481915
7
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/185
Pagina verder
-STUDIO 16 / 20 / 25
DIGITALE COPIER VOOR NORMAAL PAPIER
BEDIENINGSVOORSCHRIFT VOOR DE
KOPIEERFUNCTIE
Networking Documents.
Waarschuwing: Wijzigingen of modificaties aan deze copier, welke niet nadrukkelijk door
TOSHIBA TEC of door TOSHIBA TEC geautoriseerde derden zijn
goedgekeurd, kunnen ertoe leiden dat de gebruiker de copier niet langer mag
gebruiken.
Het Amerikaanse Environmental Protection Agency (Bureau voor Milieubescherming) EPA heeft een
programma, het
ENERGY STAR-programma, geïntroduceerd voor het op vrijwillige basis aanmoedigen
van de algemeen aanvaarde en vrijwillige toepassing van energiezuinige technologieën, die de kwaliteit
van de werkplek versterken, de productprestatie verbeteren en vervuiling voorkomen. TOSHIBA TEC
CORPORATION heeft, als partner van het
ENERGY STAR-programma, besloten dat dit model copier
moet voldoen aan de
ENERGY STAR richtlijnen voor zuinig energieverbruik.
Voor copier + printer of FAX-modellen vereisen de richtlijnen van het
ENERGY STAR-programma dat
dit soort multifunctionele copiers over een 'Sluimerstand' voorziening beschikken. Deze voorziening
moet er voor zorgen dat de copier automatisch in de sluimerstand komt, nadat deze gedurende een
bepaalde tijd niet is gebruikt. Ook moet de copier automatisch overschakelen naar een "Energie
spaarstand" (automatische energiebesparing) na een bepaald tijdsbestek na het laatste gebruik.
Daarom voldoet deze copier aan de onderstaande eisen:
e-STUDIO16/20/25 copier + printer model (basisuitvoering)
‘Sluimerbedrijf (Grote Energie Besparingsstand)’.
De copier verbruikt minder dan 5 W in Sluimerbedrijf (Grote Energie Besparingsstand)’.
Sluimerbedrijf (Grote Energie Besparingsstand)’ standaard tijd-
De standaard tijd waarna de ‘Sluimerbedrijf (Grote Energie Besparingsstand)’ inschakelt, bedragt
25 minuten (e-STUDIO16)/60 minuten (e-STUDIO20/25).
'Energie spaarstand'-
De copier verbruikt minder dan 111,6 W (e-STUDIO16)/127,0 W (e-STUDIO20)/146,25 W (e-
STUDIO25) tijdens de energiebesparing.
'Energie spaarstand' standaard tijd-
De standaard tijd waarna de 'Energie spaarstand' inschakelt, is 15 minuten.
e-STUDIO16/20/25 copier + printer of FAX modellen (multifunctionele uitvoering)
‘Sluimerbedrijf (Grote Energie Besparingsstand)’.
De copier verbruikt minder dan 70 W (e-STUDIO16/20)/80 W (e-STUDIO25) in de ‘Sluimerbedrijf
(Grote Energie Besparingsstand)’.
'Sluimerstand' standaard tijd -
De standaard tijd waarna het ‘Sluimerbedrijf (Grote Energie Besparingsstand)’ inschakelt, bedraagt
25 minuten (e-STUDIO16)/60minuten (e-STUDIO20/25).
'Energie spaarstand'-
De copier verbruikt minder dan 111,6 W (e-STUDIO16)/127,0 W (e-STUDIO20)/146,25 W (e-
STUDIO25) tijdens de energiebesparing.
'Energie spaarstand' standaard tijd-
De standaard tijd waarna de 'Energie spaarstand' inschakelt, is 15 minuten.
Opmerking 1- De standaard instelling van de 'Grote Energie Besparingsstand' of 'Sluimerstand' en
'Energie spaarstand' kan worden aangepast. Wanneer u de standaard instelling wilt
veranderen, neem dan contact met uw Toshiba dealer op.
Opmerking 2- Om een copier in de basisuitvoering weer in te schakelen na een automatische
uitschakeling, moet u de SUPER ENERGY SAVER toets indrukken.
Opmerking 3- Van een copier in de basisuitvoering kan de weekklokfunctie voorziening niet worden
geactiveerd na een automatische uitschakeling. Wanneer u de voorziening weer wilt
activeren, moet u contact opnemen met uw Toshiba dealer.
Wanneer de FAX-functie optioneel is geïnstalleerd, adviseren wij de weekklokfunctie in te stellen om
zodoende energie te besparen.
In overeenstemming met de richtlijnen van het EPA
ENERGY STAR-programma, is deze copier geschikt
voor het gebruik van kringloop kopieerpapier (tot 100% post consumer content) dat voldoet aan de
eisen van de ENV 12281 (Eisen t.a.v. kopieerpapier voor het droge toner afbeeldingprocédé voor
lichtdruk en zakelijk drukwerk).
Indien u vragen heeft met betrekking tot het gebruik van kringlooppapier of sommige geadviseerde
soorten kringlooppapier, neem dan contact op met uw Toshiba dealer.
ENERGY STAR is a U.S. registered mark.
EPA
ENERGY STAR ® (MFD)
1
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
1. DE KWALITEIT VAN TOSHIBA IS NIET TE EVENAREN
Verbruiksmaterialen / Onderdelen
Betrouwbaarheid
Originele Toshiba verbruiksmaterialen zijn onderworpen aan de strengste controles zodat alle
verbruiksmaterialen die u ontvangt zullen op het gunstige niveau werken.
Grote productiviteit
Originele Toshiba verbruiksmaterialen zijn gemaakt om te voldoen aan de eisen van onze
prestatiegerichte samenleving en leveren snel en storingsvrij, betrouwbare kopieën op het moment dat
u ze nodig heeft.
Stabiele afdrukkwaliteit
Originele Toshiba verbruiksmaterialen zijn ontworpen om dag in, dag uit constante en stabiele
afdrukkwaliteit te leveren.
Copiervriendelijk
Genuine Toshiba supplies are designed to keep the copier and all its parts in trouble-free working order.
Reduction of machine wear is due to Toshibas intimate knowledge of the copiers characteristics
ensuring the highest standard of care.
Copier in evenwicht
Ten eerste, Toshiba verbruiksmaterialen en copiers zijn voor elkaar gemaakt. Telkens wanneer Toshiba
een nieuwe copier ontwikkeld, ontwikkelt ze ook een nieuwe toner die specifiek voor die copier is
gemaakt. Door originele Toshiba verbruiksmaterialen bij de Toshiba copiers te gebruiken, bent u
verzekerd van de beste prestatie.
e-STUDIO16/20/25 proceseenheid
De navolgende informatie wordt op de aangegeven plaats gegeven.
e-STUDIO16/20/25 tonerpatroon
De navolgende informatie wordt op de aangegeven plaats gegeven.
Het is aan te bevelen om originele Toshiba verbruiksmaterialen en onderdelen te gebruiken teneinde
optimale resultaten te verkrijgen.
e-STUDIO16 e-STUDIO20/25
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2
1. DE KWALITEIT VAN TOSHIBA IS NIET TE EVENAREN (Vervolg)
Algemeen
Toners
Gunstigste afdrukkwaliteit
Originele Toshiba toners gebruiken ultrafijne kwaliteit grondstoffen en nauwkeurig gestuurde parameters
zodat de Toshiba copiers continu een scherpe beeldproductie van hoge kwaliteit kunnen produceren.
Kosten gunstig
Originele Toshiba toners betekenen waarde. Zij zijn ontwikkeld om de juiste hoeveelheid toner te
gebruiken waardoor de copier in staat is continu te werken totdat alle toner is verbruikt. Op deze manier
benut u alle toner.
Goede verstandhouding met het milieu
Originele Toshiba toners zijn ontwikkeld met het milieu als uitgangspunt. Om zuinig op moeder Aarde
te zijn, gebruiken we in reliëf geperste of kunststof labels waardoor onze toners volledig recyclebaar
zijn. Bovendien zijn schadelijke stof en ozon niveaus beperkt om zodoende het werkomgeving te
verbeteren.
Mensvriendelijk
Originele Toshiba toners zijn mensvriendelijk. Voordat onze toners geschikt zijn om te worden verkocht,
testen wij ze om er zeker van te zijn dat ze voldoen aan de strengste gezondheidsnormen. Dit neemt
de eventuele bezorgdheid voor het werken met toners weg.
ISO 9000 en ISO 14000
Toshiba toner fabrieken zijn ISO 9001 of ISO 9002 en ISO 14001 gecertificeerd.
Daarom worden kwaliteit van het vakmanschap en milieu vriendelijk productie door de fabriek
gegarandeerd.
Voordelen van de service en ondersteuning
De service technici van Toshiba zijn opgeleid om uw copier in optimale staat te houden. Om een
continu afdrukkwaliteit te garanderen, wordt ten zeerste geadviseerd om voor het onderhoud en het
uitvoeren van de periodieke controles voor een geautoriseerd Toshiba servicebedrijf te kiezen, zodat u
volledig van uw copier kunt profiteren.
3
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2. VOORWOORD
COPYRIGHT 2000
TOSHIBA TEC CORPORATION
Gefeliciteerd met de aankoop van deze Toshiba digitale e-STUDIO16/20/25 copier. Dit
bedieningsvoorschrift behandelt de volgende onderwerpen:
hoe moet ik de digitale copier gebruiken
hoe kan ik kopieën maken
hoe voer ik inspecties en onderhoud uit aan de digitale copier
hoe los ik mechanische en kopieerproblemen op.
Lees dit bedieningsvoorschrift goed door, voordat u de e-STUDIO16/20/25 digitale copier in gebruik
neemt. Om er verzekerd van te zijn, dat er te allen tijde goede kopieën worden gemaakt en dat de digitale
copier altijd in een goede conditie is, dient u dit bedieningsvoorschrift op een goed bereikbare plaats te
bewaren voor eventuele naslag.
Om er zeker van te zijn dat u de Toshiba digitale e-STUDIO16/20/25 copier op een juiste en veilige
manier kunt gebruiken, worden in dit bedieningsvoorschrift veiligheidsvoorzieningen beschreven
volgens de navolgende drie waarschuwingsniveaus:
Voordat u dit bedieningsvoorschrift leest, dient u de betekenis en het belang van deze waarschuwingen
goed te begrijpen.
Waarschuwing . Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, tenzij deze wordt vermeden, kan leiden
tot de dood of zware verwondingen, of zware beschadiging van - of brand in het
apparaat of de omgeving.
Voorzichtig ....... Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, tenzij deze wordt vermeden, kan leiden
tot lichte of matige verwondingen, of lichte beschadiging van het apparaat of de
omgeving, of verlies van gegevens.
Opmerking ....... Wijst op een te volgen werkwijze die gevolgd dient te worden om met de copier een
optimaal resultaat te bereiken en probleemloos kopiëren te garanderen.
Tip..................... Beschrijft handige informatie, die van pas kan komen, wanneer u de digitale copier
bedient.
Advies .............. Beschrijft een bepaalde werkwijze, die gevolgd dient te worden, om de digitale copier
in een goede conditie te houden.
Waarschuwing: Dit is een Klasse A product. Binnenshuis kan deze copier radiostoring veroorzaken. In zo'n
geval is het de gebruiker toegestaan om gepaste maatregelen te nemen.
1.Raak de steker niet aan wanneer u het snoer van randapparatuur loskoppelt.
2.Voordat u de deuren opent of onderdelen van de copier wegneemt, dient u uw lichaam elektrisch te
ontladen, door een metalen onderdeel van de copier aan te raken.
Dit product is voorzien van een CE-markering, in overeenstemming met de relevante EG-richtlijnen.
Verantwoordelijk voor de CE-markering is Toshiba Europe GmbH Carl-Schurz-Str. 7, 41460 Neuss,
Duitsland. Phone +49-2131 -1245-0
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4
2. VOORWOORD (Vervolg)
De e-STUDIO16/20/25 is een digitale copier voor normaal papier.
De e-STUDIO16/20/25 scant de originelen en slaat de gegevens op in zijn geheugen in de vorm van
digitale afbeeldingen.
De e-STUDIO16/20/25 maakt het niet alleen mogelijk deze digitale gegevens van afbeeldingen te
verwerken en te bewerken, maar op deze manier kunnen kopieën ook geluidloos, snel en gemakkelijk
worden gesorteerd en gestapeld. De e-STUDIO16/20/25 heeft een LCD-scherm en menukeuzetoetsen
die op een grafische wijze de functies van de copier weergeven. Hierdoor kan iedereen snel en
gemakkelijk scherpe kopieën maken.
De e-STUDIO16/20/25 heeft verder de volgende handige kenmerken, waardoor het apparaat geschikt
is voor meerdere toepassingen.
Copying speed is 16 (A4) copies per minute on the e-STUDIO16, 20 (A4) copies on the e-STUDIO20
and 25 (A4) copies on the e-STUDIO25.
De automatische zwartingfunctie meet automatisch de zwarting van het origineel en bepaalt daarna
de optimale zwarting van de kopie.
De afmetingen van het origineel worden automatisch bepaald en het juiste papierformaat en de
juiste reproductiefactor worden automatisch ingesteld wanneer het automatisch
documentinvoersysteem of het automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel)
wordt gebruikt.
Wide enlargement/reduction range (e-STUDIO16: 50% to 200%, e-STUDIO20/25: 25% to 400%)
50% to 200% when the optional Reversing Automatic Document Feeder or optional Automatic
Document Feeder is used.
Dubbelzijdige kopieën kunnen automatisch worden gemaakt van dubbelzijdige originelen. (Het
optionele automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting en de automatische
dubbelzijdige kopieereenheid zijn vereist.)
Enkelvoudige kopieën kunnen automatisch worden gemaakt van dubbelzijdige originelen. (Het
optionele automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting is vereist.)
Dubbelzijdige kopieën kunnen automatisch worden gemaakt van enkelzijdige originelen. (Het
optionele automatisch documentinvoersysteem of het automatisch document invoer systeem met
omkeerinrichting en de automatische dubbelzijdige kopieereenheid zijn vereist.)
Het apparaat heeft de volgende digitale bewerkingsfuncties:
Negatief/positief omkeren, X-Y-zoom en spiegelbeeld, enz.
2-in-1 en 4-in-1 (beschikbaar op het standaard model)
Het kopiëren van boeken en het sorteren van tijdschriften (De optionele automatische dubbelzijdige
kopieereenheid is vereist.)
Met de elektrische sorteerfunctie, kunt u ook met een hoge snelheid sorteren zonder het origineel te
beschadigen.
Geschikt voor het maken van kopieën van A5 tot en met A3.
Het apparaat heeft een week-timer. Deze timer maakt een automatische sluimerbedrijf mogelijk op
vastgestelde begin- resp. eindtijden.
Na het installeren van de optionele printerkaart, kan de copier ook werken als een printer waardoor
u in staat bent gegevens van uw computer af te drukken. De copier kan met de optionele netwerkkaart
bovendien dienst doen als een netwerk printer.
1.Kenmerken van de e-STUDIO16/20/25
5
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3. INHOUDSOPGAVE
1. DE KWALITEIT VAN TOSHIBA IS NIET TE EVENAREN ................................................................ 1
2. VOORWOORD ................................................................................................................................ 3
1. Kenmerken van de e-STUDIO16/20/25...................................................................................... 4
3. INHOUDSOPGAVE ......................................................................................................................... 5
4. VEILIGHEIDSMAATREGELEN ....................................................................................................... 8
1.Installatie....................................................................................................................................... 8
2.Algemene veiligheidsmaatregelen ............................................................................................. 9
Afwijzing van aansprakelijkheid ......................................................................................................... 10
1. VOORDAT U GAAT KOPIËREN ....................................................................................................... 1-1
1. BESCHRIJVING VAN DE OPTIES ...............................................................................................1-2
2. BESCHRIJVING VAN DE DIGITALE COPIER .............................................................................1-3
Belangrijkste onderdelen.............................................................................................................1-3
Bedieningspaneel ........................................................................................................................1-4
LCD-scherm .................................................................................................................................1-6
3. PAPIER .........................................................................................................................................1-7
Aanvaardbare papiersoorten en -formaten / behandeling en papieropslag ............................1-7
Veranderen van papierformaat van de cassette .........................................................................1-8
Zet de copier aan met de AAN/UIT schakelaar / automatische start....................................... 1-10
Instelling cassetteformaat ......................................................................................................... 1-11
4. TOEGANGSCODES .................................................................................................................. 1-13
2. KOPIËREN .........................................................................................................................................2-1
1. ALGEMENE WERKWIJZE ...........................................................................................................2-2
2. INSTELLING ORIGINELEN..........................................................................................................2-4
Originelen .....................................................................................................................................2-4
Leg het origineel op de glasplaat ................................................................................................ 2-5
Gebruik van het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch document
invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel) .......................................................................2-6
3. KOPIËREN MET ONDERBREKING ............................................................................................ 2-8
3. BASISMENU .....................................................................................................................................3-1
1. PAPIERSELECTIE ........................................................................................................................ 3-2
Automatische papierselectie (APS) .............................................................................................3-2
Handmatige papierselectie..........................................................................................................3-4
Kopiëren met handinvoer ............................................................................................................ 3-5
Kopiëren met handinvoer door specificatie van het kopieformaat ............................................3-7
2. VERKLEINEN EN VERGROTEN ................................................................................................. 3-8
3. INSTELLEN VAN DE BELICHTING .......................................................................................... 3-13
4. SELECTIE VAN DE AFDRUKKWALITEIT VAN HET ORIGINEEL ............................................ 3-15
6
4.EDIT-MENU.........................................................................................................................................4-1
1. DUBBELZIJDIG KOPIËREN.........................................................................................................4-2
Enkelzijdige originelen > Enkelzijdige kopieën (standaard instelling) .................................4-3
Enkelzijdige originelen > Dubbelzijdige kopieën ..................................................................4-4
Dubbelzijdige originelen > Dubbelzijdige kopieën ...............................................................4-8
Dubbelzijdige originelen > Enkelzijdige kopieën ..................................................................4-9
Boek > Dubbelzijdige kopieën ............................................................................................. 4-10
2. KOPIËREN MET TWEE PAGINA SCHEIDINGSFUNCTIE ....................................................... 4-12
3. VERSCHOVEN BEELD-KOPIEËN ........................................................................................... 4-13
4. KOPIËREN MET BLANCO RANDEN ....................................................................................... 4-14
5. 2-IN-1/4-IN-1 .............................................................................................................................. 4-15
6. TIJDSCHRIFT SORTEREN....................................................................................................... 4-18
7. DATUM/TIJD .............................................................................................................................. 4-21
8. BEWERKINGEN ........................................................................................................................ 4-23
Spiegelbeeld ............................................................................................................................. 4-23
Omkeren van negatief/positief .................................................................................................. 4-24
9. OPDRACHT OPBOUW ............................................................................................................. 4-25
10. KOPIËREN VAN GEMENGDE ORIGINELEN ........................................................................... 4-26
11.OPDRACHT GEHEUGEN ......................................................................................................... 4-27
12.PAPIERSOORT ......................................................................................................................... 4-29
13.MENULIJST ............................................................................................................................... 4-30
5.PROGRAMMA MENU ........................................................................................................................5-1
1. VERVOLGSCHERM .....................................................................................................................5-2
2. KLOKFUNCTIES ..........................................................................................................................5-3
Automatische reset .......................................................................................................................5-3
Energie spaarstand ......................................................................................................................5-4
Automatische slaapstand.............................................................................................................5-5
3. DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE ........................................................................................................5-7
4. SPEAKER VOLUME .................................................................................................................. 5-10
5. AFDELINGSTOEGANGSCODE ............................................................................................... 5-11
Het instellen van de afdelingstoegangscode .......................................................................... 5-11
Het resetten van de tellers van de toegangscode ................................................................... 5-13
Het wissen van de toegangscode ............................................................................................ 5-14
Wijzig de instelling van de toegangscode ............................................................................... 5-15
Rapportages afdrukken ............................................................................................................ 5-17
Annuleren/doorgaan met toegangsbeheer ............................................................................. 5-18
6. AFDRUKINSTELLINGEN.......................................................................................................... 5-19
7. DATUM EN TIJD ........................................................................................................................ 5-23
8. HET WIJZIGEN VAN DE TAAL OP HET LCD-SCHERM .......................................................... 5-26
9. FUNCTIEOVERZICHT ............................................................................................................... 5-27
10. TOTAALTELLER ........................................................................................................................ 5-28
6. SELECTIE AFWERKINGSSTAND ................................................................................................... 6-1
1. SELECTIE AFWERKINGSSTAND ...............................................................................................6-2
2. KOPIËREN ZONDER SORTEREN ..............................................................................................6-3
3. KOPIËREN EN SORTEREN ........................................................................................................6-4
4. GESTAFFELD KOPIËREN ........................................................................................................... 6-6
5. WISSELEND STAPELEN .............................................................................................................6-7
6. NIETEN ...................................................................................................................................... 6-10
Wanneer de optionele finisher is aangebracht (optie voor e-STUDIO20/25) ........................ 6-10
Wanneer de optionele niet-uitrusting is aangebracht ............................................................. 6-12
3. INHOUDSOPGAVE (Vervolg)
7
7. WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN ................................................................7-1
1. OMSCHRIJVING VAN DE GRAFISCHE SYMBOLEN ................................................................7-2
2. PAPIER BIJVULLEN.....................................................................................................................7-3
Papier bijvullen in de cassette .....................................................................................................7-3
Papier bijvullen in het extra grote papiermagazijn (optie voor de e-STUDIO20/25) ................7-4
3. HET VERVANGEN VAN EEN TONER CARTRIDGE ...................................................................7-5
4. VERVANGEN VAN DE PROCESEENHEID ................................................................................. 7-8
Vervangen van de proceseenheid ..............................................................................................7-8
Vervangen van het ozonfilter .................................................................................................... 7-11
5. VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER ....................................................................... 7-12
6. NIETJESHOUDER VERVANGEN ............................................................................................. 7-24
7. VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN NIETJES ..................................................................... 7-28
8. BEL VOOR SERVICE ................................................................................................................ 7-31
9. PERIODIEK ONDERHOUD ...................................................................................................... 7-32
8. GEBRUIKERS-TESTPROGRAMMA ...............................................................................................8-1
1. GEBRUIKERSTESTPROGRAMMA .............................................................................................8-2
AUTOTEST....................................................................................................................................8-2
2. AFZONDERLIJKE TESTPROGRAMMAS ...................................................................................8-3
Samenvatting AFZONDERLIJKE TESTPROGRAMMAS ...........................................................8-3
3. ADF TEST .....................................................................................................................................8-4
4. TOETSENTEST ............................................................................................................................8-6
5. LED-TEST .....................................................................................................................................8-7
6. LCD-TEST ....................................................................................................................................8-8
7. SPEAKER-TEST ...........................................................................................................................8-9
8. SCHAKELAAR-TEST ................................................................................................................ 8-10
9. AFDRUK-TEST .......................................................................................................................... 8-11
10. AFDRUKKEN VAN EEN TESTRESULTAAT ............................................................................. 8-12
9. ONDERHOUD ...................................................................................................................................9-1
1. DAGELIJKSE CONTROLE ..........................................................................................................9-2
2 REINIGING VAN DE CORONA ....................................................................................................9-3
3. OPLOSSEN VAN EENVOUDIGE PROBLEMEN .........................................................................9-5
10. GEGEVENS EN OPTIES .............................................................................................................. 10-1
1. GEGEVENS e-STUDIO16/20/25 .............................................................................................. 10-2
2. GEGEVENS VAN DE OPTIES ................................................................................................... 10-3
4. MATRIX VAN TE COMBINEREN KOPIEERFUNCTIES ............................................................ 10-8
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
8
4. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
1. Installatie
Plaats de e-STUDIO bij een gemakkelijk te bereiken muurstopcontact.
1
De e-STUDIO16/20/25 dient door een gekwalificeerde TOSHIBA servicemonteur te worden
geïnstalleerd.
Opmerking
Het verpakkingsmateriaal dient op verantwoorde wijze te worden afgevoerd.
3
Nadat een geschikte plaats voor de installatie van de e-STUDIO16/20/25 is gekozen,
verander deze dan niet meer. Vermijd overmatige hitte, stof, trillingen en direct zonlicht.
Zorg eveneens voor een goede ventilatie, omdat tijdens het kopiëren kleine hoeveelheden
ozon vrijkomen.
Opmerking
1. Aanbevolen omgeving voor het gebruik van de copier is als volgt:
Temperatuur: 10~30 °C
Vochtigheid: 20~85% RV
2. Voor een optimale werking, dient u rondom de machine voldoende ruimte vrij te laten: minstens
80 cm links en rechts van de machine en 10 cm aan de achterkant (zie onderstaande afbeelding).
2
Voor het beste resultaat, dient het apparaat te worden gebruikt in combinatie met een
geschikt snoer met de volgende kwalificatie:
220 - 240 VAC, 50/60 Hz, 1.1 kW or less (e-STUIDO16)
220 - 240 VAC, 50/60 Hz, 1.2 kW or less (e-STUIDO20/25)7 VAC, 50/60 Hz, 1.4 kW or less (for Saudi
Opmerking
1. Het aansluiten van andere apparaten of machines op hetzelfde stopcontact als deze digitale
copier, kan een nadelig effect hebben op het functioneren van dit apparaat en de kwaliteit van de
kopieën.
2. Maak uitsluitend gebruik van een geaard stopcontact.
3. Bij gebruik van een niet geaard stopcontact, moet de copier uit veiligheidsoverwegingen worden
geaard.
Aard de copier nooit op een gasleiding, een waterleiding of een ander voorwerp dat daarvoor
niet geschikt is.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
10 cm
80 cm
80 cm
9
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2. Algemene veiligheidsmaatregelen
1
Behandel en gebruik de copier met zorg.
Plaats geen voorwerpen op de papiercassettes of op de invoerklep voor originelen.
Zorg dat men niet op het snoer kan trappen en dat dit niet bekneld raakt tussen harde voorwerpen;
dit kan leiden tot een elektrische storing of zelfs letsel.
Zorg ervoor dat er geen metalen voorwerpen, zoals paperclips, in de copier kunnen vallen.
3
Voor een optimale kopieerkwaliteit raden wij u aan om voor de
e-STUDIO16/20/25 uitsluitend materialen te gebruiken, die door Toshiba worden gemaakt
of aanbevolen. Alle onderdelen moeten worden bewaard op een koele, droge plaats.
Voor een optimaal resultaat is het raadzaam een goede kwaliteit xerografisch papier van 80 g/m² te
gebruiken.
Papier van mindere kwaliteit kan voor overmatige stofvorming zorgen, waardoor de copier eerder
dan normaal een onderhoudsbeurt nodig heeft.
2
Zorg dat u de copier uitzet (tenzij de weekklokfunctie functie wordt gebruikt):
wanneer u 's avonds het kantoor verlaat.
indien er zich een stroomstoring voordoet.
Voorzichtig
Als u de copier wilt uitzetten, doe dit niet voordat de copier volledig stilstaat.
Trek de steker uit het stopcontact:
als u de machine voor langere tijd niet gebruikt.
In de volgende gevallen moet u het apparaat uitzetten, de steker onmiddellijk uit het stopcontact
halen en contact opnemen met uw leverancier:
indien de copier abnormaal veel lawaai maakt.
indien de buitenkant van de copier abnormaal warm wordt.
indien een onderdeel van de copier is beschadigd of gevallen.
indien de copier is blootgesteld aan regen of vocht.
Waarschuwingsplaatje
Identificatieplaatje
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
10
AFWIJZING VAN AANSPRAKELIJKHEID
In onderstaande kennisgeving staan de aansprakelijkheidsuitsluitingen en -beperkingen vermeld van
TOSHIBA TEC CORPORATION (inclusief haar werknemers, tussenpersonen en toeleveranciers) jegens
enige koper of gebruiker (“Gebruiker”) van de e-STUDIO16/20/25, met inbegrip van bijbehorende
accessoires, opties en programmapakket (“Product”).
1. De in deze kennisgeving vermelde aansprakelijkheidsuitsluitingen en -beperkingen zijn in de hoogste
mate die de wet toelaat, van kracht. Ter vermijding van twijfel wordt niets in deze kennisgeving geacht
de aansprakelijkheid van TOSHIBA TEC CORPORATION voor overlijden of persoonlijk letsel als
gevolg van veronachtzaming van de kant van TOSHIBA TEC CORPORATION of bedrieglijke, onjuiste
verklaring van de kant van TOSHIBA TEC CORPORATION, uit te sluiten of te beperken.
2.Alle stilzwijgende waarborgen, bedingen en andere voorwaarden worden, in de hoogste mate die
de wet toelaat, uitgesloten en er worden geen dergelijke stilzwijgende waarborgen gegeven of zijn
van toepassing met betrekking tot de Producten.
