564544
22
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/142
Pagina verder
Gebruikers-
handleiding
PORTÉGÉ Z10t-A
WT310
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
TOSHIBA: wet- en regelgeving en veiligheid
Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken ....... 1-1
Voorschriften ......................................................................................... 1-2
Verklaring met betrekking tot videostandaarden ............................... 1-8
Licentiekwesties met de OpenSSL Toolkit ......................................... 1-8
FreeType-licentie ................................................................................. 1-11
Verwijdering van de computer en de computeraccu's .................... 1-14
Algemene voorzorgsmaatregelen ...................................................... 1-14
Veiligheidspictogrammen ................................................................... 1-17
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Controlelijst van apparatuur ................................................................. 2-1
Twee bedieningsmodi ........................................................................... 2-1
Conventies ............................................................................................. 2-2
De computer voor het eerst gebruiken ............................................... 2-3
Het apparaat uitschakelen .................................................................. 2-11
Hoofdstuk 3
Rondleiding
De computer ........................................................................................... 3-1
TOSHIBA-toetsenborddock .................................................................. 3-7
De computer (laptopmodus) ............................................................... 3-11
Interne hardwareonderdelen .............................................................. 3-12
Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden ............ 3-16
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
Werken in de tabletmodus .................................................................... 4-1
Het touchscreen gebruiken .................................................................. 4-3
Het touchpad gebruiken ....................................................................... 4-4
TOSHIBA-aanwijsapparaat ................................................................... 4-5
Het toetsenbord ................................................................................... 4-11
Accu ...................................................................................................... 4-15
Draadloos WAN-apparaat ................................................................... 4-19
GPS-functie .......................................................................................... 4-21
LAN ....................................................................................................... 4-22
Geheugenmedia .................................................................................. 4-23
Extern beeldscherm ............................................................................ 4-28
Optionele TOSHIBA-accessoires ....................................................... 4-32
Geluidssysteem en videomodus ....................................................... 4-33
Gebruikershandleiding ii
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
Hulpprogramma's en toepassingen .................................................... 5-1
Speciale voorzieningen ........................................................................ 5-5
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma ............................................... 5-7
TOSHIBA-systeeminstellingen ........................................................... 5-10
TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+ ................................ 5-11
TOSHIBA PC Health Monitor .............................................................. 5-12
Hulpprogramma TOSHIBA Setup ....................................................... 5-14
Systeemherstel .................................................................................... 5-15
Hoofdstuk 6
Problemen oplossen
Handelwijze bij probleemoplossing ..................................................... 6-1
Controlelijst voor hardware en systeem ............................................. 6-5
TOSHIBA-ondersteuning .................................................................... 6-14
Hoofdstuk 7
Aanhangsel
Specificaties .......................................................................................... 7-1
Pintoewijzing van poort voor externe RGB-monitor .......................... 7-2
Netsnoer en connectoren ..................................................................... 7-2
Informatie voor draadloze apparaten .................................................. 7-4
Wettelijke voetnoten ............................................................................ 7-15
Woordenlijst ......................................................................................... 7-17
Index
Gebruikershandleiding
iii
Hoofdstuk 1
TOSHIBA: wet- en regelgeving
en veiligheid
In dit hoofdstuk vindt u informatie over wet- en regelgeving en veiligheid
met betrekking tot TOSHIBA-computers.
Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en
handelsmerken
Copyright
©2013 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Krachtens
de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden
verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze
handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Eerste druk april 2013
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en
verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De
aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het
tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers
en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd.
TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of
uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Gebruikershandleiding
1-1
Handelsmerken
Intel, Intel SpeedStep, het logo van de Intel-antidiefstaltechnologie, Intel
Core en Centrino zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
Intel Corporation.
Windows, Microsoft en het Windows-logo zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Het Bluetooth
®
-woordmerk en de Bluetooth-logo's zijn gedeponeerde
handelsmerken in eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en Toshiba
Corporation gebruikt deze merken onder licentie.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het
HDMI-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
sMedio en sMedio TrueLink+ zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van sMedio, Inc.
TouchPad is een handelsmerk van Synaptics, Inc.
Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association.
MultiMediaCard en MMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard
Association.
QUALCOMM is een handelsmerk van Qualcomm Incorporated,
gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. ATHEROS is een
handelsmerk van Qualcomm Atheros, Inc., gedeponeerd in de Verenigde
Staten en andere landen.
Realtek is een gedeponeerd handelsmerk van Realtek Semiconductor
Corporation.
DTS, het symbool, en DTS en het symbool samen zijn gedeponeerde
handelsmerken en DTS Studio Sound is een handelsmerk van DTS, Inc. ©
DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Alle andere product- en servicenamen in deze handleiding zijn mogelijk
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke
bedrijven.
Voorschriften
De hierin beschreven voorschriften kunnen variëren. Controleer de ID-
informatie op de achterzijde van het apparaat voor specifieke informatie
met betrekking tot het aangeschafte model.
FCC-informatie
FCC-verklaring van overeenstemming
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
Gebruikershandleiding
1-2
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze
apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze
energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt
geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de
radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter
storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of
televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de
apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of
meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv.
Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten
aan.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B
mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met niet-
compatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn
aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tv-
toestellen. U moet afgeschermde kabels gebruiken tussen de externe
apparaten en HDMI(micro)-poort, de Universal Serial Bus-poort (USB 3.0),
de HDMI-poort en de aansluiting voor een externe RGB-monitor op de
TOSHIBA-toetsenborddock. Het wijzigen of aanpassen van deze
apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA of door
TOSHIBA erkende partijen kan de machtiging tot het gebruik van de
apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking
van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2. Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren,
zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres: TOSHIBA America Information Systems, Inc.
9740 Irvine Boulevard
Irvine, Californië 92618-1697, V.S.
Telefoon: (949) 583-3000
Deze informatie is alleen van toepassing op de landen/regio's waar dit
vereist is.
Gebruikershandleiding 1-3
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in
overeenstemming met de relevante Europese
richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing
van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA EUROPE
GMBH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss,
Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring
van overeenstemming is te vinden op de
TOSHIBA-website http://epps.toshiba-teg.com.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante
Europese richtlijnen, met name RoHS-richtlijn 2011/65/EU, richtlijn 1995/5/
EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur,
richtlijn 209/125/EG betreffende ecologisch ontwerp (ErP) en de
bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de
relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen.
TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze
EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn
aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die
deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen
dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen
voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de
volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften
(elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, licht-
industriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit
product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde 'commerciële,
licht-industriële en woonomgevingen' af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet goedgekeurd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom
van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
omgevingen met medische apparatuur
gemotoriseerde voertuigen
vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Gebruikershandleiding
1-4
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd
door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische
compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle
niet-geoorloofde omgevingen. In het geval van auto’s of vliegtuigen mag dit
product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of
luchtvaartmaatschappij hiervoor toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden
dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Informatie over VCCI klasse B
この装置は、クラスB情報技術装置です。この装置は、家庭環境で使
用することを目的としていますが、この装置がラジオやテレビジョン
受信機に近接して使用されると、受信障害を引き起こすことがあります。
取扱説明書に従って正しい取り扱いをしてください。
VCCI-B
Canadese voorschriften (alleen in Canada)
De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de
limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio
Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese
ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze
apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA Corporation
de machtiging tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de
Canadese regeling voor storingsveroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la class B respecte toutes les exgences du
Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
Gebruikershandleiding
1-5
De volgende informatie is alleen van toepassing voor
lidstaten van de EU:
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en
gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden
verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het
product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door
het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is
gebracht na 13 augustus 2005.
Door producten en batterijen gescheiden in te zamelen,
draagt u bij aan de juiste afvalverwerking van producten
en batterijen en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen voor
het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw
land bezoekt u onze website (http://eu.computers.toshiba-
europe.com) of neemt u contact op met het
gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Afvalverwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden
ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten
worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd
in de richtlijn inzake batterijen en accu's (2006/66/EG),
worden de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg)
en/of cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van
de doorgekruiste vuilnisbak.
Door mee te werken aan het afzonderlijk inzamelen van
batterijen, helpt u producten en batterijen op de juiste
wijze te verwerken en helpt u zo mogelijke negatieve
gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te
voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw
land bezoekt u onze website (http://eu.computers.toshiba-
europe.com) of neemt u contact op met het
gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Gebruikershandleiding 1-6
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
REACH - Verklaring van overeenstemming
De nieuwe verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot
chemische stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and
Restriction of Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en
beperkingen van chemische stoffen), is vanaf 1 juni 2007 van kracht.
TOSHIBA voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten
informatie te geven over de chemische stoffen in onze producten in
overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website
www.toshiba-europe.com/computers/info/
reach voor informatie over de aanwezigheid in onze producten van stoffen
die op de kandidatenlijst staan volgens artikel 59(1) van verordening (EG)
Nr. 1907/2006 ('REACH') in een concentratie van meer dan 0,1
gewichtsprocent (g/g).
De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:
Overeenstemming met EEE-richtlijnen: TOSHIBA voldoet aan alle
vereisten van de Turkse richtlijn 26891 'Beperking op het gebruik van
bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische
apparatuur'.
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt
gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal
pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of
defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt
van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden
opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect.
Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.
De volgende informatie geldt alleen voor India:
Het gebruik van dit symbool geeft aan dat dit product niet
als huishoudelijk afval mag worden behandeld.
Door dit product op de juiste manier als afval te
verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het
milieu en de menselijke gezondheid die kunnen
voortvloeien uit onjuiste verwerking van dit product te
voorkomen.
Voor meer informatie over recycling van dit product
bezoekt u onze website (http://www.toshiba-india.com) of
belt u het callcenter (1800-200-8674).
Gebruikershandleiding 1-7
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
Verklaring met betrekking tot videostandaarden
DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL
PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE
PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT
VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE
BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II)
DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD
DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN
NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN
VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT
OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET
OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET
IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE
MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL
GEBRUIK KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE
HTTP://WWW.MPEGLA.COM.
Licentiekwesties met de OpenSSL Toolkit
LICENTIEKWESTIES
==============
De OpenSSL Toolkit valt onder twee licenties, dat wil zeggen dat zowel de
voorwaarden van de OpenSSL-licentie als de oorspronkelijke SSLeay-
licentie van toepassing zijn op de toolkit. Zie hieronder voor de
daadwerkelijke teksten van de licenties. Beide licenties zijn Open Source-
licenties uit de BSD-categorie. In het geval van licentiekwesties die te
maken hebben met OpenSSL neemt u contact op met openssl-
core@openssl.org.
OpenSSL-licentie
------------------------
/*=====================================================
Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. Alle rechten
voorbehouden.
Herdistributie en gebruik van de broncode of van code in binaire vorm, met
of zonder wijziging, is toegestaan mits aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
1. Bij herdistributie van de broncode moeten de bovenstaande
copyrightmelding, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing
van aansprakelijkheid worden vermeld.
Gebruikershandleiding
1-8
2. Bij herdistributie in binaire vorm moeten de bovenstaande
copyrightmelding, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing
van aansprakelijkheid in de documentatie en/of andere materialen bij
de herdistributie worden vermeld.
3. In elk reclamemateriaal waarin de functies of het gebruik van deze
software worden vermeld, moet de volgende kennisgeving worden
weergegeven:
'Dit product bevat software die is ontwikkeld door het OpenSSL
Project voor gebruik in de OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)'
4. De namen 'OpenSSL Toolkit' en 'OpenSSL Project' mogen zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming niet worden gebruikt om
producten te onderschrijven of te promoten die zijn afgeleid van deze
software. Neem voor schriftelijke toestemming contact op met
openssl-core@openssl.org.
5. Producten die zijn afgeleid van deze software mogen geen 'OpenSSL'
worden genoemd en 'OpenSSL' mag geen deel uitmaken van de
naam zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het
OpenSSL Project.
6. Bij herdistributie in welke vorm dan ook moet de volgende
kennisgeving worden vermeld:
'Dit product bevat software die is ontwikkeld door het OpenSSL
Project voor gebruik in de OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)'
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR HET OpenSSL PROJECT
AANGEBODEN 'ALS ZODANIG' EN ALLE EXPLICIETE OF IMPLICIETE
GARANTIES, MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT
IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDEN AFGEWEZEN.
IN GEEN GEVAL KAN HET OpenSSL PROJECT OF EEN BIJDRAGER
ERAAN AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIGE DIRECTE,
INDIRECTE, BIJKOMENDE, SPECIALE OF MORELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT
HET VERKRIJGEN VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN,
VERLIES VAN GEGEVENS, DE ONMOGELIJKHEID TOT GEBRUIK,
WINSTDERVING OF BEDRIJFSONDERBREKING), ONGEACHT DE
OORZAAK EN ONGEACHT DE AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE,
HETZIJ OP BASIS VAN EEN CONTRACT, BURGERLIJKE
AANSPRAKELIJKHEID OF EEN ONRECHTMATIGE DAAD (MET
INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF ANDERSZINS), DIE OP ENIGE
WIJZE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, OOK
AL IS MEN OP DE HOOGTE GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN
DEZE SCHADE.
=====================================================
Dit product bevat cryptografische software die is geschreven door Eric
Young (eay@cryptsoft.com). Dit product bevat software die is geschreven
door Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
*/
Gebruikershandleiding
1-9
Oorspronkelijke SSLeay-licentie
----------------------------------
/* Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com)
Alle rechten voorbehouden.
Dit pakket is een SSL-implementatie geschreven door Eric Young
(eay@cryptsoft.com).
De implementatie is geschreven conform de SSL van Netscape.
Deze bibliotheek is gratis voor commercieel en niet-commercieel gebruik,
mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan. De volgende
voorwaarden zijn van toepassing op alle code in deze distributie, zoals
RC4-, RSA-, lhash-, DES- en andere code, en niet alleen op de SSL-code.
Voor de SSL-documentatie bij deze distributie gelden dezelfde
copyrightvoorwaarden, behalve dat Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)
hiervan de houder is.
Het copyright blijft in handen van Eric Young en daarom mogen eventuele
copyrightmeldingen in de code niet worden verwijderd.
Als dit pakket wordt gebruikt in een product, moet Eric Young worden
vermeld als schrijver van de gebruikte onderdelen uit de bibliotheek.
Dit kan gebeuren in de vorm van een tekstbericht wanneer het programma
wordt opgestart of in de documentatie (online of in tekst) die bij het pakket
wordt geleverd.
Herdistributie en gebruik van de broncode of in binaire vorm, met of zonder
wijziging, is toegestaan mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1. Bij herdistributie van de broncode moeten de copyrightmelding, deze
lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing van aansprakelijkheid
worden vermeld.
2. Bij herdistributie in binaire vorm moeten de bovenstaande
copyrightmelding, deze lijst met voorwaarden en de volgende afwijzing
van aansprakelijkheid in de documentatie en/of andere materialen bij
de herdistributie worden vermeld.
3. In elk reclamemateriaal waarin de functies of het gebruik van deze
software worden gemeld, moet de volgende kennisgeving worden
vermeld:
'Dit product bevat cryptografische software die is geschreven door Eric
Young (eay@cryptsoft.com)'
Het woord 'cryptografisch' mag worden weggelaten als de gebruikte
routines uit de bibliotheek geen verband houden met cryptografie :-).
4. Als u Windows-specifieke code (of een afgeleide ervan) uit de
directory apps (met toepassingscode) gebruikt, moet u de volgende
kennisgeving toevoegen:
'Dit product bevat software die is geschreven door Tim Hudson
(tjh@cryptsoft.com)'
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR ERIC YOUNG AANGEBODEN 'ALS
ZODANIG' EN ALLE EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIES, MET
Gebruikershandleiding 1-10
INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES
VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD
DOEL, WORDEN AFGEWEZEN. IN GEEN GEVAL KAN DE AUTEUR
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIGE DIRECTE,
INDIRECTE, BIJKOMENDE, SPECIALE OF MORELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT
HET VERKRIJGEN VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN,
VERLIES VAN GEGEVENS, DE ONMOGELIJKHEID TOT GEBRUIK,
WINSTDERVING OF BEDRIJFSONDERBREKING), ONGEACHT DE
OORZAAK EN ONGEACHT DE AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE,
HETZIJ OP BASIS VAN EEN CONTRACT, BURGERLIJKE
AANSPRAKELIJKHEID OF EEN ONRECHTMATIGE DAAD (MET
INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF ANDERSZINS), DIE OP ENIGE
WIJZE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, OOK
AL IS MEN OP DE HOOGTE GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN
DEZE SCHADE.
De licentie en distributievoorwaarden voor een openbaar beschikbare
versie of afgeleide van deze code mogen niet worden gewijzigd. Dat wil
zeggen dat deze code niet zo maar mag worden gekopieerd om onder een
andere distributiecode te plakken, met inbegrip van de openbare GNU-
licentie.]
*/
FreeType-licentie
LICENTIE van het FreeType Project
----------------------------
27 januari 2006
Copyright 1996-2002, 2006 door
David Turner, Robert Wilhelm en Werner Lemberg
Inleiding
============
Het FreeType Project wordt verspreid in meerdere archiefpakketten.
Sommige ervan kunnen, behalve het FreeType-lettertypesysteem, diverse
hulpmiddelen en bijdragen bevatten die vertrouwen op of verband houden
met het FreeType Project.
Deze licentie is van toepassing op alle bestanden in dergelijke pakketten
die niet vallen onder hun eigen expliciete licentie. De licentie is daarom, op
zijn minst, van toepassing op het FreeType-lettertypesysteem, de
testprogramma's, de documentatie en de makefiles.
Deze licentie is geïnspireerd door de BSD-, Artistic- en IJG-licenties
(Independent JPEG Group), die alle het insluiten en gebruiken van gratis
software aanmoedigen in zowel commerciële als freewareproducten.
Daardoor zijn dit de belangrijkste punten:
Gebruikershandleiding 1-11
We beloven niet dat deze software werkt. We zijn echter wel
geïnteresseerd in foutenrapporten. (distributie 'als zodanig')
U kunt deze software, geheel of gedeeltelijk, gebruiken waarvoor u
maar wilt, zonder dat u ons hoeft te betalen. ('royaltyvrij' gebruik)
U mag niet doen alsof u deze software hebt geschreven. Als u de
software, of slechts delen ervan, gebruikt in een programma, moet u
ergens in de documentatie aangeven dat u de FreeType-code hebt
gebruikt. (`credits')
Het insluiten van deze software, met of zonder wijzigingen, in commerciële
producten is toegestaan en we moedigen dit ook aan.
We wijzen alle garanties met betrekking tot het FreeType Project af en
aanvaarden geen aansprakelijkheid met betrekking tot het FreeType
Project.
Tot slot hebben veel mensen ons gevraagd om een voorbeeldtekst voor
credits/afwijzing van aansprakelijkheid die in overeenstemming is met deze
licentie. We raden u daarom aan de volgende tekst te gebruiken:
"""
Delen van deze software zijn Copyright (C) <jaar> The FreeType Project
(www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
"""
Vervang hierbij <jaar> door het jaar van de FreeType-versie die u gebruikt.
Juridische bepalingen
============
0. Definities
--------------
In deze licentie verwijzen de termen 'pakket', 'FreeType Project' en
'FreeType-archief' naar de reeks bestanden die oorspronkelijk zijn
verspreid door de auteurs (David Turner, Robert Wilhelm en Werner
Lemberg) als het 'FreeType Project'. Deze kunnen worden aangeduid als
alfa-, bèta- of definitieve versie.
'U' verwijst naar de licentienemer, of de persoon die het project gebruikt,
waarbij 'gebruiken' een algemene term is die ook betrekking heeft op het
compileren van de broncode van het project en het koppelen ervan om een
'programma' of 'uitvoerbaar bestand' te vormen. Naar dit programma wordt
verwezen als 'een programma dat het FreeType-systeem gebruikt'.
Deze licentie is van toepassing op alle bestanden die worden
gedistribueerd in het oorspronkelijke FreeType Project, inclusief alle
broncode, binaire bestanden en documentatie, tenzij anders vermeld in het
bestand in de oorspronkelijke, ongewijzigde vorm zoals verspreid in het
oorspronkelijke archief. Als u niet zeker weet of een bepaald bestand onder
deze licentie valt, neemt u contact met ons op om dit te controleren.
Het FreeType Project is Copyright (C) 1996-2000 door David Turner,
Robert Wilhelm en Werner Lemberg. Alle rechten zijn voorbehouden
behalve zoals hieronder aangegeven.
Gebruikershandleiding 1-12
1. Geen garantie
--------------
HET FREETYPE PROJECT WORDT VERSTREKT 'ALS ZODANIG',
ZONDER ENIGE GARANTIE, EXPLICIET OF IMPLICIET, MET INBEGRIP
VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT, GARANTIES VAN
VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
IN GEEN GEVAL ZIJN DE AUTEURS OF EIGENAREN VAN HET
AUTEURSRECHT AANSPRAKELIJK VOOR SCHADE DIE WORDT
VEROORZAAKT DOOR HET GEBRUIK OF DE ONMOGELIJKHEID TOT
GEBRUIK VAN HET FREETYPE PROJECT.
2. Herdistributie
--------------
Deze licentie verleent een wereldwijd, royaltyvrij, eeuwigdurend en
onherroepelijk recht en licentie tot het gebruiken, uitvoeren, compileren,
weergeven, kopiëren, het maken van afgeleide werken, het verspreiden en
het in sublicentie geven van het FreeType Project (zowel als broncode en
als objectcode) en van afgeleide werken ervan voor elk doel, en om
anderen toestemming te geven sommige of alle hierin verleende rechten
uit te oefenen, waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden
voldaan:
Bij herdistributie van broncode moet dit licentiebestand ('FTL.TXT')
ongewijzigd aanwezig zijn. Alle toevoegingen, verwijderingen of
wijzigingen in de oorspronkelijke bestanden moeten duidelijk worden
aangegeven in de bijgaande documentatie. De auteursrechtmeldingen
van de ongewijzigde, originele bestanden moeten behouden blijven in
alle kopieën van de bronbestanden.
Bij herdistributie in binaire vorm moet aan de documentatie van de
distributie een afwijzing van aansprakelijkheid worden toegevoegd
waarin staat vermeld dat de software deels is gebaseerd op het werk
van het FreeType-team. We raden u ook aan een URL naar de
FreeType-webpagina toe te voegen aan uw documentatie hoewel dit
niet verplicht is.
Deze voorwaarden zijn van toepassing op elke software die is afgeleid van
of gebaseerd op het FreeType Project, niet alleen op de ongewijzigde
bestanden. Als u ons werk gebruikt, moet u dat aangeven. U hoeft ons er
echter niet voor te betalen.
3. Reclame
--------------
De auteurs en bijdragers van FreeType noch u mogen de naam gebruiken
voor commerciële doeleinden, reclame of promotiedoeleinden zonder
uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming.
We raden u aan, hoewel dit niet is vereist, een of meer van de volgende
termen te gebruiken om naar deze software te verwijzen in uw
documentatie of reclamemateriaal: 'FreeType Project', 'FreeType-systeem',
'FreeType-bibliotheek' of 'FreeType-distributie'.
Gebruikershandleiding 1-13
Aangezien u deze licentie niet hebt ondertekend, hoeft u er niet mee
akkoord te gaan. Aangezien het FreeType Project echter auteursrechtelijk
beschermd materiaal is, verleent alleen deze licentie, of een andere die is
aangegaan met de auteurs, u het recht dit te gebruiken, te verspreiden en
te wijzigen. Door het FreeType Project te gebruiken, te verspreiden of te
wijzigen, geeft u daarom aan dat u alle voorwaarden van deze licentie
begrijpt en ermee akkoord gaat.
4. Contact
--------------
Er zijn twee mailinglijsten met betrekking tot FreeType:
freetype@nongnu.org
Hier worden het algemene gebruik en toepassingen van FreeType
besproken, evenals toekomstige en gewenste toevoegingen aan de
bibliotheek en distributie. Als u op zoek bent naar ondersteuning,
begint u in deze lijst als u de gezochte informatie niet hebt gevonden
in de documentatie.
freetype-devel@nongnu.org
Hier worden fouten, het interne systeem, ontwerpproblemen,
specifieke licenties, porting en dergelijke besproken.
U vindt onze homepage op
http://www.freetype.org
Verwijdering van de computer en de
computeraccu's
Neem contact op met een geautoriseerde TOSHIBA-servicedienst voor
informatie over afvalverwerking van de computer en de accu's.
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de
computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Zorg voor afdoende ventilatie
Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de
computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen
oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter
wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de
slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af.
Gebruikershandleiding 1-14
Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel.
Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer.
Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander
zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden geblokkeerd.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in
systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht.
Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset.
Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters.
Extreme hitte, koude of vochtigheid.
Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Blessures door overbelasting
Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin
wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig
toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens
informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de
verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt
reduceren.
Letsel door verhitting
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het
oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt,
kan langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de
computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten -
resulteren in rode plekken op de huid.
Gebruikershandleiding 1-15
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en
laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd
of storingen optreden.
De computer schoonmaken
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer vochtig wordt,
zet u deze direct uit en laat u de computer helemaal droog worden. In
deze omstandigheden moet u de computer laten nakijken door een
erkende onderhoudsdienst om de schade vast te stellen.
Reinig de plastic delen van de computer met een licht bevochtigde
doek.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid
reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het
scherm voorzichtig af te vegen.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
De computer verplaatsen
Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u
enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de
computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft
werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer
verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten).
