6
NL
6. Ingebruikneming
De pomp dient met inachtneming van de
hierboven vermelde veiligheidsinstructies in
gebruik te worden genomen.
Zet de pomp op een horizontale plaats die
hoger ligt dan de bodem van het bassin
(voorkomt een bovenmatige vervuiling door
slijk van de grond).
De pomp mag niet buiten water worden
gebruikt.
7. Fonteinmodus
Er zijn 3 toepassingsmogelijkheden:
Alleen cascadefontein (resp. klokfontein of
schuimborrelaar)
Fontein in verbinding met de
waterspuweraansluiting voor waterwerken
Alleen waterspuweraansluiting voor
waterwerken
Werkwijze alleen met fontein (zie fig. 2):
Bij het installeren van de pomp in de vijver dient
erop te worden gelet dat de fonteinkop boven
de waterspiegel uitsteekt. Als u enkel de fontein
gebruikt, dient u de afsluitkraan (A) van de
spuweraansluiting met een kwart slag in de
richting van de wijzers van de klok te draaien
teneinde deze kraan dicht te draaien. De
afsluitkraan (B) moet open zijn (zie fig. 2).
Werkwijze van de fontein en van de
waterspuweraansluiting (zie fig. 2):
Het plaatsen van de pomp geschiedt zoals
hierboven beschreven. Op de
waterspuweraansluiting kan u bovendien
waterwerken met een slangbinnendiameter van
13 mm of diam. 20 mm aansluiten.
De spuweraansluiting kan door draaien van de
afsluitkraan (A) tegen de richting van de wijzers
van de klok in worden geopend.
Bedrijf enkel met waterspuweraansluiting
(zie fig. 3):
Hiervoor dient de afsluitkraan (B) met 90° te
worden gedraaid. De afsluitkraan (A) moet
geopend zijn. Op die manier stroomt al het
water via de spuweraansluiting en niets via de
fontein.
8. Onderhoud
Voor een lange levensduur en
ononderbroken werking is het aan te
bevelen de pomp regelmatig de controleren
en te onderhouden.
Als de opvoerhoogte of de capaciteit
vermindert dient u de filter met lauwwarm
water schoon te maken.
Bij kalkhoudend water de roterende
onderdelen van de pomp met regelmatige
tussenpozen reinigen.
Bij het ontmantelen van de pomp gaat u als
volgt te werk:
2
A
B
3
A
B