43
Deursignalering
De telefooncentrale kan in verbinding met het deurspreekstation signaleren of er wordt aange-
beld. Deze signalering kan voor elk toestel afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld. Wanneer de
deurbel tijdens een interne verbinding gebruikt wordt is een aanklopsignaal te horen (er vanuit
gaande dat het aanklopsignaal voor dit toestel niet uitgeschakeld is).
Deursignalering in- of uitschakelen
1. Hoorn van toestel 1 opnemen.
2. Programmeercode 19999 kiezen.
3. Code voor de gewenste stand van
de deursignalering kiezen uit
onderstaande tabel, bijv. 503 , om
de deursignalering voor toestel 3
uit te schakelen.
4. Hoorn terugleggen op het toestel.
U hoort de kiestoon van de telefooncentrale.
U hoort een bevestigingstoon.
U hoort een bevestigingstoon. Toestel 3 heeft
geen deursignalering meer en signaleert
niet meer of er wordt aangebeld.
Het programmeren is nu gereed.
Toestel 1 2 3 4 5 6 7 8 alle
Deursignalering Aan 591 592 593 594 595 596 597 598 590
Deursignalering Uit 501 502 503 504 505 506 507 508 500