Toledo 15
Repetitive Stress Injuries (‘Muisarm’, RSI)
Fig. 3
Er wordt gezegd dat overmatig gebruik van de spieren en pezen van vingers, handen, armen
en schouders gevoeligheid, zwelling, verdoving, zwakte en extreme pijn in die lichaamsdelen
kan veroorzaken. Sommige zich herhalende activiteiten van de hand brengen voor u het risico
met zich mee van het ontwikkelen van Repetitive Stress Injury (RSI).
Een extreme vorm van RSI is het Carpaal Tunnel Syndroom (CTS), dat kan ontstaan als uw
polsen opzwellen en zo drukken op een vitale zenuw die daar doorheen loopt. Sommigen
menen dat langdurige blootstelling aan trilling CTS kan veroorzaken. CTS kan gedurende
maanden of zelfs jaren hevige pijn veroorzaken.
Om het risico van RSI/CTS te verminderen kunt u het volgende doen:
• Gebruik uw polsen niet in een gebogen, gestrekte of gedraaide stand. Probeer in plaats
daarvan uw polsen in een rechte stand te houden. Gebruik bij grijpen uw hele hand en niet
alleen uw duim en wijsvinger.
• Pauzeer regelmatig om herhaling zo klein mogelijk te maken en geef uw handen rust.
• Verminder de snelheid en de kracht waarmee u zich herhalende bewegingen uitvoert.
• Doe oefeningen om de hand- en armspieren te versterken.
• Stop direct met het gebruik van mechanische apparatuur en raadpleeg een arts, als u
tinteling, verdoving of pijn in uw vingers, handen, polsen of armen voelt. Hoe sneller de
diagnose RSI/CTS is gesteld, des te beter kan permanente beschadiging van zenuwen en
spieren worden voorkomen.
Ontruim uw werkplek
Fig. 4
Omstanders en collega’s moeten worden gewaarschuwd, en kinderen en dieren moet worden
verboden dichter dan 15 m in de buurt te zijn terwijl de heggenschaar wordt gebruikt.
Goed vasthouden en stevig staan
Fig. 4
• Houd het voorste en achterste handvat met beide handen vast, waarbij duim en
wijsvinger om de handvaten zitten.
• Blijf altijd stevig en stabiel staan. Ga niet staan op gladde, oneffen of instabiele
oppervlaktes. Werk niet in een ongewone positie of op een ladder. Grijp niet boven uw
macht.
Draaibaar handvat
Fig. 5
Om tijdens het gebruik een goede controle te hebben is de heggenschaar voorzien van een
draaibaar handvat.
Het handvat kan onder verschillende hoeken worden gedraaid: 45º en 90º tegen de klok in, en
45º en 90º met de klok mee.
• Trek de gele “blokkerings”-schakelaar naar achteren en draai het handvat naar de
gewenste hoek.
• Laat de “blokkerings”-schakelaar weer los en draai het handvat tot hij in de juiste stand
klikt. De “blokkerings”-schakelaar keert automatisch terug naar zijn oorspronkelijke
stand.
• Controleer of het handvat nu in de nieuwe stand geblokkeerd is.
NL
58 Toledo
Aufbewahrung
Die gesetzlichen Vorschriften für die Aufbewahrung von Kraftstoff sind von Ort zu Ort
unterschiedlich. Erkundigen Sie sich deshalb nach den für Ihr Gebiet geltenden Vorschriften.
Kraftstoff sollte vorsichtshalber in einem zugelassenen, luftdichten Kanister aufbewahrt
werden, der wiederum in einem gut gelüfteten, nicht bewohnten Gebäude, weg von Flammen
oder Funken aufbewahrt werden sollte.
Wichtig: Kraftstoff unterliegt einem Alterungsprozess. Mischen Sie keinen Kraftstoff an, den
Sie mehr als dreißig (30) Tage bzw. neunzig (90) Tage nach Zugabe eines Stabilisators nach
den Anmischen zu gebrauchen beabsichtigen.
Wichtig: Gelagerter Kraftstoff für Zweitaktmotoren kann sich entmischen. Schütteln Sie
deshalb den Kanister sorgfältig vor jedem Einsatz.
Starten bei kaltem Motor
Abb. 6
Hinweis: Die Messerabdeckung schützt die Messer bei Transport und Lagerung. Entfernen
Sie sie vor dem Einsatz der Heckenschere.
• Kraftstoff nachfüllen: Das Gerät nur mit Kraftstoff betreiben, der im Verhältnis 25:1 mit
Zweitaktöl gemischt ist.
• Den Zündschalter (B) auf die Stellung „I“ (EIN-Stellung) versetzen.
• Die Startbenzinflasche mehrmals betätigen, bis Kraftstoff sichtbar ist und ungehindert in
die durchsichtige Rücklaufleitung fließt.
• Den Gasgriff in der Startposition feststellen: Bei gedrückter Gasgriffverriegelung (C) den
Gasgriff (D) betätigen und dann die Verriegelung (E) drücken; nun zuerst den Gasgriff (D)
und anschließend die Gasgriffverriegelung (C) langsam loslassen.
• Den Choke-Hebel auf die Stellung Cold start (Kaltstart) (geschlossen) versetzen.
• Den Ziehstartergriff schnell ziehen; wenn erste Zündungen des Motors hörbar sind, den
Choke-Hebel wieder auf die Stellung „I“ (EIN-Stellung) versetzen; dann den
Ziehstartergriff erneut schnell ziehen, bis der Motor läuft.
• Nach dem Starten des Motors den Gasgriff (D) drücken, um die Gasgriffverriegelung zu
lösen, dann den Motor einige Minuten lang warmlaufen lassen.
• Nach dem Warmlaufen des Motors den Gasgriff (D) allmählich betätigen, um den Motor
auf Betriebsdrehzahl zu beschleunigen.
Hinweis: Wenn der Motor mit Choke in Position „Run“ (Betrieb) nicht startet, die Anweisungen
4 bis 6 wiederholen.
Warnung! Im Leerlauf dürfen sich die Messer nicht bewegen. Bewegen sie sich, ist
der Vergaser wie im Kapitel „Vergasereinstellung“ dieses Handbuchs beschrieben
einzustellen. Andernfalls erkundigen Sie sich bei der auf der Garantiekarte
angegebenen Serviceadresse. Es droht die Gefahr ernsthafter Verletzungen.
D