3. TOSHIBA TEC CORPORATION aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies, kosten, uitgaven,
vordering of schade van welke aard dan ook, veroorzaakt door welke van de volgende zaken dan
ook:
(a) gebruik of behandeling van het Product dat of die niet in overeenstemming is met de
handleidingen, met inbegrip van maar niet beperkt tot bedieningshandleiding,
gebruikershandleiding, en/of onjuiste of onvoorzichtige behandeling of gebruik van het Product;
(b) enige oorzaak als gevolg waarvan het Product niet op de juiste wijze kan werken of functioneren
die voortvloeit uit of toe te schrijven is aan hetzij handelingen, nalaten van handelingen,
gebeurtenissen, hetzij ongevallen die redelijkerwijs buiten de macht van TOSHIBA TEC
CORPORATION liggen met inbegrip, zonder beperking, van gevallen van overmacht, oorlog,
oproer, binnenlandse onlusten, kwaadwillige of opzettelijke beschadiging, brand, overstroming
hetzij storm, natuurramp, aardbevingen, abnormaal voltage hetzij andere rampen;
(c) aanvullingen, wijzigingen, demontage, transport of reparaties door iemand anders dan door
TOSHIBA TEC CORPORATION gemachtigde onderhoudstechnici; hetzij
(d) gebruik van ander papier, andere verbruiksartikelen of andere onderdelen dan die welke door
TOSHIBA TEC CORPORATION aanbevolen worden.
4.Behoudens het bepaalde in lid 1 is TOSHIBA TEC CORPORATION niet aansprakelijk jegens de
Klant voor:
(a) winstderving; verlies van verkopen of omzet; verlies van of bezoedeling van reputatie; verlies
van productie; verlies van verwachte besparingen; verlies van goodwill of zakelijke kansen;
verlies van klanten; verlies van, of verlies van het gebruik van, enige programmatuur of gegevens;
verlies krachtens of met betrekking tot enig contract; of
(b) enige bijzondere schade, bijkomende schade, gevolgschade of indirecte schade, kosten,
onkosten, geldelijk verlies of vorderingen tot vergoeding van gevolgschade;
welke dan ook en hoe dan ook veroorzaakt die voortvloeien uit of in verband met het Product of het
gebruik of de behandeling van het Product, zelfs al is TOSHIBA TEC CORPORATION op de hoogte
gesteld van de mogelijkheid van een dergelijke schadevergoeding.
TOSHIBA TEC CORPORATION is niet aansprakelijk voor enig verlies, enige kosten, uitgaven, vordering
of schade ontstaan door ongeschiktheid voor gebruik (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, uitval,
storing, programmastop, virusinfectie of andere problemen) welke voortvloeit uit het gebruik van het
Product met hardware, goederen of programmatuur die TOSHIBA TEC CORPORATION niet direct of
indirect heeft geleverd.
1-1
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
1. VOORDAT U GAAT
KOPIËREN
1. BESCHRIJVING VAN DE OPTIES....................................................................................1-2
2. BESCHRIJVING VAN DE DIGITALE COPIER ..................................................................1-3
Belangrijkste onderdelen .................................................................................................1-3
Bedieningspaneel ............................................................................................................1-4
LCD-scherm ......................................................................................................................1-6
3. PAPIER ..............................................................................................................................1-7
Aanvaardbare papiersoorten en -formaten / behandeling en papieropslag .................1-7
Veranderen van papierformaat van de cassette ............................................................. 1-8
Zet de copier aan met de AAN/UIT schakelaar / automatische start ........................... 1-10
Instelling cassetteformaat .............................................................................................. 1-11
4. TOEGANGSCODES ...................................................................................................... 1-13
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
1-2
VOORDAT U GAAT KOPIËREN
1. BESCHRIJVING VAN DE OPTIES
Automatisch documentinvoersysteem (MR-2012)
Automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting (MR-3011)
Nietmachine (KK-1600)
Opdrachtseparator
(MJ-5001)
Opvangbin (MJ-5002)
Automatische dubbelzijdige
kopieereenheid (MD-0101)
Handinvoer stapelstand (MY-1016)
Papierinvoereenheid (MY-1015)
Pedestal voor papierinvoer (KD-1009)
e-STUDIO16
e-STUDIO20/25
Nietmachine (KK-1600)
Automatische
dubbelzijdige
kopieereenheid
(MD-0101)
Handinvoer stapelstand
(MY-1016)
Automatisch documentinvoersysteem (MR-2012)
Automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting (MR-3011)
Finisher inclusief
doorvoertussenstuk(MJ-1011)*
(e-STUDIO20/25)
Papierinvoereenheid (MY-1015)
Extra groot papiermagazijn
(KD-1010)**
(e-STUDIO20/25)
* De opdrachtseparator (MJ-5001) of opvangbin (MJ-5002) kunnen worden aangebracht in plaats van
de finisher.
**De pedestal voor papierinvoer (KD-1009) kan worden geïnstalleerd in plaats van het extra grote
papiermagazijn (KD-1010). Bovendien kan de cassettemoduul (MY-1017) (optioneel e-Studio20/25)
worden geïnstalleerd in de KD-1009.
1-3
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2. BESCHRIJVING VAN DE DIGITALE COPIER
Belangrijkste onderdelen
Klep voor originelen
Aanleglijst originelen
Kopie-uitvoerbak
Aan/Uit schakelaar
Glasplaat voor
originelen
Bedieningspaneel
Voordeur
Cassette
Opbergvak voor
bedieningsvoorschrift
Zijdeur
Regeling
helderheid*
* Regeling helderheid
Wordt gebruikt om de helderheid van het LCD-scherm aan te passen.
Papier vanger
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
1-4
VOORDAT U GAAT KOPIËREN
Bedieningspaneel
IMAGE MODE
Voor het kopiëren kunt u schakelen tussen de beeldstanden (Tekst, Tekst/Foto en Foto). Het symbool van de
huidige geselecteerde beeldstand licht op.
LCD-scherm
Geeft de toestand van de copier, de operationele werkwijzen en verschillende aanwijzingen en informatie weer
voor de gebruiker, in tekst en afbeeldingen.
LIGHT/DARK
Gebruik bij het kopiëren deze toets om de zwarting van de kopie te specificeren.
PAPER SUPPLY
U kunt specificeren vanuit welke papiercassette u papier wilt invoeren voor het maken van kopieën.
ZOOM
U kunt de zoomfactor voor het kopiëren specificeren.
FINISHING
U kunt hier specificeren hoe u de geproduceerde kopieën wilt hebben (inclusief Sorteren en Staffelen).
COPY
Druk deze toets om van de andere standen naar de KOPIEER-stand om te schakelen. Dit bedieningsvoorschrift
beschrijft uitgebreid de instellingen en werkwijze in de KOPIEER-stand.
Symbool vastgelopen papier
Dit symbool knippert wanneer een origineel of kopieerpapier is vastgelopen.
Symbool papierstand
Dit symbool knippert in de KOPIEER-stand wanneer geen papier in de geselecteerde papiercassette aanwezig is.
Toner symbool
Dit symbool licht op wanneer de toner begint op te raken of geheel op is.
Symbool PC-verbinding
Dit symbool wordt niet gebruikt in de KOPIEER-stand.
Dit symbool knippert wanneer de copier dienst doet als printer en verbonden is met uw computer, wanneer de
copier aan het afdrukken is in de PRINTER stand of wanneer de copier werkt als lokale scanner.
Symbool FAX-verbinding
Dit symbool wordt niet gebruikt in de KOPIEER-stand.
Dit symbool knippert wanneer de copier werkt in de FAX-stand.
2. BESCHRIJVING VAN DE DIGITALE COPIER (Vervolg)
1-5
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Pijl-toetsen
Gebruik deze toetsen om de gewenste instelling te selecteren, om een gewenste naam in te voeren of een waarde
in de PROGRAMMA-stand of het EDIT-menu.
Gebruik ook de
toets in de KOPIEER-stand om het keuzemenu REDUCE/ENLARGE te openen.
Gebruik de
toets om het keuzemenu ZOOM GROTER/KLEINER te openen.
PRINTER-toets
Gebruik deze toets om de printerinstellingen aan te passen of om automatisch af te drukken.
MAIN MENU-toets
Druk op deze toets om van de PROGRAMMA-stand naar de KOPIEER-stand over te schakelen.
U kunt de afdrukopdracht, die u wilt uitvoeren in de KOPIEER-, FAX- of PRINTER-stand, selecteren.
PROGRAM-toets
Gebruik deze toets om de instellengen van de copier opnieuw in te stellen of de standaard instellingen aan te
passen.
INTERRUPT-toets
Gebruik deze toets om de huidige kopieeropdracht te onderbreken, om een andere kopieeropdracht uit te voeren.
U kunt met de onderbroken kopieeropdracht doorgaan door deze toets nogmaals in te drukken.
SUPER ENERGY SAVER-toets
Druk op deze toets indien de copier voor langere tijd niet wordt gebruikt en schakelt de copier in de energiebesparing-
stand. Alleen het symbool links van de toetslicht op. Het LCD-scherm en de andere symbolen schakelen uit. Druk
nogmaals op deze toets om het kopiëren voort te zetten. Na het opwarmen is de copier gereed om te kopiëren.
FUNCTION CLEAR-toets
U kunt alle instellingen, die u heeft geselecteerd, wissen en weer terugbrengen in de standaardinstellingen.
CLEAR/STOP-toets
Druk op deze toets om het ingevoerde aantal af te drukken kopieën te wissen of het kopiëren te beëindigen.
START-toets
Druk op deze toets om te starten met kopiëren.
NUMERIEKE-toetsen
Gebruik deze toetsen om het gewenste aantal kopieën in te stellen.
SET toets
Gebruik deze toets om de gegevens die u in de PROGRAMMA-stand of het EDIT-menu heeft ingevoerd te
bevestigen.
CANCEL-toets
Gebruik deze toets om terug te gaan naar een vorig menu in de PROGRAMMA-stand of het EDIT-menu.
Automatische wis-stand
Zelfs als u deze
toets niet
indrukt zal, 45 seconden nadat het
kopiëren is beëindigd of nadat de laatste
toets is ingedrukt, de automatische wis-
stand alle instellingen terugzetten naar
de standaardinstelling en zal het
basisscherm worden weergegeven. Zo
lang als de toegangsbeheerfunctie actief
is, blijft het scherm in de stand
invoerscherm voor de toegangscode.
Pagina 5-3.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
1-6
VOORDAT U GAAT KOPIËREN
Wanneer de stroom is ingeschakeld, wordt het onderstaande basisscherm weergegeven op het LCD-
scherm weergegeven. (Wanneer de copier is ingesteld voor het gebruik van de toegangscode, wordt
een ander scherm weergegeven.
Zie pagina 1-13).
Het LCD-scherm geeft de status van de copier weer. Het verduidelijkt ook de operationele werkwijzen
of instellingen door het gebruik van korte zinnen of pictogrammen.
LCD-scherm
2. BESCHRIJVING VAN DE DIGITALE COPIER (Vervolg)
Gedeelte voor boodschappen Aantal kopieën
Licht/Donker
Zoom
Papierformaat van de actueel
geselecteerde papiermagazijn
Finishing
BEDRIJFSKLAAR 1
PAPIER :
A4 :AUTO
AFWERKING :SORT ZOOM :100%
BEWERKEN
1-7
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3. PAPIER
Aanvaardbare papiersoorten en -formaten / behandeling en papieropslag
Aanvaardbare papiersoorten en -formaten
Opmerkingen
Normaal papier met
perforatiegaten voor het
archiveren kan niet worden
gebruikt.
Normaal papier met
perforatiegaten voor het
archiveren kan niet worden
gebruikt.
(voor e-STUDIO20/25)
Normaal papier met
perforatiegaten voor het
archiveren kan niet worden
gebruikt.
Ook kunnen een aantal
papiersoorten, die hier links
zijn vermeld, niet worden
gebruikt, afhankelijk van de
soort of dikte.
(Vraag uw servicemonteur
voor meer informatie.)
Maximum
capaciteit
550 vel
(Hoogte
ong. 60 mm)
2500 vel
100 vel
(Hoogte
ong. 11 mm)
1 vel
Papierformaat
Standaard formaat
A/B formaat:
A3, A4, A4-R, A5-
R, FOLIO, B4
LT formaat :
LT, LT-R
Standaard formaat
A/B formaat: Alleen
A4
Standaard formaat
A/B formaat:
A3, A4, A4-R, A5-
R, FOLIO, B4
LT formaat :
LT, LT-R
Papiersoort
Normaal papier
Alleen (64~80 g/m
2
)
Normaal papier
Alleen
(64~80 g/m
2
)
Meervoudige invoer:
Normaal papier
Alleen (64~80 g/m
2
)
Handmatige invoer:
Normaal papier
(80~163 g/m
2
),
calqueerpapier,
vellen voor de
overhead projector,
Invoer-
systeem
Cassette
Papierin-
voereenheid
(optie)
Pedestal
voor
papierinvoer
(optie)
Large-
capacity
feeder
(optie)
Handinvoer
(optie)
Behandeling en papieropslag
Besteed aandacht aan de volgende punten:
Gebruik geen papier dat een speciale behandeling heeft ondergaan of papier dat al op een andere
machine bedrukt is en voorkom ook dat op dezelfde papierzijde twee keer wordt gekopieerd, dit kan
een storing veroorzaken.
Gebruik geen papier met vouwen, kreukels of dat gekruld is, glanzend papier of grof papier, dit kan
het vastlopen van het papier veroorzaken.
Eenmaal geopend, papier dient in zijn verpakking te worden bewaard en opgeslagen in vochtvrije
ruimte.
Sla papier op, op een vlakke ondergrond, om zo te voorkomen dat het papier wordt gevouwen of
gebogen.
"Maximum capaciteit" verwijst naar het aantal vellen bij gebruik van het door Toshiba geadviseerde
papier.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
1-8
VOORDAT U GAAT KOPIËREN
Veranderen van papierformaat van de cassette
Het papierformaat van de cassettes van de copier kan worden gewijzigd in de juiste papierformaten,
door de navolgende werkwijze toe te passen.
3
Duw op de rechter (ontgrendeling) zijde van hendel
voor de selectie papierformaat om deze te
ontgrendelen.
4
Verplaats de papiergeleider, tijdens het duwen op de
hendel voor de selectie papierformaat in de richting
van de pijl, naar de gewenste papierbreedte (zoals
aangegeven op de bodem van de cassette).
2
Verplaats de breedte geleiding naar de gewenste
plaats van het papierformaat (zoals aangegeven op
de bodem van de cassette).
1
Trek de cassette naar buiten totdat deze stopt.
3. PAPIER (Vervolg)
1-9
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5
Duw op de linker (vergrendeling) zijde om de hendel
voor de selectie papierformaat te vergrendelen.
Tip
Het veranderen van alleen het papierformaat van de cassette
wijzigt nog niet de cassetteformaat indicatie op het LCD-scherm.
Om het cassetteformaat te veranderen, pas op het LCD-scherm
de instelling van het cassetteformaat aan.
Zie pagina 1-11
7
Breng de cassette in de copier aan.
6
Vul de cassette met papier.
Maximaal 550 vel papier (60 mm) (aanbevolen door
Toshiba) kan worden geplaatst.
Vul het papier niet boven de aangebrachte indicatielijn op
de geleider.
Gebruik geen gevouwen, gekreukeld of vochtig papier.
Papiergeleider
Ong. 0.5 mm
Papiergeleider
Ong. 0.5 mm
Opmerking
Controleer of er een ruimte van ongeveer 0.5 mm (in totaal
minder dan 1 mm) is tussen het papier en de papiergeleiders.
Indien er geen ruimte is, kan dit het vastlopen van het papier
veroorzaken.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
1-10
VOORDAT U GAAT KOPIËREN
3. PAPIER (Vervolg)
Zet de copier aan met de AAN/UIT schakelaar / automatische start
Zet de copier aan met de AAN/UIT schakelaar
2
De boodschap "BEDRIJFSKLAAR" verschijnt.
Deze boodschap geeft aan dat de copier gereed is voor
gebruik.
Automatische start
BEDRIJFSKLAAR 1
PAPIER :APS
:AUTOM
AFWERKING:NIET SORTEREN ZOOM:100%
BEWERKEN
Plaats het origineel tijdens het opwarmen op de glasplaat,
selecteer de gewenste kopieerstanden en druk op de toets
Warmt op: Autom. Start
Wanneer de copier de zijn juiste bedrijfstemperatuur bereikt,
zal het kopiëren automatisch starten.
Tip
Zelfs nadat u de
toets heeft ingedrukt, kunt u de
kopieerstanden wijzigen indien het kopiëren nog niet is
begonnen. Druk op de
toets om de automatische
startstand op te heffen.
1
Open het deksel van de AAN/UIT schakelaar en zet
de schakelaar op ON.
De volgende boodschap verschijnt op het LCD-scherm van
het basisscherm :
Wacht a.u.b.
Warmt op:
1-11
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Instelling cassetteformaat
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de
toets.
Voer in de copier het papierformaat in dat in iedere cassette aanwezig is. Wanneer het papierformaat
van een cassette wordt gewijzigd (
zie pagina 1-8), wijzig dan het cassetteformaat voordat u gaat
kopiëren. Het gevolg kan een aanwijzing voor vastgelopen papier zijn indien het verkeerde
papierformaat is geselecteerd.
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
Tip
"03. FAX SETUP" verschijnt alleen op het menu wanneer de
FAX-optie is geïnstalleerd.
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02. AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX SETUP
MACHINE INSTELLING
01.CASSETTE FORMAAT
02.VERVOLGSCHERM
03.KLOKFUNCTIES
4
Selecteer "01.CASSETTE FORMAAT" en druk op de
toets.
Tip
"02. VERVOLGSCHERM" verschijnt alleen op het menu
wanneer de FAX-optie is geïnstalleerd.
5
Druk op de of de toets om de
papiercassette te selecteren die moet worden
gespecificeerd en druk op de
toetst.
CASSETTE FORMAAT
01.CASSETTE 1
02.CASSETTE 2
03.CASSETTE 3
6
Druk op de of de toets om het
papierformaat te selecteren dat in de papiercassette
is geladen en druk op de
toets.
Het papierformaat in de papiercassette wordt
gespecificeerd. Daarna keert het scherm terug naar de
stand MACHINE INSTELLING.
kies juiste papierformaat
01.A3
02.FOLIO
03.B4
04.A4
05.A4-R
06.A5-R
07.LT
08.LT-R
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
1-12
VOORDAT U GAAT KOPIËREN
7
Herhaal indien nodig de stappen 4 tot 6 om het
papierformaat van de andere papiercassettes te
specificeren.
8
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
3. PAPIER (Vervolg)
Tip
Na het instellen van het papierformaat van de handinvoer
stapelstand, wanneer de
toets is ingedrukt voordat
het papier op de handinvoer stapelstand is gelegd of de
automatisch tijdvrijgave nog niet is aangebroken, keert de
instelling weer terug in zijn beginstand (invoeren van het
papierformaat is vrijgegeven) om opnieuw te worden
ingesteld.
In dit geval, voer de instelling opnieuw uit.
Indien papier is geplaatst op de handinvoer stapelstand
tijdens de beginstand, verschijnt het scherm van stap 6 en u
kunt het papierformaat van deze stap invoeren.
1-13
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4. TOEGANGSCODES
Indien de copier zodanig is ingesteld dat toegangscodes kunnen worden gebruikt, kunt u alleen kopieën
maken nadat u een vooraf toegewezen toegangscode heeft ingevoerd.
1
Wanneer de toegangsbeheerfunctie gebruikt wordt,
verschijnt het rechts afgebeelde scherm direct nadat
de AAN/UIT schakelaar is ingeschakeld.
2
Voer de 5-cijferige toegangscode in en druk op de
toets.
De toegangscode wordt door asterisken (*****)
weergegeven. Wanneer een juiste toegangscode is
ingevoerd, verschijnt er de navolgende boodschap.
3
Kopieer vervolgens zoals u dat gewoon bent.
Wanneer u het kopiëren heeft beëindigd, druk dan
tweemaal op de
toets, of wacht 45 seconden.
Wanneer een verkeerde toegangscode is ingevoerd,
verschijnt er de volgende boodschap. Voer de juiste
toegangscode in.
Voer Toegangscode in 1
PAPIER :APS
:AUTOM
AFWERKING:SORT ZOOM:100%
BEWERKEN
BEDRIJFSKLAAR 1
PAPIER :APS
:AUTOM
AFWERKING:SORT ZOOM:100%
BEWERKEN
ongeldige code 1
PAPIER :APS
:AUTOM
AFWERKING:SORT ZOOM:100%
BEWERKEN
Voer Toegangscode in 1
PAPIER :APS
:AUTOM
AFWERKING:SORT ZOOM:100%
BEWERKEN
BEDRIJFSKLAAR
ongeldige code
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
1-14
VOORDAT U GAAT KOPIËREN
2-1
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2. KOPIËREN
1. ALGEMENE WERKWIJZE ................................................................................................2-2
2. INSTELLING ORIGINELEN ..............................................................................................2-4
Originelen .........................................................................................................................2-4
Leg het origineel op de glasplaat ....................................................................................2-5
Gebruik van het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel)..........................................2-6
3. KOPIËREN MET ONDERBREKING .................................................................................2-8
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2-2
KOPIËREN
1. ALGEMENE WERKWIJZE
Wanneer de originelen zijn geplaatst en de toets wordt ingedrukt zonder de instellingen te wijzigen,
worden er kopieën gemaakt op basis van de begin (standaard) instellingen (* 1). Door het selecteren
van de verschillende kopieerinstellingen, kunt u het aantal en soort kopieën die moeten worden gemaakt
wijzigen.
1
Plaats de originelen.
Wanneer de originelen op de glasplaat worden gelegd:
Zie pagina 2-5
Wanneer de originelen op het automatisch
documentinvoersysteem (optioneel) worden gelegd of het
automatisch document invoer systeem met
omkeerinrichting (optioneel):
zie pagina 2-6
De begin (standaard) instellingen van de copier op het moment
van installeren zijn rechts afgebeeld. U kunt deze begin
instellingen wijzigen.
Zie pagina 5-18
*1 De kopieerinstellingen, die automatisch zijn ingesteld
wanneer de copier wordt ingeschakeld of wanneer de
toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt,
worden de begin (standaard) instellingen genoemd.
Kopiëren
Reproductiefactor ............ 100%
Aantal kopieën ................. 1
Automatische papierselectie
Enkelzijdige kopieën van
enkelzijdige originelen
Automatische afdrukbelichting
Tekst/foto-stand
Niet sorteren-stand
Standaard instellingen
Aanleglijst
originelen
Origineel
Geleider
Automatisch
document-
invoer-
systeem
2-3
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2
Stel de gewenste kopieerinstellingen in.
De instellingen voor de automatische papierselectie (APS),
automatische afdrukbelichting en het kopiëren van één
origineel zijn standaard ingesteld.
3
Druk op de toets.
De boodschap "MACHINE KOPIEERT" verschijnt. De copier
begint te kopiëren. Na beëindiging van het kopiëren
verschijnt er weer de boodschap "BEDRIJFSKLAAR".
Voor de e-STUDIO16, wanneer een origineel via de
glasplaat wordt gescand, verschijnt indien de APS
functie actief is een boodschap die u opdracht geeft om
het formaat van het origineel, dat u wilt kopiëren, te
specificeren.
Gebruik de
of de toets om het formaat van
het origineel te specificeren. Druk dan de
toets in.
De copier begint te kopiëren.
MACHINE KOPIEERT 1
PAPIER :
A4-R :AUTOM
AFWERKING :SORT :100%
Kies origineel formaat 1
A4
A3
A4-R
A5-R
B4
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2-4
KOPIËREN
2. INSTELLING ORIGINELEN
Originelen
De navolgende specificaties zijn van toepassing op de originelen die met deze copier kunnen worden
verwerkt:
Soorten originelen
Vellen
Driedimensionale
voorwerpen, boeken
Normaal papier,
thermisch papier
(voor
tekstverwerking of
fax), lange originelen,
originelen met
perforatiegaten ( 2-,
3- en 4- gaten):
50 to 105 g/m
2
(Multi-
sheet feeding)
50 to 127 g/m
2
(enkelvoudige
invoer)
Normaal papier,
thermisch papier
(voor
tekstverwerking of
fax), lange originelen,
originelen met
perforatiegaten ( 2-,
3- en 4- gaten):
50 to 127 g/m
2
(enkelzijdig origineel)
50 to 105 g/m
2
(dubbelzijdig
origineel)
Opmerkingen
Plaats geen zwaar
voorwerp (4 kg of
zwaarder) op de
glasplaat.
Een aantal van de
links vermelde
originelen mogen,
afhankelijk van het
soort of
papierdikte, niet
worden gebruikt.
(Vraag uw
servicemonteur
voor meer
informatie.)
Een aantal links
vermelde
originelen mogen
niet worden
gebruikt vanwege
hun
papierkwaliteit.
Maximum
aantal dat
kan worden
ingesteld
50 originelen
(50 tot 80 g/
m
2
) of
gestapelde
hoogte van
originelen
8 mm of
minder
100
originelen
(50 tot 80 g/
m
2
) of
gestapelde
hoogte van
originelen
16 mm of
minder
Formaten die
geschikt zijn
voor autom.
detectie
Standaard
formaat
A/B formaat:
A3, A4, A4-R,
A5-R, FOLIO, B4
(foor e-
STUDIO20/25)
Standaard
formaat
A/B formaat:
A3, A4, A4-R,
A5-R, FOLIO, B4
Standaard
formaat
A/B formaat:
A3, A4, A4-R,
A5-R, FOLIO, B4
Instelling
Plaats
Glasplaat
Automatisch
document-
invoer-
systeem
(optioneel)
Automatisch
document
invoer
systeem met
omkeerinrichting
(optioneel)
Maximum
formaat
Breedte:
302 mm
Lengte :
432 mm
Breedte :
297 mm
Lengte :
432 mm
Breedte :
297 mm
Lengte :
432 mm
2-5
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Leg het origineel op de glasplaat
Losse originelen
1
Til de klep voor originelen of het automatisch
documentinvoersysteem (optioneel) op en leg het
origineel op de glasplaat met de bedrukte (de te
kopiëren) zijde naar beneden.
3
Sluit langzaam de klep voor originelen of het
automatisch documentinvoersysteem (optioneel).
2
Leg het origineel tegen de linker binnenhoek van de
glasplaat aan.
Tip
Leg een blanco vel papier van hetzelfde formaat als het
origineel of groter, over het origineel wanneer u originelen
kopieert met een grote lichtdoorlaatbaarheid, zoals vellen
voor de overhead projector en calqueerpapier.
Boeken
1
Til de klep voor originelen of het automatisch
documentinvoersysteem (optioneel) op en plaats het
origineel in de richting zoals in de afbeelding is
weergegeven.
Indien het origineel niet in de juiste richting is geplaatst,
zullen de kopieën niet in de juiste paginavolgorde worden
afgeleverd.
2
Sluit langzaam de klep voor originelen of het
automatisch documentinvoersysteem (optioneel)..
Probeer niet de klep voor originelen of het automatisch
documentinvoersysteem (optioneel) geforceerd over een
zeer dik origineel te sluiten, zoals een dik boek. Kopieën
kunnen ook worden gemaakt indien de klep of het
invoersysteem niet geheel gesloten is.
Tijdens het kopiëren kan er een sterke lichtstraal naar buiten
komen. Kijk niet in dit licht.
Automatisch
documentinvoer-
systeem
Origineel
Aanleglijst
originelen
Blanco vel
Origineel
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2-6
KOPIËREN
Gebruik van het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel)
2. INSTELLING ORIGINELEN (Vervolg)
1
Na de originelen goed en gelijk te hebben gelegd,
leg ze op de invoerklep originelen met de bedrukte
(de te kopiëren) zijde naar boven en verplaats de
geleiders tot aan de breedte van de originelen.
Geleider
2-7
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Aanwijzingen voor het gebruik van het automatisch documentinvoersysteem (optioneel)
of het automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel)
(1) Zwaar gekreukte of gevouwen originelen. In
het bijzonder, originelen waarvan de voorste
zijde gekruld is, kunnen weigeren bij de invoer.
(4) Originelen met paperclips of nietjes
(2) Originelen met carbonpapier (5) Originelen met gaten of gescheurde originelen
(3) Originelen met plakband, lijm of met paperclips
(knipsels)
(6) Vochtige originelen
De navolgende originelen moeten met de nodige zorg worden verwerkt:
(1) Gevouwen of gekrulde
originelen moeten voor
gebruikt worden
gladgestreken.
(2) Alleen originelen met
dezelfde breedte kunnen
tegelijkertijd worden
geplaatst. (Gebruik geen
originelen van
verschillende afmetingen).
(3) Originelen die aan elkaar kleven of originelen met een oppervlakte
behandeling kunnen mogelijk aan elkaar blijven zitten.
Gebruikt geen van de navolgende soorten originelen omdat zij misschien kunnen vastlopen of
beschadigen:
(7) Vellen voor de
overhead projector
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2-8
KOPIËREN
3. KOPIËREN MET ONDERBREKING
Het kopiëren met onderbreking is een handige voorziening die de gebruiker in staat stelt een lopende
kopieeropdracht te onderbreken.
