8. Zet de motor af en trek de netstekker uit
het stopcontact alvorens de verticuteerder
te controleren, te reinigen, te onderhouden
of er werkzaamheden aan uit te voeren en
als een vreemd voorwerp werd geraakt.
9. Voor gebruik dient steeds een visuele
controle te worden uitgevoerd om na te
gaan of de messenwals versleten of
beschadigd is.
10. Bij de montage of demontage van de
messenwals moeten de instructies in acht
worden genomen.
11. Controleer het terrein waar u de
verticuteerder wilt gebruiken en verwijder
alle voorwerpen die kunnen worden
gegrepen en weggeslingerd.
Vreemde voorwerpen moeten vóór het
verticuteren worden verwijderd; tijdens het
gebruik op vreemde voorwerpen letten.
Let op verlengkabels die u voor het gebruik
van de verticuteerder nodig heeft.
12. Draag tijdens het verticuteren van het
gazon steeds vast, slipvast schoeisel en
een lange broek. Verticuteer het gazon
nooit op blote voeten of in lichte sandalen.
13. Gebruik de verticuteerder steeds met
gesloten uitlaatklep.
14. Gebruik de machine nooit met defecte of
zonder veiligheidsinrichtingen zoals b.v.
zonder stootplaten en / of opvanginrichting.
15. Bij het starten van de motor mag de
verticuteerder niet worden opgetild.
16. Kom nooit met handen of voeten tegen of
onder draaiende onderdelen. Blijf steeds op
afstand van de uitlaatopening.
17. Als u op een helling verticuteert dient het
gazon dwars over de helling te worden
geverticuteerd.
18. Gebruik de verticuteerder niet op hellingen
van meer dan 15 %.
19. Voordat u de verticuteerder optilt voor het
transport dient u de motor stop te zetten,
de netstekker uit het stopcontact te trekken
en te wachten tot de messenwals tot
stilstand is gekomen.
20. Let er goed op dat tijdens het gebruik geen
personen, vooral kinderen en dieren in de
onmiddellijke omgeving van de
verticuteerder verblijven. Zorg er voor dat
een veiligheids-afstand van 10 meter in
acht wordt genomen.
21. Berg de verticuteerder op een droge en
voor kinderen onbereikbare plaats op.
22. Herstellingen van elektrische componenten
van de verticuteerder mogen slechts door
een elektrovakman worden uitgevoerd.
23. De gebruikte aansluitkabels mogen niet
lichter zijn dan lichte rubberslangkabels
HO7RN-F volgens DIN 57 282/VDE 0282
en moeten minstens een diameter van 1,5
mm hebben.
Het stopcontact moet spatwaterdicht zijn.
De aansluitkabel moet door de
ontlastingsklem worden geleid en in de
schakelaar-stekker-combinatie worden
gestoken. Controleer de kabel op
beschadigingen en veroudering alvorens
het toestel te gebruiken. Verticuteer het
gazon nooit met defecte kabels. Als de
kabel tijdens het verticuteren van het gazon
wordt beschadigd, onmiddellijk de
netstekker uit het stopcontact trekken en
dan pas de schade controleren.
24. Tijdens het starten van de motor mag de
verticuteerder niet worden gekanteld tenzij
het toestel hierbij moet worden opgetild.
Kantel hem in dit geval enkel zo ver als
absoluut nodig en til enkel de van de
gebruiker weg wijzende kant op.
25. Zorg er voor dat alle moeren, bouten en
schroeven goed aangehaald zijn en dat het
toestel zich in een toestand bevindt om er
veilig mee te kunnen werken.
26. Indien een vreemd voorwerp werd geraakt
controleer dan de verticuteerder op
beschadigingen en voer de nodige
herstellingen uit voordat u het toestel
opnieuw start en er mee werkt.
27. De verticuteerder mag niet aan de regen
worden blootgesteld. Het gazon mag niet
nat of zeer vochtig zijn.
28. Let er tijdens uw werk op dat u steeds
veilig staat.
29. Leidt de machine enkel stappend.
30. Wees voorzichtig bij het veranderen van
rijrichting op een helling.
31
NL