34
Buitenlijnsignalering
Externe gesprekken worden aangegeven met een extern oproepsignaal. Deze signalering kan
voor elk telefoontoestel afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
Buitenlijnsignalering in- of uitschakelen
* Bij de buitenlijn ‘uit’ blijft de signalering op toestel 1 gehandhaafd.
1. Hoorn van toestel 1 opnemen.
2. Programmeercode 19999 kiezen.
3. Code voor de gewenste stand van
de buitenlijnsignalering kiezen uit
onderstaande tabel, bijv. 323 , om
de signalering van de buitenlijn
voor toestel 3 uit te schakelen. Er
kunnen meerdere codes na elkaar
ingegeven worden.
4. Hoorn terugleggen op het toestel.
U hoort de kiestoon van de telefooncentrale.
U hoort een bevestigingstoon.
U hoort een bevestigingstoon. Toestel 3
geeft nu geen inkomend extern gesprek
meer aan. Met de functie "Gesprek ophalen
70 " of door middel van doorverbinden kan
een extern gesprek echter worden overge-
nomen.
Toestel 1 2 3 4 5 6 7 8 alle*
Buitenlijnsignalering 1 Aan 311 312 313 314 315 316 317 318 310
Buitenlijnsignalering 1 Uit 321 322 323 324 325 326 327 328 320
Buitenlijnsignalering 2 Aan 331 332 333 334 335 336 337 338 330
alleen tiptel 2/8 clip
Buitenlijnsignalering 2 Uit 341 342 343 344 345 346 347 348 340
alleen tiptel 2/8 clip