Koppel de netadapter en alle randapparaten los voordat u de
computer verplaatst. (Het toetsenborddock kan worden verplaatst
terwijl het is aangesloten.)
Sluit het scherm (niet van toepassing in de tabletmodus).
Gebruikershandleiding 1-16
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Voordat u de computer optilt, moet deze zijn gesloten, de adapter
afgekoppeld en afgekoeld. Nalatigheid van deze instructie kan tot een
lichte brandwond leiden.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als
u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging
van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer uw computer nooit als er nog kaarten zijn geplaatst. Dit kan
leiden tot schade aan de computer en/of aan de kaart waardoor de
computer niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer
wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en
comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Veiligheidspictogrammen
Veiligheidspictogrammen worden in deze handleiding gebruikt om u attent
te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid
zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van
apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies, beschadiging van de apparatuur of licht letsel.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding 1-17
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle
basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht,
functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat
niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.
Controlelijst van apparatuur
Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het
verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer u de volgende items hebt:
TOSHIBA draagbare personal computer
TOSHIBA-toetsenborddock (meegeleverd bij sommige modellen)
Stylus (meegeleverd bij sommige modellen.)
Reservepen (bij sommige modellen meegeleverd in de pensleuf)
Reservekapje voor AccuPoint (meegeleverd bij sommige modellen)
Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
Reinigingsdoekje (meegeleverd bij sommige modellen)
De stylus wordt geleverd met reservepenpunten en gereedschap om de
punt te verwijderen in een klein doosje.
Documentatie
Z10t-A Aan de slag of WT310 Aan de slag
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
Twee bedieningsmodi
Sommige modellen worden geleverd met een TOSHIBA-toetsenborddock
en ondersteunen twee bedieningsmodi, waardoor de computer gemakkelijk
Gebruikershandleiding
2-1
kan worden veranderd van een tablet-pc in een laptop-pc. In deze
handleiding wordt de bedieningsmodus van de computer als tablet-pc de
'tabletmodus' genoemd en als laptop-pc de 'laptopmodus'.
Modelnaam Ondersteunde bedieningsmodus
PORTÉGÉ Z10t-A Laptopmodus: wanneer het TOSHIBA-
toetsenborddock is aangesloten
Tabletmodus: wanneer het TOSHIBA-
toetsenborddock niet is aangesloten
WT310 Alleen tabletmodus
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
SSD of Solid State
Drive
Deze computer is voorzien van een Solid State
Drive (SSD).
Klikken Tik op het touchpad of klik eenmaal met de
linkertouchpadbesturingsknop
(laptopmodus).
Klik eenmaal met de linkermuisknop.
Tik tweemaal op het touchscreen.
Klikken met de
rechtermuisknop
Klik eenmaal met de
rechtertouchpadbesturingsknop
(laptopmodus).
Klik eenmaal met de rechtermuisknop.
Druk op het touchscreen en laat uw vinger
staan.
Dubbelklikken Tik op het touchpad of klik tweemaal met de
linkertouchpadbesturingsknop
(laptopmodus).
Klik tweemaal met de linkermuisknop.
Tik tweemaal op het touchscreen.
Charm Als u veegt vanaf de rechterrand van het scherm
of met de muisaanwijzer de rechterbenedenhoek
(of rechterbovenhoek) van het scherm aanwijst,
verschijnt er een lijst met charms: Zoeken,
Delen, Starten, Apparaten en Instellingen.
Bureaublad Klik op de tegel Bureaublad in het startscherm
om het bureaublad weer te geven.
Gebruikershandleiding 2-2
Startscherm U gaat naar het startscherm door op de charm
Starten te klikken. U kunt ook de toets met het
Windows
®
-logo ( ) op het toetsenborddock
gebruiken of drukken op de Windows-knop (
) op de computer om naar het startscherm
te gaan. Raadpleeg Help en ondersteuning van
Windows voor meer informatie.
De computer voor het eerst gebruiken
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding
is bedoeld om u comfortabeler en productiever met laptops te laten
werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding volgt, verkleint u de
kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te
gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Het TOSHIBA-toetsenborddock aansluiten
De netadapter aansluiten
Het apparaat inschakelen
Eerste configuratie
Kennismaken met Windows
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te
controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens
verloren.
Het is verstandig om af en toe een back-up van de interne SSD of een
ander primair opslagapparaat op externe media te maken. Algemene
opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange termijn en
onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in
gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, slaat u eerst alle
gegevens uit het geheugen op de SSD of een ander opslagmedium
op. Als u dat niet doet, kan dit mogelijk resulteren in gegevensverlies.
Het TOSHIBA-toetsenborddock aansluiten
Met het TOSHIBA-toetsenborddock dat bij sommige modellen wordt
geleverd, kunt u uw computer veranderen in een laptop, waarbij u over een
fysiek toetsenbord en over meer poorten beschikt.
Gebruikershandleiding
2-3
Als u de computer wilt gebruiken in de laptopmodus, moet u het TOSHIBA-
toetsenborddock op de computer aansluiten door de volgende stappen uit
te voeren:
1. Houd de computer met twee handen vast aan de linker- en
rechterzijde.
2. Plaats de dockinginterface op de computer op één lijn met de
dockingaansluiting op het toetsenborddock.
3. Druk de computer omlaag totdat deze vastklikt. De dockingaansluiting
op het toetsenborddock wordt vastgezet met de dockinginterface op
de computer.
Afbeelding 2-1 Het toetsenborddock aansluiten
Als u werkt in de laptopmodus, kunt u de computer in verschillende hoeken
openen voor een optimale weergave.
Druk de polssteun met één hand naar beneden, zodat het toetsenborddock
niet omhoog komt. Til de computer langzaam op, waarna de hoek van het
beeldscherm zo kan worden ingesteld dat de helderheid optimaal is.
Afbeelding 2-2 De computer openen
1
1. Computer
De vormgeving van het product verschilt per model.
Ga zorgvuldig te werk wanneer u de computer opent en sluit. Als u het
scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer
beschadigt.
Gebruikershandleiding 2-4
Let op dat u de computer niet te ver opent aangezien dit de
scharnieren kan overbelasten en beschadigen.
Sluit de computer wanneer u deze verplaatst of draagt.
Til de computer niet op aan de polssteun op het toetsenborddock. Als
u dit wel doet, kan de computer beschadigd raken of kan dit leiden tot
lichte verwondingen.
Druk of duw niet met veel kracht op het scherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Sluit de computer niet als er pennen of andere voorwerpen tussen de
computer en het toetsenborddock zijn achtergebleven.
Let op dat u uw vingers niet bezeert wanneer u de computer koppelt
aan het toetsenborddock.
Verwijder de computer nooit zonder de ontgrendeling te openen
omdat anders de computer beschadigd kan raken.
Draai de computerhouder nooit om terwijl de computer niet is
gekoppeld. Doet u dat wel, dan kan dit leiden tot schade of mogelijk
tot mechanische defecten.
Voer de onderstaande stappen uit om de computer los te koppelen van het
toetsenborddock en te verwijderen:
1. Koppel alle randapparaten en kabels los die op de computer zijn
aangesloten en verwijder ze.
2. Druk op de uitwerpknop op het toetsenborddock en zorg dat het
pictogram ( ) niet meer wordt weergegeven op de taakbalk of dat
'Dockingstation uitwerpen' niet meer wordt weergegeven in het pop-
upmenu nadat u op dit pictogram klikt.
Gebruikershandleiding
2-5
3. Schuif de ontgrendeling naar links (ontgrendelde positie) en til de
computer daarna langzaam op om deze uit de computerhouder te
halen en uit het toetsenborddock te verwijderen.
Afbeelding 2-3 De computer uit het toetsenborddock verwijderen
a
b
1
2
3
1. Ontgrendeling 2. Computerhouder
Het uiterlijk van de computer hangt af van het gekochte model.
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om aan de slag te
gaan, omdat de accu eerst moet worden opgeladen voordat u het apparaat
hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet
wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de
computer wordt geleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door TOSHIBA
wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc
te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan
leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig
letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele
adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet
overeenstemt met de spanning en frequentie die op het
voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding 2-6
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en
frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin de computer wordt verkocht en mag
niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's
dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de
veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
exact uit te voeren in de volgorde die wordt beschreven in deze
handleiding. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet
de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium
verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder
stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische
schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen
onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan
beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de
onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter
namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor
gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Afbeelding 2-4 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 2-5 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Gebruikershandleiding
2-7
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd,
afhankelijk van het model.
2. Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de DC
IN-ingang (19 V).
Afbeelding 2-6 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
(laptopmodus)
1
2
1. Gelijkstroomingang (19 V) 2. Gelijkstroomuitgangsstekker
Het uiterlijk van de computer hangt af van het gekochte model.
Afbeelding 2-7 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
(tabletmodus)
1
2
1. Gelijkstroomingang (19 V) 2. Gelijkstroomuitgangsstekker
Het uiterlijk van de computer hangt af van het gekochte model.
3. Steek het netsnoer in een stopcontact. Het acculampje gaat branden.
Het apparaat inschakelen
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de computer aanzet. Het aan/
uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van
de stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
2-8
Houd uw lichaam nooit te dicht bij de computer wanneer u deze inschakelt.
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet
uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van
Windows.
1. Druk op de aan/uit-knop van de computer.
Afbeelding 2-8 De computer inschakelen (laptopmodus)
1
1. Aan/uit-knop
Het uiterlijk van de computer hangt af van het gekochte model.
Afbeelding 2-9 De computer inschakelen (tabletmodus)
1
1. Aan/uit-knop
Het uiterlijk van de computer hangt af van het gekochte model.
Eerste configuratie
Het opstartscherm van Windows wordt als eerste weergegeven wanneer u
de computer aanzet. Volg de aanwijzingen in elk scherm om het
besturingssysteem te installeren.
Gebruikershandleiding
2-9
Lees zorgvuldig de Licentievoorwaarden door wanneer deze worden
weergegeven.
Kennismaken met Windows
Voor meer informatie over nieuwe onderdelen en het gebruik van Windows
8 raadpleegt u Help en ondersteuning van Windows.
Startscherm
Het startscherm vormt het startpunt voor alles wat u kunt doen in het
Windows-besturingssysteem en biedt nieuwe, eenvoudige manieren om
toegang te krijgen tot alles wat u maar nodig hebt, van uw favoriete apps
en websites tot uw contactpersonen en andere belangrijke informatie.
In het startscherm kunt u typen om te vinden wat u zoekt. Van hieruit kunt
u gemakkelijk schakelen tussen resultaten voor apps, bestanden en meer.
Charms
Met de Windows-charms kunt u apps starten, documenten zoeken,
systeemonderdelen instellen en de meeste andere computertaken
uitvoeren.
Als u de muisaanwijzer in de rechterbenedenhoek van het scherm plaatst,
ziet u een reeks charms: Zoeken, Delen, Start, Apparaten en
Instellingen.
Zoeken Met deze charm kunt u items op de computer
zoeken. Hiermee kunt u apps, documenten,
foto's en uw favoriete muziek vinden.
Delen Met deze charm kunt u muziek en foto's delen
via uw favoriete sociale websites.
Start Met deze charm gaat u naar het startscherm of,
als u zich al in het startscherm bevindt, keert u
terug naar de vorige app.
Apparaten Met deze charm kunt u uw hardware-apparaten
beheren.
Instellingen Met deze charm kunt u uw systeeminstellingen
beheren.
Tegels
Tegels zijn toegankelijk en kunnen worden gestart via het startscherm.
Gebruikershandleiding 2-10
Het startscherm bevat gewoonlijk de tegels Bureaublad en E-mail en tegels
voor alle andere toepassingen die naar uw systeem zijn gedownload.
Windows Store
Hoewel veel toepassingen vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd of zijn
ingebouwd, kunt u ook veel andere toepassingen downloaden met één klik
met de muis.
In de Windows Store kunt u zoeken en bladeren naar duizenden apps,
gegroepeerd in overzichtelijke categorieën.
Het apparaat uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand.
Afsluitmodus
Wanneer u het apparaat uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer aanzet, wordt
het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op de SSD of een ander
opslagmedium op.
2. Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf
verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt,
kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Dit zou tot
gegevensverlies kunnen leiden.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los
en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
3. Klik op de charm
Instellingen.
4. Klik op Energie en selecteer Uitschakelen
5. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn
aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd
om mogelijke beschadiging te voorkomen.
De computer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel
een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
Als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd.
Gebruikershandleiding 2-11
Als u de computer opnieuw moet opstarten, zijn er twee manieren om dit te
doen:
Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw
opstarten.
Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL op het
toetsenbord om het menuvenster weer te geven en selecteer
Opnieuw opstarten door te klikken op het voedingspictogram ( ) in
de rechterbenedenhoek
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te
zetten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het
hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was
gebleven wanneer u de computer weer inschakelt.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd helemaal uit te zetten. Hierbij moet u ook functies
voor draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de
computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de
computer niet volledig op deze manier uitschakelt, kan het
besturingssysteem opnieuw worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde
taken uitvoeren of niet-opgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of
andere systemen verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Schakel niet over naar de slaapstand terwijl gegevens worden
overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia
of andere externe geheugenapparaten, aangezien er dan gegevens
verloren gaan.
De computer wordt in de slaapstand gezet op basis van de
instellingen in Energiebeheer (dat u opent via Bureaublad ->
Desktop Assist -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging
-> Energiebeheer). Als u wilt voorkomen dat de computer
automatisch in de slaapstand wordt gezet, schakelt u de slaapstand
uit in Energiebeheer.
Als u de computer wilt hervatten nadat de slaapstand is geactiveerd,
houd u de aan/uit-knop of een toets op het toetsenborddock kort
ingedrukt. Houd er rekening mee dat de toetsenbordtoetsen alleen
kunnen worden gebruikt als de optie Activering op toetsenbord is
ingeschakeld in de TOSHIBA-systeeminstellingen.
Gebruikershandleiding 2-12
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld
en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via
Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de
sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand uitvoeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende drie manieren activeren:
Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Slaapstand.
Sluit het beeldscherm. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-
lampje wit.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur
verlengen door af te sluiten in de sluimerstand, aangezien de
slaapstand meer energie gebruikt als de computer uit staat.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de SSD
wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat de
vorige toestand wordt hersteld als de computer weer wordt aangezet.
Gebruikershandleiding 2-13
Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn
aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de
sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen op de SSD opgeslagen. U kunt uw
gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid,
gaan gegevens verloren.
Schakel niet over naar de sluimerstand terwijl gegevens worden
overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia
of andere externe geheugenapparaten, aangezien er dan gegevens
verloren gaan.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden de gegevens op de SSD opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:
1. Klik op de charm Instellingen.
2. Klik op Energie en selecteer Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu Energie, moet u de
volgende stappen uitvoeren:
1. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist -> Configuratiescherm ->
Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen of Het gedrag van
het sluiten van het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor
Uitschakelen.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gebruikershandleiding 2-14
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de
aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te voeren
kunt u de volgende stappen nemen:
1. Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knop bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel
bepalen.
2. Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Als ik op de aan/
uit-knop druk en Als ik het scherm sluit.
3. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit
het geheugen op de SSD opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de inhoud van het geheugen
op de SSD is opgeslagen, schakelt u eventuele randapparaten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Gebruikershandleiding 2-15
Hoofdstuk 3
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel
voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het
oppervlak te voorkomen.
De computer
In de volgende afbeelding ziet u alle belangrijke onderdelen van de
computer.
Gebruikershandleiding 3-1
Afbeelding 3-1 De computer in de tabletmodus
1. Beeldscherm 15. HDMI(micro)-poort
2. Webcam (voorzijde) 16. Geheugenmediasleuf
3. Webcamlampje (voorzijde) 17. Sleuf voor SIM-kaart*
4. Omgevingslichtsensor (niet zichtbaar) 18. Gelijkstroomingang (19 V)
5. Microfoon 19. Dockinginterface
6. Windows-knop 20. Gaten voor haakjes
7. Aan/uit-knop 21. Stereoluidsprekers
8. Gaatje voor gedwongen uitschakelen 22. Luchtopeningen
9. Knop om schermstand te
vergrendelen
23. Webcam (achterzijde)*
10. Knop volume omhoog/omlaag 24. Webcamlampje (achterzijde)*
11. Aan/uit-lampje 25. Reservepen*
12. Acculampje 26. Sleuf voor reservepen*
13. Gecombineerde hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
27. Antennes voor draadloze
communicatie (niet zichtbaar)
14. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0) 28. ID-informatie
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
3-2
Beeldscherm LCD-scherm van 29.5 cm (11.6 inch),
geconfigureerd met de volgende resoluties:
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels
verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu
wordt gevoed, het scherm er niet zo helder uit zal
zien als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit
verschil in helderheid dient om accu-energie te
besparen wanneer de computer op de accu
werkt.
Wettelijke voetnoot (LCD)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Webcam (voorzijde) Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel
doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze
vuil wordt.
Webcamlampje
(voorzijde)
Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Omgevingslichtsen-
sor
De omgevingslichtsensor kan de kwaliteit en
sterkte van het licht detecteren en deze
informatie gebruiken om de helderheid van het
scherm automatisch aan te passen.
Dek de omgevingslichtsensor niet af omdat deze anders niet correct werkt.
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing importeren en opnemen.
Raadpleeg het gedeelte Geluidssysteem en
videomodus voor meer informatie.
Windows-knop Druk op deze knop om het startscherm te
openen.
Gebruikershandleiding 3-3
Aan/uit-knop Druk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
Gaatje voor
gedwongen afsluiten
Steek een dun voorwerp, zoals een naald, in dit
gaatje om de computer af te sluiten wanneer het
systeem is vastgelopen.
Knop om
schermstand te
vergrendelen
Met deze knop vergrendelt/ontgrendelt u de
automatische rotatie van het scherm.
Knoppen voor volume
omhoog/omlaag
Druk op deze knoppen om het volume te
verhogen of te verlagen.
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
aanstaat. Als u de computer echter in de
slaapstand zet, knippert dit lampje wit.
Acculampje Het acculampje geeft de toestand van de
gelijkstroomingang en de lading van de accu
aan. Wit betekent dat de accu volledig is
opgeladen en dat de netadapter probleemloos
werkt.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
Gecombineerde
hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
Op de gecombineerde 3,5-mm-mini-
hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting kunt u een
monomicrofoon of stereohoofdtelefoon
aansluiten.
De interne en externe microfoon worden uitgeschakeld als u een ander
type headset gebruikt dan het onderstaande type.
Mic
Ground
Right
Left
Gebruikershandleiding 3-4
Universal Serial Bus
(USB 3.0)-poort
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 3.0-
standaard, bevindt zich in de rechterkant van de
computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0-
standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB-
apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die zijn
gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet correct.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden
gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Metalen voorwerpen kunnen tot
kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
HDMI(micro)-poort Op de HDMI(micro)-poort kan een HDMI-kabel
met een D-type stekker worden aangesloten.
Een HDMI-kabel verzendt video- en
audiosignalen. Daarnaast kan deze kabel
besturingssignalen verzenden en ontvangen.
Raadpleeg het gedeelte HDMI-poort voor meer
informatie.
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of
MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg het
gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Metalen voorwerpen kunnen
tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Sleuf voor SIM-kaart In deze sleuf kunt u een SIM-kaart plaatsen die
snelle toegang tot internet, een bedrijfsintranet
en e-mail biedt wanneer u niet op kantoor bent.
Gebruikershandleiding 3-5
Gelijkstroomingang
(19 V)
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten
om de computer van stroom te voorzien en om
de interne accu's te laden. Let erop dat u alleen
het type netadapter gebruikt dat bij de computer
is geleverd ten tijde van de aankoop. Het gebruik
van een verkeerde netadapter kan de computer
beschadigen.
Dockinginterface Op deze interface kunnen het toetsenborddock
en de optionele cradle worden aangesloten zoals
wordt beschreven in het gedeelte Optionele
TOSHIBA-accessoires.
Gaten voor haakjes Hierin kunnen de haakjes op het
toetsenborddock worden geplaatst, zodat dit
stevig wordt bevestigd.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
De stereoluidsprekers worden uitgeschakeld nadat de computer is
aangesloten op de optionele cradle zoals wordt beschreven in het gedeelte
Optionele TOSHIBA-accessoires en de audio-uitvoer wordt doorgestuurd
naar de 3,5-mm audio-uitgang op de cradle. Als u de stereoluidsprekers
handmatig wilt instellen als standaardafspeelapparaat, volgt u de
onderstaande stappen:
1. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist -> Configuratiescherm ->
Hardware en geluiden -> Geluid.
2. Selecteer Luidspreker (Realtek High Definition Audio) op het
tabblad Afspelen en klik op de knop Standaard.
3. Klik op OK.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
Webcam (achterzijde) Uw computer is ook uitgerust met een webcam
op de achterzijde die wordt gebruikt om video op
te nemen of foto's te maken.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel
doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze
vuil wordt.
Gebruikershandleiding 3-6
Webcamlampje
(achterzijde)
Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Reservepen Met de reservepen die is opgeborgen in de
computer kunt u rechtstreeks gegevens invoeren
via het beeldscherm.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
reservepen.
Raadpleeg het gedeelte Stylus en reservepen in
hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
Sleuf voor reservepen In de sleuf voor de reservepen kan de
reservepen worden opgeborgen.
Antennes voor draad-
loze communicatie
De computer is voorzien van een draadloos LAN/
Bluetooth-antenne.
ID-informatie Hier vindt u de informatie over voorschriften die
van toepassing is op uw computer.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
TOSHIBA-toetsenborddock
In de volgende afbeelding ziet u alle belangrijke onderdelen van het
toetsenborddock.
Afbeelding 3-2 Voorzijde van het toetsenborddock
5
3
4
7
8
12
11
9
10
6
2
1
1. Touchpad
7. AccuPoint
2. Aan/uit-pictogram voor touchpad 8. Computerhouder
3. TOSHIBA eco-pictogram 9. Haak
4. Touchpadbesturingsknoppen 10. Dockingaansluiting
5. AccuPoint-besturingsknoppen 11. Haak
6. Toetsenbord 12. Uitwerpknop
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
3-7
Afbeelding 3-3 Achterzijde van het toetsenborddock
13
14
15
16
13. Gelijkstroomingang (19 V) 15. HDMI-poort
14. LAN-aansluiting 16. Poort voor externe RGB-monitor
De vormgeving van het product verschilt per model.
Afbeelding 3-4 Linkerzijde van het toetsenborddock
17
17. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0)
De vormgeving van het product verschilt per model.
Touchpad Met het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de schermaanwijzer aansturen.
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in
de richting te bewegen waarin u de
schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Aan/uit-pictogram
voor touchpad
Dubbeltik hierop om het touchpad in/uit te
schakelen.
TOSHIBA eco-
pictogram
Dubbeltik hierop om TOSHIBA eco Utility in/uit te
schakelen.
Gebruikershandleiding 3-8
Touchpadbesturings-
knoppen
De twee knoppen onder het touchpad worden op
dezelfde manier gebruikt als de knoppen op een
standaardmuis. Raak de linkerknop aan om een
menuoptie te selecteren of om tekst of
afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer
hebt geselecteerd. Raak de rechterknop aan om
een menu of andere functie weer te geven,
afhankelijk van de gebruikte software.
AccuPoint-
besturingsknoppen
Met de besturingsknoppen onder de AccuPoint
kunt u menuopties selecteren en bewerkingen
uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de
schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Raadpleeg de paragraaf AccuPoint in hoofdstuk
4, Basisbeginselen, voor meer informatie.
Toetsenbord Het toetsenbord bevat tekentoetsen,
besturingstoetsen, functietoetsen en speciale
Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden
van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor
meer informatie.
AccuPoint Met dit aanwijsapparaat, dat zich in het midden
van het toetsenbord bevindt, kunt u de
schermaanwijzer besturen.
Raadpleeg het gedeelte AccuPoint voor meer
informatie
Computerhouder De houder biedt stevige steun voor de computer.
Haken Hiermee wordt de computer fysiek aangesloten
op het toetsenborddock.
Dockingaansluiting Wordt aangesloten op de computer.
Uitwerpknop Hiermee start u de loskoppeling van de
computer.
Nadat u op de uitwerpknop hebt gedrukt, kan de
computer niet meer communiceren met externe
apparaten die zijn aangesloten op het
toetsenborddock. Koppel de computer los en
koppel deze vervolgens opnieuw om de
communicatie te herstellen.
Gebruikershandleiding 3-9
Gelijkstroomingang
(19 V)
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten
om de computer van stroom te voorzien en om
de interne accu's te laden. Let erop dat u alleen
het type netadapter gebruikt dat bij de computer
is geleverd ten tijde van de aankoop. Het gebruik
van een verkeerde netadapter kan de computer
beschadigen.
LAN-aansluiting Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter biedt ingebouwde
ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits
per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX) en
Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T). Raadpleeg
Basisbeginselen voor meer informatie.
Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als
u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
Koppel de LAN-kabel niet aan een voedingsbron. Als u dit doet,
kunnen schade of storingen optreden.
Poort voor externe
RGB-monitor
Dit is een 15-pins analoge RGB-poort.
Raadpleeg het gedeelte Pintoewijzing van poort
voor externe RGB-monitor voor informatie over
de pintoewijzing van de poort voor een externe
RGB-monitor. Via deze poort kunt u een externe
RGB-monitor op de computer aansluiten.