1
Druk op de toets.
Deze boodschap verschijnt:
Taak onderbroken
De
toets licht op tijdens het kopiëren met
ONDERBREKING.
Opmerking
Tijdens de onderbreking kan één kopie worden gemaakt
van meerdere originelen door ze één voor één op de
glassplaat te leggen.
2
Plaats het origineel.
Indien het vorige origineel op de glasplaat blijft liggen, open
dan de klep voor originelen, het automatisch
documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel)
en vervang het origineel door het origineel dat moet worden
gekopieerd tijdens het kopiëren met onderbreking.
3
Druk op de toets.
Herhaal de stappen 2 tot 4 indien u nog meer onderbroken
kopieën nodig.
4
Na beëindiging van het kopiëren met onderbreking,
druk nogmaals op de toets.
Druk op de toets wanneer de navolgende boodschap
op het LCD-scherm wordt weergegeven en vervolg met de
onderbroken kopieeropdracht.
klaar voor taak herstart.
klaar voor taak herstart 3
PAPIER :APS :AUTOM
AFWERKING :SORT ZOOM :100%
BEWERKEN
3-1
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3. BASISMENU
1. PAPIERSELECTIE ............................................................................................................ 3-2
Automatische papierselectie (APS) .................................................................................3-2
Handmatige papierselectie ..............................................................................................3-4
Kopiëren met handinvoer .................................................................................................3-5
Kopiëren met handinvoer door specificatie van het kopieformaat .................................3-7
2. VERKLEINEN EN VERGROTEN ..................................................................................... 3-8
3. INSTELLEN VAN DE BELICHTING ............................................................................... 3-13
4. SELECTIE VAN DE AFDRUKKWALITEIT VAN HET ORIGINEEL ................................ 3-15
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3-2
BASISMENU
1. PAPIERSELECTIE
Automatische papierselectie (APS)
Wanneer de copier wordt ingeschakeld, kan de automatische papierselectie-stand als standaard
instelling voor de invoerfunctie zijn geselecteerd.
Wanneer in deze stand, een origineel van een normaal formaat is geladen om te kopiëren, detecteert
de copier automatisch het formaat van het origineel en selecteert hetzelfde papierformaat voor de
kopieën. Voor de e-STUDIO16, wanneer het origineel op de glasplaats is gelegd om te kopiëren, kan
de copier het formaat niet automatisch detecteren. Er verschijnt een boodschap, die de gebruiker de
opdracht geeft om het formaat van het origineel te specificeren.
* Deze stand kan alleen worden gebruikt voor het kopiëren op standaard formaat (100%).
* Voor het automatisch selecteren van formaten van originelen:
Zie pagina 2-4
1
Controleer of linksboven in het LCD-scherm de APS
stand is geselecteerd.
4
Voer met behulp van de numerieke toetsen het
gewenste aantal kopieën in.
Het maximaal aantal in te stellen kopieën is 999.
De standaard instelling is één.
Wanneer een verkeerde hoeveelheid in ingesteld, druk op
de
toets en voer het juiste aantal in.
Indien u op de
toets drukt, worden alle gemaakte
instellingen gewist en keert de copier terug naar de
standaardinstelling.
3
Selecteer de gewenste instelling.
2
Leg het(de) origine(e)l(en) op de invoerklep originelen
of op de glasplaat.
BEDRIJFSKLAAR 1
PAPIER :APS
:AUTO
AFWERKING :SORT ZOOM :100%
BEWERKING
5
Druk op de toets.
Indien de navolgende boodschap wordt weergegeven;
Verander dan de richting van het origineel.
Verander richting origin.
Laad de cassette die hetzelfde papierformaat bevat als
die van het origineel.
Breng de juiste cassette aan
Add paper in the cassette.
Vul papier bij.
3-3
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Druk op de of toets om het formaat van het
origineel te selecteren en druk op de toets.
Voor de e-STUDIO16, wanneer een origineel op de
glasplaat is gelegd om te kopiëren, wordt er de volgende
boodschap weergegeven.
Kies origineel formaat
Kies origineel formaat 1
A4
A3
A4-R
A5-R
B4
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3-4
BASISMENU
1. PAPIERSELECTIE (Vervolg)
Handmatige papierselectie
Zeer lichtdoorlatende originelen zoals vellen voor de overhead projector en calqueerpapier, zeer
donkere originelen, originelen met donkere randen of originelen van afwijkend formaat, zoals kranten
en tijdschriften, zijn niet geschikt voor de automatische papierselectie. Voor dit soort originelen moet u
de handmatige papierselectie gebruiken.
1
Druk op de toets met het startscherm dat wordt
weergegeven in de KOPIEER-stand.
2
Gebruik de of de toetsen en selecteer de
papiercassette van waaruit u het papier wilt laten
invoeren.
Denk eraan dat de cassettes vooraf moet zijn gedefinieerd
met welk papierformaat zij zijn geladen.
Zie pagina 1-8
3
Leg het(de) origine(e)l(en) op de invoerklep originelen
of op de glasplaat.
(Instelling origineel".
Zie pagina 2-4)
4
Selecteer de gewenste instelling en hoeveelheid.
5
Druk op de toets.
BEDRIJFSKLAAR 1
PAPER APS
VOORRAAD:
:A4
:B4
3-5
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Kopiëren met handinvoer
In de volgende gevallen is het kopiëren met handinvoer handig:
Wanneer het papierformaat dat u nodig heeft, niet in de papiercassettes van de copier aanwezig is.
Wanneer u een speciale papiersoort wilt gebruiken zoals vellen voor de overhead projector.
* De optionele handinvoer stapelstand is vereist voor de bovenvermelde gevallen.
1
Leg het(de) origine(e)l(en) op de invoerklep originelen
of op de glasplaat.
(Instelling origineel".
Zie pagina 2-4)
2
Selecteer de gewenste instelling.
4
Leg de vellen kopieerpapier op de handinvoer
stapelstand.
De volgende boodschap verschijnt:
3
Pas de geleider van de handinvoer stapelstand aan
de breedte van het te laden papier aan.
Selecteer papierformaat
Trek de papierhouder uit wanneer het een groot
papierformaat betreft.
Druk op de of de toets om het papierformaat
van de handinvoer stapelstand te selecteren en druk op
de
toets.
Tip
•De
en de toets worden gebruikt om het
papierformaat van de handinvoer stapelstand te selecteren.
Wanneer de
toets wordt ingedrukt, is het papierformaat
ingesteld en beginhet kopiëren.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3-6
BASISMENU
1. PAPIERSELECTIE (Vervolg)
5
Voer met behulp van de numerieke toetsen het
gewenste aantal kopieën in.
6
Druk op de toets.
Tip
Indien het papier vastloopt in de handinvoer en het symbool
vastgelopen papier knippert, haal dan alle vellen van de
handinvoer en voer ze opnieuw in.
Zie pagina 7-14.
Indien het papierformaat dat moet worden geladen niet
overeenkomt met één van de gespecificeerde standaard
instelling, moet de standaard instellingen worden
aangepast.
Zie pagina 1-11.
3-7
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Kopiëren met handinvoer door specificatie van het kopieformaat
Voor het specificeren van het kopieformaat voor het kopiëren met handinvoer, kunt u een keuze maken
uit de onderstaande instellingen:
Dubbelzijdig kopiëren Kopiëren met twee pagina scheidingsfunctie
Kopiëren en sorteren Staffelen Tijdschrift sorteren 2-in-1/4-in-1
Wisselend stapelen
1
Leg de vellen kopieerpapier op de handinvoer
stapelstand.
2
Selecteer het gewenste kopieformaat.
Gebruik de of de toets om het
kopieformaat te selecteren. Controleer of het gewenste
kopieformaat en zijn richting worden weergegeven.
Druk dan op de
toets.
3
Selecteer de gewenste dubbelzijdige afdrukstand,
kopiëren met twee pagina scheidingsfunctie, kopiëren
en sorteren, staffelen, tijdschrift sorteren, 2-in-1/4-in-
1 of wisselend stapelen maar ook de beeldzwarting
en de reproductiefactor.
Denk eraan dat voor het dubbelzijdig afdrukken en
tijdschrift sorteren, het automatisch document invoer
systeem met omkeerinrichting (optioneel) en de
automatische dubbelzijdige kopieereenheid
(optioneel) vereist zijn.
4
Voer met behulp van de numerieke toetsen het
gewenste aantal kopieën in.
5
Leg het(de) origine(e)l(en) op de invoerklep originelen
of op de glasplaat.
(Instelling origineel.
Zie pagina 2-4)
6
Druk op de toets.
kies juiste papierformaat
01.A3
02.FOLIO
03.B4
04.A4
05.A4-R
06.A5-R
07.LT
08.LT-R
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3-8
BASISMENU
2. VERKLEINEN EN VERGROTEN
Er zijn vier manieren om te vergroten en te verkleinen.
Het gebruik van de automatische zoomselectie (AMS)
Na het selecteren van de AMS-stand en het kopieformaat, detecteert de copier automatisch het
formaat van het origineel en berekent juiste reproductiefactor. Voor de e-STUDIO16 moet de gebruiker,
nadat het origineel op de gladplaat is gescand, het formaat van het origineel handmatig specificeren.
REDUCE/ENLARGE (VERKLEINEN/VERGROTEN):
Wanneer een origineel en kopieerpapier in standaard formaat worden gebruikt, selecteer dan een
reproductiefactor die overeenkomt met het papierformaat.
Beschikbare reproductiefactoren:
Het gebruik van de automatische zoomselectie (AMS)
1
Druk op de toets.
ZOOM GROTER/KLEINER:
De omlaag en omhoog pijl-toetsen selecteren de gewenste reproductiefactor in stappen van 1%.
XY ZOOM:
Deze functie stelt u in staat de reproductiefactor in de X en Y richtingen van uw kopieën te wijzigen.
* Zeer lichtdoorlatende originelen zoals vellen voor de overhead projector en calqueerpapier, zeer
donkere originelen, originelen met donkere randen of originelen van afwijkend formaat zoals kranten
en tijdschriften, zijn niet geschikt voor de automatische papierselectie. Voor dit soort originelen moet
u de verkleining-/vergroting-standen gebruiken.
Reproductiefactor
50%
71%
82%
141%
200%
Origineel/Kopie
A3/A5-R
A3/A4-R, A4-R/A5-R, B4/B5-R
B4/A4-R, B5-R/A5-R
A4-R/A3, A5-R/A4-R, A5/A4, B5-R/B4
A5-R/A3
3-9
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5
Leg de vellen kopieerpapier op de handinvoer
stapelstand.
6
Selecteer de gewenste afdrukbelichting en het aantal
kopieën.
7
Druk op de toets.
Indien de navolgende boodschap wordt weergegeven;
Verander dan de richting van het origineel.
2
Selecteer "AMS" met behulp van de toets.
3
Druk op de toets om de "AMS" te accepteren.
4
Selecteer vervolgens de papiercassette.
(Handmatige papierselectie,
zie pagina 3-3).
BEDRIJFSKLAAR 1
ZOOM: 100%
AMS
Verkleinen/vergroten
BEDRIJFSKLAAR 1
PAPIER :
A4 :AUTO
AFWERKING :SORT ZOOM :AMS
EDIT
Verander richting origin.
Gebruik de juiste cassette
Voor de e-STUDIO16, wanneer een origineel op de
glasplaat is gelegd om te kopiëren, wordt er de volgende
boodschap weergegeven.
Kies origineel formaat
Druk op de
of toets om het formaat van het
origineel te selecteren en druk op de
toets.
Selecteer de cassette met het juiste papierformaat en met
de juiste richting van het papier, bijv. A4-R.
Kies origineel formaat 1
A4
A3
A4-R
A5-R
B4
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3-10
BASISMENU
2. VERKLEINEN EN VERGROTEN (Vervolg)
Verkleinen/vergroten
5
Leg het te kopiëren origineel op het invoersysteem
of op de glasplaat, toets het aantal kopieën in en druk
op de
toets.
1
Selecteer de juiste papiercassette.
(Voor handmatige papierselectie
zie pagina 3-3.)
2
Druk op de toets of de
toets.
Druk op de toets en vervolg met
stap 3 of druk op de
toets en
vervolg met stap 4.
3
Gebruik de of de toets en selecteer
VERKLEINEN/ VERGROTEN. Druk op de
toets.
4
Selecteer de gewenste reproductiefactor met
behulp van de
of de toets. Druk op
de
toets.
U moet handmatig het formaat van het origineel
specificeren.
BEDRIJFSKLAAR 1
PAPER :
A4 :AUTOM
AFWERKING :SORT ZOOM :65%
BEWERKING
Wanneer een origineel en kopieerpapier op standaard formaat wordt gebruikt, selecteer dan een
hierbij passende reproductiefactor.
BEDRIJFSKLAAR 1
ZOOM: 100%
AMS
VERKLEINEN/VERGROTEN
ZOOM 1
VERKLEINEN 50% A3 > A5
/VERGROTEN: 71% A3 > A4
82% B4 > A4
141% A4 > A3
200% A5 > A3
3-11
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Zoom groter/kleiner
1
Selecteer de papiercassette.
(Voor handmatige papierselectie
zie pagina 3-3.)
2
Druk op de toets of de
toets.
Druk op de toets en vervolg met
stap 3 of druk op de
toets en
vervolg met stap 4.
3
Gebruik de of de toets en selecteer
"ZOOM GROTER/KLEINER". Druk op de
toets.
4
Selecteer de gewenste reproductiefactor met behulp
van de
of de toets. Druk op de toets.
Gebruik de toets om te vergroten en de toets
om te verkleinen.
Telkens wanneer u de
of toets indrukt, verandert de
reproductiefactor in stappen van 1%. Door de
toets
ingedrukt te houden wijzigt de reproductiefactor
ononderbroken. Langer ingedrukt houden van de toets
wijzigt de reproductiefactor in stappen van 10 %.
Wanneer het origineel op de glasplaat voor originelen wordt
gescand, kan de reproductiefactor worden vastgesteld van
50 % tot 200 % voor de e-STUDIO16 en van 25 % tot 400
% voor de e-STUDIO20/25.
Wanneer het origineel wordt gescand in het automatisch
documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel),
kan de reproductiefactor van 50 % tot 200 % worden
vastgesteld.
5
Leg het te kopiëren origineel op het invoersysteem
of op de glasplaat, toets het aantal kopieën in en
druk op de
toets.
U dient handmatig het formaat van het origineel te
specificeren.
BEDRIJFSKLAAR 1
ZOOM: AMS
VERKLEINEN/VERGROTEN
ZOOM GROTER/KLEINER
ZOOM 1
ZOOM OMH 200%
/OMLAAG: 101%
50%
BEDRIJFSKLAAR 1
PAPIER :
A4 :AUTOM
AFWERKING :SORT ZOOM :101%
BEWERKING
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3-12
BASISMENU
X-Y Zoom
Deze functie stelt u in staat de reproductiefactor in de X en Y richtingen van uw kopieën te wijzigen.
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel.
2
Druk op de toets om de "XY ZOOM" weer te
geven. Druk vervolgens op de toets.
3
Specificeer de X en Y reproductiefactoren.
Selecteer de X of Y richting met behulp van de of de
toets en specificeer de reproductiefactor met behulp van de
of de toets. Druk vervolgens op de toets
op de reproductiefactor te accepteren.
Wanneer het origineel op de glasplaat voor originelen wordt
gescand, kan de reproductiefactor worden vastgesteld van
50 % tot 200 % voor de e-STUDIO16 en van 25 % tot 400
% voor de e-STUDIO20/25.
Wanneer het origineel wordt gescand in het automatisch
documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel),
kan de reproductiefactor van 50 % tot 200 % worden
vastgesteld.
4
"Xxxx-Yxxx%" verschijnt vervolgens om op het info-
scherm te zomen.
5
Selecteer de gewenste papiercassette, de
afdrukbelichting en het aantal kopieën.
6
Leg het origineel op de glasplaat of de invoerklep en
druk op de
toets.
BEDRIJFSKLAAR 1
ZOOM: VERKLEINEN/VERGROTEN
ZOOM GROTER/KLEINER
XY ZOOM
ZOOM 1
XY ZOOM: 200%
X 100 % - Y 99 %
50%
BEDRIJFSKLAAR 1
PAPIER :
A4 :AUTOM
AFWERKING :SORT ZOOM :X100-Y99%
BEWERKING
100%
200%
100%
200%
2. VERKLEINEN EN VERGROTEN (Vervolg)
3-13
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3. INSTELLEN VAN DE BELICHTING
Er zijn twee soorten van beeldbelichting: automatische stand en de handmatige stand.
In de automatische stand detecteert de copier automatisch de zwarting van het origineel en selecteert
er de optimale afdrukbelichting bij.
In de handmatige stand, kan de gebruiker zelf de kopieën lichter of donker maken.
Het kopiëren in de automatische stand
1
Controleer of op het LCD-scherm " : AUTO" wordt
weergegeven.
Indien " , " "NORMAAL" of " " wordt weergegeven, druk op
de
toets en selecteer "AUTO".
2
Voer het origineel in en druk op de toets.
De copier detecteert automatisch de zwarting van het
origineel en maakt kopieën met de optimale belichting.
Het kopiëren in de handmatige stand
1
Druk op de toets.
2
Selecteer "HANDMATIG" door op de toets te
drukken.
Druk vervolgens op de
toets
BEDRIJFSKLAAR 1
PAPER :
A4 :AUTO
FINISHING :SORT ZOOM :100%
EDIT
BEDRIJFSKLAAR 1
LICHT AUTOM
/DONKER: HANDMATIG
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3-14
BASISMENU
3
Druk op de of de toets om de gewenste
afdrukbelichting te selecteren.
Druk op de toets om lichtere kopieën te maken. Telkens
wanneer u op de toets drukt, verplaatst de markering
voor het belichtingsniveau zich één stap naar links en
worden uw kopieën verhoudingsgewijs lichter.
Druk op de
toets om donkerder kopieën te krijgen.
Telkens wanneer u op de toets drukt, verplaatst de
markering voor het belichtingsniveau zich één stap naar
rechts en worden uw kopieën verhoudingsgewijs
donkerder.
4
Wanneer de toets wordt ingedrukt nadat de
belichting is ingesteld, keert het scherm terug naar
het startscherm voor het kopiëren.
De ingestelde belichting voor het kopiëren wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
5
Leg het te kopiëren origineel in het invoersysteem of
op de glasplaat en druk op de
toets.
Kopieën worden gemaakt met de geselecteerde
afdrukbelichting.
LICHT/DONKER 1
HANDMATIG:
-3-2-10+1+2+3
BEDRIJFSKLAAR 1
PAPIER :
A4 : 2
AFWERKING :SORT ZOOM :100%
BEWERKING
3. INSTELLEN VAN DE BELICHTING (Vervolg)
3-15
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4. SELECTIE VAN DE AFDRUKKWALITEIT VAN
HET ORIGINEEL
U kunt de kopieerstand (tekst, tekst/foto en foto) selecteren en duidelijke kopieën maken die kunnen
evenaren met het origineel. De tekst-stand is geschikt voor het maken van kopieën van tekstoriginelen
of van tekst met lijntekeningen. De foto-stand is geschikt voor het maken van kopieën van originelen die
zwart/wit foto's, kleurenfoto's of reproducties bevatten. De tekst/foto-stand wordt geselecteerd als de
standaard instelling. Deze stand wordt gebruikt voor het maken van kopieën van standaard originelen.
1
Leg het(de) origine(e)l(en) op de invoerklep originelen
of op de glasplaat.
2
Iedere keer wanneer u op de toets drukt,
verandert de afdrukinstelling. Druk een aantal keren
snel achter elkaar op de
toets, totdat de het
lampje, dat zich linksboven de gewenste
afdrukinstelling bevindt, oplicht.
Tip
De selectie van de afdrukinstelling kan, afhankelijk van de
weergegeven boodschappen, niet mogelijk zijn. Bijvoorbeeld
wanneer "MACHINE KOPIEERT" wordt weergegeven, is de
beeldinstelling geblokkeerd.
3
Pas indien nodig afdrukbelichting aan.
4
Selecteer de gewenste papiercassette, de
reproductiefactor en het aantal kopieën.
5
Druk op de toets.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3-16
BASISMENU
4-1
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4. EDIT-MENU
1. DUBBELZIJDIG KOPIËREN ............................................................................................. 4-2
Enkelzijdige originelen > Enkelzijdige kopieën (standaard instelling) .....................4-3
Enkelzijdige originelen > Dubbelzijdige kopieën ......................................................4-4
Dubbelzijdige originelen > Dubbelzijdige kopieën ...................................................4-8
Dubbelzijdige originelen > Enkelzijdige kopieën ......................................................4-9
Boek > Dubbelzijdige kopieën ................................................................................. 4-10
2. KOPIËREN MET TWEE PAGINA SCHEIDINGSFUNCTIE............................................ 4-12
3. VERSCHOVEN BEELD-KOPIEËN ................................................................................ 4-13
4. KOPIËREN MET BLANCO RANDEN ............................................................................ 4-14
5. 2-IN-1/4-IN-1 .................................................................................................................. 4-15
6. TIJDSCHRIFT SORTEREN ........................................................................................... 4-18
7. DATUM/TIJD ................................................................................................................... 4-21
8. BEWERKINGEN............................................................................................................. 4-23
Spiegelbeeld.................................................................................................................. 4-23
Omkeren van negatief/positief ...................................................................................... 4-24
9. OPDRACHT OPBOUW .................................................................................................. 4-25
10.KOPIËREN VAN GEMENGDE ORIGINELEN ................................................................ 4-26
11.OPDRACHT GEHEUGEN ............................................................................................. 4-27
12.PAPIERSOORT .............................................................................................................. 4-29
13.MENULIJST.................................................................................................................... 4-30
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-2
EDIT-MENU
1. DUBBELZIJDIG KOPIËREN
Deze functie stelt u in staat het soort originelen (enkelzijdig, dubbelzijdig of boek) en de gewenste soort
kopie in te stellen (enkelzijdig of dubbelzijdig).
Origineel Kopie
* , , en vereisen dat de optionele automatische dubbelzijdige
kopieereenheid is geïnstalleerd.
*
en vereisen dat het optionele automatisch document invoer
systeem met omkeerinrichting is geïnstalleerd.
4-3
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Enkelzijdige originelen > Enkelzijdige kopieën (standaard instelling)
Deze instelling wordt geselecteerd als de standaard instelling wanneer de copier wordt ingeschakeld.
Pas de navolgende werkwijze toe om deze instelling te wijzigen.
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren.
verschijnt het EDIT MENU scherm.
3
Selecteer 1>1 door op de toets te drukken.
Druk vervolgens op de
toets. Druk op de
toets om terug te keren naar het startscherm voor
het kopiëren.
Tip
Het menu dat hier verschijnt, is afhankelijk van het feit of de
auto duplexer eenheid (optioneel) en de automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel)
al of niet zijn geïnstalleerd.
2
Bevestig, zodat op het scherm DUBBELZIJDIG
wordt gemarkeerd.
Druk op de
toets.
6
Druk op de toets.
5
Leg het(de) origine(e)l(en) op de invoerklep originelen
of op de glasplaat.
4
Selecteer de gewenste papiercassette, reproductie-
factor, afdrukbelichting en aantal kopieën.
DUBBELZIJDIG 1
Origineel > Kopie
1 > 1
1 > 2
BEDRIJFSKLAAR 1
DUBBELZIJDIG :1 > 1
DUBB. PAGINA :UIT
BEELD SCHUIVEN :UIT
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-4
EDIT-MENU
Enkelzijdige originelen > Dubbelzijdige kopieën
Er zijn twee manieren voor het maken van dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen:
Gebruik het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of automatisch document invoer systeem
met omkeerinrichting (optioneel)
- Voor het dubbelzijdig kopiëren van losse originelen van de gespecificeerde formaten en gewichten.
Instelling van originelen op de glasplaat - Voor het dubbelzijdig kopiëren van originelen die niet
kunnen worden verwerkt door het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel).
Opmerking
Deze kopieerinstelling vereist dat de auto duplexer eenheid (optioneel) geïnstalleerd is.
1. DUBBELZIJDIG KOPIËREN (Vervolg)
Wanneer het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch document
invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel) wordt gebruikt
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
2
Bevestig, zodat op het scherm DUBBELZIJDIG
wordt gemarkeerd. Druk op de toets.
3
Selecteer 1 > 2 door op de toets te drukken.
Druk vervolgens op de
toets. Druk op de
toets om terug te keren naar het startscherm voor
het kopiëren.
4
Selecteer de gewenste papiercassette, reproductie-
factor, beeldbelichting en aantal kopieën.
5
Leg de originelen op het invoersysteem.
6
Druk op de toets.
BEDRIJFSKLAAR 1
DUBBELZIJDIG :1 > 1
DUBB. PAGINA :UIT
BEELD SCHUIVEN :UIT
DUBBELZIJDIG 1
Origineel > Kopie
1 > 1
1 > 2
4-5
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Hoe moeten de originelen worden aangebracht
Wanneer de originelen verticaal worden ingevoerd:
Breng de randen van de originelen in lijn en leg ze allemaal
in dezelfde richting (van bovenste naar onderste pagina).
Wanneer de originelen horizontaal worden ingevoerd:
Sorteer de originelen zodanig dat de oneven en even
pagina's afwisselend in tegengestelde richting worden gelegd
en leg ze daarna in het automatisch documentinvoersysteem
(optioneel) of het automatisch document invoer systeem met
omkeerinrichting (optioneel).
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
BOVENZIJDE
BOVENZIJDE
BOVENZIJDE
BOVENZIJDE
BOVENZIJDE
BOVENZIJDE
BOVENZIJDE
ZIJDE
BOVENZIJDE
BOVENZIJDE
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-6
EDIT-MENU
Wanneer het origineel op de glasplaat wordt gelegd
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
2
Bevestig, zodat op het scherm DUBBELZIJDIG
wordt gemarkeerd. Druk op de
toets.
3
Selecteer 1 > 2 door op de toets te drukken.
Druk vervolgens op de
toets. Druk op de
toets om terug te keren naar het startscherm voor
het kopiëren.
4
Selecteer de gewenste papiercassette, reproductie-
factor, beeldbelichting en aantal kopieën.
5
Leg de eerste pagina van de originelen (eerste kant)
op de glasplaat.
6
Druk op de toets.
Voor de e-STUDIO16, wanneer de automatische
papierselectie-stand (APS) of de automatische
zoomselectie (AMS) is geselecteerd, verschijnt er een
boodschap die u vraagt om het formaat van het te kopiëren
origineel te specificeren.
Gebruik de
of de toets om het formaat van het
origineel te specificeren. Druk vervolgens op de
toets.
De copier zal beginnen met het scannen van het origineel.
7
Leg het volgende origineel (tweede kant) op de
glasplaat.
8
Druk op de toets.
BEDRIJFSKLAAR 1
DUBBELZIJDIG :1 > 1
DUBB. PAGINA :UIT
BEELD SCHUIVEN :UIT
1. DUBBELZIJDIG KOPIËREN (Vervolg)
VOLGEND ORIGINEEL ? 1
JA
NEE
DUBBELZIJDIG 1
Origineel > Kopie
1 > 1
1 > 2
Kies origineel formaat 1
A4
A3
A4-R
A5-R
B4
4-7
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Hoe moeten de originelen op de glasplaat worden gelegd?
Wanneer de originelen verticaal worden neergelegd:
De eerste en de tweede kant moeten in dezelfde richting
worden gelegd (van bovenste naar onderste pagina).
Wanneer de originelen horizontaal worden neergelegd:
De eerste en de tweede kant moeten in tegenovergestelde
richting worden gelegd (van bovenste naar onderste pagina).
Verticale plaatsing
(Eerste kant) (Tweede kant)
Horizontale plaatsing
(Eerste kant) (Tweede kant)
9
Herhaal de stappen 5 tot 8 totdat alle originelen zijn
gekopieerd.
10
Nadat het laatste origineel is gescand, selecteer met
de toets NEE en druk vervolgens op de
toets.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-8
EDIT-MENU
Dubbelzijdige originelen > Dubbelzijdige kopieën
Door dubbelzijdig originelen in het automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting
(optioneel) te leggen en de
toets in te drukken, wordt het eerste origineel ingevoerd en de eerste
kant ervan in het geheugen gescand.
Het origineel en het gekopieerde vel worden automatisch omgedraaid en de tweede kant van het
origineel wordt in het geheugen gescand. Wanneer tenslotte beide kanten van alle originelen zijn
gescand wordt het aantal gewenste kopieën afgedrukt.
U kunt maximaal 100 A4 (64 tot 80 g/m2) originelen tegelijkertijd instellen.
Opmerking
Deze kopieerinstelling vereist dat het automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting
(optioneel) en de auto duplexer eenheid (optioneel) geïnstalleerd zijn.
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
2
Bevestig, zodat op het scherm DUBBELZIJDIG
wordt gemarkeerd. Druk op de
toets.
