13 – INFORMATIE VOOR DE ERVAREN TECHNICUS
13.1 VOORNAAMSTE COMPONENTEN EN HUN POSITIE
ROOKGASDRUK SWITCH - Dit een veiligheidsschakelaar die de vijzelmotor wanneer dat nodig is laat
stoppen. De belangrijkste oorzaak dat deze drukschakelaar in komt is een geblokkeerd
rookgasafvoersysteem. LET OP dat het strikt verboden is om elke vorm van een gaasscherm in het
afvoersysteem of aan het einde van de pijp toe te passen. Als de mazen in het gaas verstopt raken zal
dit deze switch inschakelen waardoor de aanvoer van pellets middels de vijzel worden gestopt.
VIJZELMOTOR - deze motor wordt op gezette tijden aan/uit gezet door besturing van een
microprocessor. De werking van deze motor wordt beïnvloed wanneer:
- de motor thermische koppel inkomt;
- de drukschakelaar detecteert een geblokkeerde rook uitlaat;
- de kachel opzettelijk wordt afgesloten of de kachel wordt afgesloten omdat er
geen pellets meer zijn;
- er een handmatige reset van de thermostaat wordt gedaan.
ROOKGASAFVOER EENHEID. Deze wordt geactiveerd wanneer het opstartsignaal wordt gegeven. In
eerste instantie gaat deze op de maximale capaciteit en vervolgens past deze zich aan aan de optimale
snelheid. Vanwege de afvoer van de rookgas en voor meer veiligheid van het systeem blijft de rookgas
zuigeenheid gedurende een vooraf ingestelde tijd doorwerken wanneer het toestel wordt uitgeschakeld.
ROOK SENSOR. Deze detecteert voortdurend de uitgaande rook temperaturen. Deze regelt de overgang
van de startfase naar de werkfase.
TANK VEILIGHEIDSTHERMOSTAAT. Deze thermostaat begint zodra de temperatuur op of in de buurt
van de pellettank 85° C benadert. Er volgt een onmiddellijk signaal aan de kamerventilator om op
maximumvermogen te gaan werken.
VEILIGHEIDS THERMOSTAAT MET HANDMATIGE RESET. Indien de kacheltemperatuur hoger is dan de
ingestelde temperatuur wordt de vijzel uitgeschakeld. Na controle en oplossing van de oorzaak van de
overtemperatuur kan het toestel geactiveerd worden door de plastic kap van de resetknop
(achterkant van de kachel nabij de aan/uit knop) los te draaien en op de resetknop te drukken (de
temperatuur van het toestel moet aanzienlijk zijn gedaald).
13.2 Richtlijnen voor juiste installatie
• Lees deze gebruiksaanwijzing.
• De kachel moet altijd worden uitgeschakeld via het controlepaneel. Het is verboden om de kachel uit
te schakelen door middel van de hoofdschakelaar 0 /I aan de achterkant van de kachel.
• Het toestel nooit moet worden losgekoppeld van de elektrische voeding en de voeding moet nooit
worden uitgezet tijdens normale werking. Wanneer het apparaat opzettelijk wordt losgekoppeld van de
elektrische stroomvoorziening kan rook worden uitgestoten in de kamer.
• Installeer het toestel niet met alleen horizontale rookgasafvoerpijpen: de afvoer van
verbrandingsproducten door natuurlijke trek moet altijd goed worden gewaarborgd. Ongeschikte
installatie van het rookgasafvoersysteem kan een gedwongen uitval van de kachel veroorzaken door
overdruk van de rookuitlaat welke veroorzaakt wordt door een windvlaag.
• Bij de eerste opstarten: start de kachel op het maximumvermogen in een goed geventileerde ruimte
om er voor te zorgen dat de rook, gegenereerd door de volledige drogen en bakken voor de silicaten die
in de glazuur coating van de verbrandingskamer zitten, kan worden afgevoerd. In de ruimte zal een
onaangename geur en een blauwe rook worden waargenomen.
• Installeer geen rooster of uitgang terminal die de stroom van de verbrandingsgassen zou kunnen
vertragen: dit zou uiteraard een storing aan de kachel veroorzaken.
• Het toestel schoon te houden en controleren van de brander zoals beschreven in deze handleiding.
• Reinig de rookuitlaat regelmatig.