HDMI-poort Op de HDMI-poort kunt u een HDMI-kabel met
een type A-stekker aansluiten.
Raadpleeg het gedeelte HDMI-poort voor meer
informatie.
Universal Serial Bus-
poort (USB 2.0)
Eén Universal Serial Bus-poort, die voldoet aan
de USB 2.0-standaard, bevindt zich in de
linkerkant van het toetsenborddock.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB-
apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die zijn
gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet correct.
Gebruikershandleiding 3-10
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Metalen voorwerpen kunnen tot
kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
De computer (laptopmodus)
In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer wanneer het
TOSHIBA-toetsenborddock is aangesloten.
Afbeelding 3-5 Voorkant van de computer (gesloten beeldscherm)
De vormgeving van het product verschilt per model.
Afbeelding 3-6 Voorkant van de computer (geopend beeldscherm)
1
1. Ontgrendeling
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding 3-11
Ontgrendeling Schuif de vergrendeling naar links en houd deze
vast om de computer los te koppelen van het
toetsenborddock.
Raadpleeg het gedeelte Het TOSHIBA-
toetsenborddock aansluiten voor meer
informatie.
Interne hardwareonderdelen
In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer
beschreven.
De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
Accu-eenheid Deze computer is voorzien van een accu. U mag
deze echter niet zelf proberen te verwijderen of
vervangen. Neem zo nodig contact op met een
erkende Toshiba-servicedienst.
De oplaadbare lithium-ion accu-eenheid voorziet
de computer van stroom wanneer de netadapter
niet is aangesloten.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer
informatie over het gebruik en de werking van de
accu-eenheid.
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
gebruiksduur van de accu.
CPU Het type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw
model bevat, opent u TOSHIBA PC Health
Monitor door te klikken op Bureaublad ->
Desktop Assist -> Ondersteuning & herstel ->
PC Health Monitor en klikt u daarna op Pc-
gegevens.
Wettelijke voetnoot (CPU)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
CPU.
Gebruikershandleiding 3-12
Solid-state drive De capaciteit van de SSD is afhankelijk van het
model.
Als u wilt controleren welk type SSD uw model
bevat, opent u TOSHIBA PC Health Monitor door
te klikken op Bureaublad -> Desktop Assist ->
Ondersteuning & herstel -> PC Health Monitor
en klikt u daarna op Pc-gegevens.
Houd er rekening mee dat een deel van de
ruimte op de solid-state drive wordt gebruikt voor
beheerdoeleinden.
In deze handleiding verwijst de term 'vaste schijf' (of HDD voor Hard
Disk Drive) ook naar de SSD, tenzij anders wordt aangegeven.
SSD is een opslagmedium met een hoge capaciteit dat solid-state
geheugen gebruikt in plaats van een magnetische schijf, zoals een
vaste schijf.
In bepaalde ongebruikelijke omstandigheden wanneer de SSD langere tijd
niet wordt gebruikt en/of wordt blootgesteld aan hoge temperaturen,
kunnen er fouten met betrekking tot het bewaren van gegevens optreden.
Wettelijke voetnoot voor de opslagcapaciteit van SSD's
Raadpleeg het gedeelte met de wettelijke voetnoten voor meer informatie
over de opslagcapaciteit van de SSD.
RTC-batterij Het apparaat heeft een interne batterij voor de
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
Video-RAM Het geheugen in de grafische kaart van een
computer, dat wordt gebruikt om het beeld op te
slaan dat wordt weergegeven op een
bitmapscherm.
De beschikbare hoeveelheid video-RAM is
afhankelijk van het systeemgeheugen van de
computer.
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Configuratiescherm -> Vormgeving en
persoonlijke instellingen -> Beeldscherm ->
Resolutie aanpassen.
U kunt de hoeveelheid video-RAM controleren
door te klikken op de knop Geavanceerde
instellingen in het venster Schermresolutie.
Gebruikershandleiding 3-13
Beeldschermcontrol-
ler
De beeldschermcontroller zet software-
opdrachten om in hardware-opdrachten die
bepaalde elementen op het scherm in- of
uitschakelen.
De schermcontroller bestuurt tevens de
videomodus en bepaalt de schermresolutie en
het maximum aantal kleuren dat tegelijk op het
beeldscherm kan worden weergegeven op basis
van industriestandaards. Software die voor een
bepaalde videomodus is geschreven, kan
worden gebruikt op elke computer die deze
modus ondersteunt.
Wettelijke voetnoot (Graphics Processing Unit (GPU))
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
GPU (Graphics Processor Unit).
Energiebesparingstechnologie voor beeldschermen
van Intel
®
De Intel-GPU gebruikt een energiebesparingstechnologie voor
beeldschermen die het stroomverbruik van de computer kan verminderen
door het beeldcontrast op het interne LCD-scherm te optimaliseren.
Deze functie kan worden gebruikt als de computer:
wordt gebruikt in de accumodus
alleen het interne LCD-scherm gebruikt
De energiebesparingstechnologie voor beeldschermen is standaard
ingeschakeld. U kunt deze functie desgewenst uitschakelen.
U kunt de functie voor energiebesparingstechnologie voor beeldschermen
uitschakelen in het regelpaneel Intel
®
Graphics and Media.
Dit regelpaneel is toegankelijk op de volgende manier:
Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Grafische
eigenschappen...
In dit venster:
1. Klik op Power (Voeding).
2. Selecteer On battery (Op accu) in de vervolgkeuzelijst in Power
Source (Voedingsbron).
3. Schakel het selectievakje Display Power Saving Technology
(Energiebesparingstechnologie voor beeldschermen) uit.
4. Klik op OK.
Als u deze functie onder de bovengenoemde voorwaarden wilt
inschakelen, schakelt u het selectievakje Display Power Saving
Technology in.
Gebruikershandleiding 3-14
Intel® Rapid Start-technologie
Deze computer ondersteunt de Intel
®
Rapid Start-technologie die het
mogelijk maakt dat de computer na een opgegeven tijd overschakelt van
de slaapstand naar de sluimerstand.
Met de Intel
®
Rapid Start-technologie kan Windows snel worden hervat uit
de sluimerstand en gaat de accu langer mee dan in de slaapstand.
Intel
®
Rapid Start-technologie is standaard ingeschakeld. De computer
schakelt na twee uur in de slaapstand over op de sluimerstand.
U kunt het BIOS Setup-hulpprogramma starten om de functie in/uit te
schakelen en om de tijd te wijzigen waarna de computer overschakelt van
de slaapstand naar de sluimerstand.
1. Het BIOS Setup-hulpprogramma starten
Raadpleeg het gedeelte Hulpprogramma TOSHIBA Setup voor meer
informatie.
2. Selecteer Energiebeheer.
3. De functie Intel(R) Rapid Start Technology in-/uitschakelen.
4. U kunt de tijd waarna de computer overgaat van de slaapstand naar
de sluimerstand instellen bij Rapid Start Entry after. Als de optie
Immediately (Direct) is geselecteerd, schakelt de computer direct
over naar de sluimerstand zodra de slaapstand wordt geactiveerd.
Als de Intel
®
Rapid Start-technologie is ingeschakeld, verbruikt de
computer stroom bij het overschakelen van de slaapstand naar de
sluimerstand. Wanneer u uw computer meeneemt aan boord van een
vliegtuig of op plaatsen waar elektronische apparaten worden
bestuurd of bediend, dient u de computer altijd uit te schakelen.
Als de Intel
®
Rapid Start-technologie is ingeschakeld, zijn de functies
Activering op LAN, Activering op USB of Activering uit slaapstand niet
beschikbaar wanneer de computer is overgeschakeld van de
slaapstand naar de sluimerstand.
Windows kan niet normaal worden hervat als de accu leeg is wanneer
de computer overschakelt van de slaapstand naar de sluimerstand.
De partitietoewijzing op de solid-state drive voor de Intel
®
Rapid Start-
technologie kan niet worden verwijderd, ook al is de Intel
®
Rapid Start-
technologie uitgeschakeld.
De Intel
®
Rapid Start-technologie kan alleen worden gebruikt voor
Windows 8.
Hoe lang het duurt voordat Windows wordt hervat uit de sluimerstand
hangt af van het systeemgeheugen in de computer.
Gebruikershandleiding 3-15
Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden
Stroomvoorzieningsomstandigheden
De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu
worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden,
bijvoorbeeld of er een netadapter is aangesloten en wat het ladingsniveau
van de accu is.
Het lampje in de volgende tabel is het acculampje.
Ingeschakeld Uitgeschakeld
(buiten
werking)
Netadapter
aangesloten
Accu volledig
opgeladen
• In werking
• Wordt niet
opgeladen
• Lampje: wit
• Wordt niet
opgeladen
• Lampje: wit
Accu gedeeltelijk
opgeladen of
leeg
• In werking
• Wordt geladen
• Lampje: oranje
• Wordt snel
opgeladen
• Lampje: oranje
Netadapter
niet
aangesloten
De resterende
accucapaciteit is
boven het
activerings-
niveau voor lage
acculading
• In werking
• Lampje: uit
De resterende
accucapaciteit is
onder het
activerings-
niveau voor lage
acculading
• In werking
• Lampje: knippert
oranje
De accu is leeg. De computer wordt
uitgezet
Acculampje
Controleer het acculampje om de status van de accu-eenheid te bepalen
en de voedingsstatus wanneer de netadapter is aangesloten. Let daarbij op
de volgende indicaties:
Gebruikershandleiding 3-16
Knipperend oranje De energiestatus van de accu is laag, de
netadapter moet worden aangesloten om de
accu op te laden.
Oranje Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
Wit Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu-eenheid tijdens het opladen te heet wordt, wordt het opladen
stopgezet en gaat het acculampje uit. Zodra de accu een normale
temperatuur heeft bereikt, wordt verder gegaan met opladen, ongeacht of
de computer aan of uit staat.
Aan/uit-lampje
Controleer het aan/uit-lampje om de status van de accu-eenheid te
bepalen. Let daarbij op de volgende indicaties:
Wit Geeft aan dat stroom wordt toegevoerd (via de
netadapter of de accu) naar de computer en dat
de computer is ingeschakeld.
Knippert wit Geeft aan de computer nog steeds in de
slaapstand staat en dat er voldoende stroom is
(adapter of accu) om in deze stand te blijven.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding 3-17
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij
dient te treffen.
Werken in de tabletmodus
Volg de onderstaande instructies wanneer u de computer in tabletmodus
gebruikt.
Afbeelding 4-1 De computer bedienen
Houd de computer stevig op uw onderarm. Blokkeer de luchtopening
niet.
Verwijder de netadapter van de computer wanneer u deze tijdens het
gebruik op uw onderarm laat rusten.
Gebruik de computer niet terwijl u loopt of een auto bestuurt.
Stel de computer niet bloot aan snelle temperatuurwijzigingen (zoals
zich zou voordoen wanneer u de computer uit een koude omgeving in
een warme kamer binnenbrengt). Als een snelle temperatuurwijziging
onvermijdelijk is, laat u de computer circa twee uur acclimatiseren
voordat u deze inschakelt. Hiermee voorkomt u condensvorming.
Koppel alle externe randapparaten en bijbehorende verbindingskabels
van de computer los voordat u de computer vervoert.
Laat de computer niet vallen en oefen er geen grote druk op uit. Laat
de computer niet achter in een auto of soortgelijke omgeving die aan
direct zonlicht blootstaat.
Gebruikershandleiding
4-1
Het beeldscherm van sommige modellen werkt als een
aanrakingsgevoelige digitizer. De buitenranden van het scherm
kunnen echter minder gevoelig zijn. Houd de stylus of de reservepen
binnen het weergavegebied wanneer u deze in de buurt van de
randen van het beeldscherm gebruikt. De positie van de pen wordt
niet altijd herkend als u de pen te snel naar de buitenrand verplaatst.
Verschuif de pen langzaam in gebieden die zich bij de randen van het
scherm bevinden. Gebruik de pen in de gebieden die in de volgende
afbeelding met een stippellijn zijn aangegeven.
Afbeelding 4-2 Gebruiksgebied van de pen
De stand van het scherm wijzigen
Wanneer u de computer gebruikt in de tabletmodus, kunt u de
schermstand wijzigen in de staande stand door de computer zijwaarts te
draaien. De stand van het scherm wordt automatisch gewijzigd aan de
hand van de gedetecteerde draaihoek.
Afbeelding 4-3 De computer zijwaarts draaien
U kunt de schermstand ook vergrendelen en de computer altijd in de
staande of liggende stand gebruiken door te drukken op de knop
Schermstand vergrendelen. In de volgende omstandigheden is de knop
Schermstand vergrendelen echter uitgeschakeld en staat de
schermstand altijd ingesteld op de liggende stand.
De computer staat in de laptopmodus.
De computer is aangesloten op de optionele cradle zoals wordt
beschreven in het gedeelte Optionele TOSHIBA-accessoires.
Gebruikershandleiding
4-2
Vermijd rechtstreeks contact met de andere randen van het
handheldapparaat terwijl het draadloze apparaat is ingeschakeld en
verzendt. Alleen in de fabriek geïnstalleerde draadloze zenders
kunnen worden gebruikt met dit handheldapparaat om ervoor te
zorgen dat aan de normen voor RF-blootstelling wordt voldaan.
In de staande stand kan er met sommige stuurprogramma's en
hulpprogramma's niet worden geïnstalleerd en verwijderd. In dat geval
moet u overschakelen naar de liggende stand.
Het digitale kompas kalibreren
Als u een kompastoepassing hebt gedownload om deze functie te
gebruiken, moet u er rekening mee houden dat de prestaties van de
kompasfuncties afhangen van de omgevingsomstandigheden, zoals een
bron die elektromagnetische of radiostraling gebruikt.
Voordat u een kompasfunctie gebruikt, moet u het kompas kalibreren,
zodat dit nauwkeurig werkt. U kalibreert het kompas door de netadapter los
te koppelen en alle randapparaten/kabels te verwijderen. Vervolgens draait
u de ingeschakelde computer meerdere malen horizontaal zoals in de
ondertaande illustratie. Dit is de meest effectieve manier om deze
computer te kalibreren.
Afbeelding 4-4 Het digitale kompas kalibreren
Het touchscreen gebruiken
Met uw vinger kunt u pictogrammen, knoppen, menuopties, het
schermtoetsenbord en andere items op het touchscreen aansturen.
Tikken Tik eenmaal met uw vinger op het touchscreen
om een item, zoals een app, te activeren.
Ingedrukt houden Druk uw vinger omlaag en laat deze enkele
seconden staan totdat een wit vierkantje
verschijnt. Er wordt meer informatie
weergegeven over een item of er wordt een
menu weergegeven dat betrekking heeft op wat u
aan het doen bent.
Gebruikershandleiding 4-3
Knijpen of spreiden Raak het scherm of een item aan met twee of
meer vingers en beweeg de vingers naar elkaar
toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee
geeft u verschillende informatieniveaus weer of
kunt u in- of uitzoomen.
Draaien Plaats twee of meer vingers op een item en draai
uw hand om items te roteren in de richting waarin
u uw hand draait. Alleen bepaalde items kunnen
worden geroteerd.
Dia Sleep met uw vinger over het touchscreen om de
inhoud van het scherm te verplaatsen.
Vegen Beweeg uw vinger snel vanaf een rand van het
scherm zonder te pauzeren wanneer u het
scherm voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: de laatst geopende
apps en dergelijke weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: de charms (Zoeken,
Delen, Starten, Apparaten, Instellingen) openen
of sluiten.
Vegen vanaf de bovenrand: de opdrachtbalk van
de app openen of sluiten.
Voor meer informatie en meer geavanceerde touchscreenbewegingen voor
gebruik met Windows 8 raadpleegt u Help en ondersteuning.
Druk of duw niet met veel kracht op het touchscreen.
Oefen niet veel druk uit wanneer u het touchscreen reinigt.
Raak het scherm nooit aan met een scherp voorwerp zoals een
balpen aangezien dit het oppervlak kan bekrassen of beschadigen.
Gebruik geen beschermend vel voor het touchscreen aangezien
hierdoor de gevoeligheid voor aanrakingen kan afnemen.
Het touchpad gebruiken
Het touchpad op het TOSHIBA-toetsenborddock ondersteunt mogelijk de
volgende bewegingen:
Tikken Tik eenmaal op het touchpad om een item, zoals
een app, te activeren.
Gebruikershandleiding 4-4
Tikken met twee
vingers
Tik eenmaal met twee vingers tegelijk op het
touchpad om een menu of andere functie weer te
geven, afhankelijk van de gebruikte software.
(Vergelijkbaar met klikken met de
rechtermuisknop)
Knijpen of spreiden Plaats twee of meer vingers op het touchpad en
beweeg ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar
af (spreiden). Hiermee geeft u verschillende
informatieniveaus weer of kunt u in- of
uitzoomen.
Schuiven met twee
vingers
Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of
horizontaal vanaf elke positie op het touchpad.
Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster
bedienen.
Vegen Beweeg uw vinger snel vanaf een rand van het
touchpad zonder te pauzeren wanneer u het
touchpad voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: de laatst geopende
apps weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: de charms (Zoeken,
Delen, Starten, Apparaten, Instellingen) openen
of sluiten.
Vegen vanaf de bovenrand: de opdrachtbalk van
de app openen of sluiten.
Sommige van de hier beschreven touchpadbewerkingen worden alleen
ondersteund in bepaalde toepassingen.
TOSHIBA-aanwijsapparaat
AccuPoint
U gebruikt de AccuPoint door deze met uw vingertop in de richting te
duwen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
De touchpadbesturingsknoppen onder de AccuPoint worden op dezelfde
manier gebruikt als de knoppen op een standaardmuis. Druk op de
linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te
bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de
rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van
de gebruikte software.
Gebruikershandleiding
4-5
Afbeelding 4-5 AccuPoint
3
1
2
1. AccuPoint 3. Linkerbesturingsknop van AccuPoint
2. Rechterbesturingsknop van
AccuPoint
Voorzorgsmaatregelen bij AccuPoint-gebruik
Bepaalde omstandigheden kunnen van invloed zijn op de aanwijzer
wanneer u de AccuPoint gebruikt. De aanwijzer kan bijvoorbeeld
tegengesteld aan de AccuPoint-bediening werken of er kan een foutbericht
worden weergegeven als
u de AccuPoint aanraakt tijdens het opstarten;
u tijdens het opstarten constante, zachte druk op de AccuPoint
uitoefent;
er een plotselinge temperatuurverandering plaatsvindt;
er harde druk op de AccuPoint wordt uitgeoefend.
Als een foutbericht verschijnt, start u de computer opnieuw op. Ziet u geen
foutbericht, dan wacht u even tot de aanwijzer stilstaat, waarna u weer
verder gaat.
Het kapje vervangen
Het AccuPoint-kapje is onderhevig aan slijtage en dient na langdurig
gebruik te worden vervangen.
1. U verwijdert het kapje van de AccuPoint door dit voorzichtig met uw
vinger los te trekken.
Gebruikershandleiding
4-6
Afbeelding 4-6 Het AccuPoint-kapje verwijderen
2. Plaats een nieuw kapje op de pin en druk het vast.
De pin is vierkant; zorg dus dat het gat zich recht boven de pin bevindt.
Stylus en reservepen
U kunt de pen gebruiken om bewerkingen uit te voeren en gegevens in te
voeren. Houd de pen in een natuurlijke stand en tik of druk licht op het
scherm.
Afbeelding 4-7 Stylus
1
2
3
Afbeelding 4-8 Reservepen
2
1
1. Penpunt
3. Gummetje
2. Penknop
Gebruikershandleiding 4-7
Penpunt Heeft dezelfde functie als eenmaal klikken met
de linkermuisknop.
Penknop Houd deze knop ingedrukt en tik met de punt van
de pen op een voorwerp. Til de pen direct op om
een pop-upmenu weer te geven of een bepaalde
actie uit te voeren. Dit werkt hetzelfde als
eenmaal klikken met de rechtermuisknop.
Gummetje Met het virtuele gummetje kunt u notities of
schetsen verwijderen in toepassingen die de
wisfunctie ondersteunen.
Bij Penopties kunt u kiezen of u de penknop of de wisfunctie wilt in- of
uitschakelen. U opent deze opties door te klikken op Bureaublad ->
Desktop Assist -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden ->
Pen en aanraken -> Penopties.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u de stylus of
reservepen gebruikt.
Oefen niet veel druk uit wanneer u het touchscreen reinigt.
Om schade aan het beeldscherm te voorkomen, mag u alleen de hier
vermelde bedieningsmethoden toepassen. Doet u dat niet, dan kan dit
tot onjuist of slecht functioneren leiden.
Tik of druk niet hard met de pen op het beeldscherm, omdat dit de pen
en het scherm kan beschadigen.
Gebruik of bewaar de pen niet in gebieden met snelle
temperatuurschommelingen of op plaatsen met direct zonlicht, zoals in
een auto's. Berg de pen zodanig op dat er geen druk op de knoppen
wordt uitgeoefend. Doet u dat niet, dan kan dit tot onjuist of slecht
functioneren leiden.
De pen bevat precisieonderdelen. Laat de pen niet vallen. Als u de
pen laat vallen, kan dit leiden tot een defect of verslechterde werking.
Oefen geen grote kracht uit op de punt en de zijknoppen van de pen.
Als u veel kracht uitoefent op deze onderdelen, nemen de
gebruiksduur of de prestaties af.
Zorg dat er geen water of condens in de pen komt, omdat de pen
hierdoor onjuist gaat functioneren.
Haal de pen niet uit elkaar. Hierdoor werkt de pen mogelijk niet goed
meer of neemt de gebruiksduur af.
Bewerk de pen niet met cosmetica of chemicaliën omdat dit het
uiterlijk ervan aantast. Reinig de pen met een brillendoekje of een
droge doek. Reinig de pen niet met vluchtige vloeistoffen zoals
alcohol, terpentijn of benzine.
Oefen geen grote kracht uit op de penpunt, omdat een verbogen of
vervormde penpunt ertoe leidt dat de pen niet correct werkt.
Gebruikershandleiding
4-8
Houd kleine onderdelen van de pen (zoals de penpunt of de knop van
de zijknoppen) uit de buurt van kinderen om te voorkomen dat ze deze
per ongeluk inslikken.
Gebruik nooit een balpen in plaats van de bijgeleverde pen.
De penpunt van de reservepen kan niet worden vervangen als deze is
versleten. U kunt een nieuwe pen kopen bij een officiële TOSHIBA-
leverancier.
U kunt de peninstellingen wijzigen via Pen en aanraken U opent dit
door te klikken op Bureaublad -> Desktop Assist ->
Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Pen en aanraken.
Veeg het touchscreen af met de meegeleverde doek voordat u de
stylus gebruikt.
Verwijder vingerafdrukken of vlekken met de meegeleverde doek als
de gevoeligheid voor de pen afneemt.
Gebruik geen beschermend vel voor het touchscreen aangezien dit
van invloed kan zijn op de pen die is geoptimaliseerd voor het
touchscreen.
We raden u aan altijd een extra pen in reserve te hebben.
Vervangingspennensets zijn verkrijgbaar bij uw officiële TOSHIBA-
leverancier.
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor problemen veroorzaakt door het
gebruik van de pen in een omgeving waarin niet aan de voorgaande
voorwaarden wordt voldaan of omdat de pen door een
ongespecificeerd aantal gebruikers is gebruikt.
De reservepen verwijderen
Verwijder de reservepen door langzaam aan de reservepen te trekken om
deze uit de sleuf te halen.
Afbeelding 4-9 De reservepen verwijderen
1
2
1. Sleuf voor reservepen
2. Reservepen
Gebruikershandleiding 4-9
De reservepen aanbrengen
U plaatst de reservepen terug door de reservepen langzaam in de sleuf te
duwen totdat deze op zijn plaats klikt.
Afbeelding 4-10 De reservepen aanbrengen
2
1
1. Sleuf voor reservepen 2. Reservepen
Penacties
U kunt de stylus of de reservepen gebruiken om gegevens in te voeren,
programma's te starten, objecten te verplaatsen en andere acties uit te
voeren.
Eenmaal tikken
Tik met de punt van de pen eenmaal voorzichtig op een object en til de pen
direct weer op om een actie uit te voeren. Eenmaal tikken komt overeen
met eenmaal klikken met de linkermuisknop.
Dubbeltikken
Tik met de punt van de pen tweemaal voorzichtig op een object en til de
pen direct weer op om een actie uit te voeren. Dubbeltikken komt overeen
met dubbelklikken met de linkermuisknop.
Ingedrukt houden
Tik met de punt van de pen op het scherm en laat deze staan totdat een
wit rondje verschijnt. Til de pen op om een pop-upmenu te openen of een
bepaalde functie uit te voeren. Ingedrukt houden komt overeen met klikken
met de rechtermuisknop.
Slepen
Raak met de pen het scherm aan. Sleep de pen over het scherm zonder
het scherm los te laten om tekst of objecten te selecteren.
Gebruikershandleiding 4-10
Slepen en neerzetten
Raak met de pen het scherm aan om een object te selecteren. Sleep de
pen over het scherm zonder het scherm los te laten. Til de pen op om het
object op de gewenste plaats neer te zetten.
De penpunt vervangen
Wanneer de penpunt van de stylus is versleten, kan deze worden
vervangen door een nieuwe. Voer de onderstaande stappen uit als u de
penpunt wilt vervangen.
1. Knijp met het verwijderinstrument in de penpunt en trek deze eruit.
2. Steek voorzichtig een nieuwe penpunt in de stylus en druk deze stevig
aan.
