3. Monteer de kettingkast (H). Plaats de kast over de
zaagbladbouten. Draai de moeren (J) SLECHTS
HANDVAST (zie Fig. 3E).
SPANNING VAN DE ZAAGKETTING AFSTELLEN
De juiste spanning van de zaagketting is uiterst belang-
rijk en moet daarom zowel voordat u het apparaat
inschakelt alsook tijdens de werkzaamheden worden
gecontroleerd. Als u zich de tijd neemt om de zaag-
ketting af te stellen, wordt u beloond met betere zaag-
prestaties en een langere levensduur van uw ketting.
OPMERKING: Een nieuwe ketting en zaagblad moe-
ten al na vijf keer zagen worden afgesteld. Dit is in de
inloopperiode normaal en de intervallen tussen de
afstellingen zullen snel groter worden (Fig. 4).
VOORZICHTIG: Als de ketting TE LOS of TE
STRAK is gespannen, zullen de ketting en de
lagers sneller slijten. Bestudeer Fig. 4 voor infor-
matie over de juiste spanning in koude toestand (A), in
warme toestand (B), en als richtlijn om vast te stellen wan-
neer de zaagketting moet worden afgesteld (C).
VOORZICHTIG: Als de ketting te los is gespan-
nen, d.w.z. als u de ketting met een vinger meer
dan 3 mm kunt indrukken, zoals getoond in Fig.
4, moet de ketting worden gespannen omdat de remtijd
anders te lang is.
Spanning van de zaagketting afstellen
1. Draai de moeren (J) zover los tot ze handvast zit-
ten (zie Fig. 3A).
2. Houd de zaagbladneus omhoog en span de ketting
door de stelschroef (F) (Fig. 3B) met een schroe-
vendraaier of moersleutel uit uw Gebruikerskit
rechtsom te verdraaien. Als u de schroef LINKSOM
DRAAIT, NEEMT DE KETTINGSPANNING AF.
3. Doe uw veiligheidshandschoenen aan nu u de span-
ning hebt ingesteld, en beweeg de zaagketting
vooruit en achteruit over het zaagblad om er zeker
van te zijn dat de ketting vrij loopt en goed op het
kettingwiel ligt.
OPMERKING: ALS de ketting zich moeilijk laat draai-
en of zich in het zaagblad vastgrijpt, is de spanning te
hoog en moet deze worden aangepast. Om de span-
ning te verlagen, draait u de stelschroef langzaam links-
om. Beweeg de ketting vooruit en achteruit totdat
deze vrij loopt.
4. Houd de zaagbladneus omhoog en draai de moeren
goed vast (aanhaalmoment 8 Nm).
OLIETANK VULLEN
Gebruik een vultrechter om de olietank met speciale
kettingzaagolie te vullen. Veeg gemorste olie op. Zorg
dat er geen vuil in de olietank komt.
De zaagketting moet tijdens gebruik gesmeerd worden
om frictie met het zaagblad te minimaliseren. De olie-
tank heeft een inhoud van 200 ml, genoeg om de ket-
ting 15-20 zaagminuten te smeren.
Wij adviseren speciale kettingzaagolie met additieven
die de frictie vermindert, residuvorming voorkomt en
biologische afbreekbaar is.
VOORZICHTIG: Controleer het oliepeil tijdens
de werkzaamheden regelmatig om te voorkomen
dat het zaagblad en de ketting drooglopen.
OPMERKING: Uw kettingzaag heeft een automatisch
smeersysteem en dat is de ENIGE smering die het
zaagblad en de ketting krijgen (Fig. 6).
4. BEDIENINGSINSTRUCTIES
DE ZAAG STARTEN
1. Zorg ervoor dat de kettingrem UITGESCHAKELD
IS. De motor zal niet starten als de kettingrem is
INGESCHAKELD. U schakelt de kettingrem uit
door de rem achteruit richting motor te trekken
(Fig. 7A).
WAARSCHUWING: Zorg dat de u een
geschikte verlengkabel gebruikt voor uw type ket-
tingzaag (≥ 1,5 mm
2
)
2. In het handvat is een verlengkabelhouder geïnte-
greerd die voorkomt dat de verlengkabel uit het
handvat wordt getrokken. Om deze houder te
gebruiken, dubbelt u de verlengkabel ongeveer der-
28 Toledo
ABLÄNGEN UNTER VERWENDUNG EINES
SÄGEBOCKS
Im Sinne Ihrer Sicherheit
und einfachen Sägens ist
die korrekte Stellung für
vertikales Ablängen
grundlegend (Abb. 13).
Vertikales sägen:
A. Halten Sie die Säge mit
beiden Händen fest und
halten Sie die Säge
rechts von Ihrem Kör-
per, während Sie sägen.
B. Halten Sie den linken
Arm möglichst gerade.
C. Stützen Sie sich gleichmäßig mit beiden Füßen ab.
VORSICHT: Während die Säge sägt, achten Sie
darauf, dass Kette und Schiene ordentlich gesch-
miert werden.