3
Selecteer 2 > 2 door op de toets te drukken.
Druk vervolgens op de
toets. Druk op de
toets om terug te keren naar het startscherm voor
het kopiëren.
4
Selecteer de gewenste papiercassette, reproductie-
factor, afdrukbelichting en aantal kopieën.
De automatische papierselectie-stand wordt geselecteerd
als de standaard instelling voor de invoerfunctie.
5
Leg de originelen op het invoersysteem.
6
Druk op de toets.
BEDRIJFSKLAAR 1
DUBBELZIJDIG :1 > 1
DUBB. PAGINA :UIT
BEELD SCHUIVEN :UIT
1. DUBBELZIJDIG KOPIËREN (Vervolg)
DUBBELZIJDIG 1
Origineel > Kopie
1 > 2
2 > 2
4-9
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
9
7
5
3
1
Opmerking
Deze kopieerinstelling vereist dat het automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting
(optioneel) en de auto duplexer eenheid (optioneel) geïnstalleerd zijn.
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
2
Bevestig, zodat op het scherm DUBBELZIJDIG
wordt gemarkeerd. Druk op de
toets.
3
Selecteer 2 > 1 door op de toets te drukken.
Druk vervolgens op de
toets. Druk op de
toets om terug te keren naar het startscherm voor
het kopiëren.
4
Selecteer de gewenste papiercassette, reproductie-
factor, afdrukbelichting en aantal kopieën.
De automatische papierselectie-stand wordt geselecteerd
als de standaard instelling voor de invoerfunctie.
5
Leg de originelen op het invoersysteem.
6
Druk op de toets.
BEDRIJFSKLAAR 1
DUBBELZIJDIG :1 > 1
DUBB. PAGINA :UIT
BEELD SCHUIVEN :UIT
Dubbelzijdige originelen > Enkelzijdige kopieën
Hoe moeten de originelen worden aangebracht
Plaats de originelen altijd verticaal. Indien de originelen
horizontaal worden gelegd, zullen de kopieën afwisselend
ondersteboven worden uitgevoerd.
9
7
5
3
1
DUBBELZIJDIG 1
Origineel > Kopie
2 > 2
2 > 1
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-10
EDIT-MENU
Deze kopieerinstelling vereist dat de auto duplexer eenheid (optioneel) geïnstalleerd is.
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
2
Bevestig, zodat op het scherm DUBBELZIJDIG
wordt gemarkeerd. Druk op de
toets.
3
Selecteer BOEK > 2 door op de toets te
drukken.
4
Druk op de toets.
7
Specificeer de inbindruimte en druk vervolgens naar
behoefte op de toets.
Druk op de of de toets om de boekmarge te
specificeren. Telkens wanneer één van de toetsen wordt
ingedrukt, neemt de waarde met 1 mm toe of af.
Druk op de
toets om de waarde te verhogen of op de
toets om de waarde te verlagen.
Specificeer de waarde binnen een bereik van 8 mm tot 30
mm.
6
Druk op de toets.
BEDRIJFSKLAAR 1
DUBBELZIJDIG :1 > 1
DUBB. PAGINA :UIT
BEELD SCHUIVEN :UIT
Boek > Dubbelzijdige kopieën
5
Selecteer de eerste en laatste pagina.
Selecteer de gewenste instelling met behulp van de
toets.
RECHTS > RECHTS
Het kopiëren begint met een rechter pagina en eindigt met
een rechter pagina.
RECHTS > LINKS
Het kopiëren begint met een rechter pagina en eindigt met
een linker pagina.
LINKS > LINKS
Het kopiëren begint met een linker pagina en eindigt met
een linker pagina.
LINKS > RECHTS
Het kopiëren begint met een linker pagina en eindigt met
een rechter pagina.
1. DUBBELZIJDIG KOPIËREN (Vervolg)
DUBBELZIJDIG 1
Origineel > Kopie
2 > 1
BOEK > 2
BOEK > 2 1
RECHTS > RECHTS
RECHTS > LINKS
LINKS > LINKS
8
Druk op de toets.
BOEK MARGE 1
30mm
15mm
8mm
4-11
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
10
Selecteer indien nodig RAND WISSEN.
Zie pagina 4-14
11
Selecteer de gewenste beeldbelichting,
reproductiefactor en aantal kopieën.
12
Leg het origineel op de glasplaat en druk op de
toets.
De kopie van pagina 1 zal met een blanco achterkant
worden vrijgegeven om te worden uitgenomen. De kopieën
van pagina 2 en volgende paginas zullen tijdelijk in de
copier worden opgeslagen.
Plaats eerst pagina 1 van het origineel.
13
Plaats het volgende origineel.
Sla de pagina van het boek om en stel deze op eenzelfde
wijze in als hiervoor.
Selecteer JA wanneer u zowel de linker als de rechter
pagina wilt kopiëren.
Selecteer JA (ENKELZIJDIG) wanneer u slechts één
pagina wilt kopiëren.
14
Druk op de toets.
15
Herhaal de stappen 12 en 13 totdat u gereed bent
met het kopiëren van het boek.
9
Druk op de toets om de gewenste papiercassette
te selecteren. Druk op de
toets indien keuze is
gemaakt.
Selecteer Letter of A4 formaat.
VOLGEND ORIGINEEL ?
JA
JA(ENKELZIJDIG)
NEE
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-12
EDIT-MENU
8
Druk op de toets.
2. KOPIËREN MET TWEE PAGINA
SCHEIDINGSFUNCTIE
De tegenoverliggende pagina's van een boek of een tijdschrift worden één voor één gekopieerd op
twee aparte vellen papier. U hoeft het origineel op de glasplaat niet te verplaatsen. Twee A4-originelen,
die naast elkaar op de glasplaat liggen, kunnen ook op twee aparte vellen papier worden gekopieerd.
Voorbeeld van het kopiëren met twee pagina scheidingsfunctie
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
2
Druk op de toets om de DUBB. PAGINA in
negatief weer te geven. Druk vervolgens op de
toets.
3
Druk op de toets en selecteer AAN. Druk
vervolgens op de
toets
Door het selecteren van AAN, beschikt u over de
mogelijkheid om de geschikte inbindmarge te selecteren.
Iedere waarde binnen het bereik van 8 mm tot 30 mm is
aanvaardbaar.
Wanneer 20 mm wordt ingevoerd, wordt een lijn, die in het
midden van de kopie verschijnt, afgedekt over een gebied
van 20 mm. Wanneer een kopie wordt gemaakt, is er een
inbindruimte van 10 mm aan beide zijden van de lijn
ingesteld.
Wanneer zowel de breedte van de blanco rand als de
inbindruimte zijn gespecificeerd, zal een grotere waarde
voor de inbindruimte worden gespecificeerd.
4
DUBB. PAGINA: XXmm verschijnt. Druk op de
toets om terug te keren naar het startscherm voor
het kopiëren.
5
Selecteer de A4 papiercassette.
6
Leg het origineel op de glasplaat.
7
Selecteer naar behoefte de gewenste beeldbelichting,
enz.
Alleen een reproductiefactor van 100 % is mogelijk.
BEDRIJFSKLAAR 1
DUBBELZIJDIG :1>1
DUBB. PAGINA :UIT
BEELD SCHUIVEN :UIT
BEDRIJFSKLAAR 1
DUBBELZIJDIG :1>1
DUBB. PAGINA :8mm
BEELD SCHUIVEN :UIT
DUBBELE PAGINA 1
UIT
AAN
BOEK MARGE 1
30mm
8 mm
8mm
4-13
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3. VERSCHOVEN BEELD-KOPIEËN
U kunt inbindruimten op de kopie maken en de plaats van deze inbindruimten specificeren voor zowel
de rechter of de linker kant van de kopie. U kunt ook inbindruimten maken op kopieën van boeken door
gebruik te maken van de DUBB. PAGINA-stand.
Zie pagina 4-12.
De standaard inbindruimte is ongeveer 7 mm maar u kunt iedere inbindruimte tussen 4 en 15 mm
selecteren.
Voorbeeld van verschoven beeld-kopieën
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
2
Druk op de toets om BEELD VERSCHUIVEN
weer te geven. Druk vervolgens op de toets.
3
Selecteer de kant waar de inbindruimte moet worden
gemaakt. Druk vervolgens op de toets.
Selecteer LINKER MARGE of RECHTER MARGE die
moet worden ingesteld.
4
Specificeer de inbindruimte met behulp van de
toets of de toets. Druk op de toets.
De standaard inbindruimte is 7 mm.
Iedere waarde in een gebied van 4 mm tot 15 mm is
mogelijk.
5
Door op de toets te drukken, verschijnt de
geprogrammeerde inbindruimte op het scherm. Druk
op de
toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
6
Leg de originelen op de invoerklep of op de glasplaat.
7
Selecteer de gewenste papiercassette, reproductie-
factor, afdrukbelichting en aantal kopieën.
BEDRIJFSKLAAR 1
DUBBELZIJDIG :1>1
DUBB. PAGINA :UIT
BEELD SCHUIVEN :UIT
8
Druk op de toets.
Inbindruimte aan de
linkerzijde van de kopie
Inbindruimte aan de
rechterzijde van de kopie
BEELD SCHUIVEN 1
UIT
LINKER MARGE
RECHTER MARGE
LINKER MARGE 1
15mm
7mm
4mm
BEDRIJFSKLAAR 1
DUBBELZIJDIG :1>1
DUBB. PAGINA :UIT
BEELD SCHUIVEN :L- 7mm
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-14
EDIT-MENU
7
Selecteer de gewenste papiercassette, reproductie-
factor, afdrukbelichting en aantal kopieën.
8
Druk op de toets.
4. KOPIËREN MET BLANCO RANDEN
Indien de randen van een origineel gescheurd of vies zijn, worden zij als zwarte vlekken op de kopie
weergegeven.
In de RAND WISSEN-stand zal er langs de buitenzijden van de kopie een witte rand worden gemaakt
waardoor de onregelmatigheden worden weggewerkt. De standaard marge van de blanco rand is 10
mm maar u kunt iedere marge selecteren binnen een gebied van 4 tot 20 mm.
Voorbeeld van kopiëren met blanco randen
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
2
Druk op de toets om RAND WISSEN weer te
geven. Druk vervolgens op de toets.
3
Druk op de toets en selecteer de AAN.
Druk vervolgens op de toets.
4
De actuele marge van de blanco rand verschijnt op
het scherm. Selecteer de gewenste marge met behulp
van de
of de toets om de marge van de
blanco rand te wijzigen. Druk vervolgens op de
toets.
De marge van de blanco rand verandert in stappen van 1
mm.
5
De geselecteerde marge van de blanco rand
verschijnt op het scherm. Druk op de
toets om
terug te keren naar het startscherm voor het kopiëren.
6
Leg het(de) origine(e)l(en) op de invoerklep originelen
of op de glasplaat.
BEDRIJFSKLAAR 1
DUBB. PAGINA :UIT
BEELD SCHUIVEN :UIT
RAND WISSEN :UIT
BEDRIJFSKLAAR 1
DUBB. PAGINA :UIT
BEELD SCHUIVEN :UIT
RAND WISSEN :10mm
RAND WISSEN 1
UIT
AAN
RAND WISSEN 1
20mm
10mm
4mm
4-15
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5. 2-IN-1/4-IN-1
Deze functie stelt u in staat te verkleinen en daardoor twee of meer originelen op één enkel vel te
kopiëren. Tegelijkertijd verkleinen van vier originelen op één enkel vel wordt 4-in-1 kopiëren genoemd.
Dubbelzijdig kopiëren van 4-in-1 maakt het mogelijk om 8 originelen op één enkel vel te kopiëren.
* De automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel) is vereist om dubbelzijdige
originelen te scannen.
* De auto duplexer eenheid (optioneel) is vereist voor het dubbelzijdig kopiëren.
* Verkleinen/vergroten is in deze functie niet mogelijk.
1 2 3 4
5 6 7 8
12 34 56 78
2 4 6 8
1357
7834
12 56
Enkelzijdige originelen 2-IN-1
Enkelzijdige kopieën
Dubbelzijdige originelen
4-IN-1
Enkelzijdige kopieën Dubbelzijdige kopieën
1
Leg het origineel op de invoerklep originelen.
2
Druk op de toets. Het EDIT MENU scherm
verschijnt.
3
Druk op de toets om 2IN1/4IN1 weer te geven.
Druk vervolgens op de toets.
4
Druk op de toets en selecteer 2IN1 of 4IN1.
Druk vervolgens op de toets.
BEDRIJFSKLAAR 1
BEELD SCHUIVEN :UIT
RAND WISSEN :UIT
2IN1/4IN1 :UIT
Dubbelzijdige kopieën
12
43
56
87
34
12
87
65
2IN1/4IN1 1
UIT
2IN1
4IN1
Wanneer het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel) wordt gebruikt
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-16
EDIT-MENU
5. 2-IN-1/4-IN-1 (Vervolg)
5
Selecteer het soort origineel en kopie.
6
Druk op de toets.
7
Het geselecteerde verschijnt op het scherm.
Druk op de
toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
8
Selecteer de gewenste papiercassette, reproductie-
factor, afdrukbelichting en aantal kopieën.
9
Druk op de toets.
2IN1 1
Origineel > Kopie
2 > 2
2 > 1
BEDRIJFSKLAAR 1
BEELD SCHUIVEN :UIT
RAND WISSEN :UIT
2IN1/4IN1 :2IN1(2>1)
Opmerking
Druk op de
toets om de papiercassette te selecteren,
selecteer AMS en selecteer vervolgens de gewenste
papiercassette.
4-17
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Wanneer het origineel op de glasplaat wordt gelegd
1
Voer de stappen 2 tot 8 uit van Bij gebruik van het
automatisch documentinvoersysteem.
Zie pagina
4-15
VOLGEND ORIGINEEL ? 3
JA
NEE
VOLGEND ORIGINEEL ? 3
JA
NEE
Geheugenopslag wissen 3
JA
NEE
2
Leg het origineel op de glasplaat en druk op de
toets.
Voor de e-STUDIO16 verschijnt er een boodschap die u
opdracht geeft het formaat van het te kopiëren origineel te
specificeren.
Gebruik de
of de toets om het formaat van het
origineel te specificeren. Druk vervolgens op de
toets.
De copier zal beginnen met het scannen van het document.
Wanneer het eerste origineel is gescand, verschijnt op het
scherm VOLGEND ORIGINEEL ?.
3
Selecteer JA, leg het volgende origineel op de
glasplaat en druk op de toets.
Indien de toets wordt ingedrukt terwijl de
boodschap VOLGEND ORIGINEEL ? op het scherm wordt
weergegeven, worden de gescande gegevens gewist en
wordt het 2-in-1/4-in-1 kopiëren beëindigd. Selecteer JA
of NEE en druk op de
toets.
4
Herhaal stap 3 voor de volgende en verdere
originelen.
5
Selecteer NEE wanneer het scannen van het laatste
origineel is beëindigd.
6
Druk op de toets.
Kies origineel formaat 1
A4
A3
A4-R
A5-R
B4
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-18
EDIT-MENU
De tijdschrift sorteren-stand stelt u in staat om originelen te kopiëren en te sorteren, zodat de kopieën
dubbel naar binnen kunnen worden gevouwen alsof u een tijdschrift maakt.
Opmerking
Deze instelling vereist dat de optionele auto duplexer eenheid is geïnstalleerd.
Voorbeeld van het tijdschrift sorteren
6. TIJDSCHRIFT SORTEREN
2 7
18
8
7
6
5
4
3
2
1
4 5
36
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
3
Druk op de toets om AAN weer te geven. Druk
vervolgens op de
toets.
4
Druk op de toets en specificeer of de originelen
enkel- of dubbelzijdig zijn. Druk vervolgens op de
toets.
5
MAGAZINE SORT: X>2 verschijnt. Druk op de
toets om terug te keren naar het startscherm voor
het kopiëren.
6
Selecteer de gewenste afdrukbelichting en het aantal
kopieën.
BEDRIJFSKLAAR 1
RAND WISSEN :UIT
2IN1/4IN1 :UIT
MAGAZINE SORT :UIT
BEDRIJFSKLAAR 1
RAND WISSEN :UIT
2IN1/4IN1 :UIT
MAGAZINE SORT :1>2
2
Druk op de toets om MAGAZINE SORT weer
te geven. Druk vervolgens op de toets.
Tijdschrift sorteren 1
UIT
AAN
Tijdschrift sorteren 1
Origineel > Kopie
1 > 2
2 > 2
4-19
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7
Leg het origineel op de invoerklep en druk op de
toets.
Wanneer het origineel op de glasplaat wordt gelegd
7
Leg het origineel op de glasplaat en druk op de
toets.
8
Selecteer JA, leg het volgende origineel op de
glasplaat en druk op de
toets.
VOLGEND ORIGINEEL ? 3
JA
NEE
Geheugenopslag wissen 3
JA
NEE
Indien de toets wordt ingedrukt terwijl de
boodschap VOLGEND ORIGINEEL ? op het scherm wordt
weergegeven, worden de gescande gegevens gewist en
wordt het MAGAZINE SORT beëindigd. Selecteer JA of
NEE en druk op de
toets.
Voor de e-STUDIO16 verschijnt er een boodschap die u
opdracht geeft het formaat van het te kopiëren origineel te
specificeren.
Gebruik de
of de toets om het formaat van het
origineel te specificeren. Druk vervolgens op de
toets.
De copier zal beginnen met het scannen van het document.
Wanneer het eerste origineel is gescand, verschijnt op het
scherm VOLGEND ORIGINEEL ?.
Bij gebruik van het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel)
Kies origineel formaat 1
A4
A3
A4-R
A5-R
B4
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-20
EDIT-MENU
9
Herhaal stap 8 voor de verdere originelen.
10
Selecteer NEE wanneer het scannen van het laatste
origineel is beëindigd
VOLGEND ORIGINEEL ? 3
JA
NEE
11
Druk op de toets.
6. TIJDSCHRIFT SORTEREN (Vervolg)
4-21
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Deze functie stelt u in staat om het paginanummer of het paginanummer en de tijd en datum af te
drukken in de kop- of voetregel van de kopie.
Het gebied voor de aantekening bevindt zich in de kop- of voetregel van de geproduceerde kopie. In
het weergegeven voorbeeld, wordt de aantekening op de bovenzijde van de kopie afgedrukt.
Voorbeeld van het maken van een aantekening:
Wanneer het origineel op de glasplaat worden gelegd in de A4-R (liggend) afdrukstand.
7. HET MAKEN VAN AANTEKENINGEN OP KOPIEËN
5
Selecteer de gewenste papiercassette, reproductie-
factor, afdrukbelichting en aantal kopieën.
1
Druk op de toets op het startscherm voor het
kopiëren. Het EDIT MENU scherm verschijnt.
2
Druk op de toets om DATUM/TIJD weer te
geven. Druk vervolgens op de toets terwijl
DATUM/TIJD wordt weergegeven.
3
Druk op de toets en selecteer het gewenste
datum/tijd type. Druk vervolgens op de
toets.
4
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
Datum en tijd worden automatisch afgedrukt
overeenkomstig de opmaak die vooraf in de copier is
ingesteld.
Zie pagina 5-21
BEDRIJFSKLAAR 1
2IN1/4IN1 :UIT
MAGAZINE SORT :UIT
DATUM/TIJD :UIT
BEDRIJFSKLAAR 1
2IN1/4IN1 :UIT
MAGAZINE SORT :UIT
DATUM/TIJD :PAG NR+D/T
DATUM/TIJD 1
UIT
PAGINA NUMMERING
PAG. NR + DATUM/TIJD
Opmerking
De zwarting van het paginanummer en de datum en tijd die
aan de aantekening worden toegevoegd, veranderen niet,
zelfs niet als de afdrukbelichting wordt gewijzigd.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-22
EDIT-MENU
Tip
In de datum/tijd-functie, wordt er in de kop- of voetregel van
het geselecteerde papier afgedrukt. Dit kan, afhankelijk van
de afdrukstand, de bovenkant of de zijkant van de kopie zijn.
Leg daarom het origineel met zijn bovenzijde in de richting
van de uitvoerzijde van de copier.
6
Leg het origineel op de glasplaat en druk op de
toets.
Wanneer het origineel op de glasplaat wordt gelegd
7
Selecteer JA, leg het volgende origineel op de
glasplaat en druk op de
toets.
VOLGEND ORIGINEEL ? 3
JA
NEE
VOLGEND ORIGINEEL ? 3
JA
NEE
Geheugenopslag wissen 3
JA
NEE
Indien de toets wordt ingedrukt terwijl de
boodschap VOLGEND ORIGINEEL ? op het scherm wordt
weergegeven, worden de gescande gegevens gewist en
wordt de DATUM/TIJD beëindigd. Selecteer JA of NEE
en druk op de
toets.
8
Herhaal stap 7 voor de volgende en verdere
originelen.
9
Selecteer NEE wanneer het scannen van het laatste
origineel is beëindigd.
10
Druk op de toets.
7. HET MAKEN VAN AANTEKENINGEN OP KOPIEËN (Vervolg)
Indien de automatische papierselectie-stand (APS) of de
automatische zoomselectie (AMS) voor de e-STUDIO16 is
geselecteerd, verschijnt er een boodschap die u opdracht
geeft het formaat van het te kopiëren origineel te
specificeren,.
Gebruik de
of de toets om het formaat van het
origineel te specificeren. Druk vervolgens op de
toets.
De copier zal beginnen met het scannen van het document.
Wanneer het eerste origineel is gescand, verschijnt op het
scherm VOLGEND ORIGINEEL ?.
Kies origineel formaat 1
A4
A3
A4-R
A5-R
B4
4-23
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
8. BEWERKINGEN
Spiegelbeeld
Deze functie stelt u in staat om kopieën in spiegelbeeld te maken.
* Deze instelling in niet beschikbaar in combinatie met BEELD VERSCHUIVEN, SORT, ALTERNATION,
DUBBELZIJDIG KOPIËREN, SORTEREN/STAFFELEN, DUBBELZIJDIG, 2-IN-1/4-IN-1 en BOEK > 2.
Voorbeeld van spiegelen
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
2
Druk op de toets om BEWERKEN weer te
geven. Druk vervolgens op de toets.
3
Druk op de toets om SPIEGELEN weer te
geven. Druk vervolgens op de toets.
4
BEWERKEN: SPIEGELEN verschijnt. Druk op de
toets om terug te keren naar het startscherm
voor het kopiëren.
5
Selecteer de gewenste papiercassette,
reproductiefactor, afdrukbelichting en aantal kopieën.
6
Leg het origineel op de glasplaat of de invoerklep en
druk op de toets.
BEDRIJFSKLAAR 1
MAGAZINE SORT :UIT
DATUM/TIJD :UIT
BEWERKEN :UIT
BEDRIJFSKLAAR 1
MAGAZINE SORT :UIT
DATUM/TIJD :UIT
BEWERKEN :SPIEGELEN
BEWERKEN 1
UIT
SPIEGELEN
NEG./POS.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-24
EDIT-MENU
Omkeren van negatief/positief
Deze functie stelt u in staat om zwarte vlakken op het origineel om te zetten in witte vlakken, of andersom.
* Deze functie is niet beschikbaar in combinatie met RAND WISSEN, SORT, ALTERNATION,
DUBBELZIJDIG KOPIËREN, SORTEREN/STAFFELEN, DUBBELZIJDIG, 2-IN-1/4-IN-1, MAGAZINE
SORT en BOEK > 2.
Voorbeeld van het omkeren van negatief/positief
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
2
Druk op de toets om BEWERKEN weer te
geven. Druk vervolgens op de toets.
3
Druk op de toets om NEG/POS te selecteren
Druk vervolgens op de toets.
4
BEWERKEN: NEG/POS verschijnt. Druk op de
toets om terug te keren naar het startscherm voor
het kopiëren.
5
Selecteer de gewenste papiercassette,
reproductiefactor, afdrukbelichting en aantal kopieën.
6
Leg het origineel op de invoerklep of op de glasplaat
en druk op de
toets.
BEDRIJFSKLAAR 1
MAGAZINE SORT :UIT
DATUM/TIJD :UIT
BEWERKEN :UIT
BEDRIJFSKLAAR 1
MAGAZINE SORT :UIT
DATUM/TIJD :UIT
BEWERKEN :NEG/POS
EDITING 1
UIT
SPIEGELEN
NEG./POS.
8. BEWERKINGEN (Vervolg)
4-25
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
9. OPDRACHT OPBOUW
Deze functie maakt het mogelijk dat maximaal vijf sets originelen worden gescand en afzonderlijk
opgeslagen om vervolgens tegelijk te worden gekopieerd.
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
"EDIT MENU" scherm.
2
Druk op de toets om "OPDRACHT OPBOUW"
weer te geven. Druk vervolgens op de toets.
3
Druk op de toets om "AAN" weer te geven. Druk
vervolgens op de toets.
4
Het " OPDRACHT OPBOUW: AAN" scherm verschijnt.
Druk op de
toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
5
Selecteer de gewenste papiercassette,
reproductiefactor, afdrukbelichting en aantal kopieën.
6
Leg het origineel op de glasplaat of op de invoerklep
en druk op de
toets.
7
Nadat het origineel is gescand, verschijnt het rechts
afgebeelde scherm.
Wanneer het volgende origineel wordt gescand zonder de
instellingen te wijzigen, leg het origineel op de glasplaat of
op de invoerklep en selecteer Scan volgende Pagina.
Druk vervolgens op de
toets.
Indien voor het scannen van het volgende origineel de
instellingen voor de scan belichting en de rand wissen
worden gewijzigd, selecteer Wijzig huidige instellingen
om de instellingen te wijzigen. Druk vervolgens op de
toets.
Wanneer alle originelen zijn gescand, selecteer Einde
opdracht opbouw om het kopiëren automatisch te starten.
Druk vervolgens op de
toets.
OPDRACHT OPBOUW 1
Scan volgende Pagina
Einde opdracht opbouw
Wijzig huidige instelling
INLEZEN IN GEHEUGEN 1
Scanned Pagina :XXX
BEDRIJFSKLAAR 1
DATUM/TIJD :UIT
EDITING :UIT
OPDRACHT OPBOUW :AAN
OPDRACHT OPBOUW 1
UIT
AAN
BEDRIJFSKLAAR 1
DATUM/TIJD :UIT
EDITING :UIT
OPDRACHT OPBOUW :UIT
Opmerking
Druk op de
toets om de the papiercassette te selecteren,
selecteer AMS en selecteer vervolgens de gewenste
papiercassette.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-26
EDIT-MENU
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel
terwijl u zich bevind in het beginscherm voor het
kopiëren
2
Druk op de toets om MIXED FORMAAT weer
te geven. Druk vervolgens op de
toets.
3
Druk op de toets om AAN weer te geven.
Druk vervolgens op de
toets.
4
Selecteer de automatische papierselectie-stand
(APS)of de automatische zoomselectie stand (AMS).
Selecteer vervolgens de gewenste cassette,
reproductiefactor, afdrukbelichting en aantal kopieën.
5
Leg de originelen op de invoerklep originelen.
6
Druk op de toets.
10. KOPIËREN VAN GEMENGDE ORIGINELEN
Plaats origin. op invoer. 1
BEWERKEN :UIT
TAAK OPBOUW :UIT
MIXED FORMAAT :AAN
Een set originelen van verschillend formaat kan tegelijkertijd worden gekopieerd, zo lang als de
originelen maar dezelfde breedte hebben.
Opmerking
Voor deze kopieerfunctie dient het optionele automatisch document invoer systeem met
omkeerinrichting te zijn geïnstalleerd.
BEDRIJFSKLAAR 1
BEWERKEN :UIT
TAAK OPBOUW :UIT
MIXED FORMAAT :UIT
DIV ORIGINEEL FORMATEN 1
UIT
AAN
Opmerking
Wanneer de functie MIXED FORMAAT geselecteerd is,
wordt de APS automatisch gesellecteerd.
4-27
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
11. OPDRACHT GEHEUGEN
U kunt te allen tijde een combinatie van vaak gebruikte instellingen opslaan en oproepen.
Behalve reproductiefactoren kunnen ook afdrukbelichting, aantal kopieën, bewerkingsinstellingen,
dubbelzijdig kopiëren en verschoven beeldinstellingen kunnen worden opgeslagen. Geheugen is
beschikbaar voor maximaal vier combinaties.
1
Selecteer de gewenste instellingen.
Voorbeelden:
Reproductiefactor ......... 85%
Aantal kopieën ............. 30
Beeldbelichting ............ Automatisch
Copy size ...................... A4
Controleer of iedere instelling correct is aangebracht.
2
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
3
Druk op de toets om OPDRACHT GEHEUGEN
weer te geven. Druk vervolgens op de toets.
4
Selecteer OPSLAAN door op de toets te
drukken. Druk vervolgens op de toets.
5
Selecteer het opdrachtnummer om te worden
opgeslagen in OPDRACHT1 tot OPDRACHT4.
Druk vervolgens op de toets.
Tip
Wanneer een geheugenplaats (met een geprogrammeerde
kopieeropdracht) wordt geselecteerd, wordt het OPDRACHT
GEHEUGEN pictogram gemarkeerd.