Afbeelding 4-11 De penpunt vervangen
1 2
1. Penpunt 2. Verwijderinstrument
Gebruik nooit een gebroken penpunt, omdat dat tot krassen in het scherm
kan leiden. Wanneer de penpunt breekt, vervangt u deze door een van de
bijgeleverde reservepunten. Wanneer de bijgeleverde reservepunten op
zijn, kunt u bij een gemachtigde TOSHIBA-leverancier een nieuwe
pennenset kopen.
Het is lastig een korte, versleten punt naar buiten te trekken. Vervang
de penpunt voordat deze te kort is om te verwijderen.
We raden u aan altijd een extra pen in reserve te hebben.
Vervangingspennensets zijn verkrijgbaar bij uw officiële TOSHIBA-
leverancier.
Het toetsenbord
Het aantal toetsen op het toetsenborddock is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd; er zijn
toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn verschillende soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen,
functietoetsen, speciale Windows-toetsen en geïntegreerde numerieke
toetsen.
Gebruikershandleiding 4-11
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Dit kan schade
veroorzaken aan de onderdelen onder de toetsen.
Toetsenbordlampje
In de volgende afbeelding wordt de positie aangegeven van het CAPS
LOCK-lampje dat brandt in de volgende omstandigheden:
Wanneer het CAPS LOCK-lampje brandt, zal het toetsenbord hoofdletters
produceren.
Afbeelding 4-12 CAPS LOCK-lampje
1
1. CAPS LOCK-lampje
CAPS LOCK Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor
lettertoetsen.
Functietoets
De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het
toetsenbord.
De volgende specifieke functies worden uitgevoerd wanneer u op de
functietoetsen drukt in combinatie met de toets FN.
Toetscombinatie Functie
FN + F1 Activeert de modus 'Computer vergrendelen'.
U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u
opnieuw aan te melden.
FN + F2 Wijzigt de instellingen voor de stroomvoorziening.
FN + F3 Hiermee zet u het systeem in de slaapstand.
Gebruikershandleiding 4-12
Toetscombinatie Functie
FN + F4 Hiermee zet u het systeem in de zuinige
slaapstand.
FN + F5 Wijzigt het actieve beeldscherm.
Als u twee beeldschermen tegelijk wilt gebruiken,
moet u de resolutie van het interne beeldscherm
instellen op dezelfde resolutie als die van het
externe scherm.
FN + F6 Hiermee verlaagt u stapsgewijs de helderheid van
het computerscherm.
FN + F7 Hiermee verhoogt u stapsgewijs de helderheid van
het computerscherm.
FN + F8 Hiermee schakelt u de vliegtuigmodus in of uit.
FN + F9 Schakelt het touchpad in of uit.
FN + F10 Schakelt de pijlmodus in.
FN + F11 Schakelt de numerieke modus in.
FN + F12 Vergrendelt de cursor op een bepaalde regel.
FN + ESC Schakelt het geluid in of uit.
FN + 1 Hiermee verkleint u pictogrammen op het
bureaublad of de tekengrootte binnen een van de
ondersteunde toepassingsvensters.
FN + 2 Hiermee vergroot u pictogrammen op het
bureaublad of de tekengrootte binnen een van de
ondersteunde toepassingsvensters..
FN + 3 Verlaagt het geluidsvolume van de computer.
FN + 4 Verhoogt het geluidsvolume van de computer.
FN + spatiebalk Wijzigt de beeldschermresolutie.
FN +
Schakelt de toetsenbordverlichting in of uit.
Bij sommige functies wordt een pop-upmelding weergegeven aan de rand
van het scherm.
Die pop-upmeldingen zijn standaard uitgeschakeld. U kunt ze inschakelen
in de toepassing TOSHIBA-functietoets.
U opent deze toepassing door te klikken op Bureaublad -> Desktop
Assist -> Hulpprogramma's -> Functietoets.
Gebruikershandleiding 4-13
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale
functie hebben: de Windows Start-toets activeert het menu Start, terwijl de
toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het startscherm van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.
Geïntegreerde numerieke toetsen
Het toetsenborddock heeft mogelijk geen apart numeriek toetsenbord maar
geïntegreerde numerieke toetsen met dezelfde functies. Deze bevinden
zich in het midden van het toetsenbord en de betreffende toetsen hebben
grijze letters op de voorrand. Deze toetsen hebben dezelfde functie als de
numerieke toetsenbloktoetsen van het uitgebreide standaardtoetsenbord
met 104/105 toetsen.
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen
U kunt de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor het invoeren
van cijfers of voor cursor- en paginabesturing.
Cursormodus
U activeert de cursormodus door op FN + F10 te drukken. Er is nu cursor-
en paginabesturing mogelijk via de toetsen. Door FN + F10 nogmaals in te
drukken schakelt u deze geïntegreerde functie uit.
Numerieke modus
Als u de numerieke modus wilt activeren, drukt u op FN + F11. U hebt nu
via de toetsen numerieke tekens tot uw beschikking. Door FN + F11
nogmaals in te drukken schakelt u deze geïntegreerde functie uit.
Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken (geïntegreerde
numerieke toetsen ingeschakeld)
Tijdens het gebruik van de geïntegreerde numerieke toetsen kunt u tijdelijk
met het gewone toetsenbord werken zonder de geïntegreerde numerieke
toetsen uit te schakelen:
1. Houd FN ingedrukt en druk op een andere toets. Deze toets werkt dan
alsof de numerieke functie uit staat.
2. U typt hoofdletters door FN + SHIFT ingedrukt te houden en op een
lettertoets te drukken.
3. Laat de toets FN los om de geïntegreerde numerieke toetsen weer te
gebruiken.
Gebruikershandleiding 4-14
Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen uitgeschakeld)
Tijdens het gebruik van het gewone toetsenbord kunt u tijdelijk met de
geïntegreerde numerieke toetsen werken zonder deze in te schakelen:
1. Houd de FN-toets ingedrukt waarna het toetsenbord overschakelt naar
de laatst gebruikte functie voor geïntegreerde toetsen.
2. Laat de toets FN los om het gewone toetsenbord weer in gebruik te
nemen.
Tijdelijk van modus wisselen
Als de computer in de numerieke modus staat, kunt u tijdelijk
overschakelen naar de cursormodus door de SHIFT-toets in te drukken;
als de computer in de cursormodus staat, kunt u tijdelijk overschakelen
naar de numerieke modus door de SHIFT-toets in te drukken.
ASCII-tekens genereren
Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden
gegenereerd, maar u kunt al deze tekens genereren via hun specifieke
ASCII-codes.
1. Houd ALT ingedrukt als de geïntegreerde toetsen zijn ingeschakeld of
houd ALT + FN ingedrukt als deze toetsen zijn uitgeschakeld.
2. Typ de ASCII-code voor het gewenste teken in met behulp van de
geïntegreerde numerieke toets.
3. Laat ALT of ALT + FN los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Aanraaktoetsenbord
Het aanraaktoetsenbord is een virtueel toetsenbord op het scherm
waarmee u kunt typen op het touchscreen. Het aanraaktoetsenbord
bestaat uit een volledig toetsenbord, een duimtoetsenbord met gesplitste
toetsen aan weerszijden van het scherm en kan ook worden ingesteld op
een vak voor handgeschreven berichten.
Als u het aanraaktoetsenbord wilt gebruiken, tikt u in een gebied waar u
kunt typen. Het toetsenbord wordt automatisch geopend.
Als u het aanraaktoetsenbord handmatig wilt openen, voert u een van de
onderstaande stappen uit:
Klik in de charm Instellingen op Toetsenbord ->
Schermtoetsenbord en het vak Handgeschreven berichten.
Klik op het toetsenbordpictogram ( ) op de taakbalk van het
Windows-bureaublad.
Accu
In dit gedeelte worden de accutypen, de omgang ermee, de
oplaadmethoden en het gebruik ervan toegelicht.
Gebruikershandleiding 4-15
Accutypen
De computer bevat verschillende soorten accu’s/batterijen.
Accu-eenheid
De lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding ook wel 'hoofdaccu' of
kortweg 'accu' genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer
wanneer de netadapter niet is aangesloten.
RTC-batterij (batterij voor de real-time klok)
De RTC-batterij (Real Time Clock) voorziet de interne real-time klok en
kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie als de computer
is uitgeschakeld. Als de RTC-batterij leeg is, raakt het systeem deze
gegevens kwijt en werken de real-time klok en kalender niet meer.
U kunt de instellingen van de RTC wijzigen in het BIOS Setup-
hulpprogramma. Raadpleeg het gedeelte Hulpprogramma TOSHIBA Setup
voor meer informatie.
Zelfs als de netadapter is aangesloten, wordt de RTC-batterij wordt niet
opgeladen terwijl de computer is uitgeschakeld
Onderhoud en gebruik van de accu
Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte
behandeling van de accu.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor
gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
De RTC-accu van de computer is een Ni-MH-accu en dient uitsluitend
door uw leverancier of een TOSHIBA-servicevertegenwoordiger te
worden vervangen. Indien de batterij onjuist wordt vervangen,
gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u
bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of
voorschriften.
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur tussen 5°C en 35ºC.
Als u de accu bij een hogere of lagere temperatuur oplaadt, kan
elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de
gebruiksduur van de accu achteruitgaan.
De accu opladen
Als de lading in de accu-eenheid opraakt, gaat het acculampje oranje
knipperen om aan te geven dat er slechts acculading voor enkele minuten
resteert. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het acculampje knippert,
wordt de sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en
wordt de computer automatisch afgesloten.
Gebruikershandleiding 4-16
U moet een accu opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Als u een accu-eenheid wilt opladen, steekt u het ene uiteinde van de
netadapter in de gelijkstroomingang (19 V) en het andere uiteinde in een
functionerend stopcontact. Het acculampje brandt oranje terwijl de accu
wordt opgeladen.
Oplaadtijd
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe lang het ongeveer duurt om
een lege accu volledig op te laden.
Type accu Uitgeschakeld Ingeschakeld
Accu (39 Wh, 6 cellen) circa 3 uur circa 3,5~8,5 uur
RTC-batterij Wordt niet
opgeladen
circa 12 uur
Let erop dat de oplaadtijd als de computer is ingeschakeld, wordt
beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de
computer en hoe u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief
gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik
wellicht nauwelijks opgeladen.
Opmerkingen over het opladen van de accu
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct
wordt opgeladen:
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze
helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt
opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en
35°C op te laden.
De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele
minuten aangesloten; hierna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het acculampje een snelle daling in de gebruiksduur van
de accu aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit:
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot het systeem zichzelf automatisch uitschakelt.
2. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact.
3. Laad de accu op totdat het acculampje wit brandt.
Gebruikershandleiding 4-17
Herhaal deze stappen twee of drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Accucapaciteit controleren
De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd:
Door te klikken op het accupictogram op de taakbalk
Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Wacht ten minste zestien seconden na het inschakelen van de
computer voordat u probeert de resterende gebruiksduur te
controleren. Dit omdat de computer deze tijd nodig heeft om de
resterende capaciteit van de accu te controleren en om de resterende
bedrijfstijd uit te rekenen op basis van het huidige energieverbruik.
Let er wel op dat de werkelijke resterende gebruiksduur enigszins kan
afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet
zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn.
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één
acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt
van het volgende:
Processorsnelheid
Helderheid van scherm
Slaapstand
Sluimerstand
Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld
Tijd waarna de SSD wordt uitgeschakeld
Hoe vaak en hoe lang u de SSD en externe stations, zoals het
optische station, gebruikt.
Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu.
De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten (zoals een
USB-apparaat) die door de accu van stroom worden voorzien.
Of de slaapstand is ingeschakeld, zodat accu-energie kan worden
bespaard als u de computer regelmatig in- en uitschakelt.
De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat.
Of u het scherm sluit wanneer u het toetsenbord niet gebruikt. Het
scherm sluiten bespaart energie.
De omgevingstemperatuur. De gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen.
Gebruikershandleiding 4-18
Leeglooptijd van accu's
Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen,
zal de accu binnen de onderstaande geschatte tijdsduur zijn leeggelopen.
Type accu Slaapstand Afsluitmodus
Accu (39 Wh, 6 cellen) circa 4 dagen circa 70 dagen
RTC-batterij circa 30 dagen circa 30 dagen
Gebruiksduur van de accu verlengen
U kunt de gebruiksduur van de accu-eenheid als volgt verlengen:
Ontkoppel de computer ten minste eenmaal per maand van de
voedingsbron en gebruik het systeem op accu-energie totdat de accu-
eenheid helemaal leeg is. Voer eerst de volgende stappen uit:
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de
computer niet wordt ingeschakeld, gaat u naar stap 4.
3. Laat de computer vijf minuten aanstaan op de accu. Als de accu-
eenheid minimaal vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder totdat
de accu helemaal leeg is. Als echter het acculampje knippert of als er
een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, ga dan naar stap 4.
4. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact. Het acculampje moet
oranje branden om aan te geven dat de accu-eenheid wordt
opgeladen. Als het acculampje niet brandt, betekent dit dat er nog
geen stroom wordt toegevoerd. Controleer de aansluitingen van de
netadapter en het netsnoer.
5. Laad de accu-eenheid op totdat het acculampje wit brandt.
Draadloos WAN-apparaat
Sommige computers zijn voorzien van een functionaliteit voor draadloos
WAN. Dit apparaat maakt een snelle verbinding met internet, een
bedrijfsintranet en e-mail mogelijk wanneer u niet op kantoor bent.
Een SIM-kaart installeren
Voer de volgende stappen uit om een SIM-kaart te installeren:
1. Klik op Energie in de charm Instellingen en klik vervolgens op
Uitschakelen. Let erop dat het aan/uit-lampje uit is
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3. Zoek de SIM-kaartsleuf.
Gebruikershandleiding 4-19
4. U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun
voorwerp (van circa 1 mm) zoals een rechtgebogen paperclip in het
uitwerpgaatje te steken. Trek voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om
deze te openen.
Trek de SIM-kaarthouder nooit helemaal uit de sleuf.
Afbeelding 4-14 De SIM-kaarthouder openen
2
1
1. Dun voorwerp (diameter van 0,8
mm)
2. SIM-kaarthouder
De vormgeving van het product verschilt per model.
5. Plaats de SIM-kaart met de metalen connectoren omhoog gericht in
de SIM-kaarthouder
Gebruikershandleiding 4-20
6. Plaats de SIM-kaarthouder in de SIM-kaartsleuf en druk op het
midden van de houder om deze te sluiten. Duw zachtjes totdat de
houder vastklikt.
Afbeelding 4-15 De SIM-kaart plaatsen
1
2
3
1. Sleuf voor SIM-kaart 3. SIM-kaarthouder
2. SIM-kaart
De vormgeving van het product verschilt per model.
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of
paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Raak de aansluitpunten op de SIM-kaart en op de computer niet aan.
Vuil op de connectoren kan toegangsproblemen veroorzaken.
Een SIM-kaart verwijderen
Voer de volgende stappen uit als u de SIM-kaart wilt verwijderen:
1. Schakel de computer uit. Controleer of het aan/uit-lampje uit is.
2. U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun
voorwerp (van circa 1 mm) zoals een rechtgebogen paperclip in het
uitwerpgaatje te steken. Trek voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om
deze te openen.
3. Verwijder de SIM-kaart uit de SIM-kaarthouder.
4. Plaats de SIM-kaarthouder terug in de SIM-kaartsleuf.
GPS-functie
Uw computer kan ingebouwde GPS (Global Positioning System) bevatten.
De prestaties van de GPS zijn afhankelijk van de omgeving. Het is mogelijk
dat een locatie niet kan worden bepaald.
Uw huidige locatie wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de
GPS-status of de locatie. Als u de gegevens over uw huidige locatie
ophaalt van de computer, kan uw huidige locatie mogelijk niet worden
gedetecteerd vanwege de nauwkeurigheid van de informatie. Uw huidige
Gebruikershandleiding 4-21
locatie kan bijvoorbeeld mogelijk niet worden gedecteerd op de volgende
plaatsen of in de volgende situaties:
In of direct onder een gebouw
In een tas of doos
Tussen dichte bomen
Als zich een obstakel (persoon of voorwerp) voor de antenne bevindt
In een ondergrondse tunnel, onder de grond of onder water
In volgebouwde straten of woongebieden
In de buurt van hoogspanningskabels
Bij slecht weer zoals zware regen of sneeuw
LAN
Het toetsenborddock biedt ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN
(10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits
per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en
ontkoppelt van een LAN.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde)
verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden
(aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met
een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in
het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T)
gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen:
Gebruikershandleiding 4-22
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens
LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de
netadapter ontkoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een
LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die aan de LAN-
poort is gekoppeld. Als u dit doet, kunnen schade of storingen
optreden.
1. Schakel alle externe apparaten uit die op de computer zijn
aangesloten.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig
tot de vergrendeling vast klikt.
Afbeelding 4-16 De LAN-kabel aansluiten
1
2
1. LAN-aansluiting 2. LAN-kabel
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector
of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of
softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of
configureert.
Geheugenmedia
Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u
verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt
plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten
zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf
terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven,
nietjes en paperclips in de computer of het toetsenbord terechtkomen.
Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Voor gebruik van een miniSD/microSD-kaart is een adapter vereist.
Gebruikershandleiding 4-23
Houd er rekening mee dat niet alle geheugenmedia zijn getest op een
correcte werking. Er kan derhalve niet worden gegarandeerd dat alle
geheugenmedia probleemloos functioneren.
De sleuf ondersteunt geen Magic Gate-functies.
Afbeelding 4-17 Voorbeelden van geheugenmedia
Secure Digital (SD)-kaart microSD-kaartadapter en
microSD-kaart
MultiMediaCard (MMC)
Aandachtspunten met betrekking tot
geheugenkaarten
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure
Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal
kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal dus
niet op andere computers of apparaten afspelen of naar andere computers
of apparaten kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen
verveelvoudigen voor privégebruik.
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u SD-
geheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC- en SDXC-
geheugenkaarten.
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit.
Het logo op geheugenkaarten verschilt echter, zodat u bij aanschaf
goed op het logo moet letten.
Het logo van een SD-geheugenkaart is (
).
Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ( ).
Het logo van een SDXC-geheugenkaart is ( ).
De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De
maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De
maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 64 GB.
Gebruikershandleiding 4-24
Formattering van geheugenmedia
Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen.
Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een
apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd
conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert,
dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of
digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de
formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het
beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg
kan met het kopieerbeveiligingssysteem.
Behandeling van schijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van
kaarten in acht.
Buig kaarten niet.
Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats.
Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden.
Plaats de kaart na gebruik terug in de houder.
De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.
Laat een kaart niet gedeeltelijk in de sleuf zitten. Duw de kaart in de
sleuf totdat deze vastklikt.
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
geen gegevens wilt vastleggen.
Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens.
Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten.
Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie.
De schrijfbeveiliging
Geheugenkaarten hebben een schrijfbeveiliging.
Gebruikershandleiding 4-25
SD-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, SDXC-
geheugenkaart)
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen
gegevens wilt vastleggen.
Geheugenmedia plaatsen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmedium wilt
plaatsen:
1. Verwijder de dummykaart.
De dummykaart heeft de vorm van een echte SD-geheugenkaart en houdt
stof en vuil uit de geheugenmediasleuf.
Afbeelding 4-18 De nepkaart verwijderen
1
2
1. Geheugenmediasleuf 2. Dummykaart
2. Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen
delen) omhoog zijn gericht.
Gebruikershandleiding 4-26
3. Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediasleuf aan de zijkant
van de computer.
Afbeelding 4-19 Geheugenmedia plaatsen
1
2
1. Geheugenmediasleuf 2. Geheugenmedium
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u
dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet
meer verwijderen.
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia
plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan
statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Schakel niet over op de slaapstand of de sluimerstand terwijl
bestanden worden gekopieerd. Hierdoor kunnen gegevens verloren
gaan.
4. Duw zachtjes tegen het geheugenmedium totdat dit vastklikt.
Geheugenmedia verwijderen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. Voer de volgende stappen uit om een geheugenmedium te
verwijderen:
1. Klik op de tegel Bureaublad en open het pictogram Hardware veilig
verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk.
2. Wijs het geheugenmedium aan en klik op de linkerknop van het
touchpad.
3. Duw op het geheugenmedium totdat u een klik hoort en de kaart naar
voren komt.
4. Verwijder nu het geheugenmedium.
5. Plaats de dummykaart terug in de sleuf.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt
terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans
dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Gebruikershandleiding 4-27
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de
slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer
instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren
gaan.
Verwijder niet alleen de miniSD/microSD-kaart terwijl u de adapter in
de geheugenmediasleuf laat zitten.
Extern beeldscherm
U kunt de weergavemogelijkheden van uw computer uitbreiden met extra
beeldschermen. Met extra beeldschermen kunt u uw bureaublad delen of
het bureaublad uitbreiden.
Een extern beeldscherm aansluiten
Uw computer wordt geleverd met een ingebouwd scherm, maar u kunt ook
andere externe beeldschermen aansluiten via de beschikbare poorten op
de computer.
U kunt de HDMI-poort en de poort voor een externe RGB-monitor op
het toetsenborddock niet tegelijkertijd gebruiken. Als beide poorten
zijn aangesloten, wordt alleen de HDMI-poort geactiveerd.
Sommige modellen kunnen een functie voor drie monitoren bieden,
waarbij het beeld op drie monitoren onafhankelijk kan worden
weergegeven.
Poort voor externe RGB-monitor
Op de poort voor een externe RGB-monitor op het toetsenborddock kan
een externe analoge monitor worden aangesloten. Voer de volgende
stappen uit om een externe analoge monitor aan te sluiten:
1. Sluit de RGB-kabel aan op de poort voor een externe RGB-monitor.
Afbeelding 4-20 De RGB-kabel aansluiten op de poort voor een externe RGB-
monitor
1
2
1. Poort voor externe RGB-monitor
2. RGB-kabel
Gebruikershandleiding 4-28
De poort voor een externe RGB-monitor bevat geen
bevestigingsschroeven voor een monitorkabel. Monitorkabels met
bevestigingsschroeven kunnen echter wel worden gebruikt.
2. Zet de externe monitor aan.
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch
herkend en wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome
monitor betreft.
Als het bureaublad wordt weergegeven op een externe analoge
monitor, wordt dit soms in het midden van de monitor weergegeven
met zwarte balken rondom (in een klein formaat).
Raadpleeg in dat geval de handleiding van de monitor en stel een
weergavemodus in die door de monitor wordt ondersteund. Het
bureaublad wordt dan weergegeven op een geschikte grootte met de
juiste hoogte-breedteverhouding.
De HDMI-poort
De HDMI-poort (High-Definition Multimedia Interface) zet zowel video- als
audiogegevens digitaal over zonder dat de kwaliteit hierbij afneemt. HDMI-
compatibele externe beeldschermen, waaronder televisies, kunnen via de
HDMI-poort worden aangesloten.
Als u een HDMI-compatibel apparaat wilt aansluiten, voert u de volgende
stappen uit:
Aangezien niet van alle HDMI-beeldschermen de werking van de poorten
is gecontroleerd, werken sommige HDMI-beeldschermen mogelijk niet
correct.
Als u een apparaat wilt aansluiten op de HDMI-poort, moet u een HDMI-
kabel kopen.
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van
het HDMI-weergaveapparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort op
de computer of op het toetsenborddock.
Gebruikershandleiding 4-29
Afbeelding 4-21 Aansluiten op de HDMI-poort op de computer
1
2
1. HDMI(micro)-poort 2. HDMI-kabel (D-type stekker)
Afbeelding 4-22 Aansluiten op de HDMI-poort op het toetsenborddock
1
2
1. HDMI-poort 2. HDMI-kabel (A-type stekker)
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI-apparaat niet aansluiten
of loskoppelen:
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
Wanneer u een televisie of externe monitor aansluit op de HDMI-poort,
moet het beelduitvoerapparaat zijn ingesteld op HDMI.
Wanneer u de HDMI-kabel loskoppelt en weer aansluit, dient u minstens 5
seconden te wachten voordat u de HDMI-kabel weer aansluit.
Wanneer u het beelduitvoerapparaat wijzigt, wordt het afspeelapparaat
mogelijk niet automatisch gewijzigd. In dit geval stelt u het afspeelapparaat
in op hetzelfde apparaat als het beelduitvoerapparaat door het
afspeelapparaat als volgt aan te passen:
1. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist -> Configuratiescherm ->
Hardware en geluiden -> Geluid.
Gebruikershandleiding 4-30
2. Selecteer op het tabblad Afspelen het afspeelapparaat waarnaar u wilt
overschakelen.
3. Als u de interne luidsprekers van de computer wilt gebruiken, selecteert
u Luidsprekers. Als u de televisie of externe monitor wilt gebruiken die u
op de computer hebt aangesloten, selecteert u een ander afspeelapparaat.
4. Klik op de knop Standaard.
5. Klik op OK om het dialoogvenster Geluid te sluiten.
Instellingen voor beeldweergave op HDMI
Als u beelden op een HDMI-apparaat wilt weergeven, dient u de volgende
instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk niets
weergegeven.
Selecteer het weergaveapparaat met behulp van de functietoets voordat u
de video afspeelt. Kies tijdens het afspelen geen ander weergaveapparaat.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties:
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven.
Terwijl er communicatie plaatsvindt.
HD-formaat selecteren
Voer de onderstaande stappen uit om de weergavemodus te selecteren:
1. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist -> Configuratiescherm.
