10
NL
5. Vor de inbedrijfstelling
• Gebruikslocatie op verdekt liggende electrische
leidingen, gas- en waterbuizen met een lekzoek
apparaat oderzoeken.
• Vóór de aansluiting aan het stroomnet er op
letten, dat de netspanning met de gegevens van
het vermogenplaatje overeenstemmen.
5.1 Gereedschappen inplaatsen en wisselen (Afb. 2)
Apparaat is met het SDS-plus opnamesystem uitge-
rust.
•
Gereedschappen vóór het inplaatsen reinigen en
met machinevet licht invetten.
•
Vergrendelingshuls (A) terugtrekken en houden.
• Stofvrije gereedschappen draaiend en tot aan de
aanslag in de gereedschapsopname inschuiven.
Het gereedschap vergrendeld zich zelf.
• Vergrendeling door trekken aan het gereed-
schap controleren.
5.2 SDS-plus gereedschappen uitnemen (Afb. 3)
Vergrendelingshuls (A) terugtrekken, houden en
gereedschap uitnemen.
6. Inbedrijfstelling (Afb. 1)
6.1 In-/uitschakelen
• Inschakelen: Bedrijfsschakelaar (3) indrukken
• Uitschakelen: Bedrijfsschakelaar (3) kort
indrukken en loslaten
6.2 Bijkomene greep (Afb. 4)
Slagboormachine uit veiligheidsoverwegingen
uitsluitend met de bijkomende greep (B) gebrui-
ken.
Een veilige lichaamshouding tijdens de werkzaam-
heden verkrijgt u door het draaien van de bijkomen-
de greep. Bijkomende greep tegen de wijzers van de
klok in lossen en aandraaien.
Daarna de bijkomende greep weer aandraaien.
6.3 Diepteaanslag (Afb. 5)
Bijkomende greep lossen en het rechte deel van de
diepteaanslag in de boring van de bijkomende greep
inplaatsen. Diepteaanslag instellen en bijkomende
greep weer aandraaien.
6.4 Stofopname-inrichting (Afb. 6)
Bij slagboorwerkzaamheden boven het hoofd, stof-
opname-inrichting over de boor schuiven.
6.5 Slagstop (fig. 7)
Voor het zacht aanboren is de boorhamer voorzien
van een slagstop.
•
Schakelhefboom (7) naar rechts in stand (b)
draaien om het slagwerk uit te schakelen.
• Om het slagwerk opnieuw in te schakelen dient
de schakelhefboom (7) opnieuw in stand (a)
te worden gedraaid.
6.6 Draaistop (fig. 8)
Voor beitelwerk kan de draaifunctie van de boorha-
mer uitgeschakeld worden.
•
Draai hiertoe de stelhefboom (8) met de marke
ring (c) op de pijl (a) op het huis van de
machine.
• Om de draaifunctie opnieuw in te schakelen
dient de stelhefboom (8) met de markering (b)
op de pijl (a) te worden gedraaid.
Let op!
Voor het slagboren is slechts een geringe aandruk-
kracht noodzakelijk. Een te grote aandrukkracht
belast de motor onnodig. Boren regelematig contro-
leren. Stompe boren naslijpen of vervangen.
7. Onderhoud
•
Vóór alle werkzaamheden aan het apparaat de
netstekker uit het stopcontact trekken.
• Hou Uw toestel altijd schoon.
• Gebruik voor het reinigen van de kunststof geen
bijtende middelen.
• Teneinde stofneerslag te vermijden is het aange
raden de ventilatiespleten op het eind van de
werkzaamheden door perslucht (max. 3 bar)
schoon te blazen.
• Koolborstels regelmatig controleren (vervuilde of
versleten koolborstels leiden tot bovenmatige
vonkvorming en tot toerentalstoringen).
8. Bestellen van wisselstukken
Reservekolen zijn bij
ISC GmbH verkrijgbaar onder het
ET-nr.: 42.582.90.01