De opgeslagen instelling wordt niet gewist wanneer de copier
wordt uitgeschakeld. Wanneer een opdrachtnummer met een
reeds opgeslagen instelling wordt geselecteerd, dan wordt
de opgeslagen instelling gewist en vervangen door een
nieuwe instelling.
BEDRIJFSKLAAR 1
EDITING :UIT
OPDRACHT OPBOUW :UIT
OPDRACHT GEHEUGEN
Een nieuwe combinatie van instellingen opslaan
6
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
OPSLAAN 1
OPSLAAN 1
OPSLAAN 2
OPSLAAN 3
OPSLAAN 4
OPDRACHT GEHEUGEN 1
OPROEPEN
OPSLAAN
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-28
EDIT-MENU
Het opnieuw oproepen van een opgeslagen combinatie van instellingen
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
2
Druk op de toets om OPDRACHT GEHEUGEN
weer te geven. Druk vervolgens op de toets.
3
Druk op de toets en OPROEPEN wordt
geselecteerd.
4
Selecteer het gewenste opdrachtnummer in
OPDRACHT1 tot OPDRACHT4. Druk vervolgens
op de
toets. Druk op de toets om terug te
keren naar het startscherm voor het kopiëren.
Tip
Wanneer de geselecteerde geheugenplaats een vooraf
geprogrammeerde opdracht bevat, wordt het OPDRACHT
GEHEUGEN pictogram gemarkeerd met een venster.
5
Leg het origineel op de glasplaat of op de invoerklep
en druk op de
toets. Het origineel wordt
gekopieerd met de combinatie van instellingen die u
opnieuw heeft opgeroepen.
BEDRIJFSKLAAR 1
EDITING :UIT
OPDRACHT OPBOUW :UIT
OPDRACHT GEHEUGEN
OPDRACHT GEHEUGEN 1
OPROEPEN
OPSLAAN
OPSLAAN 1
OPSLAAN 1
OPSLAAN 2
OPSLAAN 3
OPSLAAN 4
4-29
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Hoe moeten speciale vellen papier worden geselecteerd?
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
2
Druk op de toets om de PAPIER SOORT
weer te geven
3
Druk op de toets.
4
Gebruik de of de toets en selecteer DIK
PAPIER of TRANSPARANTEN. Het geselecteerde
vel papier wordt weergegeven. Druk op de toets
om de keus te bevestigen.
5
De geselecteerde papiersoort verschijnt. Druk op de
toets om terug te keren naar het startscherm
voor het kopiëren.
6
Raadpleeg de werkwijze beschreven in Kopiëren met
handinvoer (
zie pagina 3-4) of Kopiëren met
handinvoer door specificatie van het kopieformaat
(
zie pagina 3-6). Maak vervolgens de kopie.
De hierboven beschreven selectie van DIK PAPIER of TRANSPARANTEN is alleen van toepassing op
de voorafgaande kopieeropdrachten.
12. PAPIERSOORT
BEDRIJFSKLAAR 1
DIV ORIGINEEL FORMATEN :UIT
OPDRACHT GEHEUGEN
PAPIER SOORT :TRANSPARANTEN
U kunt speciaal kopieerpapier selecteren. Dit speciale papier wordt ingevoerd via de handinvoer
stapelstand.
Opmerking
Leg slechts één vel tegelijk van dit speciale papier op de handinvoer.
BEDRIJFSKLAAR 1
OPDRACHT OPBOUW :UIT
OPDRACHT GEHEUGEN
PAPIER SOORT :UIT
PAPIER SOORT 1
UIT
TRANSPARANTEN
DIK PAPIER
PAPIER SOORT 1
UIT
TRANSPARANTEN
DIK PAPIER
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4-30
EDIT-MENU
13. MENULIJST
1
Druk op de toets op het bedieningspaneel en
in het startscherm voor het kopiëren verschijnt het
EDIT MENU scherm.
Afdrukken van de menulijst van de copier.
BEDRIJFSKLAAR 1
OPDRACHT GEHEUGEN
PAPIER SOORT :UIT
MENULIJST
MENULIJST
PRINTEN GEACCEPTEERD
De menulijst zal worden afgedrukt.
2
Druk op de toets om MENU LIJST weer te
geven. Druk vervolgens op de toets.
5-1
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5. PROGRAMMA MENU
1. VERVOLGSCHERM .........................................................................................................5-2
2. KLOKFUNCTIES ...............................................................................................................5-3
Automatische reset ...........................................................................................................5-3
Energie spaarstand ..........................................................................................................5-4
Automatische slaapstand .................................................................................................5-5
3. DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE............................................................................................. 5-7
4. SPEAKER VOLUME ...................................................................................................... 5-10
5. AFDELINGSTOEGANGSCODE .................................................................................... 5-11
Het instellen van de afdelingstoegangscode ............................................................... 5-11
Het resetten van de tellers van de toegangscode ....................................................... 5-13
Het wissen van de toegangscode................................................................................. 5-14
Wijzig de instelling van de toegangscode .................................................................... 5-15
Rapportages afdrukken ................................................................................................. 5-17
Annuleren/doorgaan met toegangsbeheer .................................................................. 5-18
6. AFDRUKINSTELLINGEN .............................................................................................. 5-19
7. DATUM EN TIJD ............................................................................................................. 5-23
8. HET WIJZIGEN VAN DE TAAL OP HET LCD-SCHERM ............................................... 5-26
9. FUNCTIEOVERZICHT ................................................................................................... 5-27
10. TOTAALTELLER ............................................................................................................. 5-28
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-2
PROGRAMMA MENU
1. VERVOLGSCHERM
Specificeer het startscherm dat verschijnt wanneer de copier wordt ingeschakeld. Een vaak gebruikte
functie kan worden gespecificeerd om op het startscherm te worden weergegeven.
*Het optionele FAX-optie en Printer-optie dient op de copier te worden geïnstalleerd.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
Tip
"03. FAX INSTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
5
Selecteer de gewenste functie om op het startscherm
te worden weergegeven en druk op de
toets.
Tip
"03. SCAN" kan alleen worden geselecteerd wanneer de
printer optie is geïnstalleerd.
4
Selecteer "02.VERVOLGSCHERM" en druk op de
toets.
Tip
"02. VERVOLGSCHERM " kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
MACHINE INSTELLING
01.CASSETTE FORMAAT
02.VERVOLGSCHERM
03.KLOKFUNCTIES
VERVOLGSCHERM
01.KOPIEREN
02.FAX
03.SCAN
5-3
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2. KLOKFUNCTIES
Automatische reset
Automatische reset vindt plaats indien de machine niet actief is gedurende een bepaald tijdsbestek
(standaard: 45 seconden). Specificeer een wachttijd voor de automatische reset.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
MACHINE INSTELLING
01.CASSETTE FORMAAT
02. VERVOLGSCHERM
03. KLOKFUNCTIES
4
Selecteer "02.KLOKFUNCTIES" en druk op de
toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
5
Selecteer "1.AUTOM. RESET" en druk op de toets.
6
Druk op de of de toets om een wachttijd
voor " 1.AUTOM. RESET" te specificeren.
Selecteer de wachttijd uit de navolgende mogelijkheden:
15, 30, 45, 60, 75, 90, 105, 120, 135, 150, 180, 210, 240,
270 of 300 seconden.
KLOKFUNCTIES
AUTOM 300SEC
RESET: 45
15SEC
7
Druk op de toets.
Tip
"02. VERVOLGSCHERM " kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
Tip
"03. FAX INSTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
8
Druk op de toets indien u gereed bent met het
programmamenu.
KLOKFUNCTIES
1.AUTOM. RESET
2.AUTOM. ENERGIE MODE
3.AUTOM. SLAAPSTAND
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-4
PROGRAMMA MENU
Nadat de copier niet is gebruikt voor een vastgesteld tijdsbestek (standaard: 15 minuten), schakelt de
copier automatisch over op de Automatische Energie spaarstand. De "Energie spaarstand" verschijnt
op het LCD-scherm van de copier en de copier schakelt over op een lager verbruik.
Energie spaarstand
Hoe wordt de tijd van de automatische energiespaarstand gewijzigd?
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
PROGRAM
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
2. KLOKFUNCTIES (Vervolg)
Tip
"03. FAX INSTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
4
Selecteer "03.KLOKFUNCTIES" en druk op de
toets.
5
Selecteer de "2. AUTOM. ENERGIE MODE" en druk
op de toets.
6
Selecteer de gewenste tijd van de automatische
energiespaartijd door op de
of de toets
te drukken. Druk vervolgens op de
toets.
Selecteer de wachttijd uit de navolgende mogelijkheden:
1, 2, 3, 4, 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 70, 80,
90, 100, 110, 120, 150, 180, 210 of 240 minuten.
Het wissen van de automatische energie spaarstand
Druk op een willekeurige toets, behalve op de toets
en de toets.
Tip
"02. VERVOLGSCHERM " kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
7
Druk op de toets indien u gereed bent.
MACHINE INSTELLING
01.CASSETTE FORMAAT
02.VERVOLGSCHERM
03.KLOKFUNCTIES
KLOKFUNCTIES
1.AUTOM. RESET
2.AUTOM. ENERGIE MODE
3.AUTOM. SLAAPSTAND
KLOKFUNCTIES 1
AUTO 240MIN
ENERGIE: 15
1MIN
5-5
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Automatische slaapstand
Indien de copier inactief blijft (standaard: 10 minuten met de e-STUDIO16 en 45 minuten met de e-STUDIO20/
25) na inschakeling van de automatische energie spaarstand, zoals uiteengezet op de vorige pagina,
schakelt de copier over op de grote energiespaarstand. De
LED gaat branden en het LCD-
scherm schakelt uit. Deze instelling bespaart meer energie dan de automatische energie spaarstand.
Indien er originelen in het automatisch documentinvoersysteem aanwezig zijn, de klep voor originelen
geopend is of de FAX optie geïnstalleerd is, komt de machine in het sluimerbedrijf en "Slaap-stand"
verschijnt op het LCD-scherm display.
6
Selecteer de gewenste tijd voor de automatische
slaapstand door de
of de toets te
gebruiken.
Selecteer de wachttijd uit de navolgende mogelijkheden:
3, 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 70, 80, 90,
100, 110, 120, 150, 180, 210 of 240 minuten.
Hoe verandert u de sluimertijd?
5
Selecteer "3. AUTOM. SLAAPSTAND" en druk op
toets.
KLOKFUNCTIES
AUTOM. 240MIN
SLAAPST: 45
3MIN
KLOKFUNCTIES
1.AUTOM. RESET
2.AUTOM. ENERGIE MODE
3.AUTOM. SLAAPSTAND
MACHINE INSTELLING
01.CASSETTE FORMAAT
02.VERVOLGSCHERM
03.KLOKFUNCTIES
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
PROGRAM
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
Tip
"03. FAX INSTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
Tip
"02. VERVOLGSCHERM " kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
4
Selecteer "03.KLOKFUNCTIES" en druk op de
toets.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-6
PROGRAMMA MENU
2. KLOKFUNCTIES (Vervolg)
7
Druk op de toets.
Het wissen van de grote energie spaarstand
Druk op de toets.
8
Druk op de toets indien u gereed bent.
Het wissen van de automatische slaapstand
Druk op een willekeurige toets, behalve op de toets
en de toets.
5-7
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
De dag-/weekklokfunctie is een voorziening om de copier op vastgestelde tijdstippen automatisch AAN
en UIT te zetten. Indien u de weekklokfunctie instelt op een begintijd voor de ochtend en een eindtijd
voor de avond van zondag tot en met zaterdag, zal de copier zal zichzelf iedere ochtend automatisch
inschakelen en iedere avond uitschakelen op de ingestelde tijdstippen die overeenkomen met de
werktijden van uw kantoor.
* Om de weekklokfunctie goed te laten werken, dient de AAN/UIT schakelaar altijd te zijn ingeschakeld.
Tip
Wanneer de FAX-functie optioneel is geïnstalleerd, adviseren wij de weekklokfunctie in te stellen om
zodoende energie te besparen.
3. DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE
Hoe wordt de dag-/weekklokfunctie ingesteld?
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
4
Selecteer de "04. DAG/WEEK KLOK FUNCTIE" en druk
op de
toets.
5
Selecteer "2.AAN" en druk op de toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
PROGRAM
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
MACHINE INSTELLING
02.VERVOLGSCHERM
03.KLOKFUNCTIES
04.DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE
DAG/WEEK KLOK FUNCTIE
1.UIT
2.AAN
Tip
"03. FAX INSTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
Tip
"02. VERVOLGSCHERM " kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-8
PROGRAMMA MENU
3. DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE (Vervolg)
6
Selecteer de dag die moet worden gespecificeerd
voor de besturing van de DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE
en druk op de toets.
DAG/WEEK KLOK FUNCTIE
1.ZONDAG
2.MAANDAG
3.DINSDAG
7
Voer inschakeltijd voor de copier in en druk op de
toets.
Wanneer de TIJDOPMAAK op 12 UUR is ingesteld, zorg er
dan voor dat "AM/PM" wordt geselecteerd.
8
Voer de uitschakeltijd voor de copier in en druk op
de
toets.
9
Herhaal de stappen 6 tot 8 om de instelling van de
DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE voor iedere dag van de
week in te voeren.
10
Selecteer "8.UITGEVOERD" en druk op de toets.
11
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
ZONDAG
AAN TIJD: HH:MM
08:45
ZONDAG
AAN TIJD: HH:MM
12:34 AM
ZONDAG
UIT TIJD: HH:MM
17:30
DAG/WEEK KLOK FUNCTIE
6.VRIJDAG
7.ZATERDAG
8.KLAAR
5-9
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Het wissen van de DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
4
Selecteer de "04. DAG/WEEK KLOK FUNCTIE" en druk
op de toets.
5
Selecteer "1.UIT" en druk op de toets.
Wanneer de DAG/WEEK KLOK FUNCTIE wordt
uitgeschakeld, blijven alle bestaande tijdinstellingen
opgeslagen. Wanneer de DAG/WEEK KLOK FUNCTIE
weer wordt ingeschakeld, zijn de instellingen die voor de
DAG/WEEK KLOK FUNCTIE zijn gemaakt weer
beschikbaar.
DAG/WEEK KLOK FUNCTIE
1.UIT
2.AAN
6
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
Tip
"03. FAX INSTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
Tip
"02. VERVOLGSCHERM " kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
MACHINE INSTELLING
02.VERVOLGSCHERM
03.KLOKFUNCTIES
04.DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-10
PROGRAMMA MENU
4. SPEAKER VOLUME
Past het volume aan van het alarm en de druktoets aanraaktonen .
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
MACHINE INSTELLING
03.KLOKFUNCTIES
04.DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE
05.SPEAKER VOLUME
4
Selecteer "05.SPEAKER VOLUME" en druk op de
toets.
SPEAKER VOLUME
1.ALARM VOLUME
2.DRUK TOETS VOLUME
3.BELSIGNAAL VOLUME
5
Selecteer het gewenste volumesterkte en druk op de
toets.
6
Druk op de of de toets om het volume
van de pieptoon aan te passen.
Pas het volume van de piep aan in acht stappen: 0 tot 7.
ALARM VOLUME
VOLUME: 7
0
0
7
Druk op de toets.
Het scherm keert terug in de SPEAKER VOLUME selectie.
8
Herhaal indien nodig de stappen 5 tot 7 om het
volume van andere tonen aan te passen.
9
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
Tip
"3. BELSIGNAAL VOLUME " en "4. MONITOR VOLUME"
kunnen alleen worden geselecteerd wanneer de optionele
FAX-optie is geïnstalleerd.
5-11
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Indien de copier wordt ingesteld zodat toegangscodes kunnen worden gebruikt, kunt u alleen kopiëren
na invoer van de toegangscode.
Bij het kopiëren met gebruikmaking van toegangscodes, wordt het aantal kopieën voor iedere
afzonderlijke afdeling opgeslagen.
De toegangscode is een 5-cijferig getal, maximaal 99 codes kunnen worden ingesteld.
Wanneer de toegangscode voor de eerste keer wordt geregistreerd, moet de moedercode worden
geregistreerd. De moedercode wordt gebruikt om andere toegangscodes te registreren, te wijzigen of
te wissen en de toegangscodetellers te resetten.
5. AFDELINGSTOEGANGSCODE
Het instellen van de afdelingstoegangscode
Het instellen van de afdelingstoegangscode
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
MACHINE INSTELLING
04.DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE
05.SPEAKER VOLUME
06.AFDELINGSTOEGANGSCODE
AFDELINGS TOEGANGS CODE
1.JA
2.NEE
AFDELINGS TOEGANGS CODE
1.RECOVER OLD DATA
2.NEW
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
4
Selecteer "06.AFDELINGS TOEGANGS CODE" en
druk op de toets.
5
Selecteer "1.JA" of "2.NEE" en druk op de toets.
Selecteer "1.JA" wanneer de toegangscode voor de eerste
keer wordt geregistreerd.
Om de toegangscode voor de tweede en volgende keren
te registreren, selecteer "1.JA" om het toegangsbeheer
mogelijk te maken of "2.NEE" om de toegangsbeheer
functie onmogelijk te maken.
6
Selecteer "2.NEW" en druk op de toets.
Selecteer "1.RECOVER OLD DATA" indien u de
toegangscodefunctie weer wilt invoeren nadat deze
onmogelijk was gemaakt en u de vroegere codes weer wilt
gebruiken. (De oorspronkelijke moedercode is hierbij
vereist.)
Selecteer "2.NEW" indien u een volledige nieuw
toegangsbeheersysteem wilt programmeren.
Tip
Het menu dat hier verschijnt varieert en is afhankelijk van
het feit of de FAX-optie al of niet is aangebracht.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-12
PROGRAMMA MENU
5. AFDELINGSTOEGANGSCODE (Vervolg)
Invoeren van de moedercode
7
Voer een afdelingsnaam voor het toegangsbeheer in
en druk op de
toets.
Maximaal 20 tekens kunnen voor de afdelingsnaam worden
ingevoerd.
De afdelingsnaam voor de moedercode hoeft niet te
worden ingevoerd.
Afdelingsnummer 01 wordt toegewezen als de moedercode
voor de beheerfuncties.
Important
De optionele FAX-optie is vereist om tekens te kunnen
invoeren. De invoer van de afdelingsnaam is dus niet mogelijk
zonder optionele FAX-optie.
MASTER CODE
MASTER CODE NUMBER: 01
ENTER MASTER CODE NAME (MAX20):
8
Voer de gewenste moedercode in en druk op de
toets.
Voer een 5-cijferige moedercode in.
De moedercode is een Pincode voor beheerfuncties. De
moedercode is vereist om alle andere toegangscodes te
registreren of te wissen. Onthoud derhalve de ingevoerde
moedercode.
MASTER CODE
MASTER CODE NUMBER: 01
ENTER MASTER CODE:
12345
Het invoeren van de toegangscode
9
Voer een afdelingsnummer in en druk op de
toets.
Voer een waarde in een bereik van 2 tot 99 in.
10
Voer een afdelingsnaam in en druk op de toets.
Maximaal 20 tekens kunnen voor de afdelingsnaam worden
ingevoerd.
Important
De optionele FAX-optie is vereist om tekens te kunnen
invoeren. De invoer van de afdelingsnaam is dus niet mogelijk
zonder optionele FAX-optie.
AFDELINGS TOEGANGS CODE
ENTER DEPARTMENT NUMBER(1-99):
06
AFDELINGS TOEGANGS CODE
DEPARTMENT NUMBER: 06
ENTER DEPARTMENT NAME (MAX20):
SOFTWARE GROUP
11
Voer een toegangscode in druk op de toets.
Voer een 5-cijferige getal in voor de toegangscode.
Eenzelfde toegangscode kan niet voor een andere afdeling
worden geregistreerd.
AFDELINGS TOEGANGS CODE
DEPARTMENT NUMBER: 06
ENTER DEPARTMENT CODE:
87432
12
Herhaal indien nodig de stappen 9 tot 11 om andere
afdelingen in te voeren.
13
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
5-13
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Het resetten van de tellers van de toegangscode
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02. AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX SETUP
MACHINE INSTELLING
04. DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE
05. SPEAKER VOLUME
06. AFDELINGSTOEGANGSCODE
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
4
Selecteer "06.AFDELINGS TOEGANGS CODE" en druk
op de toets.
5
Selecteer "JA" en druk op de toets.
8
Reset indien nodig tellers van andere afdelingen.
9
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
AFDELINGS TOEGANGS CODE
ENTER DEPARTMENT NUMBER(1-99):
03
6
Voer het nummer van de afdeling in waarvan de teller
moet worden gereset en druk op de
toets.
Wanneer een 1 wordt ingevoerd, zullen de tellers van alle
toegangscodes worden gereset.
Wanneer een andere waarde (2 tot 99) wordt ingevoerd,
zal de teller van het ingevoerde afdelingsnummer worden
gereset.
7
Selecteer "4.COUNT CLEAR" en druk op de toets.
De teller van het afdelingsnummer wordt gereset en het
scherm keert terug naar het invoerscherm voor de
toegangscode.
U kunt de teller van iedere toegangscode resetten.
Deze handeling kan alleen worden uitgevoerd door een beheerder die beschikt over het
moederwachtwoord. Voer dit wachtwoord in voordat wordt u verder gaat.
AFDELINGS TOEGANGS CODE
DEPARTMENT NUMBER: XX
CLEARED
AFDELINGS TOEGANGS CODE
1.JA
2.NEE
AFDELINGS TOEGANGS CODE
1.DELETE
2.WIJZIGEN
3.BEHOUDEN
4.COUNT CLEAR
AFDELINGS TOEGANGS CODE
ENTER DEPARTMENT NUMBER(1-99):
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-14
PROGRAMMA MENU
5. AFDELINGSTOEGANGSCODE (Vervolg)
Het wissen van de toegangscode
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
MACHINE INSTELLING
04.DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE
05.SPEAKER VOLUME
06.AFDELINGSTOEGANGSCODE
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
4
Selecteer "06.AFDELINGS TOEGANGS CODE" en druk
op de toets.
5
Selecteer "JA" en druk op de toets.
8
Wijzig of wis indien nodig een instelling voor andere
afdelingen.
9
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
AFDELINGS TOEGANGS CODE
ENTER DEPARTMENT NUMBER(1-99):
03
AFDELINGS TOEGANGS CODE
1.DELETE
2.WIJZIGEN
3.BEHOUDEN
6
Voer het te wissen nummer van de afdeling in en
druk op de
toets.
Voer een waarde in een bereik van 2 tot 99 in.
7
Selecteer "1.DELETE" en druk op de toets.
Het geselecteerde afdelingsnummer wordt gewist en het
scherm keert terug naar het invoerscherm voor de
toegangscode.
Het wissen van de toegangscode wordt gebruikt om een afzonderlijke toegangscode te verwijderen.
Deze handeling kan alleen worden uitgevoerd door een beheerder die beschikt over het
moederwachtwoord. Voer dit wachtwoord in voordat wordt u verder gaat.
AFDELINGS TOEGANGS CODE
ENTER DEPARTMENT NUMBER(1-99):
AFDELINGS TOEGANGS CODE
DEPARTMENT NUMBER: 03
DELETED
AFDELINGS TOEGANGS CODE
1.JA
2.NEE
5-15
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Wijzig de instelling van de toegangscode
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
MACHINE INSTELLING
04.DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE
05.SPEAKER VOLUME
06.AFDELINGSTOEGANGSCODE
4
Selecteer "06.AFDELINGS TOEGANGS CODE" en druk
op de toets.
5
Selecteer "JA" en druk op de toets.
AFDELINGS TOEGANGS CODE
ENTER DEPARTMENT NUMBER(1-99):
07
6
Voer het afdelingsnummer in om een instelling te
wijzigen en druk op de
toets.
Het wijzigen van de toegangscode wordt gebruikt om de moeder- of afzonderlijke toegangscodes te
wijzigen.
Deze handeling kan alleen worden uitgevoerd door een beheerder die beschikt over het
moederwachtwoord. Voer dit wachtwoord in voordat wordt u verder gaat.
8
Voer het afdelingsnaam in en druk op de toets.
Tip
De optionele FAX-optie is vereist om tekens te kunnen
invoeren. De invoer van de afdelingsnaam is dus niet mogelijk
zonder optionele FAX-optie.
AFDELINGS TOEGANGS CODE
1.DELETE
2.WIJZIGEN
3.BEHOUDEN
7
Selecteer "2.WIJZIGEN" en druk op de toets.
AFDELINGS TOEGANGS CODE
1.JA
2.NEE
AFDELINGS TOEGANGS CODE
DEPARTMENT NUMBER: 07
HARDWARE GROUP
D
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-16
PROGRAMMA MENU
5. AFDELINGSTOEGANGSCODE (Vervolg)
AFDELINGS TOEGANGS CODE
DEPARTMENT NUMBER: 07
ENTER DEPARTMENT CODE:
04096
9
Voer een toegangscode in en druk op de toets.
Eenzelfde toegangscode kan niet voor andere afdelingen
worden invoerd:
10
Wijzig of wis indien nodig een instelling voor andere
afdelingen.
1 1
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
BESTAAT REEDS
5-17
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Rapportages afdrukken
Afdrukken van een rapportage van de gekopieerde hoeveelheid voor iedere afdeling, vindt plaats door
het invoeren van het codenummer van de gewenste afdeling en vervolgens de onderstaande werkwijze
te volgen.
Een lijst van alle toegangscodes wordt afgedrukt indien de moedercode wordt gebruikt.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "02.LISTS" en druk op de toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
3
Selecteer "1.AFDELINGS TOEGANGS CODE" en druk
op de toets.
De lijst met de AFDELINGS TOEGANGS CODE wordt
afgedrukt wanneer de navolgende boodschap verschijnt:
LISTS
1.AFDELINGSTOEGANGSCODE
2.FUNCTION
3.SUPPLY BESTELLING
De rapportage van de gekopieerde hoeveelheid wordt
afgedrukt voor de toegangscode die wordt gebruikt voor
het starten van deze afdrukhandeling of van alle
toegangscodes indien de moedercode werd gebruikt.
Tip
"3. SUPPLY BESTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de optionele FAX-optie is geïnstalleerd.
PRINTEN GEACCEPTEERD
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-18
PROGRAMMA MENU
Annuleren/doorgaan met toegangsbeheer
Deblokkeren of blokkeren van de afdelingsbeheerfunctie.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
3
Selecteer "01.MACHINE INSTELLING" en druk op de
toets.
MACHINE INSTELLING
04.DAG-/WEEKKLOKFUNCTIE
05.SPEAKER VOLUME
06.AFDELINGSTOEGANGSCODE
4
Selecteer "06.AFDELINGS TOEGANGS CODE" en
druk op de toets.
5
Selecteer "1.JA" of "2.NEE" en druk op de toets.
Selecteer "1.JA" om de afdelingsbeheerfunctie te
deblokkeren of "2.NEE" om de afdelingsbeheerfunctie te
blokkeren.
AFDELINGS TOEGANGS CODE
1.JA
2.NEE
6
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
Tip
"03. FAX INSTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
5. AFDELINGSTOEGANGSCODE (Vervolg)
5-19
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
6. AFDRUKINSTELLINGEN
Specificeer de standaardinstellingen voor de kopieerfuncties. De standaardinstellingen die hier worden
gespecificeerd, worden geselecteerd wanneer de copier is ingeschakeld of wanneer de herstelfunctie
actief is.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
AFDRUK INSTELLING
01.APS/AMS
02.AFDRUK MODE
03.LICHT/DONKER
APS/AMS
1.APS
2.AMS
3.NEE
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
3
Selecteer "02.AFDRUK INSTELLING" en druk op de
toets.
Tip
"03. FAX INSTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
4
Selecteer "01.APS/AMS" en druk op de toets.
5
Selecteer "1.APS" of "2.AMS" als de
standaardinstelling.
Selecteer "3.NEE" indien noch de Automatische
papierselectie (APS) noch de Automatische zoomselectie
(AMS) als de beginwaarde nodig is.
6
Druk op de toets.
Het scherm keert terug naar het AFDRUK INSTELLING
scherm.
7
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
Selecteer de Automatische papierselectie (APS) ( zie pagina 3-2) of de Automatische zoomselectie
(AMS) (
zie pagina 3-7) als de standaardinstelling.
APS/AMS
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-20
PROGRAMMA MENU
6. AFDRUKINSTELLING (Vervolg)
AFDRUK MODE
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
AFDRUK INSTELLING
01.APS/AMS
02.AFDRUK MODE
03.LICHT/DONKER
IMAGE MODE
1.FOTO
2.TEKST/FOTO
3.TEKST
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
3
Selecteer "02.AFDRUK INSTELLING" en druk op de
toets.
Tip
"03. FAX INSTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
4
Selecteer "02. AFDRUK MODE" en druk op de
toets.
5
Selecteer de waarde die moet worden gespecificeerd
als de standaardinstelling en druk op de
toets.
Het scherm keert terug naar het AFDRUK INSTELLING
scherm.