2. Klik op Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen.
3. Klik op Beeldscherm.
4. Klik op Beeldscherminstellingen wijzigen.
5. Klik op Geavanceerde instellingen.
6. Klik op Alle modi weergeven.
7. Selecteer een van de volgende modi bij Alle modi weergeven.
Draadloze weergave
Sommige modellen ondersteunen Intel Wireless Display (Intel WiDi), een
draadloze technologie die Wi-Fi gebruikt om het mogelijk te maken de
computer draadloos te verbinden met externe beeldschermen, met inbegrip
van tv's, die als schermuitbreiding worden gebruikt. Met Intel WiDi kunnen
documenten, gestreamde/lokale media of andere online inhoud draadloos
met anderen worden gedeeld.
Als u Intel WiDi wilt gebruiken, is een van de volgende apparaten vereist:
Een compatibel extern beeldscherm met ingebouwde ondersteuning
van Intel WiDi.
Gebruikershandleiding 4-31
Een extern beeldscherm met HDMI-poort en een digitale adapter met
Intel WiDi.
De adapter is een apparaat dat via de HDMI-poort op het externe
beeldscherm wordt aangesloten en Wi-Fi-signalen van de computer
kan ontvangen.
Typ 'Intel WiDi' in het startscherm en klik op Intel(R) WiDi. De Intel WiDi-
toepassing wordt gestart en u bent gereed om de verbinding te starten.
Voor meer informatie over het voltooien van de verbinding raadpleegt u de
Help van de toepassing.
Bepaalde media met kopieerbeveiliging kunnen mogelijk niet op externe
beeldschermen worden afgespeeld via Intel WiDi.
De beeldscherminstellingen wijzigen
Nadat een of meer externe beeldschermen zijn aangesloten, kan het
besturingssysteem automatische de beeldscherminstellingen detecteren,
identificeren en configureren.
U kunt ook handmatig beheren hoe de externe schermen werken en de
scherminstellingen wijzigen door op P te drukken terwijl u de Windows-
toets (
) ingedrukt houdt. Als u het externe beeldscherm loskoppelt
voordat u de computer uitschakelt, moet u eerst overschakelen naar het
interne scherm.
Optionele TOSHIBA-accessoires
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door
een aantal opties en accessoires toe te voegen. In de volgende lijst vindt u
informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of
TOSHIBA-leverancier:
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee
om voor elke locatie een extra netadapter te
kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee
te nemen.
Cradle voor
TOSHIBA-tablet
De cradle voor de TOSHIBA-tablet biedt de
volgende mogelijkheden:
Stroomvoorziening en accu opladen
Hoofdtelefoonaansluiting
USB- en HDMI-poorten
LAN-aansluiting
Stylus U kunt bij uw TOSHIBA-leverancier stylussen
aanschaffen voor reservedoeleinden (extra
penpunten en een verwijdergereedschap zijn
inbegrepen).
Gebruikershandleiding 4-32
Reservepen Reservepennen zijn verkrijgbaar bij uw
TOSHIBA-leverancier. Gebruik de reservepen in
plaats van de stylus als u deze kwijt bent of als
hij stuk is.
Niet alle accessoires zijn beschikbaar in uw regio. Neem contact op met uw
wederverkoper of TOSHIBA-leverancier voor meer informatie.
Geluidssysteem en videomodus
In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Volume Mixer
Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen
van apparaten en toepassingen onder Windows.
U start het hulpprogramma Volumemixer door te klikken op
Bureaublad, met de rechtermuisknop te klikken op het
luidsprekerpictogram op de taakbalk en Volumemixer openen te
selecteren in het submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te
schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt,
versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.
Microfoonvolume
Volg de onderstaande stappen om het opnamevolume van de microfoon te
wijzigen.
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de
taakbalk en selecteer Opnameapparaten in het submenu.
2. Selecteer Microfoon en klik op Eigenschappen.
3. Versleep de schuifregelaar Microfoon op het tabblad Niveaus om het
volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar
Microfoonversterking naar een hoger niveau.
Audio-aanpassingen
Voer de onderstaande stappen uit als u de geluidseffecten van de huidige
luidspreker wilt toepassen.
1. Klik op Bureaublad, klik met de rechtermuisknop op het
luidsprekerpictogram op de taakbalk en selecteer Afspeelapparaten
in het submenu.
2. Selecteer Luidsprekers en klik op Eigenschappen.
3. Selecteer de gewenste geluidseffecten op het tabblad Aanpassingen
en klik op Toepassen.
Gebruikershandleiding 4-33
Realtek HD Audio Manager
U kunt de audioconfiguratie controleren en wijzigen met Realtek HD
Audio Manager. U start Realtek HD Audio Manager als volgt:
Klik op Bureaublad -> Desktop Assist -> Configuratiescherm ->
Hardware en geluiden -> Realtek HD Audio Manager.
Wanneer u Realtek HD Audio Manager voor het eerst start, ziet u twee
apparaattabs. Speakers (Luidsprekers) is het standaarduitvoerapparaat.
Microphone is het standaardinvoerapparaat. Als u het standaardapparaat
wilt wijzigen, klikt u op de knop Set Default Device (Standaardapparaat
instellen) onder de tab van het gekozen apparaat.
Informatie
Klik op de informatieknop om hardwaregegevens, softwaregegevens
en de taalinstelling weer te geven.
Energiebeheer
De audiocontroller in uw computer kan worden uitgeschakeld wanneer de
audiofunctie niet actief is. Als u de configuratie van het audio-
energiebeheer wilt aanpassen, klikt op de batterijknop .
Als audio-energiebeheer is ingeschakeld, is de knop met het rondje
linksboven in Power Management (Energiebeheer) blauw en bol.
Als deze knop zwart en hol is, is audio-energiebeheer uitgeschakeld.
Luidsprekerconfiguratie
Klik op de knop Audio Test om te controleren of het geluid van de
interne luidsprekers of de koptelefoon uit de juiste richting komt.
Standaardindeling
U kunt de samplingfrequentie en bitdiepte van geluid wijzigen.
DTS Studio Sound
DTS Studio Sound™ is een suite programma's voor audioverbetering die
revolutionaire audiotechnologie gebruikt om de meest overrompelende en
natuurgetrouwe luisterbeleving te bieden die ooit mogelijk was in een
configuratie met twee luidsprekers.
DTS Studio Sound biedt de volgende functies:
Geavanceerde audioweergave voor 2D- en 3D-video-inhoud voor een
levensechte surround-sound
Accurate plaatsing van audiocues voor een overrompelende surround-
sound bij elke luidsprekerconfiguratie van laptop-/desktopluidsprekers
of een hoofdtelefoon
Gebruikershandleiding 4-34
Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld
Maximale volume-uitvoer met een maximaal volume zonder afkapping
of vervorming
Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen
Basverbetering voor rijke lage frequenties
Heldere hoge frequenties voor heldere details
Consistent volumeniveau voor de gehele inhoud
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Bureaublad -> Desktop
Assist -> Media & entertainment -> DTS Studio Sound.
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie http://
patents.dts.com.
Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing Limited.
Videomodus
De video-instellingen worden ingesteld in het dialoogvenster
Schermresolutie.
U opent het dialoogvenster Schermresolutie door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist -> Configuratiescherm -> Vormgeving
en persoonlijke instellingen -> Beeldscherm ->
Beeldscherminstellingen wijzigen.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (bijvoorbeeld een 3D-toepassing of
als u een video afspeelt), kan er sprake zijn van een schokkerig of
knipperend beeld of van het wegvallen van beeld.
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct
wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-35
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en
geavanceerd gebruik
In dit hoofdstuk worden de hulpprogramma's en speciale voorzieningen
van deze computer beschreven en wordt het geavanceerde gebruik van
bepaalde hulpprogramma's toegelicht.
Hulpprogramma's en toepassingen
In deze paragraaf worden de op de computer voorgeïnstalleerde
hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's
start. Raadpleeg indien van toepassing de online handleiding, de Help-
bestanden of het bestand Leesmij.txt bij elk hulpprogramma voor informatie
over toepassing en het gebruik.
Alle hier beschreven hulpprogramma's zijn toegankelijk via Bureaublad ->
Desktop Assist. U vindt het pictogram Desktop Assist op de taakbalk van
het bureaublad.
Daarnaast kunnen sommige hulpprogramma's ook worden gestart via het
startscherm of een snelkoppeling op het bureaublad.
TOSHIBA Desktop
Assist
TOSHIBA Desktop Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u toegang krijgt tot
speciale toepassingen en TOSHIBA-
hulpprogramma's die het gebruik en de
configuratie van de computer vereenvoudigen.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist.
Gebruikershandleiding 5-1
TOSHIBA-
weergavehulpprogra
mma
Het TOSHIBA-weergavehulpprogramma omvat
het hulpprogramma Tekstgrootte bureaublad, het
hulpprogramma Scherm splitsen en andere
instellingen.
Met Tekstgrootte bureaublad kunt u de tekst op
het bureaublad groter of kleiner maken op basis
van uw gebruik en voorkeur. U kunt de
tekstgrootte op het scherm en in de titelbalk van
vensters wijzigen door de tekstschaal te wijzigen.
Wanneer de schaal kleiner is, wordt meer
informatie tegelijk op het scherm weergegeven,
maar wordt de tekst kleiner. Wanneer de schaal
groter is, wordt minder informatie tegelijk op het
scherm weergegeven, maar wordt de tekst
groter.
U kunt het hulpprogramma Scherm splitsen zelf
installeren. Met het hulpprogramma Scherm
splitsen kunt u meerdere schermzones op het
scherm maken en actieve vensters aanpassen
binnen deze zones.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Hulpprogramma's ->
Weergavehulpprogramma.
Voor meer informatie over de hulpprogramma's
Tekstgrootte bureaublad en Scherm splitsen
raadpleegt u het Help-bestand.
TOSHIBA-
wachtwoordhulppro-
gramma
Met dit hulpprogramma kunt u een wachtwoord
instellen om de toegang tot de computer te
beperken.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Hulpprogramma's ->
Wachtwoordhulpprogramma.
TOSHIBA-
systeeminstellingen
Met dit programma kunt u uw hardware-
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de
randapparaten die u gebruikt.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Hulpprogramma's -> Systeeminstellingen.
Gebruikershandleiding 5-2
TOSHIBA eco Utility Deze computer beschikt over een 'ecostand'. In
deze stand worden de prestaties van sommige
apparaten iets verminderd om zo het
stroomverbruik te verlagen. Als u deze stand
doorlopend gebruikt, is de energiebesparing
meetbaar.
TOSHIBA eco Utility helpt het energieverbruik
van de computer regelen. Verschillende soorten
informatie kunnen u helpen te begrijpen in welke
mate u bijdraagt aan het milieu.
Bovendien bevat dit hulpprogramma een
piekverschuivingsfunctie die kan helpen het
stroomverbruik tijdens piekperioden te
verminderen door een deel van het
stroomverbruik te verschuiven naar perioden met
een lager stroomverbruik.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Hulpprogramma's -> eco Utility.
Voor meer informatie over TOSHIBA eco Utility
raadpleegt u het Help-bestand.
TOSHIBA Media
Player van sMedio
TrueLink+
Deze software is een multimediaspeler die kan
worden gebruikt om video, muziek en foto's weer
te geven.
Toshiba Media Player kan inhoud afspelen uit
een lokale bibliotheek, in een thuisnetwerk of op
SkyDrive.
U opent dit programma door te klikken op het
pictogram Media Player op het startscherm.
Raadpleeg de zelfstudie voor meer informatie.
TOSHIBA-functietoets Met dit hulpprogramma kunt u bepaalde functies
uitvoeren door te drukken op de opgegeven
toets, al dan niet in combinatie met de FN-toets.
U stelt dit hulpprogramma in door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Hulpprogramma's -> Functietoets.
Voor meer informatie raadpleegt u het gedeelte
Functietoets.
Gebruikershandleiding 5-3
TOSHIBA Service
Station
Met deze toepassing kan de computer
automatisch zoeken naar updates van TOSHIBA-
software of andere waarschuwingen van
TOSHIBA die specifiek zijn voor uw
computersysteem en de programma's die erop
staan. Als deze toepassing is ingeschakeld,
wordt regelmatig een klein aantal
systeemgegevens naar onze servers verzonden.
Deze gegevens worden behandeld in
overeenstemming met de regels en voorschriften
en met wetten voor gegevensbescherming.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Ondersteuning & herstel -> Service Station.
TOSHIBA PC Health
Monitor
De toepassing TOSHIBA PC Health Monitor
controleert diverse systeemfuncties, zoals
stroomverbruik, accustatus en systeemkoeling,
en informeert u over belangrijke
systeemomstandigheden. Deze toepassing
herkent het serienummer van het systeem en
van afzonderlijke onderdelen en houdt specifieke
activiteiten bij met betrekking tot het gebruik
ervan.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Ondersteuning & herstel -> PC Health
Monitor.
Voor meer informatie over TOSHIBA PC Health
Monitor raadpleegt u het Help-bestand.
TOSHIBA Resolution
+-invoegtoepassing
voor Windows Media
Player
Met deze invoegtoepassing kunt u wmv- en mp4-
video's converteren met Windows Media Player.
Voor meer informatie raadpleegt u de Help van
de TOSHIBA Resolution+-invoegtoepassing voor
Windows Media Player.
U opent de Help door te klikken op Bureaublad -
> Desktop Assist -> Media & entertainment ->
TOSHIBA Resolution+-invoegtoepassing
voor Windows Media Player - Help.
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle
bovengenoemde software.
Voor toegang tot de installatiebestanden van de stuurprogramma's/
hulpprogramma's typt u Toepassingen in het startscherm en klikt u op
Toepassingen en stuurprogramma's in de lijst die verschijnt.
Gebruikershandleiding 5-4
De toepassing TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+ maakt geen
deel uit van de bovenstaande installatiebestanden, maar kan worden
gedownload via de Windows Store.
Speciale voorzieningen
De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn
geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer
vergemakkelijken.
U hebt toegang tot elke functie door de volgende stappen uit te voeren.
*1
U opent Energiebeheer door te klikken op Bureaublad -> Desktop
Assist -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging ->
Energiebeheer.
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
*1
Met deze functie wordt het beeldscherm van de
computer automatisch uitgeschakeld als het
toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt.
Het scherm wordt weer ingeschakeld als er een
toets wordt ingedrukt. Dit kan worden ingesteld
via Energiebeheer.
SSD automatisch
uitschakelen
*1
Met deze functie wordt de SSD automatisch
uitgeschakeld als een bepaalde tijd geen
activiteit op de SSD heeft plaatsgevonden. De
SSD wordt ingeschakeld wanneer deze weer
wordt gebruikt. Dit kan worden ingesteld via
Energiebeheer.
Intel AT De Intel-antidiefstaltechnologie (Intel AT) is een
ingesloten, hardwarematige beveiligingsfunctie
die vertrouwelijke gegevens kan helpen
beveiligen en uw computer kan helpen
beschermen tegen diefstal.
Wanneer u het wachtwoord voor Intel AT invoert,
gebruikt u het toetsenborddock of het externe
USB-toetsenbord dat u hebt gebruikt om het
wachtwoord te registreren.
Wanneer u het wachtwoord voor Intel AT
registreert, moet u het toetsenborddock of het
externe USB-toetsenbord gebruiken.
Systeem automatisch
in slaapstand/
sluimerstand
*1
Met deze functie wordt het systeem automatisch
in de slaapstand of de sluimerstand gezet als
een bepaalde tijd lang geen invoer of
hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. Dit kan
worden ingesteld via Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 5-5
Wachtwoord voor
opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging
om ongeoorloofd gebruik van uw computer te
voorkomen.
Intelligente
stroomvoorziening
*1
Een microprocessor in de intelligente
stroomvoorziening van de computer detecteert
de acculading en berekent automatisch de
resterende accucapaciteit; de elektronische
onderdelen worden beschermd tegen abnormale
omstandigheden zoals extreme spanningspieken
vanuit de netadapter. Dit kan worden ingesteld
via Energiebeheer.
Energiebesparings-
modus
*1
Met deze voorziening kunt u de computer
configureren om accu-energie te besparen. Dit
kan worden ingesteld via Energiebeheer.
In-/uitschakelen via
LCD
*1
Met deze functie wordt de computer automatisch
uitgeschakeld wanneer het LCD-scherm wordt
gesloten en weer ingeschakeld zodra het scherm
wordt geopend. Dit kan worden ingesteld via
Energiebeheer.
Automatische
sluimerstand bij lage
acculading
*1
Als de acculading zover is gedaald dat u de
computer niet meer kunt gebruiken, wordt
automatisch de sluimerstand geactiveerd en
wordt het systeem afgesloten. Dit kan worden
ingesteld via Energiebeheer.
Slaapstand Als u uw werk moet onderbreken, kunt u met
deze functie de computer uitschakelen zonder de
software te hoeven sluiten De gegevens worden
opgeslagen in het hoofdgeheugen van de
computer, zodat u kunt verder werken waar u
was gebleven wanneer u de computer weer
aanzet.
Sluimerstand Met deze functie kunt u de stroom naar de
computer uitschakelen zonder de software te
hoeven sluiten. De inhoud van het
hoofdgeheugen wordt automatisch op de SSD
opgeslagen. Wanneer u de computer weer
aanzet, kunt u verdergaan met uw werk op de
plaats waar u was gestopt. Raadpleeg het
gedeelte De computer uitschakelen voor meer
informatie.
Gebruikershandleiding 5-6
De functie USB-
activering
Deze functie herstelt de computer uit de
slaapstand, afhankelijk van de externe apparaten
die op de USB-poorten zijn aangesloten.
Als bijvoorbeeld een muis of USB-toetsenbord is
aangesloten op een USB-poort, wordt de
computer geactiveerd als u met een muisknop
klikt of een toets op het toetsenbord indrukt.
Warmteverspreiding
*1
Om de processor tegen oververhitting te
beschermen, is deze voorzien van een interne
temperatuursensor die een ventilator inschakelt
of de verwerkingssnelheid verlaagt indien de
interne temperatuur van de computer een
bepaald niveau bereikt. U kunt instellen of u deze
temperatuur wilt regelen door eerst de ventilator
aan te zetten en daarna zo nodig de
processorsnelheid te verlagen of vice versa.
Deze functies worden beide ingesteld via
Energiebeheer.
Zodra de temperatuur van de processor tot een
normaal niveau is gedaald, werken de ventilator
en de processor weer op de standaardsnelheid.
Als de temperatuur van de processor bij een van
beide instellingen een onaanvaardbaar hoog
niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In
dat geval gaan alle niet-opgeslagen gegevens in
het geheugen verloren.
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma
Het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma biedt twee niveaus van
wachtwoordbeveiliging: Gebruiker en Supervisor.
Wachtwoorden die met het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma worden
ingesteld, verschillen van het Windows-wachtwoord.
Gebruikerswachtwoord
U start het hulpprogramma door te klikken op de volgende items:
Bureaublad -> Desktop Assist -> Hulpprogramma's ->
Wachtwoordhulpprogramma -> Gebruikerswachtwoord
Gebruikersverificatie is mogelijk vereist om de gebruikersrechten te
controleren wanneer u 'TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma' gebruikt om
wachtwoorden te verwijderen, te wijzigen en dergelijke.
Gebruikershandleiding
5-7
Instellen (knop)
Klik op deze knop om een wachtwoord te registreren. Na het instellen
van een wachtwoord wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren
wanneer u de computer opstart.
Nadat u het wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er een
dialoogvenster met de vraag of u het wachtwoord op een ander
medium wilt opslaan. Als u het wachtwoord vergeet, kunt u het
wachtwoordbestand op een andere computer openen. Bewaar de
diskette/schijf met het wachtwoordbestand op een veilige plaats.
Wanneer u de tekenreeks invoert om het wachtwoord te registreren,
dient u elk teken via het toetsenbord te typen. Voer het wachtwoord
niet in als ASCII-code of door middel van kopiëren en plakken.
Controleer bovendien of het geregistreerde wachtwoord correct is
door de tekenreeks naar het wachtwoordbestand uit te voeren.
Wanneer u een wachtwoord invoert, gebruik dan geen tekens die u
maakt met behulp van de toetsen SHIFT of ALT, zoals ! of #.
Verwijderen (knop)
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te verwijderen. U
kunt een wachtwoord pas verwijderen nadat u het huidige wachtwoord
correct hebt ingevoerd.
Wijzigen (knop)
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te wijzigen. U
kunt een wachtwoord pas wijzigen nadat u het huidige wachtwoord
correct hebt ingevoerd.
Eigenaarsreeks (tekstvak)
U kunt dit vak gebruiken om tekst aan het wachtwoord te koppelen.
Klik na het invoeren van de tekst op Toepassen of OK. Wanneer de
computer wordt gestart, wordt deze tekst weergegeven samen met
een melding waarin u om een wachtwoord wordt gevraagd.
Gebruik het BIOS Setup-hulpprogramma als u het wachtwoord voor de
vaste schijf of een hoofdwachtwoord voor de vaste schijf wilt instellen,
wijzigen of verwijderen.
Raadpleeg het gedeelte Hulpprogramma TOSHIBA Setup voor meer
informatie.
Gebruikershandleiding 5-8
Als u het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf vergeet, kan
TOSHIBA u NIET helpen en wordt de vaste schijf VOLLEDIG en
VOORGOED ONBRUIKBAAR. TOSHIBA kan NIET verantwoordelijk
worden gesteld voor verlies van gegevens, voor het feit dat de vaste
schijf niet bruikbaar of toegankelijk is of voor enig ander verlies dat u
of een persoon in uw organisatie lijdt doordat de vaste schijf niet meer
toegankelijk is. Stel geen gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf in
als u dit risico niet aanvaardt.
Wanneer u het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf opslaat,
moet u de computer uitschakelen en opnieuw opstarten. Als u de
computer niet uitschakelt en opnieuw opstart, worden de opgeslagen
gegevens mogelijk niet correct toegepast. Raadpleeg De computer
inschakelen voor meer informatie over het uitschakelen of opnieuw
opstarten van de computer.
Supervisorwachtwoord
Als u een supervisorwachtwoord instelt, zijn bepaalde functies mogelijk
beperkt wanneer een gebruiker zich aanmeldt met het
gebruikerswachtwoord. U stelt als volgt een supervisorwachtwoord in:
Bureaublad -> Desktop Assist -> Hulpprogramma's ->
Wachtwoordhulpprogramma -> Supervisorwachtwoord
Met dit hulpprogramma kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
Het supervisorwachtwoord registreren of verwijderen.
Beperkingen voor gewone gebruikers opgeven.
De computer starten met een wachtwoord
Als u al een gebruikerswachtwoord hebt geregistreerd, is er één manier om
de computer op te starten:
Voer het wachtwoord handmatig in.
Het wachtwoord is alleen nodig als de computer is afgesloten in de
sluimertand of de opstartmodus. U hebt het niet nodig in de slaapstand en
bij opnieuw starten.
Voer de volgende stappen uit als u een wachtwoord handmatig wilt
invoeren:
1. Schakel de computer in volgens de instructies in het gedeelte Aan de
slag. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Wachtwoord=
Op dit punt werken de functietoetsen niet. U kunt ze pas weer gebruiken
nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
2. Voer het wachtwoord in.
Gebruikershandleiding
5-9
3. Druk op ENTER.
Als u het wachtwoord driemaal achter elkaar onjuist invoert of als u niet
binnen één minuut een wachtwoord invoert, wordt de computer
uitgeschakeld. In dit geval werken functies die de computer automatisch
inschakelen (zoals Activering op LAN, Taakplanner en dergelijke) mogelijk
niet. U moet de computer opnieuw inschakelen en het wachtwoord
opnieuw proberen in te voeren.
TOSHIBA-systeeminstellingen
TOSHIBA-systeeminstellingen is een TOSHIBA-hulpprogramma voor
configuratiebeheer dat beschikbaar is via het Windows-besturingssysteem.
U start TOSHIBA-systeeminstellingen door te klikken op Bureaublad ->
Desktop Assist -> Hulpprogramma's -> Systeeminstellingen.
Het venster TOSHIBA-systeeminstellingen bevat een aantal tabbladen
waarop u specifieke functies van de computer kunt configureren.
Er zijn ook drie knoppen aanwezig: OK, Annuleren en Toepassen.
OK Bevestigt uw wijzigingen en sluit het venster
TOSHIBA-systeeminstellingen.
Annuleren Sluit het venster zonder uw wijzigingen door te
voeren.
Toepassen Bevestigt al uw wijzigingen zonder het venster
TOSHIBA-systeeminstellingen te sluiten.
Sommige opties worden grijs weergegeven, zodat u de status ervan kunt
controleren.
Het venster TOSHIBA-systeeminstellingen kan de volgende tabbladen
bevatten:
Algemeen: hier ziet u de huidige BIOS-versie en kunt u de
standaardwaarde van bepaalde instellingen wijzigen
CPU: hier kunt u instellingen voor de CPU selecteren
Beeldscherm: hier kunt u aangeven of het interne LCD-scherm en/of
de externe monitor wordt gebruikt wanneer de computer wordt
opgestart
Opstartopties: hier kunt u de volgorde wijzigen waarin de computer op
stations zoekt naar het besturingssysteem.