5. WARTUNG
WARTUNG DER FÜHRUNGSSCHIENE
ACHTUNG! Vergewissern Sie sich, dass das
Stromkabel herausgezogen ist, bevor Sie irgend-
welche Wartungsarbeiten an Ihrer Säge verrichten.
Ordentliche Wartung der Führungsschiene entsp-
rechend der Beschreibung in diesem Abschnitt ist
von ausschlaggebender Bedeutung für ein ordent-
liches Funktionieren des Säge.
SCHMIERUNG DER KETTENSPITZE
(Nur für Geräte mit Führungsschienen mit Ketten-
spitze.)
VORSICHT: Unterlassung der Schmierung der
Kettenspitze der Führungsschiene, wie hierunter
beschrieben, resultiert in mangelhafter Leistung
und Einklemmen und macht die Herstellergarantie ungültig.
Die Schmierung der Kettenspitze ist nach jeder
Nutzung empfohlen. Reinigen Sie vor dem Schmieren
stets gründlich die Kettenspitze der Führungsschiene.
ACHTUNG! Tragen Sie dicke Arbeitshand-
schuhe, wenn Sie diese Arbeit ausführen, um die
Gefahr von Verletzungen zu verringern.
Schmieren der Kettenspitze:
1. Trennen Sie die Säge von der Stromquelle.
HINWEIS: Es ist nicht nötig, die Sägekette zu entfer-
nen, um die Kettenspitze der Führungsschiene zu sch-
mieren. Die Schmierung kann während der Arbeit
erfolgen.
2. Reinigen Sie die Kettenspitze der Führungsschiene.
3. Verwenden Sie Einweg-Schmieröl, führen Sie die
Tülle in das Schmierloch und injizieren Sie das
Schmierfett, bis es an der äußeren Ecke der
Kettenspitze erscheint (Abb.14).
4. Vergewissern Sie sich, dass die Kettenbremse
außer Betrieb ist. Drehen Sie die Sägekette mit der
Hand. Wiederholen Sie den Schmiervorgang, bis
die gesamten Kettenspitze geschmiert ist.
Reinigen der Führungsschienenrails:
1. Entfernen Sie Kettenschutz, Schiene und Kette.
2. Entfernen Sie Rückstände von den Rails der
Führungsschiene mit Schraubendreher, Kittmesser,
Drahtbürste oder einem ähnlichen Werkzeug. Damit
werden die Ölkanäle offen gehalten, so dass Schiene
und Kette ordentlich geschmiert werden. (Abb. 15)
3. Montieren Sie Schiene, Kette (und Spannung ein-
stellen), Kettenschutz und Stangensicherungsmutter
wieder zurück. (Siehe Abschnitt Montage der
Führungsschiene / Sägekette).
WARTUNG DER FÜHRUNGSSCHIENE
Die meisten Probleme mit Führungsschienen können
vermieden werden, wenn die Kettensäge gut instand
gehalten wird.
Falsches Feilen und uneinheitliche Schnitt- und
Tiefenmaße verursachen die meisten Probleme mit
Führungsschienen, die in erster Linie in ungleichmäßiger
Abnutzung der Schiene resultieren. Wenn die Schienen
ungleichmäßig abnutzen, weiten sich die Rails, was zu
Kettenklappern und Schwierigkeiten beim Anbringen
gerader Schnitte führen kann.
Unzureichende Schmierung der Führungsschiene und
der Betrieb der Säge mit einer ZU FESTEN Ketten
trägt zu schnellem Verschleiß der Schiene bei (siehe
Abschnitt Hinweise zur Kettenwartung).
Zur Minimierung des Verschleißes der Schiene sind die
folgenden Wartungsarbeiten für die Führungsschiene
empfohlen.
SCHIENENVERSCHLEISS - Drehen Sie die
Führungsschiene in gleichmäßigen Abständen (z. B.
nach fünf Betriebsstunden), um einen gleichmäßigen
Verschleiß oben und unten an der Schiene zu erzielen.
SCHIENENRINNEN - Schienenrinnen (oder Rails,
die die Kette stützen und tragen) sollten gereinigt wer-
den, wenn die Säge stark benutzt wurde oder wenn die
Sägekette schmutzig ist. Die Rails sollte jedesmal
gesäubert werden, wenn die Sägekette entfernt wurde.
ÖLKANÄLE - Ölkanäle am Schienenschuh sollten
gereinigt werden, um eine ordentliche Schmierung der
Schiene und der Kette während des Betriebs zu
gewährleisten. Dies kann mit einem weichen Draht
erfolgen, der klein genug ist, um in die Ölauslauföf-
fnung eingeführt zu werden.
HINWEIS: Der Zustand der Ölkanäle kann einfach
überprüft werden. Wenn die Kanäle sauber sind, wird
die Kette automatisch innerhalb von Sekunden nach
dem Starten der Säge Öl versprühen. Ihre Kettensäge
ist mit einem automatischen Ölungssystem ausgerüstet.
Toledo 21