6
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
5-21
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
LICHT/DONKER
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
AFDRUK INSTELLING
01.APS/AMS
02.AFDRUK MODE
03.LICHT/DONKER
LIGHT/DARK
1.AUTOM.
2.HANDMATIG
3
Selecteer "02.AFDRUK INSTELLING" en druk op de
toets.
4
Selecteer "03. LICHT/DONKER" en druk op de
toets.
5
Selecteer "1.AUTOM." of "2.HANDMATIG" en druk op
de toets.
Wanneer "1.AUTOM." wordt geselecteerd, wordt de
standaard afdrukbelichting ingesteld op "AUTOM." Het
scherm keert vervolgens terug naar het AFDRUK
INSTELLING scherm.
Vervolg met stap 6, wanneer "2. HANDMATIG" wordt
geselecteerd.
6
Druk op de of de toets om in de handmatige
modus te komen.
Druk op de toets om lichtere kopieën te maken. Telkens
wanneer u op de toets drukt, verplaatst de markering
voor het belichtingsniveau zich één stap naar links en
worden uw kopieën verhoudingsgewijs lichter.
Druk op de toets om donkerder kopieën te krijgen.
Telkens wanneer u op de toets drukt, verplaatst de
markering voor het belichtingsniveau zich één stap naar
rechts en worden uw kopieën verhoudingsgewijs
donkerder.
7
Druk op de toets.
De geselecteerde afdrukbelichting wordt ingesteld als de
standaardinstelling. Het scherm keert vervolgens terug naar
het AFDRUK INSTELLING scherm.
8
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
Tip
"3. FAX INSTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
LIGHT/DARK
HANDMATIG:
-3-2-10+1+2+3
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-22
PROGRAMMA MENU
AFWERKING
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
STANDAARD INSTELLINGEN
01.MACHINE INSTELLING
02.AFDRUKINSTELLINGEN
03.FAX INSTELLING
3
Selecteer "02.AFDRUK INSTELLING" en druk op de
toets.
AFDRUK INSTELLING
02.AFDRUK MODE
03.LICHT/DONKER
04.AFWERKING
4
Selecteer "04. AFWERKING'" en druk op de toets.
5
Selecteer een papieruitvoermethode en druk op de
toets.
De geselecteerde papieruitvoermethode wordt als de
standaardinstelling ingesteld. Het scherm keert
vervolgens terug naar het AFDRUK INSTELLING
scherm.
Tip
"NON SORT/ STAFFEL" EN "SORTEREN/STAFFELEN" kan
alleen worden geselecteerd wanneer de opvangbin of de
Finisher is geïnstalleerd.24
"5.ALTERNATION" can be selected only when the Paper
Feed Unit or Stack Feed Bypass is installed.
"5.ALTERNATION" cannot be selected when the Finisher
is installed.
"6. NIETEN" kan alleen worden geselecteerd wanneer de
Finisher (optioneel) aan de e-STUDIO20/25 is aangebracht.
6
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
Tip
"03. FAX INSTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de FAX optie is geïnstalleerd.
FINISHING
1.NIET SORTEREN
2.NON SORT/STAFFEL
3.SORT
4.SORTEREN/STAFFELEN
5.WISSELEND STAPELEN
6.NIETEN
6. AFDRUKINSTELLING (Vervolg)
5-23
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Data en tijden kunnen gemakkelijk worden ingesteld via het programmamenu door het invoeren van
de juiste getallen met behulp van de numerieke toetsen.
7. DATUM EN TIJD
3
Selecteer "01. DATUM & TIJD." Druk vervolgens op
de toets.
Tip
"03.TERMINAL ID" kan alleen worden geselecteerd wanneer
de optionele FAX-optie is geïnstalleerd.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "03. INITIAL SETUP". Druk vervolgens op
de toets.
Selectie van de tijdopmaak
1
Selecteer "02. TIME FORMAT". Druk vervolgens op
de toets.
2
Stel het systeem in voor 12-uurs of 24-uurs gebruik.
Druk vervolgens op de
toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
INITIAL SETUP
01.DATUM & TIJD
02.LANGUAGE
03.TERMINAL ID
TIME FORMAT
1.24 HOUR
2.12 HOUR
DATUM & TIJD
01.SETTING
02.TIME FORMAT
03.DATE FORMAT
04.MONTH MODE
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-24
PROGRAMMA MENU
7. DATUM EN TIJD (Vervolg)
Selectie van de datum modus
1
Selecteer "03. DATE MODE." Druk vervolgens op de
toets.
2
Selecteer de gewenste datumopmaak door de
of de toets te gebruiken. Druk vervolgens op
de
toets.
Selectie van de maand modus
1
Selecteer "04. MONTH MODE." Druk vervolgens op
de
toets.
2
Selecteer "1.Numeric (01, 02...)" of "2.Name (Jan,
Feb...)." Druk vervolgens op de
toets.
Hoe wordt de datum en tijd ingesteld?
Wanneer het "DD-MM-YYYY" systeem voor 12 uur is
geselecteerd.
2
Selecteer "01.STANDAARD INSTELLINGEN" en druk
op de toets.
2
Voer de dag (01 tot 31), de maand (01 tot 12) en het
jaar (2000, enz.) in, met behulp van de numerieke
toetsen.
3
Selecteer de dag door de of de toets te
gebruiken.
MONTH MODE
1.NUMERIC
2.NAME
SETTING
DD-MM-YYYY DAY HH:MM
05-10-2000 THU 11:30 PM
SETTING
DD-MM-YYYY DAY HH:MM
22-08-2000 TUE 11:30 PM
DATE MODE
01.YYYY-MM-DD
02.MM-DD-YYYY
03.DD-MM-YYYY
DATE & TIME
01.SETTING
02.TIME FORMAT
03.DATE MODE
04.MONTH MODE
DATE & TIME
01.SETTING
02.TIME FORMAT
03.DATE MODE
04.MONTH MODE
DATE & TIME
01.SETTING
02.TIME FORMAT
03.DATE MODE
04.MONTH MODE
5-25
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
4
Voer het uur (00 tot 12 indien voor de 12 uurs opmaak
is gekozen) en de minuten (00 tot 59) in, door de
numerieke toetsen te gebruiken. Druk vervolgens op
de
toets.
5
Selecteer "AM" of "PM" door de of de
toets te gebruiken.
Druk vervolgens op de
toets.
6
Controleer of alle instellingen juist zijn.
Indien u een onjuistheid tegenkomt, markeer het gebied
dat moet worden hersteld met behulp van de toets.
Specificeer vervolgens de juiste waarde of kies één van
de andere alternatieven met behulp van de numerieke
toetsen of de of toets.
7
Druk op de toets indien alles in orde is. Druk
op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
SETTING
DD-MM-YYYY DAY HH:MM
05-10-2000 THU 11:30 PM
SETTING
DD-MM-YYYY DAY HH:MM
05-10-2000 THU 10:00 AM
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-26
PROGRAMMA MENU
8. HET WIJZIGEN VAN DE TAAL OP HET LCD-
SCHERM
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "03. INITIAL SETUP". Druk vervolgens op
de toets.
3
Selecteer "02.LANGUAGE" en druk op de toets.
Tip
"03.TERMINAL ID" kan alleen worden geselecteerd wanneer
de optionele FAX-optie is geïnstalleerd.
4
Selecteer de gewenste taalweergave en druk op de
toets.
Het menu verschijnt op het LCD-scherm in de
geselecteerde taal.
Opmerking
Indien een taal wordt geselecteerd die niet door de copier
wordt ondersteund, wordt de Engelse taal weergegeven.
5
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
INITIAL SETUP
01.DATE & TIME
02.LANGUAGE
03.TERMINAL ID
LANGUAGE
01.English
02.Français
03.Espanôl
04.Canadian French
05.Portuguêse
06.Italiano
07.Deutsch
08.Nederlands
09.Dansk
10.Norsk
11.Svenska
12.Suomi
5-27
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
9. FUNCTIEOVERZICHT
Deze functie levert een actueel overzicht van alle functies die momenteel in de copier zijn ingesteld.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "02.LISTS" door de of de toets
te gebruiken of druk op de
toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
3
Selecteer "2.FUNCTION" door de of de
toets te gebruiken of druk op de toets.
Het FUNCTIEOVERZICHT wordt afgedrukt terwijl de
navolgende melding verschijnt:
LISTS
1.AFDELINGSTOEGANGSCODE
2.FUNCTION
3.SUPPLY BESTELLING
Tip
"3. SUPPLY BESTELLING" kan alleen worden geselecteerd
wanneer de optionele FAX-optie is geïnstalleerd.
PRINTEN GEACCEPTEERD
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-28
PROGRAMMA MENU
10. TOTAALTELLER
Deze functie geeft het totaal aantal kopieën weer.
De totaalteller is een cumulatieve teller. U kunt deze teller niet wissen.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
TOTAL PRINT COUNTER
123456
PROGRAM
04.MENULIJST
05.TEST MODE
06.TOTAL PRINT COUNTER
2
Selecteer 06.TOTAL PRINT COUNTER door de
of de toets te gebruiken.
3
Druk op de toets. Druk op de toets om terug
te keren naar het startscherm voor het kopiëren.
Het totaal aantal gemaakte kopieën van de copier wordt
weergegeven.
6-1
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
6. SELECTIE
AFWERKINGSSTAND
1. SELECTIE AFWERKINGSSTAND ...................................................................................... 6-2
2. KOPIËREN ZONDER SORTEREN ....................................................................................6-3
3. KOPIËREN EN SORTEREN ...............................................................................................6-4
4. GESTAFFELD KOPIËREN ..................................................................................................6-6
5. WISSELEND STAPELEN ...................................................................................................6-7
6. NIETEN ............................................................................................................................. 6-10
Wanneer de optionele finisher is aangebracht (optie voor e-STUDIO20/25)............. 6-10
Wanneer de optionele niet-uitrusting is aangebracht .................................................. 6-12
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
6-2
SELECTIE AFWERKINGSSTAND
1. SELECTIE AFWERKINGSSTAND
Opvangbin (optie)
Wanneer de opvangbin is geconfigureerd, wordt de
gekopieerde set samengevoegd of in groepen gestapeld
waarbij ieder set wordt gestaffeld, zie afbeelding.
Opdrachtseparator (optie)
De functie opdrachtseparator maakt het mogelijk dat een
kopieeropdracht en een optionele faxopdracht op verschillende
opvangbins worden uitgevoerd.
Nietmachine (optie)
Gekopieerde sets kunnen handmatig worden geniet wanneer
de nietmachine op het werkoppervlak is aangebracht.
Finischer (Optie alleen voor e-STUDIO 16/20/25).
Wanneer de finisher is aangebracht, komen de OFFSET-,
SORTEREN/OFFSET- en NIET-functie beschikbaar.
Sorteervakken
PAPIER
vanger
Opmerking
Wanneer de uitvoer van langer papier, zoals het A3-formaat,
aan de onderste opvangbin wordt toegewezen, gebruik dan
de papiervanger die aan de opdrachtseparator is bevestigd.
(Gebruik niet de papiervanger die aan de onderste
opvangbin is bevestigd.)
6-3
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Als gekopieerde sets worden uitgevoerd, worden de sets gestapeld in groepen. Dit is de standaard
papieruitvoermethode.
1
Druk op de toets. Het "AFWERKING" scherm
verschijnt.
2
Bevestig dat "NIET SORTEREN" wordt weergegeven.
Druk vervolgens op de
toets.
Tip
"NON SORT/ STAFFEL" EN "SORTEREN/STAFFELEN" kan
alleen worden geselecteerd wanneer de opvangbin of de
Finisher is geïnstalleerd.
3
Leg de originelen in het invoersysteem of op de
glasplaat.
4
Selecteer de gewenste papiercassette,
reproductiefactor en afdrukbelichting.
5
Druk op de toets.
4
4
4
4
4
3
3
3
3
3
5
5
5
5
5
5
4
3
2
1
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
2. KOPIËREN ZONDER SORTEREN
BEDRIJFSKLAAR 1
AFWERKING: NIET SORTEREN
NON SORT/STAFFEL
SORT
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
6-4
SELECTIE AFWERKINGSSTAND
Als gekopieerde sets worden uitgevoerd, worden de sets gesorteerd.
Voorbeeld: Het maken van 5 gekopieerde sets van 5 originelen
*Kopiëren met handinvoer is in de sorteerstand niet mogelijk.
3. KOPIËREN EN SORTEREN
1
Leg de originelen in het invoersysteem.
Bevestig dat "SORT" is weergeven voor "AFWERKING."
2
Indien "AFWERKING:SORT" niet wordt weergegeven,
druk op de toets en selecteer de sorteerstand.
Selecteer "SORT" in het menu AFWERKING door op de
toets te drukken. Druk vervolgens op de toets.
3
Toets met behulp van de numerieke toetsen het
gewenste aantal kopieën (sets) in.
4
Selecteer de gewenste papiercassette,
reproductiefactor en afdrukbelichting.
5
Druk op de toets.
De copier begint met het scannen van het origineel.
Druk op de
toets om het scannen tijdelijk te
onderbreken. Druk op de
toets om met het scannen
door te gaan.
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
Druk START voor doorgaan 3
PAPIER :
A4-R :AUTO
AFWERKING :SORT ZOOM :100%
Indien de toets weer wordt ingedrukt wanneer het
scannen is onderbroken, worden de gescande gegevens
gewist en wordt het kopiëren en sorteren beëindigd.
Selecteer "JA" of "NEE," en druk op de
toets.
Wanneer alle originelen zijn gescand, begint de copier
automatisch met het kopiëren.
Geheugenopslag wissen 3
JA
NEE
Tip
"NON SORT/ STAFFEL" EN "SORTEREN/STAFFELEN" kan
alleen worden geselecteerd wanneer de opvangbin of de
Finisher is geïnstalleerd.
BEDRIJFSKLAAR 1
AFWERKING: NIET SORTEREN
NON SORT/STAFFEL
SORT
Bij gebruik van het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel)
6-5
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Wanneer het origineel op de glasplaat wordt gelegd
1
Indien "AFWERKING:SORT" niet wordt weergegeven,
druk op de
toets en selecteer de sorteerstand.
Selecteer "SORT" in het menu AFWERKING door op de
toets te drukken. Druk vervolgens op de toets.
2
Toets met behulp van de numerieke toetsen het
gewenste aantal kopieën (sets) in.
3
Selecteer de gewenste papiercassette,
reproductiefactor en afdrukbelichting.
4
Leg het origineel op de glasplaat en druk op de
toets.
Wanneer het eerste origineel is gescand, verschijnt op het
scherm the "VOLGEND ORIGINEEL?".
5
Selecteer "JA", leg het volgende origineel op de
glasplaat en druk op de
toets.
De copier begint met het scannen van het origineel.
Indien de
toets wordt ingedrukt terwijl op het scherm
"VOLGEND ORIGINEEL?" wordt weergegeven, wordt de
gescande gegevens gewist en het wordt het kopiëren en
sorteren beëindigd. Selecteer "JA" of "NEE," en druk op de
toets.
6
Herhaal stap 5 voor de volgende en verdere
originelen.
7
Selecteer "NEE" wanneer het scannen van het laatste
origineel is beëindigd.
8
Druk op de of de toets.
De copier begint met kopiëren en voegt de kopieën
samen in sets.
VOLGEND ORIGINEEL? 3
JA
NEJ
VOLGEND ORIGINEEL? 3
JA
NEJ
Geheugenopslag wissen 3
JA
NEJ
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
6-6
SELECTIE AFWERKINGSSTAND
4. GESTAFFELD KOPIËREN
Wanneer de opvangbin is aangebracht, worden de gekopieerde sets, die zijn samengevoegd of in
groepen gestapeld,
op één stapel uitgevoerd maar wel zodanig dat iedere set gestaffeld is, zie afbeelding.
Voorbeeld: Het maken van 6 sets kopieën van een origineel met 3 paginas. (Handmatig kopiëren is
niet mogelijk in de offset modus.)
1
Leg de originelen in het invoersysteem of op de
glasplaat. Selecteer het gewenste aantal kopieën, de
reproductiefactor en afdrukbelichting.
3
Selecteer de GESTAFFELDE stand.
Selecteer "NON SORT/STAFFEL" of "SORTEREN/
STAFFELEN" in het menu AFWERKING door op de
toets te drukken. Druk vervolgens op de toets.
3
2
1
1
1
1
2
Druk op de toets. Het "AFWERKING" scherm
verschijnt.
Wanneer de opvangbin vol is, verschijnt er de volgende
boodschap:
Verw. papier van opvangbin
Verwijder de kopiën uit de opvangbin en druk op de
toets om door te gaan.
Raadpleeg de werkwijzen die beschreven zijn in
"KOPIËREN ZONDER SORTEREN" wanneer "NON SORT/
STAFFEL" is geselecteerd.
Zie pagina 6-3
Raadpleeg de werkwijzen die beschreven zijn in
"KOPIËREN EN SORTEREN" wanneer "SORTEREN/
STAFFELEN" is geselecteerd.
Zie pagina 6-4
BEDRIJFSKLAAR 1
AFWERKING:
NON SORT/STAFFEL
SORT
SORTEREN/STAFFELEN
6-7
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5. WISSELEND STAPELEN
In deze kopieerstand, wanneer er gekopieerde sets worden uitgevoerd. De sets worden afwisselend in
de lengte en de breedte op elkaar gestapeld. (De optionele cassette of handinvoer stapelstand is
vereist). Alleen A4/A4-R papier kan in deze stand worden gebruikt. Wanneer de finisher is aangebracht,
kan deze modus niet worden geselecteerd.
1
Leg de originelen in het invoersysteem.
3
Selecteer de "ALTERNATION" stand.
Selecteer "ALTERNATION" in het menu AFWERKING door
op de toets te drukken. Druk vervolgens op de toets.
4
Voer met behulp van de numerieke toetsen het
gewenste aantal kopieën in.
5
Selecteer de gewenste reproductiefactor en
afdrukbelichting.
6
Druk op de toets.
De copier begint met kopiëren. In deze kopieerstand,
wanneer er gekopieerde sets worden uitgevoerd, worden
de sets afwisselend in de lengte en de breedte op elkaar
gestapeld.
2
Druk op de toets. Het "AFWERKING" scherm
verschijnt.
Bij gebruik van het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel)
BEDRIJFSKLAAR 1
AFWERKING: SORT
SORTEREN/STAFFELEN
ALTERNATION
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
6-8
SELECTIE AFWERKINGSSTAND
Wanneer het origineel op de glasplaat wordt gelegd
2
Selecteer de "ALTERNATION" stand.
Selecteer "ALTERNATION" in het menu AFWERKING door
op de toets te drukken. Druk vervolgens op de toets.
3
Toets met behulp van de numerieke toetsen het
gewenste aantal kopieën in.
4
Selecteer de gewenste reproductiefactor en
afdrukbelichting.
5
Leg het origineel op de glasplaat en druk op de
toets.
Wanneer het eerste origineel is gescand, verschijnt op het
scherm the "VOLGEND ORIGINEEL?".
6
Selecteer "JA", leg het volgende origineel op de
glasplaat en druk op de toets.
7
Herhaal stap 6 voor de volgende en verdere
originelen.
8
Selecteer "NEE" wanneer het scannen van het laatste
origineel is beëindigd.
1
Druk op de toets. Het "AFWERKING" scherm
verschijnt.
MACHINE KOPIEERT 3
PAPIER :
A4 :AUTOM
AFWERKING :ALTERNATION ZOOM:100%
De copier begint met het scannen van het origineel.
Druk op de
toets om het scannen tijdelijk te
onderbreken. Druk op de
toets om met het scannen
door te gaan.
Druk START voor doorgaan 3
PAPIER :
A4 :AUTOM
AFWERKING :ALTERNATION ZOOM:100%
Indien de toets weer wordt ingedrukt wanneer het
scannen is onderbroken, worden de gescande gegevens
gewist en wordt het kopiëren en sorteren beëindigd.
Selecteer "JA" of "NEE," en druk op de
toets.
Wanneer alle originelen zijn gescand, begint de copier
automatisch met het kopiëren en voegt de kopieën samen
tot sets.
Geheugenopslag wissen 3
JA
NEE
VOLGEND ORIGINEEL ? 3
JA
NEE
5. WISSELEND STAPELEN (Vervolg)
BEDRIJFSKLAAR 1
AFWERKING: SORT
SORTEREN/STAFFELEN
ALTERNATION
6-9
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
9
Druk op de of de toets.
De copier begint met kopiëren. In deze kopieerstand,
wanneer er gekopieerde sets worden uitgevoerd, worden
de sets afwisselend in de lengte en de breedte op elkaar
gestapeld.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
6-10
SELECTIE AFWERKINGSSTAND
6. NIETEN
Wanneer de optionele finisher is aangebracht, kunt u de automatische niet-functie gebruiken. Maximum
niet-capaciteit:
A4, A4-R, B5 (LT, LT-R) 30 vellen
B4 20 vellen
A3, FOLIO 15 vellen
Wanneer de optionele finisher is aangebracht (optie voor e-STUDIO20/25)
ABAB
AB
Finish
Bij gebruik van het
automatisch
documentinvoersysteem
Wanneer het origineel op de
glasplaat wordt gelegd
1
Leg de originelen in het invoersysteem.
3
Selecteer de "NIETEN" stand.
Selecteer "NIETEN" in het menu AFWERKING door op de
toets te drukken. Druk vervolgens op de toets.
4
Voer met behulp van de numerieke toetsen het
gewenste aantal kopieën in.
5
Selecteer de gewenste reproductiefactor en
afdrukbelichting.
6
Druk op de toets.
De copier begint met kopiëren. In deze kopieerstand wordt
ieder geniete set kopieën uitgevoerd.
2
Druk op de toets. Het "AFWERKING" scherm
verschijnt.
Bij gebruik van het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel)
BEDRIJFSKLAAR 1
AFWERKING: SORT
SORTEREN/STAFFELEN
NIETEN
6-11
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Wanneer het origineel op de glasplaat wordt gelegd
2
Selecteer de "NIETEN" stand.
Selecteer "NIETEN" in het menu AFWERKING door op de
toets te drukken. Druk vervolgens op de toets.
3
Toets met behulp van de numerieke toetsen het
gewenste aantal kopieën in.
4
Selecteer de gewenste reproductiefactor en
afdrukbelichting.
5
Leg het origineel op de glasplaat en druk op de
toets.
Wanneer het eerste origineel is gescand, verschijnt op het
scherm the "VOLGEND ORIGINEEL?".
6
Selecteer "JA", leg het volgende origineel op de
glasplaat en druk op de
toets.
7
Herhaal stap 6 voor de volgende en verdere
originelen.
8
Selecteer "NEE" wanneer het scannen van het laatste
origineel is beëindigd.
1
Druk op de toets. Het "AFWERKING" scherm
verschijnt.
MACHINE KOPIEERT 3
PAPIER : A4-R :AUTOM
AFWERKING :ALTERNATION ZOOM:100%
De copier begint met het scannen van het origineel.
Druk op de
toets om het scannen tijdelijk te
onderbreken. Druk op de
toets om met het scannen
door te gaan.
Druk START voor doorgaan 3
PAPIER : A4-R :AUTOM
AFWERKING :NIETEN ZOOM:100%
Indien de toets weer wordt ingedrukt wanneer het
scannen is onderbroken, worden de gescande gegevens
gewist en wordt het kopiëren en sorteren beëindigd.
Selecteer "JA" of "NEE," en druk op de
toets.
Wanneer alle originelen zijn gescand, begint de copier
automatisch met het kopiëren en voegt de kopieën samen
tot sets.
Geheugenopslag wissen 3
JA
NEE
VOLGEND ORIGINEEL ? 3
JA
NEE
BEDRIJFSKLAAR 1
AFWERKING: SORT
SORTEREN/STAFFELEN
NIETEN
9
Druk op de of de toets.
De copier begint met kopiëren. In deze kopieerstand wordt
ieder geniete set kopieën uitgevoerd.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
6-12
SELECTIE AFWERKINGSSTAND
Om de nietjes parallel aan de bovenrand van de kopie te
krijgen dient de kopie in de diagonale richting te worden
uitgelijnd.
Wanneer gekopieerde sets worden ingevoerd en gelijk gelegd met de geleiding, worden zij automatisch
geniet. De plaats van de nietjes is afhankelijk van de afdrukstand van de sets. Deze functie is alleen
beschikbaar wanneer de optionele nietmachine (KK-1600) is gemonteerd.
Om de gekopieerde sets diagonaal te nieten, leg ze gelijk
aan de geleiding van de voorzijde.
6. STAPLING (Vervolg)
Wanneer de optionele niet-uitrusting is aangebracht.
7-1
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7. WANNEER DE GRAFISCHE
SYMBOLEN KNIPPEREN
1. OMSCHRIJVING VAN DE GRAFISCHE SYMBOLEN .......................................................7-2
2. PAPIER BIJVULLEN ...........................................................................................................7-3
Papier bijvullen in de cassette .........................................................................................7-3
Papier bijvullen in het extra grote papiermagazijn (optie voor de e-STUDIO20/25).....7-4
3. HET VERVANGEN VAN EEN TONER CARTRIDGE ..........................................................7-5
4. VERVANGEN VAN DE PROCESEENHEID........................................................................7-8
Vervangen van de proceseenheid...................................................................................7-8
Vervangen van het ozonfilter ........................................................................................ 7-11
5. VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER .............................................................. 7-12
6. NIETJESHOUDER VERVANGEN.................................................................................... 7-24
7. VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN NIETJES ............................................................ 7-28
8. BEL VOOR SERVICE ....................................................................................................... 7-31
9. PERIODIEK ONDERHOUD ............................................................................................. 7-32
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-2
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
1. OMSCHRIJVING VAN DE GRAFISCHE SYMBOLEN
Het LCD-scherm geeft de toestand van de copier weer.
Wanneer een van de grafische symbolen knippert, gaat u naar
de pagina waar naar wordt verwezen en voer de geadviseerde
acties uit.
Pagina 7-12 tot 23
Pagina 7-3
Pagina 7-5
7-3
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2. PAPIER BIJVULLEN
Wanneer de papiervoorraad in de geselecteerde papiercassette opraakt, het symbool papierstand
knippert en de navolgende boodschap verschijnt:
1
Trek de cassette handgreep naar boven en trek
vervolgens de cassette voorzichtig naar buiten totdat
deze niet verder kan.
2
Open een pak papier, neem de hele stapel papier eruit
en leg deze in de cassette.
Max. 550 vel papier (aanbevolen door Toshiba) kan in elke
cassette worden gelegd.
Vul het papier niet boven de aangebrachte indicatielijn op
de geleider.
Gebruik geen gevouwen, gekreukeld of vochtig papier.
3
Duw de cassette weer recht naar binnen totdat deze
niet verder kan.
Zorg ervoor dat u de cassette zorgvuldig en volledig naar
achteren duwt.
Papierlade 1 is leeg
Open papierlade 1
Vul papier bij
Sluit papierlade 1
Papier bijvullen in de cassette
Opmerking
Controleer of er een tussenruimte van ong. 0,5 mm (minder
dan 1 mm in totaal) over is tussen het papier en de
papiergeleider. Indien er geen tussenruimte is, kan het papier
vastlopen.
Ong. 0.5 mm
Ong. 0.5 mm
Papiergeleider
Papiergeleider
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-4
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
B
A
1
Trek de handgreep naar boven en trek vervolgens de
cassette voorzichtig naar buiten totdat deze niet
verder kan.
2
Open een aantal pakken papier, neem de stapels papier
eruit en leg deze in de bak A en bak B.
Bij het aanbrengen van het papier, lijn het papier voor bak
A naar rechts uit en het papier voor bak B naar links. Het
papier kan goed worden neergelegd wanneer u het papier
in kleine hoeveelheden afwisselend in bak A en bak B
stapeld.) Zorg ervoor dat de middenhendel niet geopend
is (raadpleeg de stikkers die in het extra grote
papiermagazijn aangebracht). Vul het papier niet boven de
aangebrachte indicatielijn op de geleider.
Max. 2500 vel papier (aanbevolen door Toshiba) kan worden
geplaatst.
Als eerste wordt het papier van bak A gebruikt en wanneer
deze bak leeg is, wordt het papier van bak B verplaatst
naar bak A. Gebruik geen gevouwen, gekreukeld of vochtig
papier
2. PAPIER BIJVULLEN (Vervolg)
Papier bijvullen in het extra grote papiermagazijn (optie voor de e-STUDIO20/25)
3
Sluit het deksel van het extra grote papiermagazijn
Sluit het deksel volledig. De liftbak verplaatst zich
automatisch naar boven zodat het papier op de juiste plaats
komt.
7-5
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3. HET VERVANGEN VAN EEN TONER CARTRIDGE
1
Open het voordeurtje van de copier aan de rechter
voorzijde.
2
Maak de haak los om de toner cartridge te
deblokkeren.
3
Trek de toner cartridge uit de copier zoals op de
afbeelding wordt weergegeven.