USB: hier kunt u instellingen voor USB selecteren
SATA: hier kunt u instellingen voor SATA selecteren
LAN: hier kunt u instellingen voor LAN selecteren
Loskoppelen en slaapstand: hier kunt u instellingen voor de
slaapstand selecteren wanneer de computer wordt losgekoppeld
Geavanceerde opties: hier kunt u instellingen selecteren voor een
bepaald apparaat of een bepaalde functie
Gebruikershandleiding 5-10
De instellingen en opties die hier worden beschreven hangen af van het
aangeschafte model.
Nadat u de instellingen hebt gewijzigd, kan een dialoogvenster worden
weergegeven waarin wordt vermeld dat de wijzigingen worden toegepast
nadat u de computer opnieuw hebt opgestart. Zorg dat u de computer
direct opnieuw opstart om deze wijzigingen toe te passen.
TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+
Wanneer u TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+ gebruikt, dient u
rekening te houden met de volgende beperkingen:
Opmerkingen betreffende het gebruik
Deze software is een multimediaspeler die kan worden gebruikt om video,
muziek en foto's weer te geven. Sommige bestanden kunnen echter
mogelijk niet normaal worden afgespeeld.
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten terwijl TOSHIBA
Media Player actief is. Energiebesparende functies kunnen een
vloeiende weergave verstoren. Als TOSHIBA Media Player wordt
gebruikt op de accu, stelt u Energiebeheer in op 'Balans'.
De schermbeveiliging wordt uitgeschakeld terwijl TOSHIBA Media
Player een videobestand of een diashow met foto's weergeeft.
De computer wordt niet automatisch in de sluimerstand, slaapstand of
afsluitmodus gezet terwijl TOSHIBA Media Player actief is.
De functie die het beeldscherm automatisch uitschakelt, is
uitgeschakeld terwijl TOSHIBA Media Player een videobestand of een
diashow met foto's weergeeft.
De functie Resolution+ is speciaal bedoeld voor de interne monitor.
Schakel Resolution+ daarom uit als u een externe monitor gebruikt.
Tijdens de weergave van inhoud met een hoge bitsnelheid kunnen
frames wegvallen, kan het geluid overslaan of kunnen de
computerprestaties afnemen.
Tik/klik op de knop Vernieuwen in de app-opdrachten om de inhoud in
het bibliotheekscherm te vernieuwen. Dit wordt niet automatisch
vernieuwd.
Als de slaapstand, sluimerstand, uitgeschakelde stand actief is of
opnieuw wordt opgestart tijdens het uploaden van bestanden naar
SkyDrive, wordt de bewerking niet correct voltooid.
Deze app ondersteunt geen weergave van inhoud die is beveiligd met
DRM. Als u inhoud met DRM-beveiliging probeert weer te geven
terwijl Resolution+ is ingeschakeld, wordt deze app mogelijk gesloten.
Voor foto's die worden geüpload naar SkyDrive geldt een maximale
resolutie van 2048 x 2048 pixels. Foto's die groter zijn, worden
geschaald tot een maximale resolutie van 2048 x 2048 pixels.
Deze app ondersteunt geen DMS.
Gebruikershandleiding 5-11
TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+
gebruiken
Voer de volgende stappen uit om een videobestand uit een lokale
bibliotheek af te spelen:
1. Klik op My Local Library (Mijn lokale bibliotheek) op de startpagina
van TOSHIBA Media Player.
2. Klik op het videobestand dat u wilt weergeven.
Voer de volgende stappen uit om een muziekbestand uit een lokale
bibliotheek af te spelen:
1. Klik op My Local Library (Mijn lokale bibliotheek) op de startpagina
van TOSHIBA Media Player.
2. Klik op Music in de linkerbovenhoek van het scherm.
3. Selecteer het pictogram van de gewenste artiest of het gewenste
album.
4. Klik op het muziekbestand dat u wilt afspelen.
Voer de volgende stappen uit om een fotobestand uit een lokale bibliotheek
weer te geven:
1. Klik op My Local Library (Mijn lokale bibliotheek) op de startpagina
van TOSHIBA Media Player.
2. Klik op Photos in de linkerbovenhoek van het scherm.
3. Selecteer het pictogram van de gewenste map of datum.
4. Klik op de foto die u wilt weergeven.
TOSHIBA Media Player van sMedio TrueLink+ openen
De functies en het gebruik van TOSHIBA Media Player worden toegelicht
in de handleiding van TOSHIBA Media Player.
Voer de volgende stappen uit om de handleiding van TOSHIBA Media
Player te openen:
Klik op het pictogram Tutorials (Zelfstudies) op de startpagina van
TOSHIBA Media Player.
Voer de volgende stappen uit om de online Help van TOSHIBA Media
Player te openen:
Wanneer TOSHIBA Media Player wordt uitgevoerd, klikt u op Help in de
charm Instellingen.
TOSHIBA PC Health Monitor
De toepassing TOSHIBA PC Health Monitor controleert diverse
systeemfuncties, zoals stroomverbruik, accustatus en systeemkoeling, en
informeert u over belangrijke systeemomstandigheden. Deze toepassing
herkent het serienummer van het systeem en van afzonderlijke onderdelen
en houdt specifieke activiteiten bij met betrekking tot de computer en het
gebruik ervan.
Gebruikershandleiding 5-12
Het programma verzamelt onder andere de volgende informatie:
werkingsduur van het apparaat en het aantal activeringen of
statuswijzigingen (d.w.z. het aantal malen dat de aan/uit-knop en
combinaties met de FN-toets worden gebruikt, netadapter, accu, LCD,
ventilator, SSD, geluidsvolume, functies voor draadloze communicatie en
USB-informatie), datum waarop het systeem voor het eerst werd gebruikt,
en het gebruik van computer en apparaten (zoals energie-instellingen,
accutemperatuur, het opladen van de accu, CPU, geheugen, gebruiksduur
van de schermverlichting en de temperatuur voor diverse apparaten). De
opgeslagen gegevens nemen een klein deel van de totale ruimte van de
SSD in beslag, circa 10 MB of minder per jaar.
Deze informatie wordt gebruikt om de systeemstatus te bepalen en een
bericht over het effect hiervan op de prestaties van uw TOSHIBA-computer
te tonen. De informatie kan ook worden gebruikt om een diagnose van
problemen te stellen indien de computer onderhoud vereist door Toshiba of
een door Toshiba erkende servicedienst. Daarnaast kan TOSHIBA deze
informatie ook gebruiken voor kwaliteitscontrole en -analyse.
Onder voorwaarde van de bovenstaande beperkingen kunnen de
gegevens die zijn vastgelegd op de SSD worden overgedragen aan
instanties buiten het land of de regio waarin u verblijft (zoals de Europese
Unie). Deze landen kunnen wel of niet beschikken over dezelfde wetten of
niveaus voor gegevensbeveiliging die zijn vereist in uw land of regio van
verblijf.
Nadat u TOSHIBA PC Health Monitor hebt ingeschakeld, kunt u dit op elk
gewenst moment uitschakelen door de software te verwijderen via Een
programma verwijderen in Configuratiescherm. Hiermee wordt tevens
alle verzamelde informatie van de SSD verwijderd.
De software TOSHIBA PC Health Monitor vergroot of wijzigt op geen
enkele wijze de verplichtingen van Toshiba volgens de standaard beperkte
garantie. De voorwaarden en beperkingen in de standaard beperkte
garantie van Toshiba blijven van toepassing.
TOSHIBA PC Health Monitor starten
U kunt TOSHIBA PC Health Monitor starten door te klikken op Bureaublad
-> Desktop Assist -> Ondersteuning & herstel -> PC Health Monitor.
Het hoofdscherm van TOSHIBA PC Health Monitor wordt weergegeven.
Als u klikt op Klik hier om TOSHIBA PC Health Monitor in te schakelen,
wordt het scherm 'PC Health Monitor Software Notice & Acceptance'
(Kennisgeving en akkoordverklaring voor PC Health Monitor)
weergegeven. Lees zorgvuldig de weergegeven informatie. Als u ACCEPT
selecteert en vervolgens op OK klikt, wordt het programma ingeschakeld.
Door de software TOSHIBA PC Health Monitor in te schakelen gaat u
akkoord met deze voorwaarden en bepalingen en met het gebruiken en
delen van de verzamelde informatie. Nadat het programma is
ingeschakeld, verschijnt het venster TOSHIBA PC Health Monitor en start
Gebruikershandleiding 5-13
het programma met het controleren van de systeemfuncties en het
verzamelen van informatie.
Er wordt een bericht weergegeven als er wijzigingen worden gedetecteerd
die de werking van het programma kunnen verstoren. Volg de
aanwijzingen in het bericht op.
Hulpprogramma TOSHIBA Setup
Het hulpprogramma TOSHIBA Setup is een BIOS Setup-hulpprogramma
dat een gebruikersinterface met een menu biedt, zodat u de BIOS-
instellingen gemakkelijk kunt bekijken en wijzigen.
Voer de volgende stappen uit om het BIOS Setup-hulpprogramma te
openen:
1. Sla uw werk op.
2. Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw
opstarten.
3. Houd de knop Volume omlaag ingedrukt totdat het hulpprogramma
TOSHIBA Setup wordt geladen.
Als het TOSHIBA-toetsenborddock is aangesloten, kunt u het BIOS Setup-
hulpprogramma ook starten via het toetsenbord.
1. Sla uw werk op.
2. Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw
opstarten.
3. Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los.
Om de wijzigingen op te slaan en het hulpprogramma af te sluiten drukt u
op de toets F10 en selecteert u Ja met het toetsenborddock of selecteert u
Afsluiten -> Afsluiten en wijzigingen opslaan -> Ja. De computer wordt
direct opnieuw opgestart.
Navigeren in het hulpprogramma
U kunt in het hulpprogramma TOSHIBA Setup navigeren via het
touchscreen of met de bijgeleverde stylus.
Sommige knoppen op de computer kunnen ook worden gebruikt om de
bijbehorende functie op het toetsenborddock uit te voeren. Hieronder vindt
u meer informatie hierover:
Knop Toets Functie
Windows Enter-toets Doorgaan of bewerking
bevestigen
Volume omhoog Pijl omhoog Een item selecteren
Volume omlaag Pijl omlaag Een item selecteren
Gebruikershandleiding 5-14
Knop Toets Functie
Schermstand
vergrendelen
- Het virtuele
schermtoetsenbord in-/
uitschakelen
Systeemherstel
De SSD bevat een verborgen partitie voor de systeemherstelopties die
kunnen worden gebruikt in geval van problemen.
U kunt ook herstelmedia maken en het systeem herstellen.
De volgende items worden beschreven in dit gedeelte:
Herstelmedia maken
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelmedia
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de herstel-SSD
Herstelmedia maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelmedia maakt.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelmedia
maakt.
Sluit alle softwareprogramma's, behalve Recovery Media Creator.
Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten, zoals
een schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet naar het medium terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht
tot de viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de anti-
virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde
bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's, met inbegrip van hulpprogramma's
voor snelle toegang tot de SSD. Doet u dit toch, dan loopt u het risico
van storingen en gegevensverlies.
Activeer tijdens het (her)schrijven van het medium niet de afsluit-/
afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en
vliegtuigen.
Gebruik de computer niet op instabiele plekken, zoals een standaard.
Gebruikershandleiding 5-15
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen op
de SSD en kan naar een schijf of USB-flashgeheugen worden gekopieerd
met behulp van de volgende stappen:
1. Selecteer een lege schijf of leeg USB-flashgeheugen.
In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de
herstelimage wordt gekopieerd, waaronder verschillende soorten
schijven en USB-flashgeheugen.
Onthoud dat sommige van de schijfmedia mogelijk niet compatibel zijn
met het optische station dat op uw computer is aangesloten.
Controleer daarom voordat u verdergaat of het optische station het
lege medium dat u hebt gekozen ondersteunt.
Als u verdergaat, wordt het USB-flashgeheugen geformatteerd en
gaan alle gegevens in het USB-flashgeheugen verloren.
2. Zet de computer aan en wacht terwijl het besturingssysteem Windows
op de normale manier van de SSD wordt geladen.
3. Plaats de eerste lege schijf in de lade van het optische station of
plaats het USB-flashgeheugen in een beschikbare USB-poort.
4. Klik op Bureaublad -> Desktop Assist -> Ondersteuning & herstel -
> Recovery Media Creator.
5. Nadat Recovery Media Creator is gestart, selecteert u het type
medium en de titel die u naar het medium wilt kopiëren. Klik
vervolgens op de knop Maken.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
gemaakte herstelmedia
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de
computer in de oorspronkelijke staat herstellen met de herstelmedia die u
hebt gemaakt. Volg de onderstaande stappen als u deze herstelbewerking
wilt uitvoeren:
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de SSD opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop
verloren gaan.
Gebruikershandleiding 5-16
Gebruik de standaardoptie voor de opstartmodus in het BIOS Setup-
hulpprogramma voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1. Start het BIOS Setup-hulpprogramma.
Raadpleeg het gedeelte Hulpprogramma TOSHIBA Setup voor meer
informatie.
Selecteer in het BIOS Setup-scherm achtereenvolgens Advanced ->
System Configuration -> Boot Mode -> UEFI Boot (Default).
Als u de opstartmodus instelt op CSM Boot, werken de herstelmedia
die door Recovery Media Creator zijn gemaakt NIET voor de
herstelbewerking.
Als u een herstelimage maakt met behulp van geavanceerde
herstelfuncties in het Configuratiescherm, zorg dan ook dat u de
standaardoptie voor de opstartmodus (UEFI Boot) in het BIOS Setup-
hulpprogramma selecteert voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1. Plaats het herstelmedium in het externe optische station of sluit het
USB-flashgeheugen met herstelgegevens aan op een beschikbare
USB-poort.
2. Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw
opstarten.
3. Houd de toets F12 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los.
Houd in de tabletmodus de knop Volume omhoog ingedrukt totdat
het opstartmenu wordt geladen.
4. Gebruik de knoppen Volume omhoog en Volume omlaag om de
juiste optie in het menu te selecteren, afhankelijk van het
herstelmedium, en druk op de Windows-knop om de selectie te
bevestigen.
5. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet
uitvoeren.
Als u er eerder voor hebt gekozen de herstelpartitie te verwijderen en
herstelmedia probeert te maken, wordt het volgende bericht weergegeven:
'Recovery Media Creator kan niet worden gestart omdat er geen
herstelpartitie is.'
Als er geen herstelpartitie is, kan Recovery Media Creator geen
herstelmedia maken.
Als u al een herstelschijf hebt gemaakt, kunt u hiermee de herstelpartitie
herstellen.
Als u geen herstelschijf hebt gemaakt, neemt u voor hulp contact op met
de ondersteuning van TOSHIBA.
Gebruikershandleiding 5-17
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
herstel-SSD
Een deel van de totale schijfruimte van de SSD is geconfigureerd als een
verborgen herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden opgeslagen
die kunnen worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software te herstellen
in geval van problemen.
Als u de SSD vervolgens opnieuw configureert, mag u geen partities
wijzigen, verwijderen of toevoegen anders dan in de handleiding wordt
beschreven. Doet u dat wel, dan is er waarschijnlijk geen ruimte voor de
vereiste software beschikbaar.
Als u een partitioneringsprogramma van een andere leverancier gebruikt
om de partities op de SSD te configureren, kunt u de computer mogelijk
niet meer instellen.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de
SSD mogelijk opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens op de SSD
verloren kunnen gaan.
1. Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw
opstarten.
2. Houd de toets 0 (nul) ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los.
In de tabletmodus houd u de knop Volume omhoog ingedrukt totdat
het opstartmenu is geladen en selecteert u daarna
Vasteschijfherstel.
3. Selecteer Probleemoplossing.
4. Selecteer De pc opnieuw instellen.
5. Volg de instructies op het scherm om het herstel te voltooien.
U kunt de herstelbewerking ook uitvoeren via de pc-instellingen van het
besturingssysteem:
1. Klik op de charm Instellingen en klik op Pc-instellingen wijzigen.
2. Klik op Algemeen onder Pc-instellingen.
3. Blader omlaag naar Alles verwijderen en Windows opnieuw
installeren en klik op Aan de slag.
4. Volg de instructies op het scherm om het herstel te voltooien.
Herstelschijven bestellen bij TOSHIBA*
U kunt productherstelschijven voor uw notebook bestellen in de TOSHIBA
Europe Backup Media Online Shop.
Gebruikershandleiding 5-18
* Houd er rekening mee dat deze service niet gratis is.
1. Ga hiervoor naar https://backupmedia.toshiba.eu.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm. U ontvangt de herstelschijven
binnen twee weken nadat u de bestelling hebt geplaatst.
Gebruikershandleiding 5-19
Hoofdstuk 6
Problemen oplossen
TOSHIBA heeft met deze computer een duurzaam product willen maken,
maar mochten zich problemen voordoen dan kunt u aan de hand van de
procedures in dit hoofdstuk bepalen wat er aan de hand is.
Het is raadzaam dat alle gebruikers kennis nemen van dit hoofdstuk omdat
als zij weten wat er fout kan gaan, er bepaalde problemen kunnen worden
vermeden.
Handelwijze bij probleemoplossing
Het oplossen van problemen zal u veel gemakkelijker afgaan als u de
volgende richtlijnen in acht neemt:
Stop meteen als u een probleem ontdekt, omdat doorgaan kan leiden
tot verlies van gegevens of schade. Ook kan waardevolle informatie
die met het probleem te maken heeft, verloren raken.
Kijk goed wat er gebeurt en schrijf op wat het systeem doet en welke
handelingen u verrichtte vlak vóór het probleem zich voordeed. Maak
een schermafbeelding van het huidige scherm.
Vergeet niet dat de vragen en procedures die in dit hoofdstuk worden
beschreven, zijn bedoeld als leidraad, niet als onfeilbare
probleemoplossingstechnieken. In werkelijkheid kunnen veel problemen
eenvoudig worden opgelost, maar voor enkele hebt u hulp nodig van de
TOSHIBA-ondersteuning. Als u anderen wilt raadplegen, moet u het
probleem zo gedetailleerd mogelijk kunnen beschrijven.
Algemene controlepunten
Kies altijd eerst de eenvoudigste oplossing. De punten in deze lijst zijn
eenvoudig te controleren maar kunnen ten grondslag liggen aan schijnbaar
ernstige problemen:
Zorg ervoor dat u alle randapparatuur aansluit voordat u de computer
aanzet. Hiertoe behoren ook de printer en alle externe apparatuur
waarvan u gebruik maakt.
Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit; als u
de computer weer aan zet, zal het nieuwe apparaat worden herkend.
Controleer of alle optionele accessoires correct zijn geconfigureerd in
het configuratieprogramma van de computer en of alle vereiste
stuurprogramma's geladen zijn (raadpleeg de documentatie bij de
optionele accessoires voor meer informatie over installatie en
configuratie).
Gebruikershandleiding
6-1
Controleer of alle kabels op de juiste manier zijn aangesloten en
stevig vastzitten. Loszittende kabels kunnen signaalfouten
veroorzaken.
Controleer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren
op losse pinnen.
Controleer of een eventuele schijf correct is geplaatst
Maak uitgebreide notities van uw bevindingen en bewaar deze in een
permanent foutenlogboek. Hierdoor kunt u gemakkelijker aan de
TOSHIBA-ondersteuning uitleggen wat de problemen zijn. Als er zich
nogmaals een probleem voordoet, kunt u dit probleem aan de hand van dit
logboek sneller identificeren.
Het probleem analyseren
Soms geeft de computer aanwijzingen aan de hand waarvan u kunt
bepalen wat er aan de hand is. Houd daarom de volgende vragen in
gedachten:
Welk deel van de computer werkt niet naar behoren: toetsenbord,
SSD, beeldscherm, touchpad, touchpadbesturingsknoppen. Elk
apparaat vertoont andere symptomen.
Controleer de apparaten in het besturingssysteem om na te gaan of
de configuratie juist is ingesteld.
Wat is er op het beeldscherm te zien? Worden er berichten of
willekeurige tekens weergegeven? Maak een schermafbeelding van
het huidige scherm en zoek de berichten zo mogelijk op in de
documentatie bij de computer, de software of het besturingssysteem.
Controleer of alle kabels goed en stevig vastzitten, aangezien
loszittende kabels foutieve of onderbroken signalen kunnen
veroorzaken.
Branden de lichtjes en zo ja welke en in welke kleur en branden ze
doorlopend of knipperend? Noteer wat u ziet.
Hoort u piepjes, zo ja hoeveel, zijn ze lang of kort en hoog of laag?
Maakt de computer daarbij ongebruikelijke geluiden? Noteer wat u
hoort.
Noteer uw bevindingen, zodat u ze gedetailleerd kunt beschrijven aan de
Toshiba-ondersteuning.
Gebruikershandleiding
6-2
Software De problemen worden wellicht door uw software
of schijfje veroorzaakt. Als u een softwarepakket
niet kunt laden, is het medium of het programma
misschien beschadigd. Probeer in dat geval een
andere kopie van de software te laden.
Als tijdens het gebruik van een softwarepakket
een foutbericht verschijnt, raadpleegt u de
softwaredocumentatie. Deze bevat meestal een
gedeelte over probleemoplossing of een
samenvatting van foutberichten.
Vervolgens leest u de documentatie bij het
besturingssysteem op foutberichten na.
Hardware Als u geen softwareprobleem kunt vinden,
controleert u de installatie en configuratie van de
hardware. Werk eerst de eerder genoemde
controlelijsten af en als u het probleem dan nog
steeds niet kunt verhelpen, probeert u de bron te
identificeren. In het volgende gedeelte vindt u
een controlelijst voor afzonderlijke componenten
en randapparaten.
Controleer, voordat u randapparatuur of toepassingen gaat gebruiken die
niet door TOSHIBA zijn goedgekeurd, of deze geschikt zijn voor gebruik
met uw computer. Het gebruik van incompatibele apparaten kan leiden tot
letsel of tot schade aan de computer.
Als er iets misgaat
De computer reageert niet op toetsenbordopdrachten.
Als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten, voert u de onderstaande stappen uit:
Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt.
Nadat de computer zichzelf heeft uitgeschakeld, wacht u 10 tot 15
seconden voordat u de computer weer inschakelt door op de aan/uit-knop
te drukken.
Uw programma reageert niet meer.
Als tijdens het werken met een programma plotseling alle bewerkingen
worden geblokkeerd, is het programma waarschijnlijk vastgelopen. U kunt
het desbetreffende programma afsluiten zonder het besturingssysteem af
te sluiten of andere programma's te sluiten.
U kunt een programma dat niet meer reageert, als volgt sluiten:
1. Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL en klik daarna op
Taakbeheer. Het venster Windows Taakbeheer verschijnt.
Gebruikershandleiding
6-3
2. Selecteer het programma dat u wilt sluiten en klik op Taak
beëindigen. Nadat het programma is gesloten, zou u moeten kunnen
doorwerken. Zo niet, ga dan verder met de volgende stap.
3. Sluit de overige programma’s een voor een door de programmanaam
te selecteren en op Taak beëindigen te klikken. Nadat u alle
programma's hebt gesloten, zou u verdere moeten kunnen werken. Zo
niet, zet dan de computer uit en start opnieuw op.
De computer wordt niet opgestart.
Controleer of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten.
Als u de netadapter gebruikt, controleert u of het stopcontact werkt door er
een ander apparaat op aan te sluiten, zoals een lamp.
Controleer aan de hand van het aan/uit-lampje of de computer is
ingeschakeld.
Als het lampje brandt, staat de computer aan. Probeer ook de computer uit
en weer in te schakelen.
Als u de netadapter gebruikt, controleert u aan de hand van het
acculampje of de computer stroom krijgt via de externe voedingsbron. Als
het lampje brandt, is de computer aangesloten op een werkende
voedingsbron.
De computer laadt geen geavanceerde opties tijdens het
opstarten.
De geavanceerde opties worden geladen wanneer u een van de volgende
toetsen op het toetsenbord ingedrukt houdt tijdens het opstarten. De
overeenkomende knopbewerkingen in de tabletmodus worden ook
beschreven.
Geavanceerde
optie
Toets- en knopbewerkingen
BIOS-
hulpprogramma
F2
druk op de aan/uit-knop terwijl u de knop
Volume omlaag ingedrukt houdt
Opstartmenu F12
druk op de aan/uit-knop terwijl u de knop
Volume omhoog ingedrukt houdt
Herstelopties 0 (nul)
-
Herstelopties zijn ook toegankelijk via Vasteschijfherstel in het
opstartmenu.
Als uw computer het besturingssysteem laadt in plaats van de gewenste
geavanceerde opties, voert u de onderstaande stappen uit:
Gebruikershandleiding
6-4
1. Klik in de charm Instellingen op Energie en selecteer Opnieuw
opstarten.
2. Houd de bijbehorende toets ingedrukt en laat de toets één seconde
nadat de computer is ingeschakeld los.
Houd in de tabletmodus de desbetreffende knop ingedrukt (u hoeft
niet op de aan/uit-knop te drukken) totdat de geavanceerde opties
zijn geladen.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om verder te gaan.
Controlelijst voor hardware en systeem
In dit gedeelte wordt ingegaan op problemen die worden veroorzaakt door
de computerhardware of de aangesloten randapparaten. In de volgende
gebieden kunnen zich elementaire problemen voordoen:
Voeding
Toetsenbord
Intern beeldscherm
Solid-state drive
Geheugenkaart
Aanwijsapparaat
USB-apparaat
Geluidssysteem
Externe monitor
Draadloos LAN
Bluetooth
Voeding
Als de computer niet op een stopcontact is aangesloten, is de accu-
eenheid de voornaamste voedingsbron. De computer heeft echter een
aantal andere voedingsbronnen, zoals de intelligente stroomvoorziening en
de RTC-batterij; deze bronnen staan allemaal met elkaar in verband en
kunnen allemaal schijnbare stroomvoorzieningsproblemen veroorzaken.
