Klikmet de rechtermuisknop op de file
Backup_ALL.enc selecteer Save Target As/Doel
Opslaan Als (4)
Selecteer een locatie (b.v. Mijn Documenten)
1
3
4
5
2
4
en klik op Opslaan/Save (5)
72
5
2
1
3
4
Start TopAccess, ga naar Administration, login met Admin 123456 (zie pagina 1 voor meer info).
Klik op
Maintenance (1)
Klik op Export/Clear Log
(2)
Ga vervolgens naar de
onderzijde van de pagina
naar Department Code
Export en klik op Create
New File (3)
Het aanmaken duurt even.
Als de file is aangemaakt verschijnt een scherm als
hiernaast.
Klikmet de rechtermuisknop op de file
SESSION_CSV… selecteer Save Target
As/Doel Opslaan Als (4)
Selecteer een locatie (b.v. Mijn Documenten) en klik
op Opslaan/Save (5)
Op dezelfde manier als hierboven beschreven
kunnen ook de lo
gs en journaals worden
geëxporteerd (deze kunnen echter later niet meer
worden geïmporteerd).
1
2
4
5
3
3 – Afdelingscodes Exporteren
Back-up / restore uitvoeren
73
Hoofdstuk 5 ONDERHOUD & SPECIFICATIES
4 – Combined Backup terugzetten
Start TopAccess, ga naar Administration, login met Admin 123456 (zie pagina 1 voor meer info).
Klik op Maintenance
(1).
Klik op Restore (2)
Ga naar Combined Restore
aan onderzijde pagina.
Klik op Browse (3)
Selecteer de eerder aangemaakte backup
Klik op Open (4)
Klik op Upload (5)
Zorg dat het vinkje bij All Data Restore (6)
aanstaat. Klik dan aan bovenzijde van de
pagina op RESTORE (7).
Geef het eerder gemaakte password op
2
3
7
6
1
4
5
74
5
2
1
3
4
5 – Afdelingscodes Importeren
Start TopAccess, ga naar Administration, login met Admin 123456 (zie Stap 1).
Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.
Product:
Spelregels forum
Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:
lees eerst de handleiding door;
controleer of uw vraag al eerder door iemand anders is gesteld;
probeer uw vraag zo duidelijk mogelijk te stellen;
heeft u een probleem en al geprobeerd om dit op te lossen, vermeld dit erbij aub;
heeft u een oplossing gekregen van een bezoeker dan horen wij dat graag in dit forum;
wilt u een reactie geven op een vraag of antwoord, gebruik dan niet dit formulier maar klik op de knop 'reageer op deze vraag';
uw vraag wordt direct op de website gezet; vermijd daarom persoonlijke gegevens in te vullen;
Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.
Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.
Abonneren
Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Toshiba e-STUDIO 555 bij:
nieuwe vragen en antwoorden
nieuwe handleidingen
U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.
Ontvang uw handleiding per email
Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Toshiba e-STUDIO 555 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.
De handleiding is 4,71 mb groot.
U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.
Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email
Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.
Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.
Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken
U heeft geen emailadres opgegeven
Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.
Uw vraag is op deze pagina toegevoegd
Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.