Wanneer de toner in de toner cartridge opraakt, licht het toner symbool op en de navolgende boodschap
verschijnt:
Toner is bijna leeg 1
PAPIER :
A4 :AUTO
AFWERKING :SORT ZOOM :100%
EDIT
Tip
Zo lang als "Toner is bijna leeg" wordt weergegeven, is de copier nog in staat om kopieën te maken
(maximaal: 100 kopieën). Wanneer "Toner is bijna leeg" wordt weergegeven, brandt de storingslamp.
Na het kopiëren van 100 vel (maximaal), verandert de boodschap in "Toner is leeg" en de copier
stopt. Op dit moment begint de storingslamp te knipperen.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-6
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
4
Het is mogelijk dat de toner in de vervangende toner
cartridge samengeklonterd is. Teneinde er zeker van
te zijn dat de toner gemakkelijk toestroomt, dient de
nieuwe toner cartridge een aantal keren heen en weer
te worden geschud.
5
Trek aan het lipje of verwijder de afdicht tape uit de
nieuwe cartridge.
6
Breng de nieuwe toner cartridge aan door deze in de
copier te schuiven.
7
Beweeg, na het aanbrengen van de toner cartridge,
de reinigingsgreep voor de corona van de
proceseenheid meerdere malen naar binnen en buiten
om de corona te reinigen.
3. HET VERVANGEN VAN EEN TONER CARTRIDGE (Vervolg)
7-7
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Type of originals
5,000
10,000
AAABC
7,500
15,000
AAABC
A.
B.
C.
Aanvullende informatie
De gebruiksduur van de toner cartridge (aantal kopieën) is afhankelijk van de navolgende
omstandigheden. Zie ook de tabel op pagina 7-16.
1. Dekking van de originelen (de afdrukfactor van het formaat van het origineel) en zwarting
van de achtergrond van het origineel.
2. Formaat en zwarting van de originelen.
3. De aanwezigheid van diep zwart bij het maken van kopieën (wanneer een boek wordt
gekopieerd en de klep voor originelen gedeeltelijk geopend is).
4. Temperatuur en vochtigheid van de ruimte waar de kopieën worden gemaakt.
5. Zwarting van de kopie en afdrukkwaliteitstand.
Zoals in de onderstaande afbeelding is aangegeven, is de gebruiksduur van de toner
cartridge afhankelijk van de kopieerinstelling en dekking van de originelen.
e-STUDIO16
e-STUDIO20/25
Soort originelen
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-8
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
Vervangen van de proceseenheid
1
Open de handinvoer stapelstand.
2
Open de automatische dubbelzijdige kopieereenheid
door de ontgrendelingshandgreep omhoog te
trekken. (Niet alle copiers zijn uitgerust met een
automatische dubbelzijdige kopieereenheid).
3
Open de zijdeur van de copier.
4. VERVANGEN VAN DE PROCESEENHEID
Opmerking
Stel de drum niet gedurende langere tijd bloot aan licht. Stel de drum nooit bloot aan direct zonlicht
en raak de drum nooit aan. Beschadiging of een slechte kopieerkwaliteit zal hiervan het gevolge zijn.
De proceseenheid dient te worden vervangen wanneer de boodschap "Drum leeftijd waarschuwing"
wordt weergegeven.
Tip
Wanneer "Drum leeftijd waarschuwing" wordt weergegeven, kan de copier nog kopieën blijven
maken (1.000 kopieën). Nadat de 1.000 kopieën zijn gemaakt, verandert de boodschap in "Vervang
PROCES eenheid (zie handleiding)" en de copier stopt.
7-9
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5
Maak de haak los om de toner cartridge te
deblokkeren.
6
Trek de toner cartridge uit de copier zoals op de
afbeelding wordt weergegeven.
7
Trek de proceseenheid half uit de copier met behulp
van de gekleurde handgreep.
Houd de proceseenheid altijd vast aan de gekleurde
handgreep.
4
Open het voordeurtje van de copier.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-10
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
4. VERVANGEN VAN DE PROCESEENHEID (Vervolg)
11
Trek aan het lipje om de afdicht tape uit de
proceseenheid te verwijderen.
Important
Raak nooit de fotogeleidingsdrum (het groene oppervlak)
van de proceseenheid aan. Indien het oppervlak smerig is of
voorzien van krasjes, zal dit de kwaliteit van de kopieën
nadelig beïnvloeden.
Stel de fotogeleidingsdrum van de proceseenheid niet bloot
aan licht gedurende meer dan 3 minuten. Indien de
proceseenheid ergens buiten de copier wordt neergelegd,
zorg er dan voor dat deze wordt afgedekt met bijv. een doek
of een stuk papier, enz.
12
Breng de nieuwe proceseenheid volledig in de copier
aan. Installeer de toner cartridge vervolgens in
omgekeerde volgorde.
Houd de proceseenheid altijd vast aan de gekleurde
handgreep. Raak het groene oppervlak van de drum niet
aan. Leg de proceseenheid niet buiten de copier
gedurende een langere tijd.
13
Beweeg, na het aanbrengen van de toner cartridge,
de reinigingsgreep voor de corona van de
proceseenheid meerdere malen naar binnen en
buiten om de corona te reinigen.
9
Voer de gebruikte proceseenheid op de juiste manier
af. Lever deze in bij uw leverencier.
10
Open de verpakking en neem de nieuwe
proceseenheid eruit.
8
Pak de gekleurde handgreep boven op de
proceseenheid vast, verwijder de proceseenheid uit
de copier.
14
Sluit de deuren die gedurende deze procedure zijn
geopend en vergrendel de eenheid voor het
dubbelzijdig kopiëren (indien gemonteerd).
7-11
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Vervangen van het ozonfilter
Het ozonfilter dient tegelijkertijd met de proceseenheid te worden vervangen.
Een nieuw ozonfilter wordt met de proceseenheid meegeleverd.
Verwijder het oude ozonfilter uit de copier. Breng vervolgens
het nieuwe ozonfilter in de copier aan.
Opmerking
Voer het gebruikte ozonfilter op een verantwoorde manier
af.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-12
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
5. VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER
Verwijder de vastgelopen originelen.
Gebruik de navolgende handelingen om een origineel te
verwijderen dat in het automatisch document invoer systeem
met omkeerinrichting (optioneel) is vastgelopen. Een origineel,
dat is vastgelopen in het automatisch documentinvoersysteem
(optioneel), kan op eenzelfde wijze worden verwijderd.
1
Druk op de knop om de klep de ontgrendelen en open
vervolgens de klep.
Vastgelopen papier in het automatisch document
invoer systeem met omkeerinrichting (Optioneel)
Wanneer het papier in de copier is vastgelopen, licht het symbool vastgelopen papier op en de
onderstaande boodschap verschijnt:
Een afbeelding en een beknopte omschrijving geeft de handelingen weer voor het verwijderen van het
vastgelopen papier. Druk op de
of de toets om door de afzonderlijke pagina's met
handelingen te scrollen.
Papierfout in xxxx
xxxx geeft de plaats aan waar de transportstoring plaats vond. Raadpleeg de navolgende pagina's om
de storing voor iedere plaats op te heffen.
Papierfout in machine
Open zijklep
van machine
1/ 4
7-13
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2
Draai de blauwe knop aan de zijkant in de richting
van de pijl en verwijder de vastgelopen originelen.
3
Til de blauwe handgrepen op het interne
papiergeleidingssamenstel op en draai het samenstel
naar rechts.
4
Verdraai de blauwe knop aan de zijkant om de
vastgelopen originelen te verwijderen. Breng
vervolgens het papiergeleidingssamenstel in zijn
normale stand terug.
Door de knop in de tegenovergestelde richting van de pijl
te draaien, kunt u ook vastgelopen originelen verwijderen
uit de onderzijde van de automatisch document invoer
systeem met omkeerinrichting, zoals op de afbeelding is
aangegeven.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-14
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
5. VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER (Vervolg)
5
Til de invoerbak voor originelen op.
Let erop dat uw vingers niet klem komen te zitten terwijl u
de klep vasthoud om de invoerbak voor originelen op te
tillen.
8
Til het automatisch document invoer systeem met
omkeerinrichting op om de onderzijde bereikbaar te
maken. Druk vervolgens op de blauwe hendel om
het toevoerelement te deblokkeren.
6
Verwijder de vastgelopen originelen.
7
Laat de invoerbak voor originelen zakken en sluit het
deksel van de automatisch document invoer systeem
met omkeerinrichting.
7-15
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
9
Verwijder de vastgelopen originelen. Sluit vervolgens
het toevoerelement.
1
Open de zijdeur. Deze deur bevindt zich onder de
optionele eenheid voor het dubbelzijdig kopiëren en
optionele handinvoereenheid (indien geïnstalleerd).
Paper Misfeeds in Cassette 2 (Optioneel)
2
Verwijder het vastgelopen papier. Sluit vervolgens
de deur.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-16
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
5. VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER (Vervolg)
1
Open de zijdeur.
2
Verwijder het vastgelopen papier. Sluit vervolgens
de deur.
Paper Misfeeds in Paper Feed Pedestal (Optioneel)
B
Vastgelopen papier in het extra grote papiermagazijn
(optie voor e-STUDIO20/25)
2
Verwijder het vastgelopen papier.
1
Open het deksel .
7-17
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
1
Controleer of de handinvoer stapelstand is geopend
(indien geïnstalleerd). Til vervolgens de hendel van
de automatische dubbelzijdige kopieereenheid op
om deze te openen.
2
Open de papiergeleiding.
Vastgelopen papier in de automatische dubbelzijdige
kopieereenheid (Optioneel)
3
Verwijder het vastgelopen papier. Laat vervolgens
de papiergeleiding zakken en vergrendel
dubbelzijdige kopieereenheid in zijn beginstand.
1
Verwijder het vastgelopen papier uit de
handinvoergeleiding.
Leg het papier opnieuw op de handinvoergeleiding.
Vastgelopen papier op de handinvoergeleiding
(Optioneel)
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-18
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
5. VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER (Vervolg)
1
Controleer of de handinvoer stapelstand en de
automatische dubbelzijdige kopieereenheid zijn
geopend, open de zijdeur.
Vastgelopen papier ter plaatse van de drum/corona
2
Druk op de twee blauwe hendels om het papier uit
de fusereenheid te verwijderen.
Waarschuwing
Denk er bij het werken met de fusereenheid aan dat deze
wordt verwarmd. Indien de fusereenheid heet is, laat deze
dan eerst afkoelen voordat u hem aanraakt.
3
Draai de knop met een blauwe pijl naar de binnenzijde
van de copier en verwijder het vastgelopen papier.
4
Duw de twee blauwe hendels terug nadat al het
vastgelopen papier is verwijderd. Sluit de uitvoerklep
en de rechter zijdeur. Breng de eenheid voor het
dubbelzijdig kopiëren terug in zijn normale stand
(indien geïnstalleerd).
7-19
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Vastgelopen papier in het fuser gebied
1
Controleer of de handinvoer stapelstand en de
automatische dubbelzijdige kopieereenheid zijn
geopend, open de zijdeur.
2
Draai de twee blauwe schroeven los die de
fuserafdekking vastklemmen en open de
fuserafdekking met behulp van het vilten gedeelte.
Waarschuwing
Denk eraan bij het werken met de fusereenheid dat deze
wordt verwarmd. Indien de fusereenheid heet is, laat deze
dan eerst afkoelen voordat u hem aanraakt.
3
Trek het buitenste gedeelte van het papier, dat in de
fusereenheid is vastgelopen, eruit met behulp van
het hulpstuk voor vastgelopen papier.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-20
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
5. VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER (Vervolg)
4
Druk op de twee blauwe hendels. Verwijder al het
vastgelopen papier uit de fusereenheid.
5
Breng de twee blauwe hendels weer terug in de
normale stand nadat al het vastgelopen papier is
verwijderd. Sluit de fuserafdekkingen draai de twee
blauwe schroeven goed vast. Sluit de uitvoerklep en
de rechter zijdeur. Breng de eenheid voor het
dubbelzijdig kopiëren terug in zijn normale stand
(indien geïnstalleerd).
7-21
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
1
Controleer of de handinvoer stapelstand, de
automatische dubbelzijdige kopieereenheid en de
zijdeur zijn geopend, open de uitvoerklep.#
2
Open de opvangbinklep of de klep van de
opdrachtseparator (indien geïnstalleerd).
Vastgelopen papier in de uitvoereenheid
3
Verwijder het vastgelopen papier binnenin de
uitvoereenheid.
4
Sluit de opvangbinklep of de klep van de
opdrachtseparator (indien geïnstalleerd) nadat al het
vastgelopen papier is verwijderd. Sluit de uitvoerklep
en de rechter zijdeur. Breng de eenheid voor het
dubbelzijdig kopiëren terug in zijn normale stand
(indien geïnstalleerd).
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-22
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
5. VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER (Vervolg)
2
Verwijder het vastgelopen papier uit de
doorvoereenheid.
Papier vastgelopen in de doorvoereenheid (optie voor
de e-STUDIO20/25)
Indien papier is vastgelopen in het binnenste gedeelte
van de doorvoereenheid, verwijder dit dan door de blauwe
hendel naar beneden te drukken.
Verwijder het vastgelopen papier vanaf de kant van de
fusereenheid, wanneer dat gemakkelijker is.
1
Open door doorvoereenheid met de dekselhendel.
7-23
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Vastgelopen papier in de Finisher (optie voor de e-
STUDIO20/25)
2
Til de blauwe hendel op en verwijder het vastgelopen
papier.
3
Verwijder vastgelopen papier in het papier
uitvoerbereik.
1
Trek aan de hendel en trek vervolgens de finisher
voorzichtig van de copier weg.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-24
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
6. NIETJESHOUDER VERVANGEN
Finisher (optie voor de e-STUDIO20/25)
1
Trek aan de hendel en trek vervolgens de finisher
voorzichtig van de copier weg.
4
Verwijder de lege nietjeshouder naar boven uit het
nietjesmagazijn.
5
Duw een nieuwe nietjeshouder zover in het
nietjesmagazijn totdat deze vastklikt.
Verwijder de beveiliging niet van de nietjeshouder voordat
de nietjeshouder in het magazijn is aangebracht.
2
Houd de zijkanten van het nietjesmagazijn vast en
schuif deze naar buiten.
3
Draai het nietjesmagazijn ondersteboven.
7-25
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Opmerking
Indien de onderstaande boodschap nog steeds wordt
weergegeven, herhaal dan de stappen 1 tot 4 van de
hierboven beschreven werkwijze.
Plaats nietjes patroon
7
Draai het nietjesmagazijn weer naar in normale stand
terug en duw hem weer in de nietmachine.
Voer het magazijn zover in totdat het vastklikt.
6
Trek de beveiliging van de houder er recht uit.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-26
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
6. NIETJESHOUDER VERVANGEN (Vervolg)
Zorg ervoor dat de copier uitgeschakeld is voordat de nietjeshouder worden vervangen.
1
Schuif het deksel van de niet-eenheid naar voren en
licht deze op.
2
Trek het nietjesmagazijn eruit.
3
Druk op de magazijnknop om de lege nietjeshouder
te verwijderen.
4
Breng een nieuwe nietjeshouder aan in het magazijn.
Verwijder de beveiliging niet van nietjeshouder voordat de
nietjeshouder in het magazijn is aangebracht.
Nietjesset (optie)
7-27
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5
Verwijder de beveiliging van het houder.
6
Bevestig het magazijn aan de nietmachine.
Voer het magazijn zover in totdat het vastklikt.
7
Sluit het deksel van de niet-eenheid.
8
Schakel de copier weer in, voer een vel papier
meerdere keren in de nietmachine in om de nietjes
in de juiste stand te zetten ( 5 tot 10 keer).
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-28
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
7. VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN NIETJES
Finisher (optie voor de e-STUDIO20/25)
1
Voer de stappen 1 en 2 van de werkwijze
6.NIETJESHOUDER VERVANGEN Finisher (
zie
pagina 7-22).
3
Verwijder de vastgelopen nietjes met uw vingers of
met een scherp voorwerp.
4
Houd de knop vast en duw deel weer terug in zijn
oorspronkelijke stand.
A
A
2
Houd de knop vast en duw deel naar beneden.
5
Plaats het nietjesmagazijn weer terug in zijn
oorspronkelijke stand
Voer het magazijn zover in totdat het vastklikt
6
Bevestig de finisher aan de copier.
7-29
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3
Verwijder het vastgelopen nietje met behulp van een
puntig voorwerp.
4
Duw de nietjesgeleiding naar beneden en breng deze
opnieuw aan.
Pas deze werkwijze toe om vastgelopen nietjes te verwijderen.
Zorg ervoor dat de copier uitgeschakeld is voordat de vastgelopen
nietjes worden verwijderd.
1
Schuif het deksel van de niet-eenheid naar voren en
licht deze op.
2
Duw op de hendel (1) en trek de knop van de
nietjesgeleiding (2) omhoog.
(
2
)
(
1
)
Nietjesset (optie)
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-30
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
5
Sluit het deksel van de niet-eenheid.
6
Schakel de copier weer in.
Controleer de juiste werking van de nietmachine.
7. VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN NIETJES (Vervolg)
7-31
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Wanneer het LCD-scherm de navolgende boodschap weergeeft, kan er niet langer worden gekopieerd.
8. BEL VOOR SERVICE
Het telefoonnummer van uw service monteur zal worden weergegeven (indien vooraf ingevoerd).
Noteer het telefoonnummer, schakel de copier uit en bel direct voor service.
Opmerking
Omdat er een verwarmingselement wordt gebruikt om de toner op het kopieerpapier te fixeren, is in
deze copier een veiligheidscircuit ingebouwd. Wanneer u het apparaat inschakelt en een bepaalde
temperatuur niet binnen een bepaalde tijd bereikt wordt, constateert dit circuit, dat er iets abnormaals
is gebeurd. U kunt dan niet meer kopiëren en het LCD-scherm geeft "Bel voor service" aan. Dit kan
ook gebeuren wanneer de copier normaal werkt, maar de temperatuur niet hoog genoeg is. Indien
dit plaatsvindt, schakel in dat geval de copier uit en vervolgens weer in. Herhaal dit twee keer; als
het probleem niet verholpen is, zet het apparaat dan uit en neem contact op met uw leverancier.
UIT/AAN, Bel voor service
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7-32
WANNEER DE GRAFISCHE SYMBOLEN KNIPPEREN
Opmerkling
Indien één van de volgende boodschappen op het LCD-scherm verschijnt:
9. PERIODIEK ONDERHOUD
Preventief Onderhoud nodig
of
Onderhoud/drum
dan betekent dit, dat het apparaat moet worden nagekeken door een gekwalificeerde servicemonteur.
Neem contact met uw leverancier op.
8-1
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
8. GEBRUIKERS-
TESTPROGRAMMA
1. GEBRUIKERSTESTPROGRAMMA .................................................................................8-2
AUTOTEST ........................................................................................................................8-2
2. AFZONDERLIJKE TESTPROGRAMMA'S ........................................................................8-3
Samenvatting AFZONDERLIJKE TESTPROGRAMMA'S ................................................8-3
3. ADF TEST ..........................................................................................................................8-4
4. TOETSENTEST ................................................................................................................. 8-6
5. LED-TEST .........................................................................................................................8-7
6. LCD-TEST .........................................................................................................................8-8
7. SPEAKER-TEST ...............................................................................................................8-9
8. SCHAKELAAR-TEST..................................................................................................... 8-10
9. AFDRUK-TEST .............................................................................................................. 8-11
10. AFDRUKKEN VAN EEN TESTRESULTAAT .................................................................. 8-12
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
8-2
GEBRUIKERS-TESTPROGRAMMA
AUTOTEST
1. GEBRUIKERSTESTPROGRAMMA
De AUTO TEST functie stelt u in staat om in één handeling een reeks van copiertesten automatisch
uit te voeren.
De testonderdelen die door de AUTO TEST worden uitgevoerd, zijn:
FLASH ROM TEST
Controleert de programmagegevens, functiegegevens en taalgegevens.
SRAM TEST
Controleert het SRAM geheugen.
DRAM TEST
Controleert het DRAM geheugen
MODEM TEST (alleen wanneer de optionele FAX-optie is geïnstalleerd)
Controleert het modem en spoort lijnstroom op.
SCANNER TEST
Controleert de beeldscanner.
CODEC TEST
Controleert de CODEC IC.
PRINTER TEST
Controleert de printeronderdelen op een juiste werking en drukt een testpagina af.
PHONE BOOK DATA TEST (alleen wanneer de optionele FAX-optie is geïnstalleerd)
Controleert de telefoonboekgegevens.
PCL BOARD TEST
Controleert de optionele PCL afdrukset.
Opmerking
AUTO TEST kan niet worden uitgevoerd indien afdrukgegevens in het geheugen zijn opgeslagen.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "05.TEST MODE" en druk op de toets.
3
Selecteer "01.AUTO TEST" en druk op de toets.
"Auto Test" verschijnt op het scherm hetgeen aangeeft dat
de test is opgeroepen.
Wanneer alle testsen zijn beëindigd, verschijnt de tekst
"Completed" op het scherm.
De resultaten van de autotest kunnen worden
weergegeven in het zelftest rapport.
Zie pagina 8-12
Indien het resultaat van de autotest als NG wordt
beoordeeld, neem dan contact op met uw leverancier.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
04.MENULIJST
05.TEST MODE
TEST MODE
01.AUTO TEST
02.INDIVIDUAL TEST
03.TEST RESULT LIST
AUTOTEST
-----------------------------
8-3
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2. AFZONDERLIJKE TESTPROGRAMMA'S
Samenvatting AFZONDERLIJKE TESTPROGRAMMA'S
In de AFZONDERLIJKE TESTPROGRAMMA'S kunt u specifieke copiertesten uitvoeren.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "05.TEST MODE" en druk op de toets.
3
Selecteer "02.INDIVIDUAL TEST" en druk op de
toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
04.MENULIJST
05.TEST MODE
TEST MODE
01.AUTO TEST
02.INDIVIDUAL TEST
03.TEST RESULT LIST
INDIVIDUAL TEST
01. ADF TEST
02. TOETSENTEST
03. LED-TEST
04. LCD-TEST
05. SPEAKER-TEST
06. SCHAKELAAR-TEST
07. AFDRUK-TEST
4
Selecteer de gewenste test en voer deze uit.
5
Druk op de toets om terug te keren naar de
standby prompt van de copier.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
8-4
GEBRUIKERS-TESTPROGRAMMA
3. ADF TEST
De ADF test controleert de werking van de ADF of RADF door documenten door te voeren en uit te
voeren. U kunt weergeven of de ADF of RADF werking normaal is indien het aantal documenten dat
geladen is overeenkomt met het aantal documenten dat is doorgevoerd en uitgevoerd.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "05.TEST MODE" en druk op de toets.
3
Selecteer "02.INDIVIDUAL TEST" en druk op de
toets.
4
Selecteer "01.ADF TEST" en druk op de toets.
5
Load the documents in the document tray.
6
Druk op de toets.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
04.MENULIJST
05.TEST MODE
TEST MODE
01.AUTO TEST
02.INDIVIDUAL TEST
03.TEST RESULT LIST
INDIVIDUAL TEST
01. ADF TEST
02. TOETSENTEST
03. LED-TEST
04. LCD-TEST
05. SPEAKER-TEST
06. SCHAKELAAR-TEST
07. AFDRUK-TEST
ADF TEST
LOAD DOCUMENTS IN FEEDER.
ADF TEST
PRESS START KEY.
ADF TEST
PRESS START TO RESTART OR
STOP TO COMPLETE
PAGES 001
De documenten zullen één voor één worden doorgevoerd
en het aantal documenten dat is uitgevoerd zal rechtsonder
op het scherm worden weergegeven.
ADF TEST
PRESS START TO RESTART OR
STOP TO COMPLETE
PAGES XXX
8-5
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7
Druk op de toets om door te gaan met de ADF
test en herhaal vervolgens de stappen 5 tot 8. Druk
op de toets om de ADF test te beëindigen.
8
Indien het aantal documenten dat is geladen
overeenkomt met het aantal documenten dat is
uitgevoerd, selecteer dan "1.JA" en druk op de
toets.
Indien de documenten niet juist zijn ingevoerd (zelfs
één keer), selecteer dan "2.NEE" en druk op de
toets.
De resultaten van de ADF test kunnen worden
weergegeven in het zelftest rapport.
Zie pagina 8-12
Indien het resultaat van de ADF test als NG wordt
beoordeeld, neem dan contact op met uw leverancier.
ADF TEST
PAGE NUMBER CORRECT?
1.JA
2.NEE
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
8-6
GEBRUIKERS-TESTPROGRAMMA
4. TOETSENTEST
De toetsentest controleert de werking van de toetsen op het bedieningspaneel.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "05.TEST MODE" en druk op de toets.
3
Selecteer "02.INDIVIDUAL TEST" en druk op de
toets.
4
Selecteer 02.KEY TEST en druk op de toets.
5
Druk op alle toetsen behalve de toets.
Opmerking
Indien u niet alle toetsen op het bedieningspaneel heeft
ingedrukt voordat u de
toets indrukt, zal het resultaat
NG zijn.
6
Druk op de toets, het resultaat van de
toetsentest wordt op het scherm weergegeven.
De resultaten van de toetsentest kunnen worden
weergegeven in het zelftest rapport.
Zie pagina 8-12
Indien het resultaat van de toetsentest als NG wordt
beoordeeld, neem dan contact op met uw leverancier.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
04. MENULIJST
05.TEST MODE
TEST MODE
01.AUTO TEST
02.INDIVIDUAL TEST
03.TEST RESULT LIST
INDIVIDUAL TEST
01. ADF TEST
02. TOETSENTEST
03. LED-TEST
04. LCD-TEST
05. SPEAKER-TEST
06. SCHAKELAAR-TEST
07. AFDRUK-TEST
TOETSENTEST
PRESS ALL KEYS
EXCEPT STOP KEY
TOETSENTEST
PRESS STOP KEY
TOETSENTEST
OK
8-7
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5. LED-TEST
De LED-test controleert de werking van de LED's door alle LED's op het bedieningspaneel te laten
branden.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "05.TEST MODE" en druk op de toets.
3
Selecteer "02.INDIVIDUAL TEST" en druk op de
toets.
4
Selecteer "03.LED TEST" en druk op de toets.
5
Controleer visueel of alle LED's branden. Druk op de
toets na de controle.
6
Indien alle LED's branden, selecteer de "1.OK" en
druk op de
toets.
Indien zelfs maar één LED niet brandt, selecteer dan
"2.NG" en druk op de toets.
De resultaten van de LED-test kunnen worden
weergegeven in het zelftest rapport.
Zie pagina 8-12
Indien het resultaat van de LED-test als NG wordt
beoordeeld, neem dan contact op met uw leverancier.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
04. MENULIJST
05.TEST MODE
TEST MODE
01.AUTO TEST
02.INDIVIDUAL TEST
03.TEST RESULT LIST
INDIVIDUAL TEST
01. ADF TEST
02. TOETSENTEST
03. LED-TEST
04. LCD-TEST
05. SPEAKER-TEST
06. SCHAKELAAR-TEST
07. AFDRUK-TEST
LED TEST
CHECK IF ALL LEDS ARE ON.
PRESS STOP TO COMPLETE.
LED TEST
ENTER TEST RESULT
1.OK
2.NG
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
8-8
GEBRUIKERS-TESTPROGRAMMA
6. LCD-TEST
De LCD-test controleert de werking van het LCD-scherm op het bedieningspaneel door alle elementen
van het LCD-scherm in en uit te schakelen.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "05.TEST MODE" en druk op de toets.
3
Selecteer "02.INDIVIDUAL TEST" en druk op de
toets.
4
Selecteer "04.LCD TEST" en druk op de toets.
5
Druk op de toets. Alle elementen van het LCD-
scherm moet zijn ingeschakeld. Na vijf seconden
worden alle elementen weer uitgeschakeld.
6
Controleer visueel of alle elementen normaal worden
in- en uitgeschakeld. Het invoerscherm met het
testresultaat wordt weergegeven, vijf seconden nadat
de elementen zijn uitgeschakeld.
7
Indien alle elementen van het LCD-scherm normaal
zijn in- en uitgeschakeld, selecteer dan "1.OK" en
druk op de toets.
Indien zelfs maar één element niet in- en
uitgeschakeld wordt, selecteer dan "2.NG" en druk
op de toets.
De resultaten van de LCD-test kunnen worden
weergegeven in het zelftest rapport.
Zie pagina 8-12
Indien het resultaat van de LCD-test als NG wordt
beoordeeld, neem dan contact op met uw leverancier.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
04. MENULIJST
05.TEST MODE
TEST MODE
01.AUTO TEST
02.INDIVIDUAL TEST
03.TEST RESULT LIST
INDIVIDUAL TEST
01. ADF TEST
02. TOETSENTEST
03. LED-TEST
04. LCD-TEST
05. SPEAKER-TEST
06. SCHAKELAAR-TEST
07. AFDRUK-TEST
LCD TEST
DISPLAY WILL TURN ON FOR 5
SEC, THEN TURN OFF FOR 5 SEC.