Uitschakelen bij oververhitting
Als de temperatuur van de processor bij een van beide instellingen een
onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dat geval gaan alle niet-
opgeslagen gegevens verloren.
Probleem Procedure
De computer wordt
automatisch
uitgeschakeld
Laat de computer uitstaan totdat deze de
kamertemperatuur heeft bereikt. Als u de computer
nog steeds niet kunt opstarten nadat deze weer op
kamertemperatuur is of als het notebook na
opstarten direct wordt uitgeschakeld, neemt u
contact op met de TOSHIBA-ondersteuning.
Gebruikershandleiding 6-5
Netvoeding
Als zich bij het inschakelen van de computer problemen voordoen terwijl de
netadapter is aangesloten, controleert u het DC IN-/acculampje. Raadpleeg
het gedeelte Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden voor
meer informatie.
Probleem Procedure
Netadapter voorziet
de computer niet van
stroom.
Controleer de aansluitingen en kijk of het netsnoer/
netadapter goed aan de computer vastzit en of het
stopcontact in orde is.
Controleer de toestand van het snoer en de
aansluitpunten. Als het snoer versleten of
beschadigd is, moet het worden vervangen, als de
aansluitpunten vervuild zijn, reinigt u deze met een
schone, droge doek.
Als de netadapter de computer nog steeds niet van
stroom voorziet, neemt u contact op met de
TOSHIBA-ondersteuning.
Accu
Als u een probleem met de accu vermoedt, controleert u het acculampje.
Probleem Procedure
Accu voorziet de
computer niet van
stroom
De accu is misschien leeg. Sluit de adapter aan
om de accu op te laden.
De accu wordt niet
opgeladen terwijl de
netadapter is
aangesloten
Als de accu helemaal ontladen is, begint het
oplaadproces niet meteen. Wacht in dat geval
enkele minuten voordat u het weer probeert. Wordt
de accu nog steeds niet opgeladen, dan
controleert u of het stopcontact stroom levert door
er een ander apparaat op aan te sluiten.
Accu levert minder
lang stroom dan
verwacht
Als u een gedeeltelijk opgeladen accu herhaalde
malen oplaadt, wordt de accu mogelijk niet
optimaal opgeladen. Ontlaad in dat geval de accu
volledig en probeer deze vervolgens opnieuw op te
laden.
Controleer de optie Energiebesparing onder
Selecteer een energieschema in Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 6-6
RTC (Real Time Clock)
Probleem Procedure
De BIOS-instelling
en systeemdatum/-
tijd zijn verloren
gegaan
De RTC-batterij heeft geen lading meer. U moet de
datum en tijd opnieuw instellen via het BIOS
Setup-hulpprogramma door de volgende stappen
uit te voeren:
1. Het BIOS Setup-hulpprogramma starten
Raadpleeg het gedeelte Hulpprogramma
TOSHIBA Setup voor meer informatie.
2. Stel de datum in via het veld System Date.
3. Stel de tijd in via het veld System Time.
4. Selecteer Afsluiten -> Afsluiten en
wijzigingen opslaan. Er wordt een
bevestigingsbericht weergegeven.
5. Druk op Ja. Het BIOS Setup-hulpprogramma
wordt afgesloten en de computer wordt
automatisch opnieuw opgestart.
Toetsenbord
Problemen met het toetsenbord kunnen worden veroorzaakt door de
installatie en configuratie van de computer. Raadpleeg het gedeelte Het
toetsenbord voor meer informatie.
Probleem Procedure
Sommige
lettertoetsen
produceren cijfers.
Controleer of de geïntegreerde numerieke toetsen
zijn geactiveerd. Druk op FN + F11 en typ de
letters opnieuw.
De tekens worden
niet correct
weergegeven op het
scherm.
Raadpleeg de documentatie bij de software om te
controleren of deze het toetsenbord niet opnieuw
indeelt ('opnieuw indelen' wil zeggen dat de
betekenis van de toetsen door de software wordt
veranderd of opnieuw wordt toegewezen).
Als u het toetsenbord nog steeds niet kunt
gebruiken, neemt u contact op met de Toshiba-
ondersteuning.
Intern beeldscherm
Schermproblemen kunnen te maken hebben met de installatie en
configuratie van de computer. Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA-
systeeminstellingen voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
6-7
Probleem Procedure
Het scherm blijft
leeg.
Druk op de functietoetsen om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
op een externe monitor is ingesteld.
Er verschijnen
vlekken op het
beeldscherm
Deze vlekken kunnen zijn veroorzaakt door contact
met het toetsenbord of het touchpad bij het sluiten
van het scherm. Probeer de vlekken te verwijderen
door het scherm voorzichtig af te vegen met een
schone, droge doek of, als dit niet lukt, met een
goed lcd-reinigingsmiddel. In dit laatste geval moet
u altijd de instructies volgen bij de schermreiniger
en het scherm goed laten drogen voordat u het
sluit.
Solid-state drive
Probleem Procedure
Computer wordt niet
opgestart vanaf de
SSD
Controleer of het optische station een schijf bevat.
Als dat het geval is, verwijdert u de schijf en
probeert u de computer opnieuw op te starten.
Computer werkt
traag.
De bestanden op de SSD zijn mogelijk
gefragmenteerd. In dat geval moet u het
hulpprogramma Schijfdefragmentatie uitvoeren om
de toestand van uw bestanden en de SSD te
controleren. Raadpleeg de documentatie bij het
besturingssysteem of de online Help voor
informatie over het uitvoeren en gebruiken van
Schijfdefragmentatie.
Als niets helpt, formatteert u de SSD opnieuw en
daarna laadt u het besturingssysteem en alle
andere bestanden en gegevens. Als u het
probleem nog steeds niet kunt oplossen, neemt u
contact op met de Toshiba-ondersteuning.
Geheugenkaart
Voor meer informatie raadpleegt u Basisbeginselen.
Gebruikershandleiding
6-8
Probleem Procedure
Fout met
geheugenkaart
Verwijder de geheugenkaart uit de computer,
plaats de kaart daarna opnieuw en zorg ervoor dat
hij stevig vast zit.
Als het probleem aanhoudt, raadpleegt u de
documentatie bij de geheugenkaart voor meer
informatie.
U kunt niet schrijven
naar een
geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart uit de computer om te
controleren of deze niet schrijfbeveiligd is.
U kunt een bestand
niet lezen.
Controleer of het benodigde bestand echt op de
geheugenkaart staat die in de computer is
geplaatst.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning.
Aanwijsapparaat
Als u een USB-muis gebruikt, raadpleegt u het gedeelte USB-muis en de
documentatie bij de muis.
Touchpad
Probleem Procedure
Het touchpad werkt
niet
Controleer de apparaatinstellingen.
Klik op Bureaublad -> Desktop Assist ->
Configuratiescherm -> Hardware en geluiden ->
Muis.
Schermaanwijzer
reageert niet
wanneer het
aanwijsapparaat
wordt gebruikt
In dit geval kan het systeem bezet zijn. Beweeg de
muis nogmaals nadat u enkele ogenblikken hebt
gewacht.
Gebruikershandleiding 6-9
Probleem Procedure
Dubbel aantikken
(touchpad) werkt
niet.
Probeer in dit geval eerst om de dubbelkliksnelheid
te wijzigen in het hulpprogramma voor
muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis.
2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het
tabblad Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid naar wens in en
klik op OK.
De schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst
Probeer in dit geval eerst om de snelheid te
wijzigen in het hulpprogramma voor muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis.
2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het
tabblad Aanwijzeropties.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer naar wens
in en klik op OK.
Het touchpad is te
gevoelig of niet
gevoelig genoeg
Wijzig de gevoeligheid van het touchpad.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Configuratiescherm -> Hardware en geluid ->
Muis.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning.
USB-muis
Probleem Procedure
Schermaanwijzer
reageert niet
wanneer de muis
wordt gebruikt.
In dit geval kan het systeem bezet zijn. Beweeg de
muis nogmaals nadat u enkele ogenblikken hebt
gewacht.
Koppel de muis los van de computer, sluit hem
weer aan op een vrije USB-poort en zorg ervoor
dat hij stevig vast zit.
Gebruikershandleiding 6-10
Probleem Procedure
Dubbelklikken werkt
niet.
Probeer in dit geval eerst om de dubbelkliksnelheid
te wijzigen in het hulpprogramma voor
muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis.
2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het
tabblad Knoppen.
3. Stel de dubbelkliksnelheid naar wens in en
klik op OK.
De schermaanwijzer
wordt te snel of te
traag verplaatst
Probeer in dit geval eerst om de snelheid te
wijzigen in het hulpprogramma voor muisbesturing.
1. U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Bureaublad -> Desktop Assist ->
Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Muis.
2. Klik in het venster Muiseigenschappen op het
tabblad Aanwijzeropties.
3. Stel de snelheid van de aanwijzer naar wens
in en klik op OK.
U kunt de
schermaanwijzer
niet normaal
verplaatsen.
De onderdelen van de muis die met het detecteren
van de verplaatsing van de muis te maken hebben,
kunnen vuil zijn. Raadpleeg de documentatie bij de
muis voor reinigingsinstructies.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning.
USB-apparaat
Raadpleeg naast de informatie in dit gedeelte ook de documentatie bij het
USB-apparaat..
Probleem Procedure
USB-apparaat werkt
niet.
Koppel het USB-apparaat los van de computer,
sluit het weer aan op een vrije poort en zorg dat
het stevig vast zit.
Zorg ervoor dat de benodigde USB-
stuurprogramma's correct zijn geïnstalleerd.
Raadpleeg hiervoor zowel de documentatie van de
apparatuur als van het besturingssysteem.
Gebruikershandleiding 6-11
Geluidssysteem
Raadpleeg naast de informatie in dit gedeelte ook de documentatie bij het
audio-apparaat.
Probleem Procedure
Geen geluid
hoorbaar.
Druk op de functietoetsen om het volume te
verhogen of te verlagen.
Controleer de volume-instellingen in de software.
Controleer of Dempen is uitgeschakeld
Controleer of de hoofdtelefoon stevig is
aangesloten.
Controleer in Windows Apparaatbeheer of het
geluidsapparaat is ingeschakeld en correct werkt.
Hinderlijk geluid
hoorbaar.
Dit wordt mogelijk veroorzaakt door feedback van
de interne microfoon of een externe microfoon die
op de computer is aangesloten. Raadpleeg
Geluidssysteem en videomodus voor meer
informatie.
U kunt het volume niet aanpassen terwijl Windows
wordt opgestart of afgesloten.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning.
Externe monitor
Raadpleeg ook Basisbeginselen en de documentatie bij de monitor voor
meer informatie.
Probleem Procedure
Monitor kan niet
worden
ingeschakeld.
Kijk of de monitor is ingeschakeld en controleer
daarna de aansluitingen om er zeker van te zijn dat
het netsnoer/de netadapter goed aan de monitor
vastzit en het stopcontact werkt.
Gebruikershandleiding 6-12
Probleem Procedure
Het scherm blijft
leeg.
Stel het contrast en de helderheid op de externe
monitor bij.
Druk op de functietoets om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
alleen op het interne beeldscherm is ingesteld.
Controleer of de externe monitor is aangesloten.
Indien de externe monitor is ingesteld als primair
weergaveapparaat in de modus Uitgebreid
bureaublad, geeft deze geen beeld als de
computer wordt geactiveerd uit de slaapstand als
de externe monitor tijdens de slaapstand is
losgekoppeld.
Als u wilt voorkomen dat dit gebeurt, koppel de
externe monitor dan niet los terwijl de computer in
de slaapstand of de sluimerstand staat.
Zet de computer uit voordat u de externe monitor
loskoppelt.
Als het interne scherm en een externe monitor zijn
ingesteld op de kloonmodus en ze door de timer
worden uitgeschakeld, kan het interne scherm of
de externe monitor mogelijk geen beeld geven
wanneer ze weer worden ingeschakeld.
Als dit gebeurt, drukt u op de functietoets om het
interne scherm en de externe monitor weer in te
stellen op de kloonmodus.
Beeldschermfout Controleer of de kabel tussen de externe monitor
en de computer stevig is bevestigd.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning.
Draadloos LAN
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot draadloos
LAN
Controleer of de functie voor draadloze
communicatie van de computer is ingeschakeld.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact op
met de LAN-beheerder.
Gebruikershandleiding 6-13
Bluetooth
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot Bluetooth-
apparaat.
Controleer of de functie voor draadloze
communicatie van de computer is ingeschakeld.
Controleer of de toepassing voor Bluetooth-beheer
geactiveerd is en of het externe Bluetooth-
apparaat stroom krijgt.
Controleer of er geen optionele Bluetooth-adapter
in de computer is geïnstalleerd. De ingebouwde
Bluetooth-hardware werkt niet tegelijk met een
andere Bluetooth-controller.
Als u het probleem nog steeds niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de Toshiba-ondersteuning.
TOSHIBA-ondersteuning
Als u extra hulp nodig hebt of als u problemen hebt bij het gebruik van de
computer, kunt u contact opnemen met de technische ondersteuning van
TOSHIBA.
Voordat u opbelt
Aangezien sommige problemen wellicht te wijten zijn aan het
besturingssysteem of het programma dat u gebruikt, is het belangrijk om
eerst andere hulpbronnen te raadplegen. Probeer het volgende alvorens
contact op te nemen met TOSHIBA:
Bestudeer de informatie over probleemoplossing in de documentatie
bij de software en/of randapparaten.
Als een probleem optreedt tijdens de uitvoering van
softwareprogramma’s, zoekt u in de softwaredocumentatie naar
suggesties voor het oplossen van problemen. U kunt ook de afdeling
voor technische ondersteuning van het softwarebedrijf bellen voor
hulp.
Vraag de verkoper of leverancier van wie u de computer en/of de
software hebt gekocht om advies. Zij zijn de instantie bij uitstek voor
actuele informatie en ondersteuning.
Technische ondersteuning van TOSHIBA
Als u het probleem nog steeds niet kunt verhelpen en vermoedt dat het te
maken heeft met de hardware, gaat u naar de TOSHIBA-website voor
technische ondersteuning
http://www.toshiba-europe.com of http://
www.toshiba.co.jp/worldwide/.
Gebruikershandleiding 6-14
Hoofdstuk 7
Aanhangsel
Specificaties
Dit gedeelte geeft een overzicht van de technische kenmerken van de
computer.
Gewicht en afmetingen
Bij de onderstaande fysieke afmetingen zijn uitstekende delen niet
inbegrepen. De fysieke afmetingen hangen af van het gekochte model.
Grootte 299 (b) x 189 (d) x 12,4 (h) millimeter (alleen computer)
(uitstekende delen niet inbegrepen).
Werkomgeving
Omstandigheden Omgevings-
temperatuur
Relatieve vochtigheid
In werking 5°C tot 35°C 20% tot 80% (geen
condensvorming)
Niet in werking -20°C tot 60°C 10% tot 90% (geen
condensvorming)
Natte-boltemperatuur maximaal 29°C
Omstandigheden Hoogte (vanaf
zeeniveau)
In werking -60 tot 3.000 meter
Niet in werking -60 tot 10.000 meter
Stroomvoorziening
Netadapter 100-240 V wisselstroom
50 of 60 hertz (cycli per seconde)
Computer 19 V gelijkstroom
Gebruikershandleiding 7-1
Pintoewijzing van poort voor externe RGB-
monitor
610
1
5
15
11
Pin Signaalnaam Beschrijving I/O
1 CRV Rood videosignaal O
2 CGV Groen videosignaal O
3 CBV Blauw videosignaal O
4 Gereserveerd Gereserveerd
5 GND Aarde
6 GND Aarde
7 GND Aarde
8 GND Aarde
9 +5 V Stroomvoorziening
10 GND Aarde
11 Gereserveerd Gereserveerd
12 SDA Gegevenssignaal I/O
13 HSYNC Signaal voor horizontale
synchronisatie
O
14 VSYNC Signaal voor verticale
synchronisatie
O
15 SCL Gegevenskloksignaal O
I/O (I): Invoer naar computer
I/O (O): Uitvoer van computer
Netsnoer en connectoren
De stekker van het netsnoer moet compatibel zijn met de diverse
internationale wandcontactaansluitingen en het netsnoer moet voldoen aan
de normen van het land/gebied waarin het wordt gebruikt. Alle snoeren
moeten voldoen aan de volgende specificaties:
Kabeldikte:
Minimaal 0,75 mm
2
Gebruikershandleiding 7-2
Stroomsterkte: Minimaal 2,5 ampère
Certificeringsinstanties
China: CQC
VS en Canada: Goedgekeurd door UL en CSA
Nee. 18 AWG, Type SVT of SPT-2
Australië: AS
Japan: DENANHO
Europa:
Oostenrijk: OVE Italië: IMQ
België: CEBEC Nederland: KEMA
Denemarken: DEMKO Noorwegen: NEMKO
Finland: FIMKO Zweden: SEMKO
Frankrijk: LCIE Zwitserland: SEV
Duitsland: VDE Verenigd
Koninkrijk:
BSI
In Europa moet gebruik worden gemaakt van een dubbeldraads netsnoer
van het type VDE, H05VVH2-F of H03VVH2-F, of van een driedraads
netsnoer van het type VDE, H05VV-F.
Voor de Verenigde Staten en Canada moeten tweepins stekkers de
configuratie 2-15P (250 V) of 1-15P (125 V) hebben, en driepins stekkers
de configuratie 6-15P (250V) of 5-15P (125V), conform het U.S. National
Electrical Code Handbook en de Canadian Electrical Code Part II.
In de onderstaande afbeeldingen worden de stekkervormen voor de VS en
Canada, het Verenigd Koninkrijk, Australië, Europa en China
weergegeven.
V.S.
Goedgekeurd door UL
Verenigd Koninkrijk
Goedgekeurd door BS
Gebruikershandleiding 7-3
Australië
Goedgekeurd door AS
Europa
Goedgekeurd door de
desbetreffende instantie
Canada
Goedgekeurd door CSA
China
Goedgekeurd door CCC
Informatie voor draadloze apparaten
Onderlinge samenwerking tussen draadloze producten
Het draadloze LAN is compatibel met LAN-systemen met de Direct
Sequence Spread Spectrum (DSSS)/Orthogonal Frequency Division
Multiplexing (OFDM) radiotechnologie en voldoet aan de volgende normen:
De IEEE 802.11-standaard voor draadloze LAN's (revisie a/b/g/n of b/
g/n), zoals gedefinieerd en goedgekeurd door het Institute of Electrical
and Electronics Engineers.
Bluetooth
®
-kaarten kunnen worden gebruikt in combinatie met elk product
met de draadloze Bluetooth-technologie dat is gebaseerd op de FHSS-
radiotechnologie (Frequency Hopping Spread Spectrum) en dat compatibel
is met:
Bluetooth-specificatie (afhankelijk van het aangeschafte model), zoals
gedefinieerd en goedgekeurd door de Bluetooth Special Interest
Group.
Logocertificering met Bluetooth-technologie, zoals gedefinieerd door
de Bluetooth Special interest Group.
Dit Bluetooth-product is niet compatibel met apparaten die Bluetooth versie
1.0B gebruiken.
De draadloze apparaten zijn niet geverifieerd op aansluiting van en werking
met alle apparaten die de draadloos LAN- of Bluetooth-radiotechnologie
gebruiken.
Bluetooth- en draadloos LAN-apparaten werken in hetzelfde
frequentiebereik en kunnen elkaars werking verstoren. Als u Bluetooth- en
draadloze LAN-apparaten tegelijk gebruikt, kunnen de netwerkprestaties
minder dan optimaal zijn of kan de netwerkverbinding zelfs verloren gaan.
Als u dergelijke problemen ondervindt, schakelt u onmiddellijk het
Bluetooth- of draadloos LAN-apparaat uit.
Gebruikershandleiding 7-4
Ga naar http://www.pc.support.global.toshiba.com als u vragen hebt over
het gebruik van de draadloos LAN- of Bluetooth-kaart van TOSHIBA.
In Europa gaat u naar http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/
bluetooth.htm
Draadloze apparaten en uw gezondheid
Net als andere radioapparaten stralen draadloze producten hoogfrequente
(HF) elektromagnetische energie uit. Het intensiteitsniveau van de EMF-
energie die door draadloze apparaten wordt uitgestraald, is echter
aanzienlijk lager dan dat van andere draadloze apparaten zoals
bijvoorbeeld mobiele telefoons.
Aangezien draadloze producten voldoen aan de richtlijnen zoals
gedefinieerd in HF-veiligheidsnormen en -aanbevelingen, is TOSHIBA van
mening dat draadloze producten veilig zijn voor gebruik door klanten. Deze
normen en aanbevelingen vertegenwoordigen de consensus van de
wetenschappelijke wereld en zijn geformuleerd door panels en commissies
van wetenschappers op basis van alle actuele onderzoeksliteratuur.
In sommige situaties of omgevingen kan het gebruik van draadloze
producten worden beperkt door de eigenaar van het gebouw of door de
verantwoordelijke medewerkers van de organisatie. Dit kan bijvoorbeeld
van toepassing zijn in de volgende situaties:
gebruik van draadloze apparatuur in een vliegtuig of
in andere omgevingen waar het risico van storing voor andere
apparaten of diensten als schadelijk wordt aangemerkt.
Als u niet zeker weet wat de richtlijnen zijn met betrekking tot het gebruik
van draadloze apparatuur in een bepaalde organisatie of omgeving (zoals
op vliegvelden), is het raadzaam toestemming te vragen voor u het
draadloze apparaat inschakelt.
Draadloze LAN-technologie
De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt
sommige draadloze apparaten.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN
en Bluetooth.
Gebruik de functies voor draadloos LAN (Wi-Fi) en Bluetooth niet in de
buurt van een magnetron of in gebieden met radiostoring of
magnetische velden. Storing van een magnetron of andere bron kan
tot onderbreking van de Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
Gebruikershandleiding 7-5
Schakel alle draadloze functies uit in de buurt van personen bij wie
mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is
geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of
het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg. Volg de instructies van uw medische apparaat als u
gebruikmaakt van een draadloze functie.
Schakel de draadloze functie altijd uit als de computer in de buurt
komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals
automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen
veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Het is wellicht niet mogelijk om een netwerkverbinding met een
opgegeven netwerknaam tot stand te brengen door middel van de ad-
hoc netwerkfunctie. Als dit het geval is, moet het nieuwe netwerk(*)
worden geconfigureerd voor alle computers die zijn aangesloten op
hetzelfde netwerk om zo de netwerkverbindingen opnieuw tot stand te
brengen.
* Zorg dat u de nieuwe netwerknaam gebruikt.
Beveiliging
TOSHIBA beveelt u met klem aan codering in te schakelen om te
voorkomen dat anderen via een draadloze verbinding illegaal toegang
tot uw computer krijgen. Als u dit advies niet opvolgt, stelt u zich bloot
aan afluisterpraktijken en bestaat bovendien het gevaar dat
opgeslagen gegevens door onbevoegden worden verwijderd of
vernietigd.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor verlies of beschadiging van
gegevens als gevolg van afluisterpraktijken of onrechtmatige toegang
via het draadloze LAN.
Kaartspecificaties
Model PCI Express Mini-kaart
Compatibiliteit IEEE 802.11-norm voor draadloze LAN's
Netwerkbesturings-
systeem
Microsoft Windows Networking
Media Access
Protocol
CSMA/CA (Collision Avoidance) met ACK
(Acknowledgement)
Radiospecificaties
De radiospecificaties van draadloos LAN-modules kunnen variëren
afhankelijk van:
land/regio waarin het product is aangeschaft
type product
Gebruikershandleiding
7-6
Draadloze communicatie is vaak gebonden aan plaatselijke voorschriften
voor radiocommunicatie. Hoewel netwerkproducten voor draadloos LAN
zijn ontworpen voor gebruik op de vrij toegankelijk band 2,4 GHz en 5 GHz,
is het mogelijk dat onder plaatselijke radiovoorschriften beperkingen
worden gesteld aan het gebruik van apparatuur voor draadloze
communicatie.
Radiofrequentie 5-GHz band (5150-5850 MHz) (revisie a en
n)
2,4-GHz band (2400-2483,5 MHz) (revisie b/
g en n)
Het bereik van het draadloze signaal is afhankelijk van de
overdrachtssnelheid van de draadloze communicatie. Bij lagere
overdrachtssnelheden kan over grotere afstanden worden
gecommuniceerd.
Het bereik van uw draadloze apparaten kan worden aangetast
wanneer de antennes in de buurt van metalen oppervlakken en
materialen met een hoge dichtheid worden geplaatst.
Het bereik kan eveneens afnemen als gevolg van obstakels op het
pad van het radiosignaal. Deze obstakels kunnen het radiosignaal
namelijk absorberen of reflecteren.
RFI-vereisten
Dit apparaat werkt in het frequentiebereik 5,15 tot 5.25 GHz en kan daarom
alleen binnenshuis worden gebruikt.
Bluetooth-technologie
Sommige computers in deze serie beschikken over een Bluetooth-functie
voor draadloze communicatie waardoor er geen snoeren meer nodig zijn
tussen elektronische apparaten zoals computers, printers en mobiele
telefoons. Als deze functie is ingeschakeld, biedt Bluetooth snel en
eenvoudig een veilige en betrouwbare, draadloze netwerkomgeving.
