Toledo 15
Het is absoluut noodzakelijk deze punten in acht te nemen voordat u aan het
werk gaat!
Langszagen
• Blokkeer de langsgeleider op de juiste maatpositie en verwijder de afkortgeleider uit
de tafelslede.
• Draai het zaagblad ca. 2 mm hoger uit dan de totale dikte van het te zagen hout.
• Druk het hout licht naar de tafel toe en laat het tegen de afkortgeleider aanglijden.
Blijf minimaal 3 cm van de voorkant van het zaagblad weg alvorens u de
motor aanzet. De kant van het hout dat tegen de langsgeleider licht moet
helemaal recht zijn. Houd de handen minstens 10 cm. weg uit het te volgen
zaagspoor.
• Zet de motor aan en wacht tot het zaagblad het maximum toerental heeft bereikt
voordat u met het zaagwerk begint.
• Terwijl u het hout tegen de tafel en langsgeleider drukt, kunt u het hout zachtjes door
het zaagblad schuiven zonder te forceren.
• Trek nooit het werkstuk terug naar achteren. Indien nodig, schakel dan eerst de motor
uit ZONDER de positie van het werkstuk te wijzigen.
Langszagen bij (vertikaal) verstek
Deze methode is praktisch hetzelfde, behalve dat het zaagblad in de gewenste hoek
wordt gebracht.
Bij dit soort methoden mag de langsgeleider uitsluitend langs de rechterkant
van het zaagblad staan.
Langszagen van smalle werkstukken
Ga ervan uit dat deze bewerking uitermate gevaarlijk is.
Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen en duw het werkstuk steeds door (tot achter het
zaagblad) met een kunststof hulpstuk in plaats van met de hand.
Dwarszagen
• Verwijder de langsgeleider en breng de dwarsgeleider in de rechterslede aan.
• Regel de hoogte van het zaagblad (zie langszagen).
• Druk het werkstuk tegen de dwarsgeleider en houd minstens 2,5 cm afstand van de
voorkant van het zaagblad.
• Zet de motor aan en wacht tot het maximum toerental bereikt is.
• Druk het werkstuk tegen de geleider en de tafel. Schuif het hout zachtjes door het
zaagblad. Ga door tot achter het zaagblad. Zet daarna de motor af en houd deze
positie aan totdat het zaagblad volledig stilstaat voordat u het hout wegneemt.
NL
10 Toledo
8. Laat de machine vrij draaien tot het maximum toerental bereikt is, voordat met de
bewerking wordt begonnen.
9. Onderhoud de luchtinlaten aan de achterkant en de onderkant van de
tafelzaagmachine en elektromotor, dit voor het behoud van de machine.
Stofophopingen dienen te worden vermeden.
10. Vergrendel steeds de verschillende gradeninstellingen voordat u begint met het
bewerken.
11. Koop alleen aangepaste zaagbladen met een toerental van minimaal 6000 t.p.m.
12. Maak alleen gebruik van het juiste zaagblad. Te kleine of te grote zaagbladen zijn
uitermate gevaarlijk.
13. Inspecteer regelmatig het zaagblad op eventuele mankementen. Vervang het
zaagblad indien nodig.
14. Ontvet het nieuwe zaagblad en reinig de flenzen voordat u het nieuwe blad monteerd.
Monteer het blad daarna in de juiste richting en trek de flenzen hard aan door middel
van de centrale bout.
15. Alleen originele flenzen gebruiken. Alle anderen zijn niet aangepast.
16. Werk nooit zonder de beschermkap van het zaagblad.
17. Ook het bewegende gedeelte van de beschermkap dient gemonteerd te blijven.
18. Het zaagblad nooit smeren terwijl het draait.
19. Altijd de handen verwijderd houden uit het traject van het zaagblad.
20. Nooit een werkstuk oprapen door met de handen langs,of achter het zaagblad te
grijpen.
21. Zorg dat het werkstuk nooit tegen het zaagblad aankomt, voordat de machine
aangezet is.
22. Bewerk nooit metaal of steensoorten met deze machine.
23. Gebruik steunmiddelen om lange werkstukken te ondersteunen.
24. Gebruik de machine nooit in een gevaarlijke omgeving, daar waar ontbrandbare
gassen of vloeistoffen aanwezig zijn.
25. Nooit de machine onbeheerd achterlaten zonder deze eerst van het stroomnet te
ontkoppelen.
26. Hoort u abnormale geluiden, probeer deze dan op te sporen of breng de machine
naar een erkend installateur of reparatiebedrijf.
27. Als een onderdeel gebroken of beschadigd is, vervang of repareer dit onmiddellijk.
28. Plaats uzelf nooit in het traject van het zaagblad maar ga links of rechts van de
zaagtafel staan.
29. De handen moeten eveneens naast het traject van het zaagblad geplaatst worden.
30. Duw het te zagen materiaal altijd met een stok langs de zaag, gebruik nooit uw
handen.
31. Plaats het hout altijd aan de voorzijde van de zaagtafel en duw het dan verder naar
achteren.
32. Bij verstekzagen gebruikt men enkel de regelbare geleider en verwijdert men de
langsgeleider.
33. Gebruik nooit de langsgeleider als lengtemaat bij het afkorten van balken.
34. Bij blokkage van het zaagblad: eerst het toestel uitschakelen voordat u het defect
gaat verhelpen.
35. Vermijd dat werkstukken in uw richting teruggeslagen worden door:
• Steeds scherpe zaagbladen te gebruiken.
• Niet zagen van te kleine werkstukken.
NL