PRESS START TO BEGIN TEST.
LCD TEST
ENTER TEST RESULT
1.OK
2.NG
8-9
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
7. SPEAKER-TEST
De speaker-test controleert de werking van de speaker door het volumevermogen van de speaker te
veranderen.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "05.TEST MODE" en druk op de toets.
3
Selecteer "02.INDIVIDUAL TEST" en druk op de
toets.
4
Selecteer "05.SPEAKER TEST" en druk op de
toets.
5
Selecteer het speaker volumeniveau door de
toets of de toets te gebruiken.
Niveau 0 produceert geen geluid terwijl niveau 7 het
maximum volume levert. Speaker geluid wordt
geproduceerd op het geselecteerde volumeniveau.
Controleer of alle volumeniveaus normaal funtioneren.
6
Druk op de toets na de controle.
7
Indien de volumeniveaus normaal funtioneren,
selecteer dan "1.OK" en druk op de toets.
Indien zelfs maar één van de niveaus niet normaal
werkt, selecteer dan "2.NG" en druk op de toets.
De resultaten van de SPEAKER-test kunnen worden
weergegeven in het zelftest rapport.
Zie pagina 8-12
Indien het resultaat van de SPEAKER-test als NG wordt
beoordeeld, neem dan contact op met uw leverancier.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
04. MENULIJST
05.TEST MODE
TEST MODE
01.AUTO TEST
02.INDIVIDUAL TEST
03.TEST RESULT LIST
INDIVIDUAL TEST
01. ADF TEST
02. TOETSENTEST
03. LED-TEST
04. LCD-TEST
05. SPEAKER-TEST
06. SCHAKELAAR-TEST
07. AFDRUK-TEST
SPEAKER TEST
ENTER TEST RESULT
1.OK
2.NG
SPEAKER TEST
VOLUME: 7
3
STOP TO COMPLETE 0
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
8-10
GEBRUIKERS-TESTPROGRAMMA
8. SCHAKELAAR-TEST
De schakelaar-test controleert of de detectieschakelaars goed functioneren.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "05.TEST MODE" en druk op de toets.
3
Selecteer "02.INDIVIDUAL TEST" en druk op de
toets.
4
Selecteer "06.SWITCH TEST" en druk op de toets.
5
Volg de procedure die op het scherm wordt
weergegeven.
De resultaten van de schakelaar-test kunnen worden
weergegeven in het zelftest rapport.
Zie pagina 8-12
Indien het resultaat van de schakelaar-test als NG wordt
beoordeeld, neem dan contact op met uw leverancier.
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
04. MENULIJST
05.TEST MODE
TEST MODE
01.AUTO TEST
02.INDIVIDUAL TEST
03.TEST RESULT LIST
INDIVIDUAL TEST
01. ADF TEST
02. TOETSENTEST
03. LED-TEST
04. LCD-TEST
05. SPEAKER-TEST
06. SCHAKELAAR-TEST
07. AFDRUK-TEST
SWITCH TEST
OPEN FRONT COVER
8-11
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
9. AFDRUK-TEST
De afdruk-test controleert de afdrukfunctie tijdens het afdrukken van een testvoorbeeld.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "05.TEST MODE" en druk op de toets.
3
Selecteer "02.INDIVIDUAL TEST" en druk op de
toets.
4
Selecteer "07.PRINT TEST" en druk op de toets.
Het PRINT TEST voorbeeld wordt afgedrukt en er verschijnt
de navolgende boodschap:
Indien het resultaat van de PRINT-test als NG wordt
beoordeeld, neem dan contact op met uw leverancier.
PRINTEN GEACCEPTEERD
PROGRAM
01.DEFAULT SETTINGS
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
04.MENU LIST
05.TEST MODE
TEST MODE
01.AUTO TEST
02.INDIVIDUAL TEST
03.TEST RESULT LIST
INDIVIDUAL TEST
01.ADF TEST
02.KEY TEST
03.LED TEST
04.LCD TEST
05.SPEAKER TEST
06.SWITCH TEST
07.TEST PRINT
TEST PRINT
PRINTEN GEACCEPTEERD
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
8-12
GEBRUIKERS-TESTPROGRAMMA
10. AFDRUKKEN VAN EEN TESTRESULTAAT
In dit overzicht van testresultaten worden de resultaten van de auto en afzonderlijke testen als een
zelftest rapport afgedrukt.
1
Druk op de toets om naar het programmamenu
te gaan.
2
Selecteer "05.TEST MODE" en druk op de toets.
3
Selecteer "03.TEST RESULT LIST" en druk op de
toets.
Het zelftest rapport wordt afgedrukt en de navolgende
boodschap verschijnt:
PRINTEN GEACCEPTEERD
PROGRAM
01.STANDAARD INSTELLINGEN
02.LISTS
03.INITIAL SETUP
04. MENULIJST
05.TEST MODE
TEST MODE
01.AUTO TEST
02.INDIVIDUAL TEST
03.TEST RESULT LIST
TEST MODE
01.AUTO TEST
02.INDIVIDUAL TEST
03.TEST RESULT LIST
9-1
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
9. ONDERHOUD
1. DAGELIJKSE CONTROLE .................................................................................................9-2
2. REINIGING VAN DE CORONA ...........................................................................................9-3
3. OPLOSSEN VAN EENVOUDIGE PROBLEMEN ...............................................................9-5
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
9-2
ONDERHOUD
1. DAGELIJKSE CONTROLE
Onderdelen welke iedere ochtend moeten worden gecontroleerd
Werking AAN/UIT-schakelaar
Wij adviseren de copier elke morgen in te schakelen met
behulp van de AAN/UIT-schakelaar zodat u op ieder moment
kopieën kunt maken. Tevens raden wij u aan om elke avond,
wanneer u het kantoor verlaat de copier uit te schakelen. (Zie
pagina 5-7 voor het automatisch instellen van de AAN/UIT
functie).
Onderdelen welke eenmaal per week moeten worden gecontroleerd
Reiniging van de klep voor originelen
Reinig de klep voor originelen of de onderzijde van het
automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het
automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting
(optioneel) met alcohol of een goed uitgewrongen zachte
doek die met een neutraal reinigingsmiddel vochtig is
gemaakt. Maak vervolgens de klep voor originelen met een
zachte doek droog.
Reiniging van het automatisch documentinvoersysteem
(optioneel) of het automatisch document invoer systeem
met omkeerinrichting (optioneel)
Reinig de rollers van het automatisch
documentinvoersysteem (optioneel) of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel)
met alcohol een zachte doek die met een neutraal
reinigingsmiddel vochtig is gemaakt. Controleer of de zachte
doek goed is uitgewrongen. Maak vervolgens de rollers met
een zachte doek droog
Opmerking
Zorg ervoor dat vóór het reinigen van de copier de copier is
uitgeschakeld.
• Denk er bij het reinigen aan dat er geen krassen worden
gemaakt op de glasplaat of de onderzijde van de klep voor
originelen.
Reiniging van de glasplaat
Reinig de glasplaat van het automatisch
documentinvoersysteem en schaalverdeling met behulp van
een zachte doek die met een reinigingsvloeistof vochtig is
gemaakt. Maak vervolgens de glasplaat met een zachte doek
droog.
9-3
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2. REINIGING VAN DE CORONA
Wanneer op de kopie zwarte lijnen verschijnen in de richting van de papierinvoer, reinig dan de
corona.
ZORG ERVOOR DAT voor het reinigen van de corona DE COPIER IS UITGESCHAKELD.
Reiniging van de corona
1
Open het deksel aan de voorzijde.
2
Reinig de corona.
Houd de reinigingsgreep vast en trek deze langzaam
volledig naar buiten en duw de greep daarna voorzichtig
geheel naar binnen. Herhaal deze handeling 2 of 3 maal.
Opmerking
Controleer of de coronaknop volledig is ingeduwd.
3
Sluit het deksel aan de voorzijde
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
9-4
ONDERHOUD
Reiniging van de overdracht corona
1
Controleer of de handinvoer stapelstand en de
automatische dubbelzijdige kopieereenheid (indien
geïnstalleerd) zijn geopend, open de zijdeur.
2
Reinig de corona met behulp van de meegeleverde
coronareiniger.
3
Sluit de zijdeur, de automatische dubbelzijdige
kopieereenheid en de handinvoer stapelstand.
2. REINIGING VAN DE CORONA (Vervolg)
Reinig de corona indien één van de navolgende onregelmatigheden op de kopie plaatsvindt.
Witte lijnen in de richting van de papierinvoer.
Uneven tone or dim images.
ZORG ERVOOR DAT voor het reinigen van de corona DE COPIER IS UITGESCHAKELD.
9-5
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
3. OPLOSSEN VAN EENVOUDIGE PROBLEMEN
Wat moet u doen?
Druk op een willekeurige toets behalve de
toets.
(Het duurt even voordat de copier
bedrijfsklaar is.)
Voer de juiste toegangscode in.
Wacht totdat de copier bedrijfsklaar is.
Zie pagina
_
1-13
1-10
Waarschijnlijke oorzaak
Is de copier in de
energiebesparingsstand?
Is er een toegangscode
vereist? Is de code juist?
Is the Machine warmt op
message displayed?
Controleer de navolgende onderdelen. Neem dan contact met uw leverancier op indien het probleem
zich blijft voordoen.
De copier start niet
Waarschijnlijke oorzaak
Zit de steker goed achterin
de copier en in de
wandcontactdoos?
Is het deksel aan de
voorzijde goed gesloten?
Is de klep van de
handinvoereenheid goed
gesloten?
Wat moet u doen?
Steek de steker goed achterin de copier en
in de wandcontactdoos.
Sluit de klep en deksel goed.
Zie pagina
8
_
_
LCD-scherm verandert niet wanneer toetsen worden ingedrukt
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
9-6
ONDERHOUD
3. OPLOSSEN VAN EENVOUDIGE PROBLEMEN (Vervolg)
Kopieën zijn gevlekt
Wat moet u doen?
Sluit de klep voor originelen goed zodat
externe belichting wordt voorkomen.
Maak de glasplaat voor originelen schoon
met behulp van een zachte doek die met een
reinigingsvloeistof vochtig is gemaakt. Wrijf
vervolgens de glasplaat droog met een
droge doek.
Reinig de klep voor originelen met een doek
die met een neutraal reinigingsmiddel
vochtig is gemaakt.
Verwijder vervolgens het reinigingsmiddel
volledig met een droge doek.
Stel de afdrukbelichting juist in.
Zie pagina
_
9-2
9-2
3-12
Waarschijnlijke oorzaak
Is de klep voor originelen
goed gesloten?
Is de glasplaat voor originelen
vuil?
Is de klep voor originelen vuil?
Is de afdrukbelichting juist
ingesteld?
Wat moet u doen?
Vervang de toner cartridge.
Stel de afdrukbelichting juist in.
Zie pagina
7-4
3-12
Waarschijnlijke oorzaak
Is de boodschap "Toner is
leeg" op het scherm te
lezen?
Is de afdrukbelichting juist
ingesteld?
Wat moet u doen?
Stel de afdrukbelichting juist in.
Zie pagina
3-12
Waarschijnlijke oorzaak
Is de afdrukbelichting juist
ingesteld?
Zwarting van de kopie is te licht
Zwarting van de kopie is te hoog
9-7
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Wat moet u doen?
Leg het origineel goed op de glasplaat en
sluit de klep voor originelen.
Vervang het door nieuw papier.
Zie pagina
_
7-3
Waarschijnlijke oorzaak
Ligt het gehele origineel goed
op de glasplaat?
Is het kopieerpapier vochtig?
Wat moet u doen?
Selecteer voor de kopie hetzelfde formaat
als die van het origineel of stel de
reproductiefactor in die geschikt is voor het
papierformaat.
Stel een kleinere waarde voor de
beeldbewerking in.
Zie pagina
3-7
4-13
Waarschijnlijke oorzaak
Is het formaat en de richting van
het origineel en de
reproductiefactor geschikt voor
het papierformaat?
Is de inbindruimte voor de
kopie goed ingesteld?
Wat moet u doen?
Raadpleeg de matrix van te combineren
kopieerfuncties in de bedieningshandleiding
en stel opnieuw in.
Zie pagina
10-8
Waarschijnlijke oorzaak
Zijn er functies die niet
tegelijkertijd kunnen worden
gecombineerd?
Kopieën zijn onduidelijk geworden
Afdrukken zijn niet volledig
Functions cannot be set
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
9-8
ONDERHOUD
10-1
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
10. GEGEVENS EN OPTIES
1. GEGEVENS e-STUDIO16/20/25 ..................................................................................... 10-2
2. GEGEVENS VAN DE OPTIES ......................................................................................... 10-3
4. MATRIX VAN TE COMBINEREN KOPIEERFUNCTIES .................................................. 10-8
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
10-2
GEGEVENS EN OPTIES
1. GEGEVENS e-STUDIO16/20/25
Model
Type
Kopieersysteem
Glasplaat voor originelen
Klep voor originelen (Degelklep)
Frame structuur
Fotosensor type
Scansysteem
Resolutie
Uitvoersysteem scangegevens
Afdrukgeheugen
Maximum capaciteit originelen
(met geïnstalleerd max.
afdrukgeheugen) *
Aanvaardbare originelen
Geschikt papierformaat
Opwarmtijd
Tijd tot eerste kopie
Meervoudig kopiëren
Reproductiefactoren
Papiervoorraad
Aanpassing van de belichting
Netgegevens
Opgenomen vermogen
Afmetingen (alleen hoofdframe)
Gewicht (alleen hoofdframe)
DP1600/2000/2500
Tafelmodel type
Indirecte elektrofotografische methode
Vast (aanlegpunt origineel linksboven, aanlegpunt in het midden
wanneer het automatisch documentinvoersysteem of het automatisch
document invoer systeem met omkeerinrichting wordt gebruikt)
Optie
Vast frame methode
OPC drum
CCD sensor (7450 pixels)
600 x 600 dpi
Meervoudig kopiëren via een scan
Sorteer geheugen : (Stand.) 8 MB
(Max.) 136 MB
Enkelzijdig : 250 vel
Dubbelzijdig : 125 vel
Vellen papier, boeken en driedimensionale voorwerpen
Automatisch invoer: A3 tot A5-R
Handmatige invoer: A3 tot A5-R
60 sec. of minder (e-STUDIO16), 70 sec. of minder (e-STUDIO20/25)
7.9 sec. or less (e-STUDIO16), 6.0 sec. or less (e-STUDIO20/25)
Max. 999 kopieën (invoer via numerieke toetsen)
Vooringestelde factoren: 50, 71, 82, 141, 200%
Zoom : 50 tot 200% (e-STUDIO16),
25 tot 400% (e-STUDIO20/25)** (in stappen van 1%)
Cassette: 64 to 80 g/m
2
550 sheets
(Hoogte van 60,5 mm of minder wanneer geladen)
Automatische plus handmatige selectie in 7 stappen
220-240 VAC,
50/60 Hz 1.4 KW or less (e-STUDIO16), 1.7 KW or less (e-STUDIO20/25)
530 mm (B) x 554 mm (D) x 600 mm (H)
Ongeveer 50 kg
Wijzigingen in technische gegevens en uitvoering voorbehouden.
* Vereist optioneel geheugen en varieert, afhankelijk van de gebruikte originelen en de grootte, van
het geïnstalleerde geheugen.
**Wanneer het origineel wordt gescand in het automatisch documentinvoersysteem (optioneel) of het
automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting (optioneel), kan de reproductiefactor
worden gespecificeerd van 50% tot 200%.
10-3
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
2. GEGEVENS VAN DE OPTIES
Model
Kopie type
Aantal originelen
Aanvaardbaar formaat
originelen
Stroomvoorziening
Afmetingen
Gewicht
Automatisch documentinvoersysteem
MR-2012
Enkelzijdig
Max. 50 originelen (64 tot 80 g/m
2
) of gestapelde hoogte van de
originelen 8 mm of minder
Maximum A3
Minimum A5-R
Papiergewicht: 50 tot 105 g/m
2
(meervoudige invoer),
105 tot 127 g/m
2
(enkelvoudige invoer)
Via de copier
530 mm (B) x 450 mm (D) x 120 mm (H)
Ongeveer 5.4 kg
Automatisch document invoer systeem met omkeerinrichting
Model
Kopie type
Aantal originelen
Aanvaardbaar formaat
originelen
Stroomvoorziening
Afmetingen
Gewicht
MR-3011
Enkelzijdig, dubbelzijdig
Max. 100 originelen (50 tot 80 g/m
2
) of gestapelde hoogte van de
originelen 16 mm of minder
Maximum A3
Minimum A5-R
Papiergewicht: 50 tot 127 g/m
2
(enkel-zijdig origineel),
50 tot 105 g/m
2
(2-zijdig origineel)
Via de copier
545 mm (B) x 500 mm (D) x 165 mm (H)
Ongeveer 13.6 kg
Wijzigingen in technische gegevens en uitvoering voorbehouden.
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
10-4
GEGEVENS EN OPTIES
Automatische dubbelzijdige kopieereenheid
Model
Aanvaardbare originelen
Stroomvoorziening
Afmetingen
Gewicht
MD-0101
Maximum A3
Minimum A5-R
Papiergewicht 64 tot 80 g/m
2
Via de copier
101 mm (B) x 488 mm (D) x 345 mm (H)
Ongeveer 4.3 kg
Papierinvoereenheid
Model
Aanvaardbaar papierformaat
Aanvaardbaar papiergewicht
Cassettecapaciteit
Stroomvoorziening
Afmetingen
Gewicht
MY-1015
A3, A4, FOLIO, A4-R, B 4, A5-R, LT, LT-R
64 to 80 g/m
2
550 vel (hoogte 60,5 mm of minder wanneer geladen)
Via de copier
530 mm (B) x 536 mm (D) x 112 mm (H)
Ongeveer 7.7 kg
Pedestal voor papierinvoer/ extra groot papiermagazijn (alleen voor e-Studio20/25)
Model
Type
Aantal cassettes
Aanvaardbaar papierformaat
Aanvaardbaar papiergewicht
Cassettecapaciteit
Stroomvoorziening
Afmetingen
Gewicht
KD-1009 (pedestal voor
papierinvoer)
Console model
Één
A3, A4, FOLIO, A4-R, B4, A5-R,
LT, LT-R
64 to 80 g/m
2
550 vel (hoogte 60,5 mm of
minder wanneer geladen)
Via de copier
Ongeveer 17 kg
2. GEGEVENS VAN DE OPTIES (Vervolg)
Wijzigingen in technische gegevens en uitvoering voorbehouden.
KD-1010 (Extra groot
papiermagazijn)
A4
2500 vel
Ongeveer 23 kg
530 mm (B) x 536 mm (D) x 305 mm (H)
10-5
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Opdrachtseparator
Model
Aanvaardbaar papierformaat
Aanvaardbaar papiergewicht
Laadcapaciteit
Stroomvoorziening
Afmetingen
Gewicht
MJ-5001
A3, A4, FOLIO, A4-R, B4, A5-R
64 to 80 g/m
2
Bovenste stapelaar: Max. 150 vel (hoogte 25 mm of minder)
Onderste stapelaar: Max. 300 vel (hoogte 40 mm of minder)
Via de copier
498 mm (B) x 415 mm (D) x 153 mm (H)
Ongeveer 2.5 kg
Opvangbin
Model
Aanvaardbaar papierformaat
Aanvaardbaar papiergewicht
Laadcapaciteit
Verschoven afstand
Stroomvoorziening
Afmetingen
Gewicht
MJ-5002
A3, B4, A4-R, FOLIO
64 to 80 g/m
2
Max. 250 vel (hoogte van 39 mm of minder)
Ong. 30 mm
Via de copier
500 mm (B) x 415 mm (D) x 169 mm (H)
Ongeveer 3.1 kg
Wijzigingen in technische gegevens en uitvoering voorbehouden.
Model
Aanvaardbaar papierformaat
Aanvaardbaar papiergewicht
Maximum capaciteit
Stroomvoorziening
Afmetingen
Gewicht
Cassette moduulapparaat (een optie voor de KD-1009, alleen voor e-Studio20/25)
MY-1017
A3, A4, FOLIO, A4-R, B4, A5-R, LT, LT-R
64 to 80 g/m
2
550 vel (hoogte 60,5 mm of minder wanneer geladen)
Via de copier
525 mm (B) x 529 mm (D) x 107 mm (H)
Ongeveer 3.7 kg
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
10-6
GEGEVENS EN OPTIES
Handinvoer stapelstand
Model
Aanvaardbaar papier
Laadcapaciteit
Stroomvoorziening
Afmetingen
Gewicht
MY-1016
Continu aanvoer: 64 tot 80 g/m
2
Enkelvoudige invoer: 80 tot 163 g/m
2
100 vel (hoogte van 16 mm of minder wanneer geladen)
Via de copier
485.1 mm (B) x 119.6 mm (D) x 227.4 mm (H)
Ongeveer 2.6 kg
Nietmachine
Model
Wijze van nieten
Aantal kopieën die
tegelijkertijd kunnen worden
geniet
Niet capaciteit
Stroomvoorziening
Afmetingen
Gewicht
KK-1600
Platte klink methode
Max. 50 vel papier van 52 tot 80 g/m
2
Max. 48 vel papier van 52 tot 80 g/m
2
+ 2 vellen van 200 g/m
2
Papier dikte: Max. 5.5 mm
5000 nietjes
Via de copier
257 mm (B) x 423 mm (D) x 173 mm (H)
Ong. 3.4 kg
2. GEGEVENS VAN DE OPTIES (Vervolg)
Finisher (alleen voor e-Studio20/25)
MJ-1011
A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R
60 to 80 g/m
2
30 vel (A4, A4-R, B5, LT, LT-R)
20 vel (B4)
15 vel (A3)
Achter
Via de copier
431 mm (B) x 541 mm (D) x 413 mm (H)
Ongeveer 18.6 kg
* Wijzigingen in technische gegevens en uitvoering voorbehouden.
Model
Kopie Formaat
Papier Dikte
Aantal kopieën die
tegelijkertijd kunnen worden
geniet (64 tot 80 g/m
2
)
Positie van de nietjes
Stroomvoorziening
Afmetingen
Gewicht
10-7
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Besturingseenheid voor de papiertoevoer
(Besturingseenheid voor papierinvoereenheid, pedestal voor papierinvoer, extra groot papiermagazijn en
automatische dubbelzijdige kopieereenheid)
Model
GH-1010 (e-STUDIO16)
GH-1020 (e-STUDIO16/20/25)
Geheugenkaart
Model GC-1050 (64 MB)
Andere optionele kaarten
GF-1110
GA-1030
GA-1031
GD-1060
GD-1070
Netwerk interface kaart
Printer-kaart (e-STUDIO16)
Printer-kaart (e-STUDIO16/20/25)
FAX-optie
Internet FAX-optie
Wijzigingen in technische gegevens en uitvoering voorbehouden.
Meegeleverde onderdelen
Installatie-aanwijzingen
Bedieningshandleiding
Installatierapport
proceseenheid
Toner cartridge
Los snoer
Opbergvak voor bedieningsvoorschrift
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
10-8
GEGEVENS EN OPTIES
4. MATRIX VAN TE COMBINEREN KOPIEERFUNCTIES
e-STUDIO16/20/25 Tabel van te combineren kopieerfuncties
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee *1
Nee *1
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja*F
Ja
Ja
Ja
Nee *1
Nee
Nee
Ja
Nee *5
Ja
Ja
Nee *1
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee *5
Nee *5
Ja *A
Ja *A
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
De oorzaak waarom de combinatie niet beschikbaar is.
*1 Wanneer 2e functie is geprogrammeerd, wordt de 1e functie opgeheven.
*2 Wanneer 2e functie is geprogrammeerd, wordt de vergrotingsfactor teruggezet op 100%.
*3 Wanneer 2e functie is geprogrammeerd, wordt de vergrotingsfactor teruggezet op 100% en de autom.
papierfunctie wordt automatisch geselecteerd.
*4 Wanneer 2e functie is geprogrammeerd, wordt het Lichter/Donkerder teruggezet op de "Auto" stand.
*5 Het is niet mogelijk om de vergrotingsfactor handmatig te wijzigen.
*6 Wanneer 2e functie is geprogrammeerd, wordt de autom. papierfunctie teruggezet en A4 of LT formaat
papier wordt automatisch geselecteerd.
*7 De aantekening wordt alleen toegevoegd op de voorste zijde van de kopie in de doorvoerrichting.
Zoom (handmatig) *B
Licht/Donker
(Auto/Hand)
Dubb. pagina
Rand wissen *C
Verschoven beeld *D
APS
AMS
Tekst-stand
Foto-stand
Tekst/foto-stand
Sorteren
Sorteren-staffelen
Staffelen
Tijdschrift sorteren
2-in-1/4-in-1
(Inclusief dubbelzijdig)
Paginanummer
Paginanummer & Datum
1->2
2->1
2->2
Handinvoer (niet
vastgesteld formaat)
X-Y Zoom
Neg./Pos.
Spiegelen
Wisselend stapelen
Boek -> 2
Nieten
2e Functie
Staffelen
Sorteren-
staffelen
Sorteren
Tekst/foto-stand
Foto-stand
Tekst-stand
AMS
APS
Verschoven beeld *D
Rand wissen *C
Dubb. pagina
Lichter/Donker
(Auto Hand)
Zoom (handmatig)
*B
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja *A
Ja *A
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee *2
Ja
Ja
Nee
Nee *6
Nee *1 *2
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee *7
Nee *7
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee *2
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja *A
Ja *A
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee *2
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja*F
Nee *1
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee *2
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja *A
Ja *A
Ja
Ja
Ja
Ja*F
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee *1
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja *A
Ja *A
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee *1
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja *A
Ja *A
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee *1
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja *A
Ja *A
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee *1
Nee *1
Ja *E
Ja *E
Ja *E
Ja *E
Ja *E
Ja *E
Ja *E
Ja*F
Ja
Nee
Nee
Nee *1
Ja *E
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee *1
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja*F
Ja
Nee
Nee
Nee *1
Ja
Nee
1e Functie
Gemengd formaat Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
*E
Ja Nee
10-9
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
Opmerkingen
*A De weergave van aantekening lettertypes wordt niet beïnvloed door de Verkleinen/vergroten-, Lichter/Donkerder-, Rand wissen- en
Afdrukinstelling-stand.
*B Inclusief Voorinstelling, Handmatig, Volledige afbeelding.
*C De functie Rand wissen wordt beïnvloed door de scaninrichting.
*D De Verschoven beeld- en aantekening-functie worden beïnvloed door de afdrukapparatuur.
*E Indien de Samenvoegfunctie wordt geselecteerd, wordt de uitvoervolgorde niet gewijzigd.
*F Wanneer de 2e functie wordt geprogrammeerd, wordt er een waarschuwing weergegeven.
Nieten
Boek -> 2
Wisselend
stapelen
Spiegelen
Neg./Pos.
X-Y Zoom
Handinvoer (niet
vastgesteld formaat)
2->2
2->1
1->2
Paginanummer &
Datum
Paginanummer
2-in-1/4-in-1 (Inclusief
dubbelzijdig)
Tijdschrift
sorteren
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja *E
Ja
Nee
Nee
Nee *7
Nee *7
Nee
Nee
Nee
Ja*F
Nee *1
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja *E
Ja
Nee
Nee
Nee *7
Nee *7
Nee
Nee
Nee
Ja*F
Nee *1
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja *A
Ja *A
Nee *7
Ja *A
Ja
Ja
Ja
Ja *A
Ja *A
Ja *A
Ja *E
Ja *E
Nee
Nee *7
Nee *7
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja*F
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja *A
Ja *A
Nee *7
Ja *A
Ja
Ja
Ja
Ja *A
Ja *A
Ja *A
Ja *E
Ja *E
Nee
Nee *7
Nee *7
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja*F
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja *E
Ja
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee *1
Nee *1
Ja*F
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja *E
Ja
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee *1
Nee *1
Ja*F
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja *E
Ja
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee *1
Nee *1
Ja*F
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee *1
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee *1
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee *1
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee *1
Nee *1
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee *1
Nee *1 *2
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee *1
Nee *1
Nee *1
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee *1
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee *F
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja
Gemengd formaat
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
10-10
GEGEVENS EN OPTIES
2231316NL
estudio16_20_25_cop_Ver5__NL.pdf
estudio16/20/25 cop_Ver5_ Manual NL
Toshiba Tec Germany Imaging Systems GmbH
Carl-Schurz-Str. 7
41460 Neuss
Telefon +49/(0)2131/1245-0
Fax +49/(0)2131/1245-402
www. toshiba-europe.com
7

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Toshiba e-STUDIO 25 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Toshiba e-STUDIO 25 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,62 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Toshiba e-STUDIO 25

Toshiba e-STUDIO 25 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 187 pagina's

Toshiba e-STUDIO 25 Gebruiksaanwijzing - English - 184 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info