U kunt de ingebouwde Bluetooth-functies van de computer en een externe
Bluetooth-adapter niet tegelijk gebruiken. De kenmerken van Bluetooth-
technologie zijn als volgt:
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale
beveiliging:
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
krijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te
vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
Gebruikershandleiding
7-7
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt op de 2,4-GHz band. Deze
band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met
radiosystemen in de meeste landen.
Radioverbindingen
U kunt eenvoudig verbindingen tot stand brengen tussen twee of meer
apparaten, deze verbindingen worden gehandhaafd zelfs als de apparaten
buiten het gezichtsveld van elkaar liggen.
Informatie over regelgeving
Het draadloze apparaat moet worden geïnstalleerd en gebruikt in strikte
overeenstemming met de instructies van de fabrikant, zoals wordt
beschreven in de gebruikersdocumentatie bij het product. Dit product
voldoet aan de volgende normen op het gebied van radiofrequentie en
veiligheid.
Europa
Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 2400,0-2483,5
MHz in Europa
Frankrijk: Gebruik
buitenshuis is
beperkt tot 10 m
W.e.i.r.p. binnen
de band van
2454-2483,5
MHz
Gebruik voor militaire
radioplaatsbepaling. De afgelopen
jaren is er voortdurend aan gewerkt
om de 2,4 GHz-band aan te passen
voor de huidige versoepelde
regelgeving. Volledige
implementatie staat gepland voor
2012.
Italië: - Voor privégebruik is algemene
goedkeuring vereist als WAS/
RLAN's buiten de eigen locatie
wordt gebruikt. Voor openbaar
gebruik is algemene goedkeuring
vereist.
Luxemburg: Geïmplemen-
teerd
Algemene goedkeuring is vereist
voor netwerk- en servicelevering.
Noorwegen: Geïmplemen-
teerd
Deze subsectie geldt niet voor het
geografische gebied binnen een
straal van 20 km rond het midden
van Ny-Alesund.
Russische
Federatie:
- Alleen voor gebruik binnenshuis.
Gebruikershandleiding 7-8
Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 5150-5350 MHz
in Europa
Italië: - Voor privégebruik is algemene
goedkeuring vereist als WAS/
RLAN's buiten de eigen locatie
wordt gebruikt.
Luxemburg: Geïmplemen-
teerd
Algemene goedkeuring is vereist
voor netwerk- en servicelevering.
Russische
Federatie:
Beperkt e.i.r.p 100 mW. Gebruik is alleen
toegestaan binnenshuis, in
afgesloten industriële gebieden en
opslagplaatsen en aan boord van
vliegtuigen.
1. Gebruik is toegestaan voor
lokale netwerken voor
servicecommunicatie tussen
luchtvaartpersoneel aanboord
van een vliegtuig op het
vliegveld en tijdens alle
vluchtstadia.
2. Gebruik is toegestaan voor
openbare draadloze lokale
netwerken aan boord van een
vliegtuig tijdens de vlucht op
een hoogte van meer dan 3000
m.
Beperkingen voor gebruik van de frequenties tussen 5470-5725 MHz
in Europa
Italië: - Voor privégebruik is algemene
goedkeuring vereist als WAS/
RLAN's buiten de eigen locatie
wordt gebruikt.
Luxemburg: Geïmplemen-
teerd
Algemene goedkeuring is vereist
voor netwerk- en servicelevering.
Gebruikershandleiding 7-9
Russische
Federatie:
Beperkt e.i.r.p 100 mW. Gebruik is alleen
toegestaan binnenshuis, in
afgesloten industriële gebieden en
opslagplaatsen en aan boord van
vliegtuigen.
1. Gebruik is toegestaan voor
lokale netwerken voor
servicecommunicatie tussen
luchtvaartpersoneel aanboord
van een vliegtuig op het
vliegveld en tijdens alle
vluchtstadia.
2. Gebruik is toegestaan voor
openbare draadloze lokale
netwerken aan boord van een
vliegtuig tijdens de vlucht op
een hoogte van meer dan 3000
m.
Om te voldoen aan de Europese wetten met betrekking tot het bereik van
draadloos LAN gelden de bovenstaande beperkingen voor de kanalen van
2,4 en 5 alleen voor gebruik buitenshuis. De gebruiker dient het huidige
kanaal te controleren met het hulpprogramma voor draadloos LAN. Als het
apparaat werkt buiten de toegestane grenzen voor gebruik buitenshuis,
zoals hierboven wordt vermeld, dient de gebruiker contact op te nemen
met de desbetreffende landelijke instantie met een verzoek om
toestemming voor gebruik buitenshuis.
Canada - Industry Canada (IC)
Dit apparaat voldoet aan RSS-210 van de regels van Industry Canada. De
werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee
voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken,
en (2) dit apparaat moet ontvangen storing accepteren, zelfs storing die
ongewenste resultaten kan hebben.
Ce dispositif est conforme à la norme CNR-210 d'Industrie Canada
applicable aux appareils radio exempts de licence. Son fonctionnement est
sujet aux deux conditions suivantes: (1) le dispositif ne doit pas produire de
brouillage préjudiciable, et (2) ce dispositif doit accepter tout brouillage
reçu, y compris un brouillage susceptible de provoquer un fonctionnement
indésirable.
De letters 'IC' voor het certificeringsnummer van de apparatuur geven
enkel aan dat er wordt voldaan aan de technische specificaties voor
Industry Canada.
Gebruikershandleiding 7-10
Verenigde Staten-Federal Communications Commission
(FCC)
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de stipulaties voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden.
Raadpleeg het gedeelte met FCC-informatie voor meer informatie.
Dit apparaat en de bijbehorende antenne(s) mogen zich niet op dezelfde
locatie als andere antennes bevinden of samen met andere antennes of
zenders worden gebruikt.
Het uitgestraalde uitgangsvermogen van het draadloze apparaat ligt
ruimschoots onder de FCC-limieten voor blootstelling aan HF-straling.
Niettemin dient het draadloze apparaat zodanig te worden gebruikt dat
fysiek contact tijdens normaal gebruik tot een minimum beperkt blijft.
In een normale gebruiksconfiguratie mag de afstand tussen de antenne en
de gebruiker niet minder dan 20 cm zijn. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de computer voor meer informatie over de
locatie van de antenne.
De installateur van deze radioapparatuur dient ervoor te zorgen dat de
antenne zodanig is geplaatst of gericht dat deze geen HF-energie uitstraalt
boven de door Health Canada gedefinieerde limieten voor het publiek;
raadpleeg Safety Code 6, verkrijgbaar via de website van Health Canada:
www.hc-sc.gc.ca
Taiwan
Artikel 12 Zonder toestemming van de NCC is het geen
enkel bedrijf, onderneming of gebruiker toegestaan
de frequentie te wijzigen, het zendvermogen te
vergroten of de oorspronkelijke eigenschappen of
de prestaties te wijzigen van een goedgekeurd
apparaat met laag vermogen op radiofrequentie.
Gebruikershandleiding 7-11
Artikel 14 Apparaten met laag vermogen op radiofrequentie
mogen geen invloed hebben op de
vliegtuigveiligheid en wettelijk toegestane
communicatie niet storen.
Als dat wel het geval is, moet het gebruik
onmiddellijk worden beëindigd, zodat er geen
storing meer optreedt.
De genoemde wettelijk toegestane communicatie
betreft radiocommunicatie die plaatsvindt in
overeenstemming met de Telecommunications Act
(Wet op de telecommunicatie).
Apparaten met laag vermogen op radiofrequentie
moeten gevoelig zijn voor de storing van apparaten
voor wettelijk toegestane communicatie of ISM-
apparaten die radiogolven uitzenden.
Overeenstemming met reglementen in Australië en Nieuw-
Zeeland
Een radiozendapparaat maakt deel uit van dit apparaat. Bij normaal
gebruik op een afstand van 20 cm voldoen de blootstellingsniveaus van de
radiofrequentie aan de in Australië en Nieuw-Zeeland geldende normen.
Gebruik van deze apparatuur in Japan
In Japan wordt de frequentiebandbreedte van mobiele
objectidentificatiesystemen (gelicentieerd radiostation en gespecificeerd
radiostation met laag vermogen) overlapt door de frequentiebandbreedte
tussen 2.400 en 2.483,5 MHz voor tweedegeneratiesystemen voor
gegevenscommunicatie met laag vermogen zoals deze apparatuur.
1. Belangrijke mededeling
De frequentiebandbreedte van deze apparatuur kan functioneren binnen
hetzelfde bereik als industriële apparaten, wetenschappelijke apparaten,
medische apparaten, magnetrons, gelicentieerde radiostations en niet-
gelicentieerde gespecificeerde radiostations met laag vermogen voor
mobiele systemen voor objectidentificatie (RFID) die worden gebruikt in
productielijnen in fabrieken (Andere radiostations).
1. Voordat u deze apparatuur in gebruik neemt, dient u te controleren of
de apparatuur geen storingen veroorzaakt in de hiervoor genoemde
apparatuur.
2. Als deze apparatuur storingen in andere radiostations veroorzaakt,
dient u onmiddellijk een andere frequentie te selecteren, een andere
gebruikslocatie te kiezen of de zendbron uit te schakelen.
Gebruikershandleiding 7-12
3. Neem contact op met een erkende TOSHIBA-servicedienst als u
problemen ondervindt met storingen die dit product bij andere
radiostations veroorzaakt.
2. Aanduiding voor draadloos LAN
De hieronder weergegeven aanduiding wordt op deze apparatuur vermeld.
(1)(2) (3)(4)
(5)
1. 2.4: Deze apparatuur gebruikt een frequentie van 2,4 GHz.
2. DS: Deze apparatuur gebruikt DS-SS-modulatie.
3. OF: Deze apparatuur gebruikt OFDM-modulatie.
4. 4: Het storingsbereik van deze apparatuur is minder dan 40 m.
5. : Deze apparatuur gebruikt een frequentiebandbreedte van
2.400 MHz tot 2.483,5 MHz. Het is mogelijk om de frequentieband van
mobiele objectidentificatiesystemen te vermijden.
3. Aanduiding voor Bluetooth
De hieronder weergegeven aanduiding wordt op deze apparatuur vermeld.
(4)
(1)
(2) (3)
1
1. 2.4: Deze apparatuur gebruikt een frequentie van 2,4 GHz.
2. FH: Deze apparatuur gebruikt FH-SS-modulatie.
3. 1: Het storingsbereik van deze apparatuur is minder dan 10 m.
4. : Deze apparatuur gebruikt een frequentiebandbreedte van
2.400 MHz tot 2.483,5 MHz. Het is onmogelijk de bandbreedte van
identificatiesystemen voor mobiele objecten te omzeilen.
4. Over de JEITA
Draadloos LAN op 5 GHz ondersteunt het kanaal W52/W53/W56.
Gebruikershandleiding 7-13
Apparaatvalidatie
Dit apparaat is goedgekeurd conform de Technical Regulation Conformity
Certification en behoort tot de klasse van radio-apparaten van
gegevenscommunicatiesystemen met laag vermogen zoals vermeld in de
handelswetten op het gebied van telecommunicatie.
Intel
®
Centrino
®
Advanced-N 6235 a/g/n voor draadloos LAN en
Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: 6235ANHMW
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D111083003
Intel
®
Centrino
®
Wireless-N 2230 voor draadloos LAN en Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: 2230BNHMW
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D111287003
Atheros 802.11b/g/n voor draadloos LAN/Bluetooth
De naam van de radioapparatuur: AR5B225
DSP Research, Inc.
Keuringsnummer: D110317003
De volgende beperkingen zijn van toepassing:
Open of wijzig het apparaat niet.
Installeer de draadloze LAN-module waarmee het apparaat is
uitgerust, niet in een ander apparaat.
Radiogoedkeuringen voor draadloze apparaten
Deze apparatuur is goedgekeurd volgens de radionormen van de landen/
gebieden in de onderstaande tabel.
Als u deze apparatuur gebruikt in landen/regio's die niet in de
onderstaande tabel staan, neemt u contact op met de ondersteuning van
TOSHIBA.
Oostenrijk België Bulgarije Canada
Cyprus Tsjechië Denemarken Estland
Finland Frankrijk Duitsland Griekenland
Hong Kong Hongarije IJsland India
Indonesië Ierland Italië Japan
Korea Letland Liechtenstein Litouwen
Luxemburg Malta Monaco Nederland
Gebruikershandleiding 7-14
Noorwegen Filipijnen Polen Portugal
Roemenië Slowakije Slovenië Spanje
Zweden Zwitserland Verenigd
Koninkrijk
V.S.
Wettelijke voetnoten
Niet-toepasselijke pictogrammen
Bepaalde computerchassis zijn ontworpen om alle mogelijke configuraties
voor een volledige productserie te huisvesten. Het door u geselecteerde
model heeft dus mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die
corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het
computerchassis.
CPU
Wettelijke voetnoten met betrekking tot CPU-prestaties.
De prestaties van de CPU (Central Processing Unit ofwel Centrale
Verwerkingseenheid) in uw computer kunnen afwijken van de specificaties,
onder invloed van de volgende factoren:
gebruik van bepaalde externe randapparaten;
gebruik van accuvoeding in plaats van netvoeding;
gebruik van bepaalde multimedia, door de computer gegenereerde
afbeeldingen of videotoepassingen;
gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame
netwerkverbindingen;
gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld geavanceerde
CAD-toepassingen;
gelijktijdig gebruik van verschillende toepassingen of functies;
gebruik van de computer in gebieden met lage luchtdruk (grote hoogte
van meer dan 1000 meter boven zeeniveau);
gebruik van de computer bij temperaturen tussen 5°C en 30°C of hoge
dan 25°C op grote hoogte. (Deze temperatuurlimieten zijn niet precies
en kunnen afwijken al naar gelang het specifieke computermodel.
Raadpleeg uw computerdocumentatie of de TOSHIBA-website op
www.pcsupport.toshiba.com voor meer informatie.)
De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als
gevolg van de ontwerpconfiguratie.
In bepaalde omstandigheden kan het gebeuren dat de computer
automatisch wordt uitgeschakeld. Dit is een normale beschermende
maatregel ter voorkoming van gegevensverlies of beschadiging van het
product bij gebruik buiten de aanbevolen omstandigheden. Vermijd het
risico van gegevensverlies door altijd back-ups van gegevens te maken. Dit
doet u door de gegevens van tijd tot tijd op een extern opslagmedium op te
Gebruikershandleiding 7-15
slaan. Voor optimale prestaties dient u uw computer alleen onder de
aanbevolen omstandigheden te gebruiken. Lees de aanvullende
beperkingen in de productdocumentatie door. Neem voor meer informatie
contact op met de TOSHIBA-afdeling voor service en ondersteuning of
raadpleeg het gedeelte TOSHIBA-ondersteuning.
64-bits computergebruik
Bepaalde 32-bits apparaatstuurprogramma's en/of toepassingen zijn
mogelijk niet compatibel met 64-bits processors/besturingssystemen en
werken daarom niet correct.
Hoofdgeheugen
Een deel van het hoofdsysteemgeheugen kan door het grafische systeem
worden gebruikt om de grafische prestaties te verbeteren, waardoor de
beschikbare hoeveelheid systeemgeheugen voor andere
computeractiviteiten afneemt. De hoeveelheid systeemgeheugen die wordt
toegewezen om de grafische prestaties te verbeteren, hangt af van het
grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het
systeemgeheugen en andere factoren.
Gebruiksduur van de accu
De gebruiksduur van de accu varieert sterk al naar gelang factoren zoals
productmodel, configuratie, toepassingen, energiebeheerinstellingen en
gebruikte functies. Bovendien is de gebruiksduur onderhevig aan de
natuurlijke prestatievariaties die voortvloeien uit het ontwerp van
afzonderlijke onderdelen. Bepaalde modellen en configuraties die door
TOSHIBA vóór het tijdstip van publicatie zijn getest, worden geleverd met
een classificatie voor de gebruiksduur van de accu. De oplaadtijd is
afhankelijk van het gebruik. De accu wordt mogelijk niet opgeladen
wanneer de computer maximale stroom verbruikt.
Nadat de accu meerdere malen is opgeladen en ontladen, kan deze niet
langer op maximale capaciteit werken en is het tijd voor vervanging. Dat
geldt voor alle accu's. Zie de informatie over accessoires die bij de
computer is geleverd om na te gaan hoe en waar u een nieuwe accu-
eenheid kunt aanschaffen.
Capaciteit van vaste schijf (HDD)
1 gigabyte (GB) betekent 10
×
9 = 1.000.000.000 bytes met de macht 10.
Het besturingssysteem van de computer vermeldt de opslagcapaciteit
echter met de macht 2 waarbij GB = 2
30
= 1.073.741.824 bytes. Hierdoor
wordt een lagere geheugencapaciteit vermeld. De beschikbare
opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer
besturingssystemen, zoals Microsoft Windows, en/of een of meer
toepassingen vooraf zijn geïnstalleerd. De werkelijke capaciteit na
formatteren kan per model verschillen.
Gebruikershandleiding 7-16
LCD
Na verloop van tijd en afhankelijk van het gebruik van de computer, neemt
de helderheid van het LCD-scherm af. Dit is een bekend kenmerk van de
LCD-technologie.
Maximale helderheid is alleen beschikbaar als het apparaat op netvoeding
wordt gebruikt. Het beeldscherm wordt gedimd wanneer computer op accu-
energie wordt gebruikt. Het is niet mogelijk de helderheid van het scherm
te vergroten.
GPU (Graphics Processing Unit)
De prestaties van de Graphics Processing Unit (GPU) hangen af van het
productmodel, de ontwerpconfiguratie, de toepassingen, de instellingen
voor energiebeheer en de gebruikte functies. De GPU-prestaties worden
alleen geoptimaliseerd wanneer het apparaat op netstroom werkt. De
prestaties zijn aanzienlijk minder wanneer de accu wordt gebruikt.
De totaal beschikbare hoeveelheid grafisch geheugen is het totaal van,
indien van toepassing, speciaal videogeheugen, systeemvideogeheugen
en gedeeld systeemgeheugen. De hoeveelheid gedeeld videogeheugen
hangt af van de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren.
Draadloos LAN
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van
draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische
omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van toegangspunten,
clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie.
De werkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische
maximumsnelheid.
Kopieerbeveiliging
Technologie ter bescherming van het auteursrecht in sommige media
verhindert mogelijk het weergeven en opnemen van die media.
Woordenlijst
In deze woordenlijst worden onderwerpen toegelicht die verband houden
met deze handleiding. Alternatieve benamingen zijn ter referentie
opgenomen.
Afkortingen
AC: Alternating Current (wisselstroom)
AMT: Intel Active Management Technology
ASCII: American Standard Code for Information
Interchange
BIOS: Basic Input/output System
Gebruikershandleiding 7-17
BD-ROM: Blu-ray Disc Read-Only Memory
bps: bits per seconde
Cd: Compactdisc
CD-ROM: Compact Disc Read-Only Memory
CD-RW: Compact Disc-ReWritable
CMOS: Complementary Metal-Oxide Semiconductor
CPU: Central Processing Unit
DC: Direct Current (gelijkstroom)
DDR: Double Data Rate
DIMM: Dual Inline Memory Module
Dvd: Digital Versatile Disc
DVD-R: Digital Versatile Disc-Recordable
DVD-RAM: Digital Versatile Disc-Random Access Memory
DVD-R DL: Digital Versatile Disc Recordable Double Layer
DVD-ROM: Digital Versatile Disc-Read Only Memory
DVD-RW: Digital Versatile Disc-ReWritable
DVD+R DL: Digital Versatile Disc Recordable Double Layer
FAT: File Allocation Table
FCC: Federal Communications Commission
GB: gigabyte
GBps: gigabytes per seconde
HDD: Hard Disk Drive (vaste schijf)
HDMI: High-Definition Multimedia Interface
HDMI CEC: High-definition Multimedia Interface Consumer
Electronics Control
HTML: Hypertext Markup Language
IEEE: Institute of Electrical and Electronics Engineers
I/O: Input/Output
IRQ: Interrupt Request
ISP: Internet Service Provider
KB: kilobyte
LAN: Local Area Network
LCD: Liquid Crystal Display
LED: Light Emitting Diode
MB: megabyte
Gebruikershandleiding 7-18
MBps: megabytes per seconde
MMC: Multi Media Card
OCR: Optical Character Recognition (Reader)
Pc: Personal computer
PCI: Peripheral Component Interconnect
PCMCIA: Personal Computer Memory Card International
Association
RAM: Random Access Memory
RGB: Rood, Groen en Blauw
RFI: Radio Frequency Interference
ROM: Read Only Memory
RTC: Real Time Clock
S/P DIF: Sony/Philips Digital Interface Format
SD: Secure Digital
SDHC: Secure Digital High Capacity
SDRAM: Synchronous Dynamic Random Access Memory
SSD: Solid-state drive
TFT: Thin-Film Transistor
URL: Uniform Resource Locator
USB: Universal Serial Bus
UXGA: Ultra Extended Graphics Array
VGA: Video Graphics Array
WAN: Wide Area Network
WSXGA: Wide Super Extended Graphics Array
WSXGA: Wide Super Extended Graphics Array Plus
WUXGA: Wide Ultra Extended Graphics Array
WXGA: Wide Extended Graphics Array
WXGA+: Wide eXtended Graphics Array Plus
www: World Wide Web
XGA: eXtended Graphics Array
Gebruikershandleiding 7-19
Index
A
Aanwijsapparaat
AccuPoint 3-9, 4-5
AccuPoint-
besturingsknoppen 4-6
touchpad 3-8
Accu
capaciteit controleren 4-18
energiebesparingsmodus
5-6
gebruiksduur
verlengen 4-19
typen 4-16
Acculampje 3-16
ASCII-tekens 4-15
B
Batterij
Real Time Clock 4-16
RTC-batterij 3-13
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen 5-5
scherm 3-3
Beeldschermcontroller 3-14
Bluetooth 7-7
C
Controlelijst van
apparatuur 2-1
D
DC IN
lampje 3-4
Documentatielijst 2-1
Draadloze communicatie 7-5
Dubbel aanwijsapparaat
touchpad 6-9
E
Externe monitor
problemen 6-12
G
Geheugen
plaatsen 4-19
verwijderen 4-21
Geheugenmediasleuf 4-23
Geheugenmedium
plaatsen 4-26
verwijderen 4-27
Geïntegreerde numerieke
toetsen
cursormodus 4-14
inschakelen 4-14
numerieke modus 4-14
tijdelijk geïntegreerde
numerieke toetsen
gebruiken (geïntegreerde
numerieke toetsen uit) 4-15
Gebruikershandleiding Index-1
tijdelijk gewone toetsenbord
gebruiken (geïntegreerde
numerieke toetsen
aan) 4-14
Geluidssysteem
problemen 6-12
H
HDMI-uit-poort 3-5, 3-10
Herstelmedia 5-16, 5-18
Herstelschijfstation 5-18
HW Setup
openen 5-10
venster 5-10
L
LAN
aansluiten 4-22
typen kabels 4-22
Luchtopeningen 3-6, 3-12
M
Mediabehandeling
geheugenkaarten 4-25
kaarten 4-25
MultiMediaCard
verwijderen 4-27
N
Netadapter
aansluiten 2-6
extra 4-32
gelijkstroomingang (19
V) 3-6, 3-10
O
Opnieuw opstarten van de
computer 2-11
P
Problemen
accu 6-6
controlelijst voor hardware
en systeem 6-5
dubbel aanwijsapparaat 6-9
externe monitor 6-12
geheugenkaart 6-8
geluidssysteem 6-12
intern beeldscherm 6-7
netvoeding 6-6
probleem analyseren 6-2
Real Time Clock 6-7
toetsenbord 6-7
TOSHIBA-
ondersteuning 6-14
touchpad 6-9
uitschakelen bij
oververhitting 6-5
USB-apparaat 6-11
USB-muis 6-10
vaste schijf 6-8
voeding 6-5
R
Reinigen van de
computer 1-16
S
Scherm
openen 2-4
SD/SDHC/SDXC-kaart
Gebruikershandleiding Index-2
formatteren 4-25
opmerking 4-24
Slaapstand
instelling 2-12
systeem automatisch in 5-5
Stroomvoorziening
slaapstand 2-12
T
Toetsenbord
functietoetsen 4-12
Functietoetsen
F1...F12 4-12
problemen 6-7
Windows-toetsen 4-14
TOSHIBA Desktop Assist 5-1
TOSHIBA-
weergavehulpprogramma 5-2
U
USB-apparaat
problemen 6-11
V
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen 5-5
Verplaatsen van de
computer 1-16
Video-RAM 3-13
Videomodus 4-35
Voeding
afsluitmodus 2-11
in-/uitschakelen via LCD
5-6
inschakelen 2-8
omstandigheden 3-16
Sluimerstand 2-13
uitschakelen 2-11
W
Wachtwoord
computer opstarten met
wachtwoord 5-9
gebruiker 5-7
opstarten 5-6
supervisor 5-9
Webcam 3-3
Gebruikershandleiding Index-3
22

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Toshiba-Portege-Z10T

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Toshiba Portege Z10T bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Toshiba Portege Z10T in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 4,85 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Toshiba Portege Z10T

Toshiba Portege Z10T Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 147 pagina's

Toshiba Portege Z10T Gebruiksaanwijzing - English - 131 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info