omgeving van de zaag bevinden, mogen niet met de
hand worden verwijderd. Wanneer houtresten
beklemd zitten tussen vaste en/of bewegende delen,
moet de machine worden gestopt en de stekker uit
het stopcontact worden getrokken alvorens de
houtresten te verwijderen.
3. Zorg ervoor dat de cirkelzaag onbelast wordt inge-
schakeld (laat de cirkelzaag dus niet in aanraking
komen met het werkstuk wanneer deze wordt inge-
schakeld). De cirkelzaag moet eerst zijn maximale
toerental hebben bereikt.
4. Zaag geen werkstukken die dikker zijn dan de diepte
van de zaag.
5. Overtuig u zelf ervan dat wanneer u in houten wan-
den of vloeren zaagt zich daarin geen elektriciteitska-
bels of buizen voor gas en water bevinden.
6. Schakel de cirkelzaag eerst uit en wacht totdat de cir-
kelzaag stil staat voordat u de cirkelzaa0g van het
werkstuk af beweegt en de machine neerlegt.
DE MACHINE ONMIDDELIJK UITZETTEN BIJ:
1. Defecte netstekker, netsnoer of snoerbeschadiging.
2. Defecte schakelaar.
3. Oververhitting van de machine
4. Rook of stank van verschroeide isolatie.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Controleren of de netspanning met de vermelding
van de spanning op het kenplaatje overeenkomt.
De machine is dubbel geïsoleerd overeenkom-
stig EN 50144; een aardedraad is daarom niet
nodig.
Verwisseling van de netaansluitleiding
De netaansluitleiding mag alleen door een speciale lei-
ding worden vervangen die door een vakwerkplaats
wordt verwisseld.
Verwisselen van kabels of stekkers
Oude kabels of stekkers naar een opslagterrein voor
afvalstoffen brengen, onmiddellijk nadat u deze door
nieuwe heeft vervangen. Het aansluiten van een stekker
van een losse kabel op een stopcontact is gevaarlijk.
Gebruik van verlengkabels
Alleen een goedgekeurde verlengkabel gebruiken die
met het vermogen van de machine in overeenstemming
is. De aders moeten een minimum doorsnede van 1,5
mm
2
hebben. Bevindt de kabel zich op een haspel, dan
moet deze volledig worden afgerold.
MONTAGE EN AFSTELLING
Fig. B.
Alvorens u de zaag gaat instellen, dient u eerst te
controleren, of de netstekker uit het stopcontact is
verwijderd.
INSTELLEN VAN HET SPOUWMES.
- Zet de beschermkap naar achteren en houdt deze
vast met behulp van knop (1).
- Draai m.b.v. een schroevendraaier de beide schroe-
ven (2) los.
- Stel het spouwmes op de juiste manier in. Gebruik
daarvoor de in de tekening vermelde afstanden (3).
- Draai de beide schroeven (2) weer vast en laat knop
(1) los.
- Controleer vervolgens of het spouwmes exact recht
achter het zaagblad staat. Corrigeer dit desnoods
met behulp van de stelschroef (bij achterhandgreep)
Fig. C.
INSTELLEN VAN
DE ZAAGHOEK.
- Draai de beide
knoppen (1) los.
- Verdraai de zool (2)
in de juiste positie
(0° - 45°). De zaag-
hoek kunt u aflezen
op de gradenindica-
tor (3).
Fig. D.
INSTELLEN VAN
DE ZAAGDIEPTE.
- Draai knop (1) los.
- Beweeg de zool (2)
naar beneden.
- De diepte van het
zaagblad is af te
lezen op de indica-
tor (3).
- Draai knop (1) weer
vast als de juiste
diepte is ingesteld.